Supra-nationaal plan voor Nijl-exploitatie ligt te verstoffen in de ideeënkast Miklós Szabo koos de partij van de Hongaarse regering '^Praatótoel Vijftig jaar geleden IJ moiidprolblennen Instede van overstroming en verdamping: energie voor tientallen miljoenen Onthullingen over buitenlandse activiteiten op het gebied van communistenbestrijding 3 Touwtrekken „Jij Nederlander moet dit begrijpen" Nog niet rijp? Russische vrachtschepen voor Indonesië :f" SOEDAN r_iL Protest tegen puhlikatie- verbod JAREN PLEZIER MOOI BEHANG! BAKKERs BEHANG Uit Haarlems Dagblad van 18 maart 1908 DINSDAG 18 MAART 1958 Al is het nog steeds niet geheel duidelijk, hoe de regering- en meer speciaal de mi nister van Buitenlandse Zaken zich de toekomstige bestuurlijke indeling van de IJmond denkt, met enige zekerheid kan wel worden aangenomen, dat het nog al tijd niet op enige rechtsgrond berustende „IJmond-adviescollege" binnen afzienba re tijd tot een wettig lichaam wordt verhe ven, zodat de lijn, die destijds vrijwillig werd gezet, zal worden doorgetrokken. Het is aan de andere kant niet aan te ne men, dat de bestuurlijke indeling voor alsnog ingrijpende wijzigingen van de thans bestaande gemeentegrenzen zal meebrengen, zodat dus één IJmond-ge- meente voor de naaste toekomst geen kans op verwezenlijking biedt. Naar veler oordeel volkomen terecht overigens, om dat de historisch gegroeide ontwikkeling rondom het Noordzeekanaal beter op haar beloop kan worden gelaten dan haar plot seling om te zetten in een nieuwe, moei lijk hanteerbare bestuursvorm. De minister van Binnenlandse Zaken zal, zoals wij al eerder hebben kunnen melden, zijn memorie van antwoord op het voorlopig verslag van de commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer op korte termijn laten verschijnen men houdt in regeringskringen rekening met een datum die ligt tussen het Paasreces en het zomerreces van de Kamers. Dit voorlopig verslag verscheen op de 2e juli 1957, naadat de ministers van Bin nenlandse Zaken en van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid op 27 november 1956 hun „ontwerp van wet ter bevordering van een evenwichtige ontwikkeling in het gebied van de IJmond" het licht deden zien, waarbij een lijvige memorie van toe lichting ging. Het voorlopig verslag daar op heeft duidelijk laten blijken, dat er vele meningen omtrent de beste oplossing van het IJmond-probleem aanwezig waren, waarnaast ook in het provinciaal bestuur én in de IJmond zelf het spreekwoord op ging „zovele hoofden, zovele zinnen". Nu echter de memorie van antwoord van de minister op korte termijn tegemoet kan worden gezien en een verkiezing voor de leden van de dan in te stellen IJmond- raad dus binnen afzienbare tijd zal volgen, wordt de aankondiging van een rapport over geheel andere, maar niettemin in de zelfde IJmond van belang zijnde aangele genheden actueel: het rapport van de Stichting voor Maatschappelijk werk in Noordholland namelijk, dat de sociologie van dit moment en van de toekomst en de harmonische opbouw van deze snel groeiende woonkern behandelt. Daarnaast blijft nog de verdeelde me ning in politiek en sociaal opzicht in de IJmond interessant. Men ziet, hoe samen gesteld de IJmond-problematiek is, voor al nu de conjunctuur ook weer een stevig woordje gaat meespreken, zoals gisteren bleek bij de publicatie van een „stads kern-nota" door het dagelijks bestuur van het IJmond-adviescollege. Zoals de zaken in Indonesië op het ogen blik staan, zou