DRIE MODERNE DICHTERESSEN ^Amedkaaen en (meen in Jïnusset De onverge Nederlandse prima donna Cato Engelen Sewing wordt op haar negentigste ehuldiöd NIEUWE BOEKEN in zakformaat ZATERDAG 18 JANUARI 1958 Erbij Sonja Prins Ellen Warmond Lizzy Sara May PAGINA Vil. De Nederlandse prima donna Calo Engelen-Sewing, indertijd de ster van de vaderlandse opera-ondernemingen van De Groot, Van der Linden en Pauwels, wordt op maandag 27 dezer negentig jaar. Zij heeft ze allen over leefd, de idealisten, die de consequentie van een Hollandse Opera aandurfden op financieel zwakke basis. Onder dezen zij herinnerd aan Henri Albers, los Orelio, Jacques Urlus, die echter ook in het buitenland SONJA PRINS, Ellen Warmond en Lizzy gerangschikt. Alle drie dichteressen heb- emplooi vonden, toen May zijn alle drie min of meer begaafde ben de grote inbraak in haar huis moeten het hier mank ging. Alleen dichteressen. Sonja Prins' poëzie is duide- beleven, de dief van hun illusies, de ver- Caf0 EnaelenSewina lijk op vast spoor en deze dichteres zou dan plaatsing van hun verlangens. Sonja Prins iu ook indien dat nodig was stevig inge- werd het sterkst, zij maakte zich tot leef- aien°e getrouw de elkaar deeld kunnen worden in het huidige poë- gebied en huis wat het hare leek aan te opvolgende Amsterdam- tisch patroon. Zij debuteerde in 1933 onder tasten. „Ik geloof dat je niets kunt missen se gezelschappen, mee- het pseudoniem Wanda Koopman met alles hoort bij elkander". Haar diepmense- dobberend OP de on- „Proeve in strategie". Deze bundel was de lijke deernis brengt haar het ideaal voor h t tijd een kwart eeuw vóór. In 1955 ver- ieder te zorgen, iedereen iets moois aan te zeKere zee van n©* V3- scheen van haar „Het geschonden aange- bieden, zorg en liefde: „Ellende, ellende derlandse operabedrijf. zicht" en thans is het „Nieuwe proeve in gaat niet in een gedicht". Zij praat met ons Slechts een onderbroken strategie" waarmee de 46-jarige dichteres allen en wil voor ons allen de spreekbuis seizoen te Hannover en de aandacht verdient, die haar te lang is zijn, zij wil het voor ons opknappen. „Ik t onrctollin onthouden. De 28-jarige Ellen Warmond ben heel gewoon en ik hoop dat jij gewoon gasiVOOrsteilin liet haar derde bundel „Weerszij van een bent". Een vlinder biedt ze, een veld koren: 9©^; alsmede ook wel wereld" uitgeven, na „Proeftuin" (waarmee „wij zijn uitgewassen als blauw water/ eens een jaarcontract zij in 1953 de Reina Prinsen Geerligsprijs geen ideeën met dikke randen". Zij wil de aan dg Vlaamse Opera won) en „Naar men zegt" (1955). Ellen War- wereld organisch en ontmaskert het or- Antwprnen v/orwii mond is nog spoorzoekend, maar het is ganisatorische: „Zorg dat je niet staat te Mniwerpen, verwij- waarschijnlijk dat zij nog eens tot een zui- kijken zonder stormhelm en ladder", derden haar even van vere poëzie van hoog gehalte zal komen. Medestrijders en strategen wil ze en voor Amsterdam, waar zij ge- Lizzy Sara May debuteerde in 1956 op 38- allen samen na de oorlog „Liefde, een land- wonnen en qetoqen was jarige leeftijd met „Blues voor voetstap- schap met grote hemel". Haar poëzie is en igon haar pprstiö VV pen" en nu is van haar „Weerzien op een verrassend rijk, men kan er telkens veel in plastic-huid" verschenen. Uit haar sterkste vinden. Samen worden de gedichten echter Stappen op de glibberige verzen blijkt dat haar talent een andere door Sonja Prins' felle gedrevenheid als operaplanken had gezet, richting vraagt dan die, waarin bijna al een woelig wateroppervlak, schuimig van haar poëzie is gevonden. beelden waardoorheen men de heldere HET engelachtig reine geluid en de vir De verschillen tussen de dichteressen grond niet kan zien. „Nieuwe proeve in tuoze coloratuur van Cato Engelen blijken eigenlijk al bijzonder duidelijk uit