EINDIGT HET INTERNATIONALE
POLITIEKE SCHAAKSPEI
DVREDE A
OF IN Ml SERE?
een bedreiging voor
I de houdbaarheid van
om het tempo van de
Sovjet-ontwikkeling
bij te houden
voor beoefenaren van
de wetenschap in
1 het westen
„Waarom knokken die „hoge heren" het niet
onder elkaar uit?". Dat is de vergeefse vraag
van de geplaagde burger, die meent dat hij
met de problemen van deze wereld eigenlijk
weinig of niets te maken heeft. Tegelijkertijd
stelt hij zich dan de „knokpartij" tussen de
diverse staatshoofden voor als een sportieve
competitie. De keuze van het spel men be
hoeft niet direct aan worstelen te denken,
politici zijn meestal fysiek niet meer in de
beste conditie als ze een topfunctie ver
vullen zou niet eenvoudig zijn, maar de
gedachten gaan meestal uit naar het schaak
spel, omdat daarin de factor kans bijna niet
meespeelt. Nu is het nog maar de vraag of
het westen het op het schaakbord wel van de
Russen zou kunnen winnen, want voor hen is
schaken een nationale sport, zoals bij ons het
voetballen, ze zijn er dan ook goed in ge
traind. Maar ook zonder dat de geschillen in
een eerlijke tweekamp op vreedzame manier
worden beslecht, ziet het er naar uit, dat de
wereld een nieuwe oorlog bespaard zal blij
ven. Dit neemt echter niet weg dat de strijd
tussen de ideologieën nu ook binnen afzien
bare tijd tot het verleden zal behoren, in
tegendeel, we mogen aannemen dat deze on
verminderd op het diplomatieke, maar voor
al op het economische en wetenschappelijke
vlak zal voortgaan. De grote „fysieke" kracht
metingen behoren naar alle waarschijnlijk
heid tot het verleden, zij zijn door groten
deels intellectuele vervangen. Bij het nieuwe
karakter, dat de strijd heeft gekregen, gaat
het vooral om economische vooruitgang,
technische ontwikkeling, zuiver wetenschap
pelijke „research" en om de toepassing van
de daarin gedane ontdekkingen. Wie met
deze dingen het verst is, kan het snelst en het
best produceren en is in staat de welvaart
het hoogst op te voeren. En wat politiek be
langrijker is: hij is in staat de onderontwikkel
de gebieden de meeste hulp te bieden en
heeft daar tevens het meeste prestige. Zo
wordt het oude politiek-militaire schaakbord
door een nieuw technisch-we-
tenschappelijk vervangen.
IS MEN ZICH in het Westen er wel vol
doende van bewust, dat de bordjes zijn
verhangen? Men mocht er tot voor kort
aan twijfelen, maar de beide spoetniks
hebben in dit opzicht gewerkt als twee
harde en meedogenloze wekkers, waarvan
vooral de Verenigde Staten erg geschrok
ken zijn. Daar had men zich lange tijd
met het heerlijke idee gevleid, dat men
op technisch gebied volkomen superieur
was en dat de voorsprong, die men had
zeker niet door een jong land als de Sov
jet Unie zou kunnen worden ingehaald.
Wel, men is op wrede manier in deze zoete
droom gestoord om onmiddellijk aan het
schaakbord plaats te nemen
De toestand van het Westen op weten
schappelijk gebied is niet ongunstig te
noemen, op het moment van de Russische
opening, maar de vooruitzichten zijn dat
niet onverdeeld. In deze strijd om de in
tellectuele mankracht vertoont de Sov
jet Unie een veel grotere dynamiek en
een veel snellere ontwikkeling. Het is niet
toevallig dat juist in de Sovjet Unie het
accent zo sterk op ontwikkeling en op
voeding kwam te liggen en dat men er
zulke grote offers voor heeft gebracht.
Onverbrekelijk verbonden met het stali
nistisch doel om „Amerika in te halen en
voorbij te streven" is immers de weten
schappelijke en technische ontwikkeling
van het gehele volk. In mei 1928, bij de
opening van het eerste vijfjarenplan, gaf
Stalin in een toespraak de volgende dwin
gende opdracht aan de jeugd: „Beheers
de wetenschap, vorm nieuwe kaders van
bolsjewistische specialisten in alle takken
van wetenschap, studeer, studeer, studeer
op de koppigste manier dat is de hui
dige taak. Een kruistocht van de revolu
tionaire jeugd in de wetenschap dat
kameraden is wat we nodig hebben."
