nu ook in normaal formaat 80 ct. r Meerderheid in senaat tegen gesprek met Indonesië „Een rij sombere begrafenisdienaars Van dag tot dag Standpunt van P.v.d.A.-fractie vond geen instemming CPraatótoel Maar dr. Drees wil het ambtscostuum niet in ere herstellen I Kerkelijk Nieuws Amerikaans-Russische culturele overeenkomst Ir. J. Wessels Boer overleden Verzending van zeepost Examens 0p de MINISTERS OP PRINSJESDAG En van je héla <Ï21ËV „Thor"-raket bleef niet in berekende baan DONDERDAG 30 JANUARI 1958 In de Eerste Kamer heeft zich woensdag een luchtig debat ontwikkeld over een onderwerp, dat allerminst het landsbelang raakt doch dat zowel voor de regerings vertegenwoordigers als de senatoren waar schijnlijk een welkom intermezzo vormde in de reeks ernstige problemen, waarmee het landsbestuur te maken heeft. Het ging over het ministeriële ambts kostuum. Zoals men wellicht weet is de officiële dracht der ministers in onbruik geraakt op enkele uitzonderingen na. De minister van Buitenlandse Zaken hijst zich er nog wel eens in omtrent Nieuwjaar en tot voor kort droeg de minister van Binnenlandse Zaken het bij gelegenheid van de sluiting der Staten-Generaal. Maar voor de rest heeft het jaquet de steek en witte broek verdrongen en sommige sena toren vonden dat een verlies aan decorum. Het opgewekte gekout over de haute couture der ministers in de Eerste Kamer droeg veelal het karakter van „grapjas serij" - om een term te kiezen die erbij past - doch dr Drees deed zijn best er ernstig op in te gaan en dat maakte het debat nog humoristischer. Overigens maakt de poging om de ministersfiguren wat op te sieren wel de indruk van geforceerdheid. Iets dat onder invloed van tijdeigen opvattingen vanzelf verdwijnt, nadat het uit traditie was ont staan, moet men niet kunstmatig trachten te herstellen. Het krijgt dan immers gauw het karakter van namaak-antiek en het is de vraag of daardoor de waardigheid van het ambt niet eerder geschaad dan ver hoogd wordt. Een der argumenten is blijkbaar, dat de ministers in de stoet van Prinsjesdag zo'n doods element vormen. Dat is echter be schouwd uit het oogpunt van een kijkspel - en tenslotte zijn noch de Koningin, noch de ministers figuren in een operette, die voor het genoegen der kijkers tussen Paleis en Binnenhof wordt opgevoerd, doch functionarissen in een landsbestuur- lijke ceremonie, welke de zeer serieuze en zinvolle betekenis van het parlementaire, democratische koninkrijk symboliseert. Dat de ministers als „dienaren des volks" daarbij sober en onopvallend gekleed gaan, terwijl de Vorstin omgeven is door enige luister, maakt die symbolische betekenis nog krachtiger. Zonder de waarde van de „streling des oogs" te onderschatten, die in het alge meen door het publiek aan openbare plechtigheden wordt gehecht, moeten wij toch met enige huiver denken aan een optocht van kabinetsleden, die gestoken zijn in twintigste-eeuwse nabootsingen van uit de tijd geraakte uniformen. Want kleding en uitdossing zijn niet zonder reden veranderd mét de tijd en de mensen. De mens van heden draagt de kleding die uitdrukking geeft aan zijn eigentijdse karakter en opvattingen. Wie zich, door carnavals-fraaiïgheden aan te trekken, voorstelt de waardigheid van oude tijden te kunnen terugroepen, maakt zich tegen de achtergrond van 1958 nog belachelijker dan dat hij heiegans ongekleed zou wan delen Ned. Herv. Kerk Beroepen te Hoogkerk L. J. Prins te Nij- land. Beroepbaarstelling: De heren J. Th. W. Quak, vicaris, Middenbos 26, Brunssum, en H. A. Winkel, kandidaat, Vuurse Ach terweg 133, Leidschendam, zijn beroepbaar. Geref. Kerken Beroepen te Broek onder Akkerwoude A. J. Aaftink, kand. te Amsterdam; te Oost- hem P. Boonstra, kand. te Marum (Gron.j. te Chr. Geref. Kerken Aalsmeer M. Drayer te