De man met de lange stamboom
Geen raadslidmaatschap voor
onderwijzers in gemeentedienst
Van dag tot dag
en
vragen
Snuif en wrijf
1 J
^Praatótcel
^"Hoe is het ontstaan?^
WOENSDAG 18 DECEMBER 1957
3
Bus reed bij het keren op
eindpunt meisje dood
Dieric Bouts in Delft
Grootse „Flora" in
Rotterdam
Woonhuis in Gouda door
ontploffing beschadigd
Eierauto contra tram
Joséphine Baker ridder
in Legioen van Eer
Kerkelijk Nieuws
Geschilpunten die C.H. en
A.R. gescheiden houden
liJiiiiiïïiiinimiiiinniïïiiniiimiiaiiminiiniiimnrniinnïïmTifnmiitrnirnii 111
Op de
Gezaghebber van Curasao
plotseling overleden
BELHAMEL
In het Orgaan voor de Nederlandse
Bioscoopbond treft men deze maand een
hoofdartikel aan, dat gewijd is aan de ge
ruchtmakende „Open Brief" van zeven
filmcritici. Vier hunner hebben intussen
reeds van die brief afstand genomen, van
welks inhoud zij slechts telefonisch en dan
nog onvolledig hadden kennisgenomen. Uit
hun verklaringen blijkt dat de hoofdredac
teur van het blad Filmforum, waarin de
„Open Brief" verscheen, de publicatie had
doorgedreven zonder dat de noodzaak
daartoe dwingend aanwezig was, zelfs nog
nadat hem bezwaren van ondertekenaars
ter ore waren gekomen. Twee redactie
leden van Filmforum hadden voordien al
ondertekening geweigerd. Men kan zich
dus met de schrijver in het Orgaan voor
de Bioscoopbond afvragen of het wel ver
standig is geweest de publicatie toch door
te zetten. De motieven, welke men daar
voor suggereert, willen wij niet overne
men. Dat is ons de brief niet waard. Dat
de brief onze instemming niet heeft, mag
als bekend worden verondersteld.
In het artikel van het Orgaan voor de
Bioscoopbond troffen wij echter een uit
spraak aan, welke ons evenmin gelukkig
lijkt. „Laten de filmcritici zich ervan over
tuigd houden", zo lezen wij, „dat evenals
in geen enkel produktiecentrum ter wereld
ooit notitie is genomen van hun schrijverij
en de produktie ongestoord voortgang heeft
gehad alsof zij niet hadden bestaan, ook
de filmproduktie in ons vaderland zich zal
gaan ontwikkelen ongeacht hetgeen zij
ervan zeggen. De Nederlandse filmproduk
tie zal zich uitsluitend ontwikkelen volgens
de normen van vakmanschap, dat door de
regelmaat en de wisseling van werkzaam
heden, door de mogelijkheden tot het aan
trekken van talenten en de rustige zeker
heid, dat er voor de toekomst gewerkt kan
worden, zijn kansen krijgt".
Wij menen dat de schrijver van deze
regelen wel wat ver gaat in zijn onder
schatting van de filmcritiek. Niet dat hij
geen gelijk heeft in die zin, dat vele pro
ducers zich van de filmcritici niets aan
trekken: dat moet wel als men ziet wat
er zoal wordt gemaakt en vertoond. Maar
het ontbreken van enigerlei artistieke
maatstaf in de voorwaarden welke hij op
somt voor de vervaardiging van Neder
landse films, lijkt ons nu ook niet een
gelukkige omstandigheid voor het formu
leren van een programma. Op zijn minst
had het streven naar een verantwoord
artistiek niveau genoemd dienen te worden.
Om ons vertrouwen te geven in een pro
gram voor de toekomst van de Nederlandse
film mogen we toch wel eisen, dat de
waarde van zulk een niveau daarin vol
mondig wordt erkend.