Dat het niet bij woorden alleen bleef,
bewijzen ons de cijfers. In 1929 telde het
land nog maar 40.000 ingenieurs en het
verkeerde grotendeels in een primitief,
overwegend agrarisch, stadium. Lager
noch middelbaar onderwijs was alge
meen, er was een groot gebrek aan scho
len en aan leerkrachten. Elf jaar later
beschikte de Sovjet Unie over bijna
300.000 academisch gevormde ingenieurs,
in 1954 is dit aantal ondanks de oorlog
gestegen tot 540.000. Voor wie het niet
gelooft, de cijfers zijn ontleend aan het
rapport „Soviet Professional Manpower"
van Nicholaus de Witt, de leider van het
Russisch researchcentrum aan de Har-
vard-universiteit. Er zijn nog meer cijfers:
IN 1939 waren er in de Sovjet Unie 1.550
ambachtsscholen, in 1947 al 2700 en 1950
zelfs 6000, waarvan 1.500.000 geschoolde
arbeiders kwamen. Er blijkt uit deze ge
tallen een enorme vaart in de ontwikke
ling van het onderwijs, die we nog zou
den kunnen uitbreiden met cijfers voor het
lager, middelbaar en hoger. We zullen
het hier echter bij laten, overal ziet men
de zelfde sterke vooruitgang. Het is beter
het oog te richten op de tegenwoordige
situatie.
IN HET VORIG JAAR verscheen een
U n e s c o-statistiek, die enige interes
sante gegevens verschaft over het onder
wijs in de wereld. Geschat wordt, dat er
in de sovjet Unie 42, tot 50 miljoen leer
plichtige kinderen zijn (tussen vijf en
veertien jaar oud). Daarvan volgden er
in 1951 ruim 36.000.000 dagonderwijs op
een lagere school met zeven klassen. In
hetzelfde jaar gingen in de Verenigde
Staten 27.673.000 kinderen naar de lagere
school met een cursus van zes of acht
jaar. Opgemerkt moet hierbij worden dat
de kwaliteit van het Russische onderwijs
op een behoorlijk niveau schijnt te liggen.
Een onlangs in Amerika verschenen re
geringsrapport leert ons, dat Russische
schoolkinderen veel langer moeten wer
ken dan hun Amerikaanse collega's, dat
de schooljaren langer zijn en de weten
schappelijke training intensiever is. De
leerlingen hebben na de tiende klasse
(vier jaar basis en zes jaar voortgezet
onderwijs) vijf jaar natuurkunde, vier
nieurs, tezamen 730.000. Overige beoefe
naren van de zuivere en toegepaste we
tenschappen waren er 160.000. In de Ver
enigde Staten waren er in dat jaar
ongeveer 500.000 technische en landbouw
ingenieurs, in WestEuropa ongeveer
250.000. Onder de categorie „overige be
oefenaren" beschikken Europa en Ameri
ka samen over 385.000 academici. Maken
we de totale balans op, dan beschikte de
Sovjet Unie in 1954 over 180.000 academi
ci méér dan de Verenigde Staten en nog
maar 245.000 minder dan het „gehele
Westen".
Maar deze achterstand van de Sovjet
Unie zal spoedig tot het verleden behoren,
lijkheden, die anders uitsluitend aan par
tijleden voorbehouden waren. Lager en
middelbaar onderwijs is kosteloos, bij de
hogere opleidingen heeft ongeveer negen
tig percent van de studenten een beurs.
Zeer belangrijk is, dat een ieder, die daar
toe de capaciteiten bézit, verder kan stu-
dren en dat daar financieel geen bezwa
ren aan zijn verbonden. Daardoor komen
de studenten uit de brede lagen van het
volk, een situatie die in de meeste wes
terse landen geenszins te herkennen valt.
jaar chemie, zes jaar buitenlandse taal en tenzij er in het Westen wonderen gebeu- Tv, RiiclcinH vormt
r „l3 ^1 T« v, v. 4-v. 1 i»-. C?~,. U IVUOiaiIU V UI lilt
ft it ft it ft ft
vijf jaar wiskunde gehad. In hetzelfde
jaar, 1955, waarin het onderzoek werd ge
daan, hadden minder dan een derde
van de Amerikaanse afgestudeerden van
een „high school" één jaar chemie ge
had. Ongeveer één van de vier had een
enkel jaartje natuurkunde gehad, terwijl
één van de vijftien wiskunde-onderwijs
van enige betekenis had gekregen.
