Goudberging volgens P. Visser wel
uitgevoerd maar niet geslaagd
Hond wordt bij lager deel van
ellipsbaan achteruit geschoten
NAAIMACHINES
<^Praatótcel
Franse regeringscrisis na 36
dagen opgelost door Gaillard
Parlementair commentaar
^Hoe is het ontstaan?^
Spoetnik II reisde al 1,5 miljoen km.
Volgende week satelliet
met insecten uit V.S.?
0/55 de
tVOENSDAG 6 NOVEMBER 1957
„Titan" bij de Theems
Toestand van gestrande
„Kaszubi" onveranderd
Generaal Calmeyer over
de kunstmaan
Waarde van Westelijke
schild zal nog stijgen'
ENGEL, Gr. Houtslr. 181, Tel. 14444
MacMillan bepleit offer van
nationale soevereiniteit
Prikkeldraad gespannen
over openbare weg
Zijn meerderheidskabinet kreeg in de Nationale
Vergadering 337 stemmen voor en 113 tegen
Woordenwisseling voor Kantongerecht
Dit woord:
MINNEBROEDER
v
Er is alle reden de nieuwe Franse pre
mier, in deze tijd waarin grote beslis
singen aanstaande zijn in de politieke,
militaire, wetenschappelijke en econo
mische samenwerking van het Westen,
behouden vaart te wensen. Félix Gaillard
heeft het voordeel van zijn jeugd, van
een tijdelijke eensgezindheid onder par
tijen van vèruiteenlopende kleur en van
een technische benadering van de drin
gendste Franse problemen. De financieel-
economische deskundigheid van Gaillard,
en de bereidheid tot samenwerking van
zovele partijen wettigen de hoop dat de
politieke strijdvragen op de achtergrond
zullen blijven tot de Franse economische
kwalen verholpen zullen zijn.
Het herstel van het vertrouwen in de
franc is een onmisbare voorwaarde voor
het verkrijgen van de dollarleningen uit
de Verenigde Staten en West-Duitsland,
zonder welke een economische crisis en
werkloosheid onafwendbaar zijn. Dat
schrikbeeld was ook al geschilderd door
de formateurs, die Gaillard voorafgingen,
maar zij slaagden er niet in de diverse
partijen tot eenheid van actie over te
halen.
Gaillards taak is evenwel moeilijk ge
noeg ,want het is duidelijk dat hem een
ondankbare taak toegevallen is, die an
deren niet wilden aanvaarden, zonder
mede-verantwoordelijkheid van hun poli
tieke tegenstanders. Het zal geen gemak
kelijke taak zijn socialisten en conserva
tieven in één gareel te laten lopen, vooral
als arbeiders en werkgevers de maat
regelen van de regering straks moeten
omzetten in samenwerking in de praktijk
van overeenkomsten over lonen en sociale
voorzieningen.
In ieder geval is het verheugend dat de
Nationale Vergadering een ruime meer
derheid heeft opgebracht voor de pre
mier, die er zo moedig op heeft gewezen
dat de moeilijkheden tijdens en na de
oorlog de jonge generatie vroeg rijp heeft
gemaakt voor zware taken.
De toestand bij het gestrande Poolse
vissertfmoederschip „Kaszubi" is nog niet
veranderd. De Pool ligt hoog op de Gun-
fleetbank onder de Engelse kust in de
Theemsmonding en tracht nog steeds op
eigen kracht vlot te komen. Bureau Wijs
muller N.V., die met de sleepboot „Titan"
als eerste ter plaatse was, laat de sleper
stand-by houden, opdat op het eerste sein
uit Polen met de berging kan worden be
gonnen. Volgens insiders is het onmogelijk
om de 6000 ton grote Pool uitsluitend met
trawlers en zelfwerkende machines vlot te
brengen. Er zullen ook ankers moeten
worden uitgebracht.
De Pool rust op de zuidpunt van de Gun-
fleetbank en een mijl ten noorden van
boei „West-Gunfleet". De Gunfleetbank
ligt aan de rand van het Kingschannel,
welke vaarroute naar de Theems leidt.
De juiste positie van het schip is 51.44
gr. noorderbreedte en 1.15 gr. oosterlengte.
