FILATELIE Tentoonstellingen in Amsterdams Stedelijk Museum Nieuwe speelfilm „Jemiy' pretentieloos amusement In de put? Hugo Kaech leidde het Radio-orkest Duitsland VRIJDAG 21 FEBRUARI 1958 ZONDER RAFFINEMENT P. W. Franse Dirigenteiicursus Gas uit Pernis voor Utrecht en het noordoosten des lands VAN DEN BERG - Televisie-en radio-specialisten Geen overzicht Chris van Voorst Menselijk kubisme Om enkele figuren Legerhelmen worden nu in Duitsland gemaakt Kerkelijk Nieuws Twee kinderen van Zwolse drieling overleden KERKELIJK LEVEN WANNEER DE FILM „JENNY" geen Nederlandse film zou zijn, de eerste vader landse speelfilm in kleuren, ware er geen reden geweest er een uitgebreider karakte ristiek van te geven dan deze: „een preten tieloze amusementsfilm, die een ernstig probleem wel serieus probeert te stellen, maar het toch zonder veel diepgang oplost, omdat ze het zwaartepunt verlegt naar de uiterlijke omstandigheden. Men kan er zich bij amuseren, omdat de feitelijke intrige wordt doorkruist door een neventhema, dat vooral veel jeugdig elan en actie in het spel brengt. De maker is er kennelijk op uit geweest het melo-drama te vermijden. Men moet zijn film niet als een specimen van filmkunst beschouwen. Want daarvoor betrapt men haar te vaak op duidelijke zwakheden. In vergelijking met buiten landse films in dit genre valt „Jenny" niet onvoordelig uit. De film heeft inderdaad geen pretentie. Dat ontwapent de critisch aangelegde toeschouwer al spoedig en ver gemakkelijkt de catalogisering. Maar „Jenny" is wel een Nederlandse film. Dat betekent een meeromvattende bespreking, die vooral daarom zo zwaar weegt, omdat we met de Nederlandse film makerij zo langzamerhand aardig in onze maag zitten. Er zijn een heleboel onvriendelijke din gen gezegd over de Nederlandse speelfilm- produktie. „Schei er maar mee uit" is er gezegd; „geef alleen nog onze documen- taristen een kans". „Nee," betoogden weer anderen, „bouw een regelmatige produktie op en laat daaruit blijken wat we waard zijn. Men moet wat riskeren. Op den duur komen we er wel." Die regelmatige pro duktie schijnt begonnen. De man, die dit keer de kans kreeg, is Willy van Hemert. Die keuze was gerechtvaardigd. Van He mert is een bekwaam televisie-regisseur. Met het voorbeeld van Delbert Mann voor ogen de Amerikaanse t.v.-regisseur, die „Marty" maakte en op slag beroemd werd heeft de N.V. Standaard Films Willy van Hemert geëngageerd voor de bewerking van een vroegere Duitse film „Acht meisjes in een boot", die hij onder de nieuwe naam „Jenny" zou gaan maken. Die Duitse film behandelde de lotgevallen van de „slag" van een roeiploeg, een jong meisje, dat een kind verwacht van een steward. Het meisje wordt door de jongeman laf alleen gelaten met de suggestie de bevalling maar te voor komen. In de nieuwe versie is het meisje ook „slag" van een roeiploeg, maar haar minnaar is een jonge welgestelde antiqairs- zoon, die de baby maar een sta-in-de-weg vindt voor zijn carrière. Hij brengt het meisje naar zijn vriend, een arts. Hij sug gereert niets, hij koestert alleen nog de hoop, dat het meisje zich heeft vergist. Wanneer dat niet zo blijkt, laat hij de woorden over zijn carrière vallen. Dat gebeurt in een vertrouwelijk gesprek met de arts. Het meisje hoort echter wat hij zegt en keert hem de rug toe. De jonge man krijgt spijt, probeert het weer goed te maken, maar het meisje is onvermurw baar. Tot hij haar tenslotte toch om de hals valt als ze met haar ploeg in de roei- wedstrijd heeft gewonnen. „Eind goed, al goed" kunnen we dan zeggen. Men ziet: in de uitwerking van het ge geven Is nogal enig verschil. „Niet te zwaar eraan tillen", lijkt