Als u zachtheid zoekt, dan vindt u GOLDEN FICTION Oost-Berlijn leeft onder een stelsel van volkomen willekeur Vandaag is het sector-verkeer vrij, maar morgen kan er strenge controle zijn Van dag tot dag i Vreemde raad Partners DINSDAG 10 DECEMBER 1957 GOLDEN FICTION, een gulden genieting voor 90 cent r n Kort nieuws Amerikaans-Brits lucht- commando in Engeland? BERLIJNéén stad tzvee werelden 5 o ADVERTENTIE Wie in Berlijn van de Westsector naar de Oostsector wil graan, kan dat op ver schillende manieren doen. In de S-Bahn kan men blijven zitten, want deze trein rijdt gewoon door van west naar oost. Iets moeilijker wordt het met de Untergrund en met de stadstram, want aan de sectorengrens moet men uitstappen en dan de U-Bahn of de tram van de Oostsector nemen. Maar meestal is hier vrijwel direct aansluiting. Tenslotte kan men gewoon te voet de grens overgaan. In het laatste geval ziet de bezoeker eerst een waarschuwingsbord in het Duits; even verder een bord met een opschrift in het Frans of Engels, afhankelijk van het feit of men uit de Franse sector of uit de Engelse of Amerikaanse naar het oosten gaat. Bij de sectorgrens staat dan nog een aankondiging dat dit de Democratische sector van Berlijn is. Verder is er geen bijzonders, want niettegenstaande al deze borden doen vermoeden dat er nu heel wat gaat gebeuren, gebeurt er meestal helemaal niets. De Oostberljjnse politie laat ieder gewoon passeren. Maar zo is het niet altijd. Vandaag gaat de Oost- berlijner, die in West zijn inkopen gedaan heeft, met zijn pakken rustig over de grens en niemand valt hem lastig, maar morgen kan aan de grens een strenge controle zijn, waarbij alle gekochte waren in beslag worden genomen. De koper wordt dan zwaar gestraft, want door zjjn handelwijze heeft hjj „het aanzien van de Duitse Democra tische Republiek geschaad". Dat kan worden gestraft als sabotage, waarvoor de straffen niet gering zijn. In het voorlopig verslag van de Tweede Kamer over de begroting van „Oorlog" schrik niet, lezer, er is nog niets van dien aard te verwachten worden tal van opmerkingen gemaakt, die grote belang stelling doen rijzen voor het antwoord van minister Staf. De mogelijkheid van ver korting der eerste oefening, de straaljagers op Deelen, de geleide projectielentragedie, de invloed van Amerika op de mo dernisering van ons leger en de twijfel achtige waarde van de Europese radar bij de huidige stand der militaire vindingen waren aangeroerde onderwerpen, waar over minister Staf een zeer interessante causerie zou kunnen houden met een uit voerig debat n;. de pauze. Doch er is ook een opmerking gemaakt, die niet zozeer interessant als onrustbarend is. In de Tweede Kamer zetelen namelijk leden, die blijkbaar zozeer met zorg voor de voorziening van militaire vacatures zijn vervuld, dat zij de minister tot een soort Zuidamerikaanse methode willen inspire ren. Zij vragen namelijk, waarom ver zuimd is de attractie van het dienstnemen te verhogen door het gehuwde militaire aspjrant-kader goede huisvesting aan te bieden. Net als dat in West-Duitsland en Frankrijk gebeurt, voegen deze leden er terechtwijzend aan toe. Afgezien van het feit dat' Nederland al lerminst gehouden is vreemde praktijken toe te passen uit de overweging, dat Duitsland en Frankrijk het ook doen, moet ons van het hart dat hier een middel wordt aangeprezen waarmee het in Ne derland toch al zo moeilijk te popularise ren militaire apparaat ronduit antipathiek zou worden gemaakt. De vele duizenden Nederlandse burgers, die slachtoffer zijn van de woningnood en in grote spanning alle kronkelingen gadeslaan, waarmee de overheid probeert uit het keurslijf van de huisvestings tragedie te komen, zouden het allerminst als een aanvaardbare taktiek zien, wanneer deze overheid een deel der be volking preferentie zou geven uit de be schikbare woningvoorraad onder het mo tief, dat het leger zo belangrijk is voor de Nederlandse gemeenschap. Zonder aan die belangrijkheid te twij felen zullen zij immers terecht aanvoeren, dat in het apparaat der staatshuishouding en samenleving elk wieltje en schroefje zijn naar verhouding even belangrijke taak vervult en dat een goede woning en een mogelijkheid