Volgens berichten van kapitein F. de Jong
van de sleepboot „Titan" ligt het schip met
de kop in noordoostelijke richting. Het
schip rust dus in de volle lengte op de
bank. Bij hoog water komt men ruim
anderhalve meter water tekort om het
schip in beweging te krijgen. Bij hoog
water is het voor de „Titan" mogelijk om
langszij te komen.
De Poolse vissersvloot, bestaande uit
ruim honderd schepen, die op dezelfde
plaats als de „Kaszubi" onder de Engelse
kust lag te schuilen voor het stormweer, is
vanmorgen teruggegaan naar de visgron
den onder de Engelse wal.
LONDEN (Reuter) Radio-Moskou
heeft dinsdagavond gemeld, dat de toe
stand van de ruimtehond aan boord van de
Spoetnik II bevredigend is. Zjjn ademha
ling en polsslag zjjn normaal. Prof. Baclin,
directeur van het Moskouse instituut voor
astronomie, heeft een correspondent van
radio-Boedapest meegedeeld, dat de hond
binnen een week naar de aarde zal terug
keren. Hjj heeft voor een week voedsel. De
hond zal volgens hem op Russisch grond
gebied neerkomen.
De Spoetnik II heeft reeds meer dan
anderhalf miljoen km afgelegd. Waarne
mers en radio-luisteraars in verscheidene
delen van de wereld meldden, dat zij dins
dag de Spoetnik II hadden waargenomen
of haar signalen haden gehoord.
Prof. Yoeri Boelanzhe, vice-voorzitt»r van
de Russiche commissie voor het interna
tionale Geofysische Jaar, heeft verklaard,
dat de eerste Spoetnik tweemaal door een
veld van meteoren was gevlogen, zonder
dat zij ernstige schade had opgelopen. Dit
zou erop kunnen wijzen, dat eerdere theo
rieën over het gevaar van meteoren in
de kosmische ruimte overdreven zijn. aldus
prof. Boelanzhe.
DOETINCHEM (ANP) De correspon
dent van het ANP te Doetinchem meent
dinsdagavond om elf uur ongeveer de
Spoetnik II te hebben waargenomen. De
kunstmaan deed zich aan hem voor als een
roodachtig Slichtend puntje, ter grootte
ongeveer van de grootste ster uit de Grote
Beer, dat zich met de snelheid zoals die
van een vliegtuig laag over de noordelijke
horizon van ongeveer noordoost naar on
geveer zuidwest bewoog. De waarneming
duurde ongeveer vijf minuten. Af en toe
was het lichtschijnsel (dat iets van een
brandend bolletje had) een paar secon
den onderbroken. De correspondent zag
„De bewapeningsvoorsprong van de V.S.
op Rusland is door het lanceren van de
tweede Russische aadsatelliet overgegaan
in een evenwichtstoestand". Dit zei luite
nant-generaal b.d. M. R. H. Calmeyer
dinsdag in een vraaggesprek voor het tele
visie-journaal. Generaal Calmeyer die rap
porteur is van het militair comité van de
NAVO en voormalig plaatsvervangend
chef van de generale staf, zei, dat de mili
taire consequenties van de tweede Rus
sische kunstmaan zowel op de interparle
mentaire NAVO-vergadering van de vol
gende week in Parijs als in de Raad van
Ministers, die in december wordt gehou
den, ter sprake zal komen. Hij was van
mening dat de waarde van het westelijke
„afweerschild", waartoe ook Nederland
behoort, nu eerder zal gaan rijzen dan
dalen, omdat volgens hem thans het ge
vaar groter is geworden, dat de commu
nistische dictator meent tot agressie te
kunnen overgaan in de veronderstelling,
dat de V.S. niet zullen toeslaan met hun
strategische bombardementsvloot, daar
Amerika nu weet, dat ook zijn eigen gebied
door Rusland kan worden bestookt.
de Spoetnik ongeveer 15 graden boven de
horizon.
Blijkens de „dienstregeling" van Spoet
nik II moest de Russische aardsatelliet
zich omstreeks elf uur loodrecht boven de
Faroer-eilanden bevinden, waar het voor
werp dan inderdaad nog juist buiten de
schaduw van de aarde zou zijn.