In 1953 waren er in de Sovjet Unie (vol
gens het U n e s c o-rapport) 1.562.000
studenten, aan allerlei instellingen van
hoger onderwijs, zoals universiteiten,
ren. Het aantal academici, dat in de Sov-
jet Unie afstudeerde en geen ingenieur Jp nifMiwr» pliff»
was, overtrof in 1954 het aantal in de Ver- uc llicuv> c ciilc
enigde Staten met 20.000. Dit Russische
aantal was drie keer zo groot als het totale
aantal van de Westeuropese landen
samen! In 1955 bedroeg het totaal aantal
gegradueerde ingenieurs 63.000, terwijl i
in dat jaar in de Verenigde Staten slechts IlCt SySteCITl
23.000 ingenieurs afstudeerden. De laatste
mededelingen, die ons uit de Sovjet Unie
bereiken, vermelden dat er in 1956 in to
taal 260.000 specialisten bij de hogescholen
technische hogescholen en dergelijke. Het zijn gegradueerd. Het gaat hier waar-
cijfer voor de Verenigde Staten in hetzélf- 1
de jaar is 2.533.000, dus ongeveer een
miljoen meer. Men moet hierbij echter
wel bedenken, dat velen één van de so
ciale wetenschappen studeren, welke stu
dies in de Sovjet Unie praktisch niet be
oefend worden. Het marxistisch-leninis-
me lost daar immers alle problemen op!
Allen W. Dulles, directeur van de Ame
rikaanse inlichtingendienst, heeft on
langs voorspeld, dat in de periode van
1950-1960 de Russen 1.200.000 academisch
gegradueerden zullen afleveren, terwijl in
de Verenigde Staten in dit tijdvak 900.000
academici de universiteiten zullen ver
laten. Men kan zich weer afvragen of de
opleidingen wel vergeleken kunnen wor
den en daartoe zal men in bepaalde ge
vallen waarschijnlijk niet goed in staat
zijn. Uit de contacten, die geleerden uit
het Westen met hun sovjet-collega's heb-
schijnlijk om alle academici tezamen, dus
niet alleen de ingenieurs, maar ook de land
bouwkundigen, artsen en anderen. Vol
gens dezelfde bron beschikt de Sovjet
Unie thans over 3.800.000 specialisten,
voorwaar een respectabel aantal. Voegt
men er de mensen met een middelbaar
technische en soortgelijke vakopleidingen
aan toe, dan komt men op een totaal van
ongeveer zes miljoen.
HET WESTEN staat er dus op het ogen
blik nog niet ongunstig voor, maar hoe
lang zal dat zo blijven? Dringend nodig is
dat men maatregelen neemt om het tem
po van de sovjet-ontwikkeling bij te hou
den en zo de voorsprong te bewaren.
Maar dat blijkt een moeilijke zaak te zijn.
Lesprogramma's wijzigt men niet van de
ene dag op de andere, daarvoor zijn deze
veel te sterk gebonden aan het gehele
ben gehad, is echter qooit gebleken, dat cultuurpatroon van een volk. In het on-
In het Westen valt verhoudingsgewijs
nog altijd het meest te verdienen in de
commerciële sector. De beroepen, waar
voor een omvangrijke scholing nodig is
worden relatief slecht betaald. In de Sov
jet Unie kent men eigenlijk geen handels
lui, de hoogste beloningen vallen toe aan
de afgestudeerden en de partijleiders, die
vaak zelf specialisten zijn in de één of an
dere branche. Voor het Westen zou een
hogere beloning voor gestudeerden een
behoorlijke aanmoediging betekenen om
een wetenschappelijke of technische loop
baan te kiezen. In het algemeen zou het
nodig zijn dat voor onderwijs in alle vor-
men grotere bedragen werden uitgetrok- r„ i i
ken. Het zuiver wetenschappelijk onder- H lie 11 betere belOIllll^
zoek zou in en bij de universiteiten moeten
worden gecentraliseerd. Onderzoek van i en llOSeE prestige
toepassingen zou men aan de bedrijven,
eventueel in samenwerking met de uni
versiteiten, kunnen overlaten.
