Minister en staatssecretaris FILATELIE Pleven polst opperbevel over de krijgskansen in Algerije Kostbaarheden van ,,'t goede heertje" onder de hamer ZWA ARDEMAKER De situatie in Indonesië ^J^rieven cian clc redactie Op en om het Binnenhof Hij zou willen onderhandelen met de rebellen zonder Franse eisen te laten vallen KERKELIJK LEVEN Bij oefening gewonde korporaal overleden Drie doden in het verkeer Nieuwe gemeenten in het Gooi KLM mag oudere stewardessen niet ontslaan Vrachtauto dook fietsenstalling in f neemt vaker vaker I sevilla orange marmelade L* I I i I K.L.M.: „Vliegers hadden moeten zwijgen" Vliegers: Periode van overleg is voorbij" Bondsdag wijst plebisciet over kernbewapening af ZATERDAG 26 APRIL 1958 PARIJS (Reuter-UP) De Franse in formateur Pieven brengt president Coty vandaag verslag uit over zijn voorberei dende werk. Daarna zou hij een verkla ring over Algerije opstellen en hiervoor een meerderheid zien te vinden. Pleven overweegt onderhandelingen aan te knopen met de Algerijnse nationalisten wanneer hij premier wordt, aldus heeft de Nadat reeds enige tijd geleden de bui tengewone synodevergaderingen van de Gereformeerde Kerken in Indonesië heb ben plaats gehad zijn thans de verslagen hierover verschenen en voor verdere pu- blikatie prijsgegeven. Op de synode waren alle zeven kerken, te weten van Bandoeng, Soerabaja, Dja karta, Palembang, Semarang, Makassar en Medan, vertegenwoordigd. De bespre kingen gingen vooral over de vraag, of en zo ja in welke vorm er bestaanszekerheid voor de Gereformeerde Kerken in Indone sië aanwezig was, nu zovele leden dit ge bied hebben verlaten of zullen verlaten. Uit de kerken kwamen hierover verschil lende meningen naar voren. Zij vonden hun uitgangspunt in de uiteenlopende si tuaties, waarin elke plaatselijke kerk zich bevond. Na diepgaande besprekingen over elke kerk afzonderlijk zal de situatie zo wor den, dat de kerk van Medan waarschijn lijk zal verdwijnen. Naar het zich laat aan zien zullen de kerken van Bandoeng en Soerabaja binnen afzienbare tijd tot een ander kerkverband, namelijk dat van de Geredja Keristin Indonesia, de christelij ke kerk van Midden-Java overgaan. De kerken van Djakarta, Palembang, Sema rang en Makassar zullen echter blijven voortbestaan in hun huidige vorm. Uit de kerk van Djakarta was grote aandrang uitgeoefend op de kerkeraad en de syno de om als Nederlandssprekende Kerk te blijven bestaan. Een uitvoerige discussie ontspon zich over de betekenis van het Nederlands als „kanseltaal". De synode sprak er haar blijdschap over uit dat het naar het oordeel van de kerkeraad van Djakarta mogelijk is het kerkelijk leven in zijn tegenwoordige vorm voort te zet ten. Verleden jaar besloten de Gereformeerde Kerken in Indonesië om zich bij de We reldraad van Kerken aan te sluiten. (Zoals men weet zijn de Gereformeerde kerken in Nederland geen lid van deze organisa tie). Thans was bij de synode een officiële brief binnengekomen, dat de Wereldraad dit verzoek om aansluiting heeft aanvaard en de synode heeft nu besloten om dit lid maatschap voorlopig te handhaven. Naar aanleiding van een brief van de Ierse Evangelische; Kerk, waarin verzocht werd het besluit tot aansluiting bij de Wereldraad van Kerken te herzien, ant woordde de synode dat zij geen vervaging of devaluatie van belijdenis wenst, maar dat zij het als haar roeping beschouwt om haar stem in het geheel van de We reldraad van Kerken te doen horen. Van de Alliance of the Reformed Churches, de Wereldbond van Gereformeerde Kerken, was een brief ontvangen met het verzoek om zich bij deze organisatie aan te slui ten. De synode besloot te berichten, dat