Dragonders werden huzaren EEN STRANDWANDELING IN NOVEMBER Zevenduizend heiligen sinds de achtste eeuw - m Windkracht 8 Verpakkings-ontwerpers exposeren in Amsterdam Broze composities langs de kust m - - Potvissen helpen de mens om verdamping van kostbaar water tegen te gaan %ZT»iMP 1 ÖIÉÉ 25 NK WATER is een allereerste levensbehoefte voor de mens. Ta, zonder water is geen leven mogelijk. En zonder water kan ook menig bedrijf niet draaien. Water pleegt te verdampen. Lang heeft de wetenschap gezocht naar een middel om die verdamping in te perken, maar tot voor kort was de mens er niet in geslaagd om een economisch verantwoorde methode te vinden om de verdamping van water op grote schaal tegen te gaan. Thans is dat middel echter gevonden dank zij de gunstige uitkomsten van in Australië genomen proeven. Deze experimenten haddden plaats op instignatie en onder toezicht van de Australische Wetenschappelijke en Industriële Research Organisatie (Australian Commonwealth Scientific and Industrial Research Organi sation, kortweg CSIRO genaamd). De resultaten waren verrassend goed. Wel is de CSIRO van mening, dat toepassing van de gevonden anti-verdampingsmethode op zeer grote wateroppervlakten nog wel enige problemen zal opwerpen, maar men is er tevens van overtuigd, dat men die problemen de baas kan worden. Het experiment had plaats op een groot water reservoir in Broken Hill in Nieuw Zuid Wales. Toen de proef veertien weken geduurd had, bleek, dat er zevenendertig percent minder water was verdampt dan in voorafgaande perioden. Dit kwam neer op een besparing van ruim een miljard liter water, een hoeveelheid, die men in Broken Hill in zes zomerweken verbruikt. Broken Hill ligt in het binnenland van Australië. Het is het middelpunt van een bloeiende lood- en zilverwinning. De levensstandaard en bijgevolg het waterverbruik zijn er hoog. Toen de CSIRO besloot om de grote proef in Broken Hill te nemen, werkte de directie van de Waterleiding-maatschappij graag mee. De uitvinder van het procédé is de heer W. W. Mansfield, die behoort tot de wetenschappelijke staf van de CSIRO. Hoe volbracht de heer Mansfield zijn poging om verdamping tegen te gaan? Over het wateroppervlak legde hij een oplossing van cetyl-alcohol. Hierdoor ontstond een dun, beschermend of afdekkend laagje, dat ruim drie maanden intact bleef, al was de windsnelheid tijdens de proef aanmerkelijk groter dan normaal. Cetyl-alcohol, ook wel hexadekanal geheten, is een vaste witte stof. Deze wordt bereid uit potvissen en ook langs synthetische weg. Zij is volmaakt onschadelijk voor mens, dier en plant. Die stof wordt opgelost en de oplossing brengt men vervolgens met behulp van slangen tot vlak onder het water oppervlak. Als het oplosmiddel verdampt, verbreidt het hexadekanal zich snel over het water en wel in een gesloten laagje ter dikte van slechts één molecule. Dit laagje voorkomt de verdamping voor een belangrijk deel. Bijzonder belangrijk voor de toepassing dezer anti-verdampingsmethode is, dat zij zo goedkoop is. Tijdens de proef in Broken Hill bedroegen de kosten nog geen stuiver per vierduizend liter „gered" water. Bij minder gunstige omstandigheden zullen de kosten waarschijnlijk iets hoger komen te liggen, maar, aldus de CSIRO, meer dan een kwartje per vierduizend liter zullen zij nergens zijn. Het laat zich denken, dat men alom in Australië en ook in vele andere landen veel belangstelling heeft voor de methode-Mansfield om waterverdamping tegen te gaan. Australië heeft binnen zijn grenzen tal van grote stuwmeren en waterreservoirs. De grootste drie zijn het Hume Reservoir in de Murray Rivier in Nieuw Zuid Wales met een inhoud van 1.705.850.000 kubieke meter, het Grote Meer op Tasmanië met een inhoud van 1.388.625.000 kubieke meter en het Burrinjuk Reservoir in Nieuw Zuid Wales met een inhoud van 805.032.000 kubieke meter. De overige kleinere reservoirs variëren wat inhoud betreft van 130.840.000 tot 680.981.700 kubieke meter. Als men bij het tegengaan der verdamping in al die reservoirs gelijke resultaten boekt als te Broken