nu ook in normaal formaat 80 ct.
r
Meerderheid in senaat tegen
gesprek met Indonesië
„Een rij sombere begrafenisdienaars
Van dag tot dag
Standpunt van P.v.d.A.-fractie
vond geen instemming
CPraatótoel
Maar dr. Drees wil het ambtscostuum
niet in ere herstellen
I
Kerkelijk Nieuws
Amerikaans-Russische
culturele overeenkomst
Ir. J. Wessels Boer
overleden
Verzending van zeepost
Examens
0p de
MINISTERS OP PRINSJESDAG
En van je héla
<Ï21ËV
„Thor"-raket bleef niet
in berekende baan
DONDERDAG 30 JANUARI 1958
In de Eerste Kamer heeft zich woensdag
een luchtig debat ontwikkeld over een
onderwerp, dat allerminst het landsbelang
raakt doch dat zowel voor de regerings
vertegenwoordigers als de senatoren waar
schijnlijk een welkom intermezzo vormde
in de reeks ernstige problemen, waarmee
het landsbestuur te maken heeft.
Het ging over het ministeriële ambts
kostuum. Zoals men wellicht weet is de
officiële dracht der ministers in onbruik
geraakt op enkele uitzonderingen na. De
minister van Buitenlandse Zaken hijst
zich er nog wel eens in omtrent Nieuwjaar
en tot voor kort droeg de minister van
Binnenlandse Zaken het bij gelegenheid
van de sluiting der Staten-Generaal. Maar
voor de rest heeft het jaquet de steek en
witte broek verdrongen en sommige sena
toren vonden dat een verlies aan decorum.
Het opgewekte gekout over de haute
couture der ministers in de Eerste Kamer
droeg veelal het karakter van „grapjas
serij" - om een term te kiezen die erbij
past - doch dr Drees deed zijn best er
ernstig op in te gaan en dat maakte het
debat nog humoristischer.
Overigens maakt de poging om de
ministersfiguren wat op te sieren wel de
indruk van geforceerdheid. Iets dat onder
invloed van tijdeigen opvattingen vanzelf
verdwijnt, nadat het uit traditie was ont
staan, moet men niet kunstmatig trachten
te herstellen. Het krijgt dan immers gauw
het karakter van namaak-antiek en het is
de vraag of daardoor de waardigheid van
het ambt niet eerder geschaad dan ver
hoogd wordt.
Een der argumenten is blijkbaar, dat de
ministers in de stoet van Prinsjesdag zo'n
doods element vormen. Dat is echter be
schouwd uit het oogpunt van een kijkspel
- en tenslotte zijn noch de Koningin, noch
de ministers figuren in een operette, die
voor het genoegen der kijkers tussen
Paleis en Binnenhof wordt opgevoerd,
doch functionarissen in een landsbestuur-
lijke ceremonie, welke de zeer serieuze en
zinvolle betekenis van het parlementaire,
democratische koninkrijk symboliseert.
Dat de ministers als „dienaren des volks"
daarbij sober en onopvallend gekleed gaan,
terwijl de Vorstin omgeven is door enige
luister, maakt die symbolische betekenis
nog krachtiger.
Zonder de waarde van de „streling des
oogs" te onderschatten, die in het alge
meen door het publiek aan openbare
plechtigheden wordt gehecht, moeten wij
toch met enige huiver denken aan een
optocht van kabinetsleden, die gestoken
zijn in twintigste-eeuwse nabootsingen
van uit de tijd geraakte uniformen. Want
kleding en uitdossing zijn niet zonder
reden veranderd mét de tijd en de mensen.
De mens van heden draagt de kleding die
uitdrukking geeft aan zijn eigentijdse
karakter en opvattingen. Wie zich, door
carnavals-fraaiïgheden aan te trekken,
voorstelt de waardigheid van oude tijden
te kunnen terugroepen, maakt zich tegen
de achtergrond van 1958 nog belachelijker
dan dat hij heiegans ongekleed zou wan
delen
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Hoogkerk L. J. Prins te Nij-
land.