(Van onze Kamerverslaggever)
De Tweede Kamer heeft gisteren haar instemming uitgesproken met hel regerings
voorstel volgens hetwelk onderwijzers bij het bijzonder onderwijs voortaan lid van de
gemeenteraad kunnen worden. De regering wilde ook de onderwijzers bij het open
baar onderwijs, in dienst van de gemeente, als lid van de gemeenteraad toelaten,
maar onder aanvoering van prof. Oud (V.V.D.), die de bestuursrechtelijke ver
houdingen zuiver wil houden, verzette een grote meerderheid van de Kamer zich
daartegen. Een desbetreffend amendement-Oud maakt dus een goede kans.
(Vervolg van pag. 1)
aan Indonesië zelf, als daardoor de weg
voor Amerikaanse steun aan andere, meer
concrete en vooral meer menselijke Neder
landse belangen in Indonesië kon worden
vrij gemaakt. Waarom zoekt men het niet
eens in die richting?
Simon Koster
ADVERTENTIE
Uw verkoudheid van neus.
keel of borst weg met
mW «1
Bijzondere onderwijzers zijn niet in
dienst van de gemeente. Het gezonde be
ginsel is altijd gehuldigd, aldus prof.
Oud dat iemand, die ondergeschikt is
aan het gemeentebestuur, geen deel kan
uitmaken van dat bestuur. Het kan boven
dien ook voorkomen, vooral in een kleine
gemeente, dat een onderwijzer wethouder
wordt en aldus de chef van het hoofd van
de school. Dat tast de gezagsverhoudingen
aan. Met het standpunt van prof. Oud kon
den de heer Bee mink (C.H.U.), A 1-
bering (K.V.P.) en Smallenbroek
(A.-R.) zich verenigen en zijn argu
menten hadden ook indruk gemaakt op
de ministers Struycken (Binnenland-
se Zaken) en C a 1 s (Onderwijs). Maar
de heer Van Sleen (P.v.d.A.) ver
weet prof. Oud, dat deze als „zogenaam
de" voorstander van het openbaar onder
wijs de openbare onderwijzer wilde ach
terstellen bij die van het bijzonder onder
wijs. Het is een overdreven redenering,
zei hij, de openbare onderwijzers in de ge
meenteraad te weigeren.
„Neen", antwoordde prof. Oud, „een le
raar van een openbare rijks-hbs., dus niet
een gemeentelijke hbs., kan wèl lid wor
den van de gemeenteraad. Het heeft met
de oude schoolstrijd tussen het openbaar
en bijzonder onderwijs, die de heer Van
Sleen te berde heeft gebracht, niets te ma-
ken.Dat element moet men er buiten
De Maastrichtse rechtbank heeft een 46-
jarige chauffeur van het gemeentelijk
autobussenbedrijf te Maastricht, wegens
grove schuld aan de dood van een 19-ja-
rig Belgisch meisje, veroordeeld tot twee
weken hechtenis voorwaardelijk en hon
derd gulden boete. Het meisje was met
een vriendin in de middag van 1 juni op
het eind van de buslijn uit de bus gestapt.
De chauffeur moet op dit eindpunt keren.
Hij doet dat al jarenlang én vele keren per
dag door de bus achteruit over het rijwiel
pad in de uitrit van een steenfabriek te
rijden. Op 1 juni was het Belgische meisje
onder de wielen van de achteruitrijdende
bus geraakt. Zij kwam daarbij om het
leven.
Zowel de officier als de president spra
ken hun verwondering uit over de wijze,
waarop bij het keren van de bus, welke de
bestuurder een slechts beperkt uitzicht
naar achteren biedt, telkens het verkeer in
gevaar wordt gebracht. Zij waren van oor
deel, dat het keren van de bus desnoods
moet geschieden onder toezicht van iemand
die daarvoor steeds ter plaatse dienst doet.
De verdedigster, mej. rar. M. Crijns uit
Maastricht, vroeg vrijspraak, subsidiair
ontslag van rechtsvervolging op grond van
overmacht voor de buschauffeur, die bij
het eindpunt op geen enkele andere ma
nier de bus kan keren-.