strategie" is misschien een te oncritisch Sewing behoort tot mijn eerste ervarin- de titels van hun laatste bundels: Sonja samengestelde bundel, die tot een aanzien- §en °P 'lef gebied van de opera. Ik zal Prins is een persoonlijkheid, die het zieke lijk kleinere teruggebracht veel treffender z°wat een jaar of zeventien geweest zijn. gezicht van de wereld wil genezen en als zou zijn geweest. Maar sterker vermoed ik toen ik haar voor het eerst hoorde. Dat is strateeg te velde trekt. „Ik ben bezig aan dat de tendens van deze poëzie een plei- aL de „Koningin van de Nacht" in „De een hele nieuwe kartering van de wereld dooi voor de mens de haast nodig heeft Toverfluit van Mozart geweest. Deze con- hij gunt mij geen rust" schreef zij al in van duizenden vlugge woorden. Dat haar Hontatie met het verrassend onbekende „Het geschonden aangezicht". Ellen War- trefkracht ligt in het overspoelen van de IS a^s ®en wonderlijke openbaring bij- mond verzette zich in „Proeftuin" verbit- lezer en dat de strijdbaarheid en vurig gebleven. Van "jij11 scdrale zakgeld scnaf- terd tegen de overweldiging van haar leef- idealisme de schrijfster hebben gedwongen mij de partituur van „De Toverfluit gebied en verdedigde haar restgrond in ge- zich ongeremd te uiten, stromend, zonder aa" "et duurde, n,le£ *arlg of ik Lende voelige, overtuigende verzen. In „Naar men bezinning, omdat in elke rustpauze „de net hele werk uit het hoofd. Maar ik let zegt" vluchtte zij uit levensbehoud in een vijand" zou kunnen toeslaan. Zo moet men v IrF 00 k geen gelegenheid voorbijgaan meer cerebrale ontmaskering van haar be- haar poëzie ook lezen, niet stokkend bij een om Mozai"ts meesterlijke operamuziek te lager. Zij spitste haar talent verminderend woord, maar mee in de ren te velde. Later gaar? h°ren (vijftien centen op het schei- toe tot aanvalswapen, om in het kleine ge- terugkomend bij een vers geniet men er bnkje-) en de steeds weerkerende varruk- bied dat haar gelaten was ongeschonden dieper van. king te ondergaan van dat klare neldere. te kunnen bestaan. De versmalling van laas "l30 }nale zlngen van mevrouw En- haar poëziebasis verminderde haar verzen ELLEN WARMOND houdt niet van zo'n gelen—Sewing, dat altijd even puntig en evenzeer. In „Weerszij van de wereld" is zij mateloze pariante lawine. Eigenlijk is taal raak de geduchte coloratuurpassages tot weer sterker geworden. Zij wil haar aan- haar al te veel geworden. „Spreken is nader een nooit falend klinkend resultaat maak- valler negeren nu, het verzet in de verde- Y6™3"*, aan waanzin dan zwijgen dan te. Ik zat er ademloos naar te luisteren, diging baat niet, de aanval met „het pen- dlcl!,?n de sülte dus luister hoor je me tot een glaszuiyere „f-dne-gestreepi een nemes der rede" evenmin. Weerszij van een nog?" Woorden zijn „aalmoes" en „armoe- ™^erilc,htl"? *er verbreking van wereld wil zij bestaan in het weten: „Er is d® Maar „de spraak is substituut voor d^ spainmg geslaakt kon worden. Zulke liefde en meer dan dat en dat is alles", ademloosvoor zwijgen tegen de keer der z<r.er, s,teJ nawer" Een bijna-niemand wil zij zijn en zo vol- dingen Zij wil geen geborgenheid meer Len en de;:eh;eft Jan ook tot gevo,g ge- ledig leven, zonder restgronden van ver- ln zichzelf, zij wil wel haar huis opgeven dad dat Ho laneens of illusies maar vol liefde Lizzv maar dan ook alleen voor het andere, uiter- andere „Koningin van de Nacht in de Sara May schreef „Blues voor voetstappen «te, zij wil over de wereld heenspringen, £°Pe^ tegen het scheve het reddingloze buiten" verLiest de volstrekt andere kant, nu zij YgSewing en dan steeds iets „e- regen et sc eve, et eaa ng oze e moet geioven dat dp7p kant. nniPPfhaar is- mist heb vaa wat in mijn herinnering zo ook een verzet dus. In „Weerzien op een mo« kant onleefbaar