de kerken in de huidige situatie geen nieu we taak kunnen aanvaarden, doch contact zeer op prijs stellen. Hervormde zending Wat gaat er met de zending vanwege de Hervormde Kerk gebeuren, nu de situa tie in Indonesië zo radicaal gewijzigd is? De voormalige Haarlemse predikant ds. P. J. Mackaay heeft naar aanleiding van deze vraag in „Hervormd Neder land" geschreven over de zendingstaak in heden en toekomst. Hij zegt in dit artikel onder andere, dat men er indertijd niet te veel over heeft nagedacht hoe bezwaar lijk het kan zijn, dat de zendingsarbei ders in het voormalige Nederlands-Indië tot hetzelfde volk behoorden, dat naar die landen ook zijn ambtenaren, officieren en handelsmensen uitzond. Hoe gemakkelijk konden niet, zeker bij het opkomen van het nationalistische getij, allerlei islami tische en andere leiders de zendingsarbeid beschouwen als een vorm van geestelijk imperialisme van het koloniserende Ne derland uit. Niet alleen heeft men te ge makkelijk het rijk van Christus en het ko ninkrijk der Nederlanden in één vlak ge zien, aldus ds. Mackaay, maar ook heeft de omstandighed, dat de Nederlandse zen ding alleen in de eigen kolonie werkzaam was, geleid tot een verenging van de blik van de Nederlandse christenheid, die geen oog kreeg op het grote werk dat overal in de wereld werd verricht. Alleen naar de eigen kolonie waren de vensters ge opend. In de laatste jaren is telkens in de Raad voor de Zending, maar ook daarbuiten door allerlei predikanten en in de gemeen ten de vraag gesteld of wij niet naast onze missionaire verantwoordelijkheden in In donesië en Nieuw-Guinea ook elders in de wereld een dergelijke verantwoordelijk heid moeten aanvaarden. Tegenover het aangevoerde bezwaar, dat dit financieel grote moeilijkheden met zich zal brengen, kan worden gezegd, dat de zendings inkomsten zeker zullen stijgen, wanneer de Raad voor de Zending een nieuwe zendingstaak aanvaardt. In 1956 besloot de Raad voor de Zending, gedreven door de lange wachttijd, die een aantal afgestudeerde zendingsarbeiders moesten doormaken tengevolge van het uitblijven van een visum, contact op te nemen met de Internationale Zendings raad en deze de vraag voor te leggen of ergens ter wereld deze jonge mensen in zendingsarbeid konden worden ingezet. Hoewel deze Raad toen een aantal pro jecten noemde, is men daar niet op inge gaan omdat de aangevraagde visa inmid dels afkwamen. De Raad voor de Zending heeft zich evenwel de laatste tijd weer met de vraag bezig gehouden of men naast de arbeid in Indonesië, waaraan men trouw zal blijven zolang dat maar moge lijk is, niet elders in de wereld een stuk zendingsverantwoordelijkheid aanvaarden moet. In de komende maanden zal op deze vraag een definitief antwoord worden ge geven. voorzitter van de commissie voor buiten landse zaken uit de Senaat, Marcel Plai- sant medegedeeld, na een onderhoud met de informateur. Pleven, aldus Plaisant, staat een nieuwe benadering van het Al gerijnse probleem voor, maar is tegen stander van volledige onafhankelijkheid van Algerije. Bij zijn onderzoek naar de mogelijkheid tot het vormen van een ka binet heeft hij de hoogste militaire leiders gevraagd hoeveel versterkingen zij nodig hebben om „het werk in Algerije af te maken." Pleven had een gesprek met de chef van de generale staf, generaal Ely, de opperbevelhebber in Algerije, generaal Salan, de opperbevelhebber van de lucht macht in Algerije, generaal Jouhaud, de chef van de marinestaf, admiraal Nomy, en de enige maarschalk van Frankrijk, Juin. Volgens de maarschalk doet Pleven een achtenswaardige poging eenstemmigheid te krijgen voor een beleid in de Algerijn se