Hill, betekent dat een besparing van reusachtige omvang voor Australië. Intussen, niet slechts in het groot, ook in het klein is de methode-Mansfield bruikbaar. Menige boer in de droge gebieden der aarde kan door toepassing van die methode op zijn kleine reservoir in de toekomst een flinke „waterwinst" gaan maken. Illllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll vMsmmmsmsmmmm IN HET JAAR 1867 kregen alle toen bestaande cavalerie regimenten de naam „Huza- renregiment" en hiermede ver dwenen oude vertrouwde na men als dragonders, kurassiers en karabiniers of hoe zij ver der mochten heten, voorgoed van het militaire toneel. Van dat ogenblik zou men in onze landen alleen nog maar „huza ren" kennen. Niet dat deze naam vóórdien onbekend was in onze legerorganisatie. Verre van dat. Men denke slechts aan het in 1813 door Willem van Boreel opgericht regiment „Huzaren van Boreel". De huzaren vormden een apart soort ruiterij. Het woord is afkomstig van het Hongaar se husz of twintig, omdat in 1458 elk twintigtal huizen op last van Matthias Corvinus één ruiter voor de tijd van drie maanden aan het leger moest leveren. Oorspronkelijk waren deze manschappen zwaar be wapend en geharnast, zoals de tijd dat toen vereiste. Latei- werden zij in nationale dracht gestoken en met een krom zwaard uitgerust: lichte rui terij. De nationale dracht is er een'met tressen en lussen, wel ke men dan ook althans op de gala-uniformen - van alle huzarenregimenten terugvindt. Ze werden vooral bekend door dat Frederik de Grote twee in Hongarije gerecruteerde huza- Negentig jaar geleden werd een einde gemaakt aan de veel soortige benamingen, die men kende bij de cavalerie. Alleen de naam huzaren bleef gehandhaafd. Hier ziet men een afdeling Nederlandse lichte ruiterij, die behoorde tot de keizerlijke garde van Napoleon. renregimenten (welke ook op Hongaarse paarden waren be reden gemaakt) uitbreidde tot een cavaleriemacht van tien regimenten met niet minder dan honderd eskadrons. Een generaal als Von Ziethen heeft met deze huzaren-eenheden zich grote roem verworven. Het waren woest uitziende sol daten, die huzaren van Frede rik de Grote: lange haren en zware knevels met op het hoofd een kolbak met de doodskop. Later werden de kolbakken nog angstaanjagen der door ze te vervaardigen van ruig behaarde huiden. ONS LEGER beschikt thans over drie regimenten huzaren. Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog had ons leger vier huzarenregimenten, gewoon 1, 2, 3 en 4 genum merd. De tradities van het eer ste regiment worden thans door de Sytzama-huzaren, die van het derde regiment (de zo genaamde Rode Huzaren) door het regiment Prins Alexander en die van het vierde door de huzaren van Boreel voortgezet. De tradities van het vroegere tweede regiment worden voor lopig door het regiment van Sytzama uitgedragen. Het oud ste regiment is dat van de hu zaren van Boreel, opgericht door Jonker Willem van Bo reel in het jaar 1813 en ten dele bekostigd door de officie ren, die vrijwillig een belang rijk deel van hun tractement afstonden aan 's lands kas. Wanneer men de geschiede nis der regimenten nagaat valt het op hoe in de loop der tijden de namen dikwijls wer den veranderd. Meestal was dit het resultaat van reorgani saties van het leger als gevolg van bezuinigingen, van ruimer toevloeien van gelden of ook wel als gevolg van veranderde militaire inzichten. Zo verdwenen in 1841 de ku rassiers. De huzaren bestonden al niet meer. Men onderhield regimenten dragonders (ver deeld in zware en lichte) en voorts lanciers. Twee jaar later in 1843 werd het verschil tus sen zware en lichte dragonders opgeheven. En dat duurde tot 1867, in welk jaar al onze ca- valaristen „huzaren" werden. Lange tijd heeft ons leger vier huzarenregimenten ge kend, waarvan er drie „blauw" waren. Eén regiment was „rood". Men sprak van de blauwe huzaren en van de rode huzaren, ai naar gelang zij blauwe of rode tressen op hun attila droegen en hun uitmon stering (biezen en dergelijke) blauw of rood was. Daar de rode huzaren voornamelijk in