Minister en staatssecretaris
FILATELIE
Pleven polst opperbevel over
de krijgskansen in Algerije
Kostbaarheden van ,,'t goede
heertje" onder de hamer
ZWA ARDEMAKER
De situatie in
Indonesië
^J^rieven cian
clc redactie
Op en om het
Binnenhof
Hij zou willen onderhandelen met de rebellen
zonder Franse eisen te laten vallen
KERKELIJK LEVEN
Bij oefening gewonde
korporaal overleden
Drie doden in het verkeer
Nieuwe gemeenten in
het Gooi
KLM mag oudere
stewardessen niet ontslaan
Vrachtauto dook
fietsenstalling in
f neemt
vaker
vaker I sevilla orange marmelade
L*
I
I
i
I
K.L.M.: „Vliegers hadden
moeten zwijgen"
Vliegers: Periode van
overleg is voorbij"
Bondsdag wijst plebisciet
over kernbewapening af
ZATERDAG 26 APRIL 1958
PARIJS (Reuter-UP) De Franse in
formateur Pieven brengt president Coty
vandaag verslag uit over zijn voorberei
dende werk. Daarna zou hij een verkla
ring over Algerije opstellen en hiervoor
een meerderheid zien te vinden.
Pleven overweegt onderhandelingen aan
te knopen met de Algerijnse nationalisten
wanneer hij premier wordt, aldus heeft de
Nadat reeds enige tijd geleden de bui
tengewone synodevergaderingen van de
Gereformeerde Kerken in Indonesië heb
ben plaats gehad zijn thans de verslagen
hierover verschenen en voor verdere pu-
blikatie prijsgegeven.
Op de synode waren alle zeven kerken,
te weten van Bandoeng, Soerabaja, Dja
karta, Palembang, Semarang, Makassar
en Medan, vertegenwoordigd. De bespre
kingen gingen vooral over de vraag, of en
zo ja in welke vorm er bestaanszekerheid
voor de Gereformeerde Kerken in Indone
sië aanwezig was, nu zovele leden dit ge
bied hebben verlaten of zullen verlaten.
Uit de kerken kwamen hierover verschil
lende meningen naar voren. Zij vonden
hun uitgangspunt in de uiteenlopende si
tuaties, waarin elke plaatselijke kerk zich
bevond.
Na diepgaande besprekingen over elke
kerk afzonderlijk zal de situatie zo wor
den, dat de kerk van Medan waarschijn
lijk zal verdwijnen. Naar het zich laat aan
zien zullen de kerken van Bandoeng en
Soerabaja binnen afzienbare tijd tot een
ander kerkverband, namelijk dat van de
Geredja Keristin Indonesia, de christelij
ke kerk van Midden-Java overgaan. De
kerken van Djakarta, Palembang, Sema
rang en Makassar zullen echter blijven
voortbestaan in hun huidige vorm. Uit de
kerk van Djakarta was grote aandrang
uitgeoefend op de kerkeraad en de syno
de om als Nederlandssprekende Kerk te
blijven bestaan. Een uitvoerige discussie
ontspon zich over de betekenis van het
Nederlands als „kanseltaal". De synode
sprak er haar blijdschap over uit dat het
naar het oordeel van de kerkeraad van
Djakarta mogelijk is het kerkelijk leven
in zijn tegenwoordige vorm voort te zet
ten.
Verleden jaar besloten de Gereformeerde
Kerken in Indonesië om zich bij de We
reldraad van Kerken aan te sluiten. (Zoals
men weet zijn de Gereformeerde kerken
in Nederland geen lid van deze organisa
tie). Thans was bij de synode een officiële
brief binnengekomen, dat de Wereldraad
dit verzoek om aansluiting heeft aanvaard
en de synode heeft nu besloten om dit lid
maatschap voorlopig te handhaven.
Naar aanleiding van een brief van de
Ierse Evangelische; Kerk, waarin verzocht
werd het besluit tot aansluiting bij de
Wereldraad van Kerken te herzien, ant
woordde de synode dat zij geen vervaging
of devaluatie van belijdenis wenst, maar
dat zij het als haar roeping beschouwt
om haar stem in het geheel van de We
reldraad van Kerken te doen horen. Van
de Alliance of the Reformed Churches, de
Wereldbond van Gereformeerde Kerken,
was een brief ontvangen met het verzoek
om zich bij deze organisatie aan te slui
ten. De synode besloot te berichten, dat de
kerken in de huidige situatie geen nieu
we taak kunnen aanvaarden, doch contact
zeer op prijs stellen.
