3e parels van het pa rlement EEN PAASEI VOOR EEN VROLIJK MENS SERIE RONDE STAND: Handicap voor de sterksten ZATERDAG 5 APRIL 1958 Erbij PAGINA ZES «BK^ssü REGLEMENT N E N N B R N D B TOTAAL AANTAL PUNTEN -+ R Ronde 1 2 3 AAN DE KOP Serie A B C D KST VAN LIZZY SARA MAY TEKENINCEN VAN FIEP WESTENDORP Muzikale tribune Meneer Bijkema is in zijn element en Ivo doet een „ontdekking" Naam inzender 1. De wedstrijd bestaat uit vier ronden per serie. Iedere week begint een nieuwe serie. 2. Uit de letters van het gegeven woord dienen nieuwe woorden van negen of minder letters te worden samengesteld, waarbij zelfstandige delen van het gegeven woord niet ongewijzigd mogen worden gebruikt als enkel invulwoord. 3 Men mag de letters van het gegeven woord in willekeurig aantal gebruiken. 4. Het aantal punten voor leder gevonden woord, ontstaande uit de samentelling van de pun- tenwaarde der letters, moet achter ieder woord worden ingevuld, evenals het totaal aantal pun ten der vier gevonden woorden gezamenlijk. 5. Geldig zijn: Nederlandse woorden of samen stellingen en gangbare woorden of samenstel lingen van buitenlandse oorsprong, voor zover zij voorkomen in Van Dale's Groot Woorden boek nieuwe spelling. Niet geldig zijn: voor namen, familienamen, aardrijkskundige namen, merknamen, Latijnse vormen, afkortingen. De ij is één letter en mag ook als y worden ge bruikt. De ei geldt voor twee letters. 6. Inzendingen per briefkaart met duidelijke in vulling in blokletters en aanduiding van serie en ronde voor dinsdagavond 24 uur aan een van onze bureaus: Haarlem, Grote Houtstraat 93 of Soendaplein, IJmuiden: Lange Nieuw- straat 427. Elke ronde moet iedere week wor den ingezonden, dus niet worden opgespaard tot vier van een gehele serie. 7. De premie van de winnaar wordt berekend naar het aantal punten, dat hij heeft verzameld over vier ronden van de betreffende serie. Hij ontvangt één gulden per twintig verzamelde punten. 8. Men kan aan iedere nieuwe serie meedoen, ook al is men deelnemer aan de lopende series Men moet echter voor iedere ronde van iedere serie een afzonderlijk diagram invullen en dui delijk aangeven, voor welke ronde en welke serie het betreffende diagram gelden moet. Men kan desgewenst inzenden op nagetekende diagrammen. 9. Over deze wedstrijd kan niet gecorrespondeerd of getelefoneerd worden* 1 van serie C voor: niet minder dan drie koplopers, die op het punt af gelijk zijn. De winnaars van deze week in de geëin digde serie A (drie ronden) en serie D (vier ronden) zijn respectievelijk N. Franken, Haarlem (totaal 981) en A. M. v. d. Hoorn- Kleijn, Heemstede (totaal 1363). De heer Franken ontvangt de premie van 49,05. Mevrouw v. d. Hoorn-Kleijn krijgt 68,10'/!. De stand van de nog lopende series is hierbij weergegeven. De winnaars en koplopers bereikten de eerste plaats met de volgende woorden: zaagbaars, zaaibaars, vraagbaar, bazarbaas, bazarvaas, bazarzaag, bazargaas, gasaanval, rabbinaat, gangbaars. Afgekeurd o.m.: baanbaars, bazarbaat, vaasbasis, Bataviaas, babababy's, assagaais, vaatbast, zangzaags, bazaangat. In verband met de paasdagen is de in zendingstermijn verlengd tot woensdag avond 24 uur (gepost of by ons bezorgd). De nieuwe opgave geldt voor: A 1 (2 ron den); B3 (3 ronden); C 2 (3 ronden); Dl (3 ronden). (Auteursrecht voorbehouden) 10 O 1 6 *- (VORIGE RONDEN) 4 281 648 981 N. Franken, Haarlem 373 739 Mej. F. H. Poot, Haarlem 379 A. v. d. Hoff, Haarlem Mej. F. H. Poot, Haarlem J. W. v. Dartelen H'stede 358 634 996 1363 Mevr. A. M. v. d. Hoorn-Kleijn De sterkste renners in deze, nu reeds ettelijke weken aan de gang zijnde, race, hebben zich duidelijk onderschei den en daarom heeft de jury besloten, deze favorieten te belasten met een handicap, ingaande bij de heden te be ginnen nieuwe serie