Beroepbaarstelling: De heren J. Th. W.
Quak, vicaris, Middenbos 26, Brunssum,
en H. A. Winkel, kandidaat, Vuurse Ach
terweg 133, Leidschendam, zijn beroepbaar.
Geref. Kerken
Beroepen te Broek onder Akkerwoude
A. J. Aaftink, kand. te Amsterdam; te Oost-
hem P. Boonstra, kand. te Marum (Gron.j.
te
Chr. Geref. Kerken
Aalsmeer M. Drayer te
Beroepen
Drachten.
Doopsgez. Broederschap
Beroepen te Stavoren-Hindelopen J.
Wieringa te Westzaan.
Geref. Gemeenten
Tweetal te Slikkerveer M. Heerschap te
Borssele en H. Rijksen te Vlaardingen, van
wie laatstgenoemde is beroepen. Beroepen
te St. Annaland W. Hage te Nunspeet.
Oud-Geref. Gemeenten
Beroepen te Kampen M. A. Mieras te
Krimpen a. d. IJssel.
ADVERTENTIE
GOLD STAD
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie
hebben maandag een overeenkomst ge
tekend over uitwisseling op cultureel ge
bied. Deze overeenkomst voorziet in de
uitwisseling van radio- en televisiepro
gramma's en films. Bovendien zal er in de
komende twee jaar een uitwisseling op
grote schaal plaatshebben op cultureel,
technisch en onderwijsgebied.
In de overeenkomst inzake de uitwisse
ling van radio-uitzendingen is een bepaling
opgenomen, dat de teksten van deze uit
zendingen van te voren uitgewisseld zullen
worden. Mocht één van beide partijen van
mening zijn, dat een dergelijke uitzending
niet zal bijdragen tot verbetering van de
betrekkingen tussen de V.S. en de Sovjet-
Unie, dan zal die uitzending in het kader
van het uitwisselingsprogramma niet door
gaan. In een gemeenschappelijk communi
qué wordt gezegd, dat deze overeenkomst
beschouwd wordt als de eerste belangrijke
stap op de weg naar een beter wederzijds
begrip. Men hoopt oprecht, dat ze wezen
lijk zal bijdragen tot verbetering van de
betrekkingen tussen beide landen en daar
mee ook zal bijdragen tot internationale
ontspanning.
In het communiqué wordt ook opge
merkt, dat men voor de eerste keer afge
studeerden van universiteiten, hoogleraren
en andere universitaire docenten zal uit
wisselen. Hogescholen in beide landen zul
len plannen uitwerken voor de uitwisse
ling van geleerden. De overeenkomst voor
ziet tevens in de uitwisseling van medici,
landbouwkundigen, atletiekploegen, amu
sementsgezelschappen en kunstenaars, in
bezoeken over en weer van afgevaardigden
in de Opperste Sovjet en leden van het
Amerikaanse Congres, gemeenschappelijke
conferenties van Russische en Amerikaanse
organisaties, samenwerking op het gebied
van de cinematografie, de ontwikkeling
van het toerisme, de uitwisseling van in
zendingen voor tentoonstellnigen en pu-
blikaties en het tot stand komen van recht
streekse luchtverbindingen.
MOSKOU (UP). - Premier Boelganin
■?eft tegenover een verslaggever van het
'ovjet-regeringsorgaan „Izvestia" ver-
'aard, dat „de uitvoering van de over-
:enkomst ongetwijfeld zal bijdragen tot
iet verkrijgen van beter begrip en weder
zijds vertrouwen". „Laten wij hopen dat
het verdrag een belangrijke stap in het
aanknopen van betere betrekkingen tus
sen de volken van de Sovjet-Unie en de
V?~enigde Staten zal betekenen", zo zegt
hij
(Van onze Kamerverslaggever)
Een grote meerderheid in de Eerste
Kamer had zich thans liever niet willen
uitspreken over Indonesië, maar de aan
drang van mr. In 't Veld (P.v.d.A.) op
een open gesprek met Indonesië is ten
slotte aanleiding geworden, dat de
woordvoerders van de K.V.P., V.V.D.,
A.R. en C.H.U. zich tegen dat denkbeeld
hebben verklaard en hun instemming
hebben betuigd met het standpunt van
minister-president dr. Drees, dat er thans
geen redelijke grondslag is voor overleg
met Indonesië.