Hervormde zending
Wat gaat er met de zending vanwege de
Hervormde Kerk gebeuren, nu de situa
tie in Indonesië zo radicaal gewijzigd is?
De voormalige Haarlemse predikant
ds. P. J. Mackaay heeft naar aanleiding
van deze vraag in „Hervormd Neder
land" geschreven over de zendingstaak in
heden en toekomst. Hij zegt in dit artikel
onder andere, dat men er indertijd niet
te veel over heeft nagedacht hoe bezwaar
lijk het kan zijn, dat de zendingsarbei
ders in het voormalige Nederlands-Indië
tot hetzelfde volk behoorden, dat naar die
landen ook zijn ambtenaren, officieren en
handelsmensen uitzond. Hoe gemakkelijk
konden niet, zeker bij het opkomen van
het nationalistische getij, allerlei islami
tische en andere leiders de zendingsarbeid
beschouwen als een vorm van geestelijk
imperialisme van het koloniserende Ne
derland uit. Niet alleen heeft men te ge
makkelijk het rijk van Christus en het ko
ninkrijk der Nederlanden in één vlak ge
zien, aldus ds. Mackaay, maar ook heeft
de omstandighed, dat de Nederlandse zen
ding alleen in de eigen kolonie werkzaam
was, geleid tot een verenging van de blik
van de Nederlandse christenheid, die geen
oog kreeg op het grote werk dat overal
in de wereld werd verricht. Alleen naar
de eigen kolonie waren de vensters ge
opend.
In de laatste jaren is telkens in de Raad
voor de Zending, maar ook daarbuiten
door allerlei predikanten en in de gemeen
ten de vraag gesteld of wij niet naast onze
missionaire verantwoordelijkheden in In
donesië en Nieuw-Guinea ook elders in de
wereld een dergelijke verantwoordelijk
heid moeten aanvaarden. Tegenover het
aangevoerde bezwaar, dat dit financieel
grote moeilijkheden met zich zal brengen,
kan worden gezegd, dat de zendings
inkomsten zeker zullen stijgen, wanneer
de Raad voor de Zending een nieuwe
zendingstaak aanvaardt.
In 1956 besloot de Raad voor de Zending,
gedreven door de lange wachttijd, die een
aantal afgestudeerde zendingsarbeiders
moesten doormaken tengevolge van het
uitblijven van een visum, contact op te
nemen met de Internationale Zendings
raad en deze de vraag voor te leggen of
ergens ter wereld deze jonge mensen in
zendingsarbeid konden worden ingezet.
Hoewel deze Raad toen een aantal pro
jecten noemde, is men daar niet op inge
gaan omdat de aangevraagde visa inmid
dels afkwamen. De Raad voor de Zending
heeft zich evenwel de laatste tijd weer
met de vraag bezig gehouden of men naast
de arbeid in Indonesië, waaraan men
trouw zal blijven zolang dat maar moge
lijk is, niet elders in de wereld een stuk
zendingsverantwoordelijkheid aanvaarden
moet.
In de komende maanden zal op deze
vraag een definitief antwoord worden ge
geven.
voorzitter van de commissie voor buiten
landse zaken uit de Senaat, Marcel Plai-
sant medegedeeld, na een onderhoud met
de informateur. Pleven, aldus Plaisant,
staat een nieuwe benadering van het Al
gerijnse probleem voor, maar is tegen
stander van volledige onafhankelijkheid
van Algerije. Bij zijn onderzoek naar de
mogelijkheid tot het vormen van een ka
binet heeft hij de hoogste militaire leiders
gevraagd hoeveel versterkingen zij nodig
hebben om „het werk in Algerije af te
maken." Pleven had een gesprek met de
chef van de generale staf, generaal Ely,
de opperbevelhebber in Algerije, generaal
Salan, de opperbevelhebber van de lucht
macht in Algerije, generaal Jouhaud, de
chef van de marinestaf, admiraal Nomy,
en de enige maarschalk van Frankrijk,
Juin.