A. Deze handicap geldt voor hen, die reeds één of meer malen een serie hebben gewonnen. Zij zullen bij ieder van de twee ronden van serie A 5 punten méér moeten be halen dan de anderen, met dien ver stande dat van hun inzending 5 punten zullen worden afgetrokken bij de be rekening van de rangorde in iedere ronde. Winnen zij desondanks toch hun serie, dan krijgen zij hun tweemaal vijf punten terug met een extra honorering van één gulden per punt oftewel tien gulden in totaal. '4 ,x ;r Het diskwalificatie-zwaard heeft danig huisgehouden in de gelederen van onze Derby-renners. Dit was in de eerste plaats een gevolg van het feit, dat een groot aan tal goed-geklasseerden een punt van het reglement verwaarloosd hebben, dat het gebruik van aardrijkskundige namen ver biedt. „Bataviaas" valt daar natuurlijk on der, alsmede alle woorden die op een of andere manier Batavia inhielden. Een uniek verschijnsel doet zich in ronde Tot de ook in ons land meest beluister de buitenlandse radioprogramma's be hoort zeker de „Tribune du discophile" van Brussel-Frans. Dit uur van elf tot twaalf op de zondagmoi gen houdt nu al jarenlang stand en verheugt zich nog steeds in de onverflauwde belangstelling van muziekliefhebbers en grammofoon- platenverzamelaars. Dat bleek ook giste ren weer uit de omvangrijke correspon dentie welke het Nati.maal Radio-Insti tuut had ontvangen naar aanleiding van de vergelijking tussen drie uitvoeringen van het Requiem van Fauré onder leiding van de dirigenten René Leibowitz, Jean Fournet en Ernest Ansermet. Het principe van dit discussieprogram ma is dat twee musicologen, Jacques Steh- man en Marcel Doisy, een aantal vertol kingen van hetzelfde werk commentarië ren. De week daarop komen de luisteraars aan het woord. De versie welke de mees te voorstanders heeft ge vonden wordt dan in haar geheel uitgezonden. De tweede uitzending heet dan ook .Illustration de ia tribune du discophile". Het programma is ook in Nederland buitengewoon gewild, hetgeen blijkt uit de brieven van regel matige correspondenten welke men uit Haarlem, Amsterdam. Den Haag, Leiden, Scheveningen, Delft en Arnhem ontvangt. De Tribune wordt trouwens ook door de Draadomroep verbreid, hetgeen wel iets zegt. Dit valt niet alleen te verklaren uit de plezierige manier waarop Stehman en Doisy hun taak aanpakken, aan uiteenlo pende opvattingen recht doen wederva ren, critisch durven te zijn zonder on welwillend te worden en objectiviteit niet verwarren met het sparen van kool en geit. Daarom vindt hun programma niet alleen in het eigen land weerklank, maar ook in Frankrijk, Nederland en zelfs Duitsland, getuige de brieven van luiste raars in het Rijnland. Voor de Nederlanders komt daar nog bij, dat onze omroep vrijwel geen verge lijkende discografie kent, zeker niet in de ze gedegen vorm en nog minder op een zo gunstig uur. Missch'en dat het succes van deze NIR-uitzending ook nog eens tot Hilversum doordringt. Bekwame spre kers zijn er zeker te vinden. WEL, zei meneer Bijkema, terwijl hij de eerste tekening in de projector schoof, wel, eens kijken wat dat oplevert. Een beeldschoon lam, zou ik zeggen, zoet en vreedzaam... Wie van onze parlements leden kan daar een equivalent oftewel evenknie tegenaan gooien. Jullie hebt toch allemaal een voorbeeld meegebracht? Een schilderij uit een periode van nu tot tach tig jaar geleden? Wie? Ik! riep Pete Wit, 'k geloof tenminste dat het plaatje dat ik meegebracht heb hierbij past. Kom maar op, zei meneer. Pete reikte meneer Bijkema de foto aan en meneer schoof die naast de tekening in de projector. Ai! zei hij, een wonderschoon voor beeld van onze beroemde Haagse School: een lieve melk-en-hornrgdroom van de heer Jacob Israels. Inderdaad Pete, dat schilderij past het best bij deze lieve te