PARIJS (UP) De Russische prof. Vic
tor Bazkin, directeur van het planetarium
in Moskou, heeft in éen interview met
„l'Humanité" verklaard, dat de kans, dat
men Laïka levend terug zal zien, zeer gun
stig is.
Bazkin verduidelijkt dan het probleem
van de snelheid. Het is technisch mogelijk,
zo verklaart hij, de huls, waarin Laïka zich
bevindt, uit de satelliet te schieten in een
richting, tegenovergesteld aan die waarmee
Spoetnik zich voortspoedt. Daardoor zou de
enorme snelheid, waarmee Laïka nu reist,
worden opgeheven en de huls zou min
of meer recht omlaag vallen naar het aard
oppervlak. Bij het naderen van de aard
oppervlakte kan zich dan een parachute
openen, waardoor Laïka zonder veel schok
ken neerkomt.
Bazkin vertelde, dat dit soort proeven
reeds jarenlang met succes genomen is.
Ook het grootste deel van de waarnemings-
apparatuur kan ook op die wijze „gered"
worden.
Laïka kan teruggeschoten worden, wan
neer dat op minder dan 800 km. hoogte
geschiedt, aldus Bazkin. Daar de Spoetnik
II een elliptische baan heeft die in hoog
te variëert tussen 1500 km. en 300 km.,
is er ruimschoots gelegenheid hem levend
naar de aarde terug te halen, meent de
professor.
LONDEN (AFP). Volgens een woord
voerder van het Britse genootschap voor
onderzoek op het gebied van non-ferro-
metalen is door de Britse maatschappij
„Borax Ltd." in de Verenigde Staten een
nieuwe brandstof samengesteld voor het
lanceren van raketten. De brandstof be
staat uit borium en waterstof. De woord
voerder is van mening, dat de Russen de
zelfde brandstof hebben gebruikt bij het
afschieten van kunstmanen, zodat zij de
Amerikanen dus enkele weken vóór waren.
Onder de mensen zal nooit een ruimtepionier meer kunnen opstaan: de honden
hebben hun deze eer allang ontnomen. Men ziet op deze foto's uit de Russische film
„De Spoetnik en de globe" een poolhondje gereedmaken voor de grote reisEnkele
poolhondjes stegen namelijk ook reeds in de raketten op, die aan de twee Spoetniks
voorafgingen. Zij daalden van de ontzaggelijke hoogte weer aan parachutes naar
de aarde af en werden ergens in Rusland teruggehaald. Nadat deze foto's gemaakt
werden was er dus een weerzien. De hele wereld gist ernaar of men ook de kleine
iMïca uit de Spoetnik II zal terug zien. De geleerden spreken elkaar op dit punt
nogal eens tegen. Maar de bedoeling is stellig dat ook dit dier weer levend en
kwispelstaartend uit zijn „drukkabinetje" zal stappen. En niet zomaar ergens op
aarde, maar op een van te voren berekende plaats! De foto's tonen van links naar
rechts: het inpakken van het experimentele hondje, vervolgens het hondje in het
raketdeel en voorts de raket vóór het afvuren.
ADVERTENTIE
Alle merken, dus ruime keuze
WASHINGTON (Reuter). President
Eisenhower zal donderdagavond een radio
toespraak over „wetenschap en veiligheid"
houden, aldus heeft het Witte Huis dinsdag
meegedeeld. De rede zou van „groot be
lang" zijn voor het Amerikaanse volk. De
president had eerder meegedeeld, dat hij
op 13 november over het genoemde onder
werp een toespraak tot het Amerikaanse
volk zou houden.
NEW YORK (U.P.). De eerste Ameri
kaanse kunstsatelliet zal volgende week
worden gelanceerd, in plaats van december
zoals was aangekondigd, aldus meldde
dinsdag de Mutual Broadcasting System.
Volgens het bericht van de M.B.S. had
een vooraanstaande Amerikaanse geleerde
en deskundige op het gebied van insecten
medegedeeld, dat alles gereed is voor het
lanceren van een satelliet, die insecten
aan boord zal hebben.
LONDEN. (Reuter) Premier Mac-
millan heeft in het Lagerhuis verklaard,
dat „de volken van de vrije wereld in de
naaste toekomst een nog grotere en be
langrijkere bijdrage van hun nationale
soevereiniteit dan tot dusver tot de ge
meenschappelijke zaak moeten leveren."
