Goudberging volgens P. Visser wel uitgevoerd maar niet geslaagd Hond wordt bij lager deel van ellipsbaan achteruit geschoten NAAIMACHINES <^Praatótcel Franse regeringscrisis na 36 dagen opgelost door Gaillard Parlementair commentaar ^Hoe is het ontstaan?^ Spoetnik II reisde al 1,5 miljoen km. Volgende week satelliet met insecten uit V.S.? 0/55 de tVOENSDAG 6 NOVEMBER 1957 „Titan" bij de Theems Toestand van gestrande „Kaszubi" onveranderd Generaal Calmeyer over de kunstmaan Waarde van Westelijke schild zal nog stijgen' ENGEL, Gr. Houtslr. 181, Tel. 14444 MacMillan bepleit offer van nationale soevereiniteit Prikkeldraad gespannen over openbare weg Zijn meerderheidskabinet kreeg in de Nationale Vergadering 337 stemmen voor en 113 tegen Woordenwisseling voor Kantongerecht Dit woord: MINNEBROEDER v Er is alle reden de nieuwe Franse pre mier, in deze tijd waarin grote beslis singen aanstaande zijn in de politieke, militaire, wetenschappelijke en econo mische samenwerking van het Westen, behouden vaart te wensen. Félix Gaillard heeft het voordeel van zijn jeugd, van een tijdelijke eensgezindheid onder par tijen van vèruiteenlopende kleur en van een technische benadering van de drin gendste Franse problemen. De financieel- economische deskundigheid van Gaillard, en de bereidheid tot samenwerking van zovele partijen wettigen de hoop dat de politieke strijdvragen op de achtergrond zullen blijven tot de Franse economische kwalen verholpen zullen zijn. Het herstel van het vertrouwen in de franc is een onmisbare voorwaarde voor het verkrijgen van de dollarleningen uit de Verenigde Staten en West-Duitsland, zonder welke een economische crisis en werkloosheid onafwendbaar zijn. Dat schrikbeeld was ook al geschilderd door de formateurs, die Gaillard voorafgingen, maar zij slaagden er niet in de diverse partijen tot eenheid van actie over te halen. Gaillards taak is evenwel moeilijk ge noeg ,want het is duidelijk dat hem een ondankbare taak toegevallen is, die an deren niet wilden aanvaarden, zonder mede-verantwoordelijkheid van hun poli tieke tegenstanders. Het zal geen gemak kelijke taak zijn socialisten en conserva tieven in één gareel te laten lopen, vooral als arbeiders en werkgevers de maat regelen van de regering straks moeten omzetten in samenwerking in de praktijk van overeenkomsten over lonen en sociale voorzieningen. In ieder geval is het verheugend dat de Nationale Vergadering een ruime meer derheid heeft opgebracht voor de pre mier, die er zo moedig op heeft gewezen dat de moeilijkheden tijdens en na de oorlog de jonge generatie vroeg rijp heeft gemaakt voor zware taken. De toestand bij het gestrande Poolse vissertfmoederschip „Kaszubi" is nog niet veranderd. De Pool ligt hoog op de Gun- fleetbank onder de Engelse kust in de Theemsmonding en tracht nog steeds op eigen kracht vlot te komen. Bureau Wijs muller N.V., die met de sleepboot „Titan" als eerste ter plaatse was, laat de sleper stand-by houden, opdat op het eerste sein uit Polen met de berging kan worden be gonnen. Volgens insiders is het onmogelijk om de 6000 ton grote Pool uitsluitend met trawlers en zelfwerkende machines vlot te brengen. Er zullen ook ankers moeten worden uitgebracht. De Pool rust op de zuidpunt van de Gun- fleetbank en een mijl ten noorden van boei „West-Gunfleet". De Gunfleetbank ligt aan de rand van het Kingschannel, welke vaarroute naar de Theems leidt. De juiste positie van het schip is 51.44 gr. noorderbreedte en 1.15 gr. oosterlengte. Volgens berichten van kapitein F. de Jong van de sleepboot „Titan" ligt het schip met de kop in noordoostelijke richting. Het