kening, alhoewel ik aan de tekening de voorkeur zou geven. Verte] eens, Pete, weet je nog meer schilders uit de tijd der Hollandse impressionisten? Nee. Jij, Ivo! Jozef Israels, aarzplde Ivo. En dan was er geloof ik oog een... maar daar weet ik de naam niet /an. En Jacob Ma- ris en Matthijs Maris Stop maar, zei meneei Bijkema, prach tig. Ja, er waren er drie van die Israels: Izaak, had je ook nog. En twee Marissen. Matthijs is de beroemdste. Was en is trou wens ook de moeite waard Hij heeft prachtige dingen gemaakt Goed. Maar ik kan niet té lang bij de tekeningen afzon derlijk blijven stilstaan We moeten nog meer afwerken vanmorgen Volgende te kening. Ai! da's een verschil met de vo rige. Op het projectiedoek verscheen een lam, dat letterlijk kop noch staart had. Toch zag de tekening, die met vaardige hand in kleurige vlakken gehouden was, er boeiend en interessant uit. Die is vast van Jaap, peinsde Ivo. Alleen Jaap kan met zo'n fantasie een onderwerp aanpakken. Hij weet ei altijd iets van te maken. Dit vervolgde meneer Bijkema voor zijn doen erg schoolmeesterachtig, is weer eens een typisch voorbeeld van de ja, Laura, hoe noemden we dat de vorige keer ook weer? De non-figuratieve schilderkunst, zei Laura gehoorzaam. Uitstekend, uitstekend prees meneer. Laura, kind, een pluim^op je hoed! De non-figuratieven, ook wel de abstracten genaamd. Degene, die deze tekening ge maakt heeft, bewijst niet alleen talent te hebben, maar ook durf en fantasie! Daar ga je Jaap, fluisterde Ivo in de richting waarvan nij dadit dat Jaap zat in het verduisterde lokaal En wie heeft een voorbeeld? riep me neer Bijkema. Ik! zei Ivo en hij reikte meneer Bijke ma zijn voorbeeld aan. Meesterlijk! riep m ;neei Bijkema en thousiast uit, nadat hij het plaatje in de projector nad geschoven Fantastisch Ivo, het kon niet beter. Karei Appel! In volle glorie! En een hele mooie nog wel, één waar je voor stil blijft staan! Nou, riep Walter wan Dooren door de klas, ik blijf liever voor iets anders stil staan! Ah! zei meneer Bijkema, ons parle mentslid Walter van Dooren heeft het woord. U zei meneer? Dat ik liever voor iets anders blijf stil staan, herhaalde Walter En waar dan wel voor? vroeg meneer. Voor een meisje! Een aardig meisje dan tenminste, op perde meneer Bijkema. Ja, meneer, grinnikte Walter. Kijk, zei meneer Bijkema, hier doet zich een uiterst gecompliceerd probleem voor. Namelijk: het probleem smaak. We hebben allemaal een andere smaak, dat is logisch, maar we staan ook allemaal anders tegenover de smaak. Dat wil zeg gen: de een vindt: „Ik wil alles bekijken en daarna mijn oordeel zeggen" en de an der meent: „Ik wil alleen datgene bekij ken waar ik zin in heb en dat andere vast veroordelen zonder het gezien te heb ben". Kijk jongens, das ist des Pudels Kern! Die-tweede gróep maakt het zich maar al te gemakkelijk, die maakt er zich van af. En en nier verhief meneer Bijkema te gen zijn gewoonte in zijn stem moet ik tegen protesteren. Vooral jonge mensen moeten voor alles open staan. Waarom schelden jullie altijd op de bekrompen ouderen? Hè!? Nee, diegene, die niet open staat voor alles wat er aan nieuwe dingen te koop is, is een nul Dat was niet mis, dacht Ivo. Dat heeft ie even fijn gezegd. Het was precies wat ik zelf wel zou willen zeggen. Als je goed naging waren sommige ouders nog leu ker en jonger dan jonge mensen. Dat ver velende Waltertje, die had inderdaad al leen maar ogen voor meisjes e-i de rest kon hem geen steek schelen. Eigenlijk toch wel een beetje vermoeiend, zo'n les. Dat turer naar het projectiedoek en het luisteren naar al die uitlegMet inspanning probeerde hij zijn aandacht er bij te houden, totdat hij plotseling op schrok door een woord dat hij meende te horen. Wie had het gezegd? Meneer Bij kema. Komplotteren. Had