Tegen het denkbeeld van de heer In 't
Veld had prof. Beaufort (K.V.P.) in de
eerste plaats het bezwaar, dat het niet in
overeenstemming is met de samenwerking
op brede basis in het kabinet. Op een
essentieel punt van het regeringsbeleid
verklaart de gehele fractie van de P.v.d.A.
het niet eens te zijn met het regerings
beleid. Indonesië is voor honderd percent
kabinetspolitiek, die nu is aangevallen
door een belangrijk deel van de regerings
partners. Als men in de kring van de
P.v.d.A. over het probleem Nieuw-Guinea
van mening verschilt, is dat niet erg, maar
men moet. dat meningsverschil niet open
lijk tot uiting brengen op een ongelukkig
moment, terwijl de wereld meeluistert.
„Wij vrezen," aldus de heer Beaufort,
„dat de heer In 't Veld de basis van de
samenwerking tussen de partijen in ons
land en het onderlinge vertrouwen een
deuk heeft gegeven," -Voorts maakte hij
bezwaar tegen het tijdstip, waarop de heer
In 't Veld zijn denkbeeld had geuit, name
lijk juist nadat in de algemene vergadering
van de Verenigde Naties was gebleken, dat
steeds meer landen overtuigd zijn. dat het
Nederlandse standpunt juist is. Terwijl in
Djakarta chaos heerst en vooraanstaande
Indonesiërs niet naar Djakarta durven te
rugkeren, kan men toch niets van bespre
kingen met Indonesië verwachten.
Het derde bezwaar tegen het denkbeeld
van de heer In 't Veld vond prof. Beau
fort de vaagheid van de voorstellen. Met
wie en waarover moet worden gesproken
met Indonesië? Het wil alleen overdracht
van Nieuw Guinea's souvereiniteit. Beseft
men voldoende wat dan het lot van de
Papoea's zou zijn? Nieuw Guinea zou een
kolonie worden van Java. Het zou een
onderdeel worden van Indonesië, dat dan
niet aan de Verenigde Naties behoeft te
rapporteren over de toestand. Het IJzeren
Gordijn zou vallen over Nieuw Guinea.
Wat bedoelt de heer In 't Veld met in
schakeling van de Verenigde Naties? Die
zijn meer een veiligheidsorganisatie dan
een rechtsorganisatie. Het is niet het recht,
dat er beslist, aldus prof. Beaufort.
Positie verzwakt
Buitengewoon tevreden was de heer
K ol f f (C.H U.) over het antwoord van de
minister-president.
Ook de heer Molenaar (V.V.D.) ver
klaarde dat hij het op het ogenblik met de
regeringsverklaring eens was. Hij betreur
de het, dat de heer In 't Veld de Kamer
ertoe heeft gedwongen te discussiëren
over Indonesië, waardoor niet is voorkomen
dat de positie van het kabinet is verzwakt.
Uitdrukkelijk betoogde ook de heer
R u p p e r t (A.R.) in te stemmen met het
standpunt van dr. Drees.
„Onze fractie heeft geenszins de bedoe
ling gehad het vertrouwen in het kabinet
op te zeggen," verklaarde de heer I n 't
Veld (P.v.d.A.). Het denkbeeld is te be- j
schouwen als het meehelpen bij het zoeken i
naar een oplossing van het conflict. Sedert j
de behandeling van de kwestie in de Ver
enigde Naties is een geheel nieuwe situatie j
ontstaan, die noopt tot bezinning. Een aan
knopingspunt kan zijn, dat Indonesië zelf
moet leren inzien, dat het belang heeft bij
een redelijke oplossing. Sukarno staat on
der druk van de goedwillenden en het is
niet uitgesloten, dat hij met het oog op zijn
positie tenslotte ook de goede kant uitgaat.