Het Amerikaanse volk vertrouwt er niet
meer op, zo zei hij dat zelfs dit grote land
alles kan doen zonder zijn bondgenoten.
De premier was van mening, dat deze
nieuwe stemming in de Verenigde Sta
ten „van verstrekkende betekenis voor
ons allen kan zijn".
MacMillan, die sprak in het debat over
het regeringsprogram voor het komende
zittingsjaar, dat 's ochtends door konin
gin Elizabeth in de troonrede was uiteen
gezet zei vreedzame coëxistentie mogelijk
en wenselijk te achten. Tegenover de
communistische wereld met haar sterk
gecentraliseerde leiding moeten echter
de westelijke landen zich nauwer aaneen
sluiten en hun krachten samenbundelen.
De officier van justitie bij de rechtbank
te Zwolle heeft een maand voorwaarde
lijke gevangenisstraf en 1000 boete of
zes maanden hechtenis geëist tegen een
45-jarige veeboer uit Kampen, die in mei
van dit jaar prikkeldraad gespannen had
over een openbare weg bij zijn boerderij
om zijn koeien in de berm te kunnen la
ten grazen. Een bromfietser was in volle
vaart tegen het prikkeldraad gereden en
daarbij zo ernstig gewond geraakt dat hij
pas onlangs uit het ziekenhuis kon wor
den ontslagen. Waarschijnlijk zal het
slachtoffer invalide blijven door een her-
senaandoening.
De rechtbank zal over veertien dagen
uitspraak doen.
Term-genie
Wat ik zo merkwaardig vind: bij ons
veelvuldig gebruik en contact met de
Nederlandse taal in allerlei verschijnings
vormen, van dissertaties tot „leuke stuk
jes" toe, komen we zo zelden een term
of uitdrukking tegen die genialiteit in taal
gevoel en expressiekracht verraadt, dat wij
ons soms angstig afvragen of die geniali
teit in ons taalgebied nog wel in enigszins
inr'loedrijke mate aanwezig is.
Wat wij „beschaafd Nederlands" noemen,
begint te lijken op een dode taal, die zich
slechts verrijkt met vindingen van vreemde
herkomst, doch uit eigen bron geen origi-
naliteiten meer putten kan. Slechts in de
dialecten van verschillende gewesten ont
moet men nog nu en dan die treffende,
hartverwarmende uitdrukkingen, die met
„raak" nog gebrekkig zijn gedefinieerd.
Het Vlaams heeft een rijkdom aan oor
spronkelijkheden in Nederlandse taalvor
men, die wij als ballast overboord hebben
geworpen. Wanneer de Vlaming zegt: „Hij
trapte als op eieren naar boven", schildert
hij ons met een rake taaipenseelstreek een
situatie voor ogen, die wij in ons „be
schaafd" slechts kunnen weergeven met:
„Hij sloop voorzichtig de trap op". En
wanneer men in een Vlaamse roman leest
dat een varken „als op vier vingeren naar
binnen komt gewandeld", dan zijn daarmee
de korte varkenspootjes wel zo geniaal
gesuggereerd, dat wij er in ons „beschaafd"
geen woorden meer voor hebben.
En dan het Zuidafrikaans.
We zullen er niet veel voorbeelden van
geven - iedereen wordt bij tijd en wijle
getroffen door een expressieve genialiteit
in dat verbasterd Nederlands, die hem ver
stomd doet staan. Wanneer wij een naam
moeten bedenken voor een wondermooi
meisje, van wie we de adembenemende
foto aan de wand van iedere soldaten-
chambree vinden, komen we niet verder
dan het afschuwelijke plagiaat „pin-up
girl".
Maar in Zuid-Afrika - een standbeeld
voor de vinder van deze term! - heet zo'n
jongedame:
„Prikkelpop".
Heb ik teveel gezegd of onredelijk ge
klaagd? Daar hadden we zelf toch op moe
ten komen!
