FILATELIE
Tentoonstellingen in Amsterdams
Stedelijk Museum
Nieuwe speelfilm „Jemiy'
pretentieloos amusement
In de put?
Hugo Kaech leidde
het Radio-orkest
Duitsland
VRIJDAG 21 FEBRUARI 1958
ZONDER RAFFINEMENT
P. W. Franse
Dirigenteiicursus
Gas uit Pernis voor Utrecht
en het noordoosten des lands
VAN DEN BERG - Televisie-en radio-specialisten
Geen overzicht
Chris van Voorst
Menselijk kubisme
Om enkele figuren
Legerhelmen worden nu in
Duitsland gemaakt
Kerkelijk Nieuws
Twee kinderen van Zwolse
drieling overleden
KERKELIJK LEVEN
WANNEER DE FILM „JENNY" geen
Nederlandse film zou zijn, de eerste vader
landse speelfilm in kleuren, ware er geen
reden geweest er een uitgebreider karakte
ristiek van te geven dan deze: „een preten
tieloze amusementsfilm, die een ernstig
probleem wel serieus probeert te stellen,
maar het toch zonder veel diepgang oplost,
omdat ze het zwaartepunt verlegt naar de
uiterlijke omstandigheden. Men kan er zich
bij amuseren, omdat de feitelijke intrige
wordt doorkruist door een neventhema, dat
vooral veel jeugdig elan en actie in het
spel brengt. De maker is er kennelijk op
uit geweest het melo-drama te vermijden.
Men moet zijn film niet als een specimen
van filmkunst beschouwen. Want daarvoor
betrapt men haar te vaak op duidelijke
zwakheden. In vergelijking met buiten
landse films in dit genre valt „Jenny" niet
onvoordelig uit. De film heeft inderdaad
geen pretentie. Dat ontwapent de critisch
aangelegde toeschouwer al spoedig en ver
gemakkelijkt de catalogisering.
Maar „Jenny" is wel een Nederlandse
film. Dat betekent een meeromvattende
bespreking, die vooral daarom zo zwaar
weegt, omdat we met de Nederlandse film
makerij zo langzamerhand aardig in onze
maag zitten.
Er zijn een heleboel onvriendelijke din
gen gezegd over de Nederlandse speelfilm-
produktie. „Schei er maar mee uit" is er
gezegd; „geef alleen nog onze documen-
taristen een kans". „Nee," betoogden weer
anderen, „bouw een regelmatige produktie
op en laat daaruit blijken wat we waard
zijn. Men moet wat riskeren. Op den duur
komen we er wel." Die regelmatige pro
duktie schijnt begonnen. De man, die dit
keer de kans kreeg, is Willy van Hemert.
Die keuze was gerechtvaardigd. Van He
mert is een bekwaam televisie-regisseur.
Met het voorbeeld van Delbert Mann voor
ogen de Amerikaanse t.v.-regisseur, die
„Marty" maakte en op slag beroemd werd
heeft de N.V. Standaard Films Willy van
Hemert geëngageerd voor de bewerking
van een vroegere Duitse film „Acht meisjes
in een boot", die hij onder de nieuwe naam
„Jenny" zou gaan maken. Die Duitse film
behandelde de lotgevallen van de „slag"
van een roeiploeg, een jong meisje, dat een
kind verwacht van een steward. Het meisje
wordt door de jongeman laf alleen gelaten
met de suggestie de bevalling maar te voor
komen. In de nieuwe versie is het meisje
ook „slag" van een roeiploeg, maar haar
minnaar is een jonge welgestelde antiqairs-
zoon, die de baby maar een sta-in-de-weg
vindt voor zijn carrière. Hij brengt het
meisje naar zijn vriend, een arts. Hij sug
gereert niets, hij koestert alleen nog de
hoop, dat het meisje zich heeft vergist.
Wanneer dat niet zo blijkt, laat hij de
woorden over zijn carrière vallen. Dat
gebeurt in een vertrouwelijk gesprek met
de arts. Het meisje hoort echter wat hij
zegt en keert hem de rug toe. De jonge
man krijgt spijt, probeert het weer goed
te maken, maar het meisje is onvermurw
baar. Tot hij haar tenslotte toch om de
hals valt als ze met haar ploeg in de roei-
wedstrijd heeft gewonnen. „Eind goed, al
goed" kunnen we dan zeggen.