Volgens de maarschalk doet Pleven een
achtenswaardige poging eenstemmigheid
te krijgen voor een beleid in de Algerijn
se kwestie. Medewerkers van Pleven deel
de mee, dat Plevens program voor Alge
rije gebaseerd zal zijn op drie punten: ten
eerste, geen afstand, ten tweede, geen
buitenlandse inmenging en ten derde, geen
internationalisering.
Volgens senator Plaisant zal Pleven de
Amerikaanse en de Britse regering op
hoffelijke wijze de gelegenheid bieden een
einde te maken aan hun goede diensten in
het Frans-Tunesische geschil. In plaats
daarvan zal Pleven zich rechtstreeks met
president Bourguiba van Tunesië trachten
te verstaan.
ALGIERS (Reuter) Robert Lacoste,
de socialistische minister voor Algerije in
de aftredende regering, heeft Pleven een
„bemoedigend" rapport verstrekt over de
toestand in Algerije en heeft er bij hem
op aangedrongen „onze politiek in Alge
rije zonder aarzeling voort te zetten".
Gespannen toestand
ALGIERS (UP) De Franse militaire
autoriteiten in Algerije hebben met spoed
drie bataljons valschermtroepen naar Al
giers gezonden om mogelijke ongeregeld
heden, veroorzaakt door extremisten van
de rechtervleugel, het hoofd te bieden. Ve
teranen en andere rechtse organisaties
hebben aangekondigd dat zij het officiële
verbod op het houden van betogingen zou
den negeren. Er werden pamfletten ver
spreid waarin opgeroepen werd tot een al
gemene staking als waarschuwing aan de
Franse regering tegen „een overgave" in
Algerije.
Lacoste is naar Algiers teruggevlogen
met het oog op de gespannen toestand.
Een krachtmeting tussen extremisten en
regeringstroepen lijkt waarschijnlijk als de
rechtse groeperingen aanhangers van bui
ten laten komen.
Ook onder de Algerijnse inwoners der
stad is de spanning sterk gestegen.
Korporaal eerste klasse, Chr. W. Burge-
meestre uit Amsterdam, die bij een onge
val tijdens militaire oefeningen ernstig
w.e£djgew°nd, is in het ziekenjiuis over
leden! ËP zijn dus ih'tötaal'drié personen*
omgekomen bij de ontploffing van de
„Bangalore-torpedo".
Op de Veldenseweg te Venlo is na een
botsing tussen twee auto's de 36-jarige
vertegenwoordiger M. Veenhof uit Deven
ter om het leven gekomen en zijn twee
anderen levensgevaarlijk gewond. Alle
gewonden werden naar het ziekenhuis te
Venlo gebracht. De 20-jarige analyste
mejuffrouw G. Postema uit Doetinchem,
die bij de heer Veenhof in de auto heeft
gezeten, is levensgevaarlijk gewond, even
als de bestuurder van de andere auto, de
heer E. uit Heerlen.
De 25-jarige marechaussee M. Zwerus
uit Kampen is met zijn bromfiets nabij de
legerplaats Ermelo op een groepje van
vier militairen ingereden en korte tijd
later overleden. De vier militairen kwamen
er zonder letsel van af.
In de Ursulakliniek te Wassenaar is
overleden de 28-jarige mevrouw I. J. B.
L. van de Mauvelaan te Rijswijk, die
woensdagavond ernstig gewond werd bij
een verkeersongeval.
ADVERTENTIE
ZELF KOKEN
(het Molenaar's Kindermeel in de
vanouds bekende verpakking).
De oude, beproefde methode.
De pap wordt in een pannetje
aangemaakt en door U zelf gaar
gekookt.
BORDKLAAR
(het Molenaar's Kindermeel
met de rode band).
Het meel wordt rechtstreeks uit
het pak in de melk op het bord
gestrooid en met een vork op
geklopt. Het kindermeel werd
reeds in de fabriek gaar gekookt.
De dokter zegt: Borstvoeding, en daarna
Vandaag, zondag en maandag liggen de
persoonlijke eigendommen van „het goe
de heertje" te kijk in het veilinggebouw
Odeon aan de Amsterdamse Prinsengracht.