schip rust dus in de volle lengte op de bank. Bij hoog water komt men ruim anderhalve meter water tekort om het schip in beweging te krijgen. Bij hoog water is het voor de „Titan" mogelijk om langszij te komen. De Poolse vissersvloot, bestaande uit ruim honderd schepen, die op dezelfde plaats als de „Kaszubi" onder de Engelse kust lag te schuilen voor het stormweer, is vanmorgen teruggegaan naar de visgron den onder de Engelse wal. LONDEN (Reuter) Radio-Moskou heeft dinsdagavond gemeld, dat de toe stand van de ruimtehond aan boord van de Spoetnik II bevredigend is. Zjjn ademha ling en polsslag zjjn normaal. Prof. Baclin, directeur van het Moskouse instituut voor astronomie, heeft een correspondent van radio-Boedapest meegedeeld, dat de hond binnen een week naar de aarde zal terug keren. Hjj heeft voor een week voedsel. De hond zal volgens hem op Russisch grond gebied neerkomen. De Spoetnik II heeft reeds meer dan anderhalf miljoen km afgelegd. Waarne mers en radio-luisteraars in verscheidene delen van de wereld meldden, dat zij dins dag de Spoetnik II hadden waargenomen of haar signalen haden gehoord. Prof. Yoeri Boelanzhe, vice-voorzitt»r van de Russiche commissie voor het interna tionale Geofysische Jaar, heeft verklaard, dat de eerste Spoetnik tweemaal door een veld van meteoren was gevlogen, zonder dat zij ernstige schade had opgelopen. Dit zou erop kunnen wijzen, dat eerdere theo rieën over het gevaar van meteoren in de kosmische ruimte overdreven zijn. aldus prof. Boelanzhe. DOETINCHEM (ANP) De correspon dent van het ANP te Doetinchem meent dinsdagavond om elf uur ongeveer de Spoetnik II te hebben waargenomen. De kunstmaan deed zich aan hem voor als een roodachtig Slichtend puntje, ter grootte ongeveer van de grootste ster uit de Grote Beer, dat zich met de snelheid zoals die van een vliegtuig laag over de noordelijke horizon van ongeveer noordoost naar on geveer zuidwest bewoog. De waarneming duurde ongeveer vijf minuten. Af en toe was het lichtschijnsel (dat iets van een brandend bolletje had) een paar secon den onderbroken. De correspondent zag „De bewapeningsvoorsprong van de V.S. op Rusland is door het lanceren van de tweede Russische aadsatelliet overgegaan in een evenwichtstoestand". Dit zei luite nant-generaal b.d. M. R. H. Calmeyer dinsdag in een vraaggesprek voor het tele visie-journaal. Generaal Calmeyer die rap porteur is van het militair comité van de NAVO en voormalig plaatsvervangend chef van de generale staf, zei, dat de mili taire consequenties van de tweede Rus sische kunstmaan zowel op de interparle mentaire NAVO-vergadering van de vol gende week in Parijs als in de Raad van Ministers, die in december wordt gehou den, ter sprake zal komen. Hij was van mening dat de waarde van het westelijke „afweerschild", waartoe ook Nederland behoort, nu eerder zal gaan rijzen dan dalen, omdat volgens hem thans het ge vaar groter is geworden, dat de commu nistische dictator meent tot agressie te kunnen overgaan in de veronderstelling, dat de V.S. niet zullen toeslaan met hun strategische bombardementsvloot, daar Amerika nu weet, dat ook zijn eigen gebied door Rusland kan worden bestookt. de Spoetnik ongeveer 15 graden boven de horizon. Blijkens de „dienstregeling" van Spoet nik II moest de Russische aardsatelliet zich omstreeks elf uur loodrecht boven de Faroer-eilanden bevinden, waar het voor werp dan inderdaad nog juist buiten de schaduw van de aarde zou zijn. PARIJS (UP) De Russische prof. Vic tor Bazkin, directeur van het planetarium in Moskou, heeft in éen interview met „l'Humanité" verklaard, dat de kans, dat men Laïka