Men ziet: in de uitwerking van het ge
geven Is nogal enig verschil. „Niet te zwaar
eraan tillen", lijkt het motto van de film
van Willy van Hemert. Daarmee echter is
haar nog geen dienst bewezen. Omdat er
zo weinig werkelijk dramatisch te beleven
viel, heeft de maker het nu moeten zoeken
in dramatisch niet ter zake doende dingen.
De intrige zelf wordt veel meer aangeduid
dan gesteld. De film is al een hele tijd op
gang voor er Iets wezenlijks gaat gebeuren
met de mensen, die ze ons laat zien. Her
haaldelijk stoten we op een in het beeld
brengen van bijkomstigheden, die het tem
po vertragen. Werkelijk film is er feitelijk
pas wanneer Van Hemert zijn lens op de
roeiploeg richt. Dan komt hij in zijn ele
ment. Maar wanneer het eigenlijke drama,
de handeling dus van de antiquairszoon en
Jenny, aan de orde komt, is het tempo
zoek. Het is allemaal net niet belangrijk
meer of zo onlogisch en gezocht de
kleuters, die plotseling in het beeld komen
als Jenny des avonds de dokter opzoekt,
het gesprek tussen moeder en zoon, de
ontmoeting van de roeisters met de trou
weloze vader dat men er zich over ver
baasd. Wanneer niet het neventhema de
plaats van het hoofdthema had ingenomen
louter op het stuk van filmkunstige be
tekenis zou „Jenny" als een blok gezon
ken zijn. Dat neventhema houdt de film
op de been. De verschijning van Ellen van
Hemert, zeer lief, en Kees Brusse, altijd
natuurlijk, verleent er een charmant tintje
aan. Dat er in Nederland filmacteurs zijn
Kroonprins Harald van Noorwegen
viert vandaag zijn 21ste verjaardag.
Hij volgt nog een cursus aan de mili
taire academie, maar hij hoopt zijn
opleiding in de zomer te beëindigen
als luitenant van de cavalerie. Deze
foto werd ter gelegenheid van zijn
meerderjarigheid gemaakt op de ko
ninklijke residentie „Skaugum", ten
westen van Oslo.
Ellen van Hemert, de hoofdrolspeelster
in de film „Jenny".
is buiten kijf. Deze film is er weer een
bevestiging van.
WE KUNNEN om één ding blij wezen,
dat „Jenny" niet pretenteert belangrijk te
zijn. Van Hemert heeft met een gegeven
genoegen genomen, waarvan niets groots
te maken viel. Hij kan meer. Misschien is
het een geluk, dat hij zo voorzichtig is
begonnen. Misschien was hij, als hij meer
had gewild, ook meer geïnspireerd. Zeer
duidelijk zat bij de film voor iets van
Amsterdam te laten zien. Het was overi
gens niet weinig: een tocht door de grach
ten bij dag en avond, een bezoek aan het
Rijksmuseum, een blik op het Concertge
bouw, de Stadsschouwburg: cultuur genoeg.
Dat de kleuren daar hun aandeel aan
moesten leveren spreekt voor zichzelf. Het
zou kinderachtig zijn daarover te vallen.
Dat dit allemaal functioneel in verband
stond met het gegeven is een andere kwes
tie.
MAAR HET IS OOK een kwestie van
raffinement. Op dezelfde dag, dat ik
„Jenny" zag, heb ik ook de Engelse kome
die „De lord, de lady en de butler" gezien.
Ik betrapte mij erop, dat ik de films zat te
vergelijken. Ik vroeg mij af: is dat begin
in „Jenny" nu werkelijk zo veroordelens-
waard, want ik vond dat „De lord, de lady
en de butler" ook maar niet opschoten (en
het was toch een gerenommeerde Engelse
komedie). Waar zat nu het verschil? Dit is,
naar ik meen, het antwoord: de gerouti
neerde filmmaker verbergt zijn falen onder
zoveel raffinement, dat men rustig de tijd
neemt om geduld te oefenen. Zover zijn
wij hier in Nederland nog niet. Goed is
hier nog echt goed, zwak nog heel erg
zwak. De tijd, mijne heren, de routine zal
het ons leren
De Zwitserse dirigent Hugo Kaech, die
thans voor de tweede keer aan de door de
Nederlandse Radio Unie georganiseerde
dirigentencursus deelnam, leidde het stu
dioconcert van gisteravond, dat door de
A.V.R.O. werd uitgezonden. Het door hem
met het Radio Filharmonisch Orkest uit
gevoerde programma bevatte twee werken
van Beethoven: de ouverture „Coriolanus"
en het vioolconcert, waarin de concert
meester van het orkest, Jacob van der
Woude, zich als solist liet horen.