het motto van de film van Willy van Hemert. Daarmee echter is haar nog geen dienst bewezen. Omdat er zo weinig werkelijk dramatisch te beleven viel, heeft de maker het nu moeten zoeken in dramatisch niet ter zake doende dingen. De intrige zelf wordt veel meer aangeduid dan gesteld. De film is al een hele tijd op gang voor er Iets wezenlijks gaat gebeuren met de mensen, die ze ons laat zien. Her haaldelijk stoten we op een in het beeld brengen van bijkomstigheden, die het tem po vertragen. Werkelijk film is er feitelijk pas wanneer Van Hemert zijn lens op de roeiploeg richt. Dan komt hij in zijn ele ment. Maar wanneer het eigenlijke drama, de handeling dus van de antiquairszoon en Jenny, aan de orde komt, is het tempo zoek. Het is allemaal net niet belangrijk meer of zo onlogisch en gezocht de kleuters, die plotseling in het beeld komen als Jenny des avonds de dokter opzoekt, het gesprek tussen moeder en zoon, de ontmoeting van de roeisters met de trou weloze vader dat men er zich over ver baasd. Wanneer niet het neventhema de plaats van het hoofdthema had ingenomen louter op het stuk van filmkunstige be tekenis zou „Jenny" als een blok gezon ken zijn. Dat neventhema houdt de film op de been. De verschijning van Ellen van Hemert, zeer lief, en Kees Brusse, altijd natuurlijk, verleent er een charmant tintje aan. Dat er in Nederland filmacteurs zijn Kroonprins Harald van Noorwegen viert vandaag zijn 21ste verjaardag. Hij volgt nog een cursus aan de mili taire academie, maar hij hoopt zijn opleiding in de zomer te beëindigen als luitenant van de cavalerie. Deze foto werd ter gelegenheid van zijn meerderjarigheid gemaakt op de ko ninklijke residentie „Skaugum", ten westen van Oslo. Ellen van Hemert, de hoofdrolspeelster in de film „Jenny". is buiten kijf. Deze film is er weer een bevestiging van. WE KUNNEN om één ding blij wezen, dat „Jenny" niet pretenteert belangrijk te zijn. Van Hemert heeft met een gegeven genoegen genomen, waarvan niets groots te maken viel. Hij kan meer. Misschien is het een geluk, dat hij zo voorzichtig is begonnen. Misschien was hij, als hij meer had gewild, ook meer geïnspireerd. Zeer duidelijk zat bij de film voor iets van Amsterdam te laten zien. Het was overi gens niet weinig: een tocht door de grach ten bij dag en avond, een bezoek aan het Rijksmuseum, een blik op het Concertge bouw, de Stadsschouwburg: cultuur genoeg. Dat de kleuren daar hun aandeel aan moesten leveren spreekt voor zichzelf. Het zou kinderachtig zijn daarover te vallen. Dat dit allemaal functioneel in verband stond met het gegeven is een andere kwes tie. MAAR HET IS OOK een kwestie van raffinement. Op dezelfde dag, dat ik „Jenny" zag, heb ik ook de Engelse kome die „De lord, de lady en de butler" gezien. Ik betrapte mij erop, dat ik de films zat te vergelijken. Ik vroeg mij af: is dat begin in „Jenny" nu werkelijk zo veroordelens- waard, want ik vond dat „De lord, de lady en de butler" ook maar niet opschoten (en het was toch een gerenommeerde Engelse komedie). Waar zat nu het verschil? Dit is, naar ik meen, het antwoord: de gerouti neerde filmmaker verbergt zijn falen onder zoveel raffinement, dat men rustig de tijd neemt om geduld te oefenen. Zover zijn wij hier in Nederland nog niet. Goed is hier nog echt goed, zwak nog heel erg zwak. De tijd, mijne heren, de routine zal het ons leren De Zwitserse dirigent Hugo Kaech, die thans voor de tweede keer aan de door de Nederlandse Radio Unie georganiseerde dirigentencursus deelnam, leidde het stu dioconcert van gisteravond, dat door de A.V.R.O. werd uitgezonden. Het door hem met het Radio Filharmonisch Orkest uit gevoerde programma