hij het goed ge hoord? Op hetzelfde ogenblik zag hij op het projectiedoek inplaats van lam metjes, flessen en kolven verschijnen. Het duurde alles met elkaar misschien maar enkele seconden, toen ging het beeld in rook op. Alsof er wolken voor zijn ogen kwamen. En daar verschenen de lammetjes weer. Dat was het laboratorium van de schulp- prof, alias Tygendaag, herkende Ivor Hij voelde dat zijn hart hem in de keel klopte. Een visioen, dacht hij. Ik heb een visioen gehad. Wat was het? Een waarschuwing? Hoe kwam dat zo plotseling? Vreemd, dat ik daar niet eerder aan gedacht heb. Natuurlijk., de schulpprof zit in het kom- plot. Dat w daar niet opgekomen zijn. Het ligt zo voor de hand Ivo snakte naar het ogenblik dat de bel zou gaan, dat hij zijn vreemde visioen aan Jaap zou kunnen vertellen. Vaag hoorde hij de stem van meneer Bijkema, die nu verzeild was geraakt tussen de Franse Im pressionisten Manet, Degas, Re noir. En daar ging de bel. Gelukkig. Het had niet veel gescheeld of Ivo was zo de klas uitgelopen. Maar nu moest hij nog wach ten tot het licht opging. Toen dat gebeur de en iedereen elkaar met knipperende ogen zat aan te kijken, was het of Ivo weer even dat beklemmende gevoel terug kreeg. Maar het bleek deze keer gelukkig maar verbeelding. Ivo trachtte Jaaps aan dacht te trekken, maar Jaap was blijk baar nog helemaal bij de impressionisten. Hij keek tenminste Ivo's kant niet uit. Meneer Bijkema trok met behulp van een paar jongens de zwarte rolgordijnen om hoog en een golf zonlicht spatte plotseling de klas binnen. Het stemgeroes hield op eens op, alsof iedereen onder de indruk was van lente en bloemen, alsof ze het al lemaal voor het eerst zagen. Onze grote kunstenaar de natuur, wees meneer Bijkema met een groots gebaar. En nu leden van het parlement, vervolg de hij, wilde ik jullie even vertellen dat we de volgende week een excursie gaan ma ken naar het Museum voor Moderne Kunst. Vergeet dus niet iets eetbaars mee te ner en. We gaan per trein, dus ook reis geld meenemen. En een tekenschrift! Saluut, allemaal! Jaap, riep Ivo meteen toen meneer Bij kema verdwenen was, Jaap!! Ja, riep Jaap terug, wat is er? Schiet op, zei Ivo alleen. Je hebt gewoon een sleutelwoord ge vonden, zei Jaap, toen Ivo hem, toen ze voor de school stonden, opgewonden ver telde wat er met hem gebeurd was. Ge woon een sleutelwoord. Dat gaat zo, weet je: In je onderbewustzijn zoek je naar een oplossing dat gebeurt dus buiten jezelf om en bij het een of andere gebeuren of of woord, valt alles als een legpuzzel in el kaar. Maar vreemd is het, vond Ivo. En nu be gint het feest pas! (Wordt volgende week vervolgd) DE PAASHAAS keerde terug van zijn tocht naar de mensen. Zijn poot jes sleepten, zijn oren hingen een beet je gekreukeld langs zijn bol en zijn ogen stonden moe. Zijn rare trillippen mom pelden iets. „Wat doet hij toch?" vroeg de klei ne merel aan zijn moeder, want hij had nog nooit eerder de Paashaas zien te rugkomen van de mensen. „Ik dacht dat hij zou dansen, dat hij zou zingen, omdat alles klaar is." „Nee," zei z'n moeder. „Hij is niet gerust voor iedereen zijn ei gevonden heeft. Eén foutje en alles is in de war. Hij weet hóe erg het is als er iemand wordt overgeslagen." „Wat gpbeurt er dan?" vroeg de kleine merel. „Precies weet ik het ook niet," zei moeder Merel. „Maar wel weet ik dat er iets vreselijks gebeurt als de Paas haas merkt dat hij iemand heeft ver geten. Ik geloof.." zei ze zacht, „dat hij dan zijn toverkracht verliest. En daarom kan hij niet gerust zijn voor het Paasmorgen is. Luister maar wat hij mompelt." De Paashaas liep nu vlak onder de boom door, waarin de merels zaten. „Er mag geen fout gemaakt worden, er mag geen fout gemaakt worden!" mompelde hij. „Een moeilijk vak", zei de kleine merel. „Ik ben