R. Agteran
(Van onze correspondent in Parijs)
Sinds een uur in de afgelopen nacht
heeft Frankrijk, na 36 dagen crisis, een
regering onder de radicaal Félix Gaillard
die als premier van een meerderheids
kabinet zal optreden. Met het geriefelijke
overwicht van 337 tegen 173 stemmen
heeft hij het fiat van de Nationale Ver
gadering gekregen. Ofschoon die gunstige
uitslag met het oog op de crisismoeheid,
die de% laatste dagen steeds duidelijker
bleek, gemakkelijk was te voorspellen,
zou men de minister-president toch on
recht aandoen door niet ook zijn persoon
lijke verdiensten breed uit te meten bij
de verklaring van dit succes. Gaillard
heeft zich bij zijn investituur-rede, en nog
sterker bij de duplieken, een debater en
ook een staatsman van allure getoond.
Op een beheerste toon, en toch niet on-
Het bestuur van de Ooöp. Bergingsver
eniging „Renate Leonhardt" heeft een*
aantal leden van deze vereniging gedag
vaard, omdat zij weigeren contributie te
betalen over de jaren 1954, 1955 en 1956
op grond van het feit, dat hun nimmer
duidelijk is geweest, dat deze contributie
verschuldigd was. De Haagse kanton
rechter heeft gistermorgen deze zaak be
handeld, waarbij wij de indruk kregen, dat
althans de administratie van de vereni
ging enigszins in de war is. Van de onge
veer 30 weigerachtige leden, die versche
nen, was er praktisch geen, die de ver
zonden circulaires over ledenvergaderin
gen had ontvangen, hoewel de voorzitter,
de heer P. Visser, uitdrukkelijk beweerde
dat deze wel waren verzonde t.
De kantonrechter ging nog eens de ge
schiedenis van de vereniging na, die aan
delen op naam heeft uitgegeven om aan
kapitaal te komen om de goudschat aan
boord van de „Renate Leonhardt" te
bergen.
Op het inschrijvingsformulier stond niet
aangegeven, dat men contributie ver
schuldigd was. Dit stond wel in de sta
tuten onder artikel 7, maar bijna geen
der leden heeft deze statuten ontvangen.
Bovendien is er een vergadering gehou
den tijdens welke besloten zou zijn geen
contributie te heffen. De heer Visser ont
kent dit echter. In de circulaire, waarin
de contributie van de leden werd ge
vraagd, stond dat het geld teruggegeven
zou worden, als in 1957 de berging van de
goudschat niet zou plaats hebben. De heer
Visser beweert nu, dat deze berging wel
heeft plaats gehad, maar dat zij geen
succes heeft opgeleverd. De raadsman
van de leden voerde hiertegen aan, dat
een poging nog geen berging is. Het is
onmogelijk, ook volgens de heer Visser,
dat in 1957 nog iets van de berging terecht
zal komen, omdat (alweer volgens de
voorzitter) de technische staf niet doet
wat van haar verwacht mag worden. Zo
wel in Nederland als in het buitland is er
volgens de heer Visser nog kapitaal te
krijgen voor de onderneming. Hij is ervan
overtuigd, dat de berging alsnog een kans
van slagen heeft.
Mr. Kasse Zegel, de raadsman van de
leden, betoogde, dat in de statuten staat,
dat 't lidmaatschap schriftelijk moet wor
den aangevraagd. Hij was tevens van me
ning, dat een inschrijving op aandelen niet
inhoudt, dat men tevens lid is. Daarna
kwamen alle aanwezige leden aan het
woord, om hun bezwaren toe te lichten,
waarbij bleek, dat de administratie van de
vereniging niet dat is, wat ervan mag
worden verwacht.
De kantonrechter bepaalde de uitspraak
in deze zaak op 23 november om 10 uur.
Op straat vormde zich om de heren Vis
ser en zijn gemachtigde F. v. d. Zijde
een groepje druk argumenterende leden,
die er deze heren van trachtten te over
tuigen, dat het maar beter was van de
hele zaak af te zien. Zij spraken tevens
op felle toon hun ongeloof in do soliditeit
'van de vereniging uit, hetgeen tot enige
woordenwisselingen leidde, die nogal de
aandacht van de voorbijgangers trokken.