bevatte twee werken van Beethoven: de ouverture „Coriolanus" en het vioolconcert, waarin de concert meester van het orkest, Jacob van der Woude, zich als solist liet horen. Ook bij Kaech viel, evenals bij zijn voor ganger van eergisteren, een zekere be dachtzaamheid in de tempokeuze te con stateren en in het algemeen een vermijden van die lichte versnellingen en vertra gingen die, buiten de notatie om, nu een maal inherent zijn aan de muzikale be weging. Wellicht echter is dit een gevolg van het feit, dat wij hier met aspirant orkestleiders te doen hebben, die zich allereerst voor de taak gesteld zien uit het veelstemmige weefsel van de partituur een patroon te doen opklinken. En ongetwij feld is de zorg voor een duidelijke teke ning van dit patroon van meer belang dan een „draufgangerische" bestorming van de muziek. In ieder geval kan men niet zeg gen dat het resultaat stijf klonk. De ouverture kreeg juist door deze gereser veerdheid ook in de nevenstemmen klank. In de ostinate ritmen balde zich een zekere dreigende spanning samen. In deze ouverture herkent men trouwens de waar de van de uitvoering onmiddellijk aan de wijze waarop de akkoorduitroeptekens aan het begin geplaatst worden. Dezelfde zorg voor het detail, die toch niet in een ambtelijk musiceren ontaardde, sprak uit de begeleiding van het viool concert, waarin Kaech het orkest zeer goed wist aan te passen aan het spel van de solist. Sas Bunge Gisteren is in Pernis de levering van raffinaderljgas door de Caltex aan het staatsgasbedrijf te Utrecht begonnen. In Pernis werd de kraan opengedraaid door de directeur van het staatsgasbedrijf, ir. Ch. A. Hofman en toen stroomde het gas, dat gezuiverd wordt door een installatie die anderhalf miljoen gulden heeft gekost, via een buisleiding naar het centraal gas bedrijf Nederland te Utrecht. Dit bedrijf dat aanvankelijk 100.000 kubieke meter gas zal afnemen, heeft in de afgelopen ja ren een transportnet gebouwd met een lengte van circa 1600 km., waarmee de gasvoorziening van de provincies Gronin gen, Friesland, Drente, Overijsel, Gelder land en Utrecht geheel zal kunnen worden verzorgd. Het buizennet zal in de toekomst ook voor aardgas, dat bij de olieboring in West-Nederland vrijkomt worden ge bruikt. De leiding Pernis-Utrecht heeft een aftakking voor de gasvoorziening van Gouda. ADVERTENTIE TELEVISIE RADIO Houdt u van avonturen, koop dan het eerste het' beste apparaat bij de eerste de beste zaak. Wenst u ruime keuze en prima service ook na uw garantie, koop dan uw RADIO of TELEVISIE bij VAN DEN BERG NO. 1 OP RADIO- EN TELEVISIEGEBIED ZIJLSTR TAPE-RECORDERS ZIJLSTRAAT 87 - TEL. 11110 GRAMMOFOONPLATEN ADVERTENTIE van moderne interieurs ocoooooocc cooooooooc JAPAN. - Ter gelegenheid van de opening van de onderzee-tunnel, waar mee de verbinding tussen Shimonoseki j en Moji op de eilanden Honsjoe en Kioesjoe tot stand werd gebracht, ver- schijnt op 9 maart een veelkleurige postzegel van 10 yin. Deze zegel geeft een afbeelding in doorsnede van de uit twee verdiepingen bestaande tunnel. WEST-DUITSLAND. „Voorkomt bosbranden!" staat er op een nieuwe f postzegel van 20 pf, (rood en zwart), die de Westduitse posterijen op 5 maart in s circulatie brengen. Op de achtergrond zijn een aantal door brand verwoeste bomen afgebeeld. Het ontwerp staat op naam van Herbert Kern uit München. Voor het Saarland verschijnt de zegel in dezelfde kleuren, maar de waarde- aanduiding van 20 pf. is hier vervangen f door 15 fr., terwijl bovendien het op schrift „Saarland" is toegevoegd. CANADA. - Ook de Canadese poste rijen zullen een postzegel het licht doen zien naar aanleiding van het Inter nationaal geofysisch jaar. Het is een zekel van 5 c. (blauw) met als voorstel ling een microskoop die een wereldbol bedekt. Op deze wereldbol ligt de 8 Noordpool in het middelpunt, zodat het g noordelijk halfrond zichtbaar is. De zegel is ontworpen door A. L. Pollock uit Toronto. 