Het is een zonderlinge en rijk-gevarieer
de collectie kostbaarheden en snuisterijen
die naar veilingmeester Chris Bolle ver
wacht, bij de openbare verkoop op dins
dag aanstaande ten hoogste enkele tien
duizenden guldens zal opbrengen: een
fractie dus slechts van de ongeveer 1,8
miljoen, waarvoor het heertje, de onge
veer 49-jarige accountant C. van H. in de
loop van tien jaar zijn werkgever, de n.v.
Berger en Co., opgelicht moet hebben.
Vele meubilaire stukken zijn inmiddels
Verkort weergegeven
Friese taal. Het grappige stukje in de
rechterbovenhoek van het tweede blad
van 23 april geeft een verkeerde voorlich
ting aan het publiek, die misschien beter
rechtgezet zou kunnen worden. De Friese
taal namelijk, die thans officieel erkend
wordt, is een geheel eigen taal, die totaal
andere woorden en taalregels heeft als het
Hollands en niet meer met Hollands ver
want is dan bijvoorbeeld Engels of Deens.
Daarentegen zijn Gronings, Twents, Lim
burgs, plat-Amsterdams, enz. niet anders
dan dialecten van het Nederlands, zodat
het vanzelf spreekt, dat die dialecten niet
officieel erkend worden. Het is dus dood
gewoon, dat enkel de provincie Friesland
tweetalig wordt met het Fries naast het
.algemeen beschaafd Hollands", terwijl
alle provincies buiten Friesland enkel het
„algemeen beschaafd Hollands" als eigen
taal behouden en van erkenning van dia
lecten geen sprake kan zijn.
Mr. C.'H. v. D.
onderhands gekocht door de familie van
Van H. en aan diens echtgenote terugge
geven, maar wat er overbleef, is ruim
schoots de moeite van een veiling waard.
Tafels vol kostbaar porselein en kristal,
plastieken van glas, vijf of zes dure foto
toestellen, vijf planken met romans en stu
dieboeken en een fraaie verzameling zil
veren voorwerpen en tafelbestek. In een
vitrine de duurste stukken: gouden arm
banden, ringen en polshorloges, diaman
ten hangers en broches, tezamen twee ki
logram goudwerk. In een apart zaaltje ten
slotte de verbijsterende garderobe van het
heertje en zijn echtgenote: bijna honderd
japonnen, veertig dameshoeden, dertig
handtassen en vijf bontmantels van bever,
luipaard, persianers, een zeehondenbont;
tien maatwerk-herenkostuums en meer
dan twintig overhemden. Daarnaast een
partij leren koffers en reisfoudraals, vol
doende voor een reisgezelschap van twin
tig mensen; ontelbare dassen en sjaals en
een eindeloze rij van dames- en heren
schoenen, alles, zoals dat in de vaktaal
heet, „in staat van nieuw". Geen wonder
dus, dat er vanmorgen lang voor tienen
reeds grote aantallen nieuwsgierigen en
koopjesjagers voor het veilinggebouw ston
den te trappelen van ongeduld. Morgen
en op de dag van de verkoop zal het on
getwijfeld storm lopen. Op de drie kijkda
gen is Odeon geopend van tien tot vier
uur.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend waarin wordt voorgesteld
de gemeenten Ankeveen, 's-Gravenland en
Kortenhoef, het in de gemeente Weesper-
karspel gelegen Hollandsch Ankeveen en
een strook grond van de gemeente Hilver
sum tot één gemeente (een nieuwe ge
meente 's-Graveland) te verenigen, voorts
uit een groot deel van de gemeente Wees-
perkarspel en de gemeente Weesp een
nieuwe gemeente Weesp te vormen en de
overblijvende gedeelten van de gemeente
Weesperkarspel toe te voegen aan de ge
meenten Ouder-Amstel en Naarden.
De directeur van het Gewestelijk Ar
beidsbureau te Amsterdam heeft afwij
zend beschikt op het verzoek van de
K.L.M., twintig stewardessen van 35 jaar
en ouder te mogen ontslaan. De directeur
heeft het motief voor een dergelijk ontslag
in zijn algemeenheid niet steekhoudend
geacht.
De directeur heeft zijn beslissing geno
men na advies te hebben ingewonnen van
een speciale vertrouwensinstantie, die de
aangelegenheden over het personen- en
vrachtverkeer (waar de K.L.M. onder valt)
behandelt en van de hoofdinspecteur-di
recteur van de Arbeidsinspectie in het
ressort Haarlem. Deze adviezen waren
unaniem afwijzend.