Het is hoopvol, aldus de heer In 't Veld,
dat Indonesië erkent, dat Nieuw Guinea
niet het alles beheersende probleem is en
de normale economische betrekkingen tus
sen Nederland en Indonesië eigenlijk veel
belangrijker zijn. Dat blijkt ook uit het
communiqué over de besprekingen tussen
Nehru en Sukarno. Sukarno is tot overleg
bereid mits Nederland bereid is met een
economisch bescheidener plaats genoegen
te nemen. Terugdraaien van de gebeurte
nissen is niet mogelijk, maar het is ook al
belangrijk, als zij zich niet verder vol
trekken.
Een grote moeilijkheid is de vermelding
van Nieuw Guinea als Nederlands gebied
in de grondwet. Daarom had de heer In 't
Veld, naar hij zij, de zaak aan de orde
gesteld opdat men zich in de Kamers der
Staten-Generaal erop kan bezinnen of dat
een belemmering moet zijn voor een op
lossing.
Geen uitzicht
Minister-president dr. Drees onder
streepte, dat de regering altijd heeft ver
meden elke deur te sluiten voor overleg.
Ook nu nog is de regering in beginsel
bereid tot een gesprek. Maar er is thans
geen uitzicht, dat dit tot een werkelijk re
sultaat kan leiden. Uit het communiqué
Te Utrecht is in de leeftijd van 56 jaar
overleden ir. J. Wessels Boer, oud-direc
teur van de Nederlandse Spoorwegen. De
heer Wessels Boer werd in 1901 geboren.
Op 1 september 1928 kwam hij als aspi
rant-ingenieur bij de dienst van tractie op
het hoofdbureau der N.S. te Utrecht. La
ter werd hij ingenieur bij de tractiegroep
Amsterdam. Begin 1941 werd hem de
voorbereiding van de elektrificatie der lij
nen naar het zuiden, oosten en noorden
van het land opgedragen. In 1951 werd hij
chef van de dienst van tractie-materieel,
in juni 1953 chef van de dienst van exploi
tatie en in 1954 werd hij opgenomen in de
directie van de Nederlandse Spoorwegen.
Op 1 januari van dit jaar werd hem op
zijn verzoek wegens zijn gezondheidstoe
stand ontslag verleend.
De begrafenis heeft in Soest plaatsge
had.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan achter de naam van het
schip vermeld:
Argentinië: m.s. „Waterland", 3 febr.;
Brazilië: m.s. „Argentina" 3 febr.; Canada:
m.s. „Prins Willem 3" 4 febr. en s.s. „Ame
rican Ranger" 10 febr.; Chili: via New
York 5 febr.; Indonesië: m.s. „Weltevre
den' 6 febr.; Ned. Antillen: m.s. „Telamon"
3 febr.: Ned Nieuw Guinea: m.s. „Borneo"
6 febr; Nieuw Zeeland via Engeland: 8
febr.; Suriname: m.s. „Attis" 5 febr.; Unie
van Zuid-Afrika en Z.W. Afrika: m.s.
„Jagersfontein" 5 febr. en m.s. „Carnarvon
Castle" 8 febr.; Brits Oost-Afrika: s.s. „La
Bourdonnais" 8 febr.
Inlichtingen over de verzendingsdata van
postpaketten geven de postkantoren.
Amsterdam. Vrije Universiteit. Geslaagd voor
het kandidaatsexamen psychologie mej. A. Kok,
Den Haag. Doctoraalexamen psychologie: A. G.
de Haan, Arnhem; A. F. de Savornin Lohman,
Bentveld (cum laude).