kwestie. Medewerkers van Pleven deel de mee, dat Plevens program voor Alge rije gebaseerd zal zijn op drie punten: ten eerste, geen afstand, ten tweede, geen buitenlandse inmenging en ten derde, geen internationalisering. Volgens senator Plaisant zal Pleven de Amerikaanse en de Britse regering op hoffelijke wijze de gelegenheid bieden een einde te maken aan hun goede diensten in het Frans-Tunesische geschil. In plaats daarvan zal Pleven zich rechtstreeks met president Bourguiba van Tunesië trachten te verstaan. ALGIERS (Reuter) Robert Lacoste, de socialistische minister voor Algerije in de aftredende regering, heeft Pleven een „bemoedigend" rapport verstrekt over de toestand in Algerije en heeft er bij hem op aangedrongen „onze politiek in Alge rije zonder aarzeling voort te zetten". Gespannen toestand ALGIERS (UP) De Franse militaire autoriteiten in Algerije hebben met spoed drie bataljons valschermtroepen naar Al giers gezonden om mogelijke ongeregeld heden, veroorzaakt door extremisten van de rechtervleugel, het hoofd te bieden. Ve teranen en andere rechtse organisaties hebben aangekondigd dat zij het officiële verbod op het houden van betogingen zou den negeren. Er werden pamfletten ver spreid waarin opgeroepen werd tot een al gemene staking als waarschuwing aan de Franse regering tegen „een overgave" in Algerije. Lacoste is naar Algiers teruggevlogen met het oog op de gespannen toestand. Een krachtmeting tussen extremisten en regeringstroepen lijkt waarschijnlijk als de rechtse groeperingen aanhangers van bui ten laten komen. Ook onder de Algerijnse inwoners der stad is de spanning sterk gestegen. Korporaal eerste klasse, Chr. W. Burge- meestre uit Amsterdam, die bij een onge val tijdens militaire oefeningen ernstig w.e£djgew°nd, is in het ziekenjiuis over leden! ËP zijn dus ih'tötaal'drié personen* omgekomen bij de ontploffing van de „Bangalore-torpedo". Op de Veldenseweg te Venlo is na een botsing tussen twee auto's de 36-jarige vertegenwoordiger M. Veenhof uit Deven ter om het leven gekomen en zijn twee anderen levensgevaarlijk gewond. Alle gewonden werden naar het ziekenhuis te Venlo gebracht. De 20-jarige analyste mejuffrouw G. Postema uit Doetinchem, die bij de heer Veenhof in de auto heeft gezeten, is levensgevaarlijk gewond, even als de bestuurder van de andere auto, de heer E. uit Heerlen. De 25-jarige marechaussee M. Zwerus uit Kampen is met zijn bromfiets nabij de legerplaats Ermelo op een groepje van vier militairen ingereden en korte tijd later overleden. De vier militairen kwamen er zonder letsel van af. In de Ursulakliniek te Wassenaar is overleden de 28-jarige mevrouw I. J. B. L. van de Mauvelaan te Rijswijk, die woensdagavond ernstig gewond werd bij een verkeersongeval. ADVERTENTIE ZELF KOKEN (het Molenaar's Kindermeel in de vanouds bekende verpakking). De oude, beproefde methode. De pap wordt in een pannetje aangemaakt en door U zelf gaar gekookt. BORDKLAAR (het Molenaar's Kindermeel met de rode band). Het meel wordt rechtstreeks uit het pak in de melk op het bord gestrooid en met een vork op geklopt. Het kindermeel werd reeds in de fabriek gaar gekookt. De dokter zegt: Borstvoeding, en daarna Vandaag, zondag en maandag liggen de persoonlijke eigendommen van „het goe de heertje" te kijk in het veilinggebouw Odeon aan de Amsterdamse Prinsengracht. Het is een zonderlinge en rijk-gevarieer de collectie kostbaarheden en snuisterijen die naar veilingmeester Chris Bolle ver wacht, bij de openbare verkoop op dins dag aanstaande ten hoogste enkele tien duizenden guldens zal opbrengen: een fractie dus slechts van de ongeveer 1,8 miljoen, waarvoor het