het een wonder mogen he ten wanneer het conflict tussen Sumatra en Java tot een binnenlands-Indonesische aangelegenheid beperkt zou blijven. De onoverzichtelijke toestand op het strijd toneel Sumatra en de tegenstrijdige be richten omtrent de ontwikkeling der si tuatie aldaar zijn zekere aanwijzingen voor de verwachting, dat niet spoedig een duidelijke en definitieve beslissing naar de ene dan wel de andere kant zal worden geforceerd. Het slepende karakter, dat het Indonesische conflict dreigt aan te nemen, zal een gevaarlijke voedingsbodem worden voor inmengingen van buiten, waardoor het gevaar voor internationale verwikke lingen acuut zal worden. De ervaring leert, dat in zulke situaties de strijdende partijen alle hulp van buiten, die zij verkrijgen kunnen, dankbaar ac cepteren. Beide partijen beschuldigen el kaar trouwens reeds ondubbelzinnig van geheul met buitenlandse sympathisanten; terwijl de regering van Sukarno de sym pathie van Moskou geniet, tracht de tegen regering haar supporters uiteraard in het aan Rusland vijandige Westen te winnen. De vertegenwoordiger van de Suma- traanse regering in het Westen, Makatita, heeft reeds bedekte verwijten aan de Wes telijke mogendheden gericht vanwege hun strikte neutraliteit. Djakarta zal iedere ge legenheid te baat nemen om het samen spel tussen Sjafruddin en het Westen aan te tonen. Een nieuw Korea tekent zich aldus aan de horizon van het Verre Oosten af, waarbij de geografische omstandig heden van het eilandenrijk nog veel ge vaarlijker mogelijkheden bieden dan eer tijds Korea deed. Een snelle, afdoende afwikkeling van het conflict en een daarop volgende stabi lisatie van de binnenlandse toestand zou Indonesië de kans geven, te ontkomen aan het lot, dat Korea indertijd getroffen heeft. Het is echter de vraag of de in verzet getreden groeperingen op Sumatra en elders over voldoende eigen potentie beschikken om deze beslissing te forceren. Zoals de toestand zich momenteel voor doet, ziet de toekomst van Insulinde er triest uit en die der internationale ver houdingen, voor zover deze bij het Verre Oosten betrokken zijn, niet minder. (Van onze reisredacteur) KHARTOEM, maart. De oude hekwieler voer traagjes schud dend over het blauw groene water van de Nijl. Aan de kajuit hing een vergeeld papier: „Passagiers wordt verzocht des middags tussen 2 en 4 uur niet op de krokodillen te schieten". Maar zelfs de krokodillen leken te slapen, zoals alles trou wens sliep in de loden hitte van de middag zon: de lemen dorpjes aan de oevers, de stof fige palmen, lodderig vee, dat kniediep in het water stond, de ibissen, kleine witte puntjes in het groen. Ik wilde ook wel slapen, maar mijn Soedanese vriend hield mij geestdriftig wakker. Hij zei: „Dit water, waarop je nu vaart, be slist over alles. Over liet lot van Soedan en van Egypte, over het Nabije Oosten en daar om misschien ook over le strijd tussen Oost en West. Jullie zeuren maar over Nasser en zijn Suezkanaal, staren je blind op olie. Dat zijn bijkomende factoren. Wat hebben wij aan olie, als we geen water hebben? Jij als Nederlander moet dat tenminste begrijpen. De Nijl beschikt over leven en over dood". Ik als Nederlander deed transpirerend mijn best tot begrip, maar het leek mij voorshands een vérgaande stelling. En toch.het valt niet te ontkennen dat er voor Egypte maar één wezenlijk probleem bestaat, een bevolking van 24 mil joen, samengeperst in het smalle groene lint tussen de woestijnen, de Nijlvallei en