Ook bij Kaech viel, evenals bij zijn voor
ganger van eergisteren, een zekere be
dachtzaamheid in de tempokeuze te con
stateren en in het algemeen een vermijden
van die lichte versnellingen en vertra
gingen die, buiten de notatie om, nu een
maal inherent zijn aan de muzikale be
weging. Wellicht echter is dit een gevolg
van het feit, dat wij hier met aspirant
orkestleiders te doen hebben, die zich
allereerst voor de taak gesteld zien uit het
veelstemmige weefsel van de partituur een
patroon te doen opklinken. En ongetwij
feld is de zorg voor een duidelijke teke
ning van dit patroon van meer belang dan
een „draufgangerische" bestorming van de
muziek. In ieder geval kan men niet zeg
gen dat het resultaat stijf klonk. De
ouverture kreeg juist door deze gereser
veerdheid ook in de nevenstemmen klank.
In de ostinate ritmen balde zich een
zekere dreigende spanning samen. In deze
ouverture herkent men trouwens de waar
de van de uitvoering onmiddellijk aan de
wijze waarop de akkoorduitroeptekens aan
het begin geplaatst worden.
Dezelfde zorg voor het detail, die toch
niet in een ambtelijk musiceren ontaardde,
sprak uit de begeleiding van het viool
concert, waarin Kaech het orkest zeer
goed wist aan te passen aan het spel van
de solist.
Sas Bunge
Gisteren is in Pernis de levering van
raffinaderljgas door de Caltex aan het
staatsgasbedrijf te Utrecht begonnen. In
Pernis werd de kraan opengedraaid door
de directeur van het staatsgasbedrijf, ir.
Ch. A. Hofman en toen stroomde het gas,
dat gezuiverd wordt door een installatie
die anderhalf miljoen gulden heeft gekost,
via een buisleiding naar het centraal gas
bedrijf Nederland te Utrecht. Dit bedrijf
dat aanvankelijk 100.000 kubieke meter
gas zal afnemen, heeft in de afgelopen ja
ren een transportnet gebouwd met een
lengte van circa 1600 km., waarmee de
gasvoorziening van de provincies Gronin
gen, Friesland, Drente, Overijsel, Gelder
land en Utrecht geheel zal kunnen worden
verzorgd.
Het buizennet zal in de toekomst ook
voor aardgas, dat bij de olieboring in
West-Nederland vrijkomt worden ge
bruikt. De leiding Pernis-Utrecht heeft
een aftakking voor de gasvoorziening van
Gouda.
ADVERTENTIE
TELEVISIE RADIO
Houdt u van avonturen, koop dan het eerste het' beste apparaat bij de eerste de beste zaak.
Wenst u ruime keuze en prima service ook na uw garantie, koop dan uw
RADIO of TELEVISIE bij VAN DEN BERG
NO. 1 OP RADIO- EN TELEVISIEGEBIED
ZIJLSTR
TAPE-RECORDERS
ZIJLSTRAAT 87 - TEL.
11110
GRAMMOFOONPLATEN
ADVERTENTIE
van moderne
interieurs
ocoooooocc
cooooooooc
JAPAN. - Ter gelegenheid van de
opening van de onderzee-tunnel, waar
mee de verbinding tussen Shimonoseki j
en Moji op de eilanden Honsjoe en
Kioesjoe tot stand werd gebracht, ver-
schijnt op 9 maart een veelkleurige
postzegel van 10 yin. Deze zegel geeft
een afbeelding in doorsnede van de uit
twee verdiepingen bestaande tunnel.
WEST-DUITSLAND. „Voorkomt
bosbranden!" staat er op een nieuwe f
postzegel van 20 pf, (rood en zwart), die
de Westduitse posterijen op 5 maart in s
circulatie brengen. Op de achtergrond
zijn een aantal door brand verwoeste
bomen afgebeeld. Het ontwerp staat op
naam van Herbert Kern uit München.
