VAN DEN BERG
A N D R A
r
Benjamino Gigli overleden
Amerika veert op in de raket
wedloop met de Sovjet-Unie
Duozanger Hofmann
overleden
j <praatatosl
Van dag tot dag
V
Politiek en moraal
Na Enrico Caruso de meest
bewonderde operazanger
MAANDAG 2 DECEMBER 1957
3
FIAT
10 st. 2.70j
IDEAAL
10 st. 3.10,
GRACIA
10 st. 3.60
moderne
schemerlampen
fOp de -X
TELEVISIE
RADIO
GR AMMOFOONPLATEN
Televisie- en Radio-specialisten Zijlstraat 87 - Tel. 11110 - Haar!*»
Collaboratie
Schoenmak er szoon
Rust op Koningin Juliana-
school weergekeerd
Directeur, alsmede drie
leraren ontslagen
Kerkelijk Nieuws
Een paard is ook maar
een mens
Onderwijl groeit het besef dat Oost en West moeten
samenleven op basis van een reële afbakening
Zondag is plotseling in zijn woning in
Amsterdam op 67-jarige leeftijd overle
den de heer J. G. Hofmann, die vele ja
ren samen met zijn echtgenote het beken
de Duo Hofmann heeft gevormd.
Dit duo ontstond in de eerste wereld
oorlog en werd later met een tweetal doch
ters uitgebreid tot een kwartet, dat ech
ter na het huwelijk van de dochters weer
tot een duo werd teruggebracht. De heer
en mevrouw Hofmann zijn herhaaldelijk
opgetreden voor radio en televisie. Juist
zou dezer dagen een nieuwe serie gramo-
foonplaten van hun repertoire worden ge
maakt. De crematie van het stoffelijk
overschot zal te Driehuis-Westerveld ge
schieden op donderdag 5 december na aan
komst van de trein van 13.04 uur.
Onze jaarlijkse surpriseavond wordt al
tijd, tegen onze zin, opgeluisterd door de
bejaarde vrij gezelligheid van neef Egbert,
die alleen op de wereld staat en deswege
als een koekoek alle nesten van de uitge
breide familie met het ei zijner irriterende
aanwezigheid vult.
Neef Egbert is een geestig man, die de
gewoonte heeft surprises voor alle gezins
leden te fabriceren in subtiele stijl. Zijn
cadeautjes bestaan altijd uit minderwaar
dige prullen, maar hij maakt er paketten
van die grote verwachtingen wekken. Als
er pakjes worden uitgepakt die niet van
hem afkomstig zijn, zit hij somber toe te
kijken, doch bij het ontwikkelen van zijn
eigen geesteskinderen valt hij van de ene
lachbui in de andere.
Vorig jaar kreeg ik van hem een grote
kruik oude Schiedammer. Tenminste, dat
dacht ik. Er werden dadelijk glazen te
voorschijn gehaald, want ik wilde het vor
stelijke cadeau niet helemaal voor mezelf
bewaren. Maar toen ik wilde schenken,
barstte neef Egbert in een holle lachbui
uit. Er kwam namelijk een tipje van een
goedkope katoenen zakdoek uit, en verder
zat er dan ook niets in.
Dat kan wel erg geestig zijn, maar ik
hou niet van dergelijke dooie mussen.
Daarom geef ik dit jaar neef Egbert een
waardevol cadeau. Ik heb de kruik name
lijk zuinig bewaard en die krijgt hij nu
van mij. Hij is zó geestig, dat hij dadelijk
zal snappen wat de mop is natuurlijk.
Hij laat zich niet bedotten, zoals ik. Dus
ik twijfel er niet aan dat hij de kruik met
een vlot gebaar zal ontkurken en aan zijn
mond zal zetten. Hélemaal achterover. En
lachen dat hij zal!
Maar wij ook. Want de kruik zal name
lijk boordevol goede oude genever zitten.