Naar aanleiding van deze beslissing
heeft de K.L.M. medegedeeld:
„De betrokken dames blijven dus in
dienst van de K.L.M. Op 't ogenblik wordt
overwogen van welke aard de werkzaam
heden van de betreffende stewardessen in
de toekomst zullen zijn".
De Vereniging van K.L.M.-stewardessen
is uiteraard verheugd over de beslissing
van de directeur van het Gewestelijk Ar
beidsbureau, waardoor naar het bestuur
verklaart, aan een lange strijd tussen de
K.L.M. en de Vereniging van Stewardes
sen een eind is gekomen. Vast staat nu
wel, aldus het bestuur, dat de stewardes
sen, die geen contract hebben en voor on
bepaalde tijd zijn aangenomen, tot haar
50ste jaar de K.L.M. zullen kunnen blij
ven dienen in een vliegende functie.
Wat het bestuur het meest verheugt is
wel het feit, dat in Nederland de bevoeg
de autoriteiten er ook van overtuigd zijn
dat de oudere stewardess niet minder ge
schikt is dan haar jongere collega voor
haar taak.
Gistermiddag sneuvelden in de rijwiel
stalling van een chemische fabriek in
Delden dertig rijwielen, bromfietsen en
scóoters, toen een zware vrachtauto met
aanhangwagen na een botsing door een
muur tussen de rijwielstalling en de weg
heenschoot.
ADVERTENTIE
■s»**
V. .vca*
was#***' 'V'vv'-
DE POSITIE van minister Staf en van
staatssecretaris Kranenburg trekt thans
wegens het voorgevallene bij de interpel
latie-Ritmeester over de zeer bedenkelijke
aangelegenheid van de afgekeurde leger-
helmen, in tweeërlei opzicht bijzondere
aandacht. Voorop zij even gesteld, dat de
Tweede Kamer een goed werk heeft ge
daan door de ministers en staatssecretaris
sen er weer eens van te doordringen, dat
de volksvertegenwoordiging er, hoe „sterk"
wellicht de positie van het kabinet ook
schijnt te zijn, toch heus niet voor spek
en bonen bijzit en dat zij evenmin bereid
is alles voor zoete koek te slikken. Onom
wonden is kenbaar gemaakt, dat het met
de janboel aan het Directoraat Materieel
Landmacht uit moet zijn en dat hetgeen
daar in de helmenaangelegenheid is voor
gevallen, ten hemel schreiend genoemd
moet worden. Voor dit alles berust de ver
antwoordelijkheid tenslotte bij de minister
van Oorlog. Zeker, zijn „rechterhand",
staatssecretaris mr. Kranenburg, heeft wel
directe bemoeienis met de materieelvoor-
ziening voor het leger en uit dien hoofde
was het daarom inderdaad ongelukkig
ik druk mij hier nog heel zacht uit dat
hij zich op een ambtsreis in de Verenigde
Staten bevond, toen de interpellatie-Rit
meester werd gehouden. Maar terecht ver
scheen minister Staf voor het front van de
interpellerende Kamer om verantwoor
ding af te leggen. Terecht heeft hij ook
ronduit erkend, dat het gebeurde vol
komen mis was en tevens kon hij mede
delen, dat hij bezig is met de voorberei
ding van een reorganisatie van het D.M.L.
Ook toonde hij zich ten volle bereid zij
nerzijds medewerking te verlenen ingeval
het op initiatief van de Kamer tot een
onderzoek komt, niet alleen naar wat er
verkeerd was en mogelijk nog is, maar te
vens naar hoe het voortaan wel goed kan
gaan.
In de gegeven omstandigheden kon de
minister geen verstandiger houding aan
nemen. Tenslotte is hij evenzeer als de
staatssecretaris voor de misstanden ver
antwoordelijk, alsook voor de wijze, waar
op ten langen leste uit het kwaad mis
schien iets goeds zal kunnen voortkomen.
Intussen bestaat er ongetwijfeld alle
aanleiding voor de vraag, of het tweetal
Staf-Kranenburg verder kan aanblijven
dan wel vervangen dient te worden.