Beroepen Drachten. Doopsgez. Broederschap Beroepen te Stavoren-Hindelopen J. Wieringa te Westzaan. Geref. Gemeenten Tweetal te Slikkerveer M. Heerschap te Borssele en H. Rijksen te Vlaardingen, van wie laatstgenoemde is beroepen. Beroepen te St. Annaland W. Hage te Nunspeet. Oud-Geref. Gemeenten Beroepen te Kampen M. A. Mieras te Krimpen a. d. IJssel. ADVERTENTIE GOLD STAD De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hebben maandag een overeenkomst ge tekend over uitwisseling op cultureel ge bied. Deze overeenkomst voorziet in de uitwisseling van radio- en televisiepro gramma's en films. Bovendien zal er in de komende twee jaar een uitwisseling op grote schaal plaatshebben op cultureel, technisch en onderwijsgebied. In de overeenkomst inzake de uitwisse ling van radio-uitzendingen is een bepaling opgenomen, dat de teksten van deze uit zendingen van te voren uitgewisseld zullen worden. Mocht één van beide partijen van mening zijn, dat een dergelijke uitzending niet zal bijdragen tot verbetering van de betrekkingen tussen de V.S. en de Sovjet- Unie, dan zal die uitzending in het kader van het uitwisselingsprogramma niet door gaan. In een gemeenschappelijk communi qué wordt gezegd, dat deze overeenkomst beschouwd wordt als de eerste belangrijke stap op de weg naar een beter wederzijds begrip. Men hoopt oprecht, dat ze wezen lijk zal bijdragen tot verbetering van de betrekkingen tussen beide landen en daar mee ook zal bijdragen tot internationale ontspanning. In het communiqué wordt ook opge merkt, dat men voor de eerste keer afge studeerden van universiteiten, hoogleraren en andere universitaire docenten zal uit wisselen. Hogescholen in beide landen zul len plannen uitwerken voor de uitwisse ling van geleerden. De overeenkomst voor ziet tevens in de uitwisseling van medici, landbouwkundigen, atletiekploegen, amu sementsgezelschappen en kunstenaars, in bezoeken over en weer van afgevaardigden in de Opperste Sovjet en leden van het Amerikaanse Congres, gemeenschappelijke conferenties van Russische en Amerikaanse organisaties, samenwerking op het gebied van de cinematografie, de ontwikkeling van het toerisme, de uitwisseling van in zendingen voor tentoonstellnigen en pu- blikaties en het tot stand komen van recht streekse luchtverbindingen. MOSKOU (UP). - Premier Boelganin ■?eft tegenover een verslaggever van het 'ovjet-regeringsorgaan „Izvestia" ver- 'aard, dat „de uitvoering van de over- :enkomst ongetwijfeld zal bijdragen tot iet verkrijgen van beter begrip en weder zijds vertrouwen". „Laten wij hopen dat het verdrag een belangrijke stap in het aanknopen van betere betrekkingen tus sen de volken van de Sovjet-Unie en de V?~enigde Staten zal betekenen", zo zegt hij (Van onze Kamerverslaggever) Een grote meerderheid in de Eerste Kamer had zich thans liever niet willen uitspreken over Indonesië, maar de aan drang van mr. In 't Veld (P.v.d.A.) op een open gesprek met Indonesië is ten slotte aanleiding geworden, dat de woordvoerders van de K.V.P., V.V.D., A.R. en C.H.U. zich tegen dat denkbeeld hebben verklaard en hun instemming hebben betuigd met het standpunt van minister-president dr. Drees, dat er thans geen redelijke grondslag is voor overleg met Indonesië. Tegen het denkbeeld van de heer In 't Veld had prof. Beaufort (K.V.P.) in de eerste plaats het bezwaar, dat het niet in overeenstemming is met de samenwerking op brede basis in het kabinet. Op een essentieel punt van het regeringsbeleid verklaart de gehele fractie van de P.v.d.A. het niet eens te zijn met het regerings beleid. Indonesië is voor honderd percent kabinetspolitiek, die nu is aangevallen door een belangrijk deel van de regerings partners. Als men in de kring van de P.v.d.A. over het probleem Nieuw-Guinea van mening verschilt, is