Diep in de tunnelput ontraadselden
geleerden mysteries der oudheid
Fototentoonstelling in het Cultureel
Gebouw trok de eerste bezoekers
Gisteravond geopend door
wethouder H. de Boer
MAAR DE FAMEUZE OEROS BLEEK
EEN ORDINAIR RUND TE ZIJN!
Een oudheidkundig
buitenkansje
IJMUIDEN VROEGER EN NU
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1957
Romeinse burcht
Oudere vondsten
Museum gezocht
Uniek object
meters
Koffiedik der oudheid
Koren voor morgenavond
vroeger in het Rijkenspark!
(Van een onzer redacteuren)
HET IS drie jaar geleden. Wij staan aan de rand van de tunnelput, die juist
vandaag zijn grootste diepte heeft bereikt: zesentwintig meter beneden N.A.P.
Er zijn heel wat kijkers, die het wonder in ogenschouw komen nemen. Soms
waagt er een zich een eindje op het steile talud, dat naar de afgrond leidt, om
dan weer haastig naar boven te krabbelen. De anderen kijken alleen maar naar
het indrukwekkende schouwspel daar in de diepte. Ver beneden ons scharrelen
de tunnelarbeiders als bedrijvige mieren. Speelgoedautootjes ploegen zich moei
zaam een weg door de rulle aarde, die er met zijn wirwar van karresporen uit
ziet als een enorme landkaart. Het is een tafereel, dat het oog boeit en het hart
vervult van nationale trots. „Kijk, dat leveren we 'm dan toch maar weer in dit
kleine landje van ons
Eén ding echter ontgaat de meeste
nieuwsgierigen. Gefascineerd als ze zijn
door de spannende strijd van mens en
machine tegen de natuur, hebben zij wei
nig aandacht voor de eenzame figuurtjes
die daar, gewapend met maatlint, teken-
blok of camera, langs de glooiingen heen
en weer klauteren als een soort van men
selijke vliegen: de geologen en oudheid
kundigen, wier taak het is om deze „Velser
affaire" voor de wetenschap te onderzoe
ken en uit te pluizen. Zij plegen niet aan
de weg te timmeren, maar hun werk is
daarom niet minder belangwekkend, voor
al niet wanneer het een zeldzaam studie
object als deze Velser tunnelput betreft.
Want nog nooit eerder is in West-Neder
land de ondergrond zo diep blootgelegd als
bij deze gelegenheid en dus ligt het voor
de hand, dat de wetenschapsmensen dit
buitenkansje met beide handen aangegre
pen hebben. Zodra de eerste spade in de
grond ging dat is nu alweer vele jaren
geleden streek er dan ook een zwerm
van wetenschapsmensen achter de grond
werkers neer, om (zij vergeven ons de
oneerbiedige vergelijking!) er als de mus
sen bij te zijn, zodra er ergens een vet
oudheidkundig of geologisch graantje viel
op te pikken. En al zijn al die graantjes
dan ook niet zo spectaculair uitgevallen
als men aanvankelijk misschien gehoopt
had, er is toch heel wat belangwekkends
uit de ingewanden der aarde aan het dag
licht gebracht.
Om deze ontdekkingen naar waarde te
kunnen schatten, moet men allereerst we
ten, dat de diepte van de Velser tunnel
zesentwintig meter onder de zeespie
gel overeenkomt met dertigduizend ja
ren vaderlandse geschiedenis. Wie over de
bodem van de tunnelput wandelt, die staat
dus op dezelfde bodem, waarop, driehon
derd eeuwen geleden, eens onze voorvade
ren geleefd en geleden hebben! Geleden
vooral, want helaas is ons. land in die
verre tijden steeds opnieuw ten offer ge
vallen aan het geweld van de vreselijkste
natuurrampen, zodat er van een mense
lijke of dierlijke bewoning zo die er
toen al geweest is in de diepste lagen
vrijwel geen resten bewaard gebleven zijn.
Menselijke soevenirs zijn dan ook vrij
wel alleen in de bovenste anderhalve me
ter, direct onder het tegenwoordige bodem
oppervlak, aangetroffen. Maar daar waren
zij dan ook zeer rijkelijk voorhanden; zo
rijkelijk zelfs, dat men er aanvankelijk
heus een beetje mee omhoog zat.