Tamarinde
ADVERTENTIE
RUIME KEUZE in
Gr. Houtstr. 163, Tel. 12393, Haarlem
Ad Fundum
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Bij de voldoening van Nederlandse zij
de over de afloop van het UNO-debat ten
aanzien van Nederlands Nieuw Guinea
past weinig optimisme voor de toekomsti
ge verhouding tussen Nederland en Indo
nesië. Deze verhouding zou misschien bij
een andersluidende conclusie van de UNO
enige tijd hebben kunnen steunen op een
basis, die evenmin weinig kansen op verbe
tering zou hebben geboden, doch op dit mo
ment lijken alle mogelijkheden tot ver
zoening uitgesloten. Tenminste, zolang de
Indonesische politiek bepaald wordt door
figuren, die spectaculaire ondernemingen
moeten blijven stellen tegenover hun
onmacht om het land zelf uit de chaos op
te heffen, waarin zij het hebben laten weg
glijden bij hun enge ambities voor eigen
politieke belangen. De maatregelen, die
deze regeringsfiguren hebben uitgedacht
als reactie op het blauwtje, dat Indonesië
bij de UNO heeft gelopen, kenmerken op
nieuw deze zeer enge ambities. Zij snij
den in het eigen Indonesische vlees en of
feren Indonesische belangen op, ook al zijn
daarbij ook Nederlandse belangen ge
moeid. Een regering, die zelf een staking
verplicht stelt en de vrijheid van drukpers
wegvaagt, geeft daarmee te kennen dat
zij in deze situatie van wraakoefening
geen oog wenst te hebben voor het feit,
dat Indonesische burgerbelangen worden
geschaad. Stakingen in Nederlandse be
drijven benadelen de Indonesische eco
nomie. Verbod van Nederlandse persorga
nen en in het Nederlands verschijnende
Indonesische bladen berooft ook talrijke
Indonesiërs van hun lectuur. En dat al
les om eën ververwijderd eiland, waar
van de invoeging in het Indonesische
staatsbestel zelfs door met Indonesië
nauwverbonden landen als een verbazing
wekkend geval van ongegronde annexatie
zou moeten worden bestempeld; het UNO-
debat heeft duidelijk genoeg aangetoond,
hoe zwak de Indonesische aanspraken zijn.
Er is altijd nog een theoretische mogelijk
heid, dat Nederland en Indonesië samen
de kwestie Nieuw Guinea zouden bekijken
uit het oogpunt van het belang hunner we
derzijdse betrekkingen tot elkaar. Dat kan
gebeuren, wanneer Indonesië het denk
beeld van annexatie laat varen en zich be
reid toont, oog te hebben voor datgene
wat voor Nieuw Guinea het beste is. Ge
zamenlijke exploratie en beheersuitoefe-
ning, wellicht onder auspiciën van de UNO
en misschien met Australië als derde deel
genoot, is een procedure die ongetwijfeld
zowel in UNO-kringen als in Den Haag het
bestuderen waard zou worden geacht.
Doch de houding, die Indonesië bij het i
laatste UNO-debat heeft aangenomen en
thans demonstreert als reactie daarop,
wijst wel zeer duidelijk naar het feit dat
Indonesië een dergelijke oplossing aller
minst ambieert en dus ook niet als basis
van eventuele onderhandelingen zou aan
vaarden.
De onverantwoordelijke elementen, die
in Djakarta dood en schrik hebben ge
zaaid met handgranaten, hebben wellicht
de thans ontstane situratie bruikbaar ge
acht om tweeërlei oogmerk te dienen: hun
politieke afkeer van Soekarno en hun an
ti-Nederlandse gevoelens hebben zij tege
lijkertijd trachten te dienen door een aan
slag, waarvoor geen enkel excuus te vin
den is. Het is te hopen dat de Indonesische
president, die op gelukkige wijze aan het
doodsgevaar is ontkomen, zijn invloed zal
aanwenden opdat deze aanslag niet op
nieuw dubbelzinnig wordt gebruikt en in
gepast in de officiële anti-Nederland-ac
tie. Evenzeer is het te hopen dat hij het
onderscheidingsvermogen zal bevorderen
bij regering en volk voor het verschil tus
sen politieke wrijfpunten en de eisen ener
geordende samenleving, zodat de politie
ke nederlaag van zijn regering niet zal
worden gewroken op de levensbelangen
van onschuldige mensen. Deze levensbe
langen zijn tot dusver toch al misbruikt
als instrument van pressie, in strijd met
de moraal van ieder beschaafd volk, van
welke huidskleur ook.
De wereldberoemde Italiaanse operazanger Benjamino Gigli is zaterdag in Rome
aan een longontsteking overleden. Gigli was zevenenzestig jaar. Hij was na Caruso
de meest bewonderde operazanger. In 1955 heeft bij zijn carrière op medisch advies
moeten beëindigen. Eenenveertig jaar had hij toen in het openbaar opgetreden. In
1932 en 1947 heeft Gigli in ons land gezongen.