Voor het Saarland verschijnt de zegel
in dezelfde kleuren, maar de waarde-
aanduiding van 20 pf. is hier vervangen f
door 15 fr., terwijl bovendien het op
schrift „Saarland" is toegevoegd.
CANADA. - Ook de Canadese poste
rijen zullen een postzegel het licht doen
zien naar aanleiding van het Inter
nationaal geofysisch jaar. Het is een
zekel van 5 c. (blauw) met als voorstel
ling een microskoop die een wereldbol
bedekt. Op deze wereldbol ligt de 8
Noordpool in het middelpunt, zodat het g
noordelijk halfrond zichtbaar is. De
zegel is ontworpen door A. L. Pollock
uit Toronto. 5 maart is de eerste dag
van uitgifte.
OOST-DUITSLAND. - voor het In
ternationaal geofysisch jaar zijn twee
postzegels uitgekomen, namelijk een
van 20 pf. (rood) en een van 25 pf.
(blauw). De eerste waarde heeft betrek-
king op het hoogte-onderzoek, en toont
egn stratosfeerballon en de tweede
waarde op de diepte-bepaling en laat
.eën schip bij het loden met een echo- 'F
lood zien. De ontwerpen staan op naam F
van prof. E. R. Vogenauer uit Berlijn.
De zegel van 20 pf. heeft een miljoenen- F
oplage en die van 25 pf. is een zgn. F
„sperwaarde".
ixixx^oooooooooooociooooooooooooooooooooooooooooooooooooocxx
Tot 24 februari is in het Stedelijk Mu
seum te Amsterdam werk van beeldende
kunstenaars uit Brabant te zien. Ieder jaar
aanvankelijk en thans om het jaar expo
seren Brabantse kunstenaars in het Stede
lijk van Abbemuseum te Eindhoven en zij
hebben medezeggingschap bij de samen
stelling van de tentoonstellingen. Om tot
een regeling te komen, lezen wij, had men
daar ongeveer hónderdvijftig kunstenaars
tot een bespreking uitgenodigd en waren
daartoe een veertigtal komen opdagen. Er
wordt in ons land blijkbaar wel bijzonder
veel getekend, geschilderd, gemodelleerd
en in steen gehakt! Te veel! Dat ondervond
ik tenminste weer bij deze expositie, die
overigens eenzelfde recht van bestaan als
vele tentoonstellingen in Amsterdam of
Den Haag heeft. Deze tentoonstelling zou
dan de verdienste kunnen hebben een aan
tal hier nog onbekende figuren met niet te
miskennen kwaliteiten aan ons voor te
stellen. Want in 'dit kleine land weet men
soms niet wat er op het gebied der beel
dende kunst een vijftig kilometer verder
leeft.
In dit geval echter treden geen bijzon
dere verrassingen op. Het werk van de
moderne primitief L. van den Ven (1894
1957) is niet zo lang geleden in Amsterdam
geëxposeerd en door ons besproken. Zijn
vertegenwoordiging hier maakt misschien
de in Brabant bestaande waardering voor
deze figuur iets begrijpelijker. Het werk
van N. Molenkamp, W. Noordhoek en J.
Gregoor kon men tegenkomen op vereni
gingsexposities in onze nabijheid. Ook de
beeldhouwer H. Koreman is geen onbeken
de voor mij en zijn realistische werk zal ik
vermoedelijk altijd graag tegenkomen. Van
het mij tevoren onbekende viel het vlotte
tekenen van H. van Zummeren en het
knappe van E. Brokke op. P. L. Geurtjens
en J. Vaes zijn zeker beeldhouwers naar
mijn persoonlijke smaak. De schilder
A. P. J. Sibens moet van invloed geweest
zijn op jongere kornuiten en ik kan me dat
voorstellen, want de man kan schilderen
en toont smaak, al blijft zijn werk me
soms wat te gauw losgelaten.
Al staat dan op het omslag van de cata
logus eën mooie foto van een Brabants
ven, deze tentoonstelling heeft geen pro
vincialistisch karakter en toont wat betreft
het werk van nog verschillende anderen
hetzelfde epigonisme en dezelfde verward
heid van evenmin zo interessante tentoon
stellingen als we hier wel meer zagen.