De Dieric Boutstentoonstelling, welke
van zaterdag 21 december af tot 15 fe
bruari in het stedelijk museum „Het Prin
senhof" in Delft wordt gehouden, zal za
terdagmiddag worden geopend door mr.
dr. H. J. Reinink, directeur-generaal voor
de Kunsten en Buitenlandse Culturele
Betrekkingen van het ministerie van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen. De
tentoonstelling is gedurende twee maan
den in Brussel te bezichtigen geweest in
het Paleis voor Schone Kunsten. Zij be
vat de meesterwerken van de schilder en
van een aantal van zijn tijdgenoten. De
belangrijkste werken, welke worden ge-
exposeerd, zijn het bekende veelluik „Het
laatste avondmaal" uit de St. Pieterskerk
van Leuven en de twee gerechtigheidsta-
ferelen die Bouts maakte voor het raad
huis van Leuven.
houden. Er zal niemand zijn in Nederland,
die als hij de zaak objectief bekijkt, zal
zeggen, dat ik in gebreke ben gebleven
voor de rechten van het openbaar onder
wijs op te komen.
Het gaat er niet alleen om, dat het fout
is de onderwijzer als zodanig nog langer
uit te sluiten van het lidmaatschap van de
gemeenteraad, maar voor een deel van
hen, die in gemeentedienst zijn, moet de
uitsluiting worden gehandhaafd op grond
van het gezonde beginsel, dat iemand, die
ondergeschikt is aan het gemeentebestuur,
geen deel moet uitmaken van dat bestuur.
Een ingenieur van een gemeentelijk ener
giebedrijf kan ook geen raadslid worden.
Dan zegt niemand, dat hij wordt achterge
steld ten opzichte van andere ingenieurs,
die bij het rijk in dienst zijn of in particu
liere dienst. Gelijkheid voor de wet is er
als de omstandigheden gelijk zijn. Maar de
omstandigheden zijn niet gelijk, want bij
zondere onderwijzers zijn niet in dienst
van de gemeente.
In tal van kleine gemeenten is het van
belang, dat onderwijzers lid kunnen wor
den van de gemeenteraad en daarom
hecht de P.v.d.A. er veel waarde aan, dat
ook onderwijzers bij het openbaar onder
wijs raadslid kunnen worden. De heer
B e e r n i n k (C.H.U.) vroeg zich af of
de regering haar voorstel moet handhaven
om bijzondere onderwijzers wel toe te la
ten, als het amendement van prof. Oud,
waar formeer niets tegen viel in te brengen
zou worden aangenomen.
Vandaag wordt over het amendement
van prof. Oud gestemd. Er is geen twijfel
aan, dat het zal worden aangenomen. Ook
militairen in actieve dienst zullen voor
taan lid kunnen worden van de gemeente
raad. Daartegen bestond bij niemand be
zwaar.
De zakelijke sfeer van het debat werd
even onderbroken toen de heer Beernink
zijn rede had beëindigd. Van de tribune
klonk plotseling de stem van ztjn kleine
nichtje: „Oom Henk!" Er was een klein
misverstand geweest. Mevrouw Beernink
had haar nichtje gezegd: „We gaan naar
beneden, dan zullen we oom Henk even
roepen", maar het meisje dacht:„Dat
gaat zo ook wel." Oom Henk kreeg een
kleur omdat zijn kleine nichtje de orde had
verstoord. Maar de andere Kamerleden
hadden er plezier in.
In 1960
De grote internationale tuinbouwtentoon
stelling in Rotterdam, die in 1960 van
maart tot en met september zal worden
gehouden, zal op 25 maart worden geopend
met een binnenexpositie, gewijd aan de
bloembollen. In de twee grote Ahoy-hallen
die een oppervlakte van veertienduizend
vierkante meter beslaan, zullen honderden
tulpen, hyacinten en narcissen worden ge
plant, alsmede bijgoedsoorten als tulipa's
en mogelijk irissen.
Om de grote ruimte van de hallen met
sierlijke perken te vullen, zijn niet minder
dan ruim vijfduizend pannen met bloeien
de bloembollen nodig. Deze zullen door
kwekers, individueel en collectief, worden
ingezonden. Op een dinsdagmiddag in café
restaurant „Treslong" in Hillegom gehou
den bijeenkojnst zijn over de tentoonstel
ling nadere mededelingen gedaan. Tot ont
werper van deze binnententoonstelling is
aangesteld de tuinarchitect Carl van Em-
pelen in Heemstede.