5 maart is de eerste dag van uitgifte. OOST-DUITSLAND. - voor het In ternationaal geofysisch jaar zijn twee postzegels uitgekomen, namelijk een van 20 pf. (rood) en een van 25 pf. (blauw). De eerste waarde heeft betrek- king op het hoogte-onderzoek, en toont egn stratosfeerballon en de tweede waarde op de diepte-bepaling en laat .eën schip bij het loden met een echo- 'F lood zien. De ontwerpen staan op naam F van prof. E. R. Vogenauer uit Berlijn. De zegel van 20 pf. heeft een miljoenen- F oplage en die van 25 pf. is een zgn. F „sperwaarde". ixixx^oooooooooooociooooooooooooooooooooooooooooooooooooocxx Tot 24 februari is in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam werk van beeldende kunstenaars uit Brabant te zien. Ieder jaar aanvankelijk en thans om het jaar expo seren Brabantse kunstenaars in het Stede lijk van Abbemuseum te Eindhoven en zij hebben medezeggingschap bij de samen stelling van de tentoonstellingen. Om tot een regeling te komen, lezen wij, had men daar ongeveer hónderdvijftig kunstenaars tot een bespreking uitgenodigd en waren daartoe een veertigtal komen opdagen. Er wordt in ons land blijkbaar wel bijzonder veel getekend, geschilderd, gemodelleerd en in steen gehakt! Te veel! Dat ondervond ik tenminste weer bij deze expositie, die overigens eenzelfde recht van bestaan als vele tentoonstellingen in Amsterdam of Den Haag heeft. Deze tentoonstelling zou dan de verdienste kunnen hebben een aan tal hier nog onbekende figuren met niet te miskennen kwaliteiten aan ons voor te stellen. Want in 'dit kleine land weet men soms niet wat er op het gebied der beel dende kunst een vijftig kilometer verder leeft. In dit geval echter treden geen bijzon dere verrassingen op. Het werk van de moderne primitief L. van den Ven (1894 1957) is niet zo lang geleden in Amsterdam geëxposeerd en door ons besproken. Zijn vertegenwoordiging hier maakt misschien de in Brabant bestaande waardering voor deze figuur iets begrijpelijker. Het werk van N. Molenkamp, W. Noordhoek en J. Gregoor kon men tegenkomen op vereni gingsexposities in onze nabijheid. Ook de beeldhouwer H. Koreman is geen onbeken de voor mij en zijn realistische werk zal ik vermoedelijk altijd graag tegenkomen. Van het mij tevoren onbekende viel het vlotte tekenen van H. van Zummeren en het knappe van E. Brokke op. P. L. Geurtjens en J. Vaes zijn zeker beeldhouwers naar mijn persoonlijke smaak. De schilder A. P. J. Sibens moet van invloed geweest zijn op jongere kornuiten en ik kan me dat voorstellen, want de man kan schilderen en toont smaak, al blijft zijn werk me soms wat te gauw losgelaten. Al staat dan op het omslag van de cata logus eën mooie foto van een Brabants ven, deze tentoonstelling heeft geen pro vincialistisch karakter en toont wat betreft het werk van nog verschillende anderen hetzelfde epigonisme en dezelfde verward heid van evenmin zo interessante tentoon stellingen als we hier wel meer zagen. De Amsterdammer J. J. Voskuil mag dit keer tot dezelfde datum een keuze uit zijn werk laten zien in het museum. Echt een overzichtstentoonstelling werd het jammer genoeg niet. Ik mis vroeger werk uit de verzameling Regnault, werk dat tot de eer ste moderne kunst behoorde waarmee ik eens levend contact had. Zo graag had ik gezien in hoeverre mijn gevoel, toen met iets belangrijks geconfronteerd te zijn, juist was. Temeer daar ik met