de Residentie gelegerd waren en wel in de Alexander-kazer- ne, zal men het nieuwe regi ment van nü daarom wel „Prins Alexander" hebben ge noemd. IN DE MEIDAGEN van 1940 bevond ons lezer zich „te vel de", zoals dat heet. De lichte divisie, bestaande uit twee re gimenten wielrijders, twee re gimenten huzaren-motorrijders en de rijdende artillerie, was in 't oostelijk deel van Noord- Brabant te vinden. Aan zoge naamde lichte troepen bevon den zich op de Veluwe onder meer het eerste en het vierde regiment huzaren. Was Den Haag dus het be langrijkste garnizoen voor het derde regiment huzaren, de manschappen van het vierde lagen in Deventer en Zütfen, die van het tweede jarenlang in Breda, die van het eerste in Amersfoort, maar ook andere steden hebben gedurende korte of langere tijd één of meer es kadrons van deze regimenten mogen huisvesten (Haarlem, Venlo, Roermond, Amsterdam). Een bereden garnizoen bracht in die dagen fleur in de dage lijkse gang van zaken. Het "uit rukken te paard, met voorop de trompetters, was steeds de moeite waard. Veel belangstel ling trokken de parades, wan neer de standaard werd mee gevoerd en de ruiters in groot tenue waren. Die glorie ver minderde na de eerste wereld oorlog wel in belangrijke mate, maar de paarden en de kolbak ken en de sabels bleven. Ook de trompetters. Bij een enkel regiment werd zelfs het mu ziekkorps gehandhaafd (al be taalden de officieren dit dan uit eigen beurs). Thans is eigenlijk alleen de naam nog maar over, want de paarden zijn verdwenen, de sporen worden niet meer gedragen en de huzaren zijn weggedoken in zwaar gepantserde vechtwa- gens. Doch de geest is dezelfde gebleven: ruitergeest. W. S. (Van een onzer redacteuren) In het Instituut voor Industriële Vorm geving aan de Herengracht te Amsterdam is deze maand een collectie van ruim hon derd nieuwe Nederlandse verpakkings- ontwerpen te zien, die het bewijs leveren, dat er ook op dit gebied de laatste tijd aanzienlijke winst te boeken is. Zonder dat zij bepaald slaafse navolgers zijn van de Amerikaanse stelregel, dat ook het goed koopste artikel in een glamor-verpakking aan de man gebracht moet worden, heb ben de Nederlandse ontwerpers zich toch wel laten inspireren door hun vakbroeders aan de overkant van de Oceaan. Veel meer dan vroeger wordt hun werk be heerst door de gewijzigde eisen omtrent het „eye appeal", de harmonie tussen tekst en illustratie en de algemene werfkracht van de verpakking en het moet gezegd worden, dat' vele van de achtenveertig exposanten daarmee verrassend goede re sultaten hebben bereikt. Een treffend voorbeeld daarvan vormt de nieuwe tube van een bekende verffabriek, waarvoor dezelfde kleuren werden gebruikt als voor het oude model, maar in een andere vlak verdeling, die tezamen met een orderlijker groepering van de tekst een veel prettiger „aansprekender" indruk maakt. Men be wondert er voorts een melkkarton, uitge voerd in frisse, blauwe „wybertruiten" op een wit fond met rode lettering, ontwor pen door de Amsterdammer Hans Bolle- man en een uitstekend voorbeeld van wat er met eenvoudige middelen te bereiken valt. Helaas moet het betwijfeld worden, of dit smaakvolle karton ten onzent wel ooit de onaesthetische, onpraktische en veel minder hygiënische melkfles zal kun nen verdringen. Opvallende maar toch beschaafde gram mofoonplatenhoezen zijn er van Wim Wandel, Rob Louwman en Ab Klooster. Om van te watertanden vonden wij de nieuwe serie wikkels naar kleurenfoto's van groenten en fruit, die de Hagenaar W. Flem maakte voor een grote conserven- industrie. Juweeltjes zijn voorts de minia- tuurkarafjes jus d'orange herinnerend aan de „kalkoentjes" tafelwijn van wel eer van G. Kiljan: handzaam, grappig en dorstverwekkend. De Haarlemmer J. Portegijs exposeert attractieve ronde kaas kartons, zijn plaatsgenoten H. Visser en Fr. Vreugdenburg zijn vertegenwoordigd met diverse ingenieuze draagkartons, won deren van vouwwerk en soliditeit, die ook overigens op deze expositie in allerlei vormen en varianten aanwezig zijn. A. van der Wal, eveneens uit Haarlem, demon