De Amsterdammer J. J. Voskuil mag dit
keer tot dezelfde datum een keuze uit zijn
werk laten zien in het museum. Echt een
overzichtstentoonstelling werd het jammer
genoeg niet. Ik mis vroeger werk uit de
verzameling Regnault, werk dat tot de eer
ste moderne kunst behoorde waarmee ik
eens levend contact had. Zo graag had ik
gezien in hoeverre mijn gevoel, toen met
iets belangrijks geconfronteerd te zijn, juist
was. Temeer daar ik met zekerheid durf te
beweren, dat Voskuil zulke uitstekende en
hier evenmin aanwezige portretten maakte
van Wijnkoop en Fimmen, figuren uit de
arbeidersbeweging, portretten die mis
schien iets mooier zijn dan het overigens
wel levendige van de verzamelaar Reg
nault en iets steviger van bouw dan dat
toch treffende van prof. Jan Romein.
Voskuil heeft nogal verschillende manie
ren van uiten beproefd. De oorzaak hiervan
kon wel eens liggen in het feit, dat het hem
niet altijd gegeven was zich te bepalen tot
het schilderen alléén. Niet alleen dat dit
schilderen soms te weinig opbrengt om in
het eigen onderhoud te voorzien en men
gedwongen is daartoe ook op ander gebied
werkzaam te zijn, maar ook omdat Voskuil
het niet kon laten zich op te houden met
meer maatschappelijke aangelegenheden in
de kunstenaarskringen. Enige tekeningen
uit Zuid-Frankrijk, die deel uitmaken van
een betrekkelijk grote reeks, bewijzen hoe
gunstig voor de kwaliteit van zijn werk
een zekere continuïteit in zijn arbeid kan
zijn. De aantrekkelijkheid van deze teke
ningen voor mij zal ook wel haar oorzaak
hebben in het feit, dat Voskuil zich eens
met plezier heeft kunnen laten gaan. Dat
doet deze ernstige idealist niet altijd even
gemakkelijk. En waar Voskuil de maat
schappij aanklaagt, kan men moeilijk in
nemende zaken verwachten. Zijn ernst is
onmiskenbaar en af te lezen ook uit de
manier waarop hij tekent en schildert.
Wanneer men bij Voskuils werk zich dat
van anderen herinnert, komt dat omdat hij
steeds zich weer bezint op een eigentijdse
wijze van uitdrukken, die hij in het werk
van bepaalde grote figuren meende te her
kennen.
Chris van Voorst, die tot 3 maart in de
Kunstzaal Magdalene Sothmann te Am
sterdam tekeningen en grafiek exposeert,
weet zich wel zeer te concentreren op het
essentiële bij zijn wijze van uitdrukken.
In zijn werk is niets te veel gedaan of
overgebleven nadat hij het kon loslaten.
Hoewel sterk expressionistisch gericht, is
er ook iets van Matisse's vormgeven in
zijn verschillende tekeningen en prenten.
Want gelijk deze Fransman voegt Van
Voorst zijn vormen naar het gegeven vlak.
De zwart-witverdeling van zijn hout- en
linoleumsnede is altijd goed uitgewogen.
Fraai kan het ritme zijn van de witte
lijnen in het zwart En waar de lijnen
zwart op wit verschijnen, delen zij het vlak
in vormen, die op gespannen wijze aan
elkaar sluiten.
Hoezeer bij sommige tekeningen de ma
terie van de lijnen bij de grootte van het
vlak past, bleek me toen ik even overwoog
een reproduktie mee te nemen. Op kleiner
formaat echter past die' materiaalwerking
niet en een plaatje zou maar een slecht
idee van Van Voorst werk geven.
Belangrijk is verder de tentoonstelling
van de ongeveer zeventigjarige Fransman
R. Bissière: deze heeft de begintijd van het
kubisme meegemaakt en aan deze richting
een meer menselijke kant willen geven. De
harde stelligheid van anderer kubistisch
werk ontmoet men niet in het zijne, dat ge
tuigt van fijne smaak. Bepaald een voor
vechter lijkt hij me niet geweest. Er waren
ook tijden dat hij weinig werkte en optrad.
Pas na de oorlog begon zijn ster weer te
schitteren en verkeeg hij aandacht, mede
door wandkleden, met medewerking van
zijn vrouw vervaardigd, produkteq die ons
even herinneren aan dat wat onze Kruijder
en zijn echtgenote lieten zien. Zijn schilde
rijen zijn thans veelal abstract en doen
denken aan Oosterse tapijten en aan oude
glas-in-lood-vensters. Hoe schoon ik het
soms kan vinden, het verveelt me toch ook
door een zekere herhaling. Deze expositie
is tot 9 maart te zien.