ADVERTENTIE
Kruisstraat 25
Haarlem
Tel. 12921
omtrent de besprekingen tussen Sukarno
en Nehru viel eerder af te leiden hoe Nehru
zich de verhouding tussen Nederland en
Indonesië voorstelt, dan wat er bij Sukarno
leeft. Er is onderzocht of er resultaat zou
Dr. W. Drees
zijn via de Verenigde Naties, maar lot nu
toe lijken de uitzichten daarop niet gunstig.
Men zou eerst moeten weten of door be
middeling een redelijk uitzicht op resul
taat wordt geopend. Anders zou die be
middeling opnieuw tot teleurstellingen
leiden
Jongens
Van de week las ik het weer: „De jon
gens in Hilversum hebben alle eer van hun
werk". Ik ben nu langzamerhand wel
zover dat ik weet dat hier niet het man
nelijk deel van de Hilversumse jeugd mee
wordt bedoeld, maar de volwassen mannen
en vrouwen die bij de diverse radio-om
roepen hun brood verdienen. Ook als ik
ergens lees: „De jongens van de krant"
knipper ik niet meer met mijn ogen. Ik
weet dat dit geen deftige term is voor
„krantenjongens"maar integendeel een
poging om het moeilijke woord „journa
listen" voor het krantenlezend publiek
een wat genoeglijker klankje te geven.
„Wij. zijn maar gewone jongens, net als
u en hij", wil men zeggen, „helemaal geen
gestudeerde heren".
Er zijn journalisten die er zo van over
tuigd zijn dat eigenlijk de hele wereld een
onderonsje van jongens-onder-mekaar is,
dat zij ook in hun vak vergrijsde heren,
die niet in de publiciteit werkzaam zijn,
een dergelijke verjongingskuur doen on
dergaan. Zo viel laatst mijn oog op „de
jongens van het atoomonderzoek"wat ten
onrechte de indruk zou kunnen wekken
dat het atoomonderzoek een kwestie van
vrijetijdsbesteding van minderjarigen is.
Ik schreef zoeven over het „kranten
lezend publiek", maar is het eigenlijk niet
veel gemakkelijker om voortaan te spre
ken van „de jongens van het publiek?" In
deze richting zou trouwens nog veel meer
gedaan kunnen worden. Hieronder volgt
een door mij samengesteld lijstje van
suggesties.
Ministerie: de jongens van het kabinet.
Dichters: de jongens van de poëzie.
Dokters: de jongens van de gezondheid.
Meetkundeleraren: de jongens van de
vlakke driehoeksmeting.
Conferenciers: de jongens van plezier.
Jongens: de jongens van de jongens.
Meisjes: de jongens van de meisjes.
Men kan deze lijst welhaast tot in het
oneindige uitbreiden. Maar dat lijkt me
toch meer iets voor de jongens van het
lijstwerk. Niet voor deze jongen in ieder
geval.
Remco Campert
9»
Bij de opening van de Staten-Generaal met alle pracht en praal die daarbij ge
bruikelijk is en waarbij ook de buitenlandse diplomaten in gala zijn gestoken, ver
schijnen onze ministers in een somber zwart jaquet. Prof. Molenaar (V.V.D.) drong
er daarom gisteren in de Eerste Kamer op aan het ambtscostuum van minister in ere
te herstellen. Ook prof. Diepenhorst (A.R.) pleitte ervoor, dat de ministers in de
Ridderzaal een ambtscostuum dragen en niet voor de dag komen als „een rij sombere
begrafenisdienaars. Minister-president dr.Drees yoelde echter niets voor het ambts
costuum. Als bezwaar noemde hij, dat er geen ministerscostuum bestaat voor de
vrouwelijke minister, mejuffrouw Klompé, en evenmin voor de staatssecretarissen.
„Ontwerp-Klompé"
Prof. Diepenhorst meende, dat het
kabinet in mejuffrouw Klompé voor het
ontwerpen van een costuum juist beschikt
over een deskundige met een bijna onfeil
bare smaak, die bij het kiezen van de kleu
ren ook tot uiting zou weten te brengen
hoe men politiek georiënteerd is: zacht-rose
of oud-blauw En voor de staatssecretaris
sen, „halve" ministers, zou men een korte
broek kunnen kiezen, een kuitbroek.