levend terug zal zien, zeer gun stig is. Bazkin verduidelijkt dan het probleem van de snelheid. Het is technisch mogelijk, zo verklaart hij, de huls, waarin Laïka zich bevindt, uit de satelliet te schieten in een richting, tegenovergesteld aan die waarmee Spoetnik zich voortspoedt. Daardoor zou de enorme snelheid, waarmee Laïka nu reist, worden opgeheven en de huls zou min of meer recht omlaag vallen naar het aard oppervlak. Bij het naderen van de aard oppervlakte kan zich dan een parachute openen, waardoor Laïka zonder veel schok ken neerkomt. Bazkin vertelde, dat dit soort proeven reeds jarenlang met succes genomen is. Ook het grootste deel van de waarnemings- apparatuur kan ook op die wijze „gered" worden. Laïka kan teruggeschoten worden, wan neer dat op minder dan 800 km. hoogte geschiedt, aldus Bazkin. Daar de Spoetnik II een elliptische baan heeft die in hoog te variëert tussen 1500 km. en 300 km., is er ruimschoots gelegenheid hem levend naar de aarde terug te halen, meent de professor. LONDEN (AFP). Volgens een woord voerder van het Britse genootschap voor onderzoek op het gebied van non-ferro- metalen is door de Britse maatschappij „Borax Ltd." in de Verenigde Staten een nieuwe brandstof samengesteld voor het lanceren van raketten. De brandstof be staat uit borium en waterstof. De woord voerder is van mening, dat de Russen de zelfde brandstof hebben gebruikt bij het afschieten van kunstmanen, zodat zij de Amerikanen dus enkele weken vóór waren. Onder de mensen zal nooit een ruimtepionier meer kunnen opstaan: de honden hebben hun deze eer allang ontnomen. Men ziet op deze foto's uit de Russische film „De Spoetnik en de globe" een poolhondje gereedmaken voor de grote reisEnkele poolhondjes stegen namelijk ook reeds in de raketten op, die aan de twee Spoetniks voorafgingen. Zij daalden van de ontzaggelijke hoogte weer aan parachutes naar de aarde af en werden ergens in Rusland teruggehaald. Nadat deze foto's gemaakt werden was er dus een weerzien. De hele wereld gist ernaar of men ook de kleine iMïca uit de Spoetnik II zal terug zien. De geleerden spreken elkaar op dit punt nogal eens tegen. Maar de bedoeling is stellig dat ook dit dier weer levend en kwispelstaartend uit zijn „drukkabinetje" zal stappen. En niet zomaar ergens op aarde, maar op een van te voren berekende plaats! De foto's tonen van links naar rechts: het inpakken van het experimentele hondje, vervolgens het hondje in het raketdeel en voorts de raket vóór het afvuren. ADVERTENTIE Alle merken, dus ruime keuze WASHINGTON (Reuter). President Eisenhower zal donderdagavond een radio toespraak over „wetenschap en veiligheid" houden, aldus heeft het Witte Huis dinsdag meegedeeld. De rede zou van „groot be lang" zijn voor het Amerikaanse volk. De president had eerder meegedeeld, dat hij op 13 november over het genoemde onder werp een toespraak tot het Amerikaanse volk zou houden. NEW YORK (U.P.). De eerste Ameri kaanse kunstsatelliet zal volgende week worden gelanceerd, in plaats van december zoals was aangekondigd, aldus meldde dinsdag de Mutual Broadcasting System. Volgens het bericht van de M.B.S. had een vooraanstaande Amerikaanse geleerde en deskundige op het gebied van insecten medegedeeld, dat alles gereed is voor het lanceren van een satelliet, die insecten aan boord zal hebben. LONDEN. (Reuter) Premier Mac- millan heeft in het Lagerhuis verklaard, dat „de volken van de vrije wereld in de naaste toekomst een nog grotere en be langrijkere bijdrage van hun nationale soevereiniteit dan tot dusver tot de ge meenschappelijke zaak moeten leveren." Het Amerikaanse volk