derne industriële maatschappij groten
deels verouderd zijn. Daarmee voltrekt
zich in de sovjet-maatschappij een ont
wikkeling, die de marxisten altijd aan al
le vroegere maatschappijen hebben ver
weten. Volgens het historisch-materialis-
me bepalen immers de produktieverhou-
dingen de maatschappelijke. Door de ont
wikkeling in de materiële basis van de
samenleving, waarin een voortdurende ex
pansie plaats vindt, worden de oude juri
dische en sociaal-wetenschappelijke re
gels tot knellende banden van het pro-
duktie-ysteem. Zo vormden de oude gil
den knellende keurslijven om het zich uit
breidende grootbedrijf. Met geweld wer
den deze in de Franse revolutie doorbro
ken. De kapitalistische belemmeringen
worden in de communistische revolutie
verwijderd en daarna kan er geen nieuwe
hindernis voor de socialistische ontwikke
ling worden opgeworpen, omdat de oude
heersende klassen in de revolutties zijn
geliquideerd en er dus nog maar één klasse
over is, namelijk de arbeidersklasse. Uit
buiting is niet meer mogelijk en knellen
de regels, die op exploitatie gericht zijn,
kunnen nu niet meer ontstaan. De klasse
tegenstellingen zijn verdwenen. Het boek
„De nieuwe klasse" van Milovan Djilas
leert ons echter wel anders. Juist in de
wetenschappelijke opleiding en in de par
tijfuncties vinden we de kiemen voor het
ontstaan van nieuwe klassen, of misschien
beter voorlopig, van standen.
DOOR DE LACUNE, die men in het
wetenschappelijk onderzoek uit hoofde van
Truus Vervolg Schaakpartij
marxistische overtuiging laat bestaan,
verkondigt men en gelooft men in een
theorie, die de sovjet-werkelijkheid niet
meer dekt. In de sovjet-maatschappij
sluimeren krachten, die het systeem ge
vaarlijk kunnen gaan ondermijnen. De
nieuwe elite vraagt om meer zeggen
schap en het systeem is van haar afhan
kelijk, dus het moet haar een grotere
stem geven. Neemt de invloed van de elite
een zeer grote omvang aan, dan is een
verdergaande democratisering niet tegen
te houden. De in het voorjaar geformu
leerde industriële decentralisatieplannen
zijn er een begin van.
Is het sovjet-systeem soepel genoeg om
de problemen, vooral de sociale vraag
stukken van het industrialisme, op te los
sen? Wij geloven het niet. Het systeem is
te star, de ontwikkeling in het sociale
denken staat al geruime tijd stil, iets
daarvan zien we ook op het gebied van
de beeldende kunsten. Naarmate de ma
teriële welvaart stijgt, worden de sociale
vraagstukken urgenter. De marxistische
ideologie loopt gevaar een even knellen
de band om de hoog-geïndustrialiseerde
sovjet-maatschappij te worden, als de
gilden in de achttiende eeuw in West-
Europa.
VOOR STUDIE in de sociale weten
schappen is vrijheid van onderzoek een
noodzaak. Men moet de eigen maatschap
pij in al haar geledingen onder de loep
nemen. Een land, dat geen vrijheid van
meningsuiting kent, kan dit nimmer toe
staan en de leiding van de Sovjet Unie
moet op bepaalde punten volkomen in het
duister tasten, wat betreft de gevolgen
van de technische en economische voor
uitgang. Wanneer en hoe dit tot een ken
tering in het systeem zal leiden, valt niet
te zeggen. Daarvoor schieten de gegevens
te kort. Tenslotte is de westerse wereld in
het voordeel, maar is „tenslotte" vlug ge
noeg? Zal de sovjet-maatschappij eerder
door interne oorzaken uiteen vallen en
deze een geringere wetenschappelijke vor
ming hadden, of theoretisch of praktisch
ten achter stonden. Men mag dus veilig
aannemen, dat de Sovjet Unie capabele
wetenschapsdienaren aflevert.
derwijs komen allerlei opvattingen over
mens en samenleving, die in een volk
leven, tot uitdrukking. Ook kan men de
huidige generatie al bijna niet meer van
richting laten veranderen, zeker niet als
men het democratisch principe van de
vrije beroepskeuze wil handhaven. Van
daar dat de Amerikaanse Atomic Energy
Commission al heeft geraamd, dat de Rus
sische cijfers de eerstkomende tien jaren
al niet meer kunnen worden benaderd.
Maar al kunnen deze maatregelen niet zo
vlug genomen worden het zou zelfs af
te raden zijn er kunnen wel andere
dingen gebeuren.