zekerheid durf te beweren, dat Voskuil zulke uitstekende en hier evenmin aanwezige portretten maakte van Wijnkoop en Fimmen, figuren uit de arbeidersbeweging, portretten die mis schien iets mooier zijn dan het overigens wel levendige van de verzamelaar Reg nault en iets steviger van bouw dan dat toch treffende van prof. Jan Romein. Voskuil heeft nogal verschillende manie ren van uiten beproefd. De oorzaak hiervan kon wel eens liggen in het feit, dat het hem niet altijd gegeven was zich te bepalen tot het schilderen alléén. Niet alleen dat dit schilderen soms te weinig opbrengt om in het eigen onderhoud te voorzien en men gedwongen is daartoe ook op ander gebied werkzaam te zijn, maar ook omdat Voskuil het niet kon laten zich op te houden met meer maatschappelijke aangelegenheden in de kunstenaarskringen. Enige tekeningen uit Zuid-Frankrijk, die deel uitmaken van een betrekkelijk grote reeks, bewijzen hoe gunstig voor de kwaliteit van zijn werk een zekere continuïteit in zijn arbeid kan zijn. De aantrekkelijkheid van deze teke ningen voor mij zal ook wel haar oorzaak hebben in het feit, dat Voskuil zich eens met plezier heeft kunnen laten gaan. Dat doet deze ernstige idealist niet altijd even gemakkelijk. En waar Voskuil de maat schappij aanklaagt, kan men moeilijk in nemende zaken verwachten. Zijn ernst is onmiskenbaar en af te lezen ook uit de manier waarop hij tekent en schildert. Wanneer men bij Voskuils werk zich dat van anderen herinnert, komt dat omdat hij steeds zich weer bezint op een eigentijdse wijze van uitdrukken, die hij in het werk van bepaalde grote figuren meende te her kennen. Chris van Voorst, die tot 3 maart in de Kunstzaal Magdalene Sothmann te Am sterdam tekeningen en grafiek exposeert, weet zich wel zeer te concentreren op het essentiële bij zijn wijze van uitdrukken. In zijn werk is niets te veel gedaan of overgebleven nadat hij het kon loslaten. Hoewel sterk expressionistisch gericht, is er ook iets van Matisse's vormgeven in zijn verschillende tekeningen en prenten. Want gelijk deze Fransman voegt Van Voorst zijn vormen naar het gegeven vlak. De zwart-witverdeling van zijn hout- en linoleumsnede is altijd goed uitgewogen. Fraai kan het ritme zijn van de witte lijnen in het zwart En waar de lijnen zwart op wit verschijnen, delen zij het vlak in vormen, die op gespannen wijze aan elkaar sluiten. Hoezeer bij sommige tekeningen de ma terie van de lijnen bij de grootte van het vlak past, bleek me toen ik even overwoog een reproduktie mee te nemen. Op kleiner formaat echter past die' materiaalwerking niet en een plaatje zou maar een slecht idee van Van Voorst werk geven. Belangrijk is verder de tentoonstelling van de ongeveer zeventigjarige Fransman R. Bissière: deze heeft de begintijd van het kubisme meegemaakt en aan deze richting een meer menselijke kant willen geven. De harde stelligheid van anderer kubistisch werk ontmoet men niet in het zijne, dat ge tuigt van fijne smaak. Bepaald een voor vechter lijkt hij me niet geweest. Er waren ook tijden dat hij weinig werkte en optrad. Pas na de oorlog begon zijn ster weer te schitteren en verkeeg hij aandacht, mede door wandkleden, met medewerking van zijn vrouw vervaardigd, produkteq die ons even herinneren aan dat wat onze Kruijder en zijn echtgenote lieten zien. Zijn schilde rijen zijn thans veelal abstract en doen denken aan Oosterse tapijten en aan oude glas-in-lood-vensters. Hoe schoon ik het soms kan vinden, het verveelt me toch ook door een zekere herhaling. Deze expositie is tot 9 maart te zien. Tot 10 maart exposeren in de Nieuwe Vleugel van het Stedelijk Museum te Am sterdam twee verenigingen, wier