vertrouwt er niet meer op, zo zei hij dat zelfs dit grote land alles kan doen zonder zijn bondgenoten. De premier was van mening, dat deze nieuwe stemming in de Verenigde Sta ten „van verstrekkende betekenis voor ons allen kan zijn". MacMillan, die sprak in het debat over het regeringsprogram voor het komende zittingsjaar, dat 's ochtends door konin gin Elizabeth in de troonrede was uiteen gezet zei vreedzame coëxistentie mogelijk en wenselijk te achten. Tegenover de communistische wereld met haar sterk gecentraliseerde leiding moeten echter de westelijke landen zich nauwer aaneen sluiten en hun krachten samenbundelen. De officier van justitie bij de rechtbank te Zwolle heeft een maand voorwaarde lijke gevangenisstraf en 1000 boete of zes maanden hechtenis geëist tegen een 45-jarige veeboer uit Kampen, die in mei van dit jaar prikkeldraad gespannen had over een openbare weg bij zijn boerderij om zijn koeien in de berm te kunnen la ten grazen. Een bromfietser was in volle vaart tegen het prikkeldraad gereden en daarbij zo ernstig gewond geraakt dat hij pas onlangs uit het ziekenhuis kon wor den ontslagen. Waarschijnlijk zal het slachtoffer invalide blijven door een her- senaandoening. De rechtbank zal over veertien dagen uitspraak doen. Term-genie Wat ik zo merkwaardig vind: bij ons veelvuldig gebruik en contact met de Nederlandse taal in allerlei verschijnings vormen, van dissertaties tot „leuke stuk jes" toe, komen we zo zelden een term of uitdrukking tegen die genialiteit in taal gevoel en expressiekracht verraadt, dat wij ons soms angstig afvragen of die geniali teit in ons taalgebied nog wel in enigszins inr'loedrijke mate aanwezig is. Wat wij „beschaafd Nederlands" noemen, begint te lijken op een dode taal, die zich slechts verrijkt met vindingen van vreemde herkomst, doch uit eigen bron geen origi- naliteiten meer putten kan. Slechts in de dialecten van verschillende gewesten ont moet men nog nu en dan die treffende, hartverwarmende uitdrukkingen, die met „raak" nog gebrekkig zijn gedefinieerd. Het Vlaams heeft een rijkdom aan oor spronkelijkheden in Nederlandse taalvor men, die wij als ballast overboord hebben geworpen. Wanneer de Vlaming zegt: „Hij trapte als op eieren naar boven", schildert hij ons met een rake taaipenseelstreek een situatie voor ogen, die wij in ons „be schaafd" slechts kunnen weergeven met: „Hij sloop voorzichtig de trap op". En wanneer men in een Vlaamse roman leest dat een varken „als op vier vingeren naar binnen komt gewandeld", dan zijn daarmee de korte varkenspootjes wel zo geniaal gesuggereerd, dat wij er in ons „beschaafd" geen woorden meer voor hebben. En dan het Zuidafrikaans. We zullen er niet veel voorbeelden van geven - iedereen wordt bij tijd en wijle getroffen door een expressieve genialiteit in dat verbasterd Nederlands, die hem ver stomd doet staan. Wanneer wij een naam moeten bedenken voor een wondermooi meisje, van wie we de adembenemende foto aan de wand van iedere soldaten- chambree vinden, komen we niet verder dan het afschuwelijke plagiaat „pin-up girl". Maar in Zuid-Afrika - een standbeeld voor de vinder van deze term! - heet zo'n jongedame: „Prikkelpop". Heb ik teveel gezegd of onredelijk ge klaagd? Daar hadden we zelf toch op moe ten komen! R. Agteran (Van onze correspondent in Parijs) Sinds een uur in de afgelopen nacht heeft Frankrijk, na 36 dagen crisis, een regering onder de radicaal Félix Gaillard die als premier van een meerderheids kabinet zal optreden. Met het geriefelijke overwicht van 337 tegen 173 stemmen heeft hij het fiat van de Nationale Ver gadering gekregen. Ofschoon