(Van onze parlementaire redacteur)
Toen dinsdagavond tegen half twaalf de
Tweede Kamer met 106 tegen 8 stemmen
de Deltawet had aangenomen, moest de
objectief critische toeschouwer wel con
cluderen: het stuk was in het algemeen
heel mooi, doch jammer genoeg ontbrak
en dit eigenlijk zonder noodzaak een
daarbij passend gelukkig slot, doordat
eenstemmige aanvaarding achterwege
bleef.
Het zag er aanvankelijk allemaal zo
mooi uit, hoewel er tegen sommige bepa
lingen wel enige bezwaren bestonden, zo
dat het niet aan amenderingspogingen
ontbrak. Niettemin liet tot het laatst zelfs
de door mr. Van den Heuvel (KVP) uit
eengezette grief tegen artikel 4, dat het
niet in overeenstemming met de Grondwet
zou zijn, niet doen vermoeden, dat het
door hem opgeworpen constitutionele pro
bleem eenstemmige aanvaarding van de
wet tenslotte zou doen mislukken. Trou
wens, het meningsverschil over de grond
wettelijke kwestie nam uiteindelijk heel
wat grotere afmetingen aan, dan de voor
bereiding van de openbare gedachtenwis-
seling en ook nog die gedachtenwisseling
zelf had kunnen doen bevroeden.
Het constitutionele twistpunt kwam op 't
volgende neer. Artikel 206 van de Grond
wet verklaart de Provinciale Staten be
voegd, met goedkeuring des Konings, in
de bestaande inrichtingen en reglementen
van waterschappen veranderingen te ma
ken, waterschappen op te heffen, enz. enz.
Artikel 4 van de Deltawet echter opent de
mogelijkheid voor de Kroon, als bepaalde
omstandigheden dat gewenst maken, een
hoogwaterkering, in beheer of onderhoud
bij een waterschap, bij het rijk in beheer
of onderhoud te doen nemen. Dat, aldus
betoogden mr. Van den Heuvel en later
ook diens geestverwant prof. Romme,
klopt niet met artikel 206. Immers, volgens
artikel 206 van de Grondwet is het een
uitsluitend bij de Provinciale Staten be
rustende bevoegdheid, die alleen hen zulk
een maatregel zou kunnen doen treffen.
Daarom kan de wetgever niet de gelegen
heid scheppen, gelijk artikel 204 doet, om
de Kroon in dat opzicht eventueel bevoegd
te maken. Prof. Oud (VVD) en na hem ook
mr. Versteeg (AR) gaven echter te ver
staan dat van een uitsluitende bevoegd
heid van de Staten der provincie in ge
noemd Grondwetsartikel geen sprake is.
Ter staving van deze stelling deed prof.
Oud onder anderen een beroep op wat de
geschiedenis van en rondom artikel 206
der Grondwet laat zien. Bovendien be
twistte deze afgevaardigde, dat zulk een
inbeheerneming door het rijk van een
hoogwaterkering, die te voren bij een wa
terschap in beheer was, gelijk zou staan
met het aanbrengen van wijziging in de
inrichting van een waterschap. En ten
slotte wees hij op de praktische noodzake
lijkheid de Kroon, louter met het oog op
de uitvoering van de Deltawerken, een be
voegdheid toe te kennen als die, waarvan
artikel 4 van het wetsontwerp gewaagt.
Op zijn beurt ontleende hierop prof.
Romme aan de geschiedenis argumenten
voor de door hem en mr. Van den Heuvel
verkondigde stelling. Maar het amende
ment van laatstgenoemde afgevaardigde,
dat beoogde in artikel 4 voor te schrijven,
dat de Kroon de in dat artikel genoemde
bevoegdheid „in overeenstemming met ar
tikel 206 van de Grondwet" zou mogen
uitoefenen, vond, behalve bij de KVP-
fractie, in de ogen van de overige Kamer
leden geen genade, zodat zij het verwier
pen. Er was nu eenmaal volgens hen geen
kwestie van strijd met de Grondwet.