Tot 10 maart exposeren in de Nieuwe
Vleugel van het Stedelijk Museum te Am
sterdam twee verenigingen, wier tentoon
stellingen voor de oorlog altijd wel de
moeite waard waren: De Brug en De On-
afhankelijken, welke laatste vereniging
moderne kunstenaars de gelegenheid gaf
met werk voor de dag te komen, dat men
elders weigerde, omdat het niet begrepen
werd. De Brug werd opgericht door zekere
moderne kunstenaars van een bepaalde
richting.
Het moderne komt men hier dan nog
wel tegen, maar de kwaliteit daarvan is
niet bepaald te roemen. Verder zien we
ouderwetse plaatjeskunst en zelfs schilde
rijen, die eigenlijk in kitsch winkels thuis
horen. Moet deze expositie dan nog be
sproken worden, zal men zich afvragen.
Ja, om enkele nooit te passeren figuren,
die we onrecht zouden aandoen door hun
werk niet te vermelden, omdat het nu
eenmaal te zien is bij die niet zo beste
verenigingen, waaraan zij trouw bleven.
In de eerste plaats is dat C. J. Maks, die
twee momenten uit wijlen Buziau's op
treden treffend vereeuwigde. Voorts komen
we enige portretten tegen van H. F. Boot,
waaronder een uitstekend zelfportret op
valt. A. van Zeegen, die veelal zijn inspi
ratie vond in de natuur onder water, toont
ondermeer een schilderij, waarbij met de
verf en een ander materiaal daarin iets
Minister Staf heeft, nadat bij hem onze
kerheid was ontstaan over de deugdelijk
heid van reeds vroeger afgeleverde hel
men, een nadere controle gelast op alle in
de krijgsmacht aanwezige helmen, met
welke controle reeds een begin is gemaakt.
Op 16 december 1957 werd een order ge
plaatst voor de levering van 132.000 stuks
buitenhelmen ten behoeve van de Konink
lijke Landmacht en de Koninklijke Lucht
macht bij een grote Nederlandse im- en
exportfirma, te vervaardigen door een
Duitse fabriek in de Westfaalse stad Ahlen.
De Nederlandse fabriek, die tevoren hel
men heeft vervaardigd, heeft van de aan
geboden gelegenheid tot offreren geen ge
bruik gemaakt.
De door de Duitse fabriek te leveren hel
men dienen te voldoen aan de fabricage-
voorwaarden, gesteld in het nieuwe tech
nisch voorschrift voor de troepenhelm, dat
op 20 juli 1957 van kracht werd, in welk
voorschrift alle ervaringen zijn verwerkt
en dat afdoende waarborgen voor een goed
produkt geeft. De Nederlandse firma, die
agent is voor de Duitse fabriek, is voor
de levering verantwoordelijk gesteld. De
Duitse fabrikant heeft een afzonderlijke
garantieverklaring gegeven.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Boven-Hardinxveld A. J.
Wijnmalen te Maartensdijk. Benoemd tot
voorganger van de Evangelisatie te Hol
landse Rading J. Ley, kand. te Rotterdam.
Beroepen te Wissekerke (toez.) C. van der
Leeden te Hazerswoude. Bedankt voor
Ouddorp (Z.H.) G. M. van Dieren te Ede.
Geref. Gemeenten
Tweetal te Veen (N. Br.) W. Hage te
Nunspeet en H. Rijksen te Vlaardingen.
DE VROUW IN HET AMBT
De classis Brielle van de Ned. Herv.
Kerk heeft uitvoerig gesproken over de
voorstellen van de generale Synode in
zake de toelating van de vrouw tot het
ambt van ouderling en diaken en de dis
pensatie voor het ambt van predikant.
Het voorstel werd verworpen met 30 te
gen 9 stemmen.
Van de drieling, aan wie de 31-jarige
mevrouw M. Huiskamp-Dragt te Zwolle
dinsdag het leven heeft geschonken, zijn
gisteren twee kinderen overleden.
ADVERTENTIE
Drink dan een {lesje
vloeibaar optimisme.
RIVELLA, de alcoholvrije
drank, die het leven kleur
en fleur geeft
Verfrissend en
opwekkend, pittig en toch
zacht. Een ideale
alcoholvrije tafeldrank.