die gunstige uitslag met het oog op de crisismoeheid, die de% laatste dagen steeds duidelijker bleek, gemakkelijk was te voorspellen, zou men de minister-president toch on recht aandoen door niet ook zijn persoon lijke verdiensten breed uit te meten bij de verklaring van dit succes. Gaillard heeft zich bij zijn investituur-rede, en nog sterker bij de duplieken, een debater en ook een staatsman van allure getoond. Op een beheerste toon, en toch niet on- Het bestuur van de Ooöp. Bergingsver eniging „Renate Leonhardt" heeft een* aantal leden van deze vereniging gedag vaard, omdat zij weigeren contributie te betalen over de jaren 1954, 1955 en 1956 op grond van het feit, dat hun nimmer duidelijk is geweest, dat deze contributie verschuldigd was. De Haagse kanton rechter heeft gistermorgen deze zaak be handeld, waarbij wij de indruk kregen, dat althans de administratie van de vereni ging enigszins in de war is. Van de onge veer 30 weigerachtige leden, die versche nen, was er praktisch geen, die de ver zonden circulaires over ledenvergaderin gen had ontvangen, hoewel de voorzitter, de heer P. Visser, uitdrukkelijk beweerde dat deze wel waren verzonde t. De kantonrechter ging nog eens de ge schiedenis van de vereniging na, die aan delen op naam heeft uitgegeven om aan kapitaal te komen om de goudschat aan boord van de „Renate Leonhardt" te bergen. Op het inschrijvingsformulier stond niet aangegeven, dat men contributie ver schuldigd was. Dit stond wel in de sta tuten onder artikel 7, maar bijna geen der leden heeft deze statuten ontvangen. Bovendien is er een vergadering gehou den tijdens welke besloten zou zijn geen contributie te heffen. De heer Visser ont kent dit echter. In de circulaire, waarin de contributie van de leden werd ge vraagd, stond dat het geld teruggegeven zou worden, als in 1957 de berging van de goudschat niet zou plaats hebben. De heer Visser beweert nu, dat deze berging wel heeft plaats gehad, maar dat zij geen succes heeft opgeleverd. De raadsman van de leden voerde hiertegen aan, dat een poging nog geen berging is. Het is onmogelijk, ook volgens de heer Visser, dat in 1957 nog iets van de berging terecht zal komen, omdat (alweer volgens de voorzitter) de technische staf niet doet wat van haar verwacht mag worden. Zo wel in Nederland als in het buitland is er volgens de heer Visser nog kapitaal te krijgen voor de onderneming. Hij is ervan overtuigd, dat de berging alsnog een kans van slagen heeft. Mr. Kasse Zegel, de raadsman van de leden, betoogde, dat in de statuten staat, dat 't lidmaatschap schriftelijk moet wor den aangevraagd. Hij was tevens van me ning, dat een inschrijving op aandelen niet inhoudt, dat men tevens lid is. Daarna kwamen alle aanwezige leden aan het woord, om hun bezwaren toe te lichten, waarbij bleek, dat de administratie van de vereniging niet dat is, wat ervan mag worden verwacht. De kantonrechter bepaalde de uitspraak in deze zaak op 23 november om 10 uur. Op straat vormde zich om de heren Vis ser en zijn gemachtigde F. v. d. Zijde een groepje druk argumenterende leden, die er deze heren van trachtten te over tuigen, dat het maar beter was van de hele zaak af te zien. Zij spraken tevens op felle toon hun ongeloof in do soliditeit 'van de vereniging uit, hetgeen tot enige woordenwisselingen leidde, die nogal de aandacht van de voorbijgangers trokken. (Van onze parlementaire redacteur) Toen dinsdagavond tegen half twaalf de Tweede Kamer met 106 tegen 8 stemmen de Deltawet had aangenomen, moest de objectief critische toeschouwer wel con cluderen: het stuk was in het algemeen heel mooi, doch jammer