blij dat ik jeen Paas haas ben." „Zeg dat wel," zei z'n moeder. De Paashaas sloeg een zijpaadje in naar een open plek van het bos, waar het mos het zachtste is. Daar zou hij de morgen afwachten. Maar toen hij op zijn vaste plaatsje wilde gaan zitten, merkte hij dat dat al bezet was. Van verbazing gingen zijn oren ervan om hoog. Want het was geen dier van het bos, dat daar lag te slapen, maar een mens. Hij sliep heel vast. Naast hem lag een bundeltje en een gitaar. Iedere andere haas zou meteen op de loop zijn gegaan, maar de Paashaas niet. Hij had in zijn leven al zó veel men sen gezien. Nee, hij was meer nieuws gierig dan geschrokken. Daarom ■jing hij naast de mens zitten en wachtte tot die wakker werd. Dat gebeurde pas na een hele poos toen de maan al hoog aan de hemel stond. De mens was niet eens verbaasd dat bi' door een haas werd aangesproken, want ook hij had al heel wat dieren- meegemaakt in zijn leven. Een heleboel waren zelfs yrien- den van hem, dikke vriendën. Terwijl de Paashaas met de mens praatte ging er aldoor maar één ge dachte door zijn bol. „Waar is het ei voor deze mens? Waar zou het liggen? Waar staat zijn huis?" Hij kende natuurlijk niet alle men sen uit zijn bol, die hij eieren had ge- brach! en hij was er dus zeker van dat er ergens ook voor deze mens een ei lag. Op het laatst vroeg hij het. „Waar staat uw huis?" De mens lachte. „Ik heb geen huis," zei hij, „ik trek maar wat door de we reld en ik probeer ze wat op te vrolij ken met mijn gitaar en mijn liedjes. En dan kun je nergens lang blijven, meneer Haas, want er zijn zoveel men sen die een beetje vrolijkheid nodig hebben." De Paashaas hoorde niet eens meer wat de mens zei. Hij zag wit rond zijn snorren en zijn pootjes trilden. Hier zat nu éen mens voor hem die probeerde om andere mensen vrolijk te maken en juist voor dié mens had hij geen ei! Wat moest hij beginnen? Hij zag al die stoeten mensen voor zich die wél een ei zouden krijgen en hoeveel waren er daar niet van die nog nooit gepro beerd hadden om een ander op te vro lijken? „Een fout," zei de Paashaas, „er is éen fout gemaakt." Hij rende bij de mens weg en ging aan de boom van de kraai schudden die rustig zat te sla pen. „Kraai! Kraai!" riep hij. „Maak iedereen wakker. Roep het hele bos bij elkaar. Een fout! Er is een fout ge maakt!" Een beetje sufferig en rillerig en ook een beetje mopperend, omdat die Paas haas nooit van ophouden wist, kwamen de dieren uit hun nesten. Maar toen ze hoorden waar het om ging, waren ze meteen klaar wakker. „De enige mens die nou eens werkelijk een ei verdient," zei mevrouw Merel, „eentje die liever vrolijke gezichten ziet dan een eigen huis. Eén die net als wij leeft van zijn liedjes. We moeten er iets aan doen." Ja, dat vond iedereen. Maar eieren waren er nergens meer. De verfpotten van de Paashaas waren tot op de bo dem leeg en waar zou je midden in de nacht strikken vinden voor een Paasei? En terwijl de dieren elkaar versla gen aankeken, hoorden ze in de verte een vreemd gerommel dat langzaam dichterbij kwam. De Paashaas zelf hoorde het het eerste. Hij schrok zó, dat hij op een klein konijn moest steu nen om niet te vallen. „Mijn tover kracht", kreunde hij. „Ik ben mijn to verkracht kwijt. De paaseieren komen terug naar waar ze vandaan kwamen." En het was waar. Bij het licht van de maan zagen de dieren hoe een le ger van paaseieren, zó groot, dat je er het einde niet van zag, aan kwam rol len. Ze keerden terug omdat er een fout was gemaakt. „Het mèg niet, het mèg niet gebeu ren," zei de kleine merel tegen zich zelf. „Al ben ik maar klein, ik ga iets doen." De kleine merel schoof bij zijn moe der vandaan, sloeg zijn vleugeltjes uit en verdween zo snel als hij maar kon. Niemand merkte het, zó verslagen was iedereen. Ze stonden stokstijf