tot gezinsvorming het recht van iedere burger zijn, zonder voor keur of discriminatie. Iedereen zal onze militairen van harte een goede huisvesting gunnen. De kazer nering is in ons land jarenlang een treuri ge zaak geweest, waarover oudgedienden uit 1940 en daarvoor zullen kunnen mee praten. Doch in deze tijd van nijpende schaarste aan woningen, die mede door gebrek aan kapitaal voorlopig niet kan worden gelenigd, zou het onverantwoord zijn een deel van de beschikbare bouwmo- gelijkheid als wervingsmiddel voor het leger te gebruiken. Het benodigde geld, uit welke kas het ook geput wordt, moet worden afgenomen van de kapitaalsvoor- raad en het materiaal plus de werkkrach ten moeten worden onttrokken aan de ar senalen daarvan, waardoor de burgerwo- ningbouw schade lijdt een schade die hij onmogelijk kan dragen. Minister Staf heeft blijkbaar tot dusver dit middel ter personeelswerving nog niet aangewend. Laten wij vurig hopen dat hij ook ditmaal geen gehoor zal geven aan deze vreemde wens uit de Kamer dan zijn hem vele andere gevallen van doof heid tegelijk van harte vergeven! De onbesuisde manier waarop de rege ring van Indonesië te keer is gegaan tegen de Nederlandse bedrijfsbelangen in haar land heeft, afgezien van de alge meen menselijke reactie als gevolg van de duidelijke onrechtmatigheid ervan, in het buitenland wantrouwen en misprijzen uit zuiver zakelijke overwegingen ge wekt. Welke garantie hebben immers bui tenlandse, niet-Nederlandse handelspart ners van Indonesië, dat hun belangen niet op zekere dag eveneens in handen van de communistische agitatiegroepen zullen worden gespeeld? Twee „buitenlanden" zijn er echter, die zich daarover geen zorgen maken: Oost- Duitsland en Japan. Deze twee despera do's op het internationale toneel zijn bereid te vissen in het troebele Indonesische wa ter en de Nederlandse belangen te on derkruipen. Japan heeft van oudsher de be denkelijke reputatie van „dumper" en prijsbederver ter verovering van buiten landse markten en Oost-Duitsland is na tuurlijk vanwege zijn politieke „roeping" het aangewezen land om zich in de plaats te wringen van iedere westelijke mo- ter wereld ook. Of Indonesië echter met twee dergelijke partners een bloeiende handelstoekomst tegemoet zal gaan, valt ernstig te betwij felen. Hoogleraar in de bosbouw. Met ingang van 1 november 1957 is dr. ir. G. Hellin- ga te Wageningen benoemd tot hoogleraar in de Bosbouw aan de Landbouwhoge school te Wageningen. Dr. ir. G. Hellinga werd geboren op 4 december 1909 te Gou da. (Van onze correspondent in Londen) Er is sprake van dat R.A.F-squadrons atoombommenwerpers onder één comman do zullen worden gebracht met de in Groot-Brittannië gestationeerde Ameri kaanse strategische squadrons. Beide in permanente staat van alarm verkerende luchtmachten voeren dagelijks dezelfde patrouille- oefenvluchten uit, maar han delen onafhankelijk van elkaar. Samen voeging zou naar Britse mening het poli tieke voordeel opleveren dat de Ameri kaanse luchtmacht, die met waterstof bommen vliegt, niet op eigen houtje in actie zal kunnen komen. Premier MacMillan heeft dit bij zijn bezoek aan Washington voorgesteld, maar president Eisenhower stelde de beslissing hierover uit. De Britse regering voelt ook voor gecombineerde Brits-Amerikaanse raketbases in Groot-Brittannië ten einde de Britse controle over het gebruik beter tot gelding te kunnen brengen. Het Britse kabinet eou er volgens de „Sunday Ex press" in beginsel toe bereid zijn, enige onderdelen van leger, luchtmacht en ma rine met die van andere NAVO-landen samen te smelten. Het blad wijst erop, dat vooral de kleine NAVO-landen ijveren voor samenvoeging, van de militaire ap paraten. De opperbevelhebber van de NAVO, generaal Norstadt- heeft voorge steld de Nederlandse en Belgische lucht machten samen te smelten en hij heeft een soortgelijk plan voor de oorlogsvloten van Denemarken en Noorwegen. Deze landen hebben echter bedenktijd gevraagd. Zij zijn voorts van oordeel dat de grote mogendheden op het gebied van militaire integratie zelf het voorbeeld dienen te geven. MacMillan zou in Parijs de gerust stellende verzekering geven, dat ook Groot-Brittannië tot integratie