VAN DEN BERG A N D R A r Benjamino Gigli overleden Amerika veert op in de raket wedloop met de Sovjet-Unie Duozanger Hofmann overleden j <praatatosl Van dag tot dag V Politiek en moraal Na Enrico Caruso de meest bewonderde operazanger MAANDAG 2 DECEMBER 1957 3 FIAT 10 st. 2.70j IDEAAL 10 st. 3.10, GRACIA 10 st. 3.60 moderne schemerlampen fOp de -X TELEVISIE RADIO GR AMMOFOONPLATEN Televisie- en Radio-specialisten Zijlstraat 87 - Tel. 11110 - Haar!*» Collaboratie Schoenmak er szoon Rust op Koningin Juliana- school weergekeerd Directeur, alsmede drie leraren ontslagen Kerkelijk Nieuws Een paard is ook maar een mens Onderwijl groeit het besef dat Oost en West moeten samenleven op basis van een reële afbakening Zondag is plotseling in zijn woning in Amsterdam op 67-jarige leeftijd overle den de heer J. G. Hofmann, die vele ja ren samen met zijn echtgenote het beken de Duo Hofmann heeft gevormd. Dit duo ontstond in de eerste wereld oorlog en werd later met een tweetal doch ters uitgebreid tot een kwartet, dat ech ter na het huwelijk van de dochters weer tot een duo werd teruggebracht. De heer en mevrouw Hofmann zijn herhaaldelijk opgetreden voor radio en televisie. Juist zou dezer dagen een nieuwe serie gramo- foonplaten van hun repertoire worden ge maakt. De crematie van het stoffelijk overschot zal te Driehuis-Westerveld ge schieden op donderdag 5 december na aan komst van de trein van 13.04 uur. Onze jaarlijkse surpriseavond wordt al tijd, tegen onze zin, opgeluisterd door de bejaarde vrij gezelligheid van neef Egbert, die alleen op de wereld staat en deswege als een koekoek alle nesten van de uitge breide familie met het ei zijner irriterende aanwezigheid vult. Neef Egbert is een geestig man, die de gewoonte heeft surprises voor alle gezins leden te fabriceren in subtiele stijl. Zijn cadeautjes bestaan altijd uit minderwaar dige prullen, maar hij maakt er paketten van die grote verwachtingen wekken. Als er pakjes worden uitgepakt die niet van hem afkomstig zijn, zit hij somber toe te kijken, doch bij het ontwikkelen van zijn eigen geesteskinderen valt hij van de ene lachbui in de andere. Vorig jaar kreeg ik van hem een grote kruik oude Schiedammer. Tenminste, dat dacht ik. Er werden dadelijk glazen te voorschijn gehaald, want ik wilde het vor stelijke cadeau niet helemaal voor mezelf bewaren. Maar toen ik wilde schenken, barstte neef Egbert in een holle lachbui uit. Er kwam namelijk een tipje van een goedkope katoenen zakdoek uit, en verder zat er dan ook niets in. Dat kan wel erg geestig zijn, maar ik hou niet van dergelijke dooie mussen. Daarom geef ik dit jaar neef Egbert een waardevol cadeau. Ik heb de kruik name lijk zuinig bewaard en die krijgt hij nu van mij. Hij is zó geestig, dat hij dadelijk zal snappen wat de mop is natuurlijk. Hij laat zich niet bedotten, zoals ik. Dus ik twijfel er niet aan dat hij de kruik met een vlot gebaar zal ontkurken en aan zijn mond zal zetten. Hélemaal achterover. En lachen dat hij zal! Maar wij ook. Want de kruik zal name lijk boordevol goede oude genever zitten. Tamarinde ADVERTENTIE RUIME KEUZE in Gr. Houtstr. 163, Tel. 12393, Haarlem Ad Fundum ADVERTENTIE ADVERTENTIE Bij de voldoening van Nederlandse zij de over de afloop van het UNO-debat ten aanzien van Nederlands Nieuw Guinea past weinig optimisme voor de toekomsti ge verhouding tussen Nederland en Indo nesië. Deze verhouding zou misschien bij een andersluidende conclusie van de UNO enige tijd hebben kunnen steunen op een basis, die evenmin weinig kansen op verbe tering zou hebben geboden, doch op dit mo ment lijken alle mogelijkheden tot ver zoening uitgesloten. Tenminste, zolang de Indonesische politiek bepaald wordt door figuren, die spectaculaire ondernemingen moeten blijven stellen tegenover hun onmacht