is. onuitwisbaar voortleefde. De waarde van plastic-huid" zwicht zij voor buiten" - hu7d7et «eTuid betreed dê die impressie werd bij mij op rijgere leef- maar daarm zijn telkens vluchthavens, «-mea niet ae nuia met geiuia oetreea de hevestigd toen ik haar herfiaalHeliik waarin de droom tegen haar beter weten van w« en weet geen eenzaam- tljd bevestigd, toen ik haar herhaaldelijk in zijn. Het is een nieuw weer- ,eid 1® even onherbergzaam". Van de mis- -Zien, maar de huid is onecht. Die tol wil ieuldige" dwenerii^ berustte kin worden n Wij uu vicci. gutii cumaaur in waar kan ziin Het is een nieuw weer- heid is even onherbergzaam". Van de mis- m andere Pa>"tijen hoorde. Dat mijn erva- in waar kan zijn. Het een meuv weer ik.ontmoeting met de wereld ingt ring als „groene in het vak met en^el op zii betalen voor een droom van geluk ZÜ over op de ascese. Ohgetwïj Md zal haar l^gd^e dweperij berustte, kan worden ZIJ Detaien voor een aroom van geiuK, eende bundel harmonischer ziin nu zii aangetoond door een critiek in het Duitse waarin „mijn lieve levensstem, mijn teder vwgenae aunaei narmoniscner zijn, nu zij m,,7]p],tjirlschrift Die Sienale" h=t--effen - - „Weerszij van een wereld" eindigt met „Er muzleK"JascnrlIt ..Die fignaie Dgt etten- doodswoord" nog klank kan hebben. is liefde en meer dan dat en dat is alles DE GRONDTOON van alle drie bundels Zij zal water in de woestijn vinden, is het vrouwelijk verlangen liefde te geven, liefde die een veilig huis bouwt waarin DE AANGETASTE liefdesillusie deed de zorgzame vrouwelijke veiligheden kunnen krachtige Sonja Prins de wereld als leefge- bestaan, kleine dingen fijn kunnen worden bied vinden, de romantische want haar de een zangrecital, dat Cato Engelen Sewing op 8 maart 1899 te Leipzig gaf Ik vertaal: „In mevrouw EngelenSewing leerden wij een zangeres van buitenge wone betekenis kennen. Haar stem is een frisse, in de hoogte ongemeen omvangrijke sopraan. Haar intonatie is goud-zuiver en haar voordracht smaakvol. Haar grootste kracht is de coloratuur, die zij met zulke vlotheid en perfectie beheerst als in onze tweede noe negatief T izzv Sara Mav is ti;id nog slechts zelden voorkomt". Dat f J,klopt dus met mijn jeugdherinneringen, tussen huiskamer en wereld blijven steken. Haar verzen lijken niet altijd echt. Het is alsof er een pose in de kleurrijke beelden- confetti is, een pose van te willen dichten over leven en wereld. Hoe zuiver die wens AAN DIE PREMIèRE van „De „Toverfluit" in de Vlaamse Opera te Antwerpen, die voor mij de kennismaking met de zangkunst van de thans negentigjarige bracht, is tevens de her innering verbonden van een studentenrel, waar ik zijdelings bij betrokken werd. Het schellinkje waar wij onze artistieke dorst kwamen lessen aan de operacultuur, was geregeld bezet aoor studenten van de Academie en van de Hogere Handelsschool, enthousiaste jongens, die het na afloop van een vertoning op de ene of andere manier nog al eens bont konden maken. Nu was kort te voren de opera „Prinses Zonneschijn" van Paul Gilson op tekst van Pol de Mont in briljante montering van regisseur Henry Engelen (de man van Cato Sewing) voor het eerst; opge voerd. Het werd een geweldig succes, waarbij onze stud uiten een geweldig kabaal maakten om de auteurs op het toneel te doen verschijnen. Het leek moeite te kosten om de steeds zeer bescheiden Gilson te bewegen voor het publiek te verscnijnen en ondertussen daverde het daarboven bij handgeklap en voet- gestamp van hardnekkig geroep om: „de schrijver! de schrijver! de schrijver!" Tot men eindelijk de wat links doende Gilson voor het voetlicht wist te brengen. Het had lang geduurd eer het zover was en mijn studenten hadden zich lekker kun nen uitrazen, zo lekker, dat het een baldadige pretmakerij ging lijken. En dat zo'n uitbundige