„Ik pleit niet voor speldegeld voor de
ministers." zei prof. Diepenhorst, „maar is
persoonlijke aanschaffing van een ambts
costuum uitgesloten als sommige ministers
in twaalf jaar blijken te kunnen afschrij
ven"' Men kan ook te democratisch zijn en
dan wordt men in de verkeerde zin burger
lijk. Het ambtscostuum is een teken van
waardigheid. Het besef daarvan is te zwak.
Het is te betreuren als de regering uit
opportuniteit met tradities breekt."
Volgende maand wordt het
zuiden van ons land en van
Europa weer volgens traditie
overspoeld door de vloedgolf
van vrolijkheid, die men Car
naval pleegt te noemen en zul
len wij hier, boven de rivie
ren, drie dagen lang het ge
zicht moeten trekken van men
sen achter tralies, die in droe
vige afzondering moeten toe
kijken terwijl de rest van de
wereld zich krom lacht van
levensvreugde.
Zo ongeveer ziet men name
lijk de situatie van het zuiden
uit. Men heeft dadr oprecht
medelijden met ons, verschop
pelingen, die de driedaagse
vastenavond moeten doorbren
gen in onze eigen costuums en
met onze eigen blote neuzen,
in een stemming die geen en
kel verschil toont met onze
stemming van alle andere da
gen des jaars.
Natuurlijk is het niet zo tra
gisch maar men voelt het
daar in het zuiden nu eenmaal
zo en wij zullen dat maar zo
laten, omdat dit gevoel een
waardevolle bijdrage vormt
voor de vrolijkheid daarginds.
Ook een feest is een kwestie
van contrast. Als iedereen
even vrolijk is, weet men plot
seling niet meer of men eigen
lijk wel vrolijk is maar een
vrolijk man voelt zich pas on
dubbelzinnig vrolijk als hij
weet, dat hij vrolijker is dan
anderen.
Overigens is de Carnavals
vreugde er een van zeer bi-
zondere soort. Men lacht, men
giert drie dagen lang zonder
naspeurlijke reden en is de
vierde dag plotseling zeer
egaal en ingetogen gestemd
eveneens zonder aanwijsbare
oorzaak. Deze soort vrolijkheid
doet mij altijd denken aan de
humor van een schoolkame
raad uit vervlogen dagen, die
kon lachen zonder zijn gezicht
te vertrekken. Men hoorde dan
plotseling achter zich een on
bedaarlijk gegrinnik en trok
bij het omkeren het eigen ge
zicht alvast in de lachplooi,
omdat men iets erg leuks ver
wachtte. Doch men zag dan
enkel het onbewogen gelaat
van de persoon in kwestie, die
binnen in zijn geluidskamer
het onpersoonlijke gelach
voortbracht bijwijze van
grap.
Dat is iets wat mij bij de
Carnavalsviering altijd bi
zonder tegen de borst heeft
gestuit. Ontmoetingen met
feestvierders op Aswoensdag
deden steeds weer dat kleurige
bouwsel van vrindschap en
bonhommie ineenstorten, dat
in de drie voorafgaande dagen
leek opgetrokken. Zelfs het ge
voel voor humor bleek vaak
plotseling uitgeroeid. Geen van
hen waagde het, zijn feestneus
en zijn clownshoedje ook op
die woensdag nog te dragen.
Een wade van spijt en boete
spreidde zich op de nevelige
ochtend van die woensdag
over de mensen, waarmee de
waarde van de driedaagse
vreugde in waardeloze verspil
ling van energie verkeerde.
Eens heb ik op woensdag
morgen gemeend, in de verte
een carnavalsklant te zien
aankomen die zijn feestneus
had opgehouden als teken van
een veranderde levensopvat
ting. Doch helaas het bleek
zijn bloedeigen neus te zijn,
waarlangs hij met zeer som
bere, van wrevelig berouw ver
vulde ">gen de dag instaarde en
waarachter hij plichtsgetrouw
aanliep in de richting van zijn
kantoor.