heertje, de onge veer 49-jarige accountant C. van H. in de loop van tien jaar zijn werkgever, de n.v. Berger en Co., opgelicht moet hebben. Vele meubilaire stukken zijn inmiddels Verkort weergegeven Friese taal. Het grappige stukje in de rechterbovenhoek van het tweede blad van 23 april geeft een verkeerde voorlich ting aan het publiek, die misschien beter rechtgezet zou kunnen worden. De Friese taal namelijk, die thans officieel erkend wordt, is een geheel eigen taal, die totaal andere woorden en taalregels heeft als het Hollands en niet meer met Hollands ver want is dan bijvoorbeeld Engels of Deens. Daarentegen zijn Gronings, Twents, Lim burgs, plat-Amsterdams, enz. niet anders dan dialecten van het Nederlands, zodat het vanzelf spreekt, dat die dialecten niet officieel erkend worden. Het is dus dood gewoon, dat enkel de provincie Friesland tweetalig wordt met het Fries naast het .algemeen beschaafd Hollands", terwijl alle provincies buiten Friesland enkel het „algemeen beschaafd Hollands" als eigen taal behouden en van erkenning van dia lecten geen sprake kan zijn. Mr. C.'H. v. D. onderhands gekocht door de familie van Van H. en aan diens echtgenote terugge geven, maar wat er overbleef, is ruim schoots de moeite van een veiling waard. Tafels vol kostbaar porselein en kristal, plastieken van glas, vijf of zes dure foto toestellen, vijf planken met romans en stu dieboeken en een fraaie verzameling zil veren voorwerpen en tafelbestek. In een vitrine de duurste stukken: gouden arm banden, ringen en polshorloges, diaman ten hangers en broches, tezamen twee ki logram goudwerk. In een apart zaaltje ten slotte de verbijsterende garderobe van het heertje en zijn echtgenote: bijna honderd japonnen, veertig dameshoeden, dertig handtassen en vijf bontmantels van bever, luipaard, persianers, een zeehondenbont; tien maatwerk-herenkostuums en meer dan twintig overhemden. Daarnaast een partij leren koffers en reisfoudraals, vol doende voor een reisgezelschap van twin tig mensen; ontelbare dassen en sjaals en een eindeloze rij van dames- en heren schoenen, alles, zoals dat in de vaktaal heet, „in staat van nieuw". Geen wonder dus, dat er vanmorgen lang voor tienen reeds grote aantallen nieuwsgierigen en koopjesjagers voor het veilinggebouw ston den te trappelen van ongeduld. Morgen en op de dag van de verkoop zal het on getwijfeld storm lopen. Op de drie kijkda gen is Odeon geopend van tien tot vier uur. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend waarin wordt voorgesteld de gemeenten Ankeveen, 's-Gravenland en Kortenhoef, het in de gemeente Weesper- karspel gelegen Hollandsch Ankeveen en een strook grond van de gemeente Hilver sum tot één gemeente (een nieuwe ge meente 's-Graveland) te verenigen, voorts uit een groot deel van de gemeente Wees- perkarspel en de gemeente Weesp een nieuwe gemeente Weesp te vormen en de overblijvende gedeelten van de gemeente Weesperkarspel toe te voegen aan de ge meenten Ouder-Amstel en Naarden. De directeur van het Gewestelijk Ar beidsbureau te Amsterdam heeft afwij zend beschikt op het verzoek van de K.L.M., twintig stewardessen van 35 jaar en ouder te mogen ontslaan. De directeur heeft het motief voor een dergelijk ontslag in zijn algemeenheid niet steekhoudend geacht. De directeur heeft zijn beslissing geno men na advies te hebben ingewonnen van een speciale vertrouwensinstantie, die de aangelegenheden over het personen- en vrachtverkeer (waar de K.L.M. onder valt) behandelt en van de hoofdinspecteur-di recteur van de Arbeidsinspectie in het ressort Haarlem. Deze adviezen waren unaniem afwijzend. Naar aanleiding van deze beslissing heeft de K.L.M. medegedeeld: „De betrokken dames blijven dus in dienst van de K.L.M. Op 't ogenblik wordt overwogen van welke aard de werkzaam heden van de betreffende stewardessen in de toekomst zullen zijn". De Vereniging van K.L.M.