bij elkaar en keken, keken naar die eindeloze stoet die rommelend dichterbij rolde. De Paashaas was in elkaar gezakt. Zijn oren lagen plat tegen de grond. Hij kon het niet meer aanzien. Hoe lang ze daar stonden zonder een snavel of bekje open te doen wisten de dieren zelf niet meer. De voorste eieren wa ren de poten van de Paashaas genaderd en 'agen daar stil. Ook de anderen daarachter bewogen niet meer. Muren van Paaseieren rezen rond de dieren op. Maar in de stilte, na al het gerom mel van de eieren hoorden ze plotse ling een ander geluid „Het lijkt. het lijkt., stil eens., het zijn twee dieren die met elkaar praten!" zei de kraai. „Ssst.. zei moeder Merel en ze keek opzij naar waar haar zoontje had ge staan, „ik geloof dat het mijn zoon is." „Welnee" zei een konijn, „als je het mij vraagt is het een kip die daar praat." „Een kip! Heb jij ooit van een kip gehoord die midden in de nacht door het bos wandelde?" vroeg de kraai, maar hij had dat nog maar net ge zegd of boven de muur van paaseieren verscheen de snavel van een kip. Bo ven haar vloog een kleine merel. „Vlug.... vlug!" riep hij. „Ik heb haar wakker gemaakt. Ze zal een ei leggen. Een ei voor de mens zonder huis." De kip fladderde tot vlakbij de Paas haas en voor zijn voeten legde ze e<* ei. „Toktoktok!" riep ze trots toen het gebeurd was. De Paashaas keek op en het eerste was hij zag was een glan zend wit eitje. „Een ei! Een ei!", schreeuwde hij. „Er is nog hoop! Vlug., vlug, bedenk nog iets." „Maar we hebben geen verf," riepen de hulp-paashazen die rond hun mees ter stonden. „O, wacht maar", zei een zachte stem. „Als zelfs de kippen van stok ko men om de Paashaas te helpen, dan doet ik ook mee!" Een klein anemoontje vouwde haar blaadjes open, boog zich over het ei en tekende met haar meeldraden een boe ketje bloemen op de witte schaal. Daar onder schreef ze met haar mooiste let ters: „Vrolijk Pasen!" „Fn nu een strik.nu nog een strik!" riep de merelmoeder. „Waar halen we nu nog een strik vandaan?" „Hier", zei een zachte stem. „Als de kippen van stok komen om de Paashaas te helpen, als het anemoontje in de nacht haar blaadjes openvouwt, dan doe ik ook mee!" De mooiste vlin der van het bos sloeg haar vleu gels uit en ging op het ei zitten als een prachtige strik van duizend kleu ren. Een mooier Paasei kun je je niet denken dan dat wat nu aan de voeten van de Paashaas lag. Er ging een diepe zucht van opluch ting door de rijen Met Pasen zingen de klokken, de klokken in de toren, maar er zingen nog veel meer stemmen voor wie oren heeft om te horen. Daar heb je de stem van de vogels, trillertjes, tonen en fluiten. 7,e nodigen iedereen uit en niemand sluiten ze buiten. En luister ook eens naar de bloemen, naar de narcissen ruisend op 't veld, wat elk van die gouden trompetters de mensen en kinderen vertelt. Ze steken die gouden trompetten als herauten de wereld in: Nu komt het feest van de lente en Pasen is het begin. Mies Bouhuys dieren toen ze za gen hoe de Paas eieren bij hem wegrolden terug naar de plaats waar ze op Paas morgen gevonden moesten worden. De Paashaas droeg het prachtige ei voorzichtig naar de mens zonder huis die weer was ingeslapen.Tranen van blijdschap stonden in zijn ogen. De fout was goed gemaakt! En wie op Paas morgen door dat bos zal lopen, zal zich misschien af vragen waarom de vogels daar nóg mooier fluiten dan in andere bossen, waarom de ane moontjes daar nog stralender lijken en de vlinders er mooier dansen dan waar ter wereld ook. Alle dieren en bloemen daar zou den je het kunnen vertellen. Maar zij doen het niet. Wél de mens met de gitaar. Die heeft er een liedje over gemaakt en wie hem tegenkomt en dat liedje hoort die weet pas wat „vro lijk Pasen" bete kent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 18