adhesiebetuiging bedenkelijk op een studentenrel kon uitdraaien, hebben we na bovengenoemde première van „De Toverfluit" ondervonden. Want toen begon nen onze kornuiten weer te brullen om „de schrijver! de schrij ver! de schrijver! Het werd een tempeest van geweld, waar pas een eind aan kwam, toen een paar politieagenten het schel linkje hardhandig kwamen schoonvegen, wat niet verhinderde dat de kreten „de schrijver! de schrijver!" op de trap en verder ook op straat bleven nadeunen. Dierbare herinneringen aan een tijd waarin het leven zich, als een rijk geïllustreerd boek, elke dag met nieuwe interessante ervaringen openbaarde MAAR MET al deze souvenirs zou ik haast vergeten, dat dit artikel opgezet is om de negentigjarige prima donna van het Nederlands Operatoneel te eren en aan de weinigen die haar in haar glorietijd gehoord hebben en de velen die daarvan ver stoken bleven een en ander te vertellen over haar car-ière. Cato Sewing, die dus op 27 januari 1868 te Amsterdam ge boren werd, kreeg haar muzikale opleiding zo goed als reheel in haar geboortestad. Ingeleid in de kunst door de musici G. A. Heinze en Jacob Kwast, werd haar zangkunst door mev-ouw CollinTobisch aan de Muziekschool van Toonkunst er. ten slotte door Johan Messchaert aan het conservatorium ontwik keld. Eer zij haar operacarrière begon, had Cato Sewing 'eeds als concertzangeres de aandacht getrokken. Amper zeventien jaar werd zij door de critiek reeds „een ster in de kunstwereld" harde verzen lijken compensaties voor ro mantiek Ellen Warmond de woestijn in trekken. Haar huis is niet behouden, zij staan buiten, de eerste affirmatief, de Een spotprent uit de Amsterdamsche Courant van vrijdag 30 september 1898 naar aanleiding van de financiële moei lijkheden bij de jaarlijkse opvoering van „Paljas" door de toenmalige Nederlandsche Opera in de hoofdstedelijke schouwburg. Het onderschrift (welke tekst de zanger Jos Orelio als de titelheld in de mond werd gelegd) luidde: „Eerst meer centen op het tapijt, dan kan het spul beginnen" HET WAS nauwelijks te verwachten dat de ook }s toch bedekt zij een autonomer en schilder Modigliam niet ten offer zou vallen aan SDOntan r nnp)-j„„h vprrnn„pn Hat hlj.kt de huidige vraag van het publiek naar een vol spontaner poetiscn teimogen, aat DlljKt tragiek en misère stekende „kunstenaarsroman", uit enkele ingekeerde verzen, zoals het zeer Het is er dan ook heus wel van gekomen. The mooie „Vrouwen" uit „Blues voor voet- body of love is de titel van het boek, dat Charles staDDcn" pn hpf ODPnin{?svpr9 uit dipzplfdp Keats als zijn eersteling het licht heeft doen zien. stappen en net openingsvers uil aiezeime „Secretary of State" van Connecticut, journalist bundel. Uit „Weerzien op een plastic-huid en reclameman, zo verluidt de staat van dienst moeten de verzen: Blues van het andere van deze auteur. Bij het publiek aU schrijver dus gezjcht, Spel, het ongetitelde van pagina 30 onbekend blijkt hn met onbekend met wat het T'. publiek van een auteur, die een kunstenaarsleven en Twee tremen in de nacht worden ge- tot onderwerp neemt, verlangt. Met vaardige pen noemd. Teveel van haar verzen hebben een heeft hij zijn naarstig bijeengegaarde materiaal soort lyrische anekdotiek, die niet uitstijgt verwerkt tot een zeer acceptabel en lezenswaar- h h f nopfisph nntcrpn van ppn narti dig boek. Gelukkig heeft hij zich behoed voor de noven net poetiscn noteren van een parti krampachtigheid en dodelijke ernst die het lezen culiere Situatie. Men kan natuurlijk wel van de meeste van soortgelijke werken zo ver- jn beelden denken, maar daarom denkt moeiend, om niet te zeggen, onmogelijk maakt, nop ppptj r>op7ip Ou Hp tiid^fanvpr— Niettemin blijft er voor de zoekers naar dit genre men nog geen poezie. „Up ae tUSSenver- sensatie nog genoeg