-stewardessen is uiteraard verheugd over de beslissing van de directeur van het Gewestelijk Ar beidsbureau, waardoor naar het bestuur verklaart, aan een lange strijd tussen de K.L.M. en de Vereniging van Stewardes sen een eind is gekomen. Vast staat nu wel, aldus het bestuur, dat de stewardes sen, die geen contract hebben en voor on bepaalde tijd zijn aangenomen, tot haar 50ste jaar de K.L.M. zullen kunnen blij ven dienen in een vliegende functie. Wat het bestuur het meest verheugt is wel het feit, dat in Nederland de bevoeg de autoriteiten er ook van overtuigd zijn dat de oudere stewardess niet minder ge schikt is dan haar jongere collega voor haar taak. Gistermiddag sneuvelden in de rijwiel stalling van een chemische fabriek in Delden dertig rijwielen, bromfietsen en scóoters, toen een zware vrachtauto met aanhangwagen na een botsing door een muur tussen de rijwielstalling en de weg heenschoot. ADVERTENTIE ■s»** V. .vca* was#***' 'V'vv'- DE POSITIE van minister Staf en van staatssecretaris Kranenburg trekt thans wegens het voorgevallene bij de interpel latie-Ritmeester over de zeer bedenkelijke aangelegenheid van de afgekeurde leger- helmen, in tweeërlei opzicht bijzondere aandacht. Voorop zij even gesteld, dat de Tweede Kamer een goed werk heeft ge daan door de ministers en staatssecretaris sen er weer eens van te doordringen, dat de volksvertegenwoordiging er, hoe „sterk" wellicht de positie van het kabinet ook schijnt te zijn, toch heus niet voor spek en bonen bijzit en dat zij evenmin bereid is alles voor zoete koek te slikken. Onom wonden is kenbaar gemaakt, dat het met de janboel aan het Directoraat Materieel Landmacht uit moet zijn en dat hetgeen daar in de helmenaangelegenheid is voor gevallen, ten hemel schreiend genoemd moet worden. Voor dit alles berust de ver antwoordelijkheid tenslotte bij de minister van Oorlog. Zeker, zijn „rechterhand", staatssecretaris mr. Kranenburg, heeft wel directe bemoeienis met de materieelvoor- ziening voor het leger en uit dien hoofde was het daarom inderdaad ongelukkig ik druk mij hier nog heel zacht uit dat hij zich op een ambtsreis in de Verenigde Staten bevond, toen de interpellatie-Rit meester werd gehouden. Maar terecht ver scheen minister Staf voor het front van de interpellerende Kamer om verantwoor ding af te leggen. Terecht heeft hij ook ronduit erkend, dat het gebeurde vol komen mis was en tevens kon hij mede delen, dat hij bezig is met de voorberei ding van een reorganisatie van het D.M.L. Ook toonde hij zich ten volle bereid zij nerzijds medewerking te verlenen ingeval het op initiatief van de Kamer tot een onderzoek komt, niet alleen naar wat er verkeerd was en mogelijk nog is, maar te vens naar hoe het voortaan wel goed kan gaan. In de gegeven omstandigheden kon de minister geen verstandiger houding aan nemen. Tenslotte is hij evenzeer als de staatssecretaris voor de misstanden ver antwoordelijk, alsook voor de wijze, waar op ten langen leste uit het kwaad mis schien iets goeds zal kunnen voortkomen. Intussen bestaat er ongetwijfeld alle aanleiding voor de vraag, of het tweetal Staf-Kranenburg verder kan aanblijven dan wel vervangen dient te worden. Voorshands heeft de Kamer een daartoe strekkende wens nog niet kenbaar ge maakt. In het licht van het verleden kan men dit allicht bevreemdend vinden. Er zijn vroeger meer dan eens ministers door het parlement naar huis gestuurd voor