Voorshands heeft de Kamer een daartoe
strekkende wens nog niet kenbaar ge
maakt. In het licht van het verleden kan
men dit allicht bevreemdend vinden. Er
zijn vroeger meer dan eens ministers door
het parlement naar huis gestuurd voor heel
wat minder ernstige beleidsfouten dan die,
welke thans op het debet van de minister
van Oorlog en van staatssecretaris Kra
nenburg staan. Hoe is het te verklaren,
dat onze volksvertegenwoordigers tot dus
verre zo goedertierend zijn gebleven?
Hier en daar is al de opmerking ge
maakt, dat de Kamer misschien bij voor
baat bevangen is door de vrees, dat de
kabinetskwestie zou worden gesteld, in
dien zij op aftreding van de twee het
nauwst bij het beleid inzake het Directo
raat Materieel Landmacht betrokken ex
cellenties zou aansturen. Die vrees komt
mij echter ongegrond voor. Eerder ligt het
voor de hand, dat de overige leden van
het kabinet, met minister-president dr.
Drees aan het hoofd, niet minder ont
sticht zullen zijn over wat er omtrent dat
beleid thans aan het licht is gekomen dan
de Kamer en de openbare mening. Het zou
denkbaar zijn het kabinet de val van het
tweetal onbewogen zou gadeslaan. Het is
vaker gebeurd, dat zonder een kabinets
crisis één van de ministers ten val werd
gebracht zonder dat de anderen hun por
tefeuilles ter beschikking stelden.
Het zou in politiek opzicht nog niet zo
eenvoudig zijn een bevredigende oplossing
te bereiken, wanneer het tweetal Staf-
Kranenburg zou heengaan. Het ware prin
cipieel onjuist om alleen de staatssecreta
ris voor de fouten verantwoordelijk te
stellen. Het ligt voor de hand en daar
in schuilt zeer zeker een moeilijkheid
dat ingeval de C.H.-minister en de tot de
P.v.d.A. behorende staatssecretaris zich
door het parlement het vertrouwen opge
zegd zouden zien, het streven er op ge
richt zou zijn de dan ontstaande open
plaatsen door geestverwanten van de beide
heren te doen innemen of althans (even
tueel door een hergroepering van porte
feuilles) te bereiken, dat in het veld van
de politieke krachtsverhouding binnen het
kabinet geen wijzigingen zouden intreden.
Op het eerste gezicht kan de stelling, dat
een dergelijke gang van zaken noodzake
lijk is, ongetwijfeld aanleiding tot critiek
opleveren. Doch bij rustige beschouwing
zal men tenslotte moeten inzien, dat het
hier gaat om de navolging van een der
regels van het regeringsstelsel. Laatstelijk
heeft het in Luxemburg heel wat voeten in
aarde gehad om tussentijds tot een andere
regeling inzake de portefeuilleverdeling in
het kabinet te komen met behoud van de
onderlinge politieke krachtverhoudingen.
Intussen is er, los van de politieke leg
puzzel, nog een moeilijkheid van zakelijk-
organisatorische aard. Aangenomen, dat de
Kamer straks toch het heengaan van het
tweetal Staf-Kranenburg afdwingt en dat
er bereidheid aanwezig zou zijn om naar
opvolgers te zoeken, los van de staatkun
dige richting, dan staat het nog zeer te be
zien of men er werkelijk in zou slagen
binnen betrekkelijk korte tijd twee nieuwe
krachten te vinden, die voor de ongetwij
feld zware taken berekend zijn. Naar de
mens gesproken gaat het immers om aan
vaarding van functies met een zeer on
zeker vooruitzicht, met een grote kans
zelfs, dat zij reeds in de zomer van 1960,
na de dan gehouden Kamerverkiezing,
voor anderen plaats moeten maken. In de
praktijk is het niet zo, dat wij over een
grote schare van voldoende opofferings
gezinde burgers beschikken, om zonder al
te veel moeilijkheden daaruit voor vaca
tures als hier bedoeld een goede keuze te
kunnen doen. Men smaalt dikwijls op de
door die „vermaledijde politiek" gestelde
eisen. Maar het aantal mensen, dat met
opoffering van eigen belangen en positie,
louter om van het dienen van de openbare
zaak, bereid en in staat is de bezetting
op zich te nemen van de posten, waarom
het hier gaat, is uitermate gering. Van
daar, dat er wel iets voor te zeggen is als
de Kamer met het oog op deze problema
tiek zich nog eens even zal bedenken,
thans de minister en de staatssecretaris
weg te sturen. Tenslotte is het niet uitge
sloten, dat het gebeurde een les voor bei
de heren zal zijn, voortaan de zaken beter
aan te pakken. Men begrijpe mij goed:
gevoelsoverwegingen zouden er toe moe
ten leiden hen tot aftreden te dwingen.