dat niet erg, maar men moet. dat meningsverschil niet open lijk tot uiting brengen op een ongelukkig moment, terwijl de wereld meeluistert. „Wij vrezen," aldus de heer Beaufort, „dat de heer In 't Veld de basis van de samenwerking tussen de partijen in ons land en het onderlinge vertrouwen een deuk heeft gegeven," -Voorts maakte hij bezwaar tegen het tijdstip, waarop de heer In 't Veld zijn denkbeeld had geuit, name lijk juist nadat in de algemene vergadering van de Verenigde Naties was gebleken, dat steeds meer landen overtuigd zijn. dat het Nederlandse standpunt juist is. Terwijl in Djakarta chaos heerst en vooraanstaande Indonesiërs niet naar Djakarta durven te rugkeren, kan men toch niets van bespre kingen met Indonesië verwachten. Het derde bezwaar tegen het denkbeeld van de heer In 't Veld vond prof. Beau fort de vaagheid van de voorstellen. Met wie en waarover moet worden gesproken met Indonesië? Het wil alleen overdracht van Nieuw Guinea's souvereiniteit. Beseft men voldoende wat dan het lot van de Papoea's zou zijn? Nieuw Guinea zou een kolonie worden van Java. Het zou een onderdeel worden van Indonesië, dat dan niet aan de Verenigde Naties behoeft te rapporteren over de toestand. Het IJzeren Gordijn zou vallen over Nieuw Guinea. Wat bedoelt de heer In 't Veld met in schakeling van de Verenigde Naties? Die zijn meer een veiligheidsorganisatie dan een rechtsorganisatie. Het is niet het recht, dat er beslist, aldus prof. Beaufort. Positie verzwakt Buitengewoon tevreden was de heer K ol f f (C.H U.) over het antwoord van de minister-president. Ook de heer Molenaar (V.V.D.) ver klaarde dat hij het op het ogenblik met de regeringsverklaring eens was. Hij betreur de het, dat de heer In 't Veld de Kamer ertoe heeft gedwongen te discussiëren over Indonesië, waardoor niet is voorkomen dat de positie van het kabinet is verzwakt. Uitdrukkelijk betoogde ook de heer R u p p e r t (A.R.) in te stemmen met het standpunt van dr. Drees. „Onze fractie heeft geenszins de bedoe ling gehad het vertrouwen in het kabinet op te zeggen," verklaarde de heer I n 't Veld (P.v.d.A.). Het denkbeeld is te be- j schouwen als het meehelpen bij het zoeken i naar een oplossing van het conflict. Sedert j de behandeling van de kwestie in de Ver enigde Naties is een geheel nieuwe situatie j ontstaan, die noopt tot bezinning. Een aan knopingspunt kan zijn, dat Indonesië zelf moet leren inzien, dat het belang heeft bij een redelijke oplossing. Sukarno staat on der druk van de goedwillenden en het is niet uitgesloten, dat hij met het oog op zijn positie tenslotte ook de goede kant uitgaat. Het is hoopvol, aldus de heer In 't Veld, dat Indonesië erkent, dat Nieuw Guinea niet het alles beheersende probleem is en de normale economische betrekkingen tus sen Nederland en Indonesië eigenlijk veel belangrijker zijn. Dat blijkt ook uit het communiqué over de besprekingen tussen Nehru en Sukarno. Sukarno is tot overleg bereid mits Nederland bereid is met een economisch bescheidener plaats genoegen te nemen. Terugdraaien van de gebeurte nissen is niet mogelijk, maar het is ook al belangrijk, als zij zich niet verder vol trekken. Een grote moeilijkheid is de vermelding van Nieuw Guinea als Nederlands gebied in de grondwet. Daarom had de heer In 't Veld, naar hij zij, de zaak aan de orde gesteld opdat men zich in de Kamers der Staten-Generaal erop kan bezinnen of dat een belemmering moet zijn voor een op lossing. Geen uitzicht Minister-president dr. Drees onder streepte, dat de regering altijd heeft ver meden elke deur te sluiten voor overleg. Ook nu nog is de regering in beginsel bereid tot een gesprek. Maar er is thans geen uitzicht, dat dit tot een werkelijk re sultaat kan leiden. Uit het communiqué Te Utrecht is in de leeftijd van 56 