Daarom was het amendement volkomen
overbodig, doch bovendien, om ifier kort
heidshalve niet verder te bespreken re
denen, ongewenst. Ware het bij deze ver
werping gebleven, dan zou er nog geen
ongeluk gebeurd zijn. Dan kon prof. Rom
me zich, naar hij kenbaar maakte, nog
altijd troosten met de gedachte, dat de
wet zelf niets inconstitutioneels inhield,
maar alleen de deur opende voor een zijns
inziens daardoor mogelijke, doch niet per
se zich voordoende inconstitutionele han
deling van de minister. Te weten, als deze
er mettertijd toe zou meewerken, dat er
van de bevoegdheid in kwestie gebruik
zou worden gemaakt, zonder dat eerst nog
even de overbrenging van het beheer van
een hoogwaterkering haar bezegeling had
gekregen door een besluit van de des
betreffende Provinciale Staten.
Ongelukkigerwijs lag er nog een amen-
dement-Biewenga (A.R.) ter tafel. Dit had
ten doel in artikel 4 niet te bepalen, dat
de Kroon van de machtiging, welke de wet
haar wil geven, gebruik zou mogen ma
ken „Gedeputeerde Staten gehoord",
maar„Provinciale Staten gehoord".
Komt dit laatste in het artikel te staan,
dan tast daarmee de wet zelf de in artikel
206 van de Grondwet voorkomende uit
sluitende zeggingsbevoegdheid van de
Provinciale Staten aan en dat zou on
grondwettig zijn, zodat in dat geval, prof.
Romme zij het ook node, uiteindelijk
tevens tegen de wet zou stemmen. Nu
wilde het ongeluk, dat minister Algera
betoogde, dat het ter vermijding van on
grondwettelijke aantasting van de be
voegdheidspositie van de Provinciale Sta
ten maar beter was, die niet op enigerlei
wijze in artikel 4 te vermelden en dat de
Kamer daarom goed zou doen het amen
dement te verwerpen. Mr. Burger (P.v.d.A).
die anders wellicht met zijn fractie bij
voorbeeld, indien de minister praktische
overwegingen had aangevoerd om in het
artikel „Gedeputeerde Staten" niet door
„Provinciale Staten" te vervangen, het
amendement zou hebben helpen verwer
pen, voelde zich nu tegen zijn constitutio
nele haren ingestreken. Van een schijn
van ongrondwettigheid was niet de ge
ringste kwestie en daarom dachten mr.
Burger en diens fractiegenoten er nu niet
meer aan het amendement-Biewenga,
louter uit ongegronde vrees voor een on
gerechtvaardigde schijn, af te wijzen.
Resultaat, dat het er, met alleen de K.V.P.
tegen, doorging en dat vervolgens prof.
Romme met zeven van zijn politieke
vrienden nu ook bij de eindstemming over
de wet het „tegen" lieten horen. Gegeven
het uitgangspunt van prof. Romme was
theoretisch zijn bezwaar tegen artikel 4,
zoals het nu was geworden, zeker begrij
pelijk. Alleen.... zijn uitgangspunt deug
de niet. Hij was namelijk daarbij in zijn
stelligheid veel te ver gegaan, gezien
alleen reeds de twijfel, die onder meer ook
het beroep op de geschiedenis openlaat.
Daarnaast bleek hij te weinig oog te heb
ben voor de eisen van de praktijk en die
zijn zo, dat naar prof. Oud had onder
streept met het oog op de uitvoering
van de Deltawerken het centraal gezag
wel degelijk over een grotere bevoedheid
ten opzichte van lagere organen dient te
beschikken, dan overigens in het stelsel
van ons waterstaatsrecht, voor normale
omstandigheden, niet of minder bezwaar
lijk is.
In de aanhef van dit commentaar is wel
over het stuk, doch niets over de regie
opgemerkt. Die had bepaald ook wel beter
kunnen zijn. Het had er veel van alsof de
voorzitter wat al te zeer op de televisie
uitzending gespeeld wilde hebben. Zo is
het te verklaren, dat hij fluks trachtte het
ontwerp bij de hoofdelijke stemming te
laten aannemen, hetgeen, doordat de heer
Willems (P.v.d.A.), terecht in de gegeven
omstandigheden, hoofdelijke stemming
vroeg, mislukte. Ook de feestelijk klinken
de toespraakjes, welke de minister en de
voorzitter omderwille van de uitzending
tevoren keurig hadden klaargemaakt, en
die zij aan het eind uitspraken, waren niet
helemaal in overeenstemming met de iet
wat minder opgewekte afloop van het
debat. Verder was het ook nog een regie
fout, dat de minister-president ontbrak op
het ogenblik van de aanneming van een
wet van zulk een nationale betekenis. Hij
behoorde wel niet tot de ondertekenaars
van het ontwerp, maar toch was het
juister geweest, zo hij dinsdagavond aan
wezig ware geweest. En tenslotte viel het
te betreuren maar hier zou ik liever de
uitdrukking „regiefout" niet willen bezi
gen dat prof. Romme naliet om, gelijk
overigens alle vooraanstaande afgevaar-
dig wel deden, minister Algera, toen de
wet er door was, even de hand te komen
drukken. Het grondwettelijk bezwaar had
aan dat gebaar toch zeker niet in de weg
hoeven te staan!