van be paalde onderdelen der strijdmachten zal overgaan, wanneer zulks zal kunnen leiden tot groter soepelheid en efficiëncy. LUXEMBURG (Reuter) De secretaris generaal van de NAVO, Paul Henri Spaak, heeft in Luxemburg verklaard, dat in maart een militaire NAVO-conferentie zal worden gehouden „ter bestudering van alle hervormingen en wijzigingen die op het gebied van strategie en bewapening nodig zijn". Het zou een grote vergissing zijn als elk der NAVO-landen begon zijn strijdkrachten te reorganiseren en de NAVO voor een voldongen feit zou stellen, aldus Spaak die verder meedeelde dat de hoofdpunten van de agenda der aanstaande NAVO-topconferentie te Pa rijs zouden zijn: het functioneren van het atlantische bondgenootschap, de onder linge samenwerking tussen de vijftien lid staten; de verdeling van het militaire po- tentiëel; wetenschappelijk en technisch on derzoek en het delen in de resultaten van dit onderzoek. In de Oostsector is een schreeuwend gebrek aan medicamenten en dus begon men in West de mensen, die uit het Oos ten kwamen, hiervan gratis te voorzien. Maar aan de grens werd alles in beslag genomen toen de Volkspolitie hier lucht van kreeg want „in de Duitse Democra tische Republiek is aan geen van deze dingen gebrek." Tijdens een grote tentoonstelling op landbouwgebied kreeg iedere Oostduitse boer een zak spijkers, krammen en ander materiaal dat een boer nodig heeft om zijn afrasteringen te maken of te repa reren, mee. Nauwelijks hadden de autori teiten in de Oostsector dit gemerkt of er werd een scherpe controle ingesteld aan de sectorengrens en alles werd in beslag genomen. Dit tekort aan dergelijke gebruiksarti kelen is het gevolg van een politiek, die de nadruk legt op de zware industrie ten koste van de consumptiegoederenindus trie. En het wordt hier te sterker gevoeld, omdat juist in de Oostzone uitgestrekte industriegebieden liggen, die de mensen daar heel gemakkelijk van het nodige zou den kunnen voorzien. Is er echter een zekere voorraad van deze goederen ge produceerd, dan krijgt de bewoner van Oost-Duitsland ze nog niet, want dan worden ze „geëxporteerd" naar de Sovjet- Unie. Strenge straffen Als alles normaal is komen de bewo ners van de Oostsector regelmatig naar het Westen en daar is het mogelijk ver trouwelijk met hen te praten, maar ze zeggen: „Als u ooit iets schrijft over wat u van ons hoorde, denk erom, nooit na men noemen." Als men merkt dat men sen uit de D.D.R. iets hebben verteld over de toestanden bij hen dan zijn de straf fen niet mals. Na 1 juni 1953, de opstand van de Oostduitse arbeiders, zijn veel mensen gestraft omdat ze duidelijk te zien waren op foto's die in Westerse kran ten werden gepubliceerd en ook dit heeft de mensen daar kopschuw gemaakt. De heren in de D.D.R. zijn niet gesteld op contact met het Westen. Daarom wor den om West-Berlijn nieuwe lijnen van de S-Bahn en nieuwe wegen aangelegd, zo dat diegenen, die uit de Russische zone ten Westen van Berlijn naar de Oostduitse moeten, niet West-Berlijn behoeven te passeren. Allen die in overheidsdienst zijn moeten van deze omleggingen gebruik maken, wat ten gevolge heeft dat de reis naar hun werk, die vroeger drie kwartier vergde, nu twee en een half uur duurt. Ze wagen het niet deze regels te ontduiken, want ze hebben een schriftelijke verkla ring afgelegd, dat ze ieder contact zullen vermijden en zelfs niet zullen schrijven aan hun familie in West-Duitsland. Ook hier zijn de straffen, bij overtreding, zwaar. Schijnbaar systeemloos Daar staat dan weer tegenover dat grote mannen op het gebied van kunst en wetenschap, die getoond hebben trouwe aanhangers van het regime te zijn, kun nen reizen waarheen ze willen en voor deze reizen toelagen ontvangen, die hen in staat stellen ruimschoots te genieten van alle comfort dat het Westen kan bieden. Een arts, die ook nog in de Oostsector werkt, vertelde me het volgende: Ik maak geregeld gebruik van taxi's uit de Oost sector, als ik daar ben. Moet "ik weer naar West terug, dan brengt de chauffeur me tot mijn huis. Maar soms stopt hij bij de sectorengrens omdat doorrijden verboden is. Dat kan enkele uren duren, maar ook weken. Ook hier een systeem van volkomen