jaar overleden ir. J. Wessels Boer, oud-direc teur van de Nederlandse Spoorwegen. De heer Wessels Boer werd in 1901 geboren. Op 1 september 1928 kwam hij als aspi rant-ingenieur bij de dienst van tractie op het hoofdbureau der N.S. te Utrecht. La ter werd hij ingenieur bij de tractiegroep Amsterdam. Begin 1941 werd hem de voorbereiding van de elektrificatie der lij nen naar het zuiden, oosten en noorden van het land opgedragen. In 1951 werd hij chef van de dienst van tractie-materieel, in juni 1953 chef van de dienst van exploi tatie en in 1954 werd hij opgenomen in de directie van de Nederlandse Spoorwegen. Op 1 januari van dit jaar werd hem op zijn verzoek wegens zijn gezondheidstoe stand ontslag verleend. De begrafenis heeft in Soest plaatsge had. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip vermeld: Argentinië: m.s. „Waterland", 3 febr.; Brazilië: m.s. „Argentina" 3 febr.; Canada: m.s. „Prins Willem 3" 4 febr. en s.s. „Ame rican Ranger" 10 febr.; Chili: via New York 5 febr.; Indonesië: m.s. „Weltevre den' 6 febr.; Ned. Antillen: m.s. „Telamon" 3 febr.: Ned Nieuw Guinea: m.s. „Borneo" 6 febr; Nieuw Zeeland via Engeland: 8 febr.; Suriname: m.s. „Attis" 5 febr.; Unie van Zuid-Afrika en Z.W. Afrika: m.s. „Jagersfontein" 5 febr. en m.s. „Carnarvon Castle" 8 febr.; Brits Oost-Afrika: s.s. „La Bourdonnais" 8 febr. Inlichtingen over de verzendingsdata van postpaketten geven de postkantoren. Amsterdam. Vrije Universiteit. Geslaagd voor het kandidaatsexamen psychologie mej. A. Kok, Den Haag. Doctoraalexamen psychologie: A. G. de Haan, Arnhem; A. F. de Savornin Lohman, Bentveld (cum laude). ADVERTENTIE Kruisstraat 25 Haarlem Tel. 12921 omtrent de besprekingen tussen Sukarno en Nehru viel eerder af te leiden hoe Nehru zich de verhouding tussen Nederland en Indonesië voorstelt, dan wat er bij Sukarno leeft. Er is onderzocht of er resultaat zou Dr. W. Drees zijn via de Verenigde Naties, maar lot nu toe lijken de uitzichten daarop niet gunstig. Men zou eerst moeten weten of door be middeling een redelijk uitzicht op resul taat wordt geopend. Anders zou die be middeling opnieuw tot teleurstellingen leiden Jongens Van de week las ik het weer: „De jon gens in Hilversum hebben alle eer van hun werk". Ik ben nu langzamerhand wel zover dat ik weet dat hier niet het man nelijk deel van de Hilversumse jeugd mee wordt bedoeld, maar de volwassen mannen en vrouwen die bij de diverse radio-om roepen hun brood verdienen. Ook als ik ergens lees: „De jongens van de krant" knipper ik niet meer met mijn ogen. Ik weet dat dit geen deftige term is voor „krantenjongens"maar integendeel een poging om het moeilijke woord „journa listen" voor het krantenlezend publiek een wat genoeglijker klankje te geven. „Wij. zijn maar gewone jongens, net als u en hij", wil men zeggen, „helemaal geen gestudeerde heren". Er zijn journalisten die er zo van over tuigd zijn dat eigenlijk de hele wereld een onderonsje van jongens-onder-mekaar is, dat zij ook in hun vak vergrijsde heren, die niet in de publiciteit werkzaam zijn, een dergelijke verjongingskuur doen on dergaan. Zo viel laatst mijn oog op „de jongens van het atoomonderzoek"wat ten onrechte de indruk zou kunnen wekken dat het atoomonderzoek een kwestie van vrijetijdsbesteding van minderjarigen is. Ik schreef zoeven over het „kranten lezend publiek", maar is het eigenlijk niet veel gemakkelijker om voortaan te spre ken van „de jongens van het publiek?" In deze richting zou trouwens nog veel meer gedaan kunnen worden. Hieronder volgt een door mij samengesteld lijstje van suggesties. Ministerie: de jongens van het kabinet. Dichters: de jongens van de poëzie. Dokters: de jongens van de gezondheid. Meetkundeleraren: de jongens van de vlakke driehoeksmeting. Conferenciers: de jongens