De expositie zal mede in het teken staan
van het honderdjarig bestaan van de Ko
ninklijke Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur. Tevens zal in 1960
worden herdacht, dat vierhonderd jaar ge
leden voor het eerst in ons land tulpen
werden geteeld. Er zal een speciale tulpen
hof worden aangelegd, maar ook de andere
bloembollensoorten zullen in speciale par
tijen de aandacht trekken. Er zal trouwens
niet alleen binnen de hallen een bloemen
tentoonstelling worden ingericht, rond de
hallen zullen eveneens honderden bloem
bollen worden geplant. Een internationale
jury onder leiding van de Engelsman David
Bowes Lyon zal de inzendingen keuren.
Een speciale commissie bereidt de grootse
manifestatie van het bloembollenvak voor.
De bloemententoonstelling, die tien dagen
zal duren, zal op 3 april worden gesloten.
Bewoners van het stadsdeel Gouwe te
Gouda werden gistermiddag opgeschrikt
door een hevige ontploffing, die zich bleek
te hebben voorgedaan ten huize van de
familie De Jongh aan de Gouwe. Een bin
nenmuur werd weggedrukt en kwam met
donderend geweld omlaag. Een tussendeur
werd opengedrukt en vloog door het be
hang. Alle ruiten van het huis sneuvelden.
Er ontstond een begin van brand, dat door
de heer De Jongh echter zelf werd geblust.
De ontploffing ontstond toen een loodgie
ter met een propaangascylinder onder de
vloer van het huis een waterleidingrepa
ratie verrichtte. De loodgieter liep brand
wonden op, doch de heer De Jongh, die
naar het werk stond te kijken kreeg geen
letsel.
Op het zo langzamerhand berucht ge
worden kruispunt Fannius Scholten-
Van der Hoogstraat in de Amsterdamse
Staatsliedenbuurt zijn dinsdagmiddag
een open vrachtwagen van een boter
en eierhandel uit Putten en een motor
wagen van een tramstel van lijn 10 met
elkaar in botsing gekomen. De conduc
teur van de motorwagen had juist de
deur naar het voorbalkon opengescho
ven en kon daardoor de bestuurder,
die de remmen had aangezet, naar
achteren trekken. De hevig geschrok
ken bestuurder werd voor onderzoek
naar een ziekenhuis overgebracht. Het
voorbalkon van de tram werd - zoals
de foto toont - volkomen vernield en
van de vrachtwagen brak de kruis-
koppeling en werd het chassis aan de
linkerzijde ontzet.
ADVERTENTIE
STOFZUIGERS
Gunstige betalingsvoorwaarden
HARTENDORP
Gen. Cronjéstr. 43, Haarlem, Tel. 52760
De zware stalen schuif, welke wordt
aangebracht tussen de heftorens van
de stormvloedkering in de Hollandse
IJsel bij Capelle, is dinsdag van
Dordrecht vervoerd naar Capelle. Het
transport bij het passeren van de
Koningsbrug over de Maas te
Rotterdam
De beroemde revue-artieste Joséphine
Baker is ridder in het Franse Legioen van
eer geworden. Zij heeft deze hoge onder
scheiding ontvangen wegens haar werk
als luitenant-vlieger in de laatste wereld
oorlog.
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen naar Spijkenisse G. Caze-
mier te Wanneperveen.
Beroepen te Nieuw-Lekkerland (vac. B.
Haverkamp) (wijk dorp) G. M. v. Dieren
te Ede en (vac. J. Zwijnenburg) (wijk
Kinderdijk) J. Spelt te Dinteloord te
Arnhem (Ver. van Vrijz. Herv.) W. C. F.
Metz, voorg. Ver. van Vrijz. Herv., aldaar.
Benoemd tot dir. van het chr. blinden
instituut „Bartimeus" te Zeist, ds. A. de
Vries aldaar id. tot vic. te Arnhem (Ver.
van Vrijz. Herv.) mej. H. J. Dorlas, voor
heen vic. te 's-Gravenhage.