om het land zelf uit de chaos op te heffen, waarin zij het hebben laten weg glijden bij hun enge ambities voor eigen politieke belangen. De maatregelen, die deze regeringsfiguren hebben uitgedacht als reactie op het blauwtje, dat Indonesië bij de UNO heeft gelopen, kenmerken op nieuw deze zeer enge ambities. Zij snij den in het eigen Indonesische vlees en of feren Indonesische belangen op, ook al zijn daarbij ook Nederlandse belangen ge moeid. Een regering, die zelf een staking verplicht stelt en de vrijheid van drukpers wegvaagt, geeft daarmee te kennen dat zij in deze situatie van wraakoefening geen oog wenst te hebben voor het feit, dat Indonesische burgerbelangen worden geschaad. Stakingen in Nederlandse be drijven benadelen de Indonesische eco nomie. Verbod van Nederlandse persorga nen en in het Nederlands verschijnende Indonesische bladen berooft ook talrijke Indonesiërs van hun lectuur. En dat al les om eën ververwijderd eiland, waar van de invoeging in het Indonesische staatsbestel zelfs door met Indonesië nauwverbonden landen als een verbazing wekkend geval van ongegronde annexatie zou moeten worden bestempeld; het UNO- debat heeft duidelijk genoeg aangetoond, hoe zwak de Indonesische aanspraken zijn. Er is altijd nog een theoretische mogelijk heid, dat Nederland en Indonesië samen de kwestie Nieuw Guinea zouden bekijken uit het oogpunt van het belang hunner we derzijdse betrekkingen tot elkaar. Dat kan gebeuren, wanneer Indonesië het denk beeld van annexatie laat varen en zich be reid toont, oog te hebben voor datgene wat voor Nieuw Guinea het beste is. Ge zamenlijke exploratie en beheersuitoefe- ning, wellicht onder auspiciën van de UNO en misschien met Australië als derde deel genoot, is een procedure die ongetwijfeld zowel in UNO-kringen als in Den Haag het bestuderen waard zou worden geacht. Doch de houding, die Indonesië bij het i laatste UNO-debat heeft aangenomen en thans demonstreert als reactie daarop, wijst wel zeer duidelijk naar het feit dat Indonesië een dergelijke oplossing aller minst ambieert en dus ook niet als basis van eventuele onderhandelingen zou aan vaarden. De onverantwoordelijke elementen, die in Djakarta dood en schrik hebben ge zaaid met handgranaten, hebben wellicht de thans ontstane situratie bruikbaar ge acht om tweeërlei oogmerk te dienen: hun politieke afkeer van Soekarno en hun an ti-Nederlandse gevoelens hebben zij tege lijkertijd trachten te dienen door een aan slag, waarvoor geen enkel excuus te vin den is. Het is te hopen dat de Indonesische president, die op gelukkige wijze aan het doodsgevaar is ontkomen, zijn invloed zal aanwenden opdat deze aanslag niet op nieuw dubbelzinnig wordt gebruikt en in gepast in de officiële anti-Nederland-ac tie. Evenzeer is het te hopen dat hij het onderscheidingsvermogen zal bevorderen bij regering en volk voor het verschil tus sen politieke wrijfpunten en de eisen ener geordende samenleving, zodat de politie ke nederlaag van zijn regering niet zal worden gewroken op de levensbelangen van onschuldige mensen. Deze levensbe langen zijn tot dusver toch al misbruikt als instrument van pressie, in strijd met de moraal van ieder beschaafd volk, van welke huidskleur ook. De wereldberoemde Italiaanse operazanger Benjamino Gigli is zaterdag in Rome aan een longontsteking overleden. Gigli was zevenenzestig jaar. Hij was na Caruso de meest bewonderde operazanger. In 1955 heeft bij zijn carrière op medisch advies moeten beëindigen. Eenenveertig jaar had hij toen in het openbaar opgetreden. In 1932 en 1947 heeft Gigli in ons land gezongen. Gigli werd op 20 maart 1890 geboren in Recanati, 25 kilometer ten zuiden van de Adriatische havenplaats Ancona. De tenor zong voor de eerste keer op het operapo dium in Rovigo, in 1914. Hij maakte