van plezier. Jongens: de jongens van de jongens. Meisjes: de jongens van de meisjes. Men kan deze lijst welhaast tot in het oneindige uitbreiden. Maar dat lijkt me toch meer iets voor de jongens van het lijstwerk. Niet voor deze jongen in ieder geval. Remco Campert 9» Bij de opening van de Staten-Generaal met alle pracht en praal die daarbij ge bruikelijk is en waarbij ook de buitenlandse diplomaten in gala zijn gestoken, ver schijnen onze ministers in een somber zwart jaquet. Prof. Molenaar (V.V.D.) drong er daarom gisteren in de Eerste Kamer op aan het ambtscostuum van minister in ere te herstellen. Ook prof. Diepenhorst (A.R.) pleitte ervoor, dat de ministers in de Ridderzaal een ambtscostuum dragen en niet voor de dag komen als „een rij sombere begrafenisdienaars. Minister-president dr.Drees yoelde echter niets voor het ambts costuum. Als bezwaar noemde hij, dat er geen ministerscostuum bestaat voor de vrouwelijke minister, mejuffrouw Klompé, en evenmin voor de staatssecretarissen. „Ontwerp-Klompé" Prof. Diepenhorst meende, dat het kabinet in mejuffrouw Klompé voor het ontwerpen van een costuum juist beschikt over een deskundige met een bijna onfeil bare smaak, die bij het kiezen van de kleu ren ook tot uiting zou weten te brengen hoe men politiek georiënteerd is: zacht-rose of oud-blauw En voor de staatssecretaris sen, „halve" ministers, zou men een korte broek kunnen kiezen, een kuitbroek. „Ik pleit niet voor speldegeld voor de ministers." zei prof. Diepenhorst, „maar is persoonlijke aanschaffing van een ambts costuum uitgesloten als sommige ministers in twaalf jaar blijken te kunnen afschrij ven"' Men kan ook te democratisch zijn en dan wordt men in de verkeerde zin burger lijk. Het ambtscostuum is een teken van waardigheid. Het besef daarvan is te zwak. Het is te betreuren als de regering uit opportuniteit met tradities breekt." Volgende maand wordt het zuiden van ons land en van Europa weer volgens traditie overspoeld door de vloedgolf van vrolijkheid, die men Car naval pleegt te noemen en zul len wij hier, boven de rivie ren, drie dagen lang het ge zicht moeten trekken van men sen achter tralies, die in droe vige afzondering moeten toe kijken terwijl de rest van de wereld zich krom lacht van levensvreugde. Zo ongeveer ziet men name lijk de situatie van het zuiden uit. Men heeft dadr oprecht medelijden met ons, verschop pelingen, die de driedaagse vastenavond moeten doorbren gen in onze eigen costuums en met onze eigen blote neuzen, in een stemming die geen en kel verschil toont met onze stemming van alle andere da gen des jaars. Natuurlijk is het niet zo tra gisch maar men voelt het daar in het zuiden nu eenmaal zo en wij zullen dat maar zo laten, omdat dit gevoel een waardevolle bijdrage vormt voor de vrolijkheid daarginds. Ook een feest is een kwestie van contrast. Als iedereen even vrolijk is, weet men plot seling niet meer of men eigen lijk wel vrolijk is maar een vrolijk man voelt zich pas on dubbelzinnig vrolijk als hij weet, dat hij vrolijker is dan anderen. Overigens is de Carnavals vreugde er een van zeer bi- zondere soort. Men lacht, men giert drie dagen lang zonder naspeurlijke reden en is de vierde dag plotseling zeer egaal en ingetogen gestemd eveneens zonder aanwijsbare oorzaak. Deze soort vrolijkheid doet mij altijd denken aan de humor van een schoolkame raad uit vervlogen dagen, die kon lachen zonder zijn gezicht te vertrekken. Men hoorde dan plotseling achter zich een on bedaarlijk gegrinnik en trok bij het omkeren het eigen ge zicht alvast in de lachplooi, omdat men iets erg leuks ver wachtte. Doch men zag dan enkel het onbewogen gelaat van de persoon in kwestie, die binnen in zijn geluidskamer het onpersoonlijke gelach voortbracht bijwijze van grap. Dat is iets wat