tragiek en liefdesleed in aan- diepingen tussen waan en wereld" is geen wezig. poëzie, daar is de wereld van „wetten en practische bezwaren" (Elsschot). Als de In een geheel andere toonaard zijn de memoires van Grandma Moses aan het papier toevertrouwd, dichteres schrijft dat „je met kunt wonen, Meine Lebensgeschichte, de Duitse uitgave hier- niet buiten deze wereld" dan geloof ik van ziet er zeer verzorgd uit en is geïllustreerd nje(; daj zy het méént, al kan zij het den met verscheidene reprodukties van schilderijen vprzen trekken vnor haar te waarmee deze krasse oude dame in Amerika be- Kem Haar verzen treKKen voor naar te roemdheid en in de rest van de wereld in ieder velde, terwijl Zij zelf binnen blijft in het geval een zekere bekendheid heeft verworven, verbrokkelende huis. Die afstand voel ik in Evenals haar schilderwerk wemelt het van jeugd herinneringen. Een zeer charmant boekje, zon der pretenties, met een zeer positieve aanvaar ding van het leven zoals het nu eenmaal is bijna al haar verzen, niet in die welke hierboven „ingekeerd" werden genoemd. Die zijn namelijk een verdieping naar bin- nen van het wezenlijk eigene, dat daardoor Ongekunsteld, hartelijk en vol vreugde om de J b simpele dingen die het leven heeft te bieden is boven zichzelf uitkomt: zuivere poezie. het boekje Die Farm in den grünen Bergen van Lizzy May's talent vraagt niet om land- Carl Zuckmayers echtgenote Alice Herdan: hier- schapt wereld Of woestijn, maar om bin- immigranten fn Amerika? waarheen zifin mg de nenskamerse geborgenheid, zorgzaamheid wijk moesten nemen, doorbrachten. Hun tijd op en een stil luisteren. de farm in de staat Vermont, waar zij hun bal lingschap doorboerden, wil zij beslist niet als ver loren jaren beschouwen. Integendeel. Een grote geestelijke verrijking viel hun ten deel als resul taat van dit avontuur. Naar geestelijke verrijking door middel van het avontuur, van reizen en trekken, heeft de Franse auteur Blaise Cendrars zijn leven lang gestreefd, overigens niet tever geefs. Maar niet alleen zijn eigen „vie dangereu- se" heeft hij in diverse werken meesterlijk ge boekstaafd hij deed zich eveneens kennen als de biograaf bij uitstek van andere avonturiers. Een prachtig staaltje hiervan levert hij in Moravagine, een indianenboek, maar dan een geheel ander dan wat men daar meestal onder verstaat. Voor avontuur kan men ook altijd bij Pierre Benoit terecht. Ditmaal is hij present met Albertine, helaas tamelijk middelmatig maar toch altijd nog te genieten. Ton NeeLissen 1 v< &&JÏNÉ genoemd, toen zij met liederen van Schumann en aria's van Mozart optrad. Vaak was zij soliste bij zangverenigingen als Excelsior (onder Heinze) en Sempre Crescendo (door Joseph Cramer geleid). Een flinke stap vooruit naar haar Joel was m 1889 haar medewerking aan de concertuitvoering der tweede akte van „Parsifal" door de Wagnervereniging, waarbij ha?r vertolking van een der bloemenmeisjes bijzonder opviel. De vol - gende schrede een jaar nadien was beslissend. De stichter van de Nederlandse Opera, J. G. de Groot, die ook Albers, Orelio en Urlus ontdekte en op het paard zette, engageerde de jonge zangeres en liet haar in april 1890 in „Don César de Bazan" van Massenet debuteren. Een jaar later werd zij reeds overlad°n met werk van het eerste plan: de koningin in „De Hugenoten", Ophelia in „Hamlet", Philine in „Mignon", Lady Durham in „Martha" doch haar reputatie werd vooral bevestigd door het op korte termijn overnemen van de Lakmé-partij, die fot haar glansrollen is blijven behoren. De opera „Lakmé" nad voor Cato Sewing nog een ander resultaat dan een doorslaand artis tiek succes: zij trad namelijk weldra ir het huwelijk met de vertolker van de Brahmaanse priester in die opera en heette voortaan mevrouw Engelen-Sewing. Acht seizoenen