streert een nieuw systeem verbanddoos voor zigzagwatten, voorzien van een af doende stofsluis en een veel solider af sluiting dan totnutoe gebruikelijke mo dellen. Dezelfde ontwerper brengt ook een lichtkartonnen vouwdoos die een extra bescherming biedt tegen transportschade en die wellicht voor de verzending van bloembollen in kleinhandelspakketten diensten kan bewijzen. Van K. Suyling uit Bloemendaal zagen wij onder meer een fleurige chocoladeverpakking in de vorm van een dominospel, diverse sierlijke op de vrouwelijke smaak afgestemde zakdoeken doosjes en een aantal ontwerpen voor het extéreur van bestelauto's. Op dit laatste gebied demonstreert Sikkens lakfabrieken te Sassenheim haar handige kleurstelling kiezer: een klapboek met een doorzichtige vrachtauto als sleutel waarmee men, al bladerend, de mqest uiteenlopende kleu rencombinaties kan samenstellen. Ook op het gebied van containers, bussen, flessen en ander emballagemateriaal voor aller lei produkten vindt men hier vele nieuwe en aantrekkelijke bedenksels en ideeën; aanleiding te over dus voor allen, die iets met verpakkingsproblemen te maken heb ben, om deze expositie eens te gaan be kijken. Zij duurt tot eind november en is geopend van 10 tot 16 uur op werkdagen ('s zaterdags 10-12 uur). m VOOR ALLE districten geldt een waarschuwing voor harde tot stormachtige wes telijke wind, windkracht 7 tot 8. Koude, polaire lucht die door het zeewater in de onderste lagen wordt verwarmd en hierdoor een sterk buiïg karakter krijgt, zal ons na de frontpassage bereiken.Alle loodsdiensten zijn tot nader order gestaakt. Ziehier een kleine bloemlezing uit de meteorologische berichten,, zoals we ze in de afgelopen weken hebben te zien gekregen. Niet direct opwekkend. Er is niet de geringste weerkundige opleiding voor nodig om eruit te begrijpen, dat we volop in het ruwe najaarsweer zitten. De windkrachtcijfers 7 a 8 hebt u natuurlijk al aan vaard als ongeveer met de cijfers op het schoolrapport van uw zoon, parallel lopende grootheden, met dien verstande dat de wind een hoger cijfer krijgt naarmate hij harder is. Heel juist, maar tot goed begrip van een en ander mag hier wel even worden opgemerkt, dat de wind cijfers krijgt van 0 tot 12. Dit is een navolging van de meteoroloog Beaufort, die een schaalverdeling opstelde voor .windsnelheden van 0 tot 29 meter per seconde (of wat in onze streken zelden voorkomt nog meer). Windkracht 7 komt dan overeen met een snelheid van 12,515,2 meter per seconde en 8 met 15,318,2 meter per seconde. Of in wat handzamer terminologie: de wind krachtcijfers 7 en 8 duiden snelheden van 45 tot 65,5 kilometer per uur aan. Een een voudig rekenarijtje zal u tonen, dat een orkaan van windkracht 12 het tot een ge middelde van meer dan honderdvier kilometer per uur brengt; waarbij u wel dient te bedenken, dat er steeds veel fellere uitschieters kunnen voorkomen. Bent u na bovenstaande kleine beschouwing al in de ware stemming voor een pittig strandwandelingetje? Trek er dan iets warms bij aan en laat u door niets weerhouden om een paar uur te gaan genieten aan het winters-eenzame strand. Van de wind en het schuimend bruisende water, van de wijde wolkenluchten en de zeilende zilvermeeuwen, van de aangespoelde zaken in de jongste hoogwaterlijn en van alies wat zo'n strand in de storm nog meer te bieden heeft. De meeuwen lijken het wel voor puur plezier te doen, dat statige voortzeilen in de tegen de zeereep opstijgende luchtstroom. Ze bewegen hun wijdgespreide vleugels niet of ternauwernood, maar het onafgebroken heen en weer gaan van hun koppen bewijst dat ze terdoge rondkijken naar zaken die van hun gading kunnen zijn. Zij zoeken uit de hoogte de uitverkoren plekken bij muien en in de naaste omgeving van golfbrekers en pieren, waar altijd belangrijk meer aanspoelt dan op de rest van het strand. En daar gaan ze dan ter nadere inspectie landen, scharrelen er tussen schelpen, horentjes en veel ondefinieerbaars om er de lekkere hapjes uit te pikken. Krabben en grote strandschelpen lijken wel bijzonder bij ze in de