Over verspilling gesproken:
dit jaar zal in verscheidene
carnavalsbroeinesten geen op
tocht worden gehouden, om de
bestedingsbeperking te eren.
Dat lijkt mij een uitstekend
idee. Want steeds heb ik
ofschoon uit het zuiden gebo
ren en getogen en met de drie
dwaze dagen vergroeid die
optochten als een pijnlijke ver
kwisting van materiaal en
arbeidskracht gezien. Op
tochten in het algemeen trou
wens ook. Er is niets onzinni-
gers op de wereld dan een op
tocht met uw welnemen. Een
optocht is iets dat voor negen
ennegentig percent bestaat uit
de volgende bestanddelen:
dag- en nachtwerk in oncom
fortabele schuren, geldver-
zwelgend geknoei met dure
materialen, onbeschrijfelijke
verkwisting van energie en
lichaamskracht, ontwrichting
van het verkeer gedurende
uren dat er niets gebeurt,
tromboseverwekkende wacht
tijden langs de route van dui
zenden mensen, afzichtelijke
nabootsingen van dieren en
sprookjesfiguren met mate
riaal dat er nie' voor bestemd
is. kortom, onmatige hoeveel
heden voorbereiding en orga
nisatie tegen één percent
schouwspel.
Een schouwspel bovendien,
dat nauwelijks die naam ver
dient omdat het in een oog
wenk voorbij gaat en altijd
een rommelig geheel vormt,
waardoor de kijkers zich onte
vreden en beetgenomen voe
len, voor zover zij erin ge
slaagd zijn het festijn op de
voorste rij te zien. Degenen
die achteraan op hun tenen
balanceren en nu en dan een
waggelend geval van papier-
maché door de lucht zien zwe
ven, waaraan geen touw is
vast te knopen, zijn echter
altijd verre in de meerderheid.
Sommige mensen nochtans
hebben hun levensideaal ge
vonden in het organiseren van
optochten. Zij weten niets
mooiers, niets zinrijkers te be
denken wanneer de vraag rijst,
hoe men een massaal feest kan
vieren.
Er zijn méér van die dingen,
waaraan kosten noch moeiten
gespaard worden doch die vol
komen nutteloos zijn. Een
bruidskleed var een prinses,
waaraan tientallen borduur
sters maandenlang werken
voor het gereed is en dat ten
slotte enkel dient om de prin
ses „ja" te kunnen laten zeg
gen, mist in feite evenzeer zijn
bestaansargument. Als zo'n
prinses nu nog „ja, ja" mocht
zeggen
Velen zullen er een andere
mening op nahouden. Dat is
hun goed recht. Maar als zij
bij zichzelf te rade gaan, aan
welke verschijnselen in het
leven zij de meeste oprechte,
weldadige vreugde beleven,
dan zal hun blijken dat het
juist niet de dingert zijn, die
zoveel arbeid en geld gekost
hebben. Dat komt, omdat het
verschaffen van vreugde aan
vele mensen tegelijk een zeer
moeilijke kunst is, die meestal
mislukt.
Een openbaar feest, dat
vreugde geven moet, vervalt
meestal in een op zo groot mo
gelijke schaal samentrekken
van mensenmassa's. Het lijkt
wel, of organisatoren van
openbare feestelijkheden uit
gaan van dit punt: dat de hoe
veelheid mensen, die zij doen
samendrommen, recht even
redig is aan het plezier dat zij
elk dier mensen verschaffen.
Waarschijnlijk is het juist an
dersom. Doch feestvieren is
waarschijnlijk een van de
moeilijkste problemen der
mensheid. Wij kennen de vro
lijke, doch in feite tragische
surrogaten, die ons ieder jaar
met onuitputtelijk geduld wor
den voorgezet en die ons ieder
jaar opnieuw zo duidelijk ko
men vertellen, dat zij geen
greintje levensvreugde kunnen
toevoegen aan onze schamele
voorraad.