na elkaar bleef zij aan de Nederlandse Opera hetzij bij het gezelschap van De Groot of bij dat van Kees van der Linden, verbonden. Wijlen Sam Bottenheim schreef daar over ter gelegenheid van haar zilveren theaterjubileum: „In de geschiedenis van de achtereenvolgende Nederlandse operage zelschappen is haar naam met gulden draden geweven. Zij heeft er alle belangrijke partijen gecreëerd. En mocht een enkele keer de keuze van een rol per saldo een vergissing in verband met haar bijzondere aanleg gebleken zijn, nochtans wist zij bij de uitvoering die vergissing te verbergen en iet hare uitbeelding steeds boven de middelmaat". Men liet haar ook Wagner-partijen zingen: Sieglinde en Elsa, die helemaal niet strookten met haar stemkarakter en haar speciale bel - canto-techniek. Maar, aldus Bottenheim. wie zich daarentegen haar Marguerite, haar Violetta, haar Rosine, haar Frau Fluth, haar Koningin van de Nacht in zijn herinnering terugroept, kan niet anders dan erkentelijk zijn voor de kunst, dié zij in deze partijen gegeven heeft. Hij had er nog kunnen bijvoegen: haar Suzanna, haar Philine, haar Grietje uit de sprookjesopera van Humperdinck en wellicht nog meer. IN DE „MéMOIRES" van Jacques Urlus vinden wij een en ander vermeld over het geval Hannover, dat hierboven reeds aangestipt is. Het was in de zomer van 1898. De echtparen En gelen en Urlus gingen, bij wijze van vakantie, in Duitsland „een beetje rondneuzen". In Hannover werd een engagement voor mevrouw Engelen verworven. Gesterkt door dit succes reisde men naar Bayreuth met de stille hoop Cosima Wagner te mogen voorzingen. Het lukte, doch het had geen resultaat. Dat is voor Urlus echter later gekomen. Maar Cato EngelenSewing had in ieder geval te Hannover een engagement afgesloten, dat een rijke ontplooiing voor haar carrière beloofde. Door een samenloop van omstandigheden ging het daar echter mis. De zangeres liet namelijk haar werk in de steek om ijlings naar Amsterdam te stomen, waar zij wist dat haar man in ernstige toestand in ëen ziekenhuis was opgenomen. Zij dacht niet aan contractbreuk toen zij de ingeving van haar hart volgde, aldus Urlus, maar in feite had zij toch contractbreuk gepleegd en de droeve gevolgen daarvan waren, dat zij in vijf jaar niet meer aan een Duitse opera verbonden kon worden. Dus maar weer in Holland zingen en wel als gast aan het Amsterdams Lyrisch Toneel. Kort daarop ging Henry Engelen als regisseur naar de Vlaam se Opera te Antwerpen en hoe zij daar als gast voor bepaalde rollen gehuldigd werd heb ik reeds te verstaan gegeven. Onder tussen maakte zij sinds 1908 deel uit van het gezelschap van Pauwels dat het Rembrandt-Theater in Amsterdam bespeelde. En daarna kunnen we zeggen: enzovoorts. Het heeft me altijd gespeten, dat wij mevrouw EngelenSewing niet meer hebben kunnen horen als lid van de Co-Opera-tie" van Koopman, het laatste van de reeks opera-ondernemingen in Nederland, dat zich op eigen wieken drijvend met succes enige jaren kon staan de houden. In 1915 had Amsterdam zijn sympathieke prima donna op werkelijk briljante en erkentelijke wijze gevierd, waarbij haar beeltenis, een werk van Werner, op de bovengaan- derij van de Amsterdamse Stadsschouwburg een opvallend mooie plaats kreeg. Ook toen zij zeventig werd, is die verjaars datum niet zonder huldebetuiging voorbij gegaan. En nu zij negentig wordt maakt Amsterdam zich andermaal op om Cato EngelenSewing als een uitzonderlijke figuur, laat ik zeggen: als een tot historie geworden type uit de geschiedenis van de strijd om een Nederlandse opera in het zonnetje te zetten en haar verdiensten op betrouwbare wijze aan de jongere gene raties kenbaar te maken. IEMAND, aan wie ik dit stukje voorlees alvorens het aan de pers toe te vertrouwen, vraagt mij oj een zangeres, die een zo