Bedankt voor Boven-Hardinxveld J. Ho-
vius te Dordrecht.
Gcref. kerken
Bedankt voor Workum M. J. C. Bosscha
te Westerbork.
Beroepen te Hoek (Z.) E. de Vries, kand.
te Emmen te Stadskanaal (vac. A. H.
Piersma) W. Stuursma te Grootegast
te Oude-Pekela J. Snel te Reitsum te
Vlaardingen (7e pred.pl.) M. J. Mulder te
Heerde.
Aangenomen naar Gapinge M. Boot,
kand. te woerden, die bedankte voor Hoek
(Z.) en voor Oosterend (Fr.) naar
Schoondijke H. A. Bottenburg, kand. te
Hilversum, die bedankte voor Benne-
broek, Engwierum, Lexmond, Loenen a. d.
Vecht en voor Nieuwerbrug (Z.H.)
Voor de statenkring Delft heeft de heer
H. W. Tilanus, voorzitter van de C.H.U.
gesproken over het onderwerp: „waar
om moeten wij als C.H.U. onszelf hand
haven?"
Een samenwerking tussen rooms-katho-
lieken en protestanten, zoals in Duitsland
in de C.D.U., achtte de heer Tilanus bin
nen de Nederlandse partijverhoudingen on
mogelijk en ongewenst. Naar de oude coa
litie verlangde de unievoorzitter niet te
rug. Naar aanleiding van opmerkingen
van mr. Van Doorn op het congres van
de K.V.P. ontkende de heer Tilanus dat
bij de afwijzing antipapistische sentimen
ten een rol spelen. Wel zag hij nog steeds
een dreigend gevaar in roomse machts
vorming.
De verklaring van minister Zijlstra,
kort geleden te Utrecht uitgesproken, dat
de verschilpunten tussen Lohman en Kuy-
per de huidige generatie niet meer aan
spreken, ontlokte de heer Tilanus de op
merking, dat prof. Zijlstra op dit punt
kortsluiting had gemaakt. „Het zijn," zo
zei hij met veel nadruk, „niet meer de ver
schillen tussen Lohman en Kuyper, die
C.H. en A.R. gescheiden houden, maar
die tussen Kuyper en Hoedemaker. Het
zijn in het bijzonder de gedachten van
Hoedemaker, eens geestelijk leider van
de Friese C.H., die na de oorlog sterker
dan voordien in C.H.-kring zijn gaan le
ven.
Een synthese tussen de antithese-ge
dachte, zoals deze nog steeds in het A.R.-
program staat en de verwerping van een
scheiding op politiek gebied tussen chris
tenen en niet-christenen zag de heer Ti
lanus niet.
De kerkelijke verschillen spelen een
uiterst belangrijke rol. Wanneer gesteld
wordt, dat de protestantse invloed in de
vertegenwoordigende lichamen achteruit
gaat, is dit maar ten dele juist: de A.R.
lijdt verliezen, de C.H. blijft nagenoeg ge
lijk, aldus de heer Tilanus.
Het siert Dom Fernando de
Souza Coutinho, graaf van
Funchal, dat hij trots is op
zijn familie. Niet dat hij er
bijzonder prat op gaat of er
op andere wijze onaangenaam
over doet, zo is hij niet. „Ik
vind het altijd een prettige
gedachte, dat we iets pres
teren", zegt hij. En dan ver
telt hij onder begeleiding van
levendige gebaren van zijn
neef, de graaf van Linhares,
die het immers tot schout-bij-
nacht van de Portugese ma
rine heeft gebracht vanwege
zijn bijzondere technische ca
paciteiten. Daarna gaat hij
over op een andere neef, in
dit geval een oomzegger hij
zal eerlang de titel erven, om
dat geen van de kinderen van
de graaf in leven is die
naam maakt als ingenieur in
de West-Afrikaanse „over
zeese provincie" Angola. Rij
zwijgt bescheidenlijk over
zichzelf, doch hij hoeft mij
niet meer te zeggen, dat ook
hij een zeer kundig ingenieur
is.