haar delta. Een bevolking, die op het bestaansminimum leeft, geteisterd door honger en ziekte, die met een half miljoen per jaar toeneemt en in het jaar 2000 verdubbeld zal zijn. Wie de invloed van dat probleem op Egypte's buitenlandse politiek afmeet en daarmee op de vrede in het Nabije Oosten, ontkomt niet aan een huivering. De wereld heeft er trouwens een voor- proeje van gehad. Het falen van Nassers poging Egypte economisch op gang te bren gen en een Nijl-unie met Soedan tot stand te brengen, werd gevolgd door zijn gran dioze, maar enigszins wanhopige plan b\j Assoean in de Njjl de grootste dam ter wereld te bouwen en door een oostwaartse, op olie gerichte, expansie. Dulles „intrek ken van de beloofde steun voor de As- soean-dam, werd beantwoord door de nationalisatie van het Suezkanaal. En die naasting liep uit op het wilde avontuur van de Frans-Brits-Israelische actie. Zo Rjkt de Njjl inderdaad over vele dingen te beschikken. En één ding is zeker: Arabische emoties zullen uiteindelijk de Egyptische magen niet kunnen vullen, dat kan alleen de Nijl. Hoe goed Nasser dat weet, bewijst zijn jongste greep naar de Soedanese grensge bieden. Soedan zit hem dwars. Zonder Soedanese goedkeuring kan hjj de As- soean-dam, die overigens, op zijn best, ten hoogste voor twintig jaar het huidige lage Egyptische levenspeil zou kunnen garan deren, niet bouwen. Maar niet alleen Egypte moet leven van de Nijl, Soedan ook. Zeventig percent van de Soedanese uitvoer bestaat uit katoen, de Gezira-vlakte, die er het leeuwedeel van levert, wordt bevloeid met Nijlwater. Wan neer de jonge staat zijn economie wil uit bouwen, heeft hij meer Nijlwater nodig dan het dertiende deel, dat hij onder het huidige Nijlverdrag met Egypte krijgt. Soedan eist nu een derde deel, maar de onderhandelingen over een herziening van het verdrag zitten muurvast. De Egypte- naren zijn bereid Soedan iets meer water te geven, in ruil voor Soedanese goedkeu ring van het Assoean-project, dat op Soe- danees gebied een meer van 250 kilometer lengte zou doen ontstaan en de Soedanese stad Wadi Haifa, waar vijftigduizend men sen wonen, onder water zou zetten. De In Soedan betekent water katoen, be tekent katoen export, betekent export scholen, ziekenhuizen, kleren, beter eten, beter leven. Zonder betere lees: internationale exploitatie van de Nijl, kan Soedan niet meer vooruit. Soedanezen, die niets voor het Assoean- project voelen en zelf dammen willen bou wen, eisen een schadeloosstelling, die Egypte, dat zijn droom-dam niet eens kan 'financieren, niet kan betalen. Er zijn andere verwikkelingen: Soedan en Egypte teren op de Nijl, maar de bron nen liggen elders. De Blauwe Nijl, die alle kostbare klei aanvoert, ontspringt in het Tanameer van Ethiopië. Keizer Haile Se lassie heeft laten weten dat hij zich alle rechten op z ij n rivier voorbehoudt. De bronnen van de Witte Nijl liggen in Oeganda en Kongo. Britten en Belgen kun nen daar voorlopig een hand op de kraan houden. Nu wordt er touwgetrokken, maar inmiddels verdampt de helft van het Witte Nijlwater in de moerassen van Zuid-Soe- dan, overstroomt de onstuimige vloed van de Blauwe Nijl, die in de herfst tweehon derd maal zoveel water voert als in de lente, land, waarop geoogst had kunnen worden, verdorsten grote stukken, door Egyptische boeren sullig bemalen met pre-historische waterraderen, in de water- arme jaren. En tenslotte stromen water massa's, die stroom hadden kunnen wek ken, land hadden kunnen