Gigli werd op 20 maart 1890 geboren in
Recanati, 25 kilometer ten zuiden van de
Adriatische havenplaats Ancona. De tenor
zong voor de eerste keer op het operapo
dium in Rovigo, in 1914. Hij maakte zijn
debuut in „La Gioconda." In het zelfde
jaar nog zong hij voor de eerste keer in
het beroemde La Scala in Milaan, in „La
Bohème." In de daarop volgende decen
nia nam Gigli ruim zestig opera's in zijn
repertoire op en zong hij over de hele
wereld, in de grote operagebouwen van
Europa en Zuid-Amerika, in de Metropo-
litaan Opera in New York en in het Royal
Opera House in Londen. Hij was een van
de meest vereerde operazangers, maar in
de tweede wereldoorlog kreeg hij vele te
genstanders, niet door de kunst, maar door
de politiek.
In geallieerde landen werd hij bekriti
seerd wegens zijn beweerde collaboratie
met de dictatuur van Benitö Mussolini.
Benjamino Gigli, de tenor, die in de
hele wereld werd bewonderd.
Hij ontkende ooit een fascist geweest te
zijn, maar gaf toe vaak voor kopstukken
van het regiem gezongen te hebben. „Wat
had ik moeten doen? Het was in mijn
land. Zij waren de autoriteiten. Mijn
werk is zingen. Ik kon mij geen achter
uitgang veroorloven," zo heeft Gigli zich
verweerd. Hij werd uitgefloten toen hij
zijn eerste liefdadigheidsvoorstellingen
gaf voor geallieerde troepen en na de slag
om de Italiaanse laars. Maar telkenmale
veranderde het gefluit in gejuich, wanneer
hij zijn gehoor met zijn stem veroverde.
De verwijten aan het adres van Gigli we
gens zijn fascistische sympathieën, be
reikten hun hoogtepunt in 1938, toen hij
zong voor een groot gehoor waarin zich
Mussolini en Hitier bevonden. Het jaar
daarop verliet hij de Metropolitan Opera
ADVERTENTIE
in New York, tijdens een storm van be
schuldigingen. Het duurde vele jaren voor
hij terugkwam. Maar toen dat gebeurde,
was het de terugkeer van een triomfator.
Zijn muzikale ballingschap om politieke
redenen was een cause celèbre geworden
bij de Amerikaanse muziekliefhebbers, zo
ongeveer als het geval was met de Noor
se sopraan Kirsten Flagstad. Het fascis
tisch etiket maakt het Gigli, ondanks zijn
bewonderde stem, na de oorlog moeilijk een
„comeback" in eigen land te maken. Hij
ging naar Zuid-Amerika voor een uitge
breide tournee maar tenslotte keerde hij
terug in de beroemde theaters van Italië.
Vaak zong hij met zijn dochter Rina, hun
stemmen mengden zich in Puccini's be
roemde duetten. De grammofoonplaat
maakte voor de tenor de weg vrij om door
het Amerikaanse en Britse publiek harte
lijk ontvangen te worden, toen hij daar
in de zomer van 1955 terugkeerde, een
tournee die overigens zijn laatste was. Hij
kreeg toen fantastische ovaties, eerst in
de Albert Hall in Londen, in mei 1955, en
in juli van dat jaar in de Cargenie Hall
in New York. Bij beide gelegenheden wer
den zijn concerten op de grammofoon
plaat opgenomen. In oktober 1955 advi
seerden zijn artsen hem het zingen tc sta
ken. Gigli was toen ziek wegens wat de
dokters noemden „een terugkeer van acu
te, inwendige kwalen." Bijna eenenveer
tig jaar heeft Gigli voor publiek gezongen.
Hij zong in hoofdzaak Italiaanse en de
lichtere Duitse opera's. Toen Enrico Ca
ruso overleed, in 1921, werd Gigli als een-
endertigiarige zijn opvolger. Behalve
dat Gigli op het toneel zong, trad hij op
in veertien films voor Italiaanse maat-
schappijen. Tot de bekendste behoren
„Ave Maria" en „Giuseppe Verdi."
j Gigli kwam uit een eenvoudig Italiaans
I gezin en hij begon zijn loopbaan als
apothekersassistent. Hij zong in een plaat
selijk koor en werd naar de schola canto
rum van de Sixtijnse kapel en naar de
Stoecelia Academie in Rome gezonden.