Bevordert de spijsvertering.
RIVELLA is een
natuurproduct uit melk!
Sprankelend
goudgeel!
MtuleU cUm mulcM
Verkrijgbaar bij (Jw wijnhandelaar
en de horecabedrijven
van een reliëf bereikt werd. Zoiets wordt
tegenwoordig wel als het allernieuwste
vertoond.. Van Zeegen deed dit echter al
meer dan vijfentwintig jaar geleden en
maakt er iets moois mee.
Bij „De Brug" wordt de nog niet zo lang
gestorven A. Kristians herdacht met een
groep schilderijen, waaronder we een paar
van die hem zo eigen Parijse stadsgezich
ten ontmoeten. Bladerend in mijn catalo
gussen blijkt mij, dat ik verder nog aan
gestreept heb: Gerrit de Jong en Leo Poel-
meijer om hun goede etsen en Habes en
W. A. Huijgens om hun ouderwetse be
trouwbare tekeningen. Voorts vielen me
de ingetogen schilderkunst op van Jan de
Boer, twee landschappen in Oostindische
inkt van Hendric Bos, wel charmante
olieverfjes van C. J. ten Hoope, een goede
gouache (no. 57) van H. Koekkoek, „Rot
terdamse Joffer" H. J. ReuchlinLucardi
en een mooi klein schilderijtje uit Zweden
van Hans van der Schaaf.
Bob Buys
SEDERT enkele maanden is de publie
ke belangstelling voor het lot der christe
nen in de Duitse democratische republiek
aanmerkelijk toegenomen. Het leven in de
Oostzone in dat deel van Duitsland dus,
dat na de oorlog eerst een Russische be
zetting had én nu een communistische re
gering is er voor de christenen het laat
ste jaar dan ook niet gemakkelijker op ge
worden.
Dat leven was daar trouwens reeds lang
niet gemakkelijk. Weliswaar geldt de kerk
in de Oostzone nog steeds als een insti
tuut, dat door de staat erkend wordt,
maar reeds lang grijpt de regering op ve
lerlei wijze in in het leven der kerken. De
propaganda voor de jeugdwijding, voor de
ideologie van het communisme en voor het
terugdringen van de kerk naar een zeer
beperkt terrein, hebben niet alleen ten
doel om de laatste resten van wat bij een
staatskerk behoort, op te ruimen, maar
ze zijn veel meer nog een deel van de
godlozen-propaganda, waarmee tenslotte
het doel moet worden bereikt van de
klassenloze maatschappij op communisti
sche grondslag. Op de weg naar dit doel
vindt men de kerk dan als een hindernis,
als de vertegenwoordigster namelijk van
oude maatschappij-vormen, die overwon
nen moeten worden.
Deze strijd wordt met ongelijke midde
len gevoerd. Dit is onrechtvaardig, maar
er zou overigens nog niet eens zoveel te
gen in te brengen zijn, wanneer het bij deze
strijd zou gaan om een geestelijke verhel
dering, waarbij de mens in werkelijke vrij
heid zou kunnen beslissen, welke van de
twee wegen hij zou moeten volgen, de
christelijke of de communistische, of hoe
hij misschien het politieke doel van zijn
regering met zijn christelijk geloof zou
kunnen verbinden. De beslissingen die dan
zouden vallen, konden voor beide kanten
klaarheid brengen. Zij zouden ook voor de
situatie van de volkskerk in Duitsland en
voor haar innerlijk leven slechts heilzaam
kunnen zijn.
Helaas is de situatie aanmerkelijk ver
scherpt. Wij memoreren enkele gebeurte
nissen, die wij in onze rubriek bij vorige
gelegenheden reeds hebben gesignaleerd:
Aan dr. Dibelius, de bekende bisschop van
Berlijn en voorzitter van de landelijke
kerk, wordt reeds geruime tijd geweigerd,
dat hij zijn gemeenten, die in de Oostzone
liggen, bezoekt. Tegen een reeks van pre
dikanten zijn processen gevoerd en geëin
digd met vonnissen. De straffen variëren
van twee maanden gevangenis tot vijf ja
ren tuchthuis. Naar aanleiding van deze
en vele andere feiten, zullen de protestant
se christenen in Duitsland zich de vraag
stellen: Waarom heeft de staat in de
Duitse democratische republiek uit een
ideologische strijd een machtsstrijd laten
groeien? Wij menen dat er op deze vraag
wel een duidelijk antwoord gegeven kan
worden.