Om ten huize van deze
charmante zesenvijftigjarige
Portugees niet tegen de re
gelen der beleefdheid te zon
digen, probeer ik het gesprek
tactisch op een ander onder
werp te brengen. Want ik ben
niet gekomen om Dom Fer
nando geestdriftig te horen
uitweiden over de huidige
prestaties van zijn geslacht.
Deze mogen belangrijk zijn,
belangrijker misschien dan de
daden van zijn voorvaderen,
maar daaraan zou hij geen
artikeltje hebben verdiend.
Mijn belangstelling gaat uit
naar zijn stamboom. De lang
ste van de wereld of moet ik
zeggen de dikste? Ik weet het
niet. Als u, met mij, ruim elf-
Een inwoner van de Portugese hoofdstad, de graaf van Fun
chal, heeft een stamboom, die in een ononderbroken lijn terug
gaat tot het jaar 826, dat is liefst meer dan elfhonderd jaar.
Daarmee behoort zijn geslachtslijst zeker tot de langste van
de wereld.
honderd jaar een alleszins be
hoorlijke tijd vindt, zullen
we er niet over twisten of an
deren wellicht hun afkomst
nog verder terug kunnen na
gaan.
Gelukkig, ook daarover wil
hij wel praten, hoewel hij zijn
bevoorrechte plaats in de ge
nealogie niet als een persoon
lijke verdienste beschouwt.
„Ik sta er heel nuchter te
genover", verklaart hij. „Je
hebt nu eenmaal koninklijk
bloed in je aderen of je wilt
of niet. Ik zou er bepaald
geen besef van hebben, wan
neer dit niet historisch vast
stond". En nogmaals verkon
digt hij de stelling, die hem
blijkbaar op het lijf is ge
schreven: „Mijn familie mag
er zijn, maar niet in de eerste
plaats, omdat er zoveel ko
ningen in voorkomen. Ze heb
ben iets gepresteerd, ze zijn
iets geweest, dat is het be
langrijkst".
We drinken koffie uit kop
jes, waarop ik tevergeefs naar
het familiewapen zoekt. Dat
heb ik wel gezien in de fraaie
hal van de grafelijke woning
in Lissabon: een ingewikkelde
voorstelling met leeuwen, die
een door een andere leeuw
bekroonde helm schragen en
veel sterren in het schild. Het
is geweven in een prachtig
zeventiende-eeuws gobelin.
„Als ik het goed heb be
grepen, kunt u dus de lijn van
uw geslacht terugvinden tot
826?"
„Inderdaad. En ik heb er de
officiële goedkeuring op ge
kregen van de heraldische
colleges in Frankrijk, Duits
land en Portugal. In de direc
te mannelijke lijn stam ik af
van Robert Ie Fort, graaf van
Anjou. Zijn nazaten hebben
het Franse koningshuis Capet
gegrondvest".
Dom Fernando is dus neef
in den bloede van de graaf
van Parijs, die nog steeds pre
tendeert recht te hebben op
de Franse kroon. Volgens een
overeenkomstige redenering
mag hij zich eveneens bloed
verwant noemen van de her
tog van Braganga „onze
wettige koning", zeggen de
Portugese monarchisten.
„Eén van mijn voorvaderen
was de eerste koning van
Portugal, Afonso Henriques.
Over prestaties gesproken: hij
heeft de basis gelegd voor de
eenheid van het land. De slag
bij Ourique tegen de Moren
in juli 1139 heeft een groot
deel van Portugal bevrijd.
Later, in 1147 verjoeg hij de
bezetters uit Lissabon en
gaandeweg is hij verder naar
het zuiden doorgedrongen".
Mijn gastheer beschikt over
gedetailleerde gegevens be
treffende zijn voorgeslacht
gedurende eenentwintig gene
raties. Achteloos vermeldt hij,
dat hij ook al gelieerd is aan
Don Juan, de Spaanse troon
pretendent, die in zijn fonke
lend wit landhuis te Estoril
de ontwikkeling van de ge
beurtenissen afwacht.
„Hebt u ér nooit aan ge
dacht zelf uw rechten te doen
gelden?"