tentoon stellingen voor de oorlog altijd wel de moeite waard waren: De Brug en De On- afhankelijken, welke laatste vereniging moderne kunstenaars de gelegenheid gaf met werk voor de dag te komen, dat men elders weigerde, omdat het niet begrepen werd. De Brug werd opgericht door zekere moderne kunstenaars van een bepaalde richting. Het moderne komt men hier dan nog wel tegen, maar de kwaliteit daarvan is niet bepaald te roemen. Verder zien we ouderwetse plaatjeskunst en zelfs schilde rijen, die eigenlijk in kitsch winkels thuis horen. Moet deze expositie dan nog be sproken worden, zal men zich afvragen. Ja, om enkele nooit te passeren figuren, die we onrecht zouden aandoen door hun werk niet te vermelden, omdat het nu eenmaal te zien is bij die niet zo beste verenigingen, waaraan zij trouw bleven. In de eerste plaats is dat C. J. Maks, die twee momenten uit wijlen Buziau's op treden treffend vereeuwigde. Voorts komen we enige portretten tegen van H. F. Boot, waaronder een uitstekend zelfportret op valt. A. van Zeegen, die veelal zijn inspi ratie vond in de natuur onder water, toont ondermeer een schilderij, waarbij met de verf en een ander materiaal daarin iets Minister Staf heeft, nadat bij hem onze kerheid was ontstaan over de deugdelijk heid van reeds vroeger afgeleverde hel men, een nadere controle gelast op alle in de krijgsmacht aanwezige helmen, met welke controle reeds een begin is gemaakt. Op 16 december 1957 werd een order ge plaatst voor de levering van 132.000 stuks buitenhelmen ten behoeve van de Konink lijke Landmacht en de Koninklijke Lucht macht bij een grote Nederlandse im- en exportfirma, te vervaardigen door een Duitse fabriek in de Westfaalse stad Ahlen. De Nederlandse fabriek, die tevoren hel men heeft vervaardigd, heeft van de aan geboden gelegenheid tot offreren geen ge bruik gemaakt. De door de Duitse fabriek te leveren hel men dienen te voldoen aan de fabricage- voorwaarden, gesteld in het nieuwe tech nisch voorschrift voor de troepenhelm, dat op 20 juli 1957 van kracht werd, in welk voorschrift alle ervaringen zijn verwerkt en dat afdoende waarborgen voor een goed produkt geeft. De Nederlandse firma, die agent is voor de Duitse fabriek, is voor de levering verantwoordelijk gesteld. De Duitse fabrikant heeft een afzonderlijke garantieverklaring gegeven. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Boven-Hardinxveld A. J. Wijnmalen te Maartensdijk. Benoemd tot voorganger van de Evangelisatie te Hol landse Rading J. Ley, kand. te Rotterdam. Beroepen te Wissekerke (toez.) C. van der Leeden te Hazerswoude. Bedankt voor Ouddorp (Z.H.) G. M. van Dieren te Ede. Geref. Gemeenten Tweetal te Veen (N. Br.) W. Hage te Nunspeet en H. Rijksen te Vlaardingen. DE VROUW IN HET AMBT De classis Brielle van de Ned. Herv. Kerk heeft uitvoerig gesproken over de voorstellen van de generale Synode in zake de toelating van de vrouw tot het ambt van ouderling en diaken en de dis pensatie voor het ambt van predikant. Het voorstel werd verworpen met 30 te gen 9 stemmen. Van de drieling, aan wie de 31-jarige mevrouw M. Huiskamp-Dragt te Zwolle dinsdag het leven heeft geschonken, zijn gisteren twee kinderen overleden. ADVERTENTIE Drink dan een {lesje vloeibaar optimisme. RIVELLA, de alcoholvrije drank, die het leven kleur en fleur geeft Verfrissend en opwekkend, pittig en toch zacht. Een ideale alcoholvrije tafeldrank. Bevordert de spijsvertering. RIVELLA is een natuurproduct uit melk! Sprankelend goudgeel! MtuleU cUm mulcM Verkrijgbaar bij (Jw wijnhandelaar en de horecabedrijven van een reliëf bereikt werd. Zoiets wordt tegenwoordig wel als het allernieuwste vertoond.. Van