zijn debuut in „La Gioconda." In het zelfde jaar nog zong hij voor de eerste keer in het beroemde La Scala in Milaan, in „La Bohème." In de daarop volgende decen nia nam Gigli ruim zestig opera's in zijn repertoire op en zong hij over de hele wereld, in de grote operagebouwen van Europa en Zuid-Amerika, in de Metropo- litaan Opera in New York en in het Royal Opera House in Londen. Hij was een van de meest vereerde operazangers, maar in de tweede wereldoorlog kreeg hij vele te genstanders, niet door de kunst, maar door de politiek. In geallieerde landen werd hij bekriti seerd wegens zijn beweerde collaboratie met de dictatuur van Benitö Mussolini. Benjamino Gigli, de tenor, die in de hele wereld werd bewonderd. Hij ontkende ooit een fascist geweest te zijn, maar gaf toe vaak voor kopstukken van het regiem gezongen te hebben. „Wat had ik moeten doen? Het was in mijn land. Zij waren de autoriteiten. Mijn werk is zingen. Ik kon mij geen achter uitgang veroorloven," zo heeft Gigli zich verweerd. Hij werd uitgefloten toen hij zijn eerste liefdadigheidsvoorstellingen gaf voor geallieerde troepen en na de slag om de Italiaanse laars. Maar telkenmale veranderde het gefluit in gejuich, wanneer hij zijn gehoor met zijn stem veroverde. De verwijten aan het adres van Gigli we gens zijn fascistische sympathieën, be reikten hun hoogtepunt in 1938, toen hij zong voor een groot gehoor waarin zich Mussolini en Hitier bevonden. Het jaar daarop verliet hij de Metropolitan Opera ADVERTENTIE in New York, tijdens een storm van be schuldigingen. Het duurde vele jaren voor hij terugkwam. Maar toen dat gebeurde, was het de terugkeer van een triomfator. Zijn muzikale ballingschap om politieke redenen was een cause celèbre geworden bij de Amerikaanse muziekliefhebbers, zo ongeveer als het geval was met de Noor se sopraan Kirsten Flagstad. Het fascis tisch etiket maakt het Gigli, ondanks zijn bewonderde stem, na de oorlog moeilijk een „comeback" in eigen land te maken. Hij ging naar Zuid-Amerika voor een uitge breide tournee maar tenslotte keerde hij terug in de beroemde theaters van Italië. Vaak zong hij met zijn dochter Rina, hun stemmen mengden zich in Puccini's be roemde duetten. De grammofoonplaat maakte voor de tenor de weg vrij om door het Amerikaanse en Britse publiek harte lijk ontvangen te worden, toen hij daar in de zomer van 1955 terugkeerde, een tournee die overigens zijn laatste was. Hij kreeg toen fantastische ovaties, eerst in de Albert Hall in Londen, in mei 1955, en in juli van dat jaar in de Cargenie Hall in New York. Bij beide gelegenheden wer den zijn concerten op de grammofoon plaat opgenomen. In oktober 1955 advi seerden zijn artsen hem het zingen tc sta ken. Gigli was toen ziek wegens wat de dokters noemden „een terugkeer van acu te, inwendige kwalen." Bijna eenenveer tig jaar heeft Gigli voor publiek gezongen. Hij zong in hoofdzaak Italiaanse en de lichtere Duitse opera's. Toen Enrico Ca ruso overleed, in 1921, werd Gigli als een- endertigiarige zijn opvolger. Behalve dat Gigli op het toneel zong, trad hij op in veertien films voor Italiaanse maat- schappijen. Tot de bekendste behoren „Ave Maria" en „Giuseppe Verdi." j Gigli kwam uit een eenvoudig Italiaans I gezin en hij begon zijn loopbaan als apothekersassistent. Hij zong in een plaat selijk koor en werd naar de schola canto rum van de Sixtijnse kapel en naar de Stoecelia Academie in Rome gezonden. Hij was toen een bariton, maar zijn stem veranderde in tenor. Gigli was altijd een verlegen en tamelijk eenvoudig man. Hij liet zich in Engeland graag „Mister Giggly" noemen. „Ik werd geboren met een stem en met weinig anders, geen geld, geen invloed, geen andere talenten", zo heeft hij eens gezegd. „Zonder de spe ciale vorm van mijn stembanden, zou ik