mij bij de Carnavalsviering altijd bi zonder tegen de borst heeft gestuit. Ontmoetingen met feestvierders op Aswoensdag deden steeds weer dat kleurige bouwsel van vrindschap en bonhommie ineenstorten, dat in de drie voorafgaande dagen leek opgetrokken. Zelfs het ge voel voor humor bleek vaak plotseling uitgeroeid. Geen van hen waagde het, zijn feestneus en zijn clownshoedje ook op die woensdag nog te dragen. Een wade van spijt en boete spreidde zich op de nevelige ochtend van die woensdag over de mensen, waarmee de waarde van de driedaagse vreugde in waardeloze verspil ling van energie verkeerde. Eens heb ik op woensdag morgen gemeend, in de verte een carnavalsklant te zien aankomen die zijn feestneus had opgehouden als teken van een veranderde levensopvat ting. Doch helaas het bleek zijn bloedeigen neus te zijn, waarlangs hij met zeer som bere, van wrevelig berouw ver vulde ">gen de dag instaarde en waarachter hij plichtsgetrouw aanliep in de richting van zijn kantoor. Over verspilling gesproken: dit jaar zal in verscheidene carnavalsbroeinesten geen op tocht worden gehouden, om de bestedingsbeperking te eren. Dat lijkt mij een uitstekend idee. Want steeds heb ik ofschoon uit het zuiden gebo ren en getogen en met de drie dwaze dagen vergroeid die optochten als een pijnlijke ver kwisting van materiaal en arbeidskracht gezien. Op tochten in het algemeen trou wens ook. Er is niets onzinni- gers op de wereld dan een op tocht met uw welnemen. Een optocht is iets dat voor negen ennegentig percent bestaat uit de volgende bestanddelen: dag- en nachtwerk in oncom fortabele schuren, geldver- zwelgend geknoei met dure materialen, onbeschrijfelijke verkwisting van energie en lichaamskracht, ontwrichting van het verkeer gedurende uren dat er niets gebeurt, tromboseverwekkende wacht tijden langs de route van dui zenden mensen, afzichtelijke nabootsingen van dieren en sprookjesfiguren met mate riaal dat er nie' voor bestemd is. kortom, onmatige hoeveel heden voorbereiding en orga nisatie tegen één percent schouwspel. Een schouwspel bovendien, dat nauwelijks die naam ver dient omdat het in een oog wenk voorbij gaat en altijd een rommelig geheel vormt, waardoor de kijkers zich onte vreden en beetgenomen voe len, voor zover zij erin ge slaagd zijn het festijn op de voorste rij te zien. Degenen die achteraan op hun tenen balanceren en nu en dan een waggelend geval van papier- maché door de lucht zien zwe ven, waaraan geen touw is vast te knopen, zijn echter altijd verre in de meerderheid. Sommige mensen nochtans hebben hun levensideaal ge vonden in het organiseren van optochten. Zij weten niets mooiers, niets zinrijkers te be denken wanneer de vraag rijst, hoe men een massaal feest kan vieren. Er zijn méér van die dingen, waaraan kosten noch moeiten gespaard worden doch die vol komen nutteloos zijn. Een bruidskleed var een prinses, waaraan tientallen borduur sters maandenlang werken voor het gereed is en dat ten slotte enkel dient om de prin ses „ja" te kunnen laten zeg gen, mist in feite evenzeer zijn bestaansargument. Als zo'n prinses nu nog „ja, ja" mocht zeggen Velen zullen er een andere mening op nahouden. Dat is hun goed recht. Maar als zij bij zichzelf te rade gaan, aan welke verschijnselen in het leven zij de meeste oprechte, weldadige vreugde beleven, dan zal hun blijken dat het juist niet de dingert zijn, die zoveel arbeid en geld gekost hebben. Dat komt, omdat het verschaffen van vreugde aan vele mensen tegelijk een zeer moeilijke kunst is, die meestal mislukt. Een openbaar feest, dat vreugde geven moet, vervalt meestal in een op zo groot mo gelijke schaal samentrekken van mensenmassa's. Het lijkt wel, of organisatoren van openbare feestelijkheden uit gaan van dit punt: dat de hoe veelheid mensen, die