smaak te vallen en het is bepaald leerzaam om te zien hoe een zilvermeeuw dergelijke dieren pan klaar maakt. Met zijn krab tijgt de gelukkige vinder onveranderlijk naar een plekje hard zand en daar begint dan de slachtpartij, bestaande uit een fel heen en weer slaan van de prooi tegen het zand. Weldra vliegen de krabbepootjes dan in het rond en tenslotte barst het harde pantser van de krab open, waarna broeder zilvermeeuw gulzig het weke binnenwerk opslokt. Voor levend aangespoelde grote strandschelpen (dus complete „doosjes" met de weekdieren erin) is de slachtbank ook weer het harde gedeelte van het strand. Maar de methode om de schelpen stuk te krijgen is ingenieuzer. De gelukkige vinder vliegt een meter of wat met zijn buit omhoog, laat deze kapotkletsen op het zand en duikt er meteen bliksemsnel achteraan om te voorkomen dat een rustig op de begane grond gebleven mede-geïnteresseerde zich van de. lekkernij meester zou maken. lm* mm Wt aj° J iii W::' 'X:: DE AMERIKAANSE jezuïet pater Bro- derick heeft een catalogus voltooid van alle door de pausen gekanoniseerde hei ligen. Pater Broderick's werk is een in teressante en uitputtende statische stu die geworden. Hij beperkte zich tot het aantal door pausen heiligverklaarden daar het uiterst moeilijk, zo niet onmo gelijk zou zijn na te gaan hoeveel heili gen er zijn geweest sinds het begin van het christelijk tijdperk. Uit oude religieu ze en historische documenten stelde hij een lijst samen van zevenduizend heili gen, terwijl het Romeins martelarenboek er vijfduizend bevat. De meesten van deze heiligen waren martelaren, die stierven in de verdediging van het geloof tijdens de eerste drie eeuwen van het christendom. Hun namen en andere bijzonderheden zijn voor het grootste deel onbekend. Volgens de Amerikaanse jezuïet werden 283 heiligen door de pausen tot de eer der altaren verheven. Zij Mlen waren onder worpen aan de kanonieke onderzoekingen van de achtste eeuw af. Van de eerste van deze officiële heiligen, is niet zeer veel bekend vanwege het gebrek aan do cumentatie in die tijd. Zijn naam was Ulrich, een aartsbisschop van Augsburg in Duitsland in de achtste eeuw. Hij werd in 993 door paus Johannes de Vijftiende heilig verklaard. INTUSSEN JAKKERT de wind maar voort. Hij droogt het bovenste zandlaagje en sleept de hierdoor loskomende korrels meteen mee in de richting van het duin. In slijpende slierten gaan ze vlak over het strand en onderweg werken ze vele colle ga's los. Maar waar schelpen liggen, daar wordt hun kracht door het zeer plaatselijk verminderen van de windsnelheid even gebroken en vandaar dat er in de luwte van iedere schelp een kleine, spitse zand- tong blijft liggen. De schelpen zelf worden door de wind aldus keurig „uitgeprepa- reerd" zoals de geologen dit al germani serend noemen. Maar het is niet alleen de wind, die een dergelijke werking kan uit oefenen. Het water weet er ook weg mee. Ga maar kijken, daar waar de golven in dunne lagen uitlopen en u zult ze vinden, de dunne en nogal breekbare grote zand schelpen en de dikke kokkels met hun zware ribbels, prachtig schoongespoeld en voorzichtig neergelegd, soms zelfs in heel toevallige, sierlijke composities. Geprononceerde zandtongen zoals op het droge „pukkelstrand" zult u er niet bij vinden, daarvoor heeft het dunne water laagje het zand te weinig in beroering ge bracht, maar wel zijn er altijd kleine stroomsliertjes in het zand, die u nauw keurig vertellen in welke richting het water wegvloeide. En waar het droogge vallen strand niet glad is, daar zullen wel licht allerlei golffiguren, van simpele rib bels tot kunstig samengestelde patronen u boeien. Ook zij zijn kennelijk ontstaan door de werking van stromend water op beweeglijke zandkorrels. Verdiep u maar vast eens in de vele mogelijkheden, welke er op dit gebied blijkbaar bestaan, dan kunen we het er bij een volgende gelegen heid wel eens nader over hebben. Want golven en golfbewegingen vormen een heel bijzonder hoofdstuk in de natuur. Kees Hana

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 15