De protestantse kerken in Duitsland ko
men samen in de „Evangelische Kirche in
Deutschland", die door een gezamenlijke
synode wordt geleid en die vertegenwoor
digd wordt door de Raad van deze kerk.
Hiertoe behoren dus alle Duitse protes
tantse kerken, of zij in Oost- of in West-
Duitsland zijn. En deze Evangelische kerk
is nog slechts het enige orgaan, dat een
gemeenschappelijke leiding heeft voor de
beide delen van Duitsland. Van het evan
gelie uit is dit duidelijk, van politiek ge
zichtspunt uit liggen daardoor alle dingen
uiterst gecompliceerd. Niet, omdat in
West-Duitsland de kerk alles kan doen en
laten wat zij wil, terwijl zij in Oost-Duits-
land dit bij lange na niet kan en mag
men moet ook steeds bedenken, dat alles,
wat in een van de beide delen in Duits
land binnen de kerk geschiedt, in het an
dere deel onder andere politieke gezichts
punten beoordeeld wordt.
Met deze situatie nu voor ogen herinne
ren wij u aan een bepaalde beslissing, die
door de kerk genomen werd en van be
lang was voor het Westen, maar die er toe
heeft meegewerkt om de spanningen in
het Oosten te vergroten. Die beslissing
betreft de geestelijke verzorging van de
militairen in het nieuwe Westduitse leger.
Op dit punt kwam de synode met de re
gering in Bonn tot een overeenkomst, na
dat verscheidene voorstellen in de synode
grondig waren overwogen en men tenslot
te meende, dat deze geestelijke verzorging
niet moest geschieden door de predikan
ten van de gemeenten, waar garnizoenen
werden gelegerd, maar zelfstandig moest
plaats hebben. Hierdoor is de splitsing
van de „Evangelische Kirchie in Deutsch
land" in twee kerken (oost en west) in
de praktijk een feit geworden. In de Oost
zone bestaat immers geen officieel le
ger, wel een volledig toegeruste politie
macht, waarvoor men geen afzonderlijke
geestelijke verzorging nodig achtte. Na
tuurlijk sprak de synode, toen zij boven
genoemde overeenkomst goedkeurde, zich
niet uit voor de herbewapening van West-
Duitsland, maar in de Duitse Democrati
sche Republiek achtte men dit besluit een
vriendelijke daad jegens de NATO.
Op deze grond nu werd aan Dibelius
verboden zijn gemeenten te bezoeken,
werd in toenemende mate onvriendelijk
opgetreden tegen de kerken en werden
tenslotte tegen een reeks predikanten pro
cessen aanhangig gemaakt. Hierbij viel
Probst Maercker als eerste slachtoffer.
Dit was voor de Evangelische kerk te meer
te betreuren, omdat deze predikant, die
een bezoek aan een ziek meisje weigerde
en daarna haar kerkelijke begrafenis af
wees, daar zij bij de jeugdwijding was
geweest, in pastoraal opzicht niet ver
standig had gehandeld. De raad van de
kerk kon hem daardoor moeilijk in be
scherming nemen, in tegenstelling tot bij
voorbeeld de Leipziger studentenpredikant
dr. Schmutzler over wiens lot wij u een
aantal weken geleden hebben ingelicht.
DE KERK in Duitsland staat voor het
feit, dat zij moet bedenken hoe haar be-
slissingen óók beslissingen zijn voor chris
tenen, die leven onder absolutistische en
communistische regeringen. Telkens weer
bemerkt de kerk in Duitsland, dat ook
goed overwogen en goed gemeende beslui
ten een onaangename, onverwachte uit
werking hadden en niet gaven wat er van
werd verwacht, blijkbaar omdat ze met
te weinig geduld tot stand kwamen. Een
vervolging kon de kerk niet voorkomen of
verhinderen als zij mocht komen. Maar wel
kan de kerk er voor waken, dat zij niet
lichtvaardig aan zulk een vervolging
schuldig wordt. De kerk in Duitsland staat
midden in het spanningsveld der politieke
krachten. Haar taak moet het zijn om het
vriend-vijand-schema van de ideologieën
wereldbeschouwingen en politieke syste
men met over te nemen. Zij dient moe
dig de naam van haar Heer te belijden
en daarmede de vrede te dienen.