Een van de rijkste vindplaatsen die
overigens al voor de tunnelafgraving ont
dekt werd was een plek grond in de
buurt van de Duitse tankgracht uit de
tweede wereldoorlog. Toen deze gracht ge
graven werd, is de uitgespitte aarde in de
omgeving gedumpt op grote hopen, waarin
amateur-oudheidkundigen al spoedig vele
duizenden scherven van Romeinse urnen
en van middeleeuws aardewerk ontdekten.
Twee archeologen uit onze contreien, de
heren Calkoen uit Santpoort en de Haar
lemmer Wieland Los jr., hebben hier dan
ook een zeer belangrijke buit aan Romein
se, Merovingische en Karolingische pot
scherven en botten van slachtdieren ge
oogst die er, naar de laatstgenoemde onder
zoeker gelooft, op wijzen kunnen dat hier
ter plaatse eerst een Romeinse sterkte, en
later een belangrijk middeleeuws centrum
gelegen heeft. Nu leert de historie, dat
de Romeinse bezetters zich reeds in het
jaar 47 na Christus uit noordwest-Neder
land teruggetrokken hebben op de Oude
Rijn. De heer Wieland Los evenwel vond
in het tunneltracé nog Romeins aardewerk
dat gedetermineerd werd als afkomstig uit
het derde kwart van de eerste eeuw, waar
mee volgens hem aangetoond is in strijd
met de algemene opvatting dat er ook
toen nog Romeinen bij Felisena (Velsen)
gewoond moeten hebben. Hij houdt het er
zelfs op, dat het legendarische castellum
(Romeinse burcht) Corbulo waarvan tot
nu toe niemand wist, waar het gezocht
moest worden wellicht in Velsen ge-
localiseerd moet worden.
Men heeft hoewel veel sporadischer
in de tunnelafgraving ook wel scherven
en botten uit oudere tijdperken gevonden,
voornamelijk uit de late Brons- en dc
vroege Ijzertijd, pakweg zo'n twaalf tot
veertien eeuwen vóór Christus. De heer
Calkoen bezit bijvoorbeeld een bewerkt
ribfragment (sierspeld of werktuig), dat
vermoedelijk van een eland afkomstig is
een dier dat hier inheems was tot in de
Bronstijd. Ook mammouths, rendieren (ijs
tijdfauna) en andere uitzonderlijke zoog
dieren hebben waarschijnlijk eens in onze
contreien rondgedarteld, maar van hen
heeft men helaas in onze contreien geen
sporen teruggevonden.
En zelfs de befaamde oeros, wiens
fraai-geconserveerde gebeente in juni
1955 door een nachtwaker in de bouw
put gevonden werd en die direct daar
op met veel tamtam aan het publiek
werd voorgeschoteld, zelfs dit zeld
zame voorhistorische „monster" zal
vermoedelijk in het licht van de we
tenschap geen stand kunnen houden.
Nadat namelijk eerst iemand twijfelde
aan zijn authenticiteit, helt men tegen
woordig algemeen over tot de mening,
dat het een doodgewoon tam rund ge
weest is, van nagenoeg dezelfde bouw
als onze melkkoeien-van-vandaag.
Men ziet: ook de oudheidkundigen bleven
de teleurstellingen niet bespaard. Daar
staat echter weer tegenover een zeer zeld
zame vondst van een nog geheel intacte
pot, die aangetroffen werd in een diepe
kreek welke dwars door diverse veel
oudere bodemlagen heenliep. Door deze
vondst was het mogelijk, zowel de pot als
de raadselachtige kreek (waarover ook de
geologen zich nog altijd het hoofd breken)
met afdoende zekerheid te dateren.