Doch laten wij onverdroten
voortgaan met te doen alsof.
Carnaval, kermis, feestweek,
Koninginnedag, zomerfeest;
straatversieringen, optochten,
corso's, volksspelen, zeepkis
tenraces, vuurwerk, vermake
lijkheden laten wij erheen
drommen met onze dierbaren
en laten wij dringen en duwen
en op onze tenen gaan staan
om niets te zien dat de moeite
waard is.
Want als we dat surrogaat
nu óók nog moeten missen
J. L.
Dr. Drees was ervan overtuigd dat mej.
Klompé wel een ambtscostuum zou kunnen
ontwerpen, maar of de staatssecretarissen
akkoord zouden gaan met de korte broek
meende hij te moeten betwijfelen.
„De werkelijke aanleiding dat net ambts
costuum niet meer gedragen wordt, heeft
zijn oorsprong in de sobere omstandigheden
in 1945. Tot op zekere hoogte zijn de om
standigheden nu anders, al moet men de
bestedingsbeperking niet uit het oog ver
liezen." zei dr. Drees. „Ik zou niet graag de
derde dinsdag in september missen met alle
pracht en praal. Die dag leeft bij het volk.
Maar dat slaat op het Koninklijk Huis en
ik geloof niet, dat het volk zich zorgen
maakt over het ambtscostuum van de mi
nisters Voor ministers vind ik het costuum
niet bij de geest van de tijd passen. Dat
geldt niet alleen voor ministers, maar ook
voor Kamerleden, die bij de plechtigheid in
de Ridderzaal ook minder dan vroeger hun
ambtscostuum dragen. Ik heb het kabinet
niet in zijn geheel geraaadpleegd over het
ambtscostuum. maar ik denk, dat de ge
voelens verschillen. Als het enige jaren
wordt overwogen, is het niet onmogelijk,
dat het ambtscostuum terugkeert, maar een
ander type zou dan aanbeveling verdienen.
Later we het voor de toekomst in petto
houden."
Uit de woorden van dr. Drees: „Als het
enige jaren wordt overwogen", maakte
men op, dat zolang hij nog minister-presi
dent is, het ambtscostuum niet terugkeert.
Prof. Molenaar (V.V.D.) vroeg daarom
deze zaak niet op de lange baan te
schujven
Dr Drees gaf daarop geen antwoord
meer
CAPE CANAVERAL (AFP) De
Amerikaanse luchtmacht, heeft woensdag
bekendgemaakt, dat de dinsdag te Cape
Canaveral gelanceerde „Thor"-raket niet
de van de voren berekende baan heeft ge
volgd in tegenstelling tot eerdere opti
mistisch eberichten. De „Thor" heeft een
reikwijdte van 2.400 kilometer.
(Reuter) Volgens de bekendmaking
was de start uitstekend geweest, evenals
de koers in het begin van de reis. Later
was de raket echter van deze koers gaan
afwijken.
WASHINGTON (UP) Het Amerikaan
se ministerie van defensie heeft woens
dagavond aangekondigd, dat aan de kust
van de Stille Oceaan, in Californië, een
reusachtig proefterrein voor „Missiles"-
projectielen zal worden aangelegd. Van
deze basis uit kunnen projectielen over de
Stille Oceaan worden gelanceerd.
Het hoofdkwartier van dit nieuwe com
plex zai gevestigd zijn in Point Mugu, 50
kilometer ten noordwesten van Los An
geles, waar thans reeds een proefterrein
is gevestigd.
De aanleg zal ongeveer vijf jaar duren.
Er zullen ongeveer 14.000 mensen werk
vinden op de nieuwe basis. Uitdrukkelijk
deelde het ministerie mede, dat deze
nieuwe basis geen vervanging, maar een
aanvulling vormt van het proefterrein bij
Cape Canaveral. De nieuwe basis zal on
der de marine ressorteren, maar leger,
luchtmacht en marine zullen er personep]
opleiden.