bevloeien en mensen doen leven, ongebruikt in de Middellandse Zee. Kan daar niet wat aan gedaan worden? Welzeker. Er zijn plannen genoeg. Het meest voor de hand liggende voorziet in het regelen van de wisselvallige Nijlvloed door het scheppen van reservoirs met „jaarvoorraad", die het water gelijkelijk over de seizoenen kunnen verdelen, en nog grotere reservoirs met „eeuwvoorraad", die het water uit rijke jaren voor arme kunnen bewaren. Het plan omvat een stelsel van acht dammen, waarvoor vier bestaande gebruikt zouden kunnen worden: de Owen- dam in Oeganda, die van het Victoria-meer een eeuwreser.voir kan maken, de Djebel Aulia- en Sennar-dammen in Soedan en de TT--- 3.W.I.V .-*<T huidige (lage) Assoean-dam voor jaarop slag. Vier nieuwe dammen zijn nodig: één bij het Tana-meer, eeuw-reservoir voor de Blauwe Nijl; één bij het Albert-meer, twee de eeuwreservoir voor de Witte Nijl; één bezuiden Wadi Haifa en één bij Wadi Rayan, beide voor jaaropslag. Het plan voorziet voorts in de aanleg van een kanaal bij Jonglei ter omleiding van de Witte Nijl in Zuid-Soedan om de absorptie en verdamping in de sponzige Sudd-moerassen tegen te gaan. Het Nijl- stelsel zou moeten worden aangevuld met een wijdvertakt net van sluizen en pompen in Egypte en Soedan. Het zou voor de af zienbare toekomst onvoorwaardelijk kun nen voorzien in alle redelijke behoeften aan bevloeiing en elektrische energie van Ethiopië, Oeganda, Soedan en Egypte. Het vereist niet alleen technische voorzienin gen. Het zou slechts tot stand kunnen komen door de vorming van een supra nationale Nijl-autoriteit, mogelijk onder auspiciën van de Verenigde Naties, die trouwens een groot deel van de hoge, maar niet onbetaalbare, kosten op zich zouden moeten nemen. Het voorbeeld van de federale Tennessee Vally Authority in de Verenigde Staten ligt voor de hand. Is het plan de prijs waard? Het ligt al jaren in de ideeënkast te verstoffen, het is met verbluffend weinig voortvarendheid nagestreefd. De Egyptenaren, die een pe riode van nationale grootheidswaan door maken, blijven dromen van hun grandioos, maar technisch en politiek ongezond, plan. Het woord supra-nationaal komt in de dic tionaire van de verworven Egyptische on afhankelijkheid niet voor. Egypte zoekt het voorshands in tweezijdige onderhandelin gen, waar het de zojuist verworven, zij het goeddeels denkbeeldige status van grote mogendheid in de schaal denkt te kunnen werpen. In de andere Nijl- landen groeit de be reidheid voor 't plan gelijk op met de be zorgdheid, dat Egypte zal proberen zijn wil door te drukken. Mis schien is de tijd er nog niet helemaal rijp voor, het wachten is op het knorren der Egyptische magen. Maar dan verdient het plan de krachtig ste steun, want het behelst overweldigen de mogelijkheden: economische samen werking tussen on derontwikkelde, op elkaar aangewezen gebieden, natuurlijk politiek beraad in plaats van chantage en wilde avonturen, ingenieurs in plaats van blaaskaken. Nasser heeft ver wezen naar een hel denrol op zoek naar een acteur. Welnu, hier ligt er een pas klaar. Wanneer hij de grootheid kan opbren gen deze rol te spelen, j dan zal ik gaarne oot moedig verzinken in I de oude faraonische aanbidding van de J Nijl, de eeuwige, de i mysterieuze, de bron van leven en voor spoed. DJAKARTA (UP) In Tandjong-Priok zijn tien Russische vrachtschepen van on geveer 1900 ton deadweight elk aangeko men. Deze schepen zijn door de Indone sische regering aangekocht. Over betaling