Zeegen deed dit echter al meer dan vijfentwintig jaar geleden en maakt er iets moois mee. Bij „De Brug" wordt de nog niet zo lang gestorven A. Kristians herdacht met een groep schilderijen, waaronder we een paar van die hem zo eigen Parijse stadsgezich ten ontmoeten. Bladerend in mijn catalo gussen blijkt mij, dat ik verder nog aan gestreept heb: Gerrit de Jong en Leo Poel- meijer om hun goede etsen en Habes en W. A. Huijgens om hun ouderwetse be trouwbare tekeningen. Voorts vielen me de ingetogen schilderkunst op van Jan de Boer, twee landschappen in Oostindische inkt van Hendric Bos, wel charmante olieverfjes van C. J. ten Hoope, een goede gouache (no. 57) van H. Koekkoek, „Rot terdamse Joffer" H. J. ReuchlinLucardi en een mooi klein schilderijtje uit Zweden van Hans van der Schaaf. Bob Buys SEDERT enkele maanden is de publie ke belangstelling voor het lot der christe nen in de Duitse democratische republiek aanmerkelijk toegenomen. Het leven in de Oostzone in dat deel van Duitsland dus, dat na de oorlog eerst een Russische be zetting had én nu een communistische re gering is er voor de christenen het laat ste jaar dan ook niet gemakkelijker op ge worden. Dat leven was daar trouwens reeds lang niet gemakkelijk. Weliswaar geldt de kerk in de Oostzone nog steeds als een insti tuut, dat door de staat erkend wordt, maar reeds lang grijpt de regering op ve lerlei wijze in in het leven der kerken. De propaganda voor de jeugdwijding, voor de ideologie van het communisme en voor het terugdringen van de kerk naar een zeer beperkt terrein, hebben niet alleen ten doel om de laatste resten van wat bij een staatskerk behoort, op te ruimen, maar ze zijn veel meer nog een deel van de godlozen-propaganda, waarmee tenslotte het doel moet worden bereikt van de klassenloze maatschappij op communisti sche grondslag. Op de weg naar dit doel vindt men de kerk dan als een hindernis, als de vertegenwoordigster namelijk van oude maatschappij-vormen, die overwon nen moeten worden. Deze strijd wordt met ongelijke midde len gevoerd. Dit is onrechtvaardig, maar er zou overigens nog niet eens zoveel te gen in te brengen zijn, wanneer het bij deze strijd zou gaan om een geestelijke verhel dering, waarbij de mens in werkelijke vrij heid zou kunnen beslissen, welke van de twee wegen hij zou moeten volgen, de christelijke of de communistische, of hoe hij misschien het politieke doel van zijn regering met zijn christelijk geloof zou kunnen verbinden. De beslissingen die dan zouden vallen, konden voor beide kanten klaarheid brengen. Zij zouden ook voor de situatie van de volkskerk in Duitsland en voor haar innerlijk leven slechts heilzaam kunnen zijn. Helaas is de situatie aanmerkelijk ver scherpt. Wij memoreren enkele gebeurte nissen, die wij in onze rubriek bij vorige gelegenheden reeds hebben gesignaleerd: Aan dr. Dibelius, de bekende bisschop van Berlijn en voorzitter van de landelijke kerk, wordt reeds geruime tijd geweigerd, dat hij zijn gemeenten, die in de Oostzone liggen, bezoekt. Tegen een reeks van pre dikanten zijn processen gevoerd en geëin digd met vonnissen. De straffen variëren van twee maanden gevangenis tot vijf ja ren tuchthuis. Naar aanleiding van deze en vele andere feiten, zullen de protestant se christenen in Duitsland zich de vraag stellen: Waarom heeft de staat in de Duitse democratische republiek uit een ideologische strijd een machtsstrijd laten groeien? Wij menen dat er op deze vraag wel een duidelijk antwoord gegeven kan worden. De protestantse kerken in Duitsland ko men samen in de „Evangelische Kirche in Deutschland", die door een gezamenlijke synode wordt geleid en die