Zo zijn er nog diverse vondsten en ont
dekkingen gedaan; sommigen strokend
met lang-bekende historische feiten, ande
ren, die juist in tegenspraak met de gang
bare theorieën waren. Veel daarvan be
rust thans bij de Rijksdienst voor het Oud
heidkundig Bodemonderzoek in Amers
foort, bij Rijkswaterstaat of in de privé-
collecties van de verschillende amateurs en
semi-professionals, die aan de archeo
logische schatgraverij in de tunnelput heb
ben deelgenomen. Veel, waarschijnlijk dui
zenden waardevolle soevenirs van onze
voorvaderen en van hun leefwijze zijn voor
immer verdwenen, weggevaagd door in
braken van de zee of door onderspoeling
van het oude IJ. Maar wat men vond, is
niettemin zeer belangrijk, belangrijk ge
noeg in elk geval (zo menen sommigen
van onze zegslieden) om er een bescheiden
oudheidkundig museumpje binnen de ge
meente Velsen mee te vullen. De ver
zamelingen van enkele lokale amateurs
zouden daartoe wellicht het materiaal kun
nen verschaffen. Particuliere voorstellen
in die richting hebben echter, aldus al
weer onze zegslieden, tot nog toe niet veel
gemeentelijk enthousiasme geoogst. Het
geen wel lichtelijk bevreemdt....
Wij hebben tot nu toe alleen over de
oudheidkundigen gesproken. Hun tegen
voeters, de geologen hebben meestal min
der belangstelling voor de bovenste grond
lagen. Voor hen begint de pret pas op zo'n
meter of twee onder het maaiveld. Wat
daaronder ligt, bevindt zich goeddeels on
der 't grondwaterpeil en op die niveau's
kunnen in onze kustgebieden meestal geen
„droge" afgravingen verricht worden. Op
grotere diepten is de geoloog dan ook voor
zijn werk geheel afhankelijk van de resul
taten van allerlei boringen. De holle hoor
buis neemt dan als het ware een monster
van alle lagen, waar zij zich doorheen bijt.
Maar als die „monstervoorraad" dan later
aan de oppervlakte komt, zijn de grond
monsters nog maar zelden geheel intact.
Trillingen van de boor hebben vooral de
dunnere grondlaagjes uiteen doen vallen
of ze door elkaar heen geschud, zodat het
heel moeilijk is, dan pog een nauwkeurig
beeld te krijgen van hun oorspronkelijke
structuur, hun dikte en hun ligging ten
opzichte van elkaar.
Daarom was Velsen ook voor deze heren
een kans uit duizenden, omdat men hier
voor het eerst in onze streken de ge
legenheid kreeg om de hele dwarsdoor
snede door meer dan driehonderd eeuwen
bodemafzettingen in ongeschonden staat te
bestuderen en te onderzoeken. Ieder van
die tientallen bodemlagen en laagjes, som
migen vele meters, andere slechts enkele
centimeters dik, vertelt de deskundige na
melijk zijn eigen verhaal, precies als de
periodieke „afleveringen" van een kranten
feuilleton. Tezamen vormen zij het boeien
de (en dikwijls tragische) vervolgverhaal
van de wordingsgeschiedenis van ons land:
een stukje aardbodem dat stormrampen en
overstromingen, poolkou en subtropische
perioden gekend heeft. Een land, dat nu
eens uit verstikkende moerassen, dan weer
Ouderdom in jaren
5 m
-20
-?5
..100
..P000
..1500
3:
O
o"
r>
O)
3
..7000
..10 000
..77 000
.50 000,
uit metersdikke ijslagen, verzengende
woestijnen of brakke binnenzeeën bestond.
Dat ten onder ging en weer bovenkwam,
telkens opnieuw in de eeuwige kringloop
der dingen, totdat eindelijk de mens leerde,
zich enigermate te wapenen tegen de rede
loze willekeur van moeder natuur.
Dat en nog veel meer heeft zich
allemaal afgespeeld in de loop der eeuwen
op dat kleine plekje Nederland, waar nu
dit fiere monument van de moderne tech
niek, de Velser tunnel ligt. Het is moeilijk,
zich dat alles voor te stellen, maar voor de
geoloog is het de gewoonste zaak van de
wereld. Uit zandkorrels en kleischilfers,
uit veenformaties en mineralen leest hij
het verleden, zoals de waarzegster de toe
komst uit koffiedik leest, maar dan met
absolute, onfeilbare zekerheid. Schelpen,
stuifmeel en andere gidsfossielen vormen
de wegwijzers op zijn speurtochten naar
de geheimen van de oudheid en met de
rustige precisie van de wetenschapsman
combineert en analyseert hij net zo lang,
tot uit al die onsamenhangende aanwijzin
gen het volledige, heldere beeld van een
stuk wordingsgeschiedenis der aarde op
rijst. Wij hebben met twee der voorman
nen van dit fascinerende beroep, dr. Son-
neveld en de heer Zandstra van de Geo
logische Dienst in Haarlem, voor de teke
ning gestaan die de neerslag is van het
ganse onderzoekingswerk in de Velser tun-
nelpunt. Het is de simpele, zeer schema
tische voorstelling, die men elders op deze
pagina afgebeeld ziet.