wordt nog onderhandeld; de Indonesische regering wil de schepen betalen uit de Russische lening aan Indonesië van 100 miljoen dollar. De Russische bemanningen der schepen bestaan uit mannen en vrouwen. De sche pen hadden geen vracht aan boord toen zij aankwamen. Vijf van de Russische schepen zijn aan de kaden van de Nederlandse scheepvaart maatschappijen gemeerd; de vijf andere zijn op de rede voor anker gegaan. Foto links: Een „fellucca" op de Nijl: even pit toresk, maar even antiek als deze boten, die als luie vlinders over de rivier drijven, zijn de door buffel of kameel rondgetrokken waterraderen, waarmee de „fellahin", de boeren van Egypte en Soedan, hun land bevloeien. Bij de tekening: Dit zou het reddende plan zijn: de Nijl als hydrologische eenheid onder een supra-nationaal beheer en Tiiet langer een bron van twist. Een kolfje naar de hand van het waterloopkundig laboratorium in Delft? WATERVAL '\JA ARRÈS ER DJEBEL AULIA JAAR RESERVOIR SENNARDAM JAAR RESERVOIR s .Soboi JONGLEI KANAAL ETHJOPIE'%^ vo ALBERT MEER <^\v. ij EEUWRESERVOIR KENYA iji BELGISCHE. CONGO VICTORIA MEER EU W SB R VO IR\ TT De uitgave van een boek in Budapest over Hongaarse vluchtelingen in het Wes ten illustreert een merkwaardige „beke ring", namelijk die van de schrijver Sza bo. Miklós Szabo heeft vroeger tegen het communisme gestreden. Reeds van 1945, toen in Hongarije het nazi-dom door de Russische legers was verdreven en de vrije partijvorming (helaas niet voor lang) weer haar gang kon gaan, was Szabo lid van een anti-communistische groepering. En zo is dit gebleven tot 1948, het jaar waarin Rakosi de feitelijke macht in Hon garije in handen nam en slechts de Com munistische Partij duldde. Szabo ging, met vele andere Hongaren, de strijd on dergronds tegen de communisten voortzet ten en na enkele jaren in verscheidene strafkampen doorgebracht te hebben, week hij tenslotte uit naar het Westen. Na de Hongaarse Revolutie in 1956 keer de hij echter plotseling naar Hongarije te rug en wat vreemder was, kort na zijn terugkeer in zijn vaderland, in november 1957, verscheen in de kranten het bericht, dat Miklós Szabo door de Hongaarse Com munistische regering begenadigd was. Szabo, die altijd tegen het communisme gestreden had, was nu door hetzelfde sys teem in genade aangenomen. Het hierdoor ontstane vermoeden, dat Szabo verraad zou hebben gepleegd, werd zekerheid toen nog in dezelfde maand november een boek getiteld: „A strassburgi magyar forradal- mi tanacs tagja voltam" (hetgeen vrij vertaald betekent: Ik was lid van de Hon gaarse Revolutionaire Raad in Straats burg) van zijn hand in Boedapest ver scheen. Het werk is gedrukt en uitgege ven door de staatsdrukkerij „Kossuth Könyvkiado" terwijl onder deze naam op het titelblad het jaartal 1957 prijkt. Dit boek, dat elke burger in Hongarije kan kopen, maar dat in het buitenland slechts sporadisch voorkomt, geeft een volledig beeld van al datgene, wat zich na de revolutie onder de Hongaarse vluch telingen heeft afgespeeld. Buitenlandse or ganisaties, die ondergrondse contacten on derhielden met 't Hongaarse volk, worden met naam en toenaam genoemd en hun werkmethoden, aangevuld met de namen van de belangrijkste tussenpersonen kan men in dit verslag aantreffen. Leiders van deze organisaties worden met hun voluit geschreven naam bij het volk bekend ge maakt. De plaatsen waar de hoofdkwar tieren van de verschillende Westelijke ge heime diensten liggen, worden zonder enig voorbehoud