willekeur. De mensen uit de Oostsector, die we in West-Berlijn ontmoetten, vertel len ons dat het materieel wel beter is dan enige jaren geleden. Er is geen voedsel gebrek meer en het is wel uit te houden. „Maar dat je nooit weet wat je boven het hoofd hangt, dat fnuikt je." Iets wat nu nog mag, is misschien morgen straf baar. Dat schijnbaar systeemloze is bij hen juist systeem. Zo maak je mensen murw en uiteindelijk willoze marionetten, die het zelfs niet meer wagen te denken." Deze methode hebben de Russen ook tegen West-Berlijn willen toepassen. Plot seling werd destijds alle verkeer tussen West-Duitsland en West-Berlijn afgesne den. De reden? De Russen vertelden, dat de spoorbaan Helmstedt-Berlijn niet meer betrouwbaar was gezien de toestand van de rails, dat een brug in de Autobahn op instorten stond en dat een sluis in het Mittellandkanaal niet meer functioneer de. Het doel was de aanvoer van West- Berlijn af te snijden, zodat de bevolking het hoofd in de schoot zou leggen. Er kwam inderdaad gebrek aan voedingsmi- delen en aan steenkool, maar toen kwam het antwoord hierop van de Westelijke mogendheden: de luchtbrug en tenslotte moesten de Russen inzien dat hun poging was mislukt. Vlak bij Tempelhof richtte het ge meentebestuur van Berlijn een monument op om degenen die hen hadden geholpen te eren. Het is een symbolische voorstel ling van een brug, maar gezien de enigs zins wonderlijke vorm noemen de Berlij- ners het ding „Der Hungerhaken". West trekpleister In 1945 lag het culturele en het bestuurs centrum van West-Berlijn in het door de Russen bezette gedeelte. In 1948 probeer den Berlijnse communisten het stadhuis te bezetten, waarna men de zetel van het gemeentebestuur naar West verplaatste, met achterlating van de volledige admi nistratie. Die moest weer van de grond af worden opgebouwd. De Friedrich Wilhelm universiteit, die al in de Nazitijd aan betekenis had inge boet, kwam onder Russisch toezicht. De naam werd veranderd in Humboldt-uni- versiteit en het werd een Russische dril school. Toen werd in West-Berlijn de Freie Universitat opgericht, de meerder heid van docenten en studenten ging hier heen, want van universitaire studie kwam niets terecht in een gebied, waar de regel geldt: Die Partei hat immer Recht" en waar iedere vorm van critiek de grootste zonde is die een burger kan begaan. Al de pogingen om de macht in Berlijn in handen van de communisten te bren gen zijn mislukt en nu oefent West-Ber lijn een grote aantrekkingskracht uit op de bevolking van de Oostsector. De twaalf bioscopen vlak bij de sectorengrens, die hun prijzen hebben aangepast aan de koopkracht van de Oostberlijnse bevol king, zijn altijd vol. Iedere tentoonstel ling in West trekt massa's bezoekers uit het Oosten en ook op religieus gebied zoekt men contact. De Kirchentag van de Evangelische Kerk en de Katholiekenda gen trekken tienduizenden, die hun geloof hebben behouden, daarin willen worden gesterkt en daarvan willen getuigen. Benadeeld Er is echter ook een contact dat een minder mooie kant heeft. In de winkels van de Handels-Organization in Oost-Ber lijn kan men alles vrij kopen en de prijzen zijn daar wel hoog, maar voor een West- Berlijner, die voor zijn Westmark vier Oostmarken krijgt zijn ze altijd nog laag. Omdat er altijd mensen zijn, die alleen aan eigen voordeel denken, gaan ook vaak Westberlijners naar de Oostsector om daar te kopen. Geen kleding of meube len, maar bijvoorbeeld benzine, fototoe stellen, grammofoonplaten of radio's. Het optreden van deze lieden gaf de communisten aanvankelijk de kans luide te verkondigen, dat het in het Westen zo sleêht was en dat men nu de goede en goedkope waren in Oost kwam kopen. Toen echter bleek dat men er niet in slaagde op deze wijze de Westberlijnse middenstand te beconcurreren, werden maatregelen genomen om de uitvoer van deze artikelen tegen te gaan. Nu verkon digden Oostduitse pers en radio dat de re gering van de D.D.R. dit deed om te voor- In korte tijd Heeft u dat ook wel eens, dat, u in woord of geschrift wilt aantonen, in welk een korte tijd het wereldbeeld verandert? Natuurlijk, wie niet. En wat doet u dan? U wijst er op, dat nauwelijks zestig jaar