„Hier", zegt de heer Zandstra, terwijl
hij naar de onderkant van de tekening
wijst, „vonden wij de resten van een
stuifzandwoestijn met zoutwaterslakken,
opgewaaid uit de bodem van de Eemzee,
die zo'n vijftigduizend jaar geleden ons
gehele land overdekte. En daar, een stukje
hoger, vonden wij de befaamde houtskool-
resten, die met de radio-actieve C-14 me
thode gedateerd werden op tien a elfdui
zend jaar voor het begin van onze jaar
telling. Vreemde geschiedenis overigens,
want houtskool vindt je anders nooit uit
zulke vroege tijden. Is nog heel wat over
te doen geweest.
Hij zegt dat allemaal zo nuchter en on-
Schematisch beeld van het profiel van
de tunnelput: (1) lagen veenslik, zand
en klei, afgezet aan de oever van het
oude IJ; daaronder (2) Romeinse urn-
scherven. In de tweeduizend jaar oude
laagveenafzetting bij (3) begint de
diepe geul, waarvan in nevenstaand
artikel sprake is. (4) is wadklei met
kokkels en wadslakjes. Daaronder
volgt een diepe laag zandige wad
afzettingen (5) en vaste klei (6) met
zeer veel wadslakken. Onder het basis
veen (7) vindt men de bruine zandoer
waarin de geruchtmakende houten
paaltjes ontdekt werden (8) en de laag
van Usselo met de vreemde houtskool
vondsten. Bij (10) vond men in het
stuifzand vorstspleten uit een vroegere
IJstijdperiode, daaronder (11) de laag
met een toendraflora, dekzand met
zoetwater- en landslakken (12) en idem
met zoutwaterslakken (13), opgewaaid
uit de bodem van de drooggevallen
Eemzee.
aandoenlijk, alsof al die duizenden jaren
maar een peuleschil zijn. En dat zijn ze
eigenlijk ook voor de geologen, die meestal
met miljoenen jaren rekenen. Hij spreekt
over 't Velsense toendraklimaat in de laat
ste ijstijd, over de moeras- en de veen-
vorming, over de waddenzee-periode
ook al zo'n zevenduizend jaar geleden!
alsof hij het heeft over dingen, die giste
ren gebeurd zijn. Al die tijdperken en kli
maatwisselingen hebben in de tunnelput
keurig op een rijtje hun visitekaartjes ge
deponeerd en de studie daarvan heeft
veel nieuwe gezichtspunten aan het licht
gebracht. Maar ook alweer, net als bij het
oudheidkundige speurwerk, weinig sensa-
i tionele vondsten. Een paar houten paaltjes
van achtduizend jaar, die sommigen voor
produkten van ongekende „prehistorische"
Nederlanders houden. Een handvol opge-
rolde blaadjes van de achtster (rendier-
j roos), die tot nog toe alleen in fossiele
- toestand ten oosten van de IJssel ge-
j vonden zijn. De reeds genoemde houtskool-
i resten in de „laag van Usselo1
De bekende oudheidkundige prof. Van
Giffen bij het gebeente van de oeros,
die geen oeros bleek te zijn.
getuigend van enorme bosbranden door
vulkanische uitbarstingen in de Eifel.
Dat is zo ongeveer de c jgst aan specta
culaire vondsten. Niet veel misschien, van
uit een lekenoogpunt bezien, maar toch
vormen al deze onderzoekingen tezamen
een waardevol stuk vorsingsarbeid, ook al
levert dit misschien weinig direct nut op.
De voornaamste winst is, dat men thans
een veel dieper inzicht heeft gekregen in
de geologische gesteldheid van de diepere
ondergrond van geheel noordwest Neder
land (omdat het beeld elders in de kust
strook nagenoeg gelijk moet zijn aan dat
van de tunnelput), waarmee men later in
Noord- en Zuid-Holland stellig in vele
opzichten zijn voordeel zal kunnen doen.