Hij was toen een bariton, maar zijn stem
veranderde in tenor. Gigli was altijd een
verlegen en tamelijk eenvoudig man. Hij
liet zich in Engeland graag „Mister
Giggly" noemen. „Ik werd geboren met
een stem en met weinig anders, geen
geld, geen invloed, geen andere talenten",
zo heeft hij eens gezegd. „Zonder de spe
ciale vorm van mijn stembanden, zou ik
waarschijnlijk tafels geschaafd hebben, of
broeken genaaid of schoenen gerepareerd,
zoals mijn vader deed". Hij had de for
tuin, dat hij in opkomst was op een tijd
stip dat Caruso zijn beste tijd achter zich
had. Diens bewonderaars keken vanzelf
naar een opvolger, en ¥bnden er een.
Gigli's favoriete rol was in „Andrea Che-
nir" van Giordano. Als jongen van onge
veer tien jaar werkte Gigli in de keuken
van een edelman, om te helpen het inko
men van het gezin Gigli te vergroten. Het
was daar dat Gigli's buitengewone stem
het eerst werd opgemerkt. Zijn eerste
concerten-voor-de-vuist-weg, werden ge
geven in de bediendenvertrekken van die
edelman. Zijn eerste zangdocent was zijn
moeder. Na zijn studie in Rome kreeg hij
zijn eerste operarol in het provincie-thea
ter, in „La Gioconda". Zijn optreden le
verde hem ongeveer twintig gulden op.
Later zou hij een half miljoen per jaar
verdienen en tot 1932 werd hem door de
Metropolitan Opera in New York alleen
al tweehonderdduizend gulden betaald.
Zo werd hij waarschijnlijk 's werelds rijk
ste operaster. Overal kon hij de gage be
dingen die hij wenste en hij gaf waar voor
het geld. Zelden is er een groot zanger ge
weest, die zo bereidwillig „encore" na
„encore" gaf voor zijn betoverde publiek.
Hij huwde een Italiaans meisje, Constan-
za. Zijn dochter Ester werd een zangeres
met de toneelnaam Rina. Hij had een zoon
Enzo, die het beroep van zijn vader niet
volgde. In Italië was hij een groot man.
Hij liet zich een paleis bouwen met zestig
slaapkamers en drieëntwintig badkamers.
Eens heeft hij geweigerd te zingen. Dat
was in 1953, toen hij als een kandidaat der
christen-democraten verscheen in Mace-
rata. „Zingen, zingen", schreeuwde het
publiek, toen hij op het podium ver
scheen. Gigli schudde van neen. „Dit is
geen tijdstip om te zingen", sprak hij. Hij
trok zijn kandidatuur terug.
Het stoffelijk overschot wordt vandaag
bijgezet, vermoedelijk in de graftombe in
KLAGENFURT (APA) Dc moeilijk
heden op de „Koningin-Julianaschool",
die enkele weken geleden op de Iselsberg
bij Winklern in Oostenrijk, is geopend,
zijn opgelost. De Hongaarse vluchtelingen
kinderen die het schoolbewind te straf
vonden en daartegen ondermeer in hon
gerstaking gingen, hebben hun verzet op
gegeven.
Een commissie van onderzoek heeft de
directeur van het internaat, de Hongaar
se priester J. Szoeke en twee leraren ont
slagen. Een lerares heeft, in overleg met
de commissie, zelf ontslag genomen.
Het in Nederland woonachtige lid van
de Nederlandse vereniging voor de Ko
ningin Julianaschool de heer W. L.
Viersma heeft, na een telefonisch onder
houd met Wenen, meegedeeld, dat zich
een normaal gezagsprobleem heeft voor
gedaan, zoals kan optreden in iedere ge
meenschap van jongemensen, die in een
internaat samen leven. Het bestuur van
de school was voornemens de leiding te
reorganiseren, maar om verschillende
redenen was hiervan nog niets gekomen.
De directie trad wat te nerveus en te
driftig op, waardoor spanningen opti'aden,
mede doordat bepaalde wensen niet wer
den ingewilligd. Toen bovendien bekend
werd gemaakt dat des avonds een half
uur langer moest worden gestudeerd, be
gonnen de moeilijkheden. De heer Viers
ma ontkende dat de politie tussenbeide
was gekomen.
Evang. Luth. Kerk
Drietal te Breda-'s-Hertogenbosch-Heus-
d.en H. Johannes te Middelburg-Vlissingen,
ar. C. H. Lindijer te Rotterdam en dr. G. J.
Lindijer te Amsterdam, van wie eerstge
noemde is beroepen.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Hoogkerk en Leegkerk J. J.
van Ravenswaaij te Veendam.
Aangenomen naar Madrid (New York,
U.S.A.) (Scotch Presv. Church) G. J.