geleden de eerste elektrische tram reed, dat een halve eeuw terug een in rook ge huld rijtuig zonder paard op de idyllische - maar zeker niet geëffende - wegen een bijzonderheid was en dat vóór veertig jaar vliegen in een gewrocht van stangen, doek en touwwerk levensgevaarlijk pioniers werk werd genoemd. Als dat niet aan spreekt, tast u, denk ik, in de amusements sector. Dertig jaar terug was radio nauwe lijks los te denken van Mexicaanse honden (de eerste in het heelal!) en nauwelijks tien jaar geleden (oh zalige rust) zweefde in de massa nog slechts een ver verlangen naar televisie. Wellicht bent u dan overtuigend genoeg geweest om duidelijk te maken hoe ge lukkig wij tegenwoordig wel lopen, rijden, reizen, luisteren en kijken Maar u moet ook rekening houden met de mogelijkheid, dat uw argumentatie niet pakt omdat al zovelen uw voorbeelden hebben gebruikt. Als dat zo is, heb ik een tip voor u. Wijs eens op het boek „Bekende tijdge- nooten", eerste jaargang 1920, uitgave van de Hollandse Uitgevers Maatschappij te Amsterdam. Ik kreeg het toevallig in handen. In het voorwoord staat, dat het boek is verschenen als beantwoording van de vraag: „Wie is dat toch eigenlijk" en ruw geschat werden op het nu geel gevlekte papier personalia afgedrukt van zeshon derd Nederlanders. Ik heb een uur gebladerd. Het gros van de enkele en dubbele na men zei mij niets, totaal niets. Enkele top figuren als Snijders. Kan, Pisuisse en Aalberse kon ik nog thuisbrengen. Overi gens was het boek voor mij een opsom ming van namen, functies, ridderorden en commissariaten. De Doormannen, de Tetsen, de Eliassen, de Vogels, de Hurgonjes en de Sandbergen van toen spraken mij niet aan. Zo snel gaat de tijd. Maar het meest frappante is het formu lier achter in het boek waarmede men zichzelf of een ander onder bekende land genoten kon brengen. Naast „proces-verbaal"-vragen over leef tijd, huwelijk en beroep staat er letterlijk: „Hebt gij in ons land kastelen of landhuizen en zo ja, vertoeft gij daar op regelmatige tijdstippen?" en „Jaagt gij, zo ja, wat en waar ligt uw jacht?" Zou er één journalist zijn die nu, nog maar zevenendertig jaar later, deze zinne tjes voor interviews van bekende Neder landers bij zijn routine-vragen heeft? Stelt u zich even voor! Eduard van Beinum Anton Geesink Minister-president Drees Generaal Hasselman Han Bentz van den Berg Abe Lenstra Wim Kan „Waar ligt uw jacht?" Nog maar zevenendertig jaar geleden... De wereld is erg veranderd. In korte tijd. Clemens Pincet komen, dat de „haaien" uit West-Berlijn de Oostberlijners zouden beroven van wat hun rechtens toekwam. Bevoordeeld Omdat de overgang zo gemakkelijk is in normale tijden en dus de eigen men sen zelf kunnen zien dat het in West niet zo slecht is als de propaganda wil doen geloven, ze dus ook niet zoet kunnen wor den gehouden met radiospeeches en kran tenverhalen, zoals misschien nog mogelijk is verder in de zone, waar men minder van het Westen weet, wordt Oost-Berlijn op economisch gebied ook beter behan deld dan de rest van de D.D.R. Alle congressen, die voor mensen uit het Westen toegankelijk zijn worden in Oost-Berlijn gehouden omdat ze daar een gunstiger beeld krijgen. Die gemakkelijke passage betekent ook een groot gevaar. Naar schatting gaan ieder jaar een duizend functionarissen van de K.P.D. (communistische partij in Duitsland) naar het Oosten om geschoold of herschoold te worden en komen com munisten uit het Oosten, die een driejarige scholing hebben gehad aan een politieke hogeschool, naar het Westen. Ze hebben een nauwkeurig omschreven taak en zijn volkomen op de hoogte van de hele situa tie in de streek of in de organisatie, in de leiding waarvan ze moeten doordringen: heel vaak weten ze er meer van dan de betrokkenen zelf. Een vooroorlogs beeld van de Pots dammer Platz, toen dit deel van Ber lijn nog een centrum van de drukte was. Thans is dit plein een vrij ver laten oord, want hier komen de gren zen van de Amerikaanse, Engelse, Franse en Russische sectoren bij elkaar en het is dus een soort nie mandsland. Hoe erg dit plein van de bombardementen geleden heeft blijkt uit de onderste foto.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5