En uit het gezamenlijke rapport van de
„braintrust" der tunnelputpluizers, dat
wellicht eerstdaags verschijnen gaat, zal wel duide-
De genodigden werden op deze eerste
avond van de openstelling der tentoon
stelling welkom geheten door de heer G. J.
Kwakkel, voorzitter van de „Fotokring
Velsen". Het feit, dat in het Cultureel Ge
bouw thans een fototentoonstelling wordt
gehouden, mede door de „Fotokring Vel-
De machtige kraan, die lange, tijd de
bouwput van de tunnel heeft beheerst
heeft vele tonnen betonijzer laten zak
ken voor de handen van de vlechters
beneden. Onder zijn rasterwerk ont
stond de spoorwegtunnel - verder naar
achteren de autotunnel.
WOENSDAGAVOND OMSTREEKS acht uur hebben na de officiële opening de
eerste tientallen genodigden en bezoekers de fototentoonstelling, die een beeld geeft
van de ontwikkeling der gehele IJmond en van de bouw der tunnels, in drie zalen
van het Cultureel Gebouw, bezichtigd. Daarbij bleek meteen al waarheen de grootste
belangstelling uitgaat. Het zijn de prenten van het IJmuiden omstreeks 1890 en de
eeuwwisseling, toen uitsluitend Oud-IJmuiden bestond en alles wat nu IJmuiden-
Oost heet, nog hei was. De expositie werd geopend door de voorzitter van het
comité voorbereiding tunnelfeesten, de heer H. de Boer. De totstandkoming van de
fototentoonstelling werd door de heer De Boer een succes van practische samen
werking tussen de twee verenigingen, de „Fotokring Velsen" en de „Beverwijkse
Amateur Fotografen Vereniging" genoemd. Hij zag er een stimulans in voor anderen
om de zaken ook meer praktisch aan te pakken, opdat het publiek er meer mee
in contact kan komen.
sen", werd door hem van de vereniging
Inconsequent genoemd. Bij de oprichting,
anderhalf jaar geleden, werd afgesproken,
dat de kring de eerste jaren geen expositie
zou houden. Er zou eerst voldoende en
goed materiaal voorhanden moeten zijn.
Toen de tunnelopening echter ter sprake
kwam en de gedachte ging leven, dat men
misschien een beroep op de beide ver
enigingen zou doen, is al enigszins
door verschillende leden op de in
richting van de expositie over de bouw
van de tunnel en de ontwikkeling der
IJmond gewerkt. Geen kunstfoto's werden
verzameld het ging meer om een in
druk te geven hoe Beverwijk en Velsen
waren en nu zijn.
De heer Kwakkel bracht de secretaris
van het comité tunnelfeesten dank voor
het brengen van de suggestie in het comité
en tevens was er dank jegens alle mede-
werkers, vooral de grote bedrijven, aan
deze tentoonstelling. Ook de beide ge
meentearchieven stonden veel materiaal af.
De heer Kwakkel, tevens sprekend na-
mens de zustervereniging in Beverwijk,
verheugde zich erover, dat de „F.V." en
de „B.A.F.V." op deze wijze naar buiten
kunnen treden. Er was een korte tijd van
voorbereiding slechts vier tot vijf we
ken en er moest tot diep in de nacht
worden gewerkt om de expositie klaar te
krijgen.
j De verbinding die de nieuwe tunnel
vormt tussen Beverwijk en Velsen, heeft
volgens de heer Kwakkel voor beide ver
enigingen een diepe inhoud gekregen. Er
is door deze tunnelopening een eerste, zeer
prettige samenwerking ontstaan. Voordien
was er vrijwel geen contact. Hij verwacht
te, dat men in de naaste toekomst ook op
ander terrein van meer samenwerking van
beide verenigingen zal vernemen.
Voor nieuwe inwoners
en jongeren
Velsens wethouder van onderwijs en cul
turele zaken, de heer H. de Boer heeft
daarna de officiële opening verricht. Het
comité bij de voorbereiding der feesten
door allerlei omstandigheden ook in tijd
nood geraakt heeft het van harte toe
gejuicht dat de Fotokring Velsen en de
Beverwijkse A.F.V. de taak van de or
ganisatie op zich wilden nemen.