heel wat minder ernstige beleidsfouten dan die, welke thans op het debet van de minister van Oorlog en van staatssecretaris Kra nenburg staan. Hoe is het te verklaren, dat onze volksvertegenwoordigers tot dus verre zo goedertierend zijn gebleven? Hier en daar is al de opmerking ge maakt, dat de Kamer misschien bij voor baat bevangen is door de vrees, dat de kabinetskwestie zou worden gesteld, in dien zij op aftreding van de twee het nauwst bij het beleid inzake het Directo raat Materieel Landmacht betrokken ex cellenties zou aansturen. Die vrees komt mij echter ongegrond voor. Eerder ligt het voor de hand, dat de overige leden van het kabinet, met minister-president dr. Drees aan het hoofd, niet minder ont sticht zullen zijn over wat er omtrent dat beleid thans aan het licht is gekomen dan de Kamer en de openbare mening. Het zou denkbaar zijn het kabinet de val van het tweetal onbewogen zou gadeslaan. Het is vaker gebeurd, dat zonder een kabinets crisis één van de ministers ten val werd gebracht zonder dat de anderen hun por tefeuilles ter beschikking stelden. Het zou in politiek opzicht nog niet zo eenvoudig zijn een bevredigende oplossing te bereiken, wanneer het tweetal Staf- Kranenburg zou heengaan. Het ware prin cipieel onjuist om alleen de staatssecreta ris voor de fouten verantwoordelijk te stellen. Het ligt voor de hand en daar in schuilt zeer zeker een moeilijkheid dat ingeval de C.H.-minister en de tot de P.v.d.A. behorende staatssecretaris zich door het parlement het vertrouwen opge zegd zouden zien, het streven er op ge richt zou zijn de dan ontstaande open plaatsen door geestverwanten van de beide heren te doen innemen of althans (even tueel door een hergroepering van porte feuilles) te bereiken, dat in het veld van de politieke krachtsverhouding binnen het kabinet geen wijzigingen zouden intreden. Op het eerste gezicht kan de stelling, dat een dergelijke gang van zaken noodzake lijk is, ongetwijfeld aanleiding tot critiek opleveren. Doch bij rustige beschouwing zal men tenslotte moeten inzien, dat het hier gaat om de navolging van een der regels van het regeringsstelsel. Laatstelijk heeft het in Luxemburg heel wat voeten in aarde gehad om tussentijds tot een andere regeling inzake de portefeuilleverdeling in het kabinet te komen met behoud van de onderlinge politieke krachtverhoudingen. Intussen is er, los van de politieke leg puzzel, nog een moeilijkheid van zakelijk- organisatorische aard. Aangenomen, dat de Kamer straks toch het heengaan van het tweetal Staf-Kranenburg afdwingt en dat er bereidheid aanwezig zou zijn om naar opvolgers te zoeken, los van de staatkun dige richting, dan staat het nog zeer te be zien of men er werkelijk in zou slagen binnen betrekkelijk korte tijd twee nieuwe krachten te vinden, die voor de ongetwij feld zware taken berekend zijn. Naar de mens gesproken gaat het immers om aan vaarding van functies met een zeer on zeker vooruitzicht, met een grote kans zelfs, dat zij reeds in de zomer van 1960, na de dan gehouden Kamerverkiezing, voor anderen plaats moeten maken. In de praktijk is het niet zo, dat wij over een grote schare van voldoende opofferings gezinde burgers beschikken, om zonder al te veel moeilijkheden daaruit voor vaca tures als hier bedoeld een goede keuze te kunnen doen. Men smaalt dikwijls op de door die „vermaledijde politiek" gestelde eisen. Maar het aantal mensen, dat met opoffering van eigen belangen en positie, louter om van het dienen van de openbare zaak, bereid en in staat is de bezetting op zich te nemen van de posten, waarom het hier gaat, is uitermate gering. Van daar, dat er wel iets voor te zeggen is