druk bestaan gehad heeft in het enerverende operabedrijf, na haar afscheid, laat ons zeggen de laatste veertig jaar, zo maai met zingen kon ophouden. Natuurlijk kon zij dat niet, al zo'u zij alleen nog maar zingen voor haar eigen genoegen. Ja zelfs toen haar eens zo glansrijke stem uiteraard de sporen van de leeftijd begon'te tonen, had zij behoefte om zich als zangeres uit te leven, al ging zij wekelijks maar een avond in het koor van de „Koninklijke Oratoriumvereniging" zingen zelfs toen ze de zeventig gepasseerd vtas! En wat haar vitaliteit en haar belangstelling voor de zaken van het „vak" betreft, die meen ik te kunnen bevestigen met het feit, dat ik .haar betrekkelijk kort geleden nog in de Amsterdamse Stadsschouwburg zag, toen daar „Migrion" van Thomas werd uitgevoerd, waarin zij zo vaak de glansrol van Philine gezongen had. Ik wil hopen, dat de hulde die haar maandag over een week gebracht wordt, een gulden glans zal weven om haar levensavond. Jos. de Klerk zitten eigenlijk alleen de Fransen met de glijden zij tachtig tot honderd meter naar banden in het haar. Zij hadden namelijk beneden, kruipen als katten in de stalen pech met hun terrein. Hun paviljoens, die karkassen van de bollen en goochelen met een zeer originele constructie krijgen, ko- de aluminiumplaten, alsof zij nooit ander (Van onze correspondent in Brussel) Horst Wolfram Geiszler, wiens Die Glasharmo- beukebomen en een kunstmatig meertje, waarop scheepjes dobberen. In het Britse industriepaviljoen zal men de auto, het vliegtuig en de raceboot kunnen bewonde- men op een plek te staan, waar de aange- werk hebben verricht. Er wordt op het ren, waarmee de Engelsen de drie wereld- voerde aarde de bodem allesbehalve sta- ogenblik aan zes bollen („sferen" zegt men snelheidsrecords veroverden. Met de acht- biel heeft gemaakt. De stabilisatie van het in België) tegelijk gewerkt. Het tijdschema duizend arbeiders, van wie de meerderheid fundament door extra betonwerk kost de is uiterst streng. Drie dagen voor de ope- in drie ploegen werkt, dus dag en nacht, Belgische aannemer, die het Franse pavil- ning, op 14 april dus, wil ir. Waterkeyn de hoopt men tegen eind februari al het ruwe ,nDn iv, U-.* a i-i„~,»werk achter de rug te hebben. Dan komen verwacht. Dan zal men de meeste pavil joens afgewerkt hebben, althans van bui nlka'en "i>"er Tiebe Augus'tin menigeen zich met HET LOONT zeker de moeite nu al een ten. Het afwerken van het interieur der toonstelling, Pierre de Gaulle, een broer de honderdtien meter hoge cylindervor- de interieurs aan de beurt „»rrilenf sneriaal ver- „„„m„„i aa u,..mige buis VOQr hgt gerst naar boyen joen bouwt, tenminste drie weken. De journalisten in het „Atomium" rondleiden. Franse commissaris voor de Wereldten- Op donderdag 9 januari snorde de lift in de ambachtslieden en deskundigen voor Eveneens een trekpleister wordt de loop brug. Van de buitenlandse afdelingen, die genoegen zal herinneren, verdient speciaal ver- kijkje te wagen op het terrein van de paviljoens en paleizen zal voortgaan tot van de generaal, werd bleek toen hij het Stmüng^eïar^eenïerIn'Hner5langen Nacht,"een wereldtentoonstelling, die dit jaar in Brus- op de ochtend van de zeventiende april, vernam. Men hoopt echter de situatie nog (zoals hij zelf in een woord-vooraf mededeelt) sel op de tweehonderd hectaren van het de dag van de opening. Voor de interieurs te kunnen redden, enigszins uit de hand gelopen poging tot het Heizelstadion zal worden gehouden. Van van de paleizen is de tijd inderdaad eerder Over het aantrekkingspunt van de ten- in een hellend park liggen, zal men "immers litteraire nfveau^^rgehjkln zou "7^1 dat -.wagen" is hier terecht sprake, daar men te kort dan te lang gemeten. De architecten toonstelling, het „Atomium", zijn voor- via een