onthuld. Hongaarse me dewerkers aan deze geheime diensten kun nen hun naam in dit boekje vinden. Zelfs medewerkers aan Radio Vrij Europa wor den door Miklós Szabo in dit werkje ge noemd. Hij vertelt onder meer, dat verklarin gen van Hongaren, afgelegd voor ver scheidene Westelijke commissies, vals zijn. Zij zouden hiertoe geprest zijn, of beloningen van 40.000 tot 80.000 schilling gekregen hebben. Alle activiteiten van de verschillende ondergrondse organisaties, westerse commissies en leidende figuren zowel Hongaren als mensen uit het Wes ten worden door Miklós Szabo, door mid del van dit boekwerkje, in het licht van de publiciteit gezet. Doch men moet be twijfelen of dit licht de waarheid onthult. Door het misbruik maken van zijn voor malige vertrouwenspositie onder de Hon gaarse vluchtelingen heeft Szabo de Hon gaarse communistische regering een schat van gegevens in handen gespeeld. Naar de reden van het verschijnen van dit werk je kan men slechts gissen. Szabo zelf ver telt in zijn boekje, dat hij dit geschreven heeft om het Hongaarse volk „voor te lichten" over datgene wat zich aan de an dere kant van het „gordijn" afspeelt. Vroegere vrienden van Miklós Szabo verklaren, dat hij een man is, die des noods over de ruggen van anderen naar boven klimt. Het is daarom mogelijk dat Szabo door terug te gaan naar zijn land en door de communistische regering alle gegevens over te reiken die hij bezat, kans heeft gezien een stap hoger op de, zij het dan communistische, maatschap pelijke ladder te komen. De bewering van Szabo op bladzijde vijf, als zou hij het niet eens zijn met de communistische wereldbeschouwing, moet dan ook alleen maar gezien worden als een poging om het vertrouwen van het Hongaarse volk te winnen en een poging om de geloofwaardigheid van het boekje te vergroten. Op de Denk aan hen! Kom mensen, zo erg is het nu ook weer niet. Denk liever eens aan de Eskimootjes. Die hebben het pas beroerd! Goed, we héb ben een belabberd klimaat en het voorjaar wil niet en we halen wel weer een re- cordje-narigheid, maar wij wonen toch nog niet in huisjes van ijs. Zals de Eski mootjes! Want dié wonen in huisjes van ijs zonder vensters en de ijsberen likke baarden aan de wanden. Verder zitten de Eskimootjes in het duister voor een deel van het jaar. Geen pret-programma's door de radio. Géén verwarmde voetzakjes. Geen broodroostertjes. Geen mooie krant in de bus. Sneeuw zit er in hun bus als ér een bus zo zijn. Dan dit: zij eten, deze poolbewonertjes, zij eten traan en honde vlees als dat zo uitkomt. Ga er maar aan staan. En wat drinken zij? Zij drinken traan. Kom, weet gij hoe traan smaakt? Nu dan. Kijk, daar gaat een Eskimo de deur uit. Hoezo deur? Er is helemaal geen sprake van een deur. Hij kruipt op handen en voeten door een soort tunnel van ijs en buiten vriest het 74 graden. Onder nul dus. Laten wij elkaar hier goed begrijpen: on der nul. Hij springt nu op een slede met twaalf halfwilde honden die voortdurend naar elkaar bijten; dat hebben wij zelf eens gezien op een filmwerkje met sche pen in het ijs en iets van sneeuwstormen. Bijten voortdurend naar elkaar, die hon den. Valse, kwade honden zijn dat. Hij gaat aan het werk. Niet even op kantoor kopjes koffie drinken uit de handen van zindelijke gesteven koffiemeisjes. Niet lek ker de regenpijpen te drogen leggen op de verwarming. Niet omstandig de melkfles leegspoelen. Niet met het potlood tegen de snijtanten (de incisivi dus) tikken en naar het