als de Kamer met het oog op deze problema tiek zich nog eens even zal bedenken, thans de minister en de staatssecretaris weg te sturen. Tenslotte is het niet uitge sloten, dat het gebeurde een les voor bei de heren zal zijn, voortaan de zaken beter aan te pakken. Men begrijpe mij goed: gevoelsoverwegingen zouden er toe moe ten leiden hen tot aftreden te dwingen. Maar het blijft nog even de vraag of dat, verstandelijk bezien, werkelijk de beste oplossing zou zijn. Niet te vergeten is ook nog, dat wie er voor hen in de plaats zou den komen, zeker tijd behoeven om zich in te werken. Daardoor kan het tegen 1960 aanlopen, eer zij in staat zouden zijn een deugdelijke organisatie in het leven te roepen, iets waartoe de functionarissen, welke wel reeds (in tweeërlei zin overi gens!) met het klappen van de zweep be kendheid hebben opgedaan, eerder in staat zouden zijn. Natuurlijk moet echter op de voorgrond staan hun bereidheid om met hart en ziel voor een betere organisatie zorg te dragen. Minister Staf gaf al duide lijk te kennen, dat zulks met hem het ge val is en het is nauwelijks aan te nemen, dat het zo ook niet met mr. Kranenburg gesteld zou zijn. Doch hoe dit alles ook zij, de Tweede Kamer zal er in elk geval goed aan doen van haar kant het nodige te ondernemen opdat het weldra tot een zo deugdelijk mo gelijke bestudering kome, van begane fou ten en van de aan te brengen verbete ringen. Uit de aard der zaak zal er met zulk een onderzoek wel enige tijd gemoeid gaan. Doch ook daarbij is bijzondere doel matigheid vereist in die zin, dat men ten spoedigste spijkers met koppen zal kunnen slaan. Majoor K. Hoe gelukkig het is, dat wij in een waarlijk democratische staat leven, waar een volkomen onafhankelijke rechtspraak bestaat en waar eventuele onjuiste be rechting in eerste aanleg door middel van beroep ongedaan gemaakt kan worden, is weer eens duidelijk geworden uit het ar rest van het Hoog Militair Gerechtshof, waarbij majoor K., nadat hij in eerste aanleg veroordeeld was, thans wegens ge brek aan overtuigend juridisch bewijs is vrijgesproken. Dat indertijd de krijgsraad in strikte onpartijdigheid tot een veroor deling kwam, was in hoofdzaak toe te schrijven aan een tweetal belastende ge tuigenverklaringen, welke in beroep niet gehandhaafd bleven. Slechts ondeskundige achterdochtigen en kwaadwilligen kunnen wellicht op grond van deze gang van za ken menen, dat het ongehoord is, dat zich iets dergelijks voordoet, maar in de prak tijk komt het voor, dat bij de berechting in eerste aanleg alle factoren voor een veroordeling aanwezig zijn, doch dat daar aan later door wijziging in getuigenver klaringen een en ander gaat ontbreken, zodat het in appèl op een vrijspraak uit loopt. Het proces tegen majoor K. moge overi gens een nieuwe aansporing voor de wet gever zijn een zo spoedig mogelijke ver nieuwing te bevorderen van ons in sterke mate verouderde militaire strafproces recht. Daaronder zijn, minder bij burger lijke strafprocessen, de nodige waarborgen voorhanden voor deugdelijke behartiging van rechten en belangen van de verdachte in het vooronderzoek. Dr. E. van Raalte VERENIGDE ARABISCHE REP. Ter viering van de op 1 februari opgerichte nieuwe republiek heeft de Egyptische postadministratie twee postzegels uit gegeven. De waarden zijn: 10 mills groen en geel), bestemd voor de ge wone post en 15 mills (blauw en bruin), bestemd voor de luchtpost. De zegel geeft een symbolische voorstelling: een brug die de landen Egypte en Syrië verbindt. w/w P m y/i P ►I I Lxpositum UiilvtistHp ds SnasitestlSS iSïiUBSt iMfJfSBvSCtOS 4 m I 4 LUXEMBOURG 25öf g ji ft a, V LUXEMBURG. Op 16 