waarschijnlijk tafels geschaafd hebben, of broeken genaaid of schoenen gerepareerd, zoals mijn vader deed". Hij had de for tuin, dat hij in opkomst was op een tijd stip dat Caruso zijn beste tijd achter zich had. Diens bewonderaars keken vanzelf naar een opvolger, en ¥bnden er een. Gigli's favoriete rol was in „Andrea Che- nir" van Giordano. Als jongen van onge veer tien jaar werkte Gigli in de keuken van een edelman, om te helpen het inko men van het gezin Gigli te vergroten. Het was daar dat Gigli's buitengewone stem het eerst werd opgemerkt. Zijn eerste concerten-voor-de-vuist-weg, werden ge geven in de bediendenvertrekken van die edelman. Zijn eerste zangdocent was zijn moeder. Na zijn studie in Rome kreeg hij zijn eerste operarol in het provincie-thea ter, in „La Gioconda". Zijn optreden le verde hem ongeveer twintig gulden op. Later zou hij een half miljoen per jaar verdienen en tot 1932 werd hem door de Metropolitan Opera in New York alleen al tweehonderdduizend gulden betaald. Zo werd hij waarschijnlijk 's werelds rijk ste operaster. Overal kon hij de gage be dingen die hij wenste en hij gaf waar voor het geld. Zelden is er een groot zanger ge weest, die zo bereidwillig „encore" na „encore" gaf voor zijn betoverde publiek. Hij huwde een Italiaans meisje, Constan- za. Zijn dochter Ester werd een zangeres met de toneelnaam Rina. Hij had een zoon Enzo, die het beroep van zijn vader niet volgde. In Italië was hij een groot man. Hij liet zich een paleis bouwen met zestig slaapkamers en drieëntwintig badkamers. Eens heeft hij geweigerd te zingen. Dat was in 1953, toen hij als een kandidaat der christen-democraten verscheen in Mace- rata. „Zingen, zingen", schreeuwde het publiek, toen hij op het podium ver scheen. Gigli schudde van neen. „Dit is geen tijdstip om te zingen", sprak hij. Hij trok zijn kandidatuur terug. Het stoffelijk overschot wordt vandaag bijgezet, vermoedelijk in de graftombe in KLAGENFURT (APA) Dc moeilijk heden op de „Koningin-Julianaschool", die enkele weken geleden op de Iselsberg bij Winklern in Oostenrijk, is geopend, zijn opgelost. De Hongaarse vluchtelingen kinderen die het schoolbewind te straf vonden en daartegen ondermeer in hon gerstaking gingen, hebben hun verzet op gegeven. Een commissie van onderzoek heeft de directeur van het internaat, de Hongaar se priester J. Szoeke en twee leraren ont slagen. Een lerares heeft, in overleg met de commissie, zelf ontslag genomen. Het in Nederland woonachtige lid van de Nederlandse vereniging voor de Ko ningin Julianaschool de heer W. L. Viersma heeft, na een telefonisch onder houd met Wenen, meegedeeld, dat zich een normaal gezagsprobleem heeft voor gedaan, zoals kan optreden in iedere ge meenschap van jongemensen, die in een internaat samen leven. Het bestuur van de school was voornemens de leiding te reorganiseren, maar om verschillende redenen was hiervan nog niets gekomen. De directie trad wat te nerveus en te driftig op, waardoor spanningen opti'aden, mede doordat bepaalde wensen niet wer den ingewilligd. Toen bovendien bekend werd gemaakt dat des avonds een half uur langer moest worden gestudeerd, be gonnen de moeilijkheden. De heer Viers ma ontkende dat de politie tussenbeide was gekomen. Evang. Luth. Kerk Drietal te Breda-'s-Hertogenbosch-Heus- d.en H. Johannes te Middelburg-Vlissingen, ar. C. H. Lindijer te Rotterdam en dr. G. J. Lindijer te Amsterdam, van wie eerstge noemde is beroepen. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Hoogkerk en Leegkerk J. J. van Ravenswaaij te Veendam. Aangenomen naar Madrid (New York, U.S.A.) (Scotch Presv. Church) G. J. Geurtsen te Utrecht naar Zonnemaire W. S. Duvekot, vicaris te Souburg. Benoemd tot hulpprediker te Musselka- naal J. van de Wal, hulpprediker te Ter- wolde. S0000000000^^ 8 Zondagmiddag werd de Rotterdamse politie van vele kanten opgebeld, dat zich in een café op het Oostcinde in Kralingen een dronken paard bevond. Er werden twee politie-auto's naar het café gestuurd, waarvoor een grote me nigte samendromde. Toen de politieman- i nen de zaak binnengingen stond er in- derdaad een paard aan de bar. Het bleek - echter, dat het dier geen bier, zoals werd beweerd, had gedronken, maar koffie. C Ook had het zich tegoed gedaan aan sui- q ker, waarmee het rijkelijk werd ver- g S wend. 5 De baas van het paard, een koetsier, 8 i was van mening, dat bles na een hele dag in de kou te hebben gelopen, ook 8 wel wat warmte en een verkwikkende q dronk had verdiend. Daar er van ge- bruik van sterke drank door het paard q niets was gebleken en de eigenaar van de zaak geen bezwaar had tegen de aan- f wezigheid van de ongewone gast, nam de politie geen maatregelen. Een eindje 8 verder in de straat stond het koetsje. maar het duurde nog wel even voordat het paard er weer voor gespannen werd, 8 want het bleef met zjjn baas gezellig een uurtje binnen. R y X)OOOOOOOOOOOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOC>OOOOOOOOOOOC>OOOOOOOOOOOOC Egyptische stijl, die hij in zijn geboorte plaats Recanati voor dat doel heeft laten bouwen. De VARA heeft zaterdagavond haar radioprogramma gewijzigd en een herdenking van de Italiaanse zanger in gelast. De musicoloog Leo Riemens ver klaarde desgevraagd Gigli de meest popu laire zanger van het Italiaanse operato neel na Caruso te vinden. Ook prof. Hen drik Andriessen, directeur van het Ko ninklijk Conservatorium in Den Haag, zei het heengaan te betreuren van een van de grootste vertegenwoordigers van de ty pisch Italiaanse zang. (Van onze correspondent in Washington) Nu het besef goed is doorgedrongen, dat de Russen opzienbarende vorderingen heb ben gemaakt in de wapentechniek, neemt men te Washington tegelijkertijd twee reacties waar. Allereerst een indrukwek kende voortvarendheid, die erop gericht is het verloren terrein in te halen, daarnaast echter ook een groeiend besef, dat de wed loop in bewapening tot een wereldwijde catastrofe kan leiden en dat daarom voor de mensheid alleen heil te verwachten is van een op de realiteit gebaseerde coëxi stentie met het communistische deel van de wereld. Vrijwel elke dag ziet men koppen in de krant, zoals: „De vloot krijgt extra geld voor haar Polaris", „McElroy verklaart dat er vaart gezet zal worden achter het anti raket wapen", „Gebied in Wyoming ge kozen voor afschieten van de Atlas", „Sjoedig massaproduktie van raketten voor middelbare afstand", „Meteoren van de luchtmacht waarschijnlijk onderweg naar de zon", enzovoorts. Dit zijn koppen uit serieuze kranten, het nieuws in die artikelen is wel gefundeerd. De Polaris, waaraan de vloot werkt, is een raket die van atoomonderzeeboten kan worden af geschoten en een afstand van 2400 kilo meter kan afleggen. De Atlas is een lange-afstand-raket, die nog niet gereed is; er is begonnen aan het afvuur-basis- gebouw voor dit projectiel, dat een bereik moet hebben van 8000 kilometer. Wanneer men in een ander artikel aankondigt dat spoedig de massa-produktie zal beginnen van de raketten voor middelbare afstand, dan betekent dit, dat het leger zijn Jupiter en dat de luchtmacht haar Thor aan de lopende band gaat vervaardigen, op een tijdstip, dat deze raketten nog niet vol ledig zijn beproefd. Men zet vaart achter de zaak en men vertrouwt op de Ameri kaanse vaardigheid in het overwinnen van obstakels. Sceptici zeggen, dat Amerika sedert de spoetnik nog geen enkele opzienbarende prestatie heeft geleverd, maar dat is op pervlakkige critiek, omdat voor prestaties in wetenschappenlijk verfijnde wapens vrij veel tijd nodig is, hoe hard men ook aan pakt. Twee figuren