kleedjeskloppen kijken van jonge huisvrouwtjes in belendende percelen. Niets daarvan! Zijn werken is rondkrui pen van ijsschots tot ijsschots met een fu sil en loeren op zeehonden. Zeeleeuwen. Zeeberen desnoods. In een temperatuur van 87 graden onder nul. Celsius, Fahren heit, Réamur, zoekt u maar lekker uit. En dan naar huis met de buit. Traan drinken. Samen in één vertrekje zitten krabben en gapen en blazen en doen tot men er wee van wordt. En buiten in de sneeuw liggen die halfwilde honden als ballen ineengerold. Zelf gezien. In een film met schotsen hot en her. Daarom: niet klagen, jongens, meisjes! Dat zeggen wij dikwijls in de nadagen van onze winter: denk aan de Eskimootjes met hun gekke koppetjes. Rare blik- sempjes trouwens. Duif PARIJS (AFP) De Internationale Fe deratie van de Periodieke Pers heeft de aandacht van de directeur-generaal van de Unesco (de organisatie van de Verenig de Naties voor onderwijs, wetenschap en cultuur) gevestigd „op feiten, die haar volledig in strijd lijken met een algeme ne politiek van vrije gedachtenwisseling die de Unesco op haar program heeft staan," aldus heet het in een door de fe deratie gepubliceerd communiqué. De federatie zegt, dat op 1 december 1957 de Indonesische regering besloten heeft de uitgave en de verspreiding van kranten, tijdschriften en andere publika- ties in de Nederlandse' taal, met inbegrip van die uit Nederland, te verbieden. Op verzoek van de Indonesische poste rijen hadden de Nederlandse posterijen sedertdien de verzending van Nederland se bladen naar Indonesië geweigerd. Vastgesteld wordt, dat hoewel de presi dent van de federatie, de Belg M. J. Ric- quier, en zekere leden van de bestuurs raad van de federatie stappen hadden ge daan bij de diplomatieke vertegenwoordi gers van Indonesië, de toestand sinds 1 december niet gewijzigd is. De Internationale Federatie van de Pe riodieke Pers, aldus het communiqué, neemt stelling tegen een dergelijke maatregel, „die uniek is in het internationale ver keer" en eist dat aan „deze discrimina tie" onmiddellijk een eind gemaakt wordt. ADVERTENTIE heeft u van een Keuze uit méér dan 500 soorten. Meer dan 100 soorten geplakt in onze showroom te zien! Gen. Cronjéstr. 135, Haarlem. Tel. 55432 PETERSBURG. In Kharbin is een man gearresteerd, wiens belevenissen sterk doen denken aan „De Revisor" van Gogol. Hij is een avonturier, die zich groote rijkdommen heeft verworven door in geheel Rusland op te treden als inspecteur. Hij bezocht spoorwegsta tions, havenkantoren, fabrieken, paar- denstoeterijen, gevangenissen, raadhui zen in steden en dorpen en controleerde de kassen, steeds belangrijke geldsom men medenemend. Hij was voorzien van officieele legitimatiepapieren (welke hij zelf had laten drukken), bediende zich van klinkende adellijke namen en stak zich bij zijn inspectiebezoeken in in drukwekkende uniformen. Zoo nu en dan bevorderde hij ambtenaren tot een hoogere klasse en gaf anderen soms zes maanden verlof. Met de autoriteiten ging hij zeer joviaal om: hij gaf fijne diners, verleende audiënties en dreig de met strenge bestraffing, indien men zijn verlangens niet vervulde. Vooral door het „nazien" der kassen werd hij schatrijk. Voor de medegeno men gelden gaf hij bewijzen van beta ling, die naderhand waardeloos bleken te zijn. In Kharbin is hij thans gearresteerd en tot verbanning naar Siberië veroor deeld. Zijn omvangrijke bezittingen zijn in beslag genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 5