Ip de Sovjet Unie heeft men de tech-
„Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heer
schappij rust op zijn schouders en men noemt het Wonderbare Raadsman,
rkeC
op
HET IS MISSCHIEN niet oninteres
sant er op te wijzen, dat de algemene be
langstelling in de Sovjet Unie bij de brede
lagen van het volk minder oppervlakkig
is dan in de meeste Westerse landen. Hoe
is het anders te verklaren, dat er in dit
land in 1952 ruim 37.500 boeken versche
nen met een totale oplage van 650.000.000
exemplaren tegen in het Verenigd Konink
rijk en de Verenigde Staten samen 30.581
in een oplage van 450.000.000? Bijna veer
tig percent van de sovjet-uitgaven betref
fen politieke, economische en sociale on-
derwerpen, die alle het bekende commu-
nistische stempel dragen. Hiermee poogt |j Er zijn dringend
men de sovjet-mens te vormen. In Enge- H
land vielen slechts negentien percent van mncitrpdplfMi nnrlicf
de uitgaven onder deze categorie, in Ame- l"«»LrcgeiCIJ HOUlg
rika waar men zoveel aan deze weten
schappen doet slechts tien. Het percen
tage van de zuiver wetenschappelijke
werken in de drie landen ontloopt elkaar
niet veel en schommelt om de vijf percent
van alle uitgaven.
Op het gevaar af, dat we de lezer met
cijfers vervelen, willen we toch nog een
vergelijking maken tussen de totale „in
tellectual manpower" van het Westen en
het Oosten. Het blijkt dan dat de Sovjet
scnavpil lil dl up Alfu ÏGIIVULIVIÖ VII IILVU UVVIILV V
Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en
eindeloos de vrede op de hoon van David en over zijn koninkrijk, doordat oosten. Het blijkt dan dat de Sovjet nicus en de wetenschapsman op alle mo- vasthielden aan de stellingen, die onge-
hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheidvan nu aan tot in unje jn 1954 beschikte over 540.000 inge- gelijke manieren beloond en van prestige veer honderd jaar geleden nieuw waren, °°k naar handelen.
o o rf jl /o 1 t fl/3 o f f~) v 'v 11 v ii a f~1 iooooo 1 »a p t, va .-3 t /v a. v, t am t\ k a\ v. t. -a ,3 3 m aa m „41 an ma r—. a jm, vam aam a - aam aJ a mm aIaI ama a 41 a1. a a j
HET IS NOG een raadsel onder wat
voor omstandigheden de Russische ont
dekkers werken. Zijn ze vrij te experimen
teren? Dit is heel belangrijk, omdat het
gros van de ontdekkingen „toevallig" wor
den gedaan, dat wil zeggen: de onderzoe
ker ziet iets in .een bepaald facet van zijn
werk en gaat daarmee verder. Zo ontdek
te Sir Alexander Fleming bij voorbeeld
de penicilline. Werkt de sovjet-geleerde
onder een sterke druk? We weten het niet.
Er is een oud axioma, dat zegt dat de
wetenschap zich alleen in vrijheid kan ont
wikkelen en in de loop van de geschiede
nis heeft dit zich nog altijd als juist be
wezen. Ook al laat men de geleerden dan
de vrij„ hand in de politiek ongevaarlijke
technische wetenschappen, op het gebied
van de sociale wetenschappen doet men
dat zeker niet. Zelfs in de biologie heeft
men door het materialisme als basis voor
het wetenschappelijk onderzoek te nemen
ernstige fouten gemaakt, zoals enige ja
ren geleden Lysenko bewees .Zulke fou
ten kan men weer maken.
Op het gebied van de sociologie, de eco
nomie, de politieke wetenschap, de psy
chologie en zovoorts bestaat geen vrijheid
van onderzoek. Het sociologisch congres,
dat het vorige jaar in Amsterdam werd
gehouden, bewees overduidelijk, dat de
communisten nog steeds krampachtig
democratischer (en laat ons aannemen
vredelievender) worden, dan zij het Wes
ten en met name Amerika heeft inge
haald?
Het zou wel zeer onvoorzichtig zjjn,
daarin te geloven. Het Westen doet er
goed aan alle krachten in te spannen om
Rusland op alle gebieden van wetenschap
voor te bljjven (ook in de sociale). Het
rjjkste gedeelte van de wereld kan en
moet de krachten bundelen om de hoog
ste prestaties te leveren, daar de schaak
partij anders niet met remise maar met
misère eindigt, met een schaakmat-
positie in de wetenschap, in de techniek
en in de politiek, waar het communisme
op economisch terrein heeft gezegevierd.
Het enig alternatief is een grotere inspan
ning en meer samenwerking in de wes
terse landen. Het is te hopen dat de re
geringen de noodzaak van een grotere co
ördinatie juist op het gebied van de weten-
schap en van het onderwjjs inzien en er
eeuwigheid." Jesaja 9, verzen 5 en 6 a.) nieurs en 190.000 landbouwkundige inge- voorzien. Men had in deze functies moge- maar voor de problematiek van de mo-
W. Langeveld