zij doen samendrommen, recht even redig is aan het plezier dat zij elk dier mensen verschaffen. Waarschijnlijk is het juist an dersom. Doch feestvieren is waarschijnlijk een van de moeilijkste problemen der mensheid. Wij kennen de vro lijke, doch in feite tragische surrogaten, die ons ieder jaar met onuitputtelijk geduld wor den voorgezet en die ons ieder jaar opnieuw zo duidelijk ko men vertellen, dat zij geen greintje levensvreugde kunnen toevoegen aan onze schamele voorraad. Doch laten wij onverdroten voortgaan met te doen alsof. Carnaval, kermis, feestweek, Koninginnedag, zomerfeest; straatversieringen, optochten, corso's, volksspelen, zeepkis tenraces, vuurwerk, vermake lijkheden laten wij erheen drommen met onze dierbaren en laten wij dringen en duwen en op onze tenen gaan staan om niets te zien dat de moeite waard is. Want als we dat surrogaat nu óók nog moeten missen J. L. Dr. Drees was ervan overtuigd dat mej. Klompé wel een ambtscostuum zou kunnen ontwerpen, maar of de staatssecretarissen akkoord zouden gaan met de korte broek meende hij te moeten betwijfelen. „De werkelijke aanleiding dat net ambts costuum niet meer gedragen wordt, heeft zijn oorsprong in de sobere omstandigheden in 1945. Tot op zekere hoogte zijn de om standigheden nu anders, al moet men de bestedingsbeperking niet uit het oog ver liezen." zei dr. Drees. „Ik zou niet graag de derde dinsdag in september missen met alle pracht en praal. Die dag leeft bij het volk. Maar dat slaat op het Koninklijk Huis en ik geloof niet, dat het volk zich zorgen maakt over het ambtscostuum van de mi nisters Voor ministers vind ik het costuum niet bij de geest van de tijd passen. Dat geldt niet alleen voor ministers, maar ook voor Kamerleden, die bij de plechtigheid in de Ridderzaal ook minder dan vroeger hun ambtscostuum dragen. Ik heb het kabinet niet in zijn geheel geraaadpleegd over het ambtscostuum. maar ik denk, dat de ge voelens verschillen. Als het enige jaren wordt overwogen, is het niet onmogelijk, dat het ambtscostuum terugkeert, maar een ander type zou dan aanbeveling verdienen. Later we het voor de toekomst in petto houden." Uit de woorden van dr. Drees: „Als het enige jaren wordt overwogen", maakte men op, dat zolang hij nog minister-presi dent is, het ambtscostuum niet terugkeert. Prof. Molenaar (V.V.D.) vroeg daarom deze zaak niet op de lange baan te schujven Dr Drees gaf daarop geen antwoord meer CAPE CANAVERAL (AFP) De Amerikaanse luchtmacht, heeft woensdag bekendgemaakt, dat de dinsdag te Cape Canaveral gelanceerde „Thor"-raket niet de van de voren berekende baan heeft ge volgd in tegenstelling tot eerdere opti mistisch eberichten. De „Thor" heeft een reikwijdte van 2.400 kilometer. (Reuter) Volgens de bekendmaking was de start uitstekend geweest, evenals de koers in het begin van de reis. Later was de raket echter van deze koers gaan afwijken. WASHINGTON (UP) Het Amerikaan se ministerie van defensie heeft woens dagavond aangekondigd, dat aan de kust van de Stille Oceaan, in Californië, een reusachtig proefterrein voor „Missiles"- projectielen zal worden aangelegd. Van deze basis uit kunnen projectielen over de Stille Oceaan worden gelanceerd. Het hoofdkwartier van dit nieuwe com plex zai gevestigd zijn in Point Mugu, 50 kilometer ten noordwesten van Los An geles, waar thans reeds een proefterrein is gevestigd. De aanleg zal ongeveer vijf jaar duren. Er zullen ongeveer 14.000 mensen werk vinden op de nieuwe basis. Uitdrukkelijk deelde het ministerie mede, dat deze nieuwe basis geen vervanging, maar een aanvulling vormt van het proefterrein bij Cape Canaveral. De nieuwe basis zal on der de marine ressorteren, maar leger, luchtmacht en marine zullen er personep] opleiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 5