Hij spreidt zijn handen uit
in een afwerend gebaar. „Ik
denk er niet aan! Ik ben in
genieur en heb altijd plezier
in mijn werk gehad. Koning
zou ik nooit willen zijn".
Praktisch bezien zou de
graaf van Funchal ook niet
het eerst aan bod komen.
Voor de Portugese titel heeft
de hertog van Braganga nog
altijd betere papieren dan hij.
In de directe mannelijke lijn
stamt hij af van Dom Joao IV,
de eerste Braganga, die in
1640 na een periode van
Spaanse overheersing de kans
schoon zag het vreemde juk
af te schudden.
„Een merkwaardig mens",
zegt Dom Fernando naden
kend. „Hij heeft grote ver
diensten gehad voor ons volk,
maar als je hem in zijn hart
had kunnen kijken, had hij
zich liever uitsluitend bezig
gehouden met kunststudies en
muziek. Altijd in hogere sfe
ren. Een beetje jagen er tus
sendoor, dan zou hij volmaakt
gelukkig zijn geweest".
De graaf van Funchal heeft
niet alleen in eigen land ge
studeerd, hij bezit ook een
graad van de Parijse univer
siteit. Van 1920 tot 1930 was
hij belast met belangrijke
waterbouwkundige werken in
Brazilië. Hij voelde zich in
dat land volkomen thuis
„mijn grootmoeder is immers
keizerin van Brazilië ge
weest?" zegt hij lachend. Ver- f|
der heeft hij veel gereisd en In
getrokken, maar de laatste j§
jaren is dat afgelopen.
Een rustig leventje leiden |j
is echter een onbekend be- fj
grip voor deze actieve §j
man. En de gravin van jj
Funchal is al precies als hij:
haar levendige geest wordt jg
trouwens voortdurend ge- g
scherpt aan de intelligentie g
van vrienden en kennissen j§
niet bij voorkeur leden van de g
Portugese aristocratie, doch {J
lieden, die iets doen, iets pres- g
teren, zoals geleerden en tg
journalisten. Of hij de laatste g
categorie erbij voegt om mij g
een genoegen te doen, kan ik
niet gewaarworden. Hij lijkt g
doodernstig.
„Mijn vrouw deelt mijn be- jj
langstelling voor de tech- ff
nische problemen van mijn
werk", zegt hij. „En geen B
wonder, want haar vader §j
heeft de plannen gemaakt §g
voor de moderne haven van gf
Alexandrië".
„Bent u nu met uw genealo- E
gische studie tot een einde ge- g
komen, dus hebt u een grens
bereikt, w'aar u niet meer g
achter kunt kijken?"
Zijn ogen beginnen te tin- jj
telen. „Ik ben overtuigd van 3
niet. Voor mij staat het vast,
dat de voorvaderen van Ro- B
bert le Fort hertogen van g
Worms waren. Wanneer het jg
me lukt de heraldische col- fj
leges een afdoende bewijs 3
voor te leggen, kom ik al tót
730".
Ik reken snel uit: dat is 1
twaalfhonderd zevenentwin- ij
tig jaar geleden. Hoe ver kunt jj
u komen, waarde lezer?
J. J. F. Kemming 1
Die Blijde Waereldt
In deze tijd van boze tegen- en naast-
voeters, van in het heelal geslingerde
medeschepselen, van een, door één druk
op een knop verloederd miljard, in zo'n tijd
is het goed te toeven op de Olympos tussen
de dichteren en dichteressen.
Ik heb dat geprobeerd. Het was moeilijk.
Ik zocht het van de Ilias van Homerus tot
de Elias van Eduard; ik vond het niet. Zij
spraken mij allen nog te veel van strijd.
Tevergeefs zochten mijn ogen de zich hun
kerend opdringende boekenruggen af.
Tot ik, in een la vol „moeders reli
kwieën", hét vond.
Een bandje. Een met plakband bijeen
gehouden prentenbboek.
„Grootvader heeft hier nog in gelezen",
zei mijn vrouw me eens
De stilte om mij heen werd bijna tast
baar, zoals men dat in romans leest. (A Is
men ze nog leest.').