Geurtsen te Utrecht naar Zonnemaire
W. S. Duvekot, vicaris te Souburg.
Benoemd tot hulpprediker te Musselka-
naal J. van de Wal, hulpprediker te Ter-
wolde.
S0000000000^^
8 Zondagmiddag werd de Rotterdamse
politie van vele kanten opgebeld, dat
zich in een café op het Oostcinde in
Kralingen een dronken paard bevond.
Er werden twee politie-auto's naar het
café gestuurd, waarvoor een grote me
nigte samendromde. Toen de politieman-
i nen de zaak binnengingen stond er in-
derdaad een paard aan de bar. Het bleek
- echter, dat het dier geen bier, zoals werd
beweerd, had gedronken, maar koffie. C
Ook had het zich tegoed gedaan aan sui-
q ker, waarmee het rijkelijk werd ver- g
S wend.
5 De baas van het paard, een koetsier, 8
i was van mening, dat bles na een hele
dag in de kou te hebben gelopen, ook
8 wel wat warmte en een verkwikkende
q dronk had verdiend. Daar er van ge-
bruik van sterke drank door het paard
q niets was gebleken en de eigenaar van
de zaak geen bezwaar had tegen de aan- f
wezigheid van de ongewone gast, nam
de politie geen maatregelen. Een eindje
8 verder in de straat stond het koetsje.
maar het duurde nog wel even voordat
het paard er weer voor gespannen werd,
8 want het bleef met zjjn baas gezellig een
uurtje binnen.
R y
X)OOOOOOOOOOOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOC>OOOOOOOOOOOC>OOOOOOOOOOOOC
Egyptische stijl, die hij in zijn geboorte
plaats Recanati voor dat doel heeft laten
bouwen. De VARA heeft zaterdagavond
haar radioprogramma gewijzigd en een
herdenking van de Italiaanse zanger in
gelast. De musicoloog Leo Riemens ver
klaarde desgevraagd Gigli de meest popu
laire zanger van het Italiaanse operato
neel na Caruso te vinden. Ook prof. Hen
drik Andriessen, directeur van het Ko
ninklijk Conservatorium in Den Haag, zei
het heengaan te betreuren van een van de
grootste vertegenwoordigers van de ty
pisch Italiaanse zang.
(Van onze correspondent in Washington)
Nu het besef goed is doorgedrongen, dat
de Russen opzienbarende vorderingen heb
ben gemaakt in de wapentechniek, neemt
men te Washington tegelijkertijd twee
reacties waar. Allereerst een indrukwek
kende voortvarendheid, die erop gericht is
het verloren terrein in te halen, daarnaast
echter ook een groeiend besef, dat de wed
loop in bewapening tot een wereldwijde
catastrofe kan leiden en dat daarom voor
de mensheid alleen heil te verwachten is
van een op de realiteit gebaseerde coëxi
stentie met het communistische deel van
de wereld.
Vrijwel elke dag ziet men koppen in de
krant, zoals: „De vloot krijgt extra geld
voor haar Polaris", „McElroy verklaart dat
er vaart gezet zal worden achter het anti
raket wapen", „Gebied in Wyoming ge
kozen voor afschieten van de Atlas",
„Sjoedig massaproduktie van raketten
voor middelbare afstand", „Meteoren van
de luchtmacht waarschijnlijk onderweg
naar de zon", enzovoorts. Dit zijn koppen
uit serieuze kranten, het nieuws in die
artikelen is wel gefundeerd. De Polaris,
waaraan de vloot werkt, is een raket die
van atoomonderzeeboten kan worden af
geschoten en een afstand van 2400 kilo
meter kan afleggen. De Atlas is een
lange-afstand-raket, die nog niet gereed
is; er is begonnen aan het afvuur-basis-
gebouw voor dit projectiel, dat een bereik
moet hebben van 8000 kilometer. Wanneer
men in een ander artikel aankondigt dat
spoedig de massa-produktie zal beginnen
van de raketten voor middelbare afstand,
dan betekent dit, dat het leger zijn Jupiter
en dat de luchtmacht haar Thor aan de
lopende band gaat vervaardigen, op een
tijdstip, dat deze raketten nog niet vol
ledig zijn beproefd. Men zet vaart achter
de zaak en men vertrouwt op de Ameri
kaanse vaardigheid in het overwinnen van
obstakels.