De heer De Boer zag in de totstand
koming van de tunnels vooral een natio
nale verbetering. Maar de gebieden even
ten noorden en zuiden van het kanaal zijn
ook dichter bij elkaar gekomen. Als eerste
resultaat hebben beide verenigingen elkaar
gevonden en een unieke expositie werd
opgebouwd.
gere toestanden in dit gebied en naast het
boek, zag de heer De Boer een tentoon
stelling van foto's als de beste, instructieve
methode. Hü hoopte dat vele nieuwe in
woners van de gemeente Velsen naar deze
tentoonstelling zullen gaan, opdat zij zich
een idee kunnen vormen hoe Velsen in de
afgelopen tachtig jaar is gegroeid. Hü deed
ook een beroep op de jongeren en leer
lingen van scholen om een bezoek aan de
expositie te brengen. In klasseverband zou
dit ook mogelijk zijn.
Namens de Beverwijkse Amateur Foto
grafen Vereniging heeft ten slotte de heer
R. M. Akse gesproken. Hij bracht eveneens
de groeiende samenwerking ter sprake en
noemde het een goed idee, dat hier wordt
getoond welke middelen in de afgelopen
tientallen jaren zijn benut om het isole
ment door de Nederlanders zelf veroor
zaaktvan Noordholland op te heffen.
Ook hij roemde de prettige samenwerking
met instanties en bedrijven en merkte op,
dat de stroom aanbiedingen voor de ex
positie alle verwachtingen overtrof. Door
selectie en juiste rangschikking kwam een
beeldroman van Velsen, Beverwijk en de
tunnelbouw tot stand, die vrijwel uitslui
tend door documentaire foto's wordt ge
vormd.
Driehonderd foto's
Vervolgens maakten alle genodigden een
rondgang van ruim drie kwartier door de
zalen om de driehonderd foto's, die ge-
exposeerd worden, te bezichtigen. In de
eerste zaal wordt de groei van het kleine
IJmuiden bij de eerste sluis tot de stand
Velsen-IJmuiden weergegeven. Het gra
ven van het kanaal, de oude straten in
IJmuiden, toestanden van vroeger rond
de Vissershaven, oude schepen en ook
grote series foto's van de wederopbouw
geven een fraaie indruk van het ontstaan
der „stad aan de zee". De zaal, waar de
foto's van bedrijven zijn ondergebracht,
sluit mooi op de eerste aan. Via gezichten
op sluizen en havens in de IJmond komt
men bij de historie van het Staatsvissers-
havenbedrijf, bij de visserij, de Hoogovens,
de Plaatwellerij, Van Gelder, Wijsmuller
en tenslotte in de derde zaal bij de tunnel
bouw. Ook van werk, dat geen betrekking
heeft op de IJmond en dat vervaardigd is
door Velsense en Beverwijkse amateur
fotografen, zijn twee wanden ingericht.
De expositie is vanavond van 7 tot 10 uur
geopend, vrijdag van 7 tot 10 uur, zaterdag
van 3 uur tot half zes en van 7 tot 10 uur
's avonds en zondag uitsluitend van 2 tot
5 uur. Iedere avond worden kleurendia's
van de tunnelbouw vertoond.
De leden van de koren, die vrijdagavond
27 september meewerken aan het grote
openluchtconcert en meer speciaal aan het
Hallelujah-koor in het Burgemeester Rij
kenspark te Santpoort wordt namens de
sectie zang van de Velser Gemeenschap
dringend verzocht om half acht in het
park aanwezig te zijn met het muziek-
ensemble „St. Caecilia".
Mocht het concert onverhoopt wegens
slecht weer niet doorgaan, dan worden er
op de volgende adressen voor zes uur
's avonds oranje kaarten voor het raam
gehangen: Cultureel Centrum IJmuiden
(ingang Moerbergplantsoen), Hervormd
Jeugdgebouw, Hofdijklaan 68, Driehuis en
sigarenmagazijn Seegers, Hoofdstraat 196,
I Naast het gewone gesprek over de vroe- Santpoort en Talsstraat 13, Velsen-Noord.