brug naar het centrum van de van de werken van Poe en Doyle. als journalist een papiertje heeft moeten eri aannemers zijn van oordeel, dat er in namelijk in Belgische kranten heel wat tentoonstelling kunnen wandelen. Van die ondertekenen, waarin de commissaris- de laatste maanden dag en nacht aan de praatjes verteld. Men zei eerst, dat het drie kilometer lange brug af heeft men 1- T°cLdIfisto^^e romanl6' valt1» veefgenoe- generaal baron Moens de Fernig, van alle interieurs zal moeten worden gewerkt. Dit „Atomium" gezakt was, daarna, dat de thans reeds een prachtig gezicht op de gen te bfeieven aan Rogue cavalier van Rosamond verantwoordelijkheid ontslagen wordt, die is overigens ook bij de ruwbouw van heel berekeningen verkeerd waren gemaakt, Amerikaanse en Russische afdelingen, die Marshall, die naam (en geld) maakte met Kitty ZOu kunnen voortvloeien uit een bezoek wat paviljoens het geval geweest. Het zodat het hele werk stop zou moeten wor- vlak tegenover elkaar liggen. Het Ameri- en Duchess Hotspur. De held van aan het terrein. Bulldozers, vrachtwagens Philips Paviljoen van architect Le Cor- den gezet en later werd gesuggereerd, dat en vechtersbaasaSva'n0grboteformaatr,Toni Brando, en jeeps snorren rakelings langs en in busier, dat naast het officiële Nederlandse de buitenste bollen niet soliede genoeg wiens activiteiten aan het hof van Lodewijk xv, ieder geval is het raadzaam het beste paviljoen rijst, is zo bijvoorbeeld op die zouden zijn. Niets is echter minder waar. waarvan zelfs Madame de Pompadour het slacht- kostuum thuis te laten en grote rubber- manier in drie-ploegen-arbeid uit de grond Op het terrein ontmoetten wij ir. Water- nu»i>u.c KC>JUUw ungmeei. jlm beschreven Maar hel alleraardigste boek, dat de laarzen aan te trekken. Pas wanneer de gestampt. De laatste betonplaat werd en- keyn, de ontwerper van het „Atomium", ingang van het Engelse paviljoen is at laatste wek'en verscheen, is ongp Don't go tientallen kilometers asfaltweg als bekro- kele weken geleden gelegd. Het Neder- die kalmpjes het werk bekeek. Zijn hon- tractief, drie kristallen, eenentwintig meter near the water van William Bri - - kaanse paviljoen is een ronde, geheel met stalen pijlers opgetrokken constructie, zo groot als het Colosseum van Rome. Het Russische gebouw is minder origineel. De Don't go tientallen kilometers asfaltweg als bekro- kele weken geleden gelegd. Het Neder- die kalmpjes het werk bekeek. Zijn hon- - u<t verma' ning op het werk zullen zijn aangelegd, zal landse paviljoen komt in ieder geval klaar, derdvijftig arbeiders werken met een snel- rikaa^marine6in^de^aciiic had te voeren met het bezoek pas een genoegen kunnen wor- dat kan een ieder die het bezocht, u op heid en een vaardigheid, waarbij wij ver- de pers. A. M. den. Die situatie wordt tegen eind maart een briefje geven. Van de grote landen stomd hebben staan kijken. Langs kabels hoge torentjes, wuiven de bezoekers een welkom toe. Er is verder evenals bij het Nederlandse paviljoen, een parkje met UIT NEW YORK bereikt ons deze week het bericht, dat achtenzeventig leden van het gezelschap van de Metropolitan Opera in New York aan president Eisenhower een open brief hebben gezonden, waarin zij protesteren tegen het beperkte program ma der Amerikaanse artistieke deelneming aan de tentoonstelling in Brussel. De brief is ondertekend door onder meer de orkest dirigent Dimitri Mitropoulos en zangers zoals Dorothy Kirsten, George London, Ian Peers, Lily Pons en Rise Stevens. De be trokkenen wijzen op de in de begroting van de Verenigde Staten aangebrachte be snoeiingen en maken een vergelijking met de omvang van de Russische deelneming en met het besluit van Duitsland zijn vijf beste operagezelschappen te zenden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 20