genoeg ontbrak en dit eigenlijk zonder noodzaak een daarbij passend gelukkig slot, doordat eenstemmige aanvaarding achterwege bleef. Het zag er aanvankelijk allemaal zo mooi uit, hoewel er tegen sommige bepa lingen wel enige bezwaren bestonden, zo dat het niet aan amenderingspogingen ontbrak. Niettemin liet tot het laatst zelfs de door mr. Van den Heuvel (KVP) uit eengezette grief tegen artikel 4, dat het niet in overeenstemming met de Grondwet zou zijn, niet doen vermoeden, dat het door hem opgeworpen constitutionele pro bleem eenstemmige aanvaarding van de wet tenslotte zou doen mislukken. Trou wens, het meningsverschil over de grond wettelijke kwestie nam uiteindelijk heel wat grotere afmetingen aan, dan de voor bereiding van de openbare gedachtenwis- seling en ook nog die gedachtenwisseling zelf had kunnen doen bevroeden. Het constitutionele twistpunt kwam op 't volgende neer. Artikel 206 van de Grond wet verklaart de Provinciale Staten be voegd, met goedkeuring des Konings, in de bestaande inrichtingen en reglementen van waterschappen veranderingen te ma ken, waterschappen op te heffen, enz. enz. Artikel 4 van de Deltawet echter opent de mogelijkheid voor de Kroon, als bepaalde omstandigheden dat gewenst maken, een hoogwaterkering, in beheer of onderhoud bij een waterschap, bij het rijk in beheer of onderhoud te doen nemen. Dat, aldus betoogden mr. Van den Heuvel en later ook diens geestverwant prof. Romme, klopt niet met artikel 206. Immers, volgens artikel 206 van de Grondwet is het een uitsluitend bij de Provinciale Staten be rustende bevoegdheid, die alleen hen zulk een maatregel zou kunnen doen treffen. Daarom kan de wetgever niet de gelegen heid scheppen, gelijk artikel 204 doet, om de Kroon in dat opzicht eventueel bevoegd te maken. Prof. Oud (VVD) en na hem ook mr. Versteeg (AR) gaven echter te ver staan dat van een uitsluitende bevoegd heid van de Staten der provincie in ge noemd Grondwetsartikel geen sprake is. Ter staving van deze stelling deed prof. Oud onder anderen een beroep op wat de geschiedenis van en rondom artikel 206 der Grondwet laat zien. Bovendien be twistte deze afgevaardigde, dat zulk een inbeheerneming door het rijk van een hoogwaterkering, die te voren bij een wa terschap in beheer was, gelijk zou staan met het aanbrengen van wijziging in de inrichting van een waterschap. En ten slotte wees hij op de praktische noodzake lijkheid de Kroon, louter met het oog op de uitvoering van de Deltawerken, een be voegdheid toe te kennen als die, waarvan artikel 4 van het wetsontwerp gewaagt. Op zijn beurt ontleende hierop prof. Romme aan de geschiedenis argumenten voor de door hem en mr. Van den Heuvel verkondigde stelling. Maar het amende ment van laatstgenoemde afgevaardigde, dat beoogde in artikel 4 voor te schrijven, dat de Kroon de in dat artikel genoemde bevoegdheid „in overeenstemming met ar tikel 206 van de Grondwet" zou mogen uitoefenen, vond, behalve bij de KVP- fractie, in de ogen van de overige Kamer leden geen genade, zodat zij het verwier pen. Er was nu eenmaal volgens hen geen kwestie van strijd met de Grondwet. Daarom was het amendement volkomen overbodig, doch bovendien, om ifier kort heidshalve niet verder te bespreken re denen, ongewenst. Ware het bij deze ver werping gebleven, dan zou er nog geen ongeluk gebeurd zijn. Dan kon prof. Rom me zich, naar hij kenbaar maakte, nog altijd troosten met de gedachte, dat de wet zelf niets inconstitutioneels inhield, maar alleen de deur opende voor een zijns inziens daardoor mogelijke, doch niet per se zich voordoende inconstitutionele han deling van de