Maar het blijft nog even de vraag of dat,
verstandelijk bezien, werkelijk de beste
oplossing zou zijn. Niet te vergeten is ook
nog, dat wie er voor hen in de plaats zou
den komen, zeker tijd behoeven om zich
in te werken. Daardoor kan het tegen 1960
aanlopen, eer zij in staat zouden zijn een
deugdelijke organisatie in het leven te
roepen, iets waartoe de functionarissen,
welke wel reeds (in tweeërlei zin overi
gens!) met het klappen van de zweep be
kendheid hebben opgedaan, eerder in staat
zouden zijn. Natuurlijk moet echter op de
voorgrond staan hun bereidheid om met
hart en ziel voor een betere organisatie
zorg te dragen. Minister Staf gaf al duide
lijk te kennen, dat zulks met hem het ge
val is en het is nauwelijks aan te nemen,
dat het zo ook niet met mr. Kranenburg
gesteld zou zijn.
Doch hoe dit alles ook zij, de Tweede
Kamer zal er in elk geval goed aan doen
van haar kant het nodige te ondernemen
opdat het weldra tot een zo deugdelijk mo
gelijke bestudering kome, van begane fou
ten en van de aan te brengen verbete
ringen. Uit de aard der zaak zal er met
zulk een onderzoek wel enige tijd gemoeid
gaan. Doch ook daarbij is bijzondere doel
matigheid vereist in die zin, dat men ten
spoedigste spijkers met koppen zal kunnen
slaan.
Majoor K.
Hoe gelukkig het is, dat wij in een
waarlijk democratische staat leven, waar
een volkomen onafhankelijke rechtspraak
bestaat en waar eventuele onjuiste be
rechting in eerste aanleg door middel van
beroep ongedaan gemaakt kan worden, is
weer eens duidelijk geworden uit het ar
rest van het Hoog Militair Gerechtshof,
waarbij majoor K., nadat hij in eerste
aanleg veroordeeld was, thans wegens ge
brek aan overtuigend juridisch bewijs is
vrijgesproken. Dat indertijd de krijgsraad
in strikte onpartijdigheid tot een veroor
deling kwam, was in hoofdzaak toe te
schrijven aan een tweetal belastende ge
tuigenverklaringen, welke in beroep niet
gehandhaafd bleven. Slechts ondeskundige
achterdochtigen en kwaadwilligen kunnen
wellicht op grond van deze gang van za
ken menen, dat het ongehoord is, dat zich
iets dergelijks voordoet, maar in de prak
tijk komt het voor, dat bij de berechting
in eerste aanleg alle factoren voor een
veroordeling aanwezig zijn, doch dat daar
aan later door wijziging in getuigenver
klaringen een en ander gaat ontbreken,
zodat het in appèl op een vrijspraak uit
loopt.
Het proces tegen majoor K. moge overi
gens een nieuwe aansporing voor de wet
gever zijn een zo spoedig mogelijke ver
nieuwing te bevorderen van ons in sterke
mate verouderde militaire strafproces
recht. Daaronder zijn, minder bij burger
lijke strafprocessen, de nodige waarborgen
voorhanden voor deugdelijke behartiging
van rechten en belangen van de verdachte
in het vooronderzoek.
Dr. E. van Raalte
VERENIGDE ARABISCHE REP. Ter
viering van de op 1 februari opgerichte
nieuwe republiek heeft de Egyptische
postadministratie twee postzegels uit
gegeven. De waarden zijn: 10 mills
groen en geel), bestemd voor de ge
wone post en 15 mills (blauw en bruin),
bestemd voor de luchtpost. De zegel
geeft een symbolische voorstelling: een
brug die de landen Egypte en Syrië
verbindt.
w/w
P
m
y/i
P
►I
I
Lxpositum UiilvtistHp ds SnasitestlSS
iSïiUBSt iMfJfSBvSCtOS
4
m
I
4
LUXEMBOURG 25öf
g ji ft a, V
LUXEMBURG. Op 16 april geven de
Luxemburgse posterijen een postzegel
van 2.50 fr(donkerrood en blauw) uit
ter gelegenheid van de Wereldtentoon
stelling te Brussel. Het Luxemburgse
paviljoen, dat ontworpen werd door de
architekten René Mailliet en Pierre
Reuter, vindt men er op afgebeeld. Het
ontwerp van de zegel is van de Luxem
burgse kunstenaar Lex Weyer.