bewogen, heeft de jonge minister-presi
dent zijn collega's van het parlement gis
teren een reeks zware waarheden voor
gehouden. Hij sprak over de voortduren
de tegenstellingen, die de partijen van
elkander isoleren en waardoor het na
tionale belang als geheel uit het oog
wordt verloren. Over de economische cri
sis die met deze dramatische politieke
crisis gepaard gaat en waardoor de franc
weer in gevaar is gebracht, zodat er
nieuwe voorschotten aan de Franse bank
zullen moeten worden gevraagd en
nieuwe belastingen nodig zijn, sprak hij
ook, evenals over de noodzaak, het onder
wijs te hervormen, wil Frankrijk geen
natie worden zo waarschuwde Gaillard
„van verlopen rederijkers". Tegenover
drie ingenieurs in Groot-Brittannië, zei
hij, staat er maar een bij ons en zo drei
gen wij bij de modernisering steeds verder
te worden voorbij gestreefd.
De sanering van de staatsfinanciën, te
zamen met het probleem-Algerije, op
welks rebellen-leiders de staatsman op
nieuw een dringend beroep deed, zijn de
twee kernproblemen waarvoor tegen het
einde van het jaar een oplossing moet
worden gevonden en waarvoor de re
gering binnen tien dagen buitengewone
economische volmachten van het parle
ment zal vragen. Daarna had de premier
het over de herziening van de grond- en
van de kieswet. Een deel van die vraag
stukken zou hij willen toevertrouwen aan
een commissie, die uit de meerderheid der
partijen zal worden samengesteld, een
voornemen dat echter weinig waardering
bleek te ontmoeten bij de kamer, die ook
geen reden had met diepe voldoening aan
vorige ronde-tafelconferenties te denken.
Vroeg rijp
Gaillard besloot zijn rede, die in haar
weloverwogen termen aan duidelijkheid
toch niets te wensen overliet, met een
toespeling op zijn leeftijd. „Ik behoor", zo
zei hij, „tot een generatie die sommige
uwer misschien nog te jong zullen achten
om al tot de hoogste leidende posten te
worden toegelaten. Vergeet dan niet dat
wij zijn opgegroeid in een tijd die zo dras
tisch was dat wij veel sneller vee^ meer
ervaring konden opdoen dan in andere
tijden". „Laten onze minderen", zo luid
de zijn slotwoord, „ons nooit behoeven te
verwijten dat wij hun toekomst hebben
afgesneden". Uit Gaillards rede spraken
vastberadenheid, overtuiging en vooral:
talent. Men mag hopen dat zijn ontegen
zeggelijk grote gaven niet zullen zijn
verspild aan een onvervulbare taak, om
dat door de verwording van het Franse
politieke stelsel elke poging tot herstel
tot mislukking zou zijn gedoemd.
Hoezeer men in de etymologie op z'n
qui vive moet zijn, bewijzen woorden
als minnebroeder en minnemoeder. Zij
gelijken sprekend op elkaar en moeten
toch geheel verschillend worden ver
klaard. Minnebroeder is een verbaste
ring van minderbroeder, een vertaling
van frater minor als naam voor een
Franciscaan. In minnemoeder of min
nemoer, meestal verkort tot min in de
betekenis: vrouw die het kind van
een ander zoogt, hebben wij het woord
min in de betekenis: liefde en bijzon
derlijk: de liefde die er toe drijft on-
gelukkigen en hulpelozen bij te staan.
Een min is een vrouw die een kind met
deze liefde omringt.