minister. Te weten, als deze er mettertijd toe zou meewerken, dat er van de bevoegdheid in kwestie gebruik zou worden gemaakt, zonder dat eerst nog even de overbrenging van het beheer van een hoogwaterkering haar bezegeling had gekregen door een besluit van de des betreffende Provinciale Staten. Ongelukkigerwijs lag er nog een amen- dement-Biewenga (A.R.) ter tafel. Dit had ten doel in artikel 4 niet te bepalen, dat de Kroon van de machtiging, welke de wet haar wil geven, gebruik zou mogen ma ken „Gedeputeerde Staten gehoord", maar„Provinciale Staten gehoord". Komt dit laatste in het artikel te staan, dan tast daarmee de wet zelf de in artikel 206 van de Grondwet voorkomende uit sluitende zeggingsbevoegdheid van de Provinciale Staten aan en dat zou on grondwettig zijn, zodat in dat geval, prof. Romme zij het ook node, uiteindelijk tevens tegen de wet zou stemmen. Nu wilde het ongeluk, dat minister Algera betoogde, dat het ter vermijding van on grondwettelijke aantasting van de be voegdheidspositie van de Provinciale Sta ten maar beter was, die niet op enigerlei wijze in artikel 4 te vermelden en dat de Kamer daarom goed zou doen het amen dement te verwerpen. Mr. Burger (P.v.d.A). die anders wellicht met zijn fractie bij voorbeeld, indien de minister praktische overwegingen had aangevoerd om in het artikel „Gedeputeerde Staten" niet door „Provinciale Staten" te vervangen, het amendement zou hebben helpen verwer pen, voelde zich nu tegen zijn constitutio nele haren ingestreken. Van een schijn van ongrondwettigheid was niet de ge ringste kwestie en daarom dachten mr. Burger en diens fractiegenoten er nu niet meer aan het amendement-Biewenga, louter uit ongegronde vrees voor een on gerechtvaardigde schijn, af te wijzen. Resultaat, dat het er, met alleen de K.V.P. tegen, doorging en dat vervolgens prof. Romme met zeven van zijn politieke vrienden nu ook bij de eindstemming over de wet het „tegen" lieten horen. Gegeven het uitgangspunt van prof. Romme was theoretisch zijn bezwaar tegen artikel 4, zoals het nu was geworden, zeker begrij pelijk. Alleen.... zijn uitgangspunt deug de niet. Hij was namelijk daarbij in zijn stelligheid veel te ver gegaan, gezien alleen reeds de twijfel, die onder meer ook het beroep op de geschiedenis openlaat. Daarnaast bleek hij te weinig oog te heb ben voor de eisen van de praktijk en die zijn zo, dat naar prof. Oud had onder streept met het oog op de uitvoering van de Deltawerken het centraal gezag wel degelijk over een grotere bevoedheid ten opzichte van lagere organen dient te beschikken, dan overigens in het stelsel van ons waterstaatsrecht, voor normale omstandigheden, niet of minder bezwaar lijk is. In de aanhef van dit commentaar is wel over het stuk, doch niets over de regie opgemerkt. Die had bepaald ook wel beter kunnen zijn. Het had er veel van alsof de voorzitter wat al te zeer op de televisie uitzending gespeeld wilde hebben. Zo is het te verklaren, dat hij fluks trachtte het ontwerp bij de hoofdelijke stemming te laten aannemen, hetgeen, doordat de heer Willems (P.v.d.A.), terecht in de gegeven omstandigheden, hoofdelijke stemming vroeg, mislukte. Ook de feestelijk klinken de toespraakjes, welke de minister en de voorzitter omderwille van de uitzending tevoren keurig hadden klaargemaakt, en die zij aan het eind uitspraken, waren niet helemaal in overeenstemming met de iet wat minder opgewekte afloop van het debat. Verder was het ook nog een regie fout, dat de minister-president ontbrak op het ogenblik van de aanneming van een wet van zulk een nationale betekenis. Hij behoorde wel niet tot de ondertekenaars