hebben in deze periode de waarnemers te Washington speciale reden tot vertrouwen gegeven: McElroy, de nieuwe minister van Defensie, en Killian, Eisenhowers speciale medewerker voor ra ket-ontwikkeling. Beiden zijn doordrongen van de ernst dezer periode, beiden hebben de overtuiging dat Amerika met wijs be leid en hard werken de dreigende gevaren te boven kan komen. Doch voordat Ameri ka, en het Westen in het algemeen, de achterstand zal hebben ingehaald, zal de wereld nog spannende dagen kunnen be leven. De derde man Er is nog een derde man, die van groot belang kan zijn voor de ontwikkeling te Washington. Dat is Adlai Stevenson, de Democratische kandidaat, die het in 1952 en 1956 tegen de republikein Eisenhower heeft afgelegd. De republikeinse regering heeft Stevensons medewerking verzocht in deze moeilijke periode, speciaal met het oog op de voorbereidingen voor de NAVO- conferentie te Parijs. Men moet nog af wachten hoeveel invloed Stevenson te Washington zal kunnen uitoefenen, doch één ding is zeker: hij zal niet alleen werken voor groter kracht van het Westen en met name voor betere samenwerking met de bondgenoten, doch hij zal tege lijkertijd steeds de nadruk leggen op de noodzaak van overleg met de communisten. Iedereen begreep, dat het Westen niet on middellijk na spoetnik met de Russen aan de conferentie-tafel kon gaan zitten. Dat zou te kennelijk een blijk van zwakte zijn geweest, maar zodra het Westen zich enigermate zal hebben hersteld, zal het dringend nodig zijn om terwille van de veiligheid tot een stabilisatie in de wereld te komen. Volgens Stevenson staat de wereld voor de keus: „ofwel verdelging, ofwel die broederschap der mensen, die van oudsher het visioen der zieners is ge weest". Broederschap? Dat woord „Broederschap" gaat velen wat ver, doch meer en meer hoort men Amerikaanse publicisten van gezag be togen, dat Oost en West tot een afbakening van belangen en tot afspraken moeten komen, die niet gebaseerd zijn op wens dromen, doch op de realiteit. Jarenlang heeft men in Amerika geloofd, dat men eerst een „positie van kracht" moest be reiken. Dan zou men met vrucht met de communisten kunnen onderhandelen en dan zouden zij ertoe te bewegen zijn hun greep op de satellietlanden te staken, in te stemmen met een democratische vereni ging van Duitsland enzovoort. De ironie van de geschiedenis is echter geweest, dat Amerika die positie van kracht jarenlang heeft ingenomen, doch dat het commu nisme in plaats van teruggedrongen werd, in vele delen van de wereld nog succes sen heeft geboekt, ondanks de Ameri kaanse superioriteit in kernwapens. Het is wel duidelijk geworden, dat men zijn hoop niet langer kan vestigen op een nieuwe, „machtspositie". Realisten zullen al blij zijn, wanneer Amerika de Russen zal inhalen, en dat kan jaren in beslag nemen. Vandaar dat meer en meer waarnemers zich beginnen af te vragen of het langer zin heeft, dat Washington de ogen sluit voor feiten, die het jarenlang niet heeft willen zien. Het feit bijvoorbeeld, dat er een groot communistisch land bestaat, dat China heet en dat de Sovjet-Unie invloed heeft gewonnen in het Nabije-Oosten, en zovoort. Het Eisenhower-plan, dat ten doel heeft het opdringen van het communisme in het Nabije-Oosten te keren, is gevaarlijk-vaag. Elke nieuwe communistische penetratie aldaar brengt risico's voor de vrede met zich, maar de Russen kunnen iedere keer te recht of ten onrechte in de ver onderstelling verkeren, dat hun nieuwste penetratie nog wel niet met de allerzwaar ste reactie zal worden weerstaan. Soms is het goed zijn tegenstander in het onzekere te laten, maar de geschiedenis heeft ge leerd, dat misrekeningen van expansionis- ten tot catastrofale gevolgen kan leiden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5