Maar daar stond het dan: „Feestgeschenk
voor de Nederlandsche Jeugd. Van Hiero-
nymus van Alphen. Ter Gedachtenis aan
zijnen 125sten ^Verjaardag op den 8sten
Augustus 1871".
En zo trad ik de rust in van de achttiende
eeuw. Een klein salet waar Vader in een
groene jas met korte broek gekleed, de
lage schoenen met gespen, de teder naar
hem opziende gade zijn beste perzik aan
biedt. En dan die tekst:
Vader gaf de beste perzik
Laatst aan Moeder met een zoen.
Hij wou zelf er niet van eten;
Klaartje! zouden wij dit doen?
Alleen zo'n naam al: Klaartje! - Zonder
nu direct aan Schiedam te denken, je voelt
een traan in het oog opwellen. Néé, écht!
En dan het prachtige vers, dat je zó kunt
uitlenen aan alle verkeersregelaars:
Kijk Pietje, kijk, een haas! O, die zoo
gaauw kon loopen!
Neen, zei de slimme Piet,
Wilt gij een haasje zijn, ik niet:
'k Wil liever langzaam gaan, dan 't
met den dood bekoopen.
En dan het beroemde: Kornelis had een
glas gebroken.
Die Kornelis toch. Maar hij was een eer
lijke jongen. Hij heeft het onmiddellijk aan
zijn moeder bekend: hij was „bezig met
palletten" en „door het forsch raketten" is
het geschied. Zijn „volan vloog in het
glas!"
Eerlijk, u en ik! Zijn wij er ooit zo kapot
van geweest als wij bij het forse spel es
een keer een glas braken? Kóm nou!
Wel een uur heb ik vertoefd in die rust
van Van Alphen's jeugd. De Genestet heeft
eens op die kinderpoëzie een vernietigende
kritiek geschreven. Moet hij weten. De
tachtigers zouden weer tegen hém te keer
gaan. En wie weet wat onze negentigers
weer met ons gaan doen.
Ik heb genoten. Opgelucht heb ik mijn
jas aangetrokken en ben naar buiten ge
stapt met mijn hond. Ik ben in de nacht
door de stille, verlaten lanen gaan dwalen.
En ja! Wie loopt daar naast me? Geraden!
Hieronymus van Alphen.
Rustig, steunend op zijnen kuierstok,
ging hij voort. Geen van ons beiden sprak
langen tijd een woord.
Plots stond hij stil en hield mij terug.
„Weet ge wat het wel is?", vroeg hij mij,
alsof hij een verhaal vervolgde. „Weet ge
wat ik wel vind?"
„Nu?" deed ik mijnen wedervraag.
„Het is somtijds of het mij plotseling
overvalt. Hoe het komt, ik en weet het
niet".
„Maar wat is het dan, Hieronymus?",
drong ik aan.
„Het is", zeide hij, „het is de stilte en
de rust van de tijd, die mij vaak zoo be-
naauwt!"
Jan van Ees
ADVERTENTIE
VOOR DE FEESTDAGEN
niet van VERS
te onderscheiden
Dinsdagochtend is tengevolge van een
hartaanval plotseling overleden de gezag
hebber van Curagao, de heer M. Pt Gorsira,
in de leeftijd van 63 jaar.
Een belhamel is een hamel die een
bel draagt en aanvankelijk bezigde men
het woord voor de hamel die een bel
aan de hals dragende aan het hoofd van
een kudde schapen gaat. Bij vergelij
king past men dan het woord ook toe
op de leider van een oproer en tenslotte
ook op een baldadige jongen die als
haantje de voorste optreedt bij straat
schenderijen en dergelijke.
Een hamel is een gesneden ram en
het woord hangt dan ook samen met
een woordbasis die: snijden betekende
en waarvan ook het woord hamer is af
geleid. Een hamer was oorspronkelijk:
een snij-voorwerp, pas later een klop-
voorwerp. De eigenlijke betekenis van
het later als zelfstandig naamwoord ge
bruikte bijvoeglijke naamwoord hamel
^is dan ook: (de) verminkt(e).