van het ontwerp, maar toch was het juister geweest, zo hij dinsdagavond aan wezig ware geweest. En tenslotte viel het te betreuren maar hier zou ik liever de uitdrukking „regiefout" niet willen bezi gen dat prof. Romme naliet om, gelijk overigens alle vooraanstaande afgevaar- dig wel deden, minister Algera, toen de wet er door was, even de hand te komen drukken. Het grondwettelijk bezwaar had aan dat gebaar toch zeker niet in de weg hoeven te staan! bewogen, heeft de jonge minister-presi dent zijn collega's van het parlement gis teren een reeks zware waarheden voor gehouden. Hij sprak over de voortduren de tegenstellingen, die de partijen van elkander isoleren en waardoor het na tionale belang als geheel uit het oog wordt verloren. Over de economische cri sis die met deze dramatische politieke crisis gepaard gaat en waardoor de franc weer in gevaar is gebracht, zodat er nieuwe voorschotten aan de Franse bank zullen moeten worden gevraagd en nieuwe belastingen nodig zijn, sprak hij ook, evenals over de noodzaak, het onder wijs te hervormen, wil Frankrijk geen natie worden zo waarschuwde Gaillard „van verlopen rederijkers". Tegenover drie ingenieurs in Groot-Brittannië, zei hij, staat er maar een bij ons en zo drei gen wij bij de modernisering steeds verder te worden voorbij gestreefd. De sanering van de staatsfinanciën, te zamen met het probleem-Algerije, op welks rebellen-leiders de staatsman op nieuw een dringend beroep deed, zijn de twee kernproblemen waarvoor tegen het einde van het jaar een oplossing moet worden gevonden en waarvoor de re gering binnen tien dagen buitengewone economische volmachten van het parle ment zal vragen. Daarna had de premier het over de herziening van de grond- en van de kieswet. Een deel van die vraag stukken zou hij willen toevertrouwen aan een commissie, die uit de meerderheid der partijen zal worden samengesteld, een voornemen dat echter weinig waardering bleek te ontmoeten bij de kamer, die ook geen reden had met diepe voldoening aan vorige ronde-tafelconferenties te denken. Vroeg rijp Gaillard besloot zijn rede, die in haar weloverwogen termen aan duidelijkheid toch niets te wensen overliet, met een toespeling op zijn leeftijd. „Ik behoor", zo zei hij, „tot een generatie die sommige uwer misschien nog te jong zullen achten om al tot de hoogste leidende posten te worden toegelaten. Vergeet dan niet dat wij zijn opgegroeid in een tijd die zo dras tisch was dat wij veel sneller vee^ meer ervaring konden opdoen dan in andere tijden". „Laten onze minderen", zo luid de zijn slotwoord, „ons nooit behoeven te verwijten dat wij hun toekomst hebben afgesneden". Uit Gaillards rede spraken vastberadenheid, overtuiging en vooral: talent. Men mag hopen dat zijn ontegen zeggelijk grote gaven niet zullen zijn verspild aan een onvervulbare taak, om dat door de verwording van het Franse politieke stelsel elke poging tot herstel tot mislukking zou zijn gedoemd. Hoezeer men in de etymologie op z'n qui vive moet zijn, bewijzen woorden als minnebroeder en minnemoeder. Zij gelijken sprekend op elkaar en moeten toch geheel verschillend worden ver klaard. Minnebroeder is een verbaste ring van minderbroeder, een vertaling van frater minor als naam voor een Franciscaan. In minnemoeder of min nemoer, meestal verkort tot min in de betekenis: vrouw die het kind van een ander zoogt, hebben wij het woord min in de betekenis: liefde en bijzon derlijk: de liefde die er toe drijft on- gelukkigen en hulpelozen bij te staan. Een min is een vrouw die een kind met deze liefde omringt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5