vertegenwoor digd wordt door de Raad van deze kerk. Hiertoe behoren dus alle Duitse protes tantse kerken, of zij in Oost- of in West- Duitsland zijn. En deze Evangelische kerk is nog slechts het enige orgaan, dat een gemeenschappelijke leiding heeft voor de beide delen van Duitsland. Van het evan gelie uit is dit duidelijk, van politiek ge zichtspunt uit liggen daardoor alle dingen uiterst gecompliceerd. Niet, omdat in West-Duitsland de kerk alles kan doen en laten wat zij wil, terwijl zij in Oost-Duits- land dit bij lange na niet kan en mag men moet ook steeds bedenken, dat alles, wat in een van de beide delen in Duits land binnen de kerk geschiedt, in het an dere deel onder andere politieke gezichts punten beoordeeld wordt. Met deze situatie nu voor ogen herinne ren wij u aan een bepaalde beslissing, die door de kerk genomen werd en van be lang was voor het Westen, maar die er toe heeft meegewerkt om de spanningen in het Oosten te vergroten. Die beslissing betreft de geestelijke verzorging van de militairen in het nieuwe Westduitse leger. Op dit punt kwam de synode met de re gering in Bonn tot een overeenkomst, na dat verscheidene voorstellen in de synode grondig waren overwogen en men tenslot te meende, dat deze geestelijke verzorging niet moest geschieden door de predikan ten van de gemeenten, waar garnizoenen werden gelegerd, maar zelfstandig moest plaats hebben. Hierdoor is de splitsing van de „Evangelische Kirchie in Deutsch land" in twee kerken (oost en west) in de praktijk een feit geworden. In de Oost zone bestaat immers geen officieel le ger, wel een volledig toegeruste politie macht, waarvoor men geen afzonderlijke geestelijke verzorging nodig achtte. Na tuurlijk sprak de synode, toen zij boven genoemde overeenkomst goedkeurde, zich niet uit voor de herbewapening van West- Duitsland, maar in de Duitse Democrati sche Republiek achtte men dit besluit een vriendelijke daad jegens de NATO. Op deze grond nu werd aan Dibelius verboden zijn gemeenten te bezoeken, werd in toenemende mate onvriendelijk opgetreden tegen de kerken en werden tenslotte tegen een reeks predikanten pro cessen aanhangig gemaakt. Hierbij viel Probst Maercker als eerste slachtoffer. Dit was voor de Evangelische kerk te meer te betreuren, omdat deze predikant, die een bezoek aan een ziek meisje weigerde en daarna haar kerkelijke begrafenis af wees, daar zij bij de jeugdwijding was geweest, in pastoraal opzicht niet ver standig had gehandeld. De raad van de kerk kon hem daardoor moeilijk in be scherming nemen, in tegenstelling tot bij voorbeeld de Leipziger studentenpredikant dr. Schmutzler over wiens lot wij u een aantal weken geleden hebben ingelicht. DE KERK in Duitsland staat voor het feit, dat zij moet bedenken hoe haar be- slissingen óók beslissingen zijn voor chris tenen, die leven onder absolutistische en communistische regeringen. Telkens weer bemerkt de kerk in Duitsland, dat ook goed overwogen en goed gemeende beslui ten een onaangename, onverwachte uit werking hadden en niet gaven wat er van werd verwacht, blijkbaar omdat ze met te weinig geduld tot stand kwamen. Een vervolging kon de kerk niet voorkomen of verhinderen als zij mocht komen. Maar wel kan de kerk er voor waken, dat zij niet lichtvaardig aan zulk een vervolging schuldig wordt. De kerk in Duitsland staat midden in het spanningsveld der politieke krachten. Haar taak moet het zijn om het vriend-vijand-schema van de ideologieën wereldbeschouwingen en politieke syste men met over te nemen. Zij dient moe dig de naam van haar Heer te belijden en daarmede de vrede te dienen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 13