Sceptici zeggen, dat Amerika sedert de
spoetnik nog geen enkele opzienbarende
prestatie heeft geleverd, maar dat is op
pervlakkige critiek, omdat voor prestaties in
wetenschappenlijk verfijnde wapens vrij
veel tijd nodig is, hoe hard men ook aan
pakt.
Twee figuren hebben in deze periode de
waarnemers te Washington speciale reden
tot vertrouwen gegeven: McElroy, de
nieuwe minister van Defensie, en Killian,
Eisenhowers speciale medewerker voor ra
ket-ontwikkeling. Beiden zijn doordrongen
van de ernst dezer periode, beiden hebben
de overtuiging dat Amerika met wijs be
leid en hard werken de dreigende gevaren
te boven kan komen. Doch voordat Ameri
ka, en het Westen in het algemeen, de
achterstand zal hebben ingehaald, zal de
wereld nog spannende dagen kunnen be
leven.
De derde man
Er is nog een derde man, die van groot
belang kan zijn voor de ontwikkeling te
Washington. Dat is Adlai Stevenson, de
Democratische kandidaat, die het in 1952
en 1956 tegen de republikein Eisenhower
heeft afgelegd. De republikeinse regering
heeft Stevensons medewerking verzocht in
deze moeilijke periode, speciaal met het
oog op de voorbereidingen voor de NAVO-
conferentie te Parijs. Men moet nog af
wachten hoeveel invloed Stevenson te
Washington zal kunnen uitoefenen, doch
één ding is zeker: hij zal niet alleen
werken voor groter kracht van het Westen
en met name voor betere samenwerking
met de bondgenoten, doch hij zal tege
lijkertijd steeds de nadruk leggen op de
noodzaak van overleg met de communisten.
Iedereen begreep, dat het Westen niet on
middellijk na spoetnik met de Russen aan
de conferentie-tafel kon gaan zitten. Dat
zou te kennelijk een blijk van zwakte zijn
geweest, maar zodra het Westen zich
enigermate zal hebben hersteld, zal het
dringend nodig zijn om terwille van de
veiligheid tot een stabilisatie in de
wereld te komen. Volgens Stevenson staat
de wereld voor de keus: „ofwel verdelging,
ofwel die broederschap der mensen, die
van oudsher het visioen der zieners is ge
weest".
Broederschap?
Dat woord „Broederschap" gaat velen
wat ver, doch meer en meer hoort men
Amerikaanse publicisten van gezag be
togen, dat Oost en West tot een afbakening
van belangen en tot afspraken moeten
komen, die niet gebaseerd zijn op wens
dromen, doch op de realiteit. Jarenlang
heeft men in Amerika geloofd, dat men
eerst een „positie van kracht" moest be
reiken. Dan zou men met vrucht met de
communisten kunnen onderhandelen en
dan zouden zij ertoe te bewegen zijn hun
greep op de satellietlanden te staken, in
te stemmen met een democratische vereni
ging van Duitsland enzovoort. De ironie
van de geschiedenis is echter geweest, dat
Amerika die positie van kracht jarenlang
heeft ingenomen, doch dat het commu
nisme in plaats van teruggedrongen werd,
in vele delen van de wereld nog succes
sen heeft geboekt, ondanks de Ameri
kaanse superioriteit in kernwapens.
Het is wel duidelijk geworden, dat men
zijn hoop niet langer kan vestigen op een
nieuwe, „machtspositie". Realisten zullen
al blij zijn, wanneer Amerika de Russen
zal inhalen, en dat kan jaren in beslag
nemen.
Vandaar dat meer en meer waarnemers
zich beginnen af te vragen of het langer
zin heeft, dat Washington de ogen sluit
voor feiten, die het jarenlang niet heeft
willen zien. Het feit bijvoorbeeld, dat er
een groot communistisch land bestaat, dat
China heet en dat de Sovjet-Unie invloed
heeft gewonnen in het Nabije-Oosten, en
zovoort.
Het Eisenhower-plan, dat ten doel heeft
het opdringen van het communisme in het
Nabije-Oosten te keren, is gevaarlijk-vaag.
Elke nieuwe communistische penetratie
aldaar brengt risico's voor de vrede met
zich, maar de Russen kunnen iedere keer
te recht of ten onrechte in de ver
onderstelling verkeren, dat hun nieuwste
penetratie nog wel niet met de allerzwaar
ste reactie zal worden weerstaan. Soms is
het goed zijn tegenstander in het onzekere
te laten, maar de geschiedenis heeft ge
leerd, dat misrekeningen van expansionis-
ten tot catastrofale gevolgen kan leiden