april geven de Luxemburgse posterijen een postzegel van 2.50 fr(donkerrood en blauw) uit ter gelegenheid van de Wereldtentoon stelling te Brussel. Het Luxemburgse paviljoen, dat ontworpen werd door de architekten René Mailliet en Pierre Reuter, vindt men er op afgebeeld. Het ontwerp van de zegel is van de Luxem burgse kunstenaar Lex Weyer. OOSTENRIJK. De Oostenrijkse lucht vaartmaatschappij (Austrian Airlines- Osterreichische Luftverkehrs Aktien- gesellschaft), die op 30 september 1957 werd opgericht, gaat op 1 april a.s. voor het eerst een vlucht maken en wel van Wenen naar Londen. Naar aanleiding hiervan is een postzegel van 4 s. (rood) in circulatie gebracht. De zegel vertoont tegen de achtergrond van de kaart van Oostenrijk een viermotorig verkeers vliegtuig van het type Vickers Viscount. Het ontwerp is van Alfred Chmielowski en de gravure van Toni Schmimek. Er zijn 3 miljoen exemplaren gedrukt. MONACO. Ter herinnering aan de 27ste Rally van Monte Carlo verschijnt binnenkort in het vorstendom een post zegel van 100 fr., waarop de route Mün- chen-Monte Carlo in beeld wordt ge bracht. Naar aanleiding van de verklaring van het bestuur van de Vereniging van K.L.M.- vliegers heeft de K.L.M. verklaard, het niet juist en in strijd met de gebruikelijke normen te achten om hangende het sala risconflict met de arbitrage in zicht me dedelingen te doen over enig facet van deze aangelegenheid en daardoor de indruk te wekken, te trachten invloed op het eind oordeel uit te oefenen. De Vereniging van K.L.M.-vliegers heeft hierop geantwoord, dat de verklaring op generlei wijze bedoeld was de komende arbitrage te beïnvloeden. De vereniging is van oordeel dat een dergelijke verklaring arbitrage niet kan beïnvloeden. De vliegersorganisatie was door de voorzitters van de werkgevers- en van de werknemersvakbonden verzocht de zwijg plicht in acht te nemen gedurende de onderhandelingen. De vereniging heeft zich daaraan gehouden. De K.L.M.-directie heeft zelf inlichtingen aan de pers verstrekt betreffende de sala riskwestie, nadat het oordeel -'an de minis ter openbaar was gemaakt. De bemiddeling eindigde een week gele den en tot nu toe is noch een definitieve aanduiding van het begin van arbitrage, noch de tijdsduur hiervan bekend. De vliegers menen dat niet van hen verwacht kan worden, dat zij een permanent zwij gen handhaven, aldus de mededeling der vliegersorganisatie. BONN, (Reuter) De Westduitse Bonds dag heeft in eerste lezing een socialistisch voorstel tot een referendum over de uit rusting van de Westduitse strijdkrachten met kernwapens behandeld. De christen democratische partij, die 'de absolute meerderheid in de Kamer heeft, liet weten bij de behandeling in tweede lezing tegen het voorstel te zullen stemmen. De voorzitter van de sociaal-democraten, Ollenhauer, zei dat zijn partij haar cam pagne zal voortzetten om te voorkomen, dat West-Duitsland kernwapens krijgt. In dien het voorstel niet wordt aangenomen, zal zijn partij in deelstaten en steden re ferenda organiseren. (AFP) Het debat eindigde zonder dat er een beslissing werd genomen. Beroep van Opperste Sovjet MOSKOU, (AFP) De voorzitter van de beide kamers van de Opperste Sovjet, Lobanov en Peive, hebben in een bood schap aan de voorzitter van de Amerikaan se Senaat, Nixon, en de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardig den, Rayburn een beroep gedaan op het Amerikaanse Congres, gedaan „de inspan ning van het Russische en het Amerikaan se volk te bundelen teneinde te voorkomen dat de Westduitse strijdkrachten worden uitgerust met kernwapens en raketten".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 3