OOSTENRIJK. De Oostenrijkse lucht
vaartmaatschappij (Austrian Airlines-
Osterreichische Luftverkehrs Aktien-
gesellschaft), die op 30 september 1957
werd opgericht, gaat op 1 april a.s. voor
het eerst een vlucht maken en wel van
Wenen naar Londen. Naar aanleiding
hiervan is een postzegel van 4 s. (rood)
in circulatie gebracht. De zegel vertoont
tegen de achtergrond van de kaart van
Oostenrijk een viermotorig verkeers
vliegtuig van het type Vickers Viscount.
Het ontwerp is van Alfred Chmielowski
en de gravure van Toni Schmimek. Er
zijn 3 miljoen exemplaren gedrukt.
MONACO. Ter herinnering aan de
27ste Rally van Monte Carlo verschijnt
binnenkort in het vorstendom een post
zegel van 100 fr., waarop de route Mün-
chen-Monte Carlo in beeld wordt ge
bracht.
Naar aanleiding van de verklaring van
het bestuur van de Vereniging van K.L.M.-
vliegers heeft de K.L.M. verklaard, het
niet juist en in strijd met de gebruikelijke
normen te achten om hangende het sala
risconflict met de arbitrage in zicht me
dedelingen te doen over enig facet van deze
aangelegenheid en daardoor de indruk te
wekken, te trachten invloed op het eind
oordeel uit te oefenen.
De Vereniging van K.L.M.-vliegers heeft
hierop geantwoord, dat de verklaring op
generlei wijze bedoeld was de komende
arbitrage te beïnvloeden. De vereniging is
van oordeel dat een dergelijke verklaring
arbitrage niet kan beïnvloeden.
De vliegersorganisatie was door de
voorzitters van de werkgevers- en van de
werknemersvakbonden verzocht de zwijg
plicht in acht te nemen gedurende de
onderhandelingen. De vereniging heeft
zich daaraan gehouden.
De K.L.M.-directie heeft zelf inlichtingen
aan de pers verstrekt betreffende de sala
riskwestie, nadat het oordeel -'an de minis
ter openbaar was gemaakt.
De bemiddeling eindigde een week gele
den en tot nu toe is noch een definitieve
aanduiding van het begin van arbitrage,
noch de tijdsduur hiervan bekend. De
vliegers menen dat niet van hen verwacht
kan worden, dat zij een permanent zwij
gen handhaven, aldus de mededeling der
vliegersorganisatie.
BONN, (Reuter) De Westduitse Bonds
dag heeft in eerste lezing een socialistisch
voorstel tot een referendum over de uit
rusting van de Westduitse strijdkrachten
met kernwapens behandeld. De christen
democratische partij, die 'de absolute
meerderheid in de Kamer heeft, liet weten
bij de behandeling in tweede lezing tegen
het voorstel te zullen stemmen. De
voorzitter van de sociaal-democraten,
Ollenhauer, zei dat zijn partij haar cam
pagne zal voortzetten om te voorkomen,
dat West-Duitsland kernwapens krijgt. In
dien het voorstel niet wordt aangenomen,
zal zijn partij in deelstaten en steden re
ferenda organiseren.
(AFP) Het debat eindigde zonder dat
er een beslissing werd genomen.
Beroep van Opperste Sovjet
MOSKOU, (AFP) De voorzitter van
de beide kamers van de Opperste Sovjet,
Lobanov en Peive, hebben in een bood
schap aan de voorzitter van de Amerikaan
se Senaat, Nixon, en de voorzitter van
het Amerikaanse Huis van Afgevaardig
den, Rayburn een beroep gedaan op het
Amerikaanse Congres, gedaan „de inspan
ning van het Russische en het Amerikaan
se volk te bundelen teneinde te voorkomen
dat de Westduitse strijdkrachten worden
uitgerust met kernwapens en raketten".