Dr. Sumitro verwacht
internationalisatie van
compromis of
burgeroorlog
!>^*MARKT
Ankiets Parade
Tien miljard gulden nodig voor
nieuwe industrialisatieperiode
Ruzie tussen gerepatrieerde en
Haagse jeugd bijgelegd
PeektCloppenburg
Dertig miljoen gulden voor industrie-
spreiding over het gehele land
Primair: bezetting sleutelposities
MakassarBalikpapan en Ambon
Waait Uw haar altijd door de war?
Gebruik dan
-haarcrème
Elke woensdag
„Stretch nylon"
Oorzaakde meisjes
DINSDAG 20 MEI 1958
7
EXCLUSIEF INTERVIEW MET REBELLENLEIDER
Blinde veroordeeld wegens
mishandeling
Onderzoek naar militair
aankoopbeleid
Tweede Kamercommissie is
haar werk begonnen
Explosie in brandende
glasfabriek
Vier Amsterdamse brand
weerlieden gewond
Klerk van kantonrechter in
Rotterdam gearresteerd
Examens
CCKP-VOORZITTER VERKLAART:
Minder druk op Randstad Holland
Hunebedden beschadigd
Ontwerp-achitectenwet
nog in studie
(Van onze reisredacteur)
ERGENS IN ZUIDOOST-AZIë „Wij kunnen de Indonesische rebellie niet
meer verliezen. Wij kunnen haar na de gebeurtenissen op Sumatra evenmin vol
ledig winnen. De grote vraag is nu: In hoeverre kunnen wij onze doelstellingen
verwezenlijken?" Dit heeft prof. dr. Sumitro Djojohadikusumo mij gezegd in een
exclusief interview, waarin voor het eerst na de rebellennederlaag op Sumatra,
een topleider van de Indonesische rebellen de balans van hun actie opmaakte,
een volledige uiteenzetting van hun beleid en een openhartige prognose gaf.
Ik sprak Sumitro, minister voor Scheep
vaart^ Handel en Verbindingen in de tegen
regering, die door de dozijnen correspon
denten, die hem najagen „de onvindbare"
wordt genoemd, op een geheime plaats er
gens langs zijn Zuidoostaziatische reisroute,
waarop hij onvermoeibaar doende is sche
pen, wapens en vliegtuigen voor zijn rebel
len te organiseren. Na een gesprek van
twee uur, waarin hij intelligent en objec
tief de situatie analyseerde, kwam hij tot
de bovenvermelde conclusie. Hij zei: „De
partij staat nu remise. Op eigen kracht
kunnen Djakarta en wij elkaar niet meer
verslaan. Dat betekent vroeger of later een
compromis. Maar er is een kwader kans:
wanneer Djakarta werkelijk uitgebreide
Russische steun accepteert, wanneer het
ons werkelijk met Ilyushin-bommenwer-
pers gaat bestoken, dan staat een tweede
Korea voor de deur. Het machtsevenwicht
in Zuidoost-Azië in de gehele koude oorlog
zou dan beslissend verbroken zijn. De
SEATO-landen kunnen dan niet lijdelijk
toezien".
Waarom het anders is gegaan
Wat heeft Sumitro 1 :rsoonlijk gedreven
aan de rebellie deel te nemen?
„Bepaald geen persoonlijke winzucht. Ik
heb drie profijtelijke internationale banen
afgeslagen voor het immer ongewisse be
staan van rebel. Maar men mag niet lijde
lijk toezien wanneer zijn land tot chaos
vervalt. Daarvoor hebben wij ons niet vrij
gemaakt van de Nederlandse overheersing."
Wat was de oorspronkelijke strategie van
de rebellie, wat is er scheef gegaan?
„Wij hebben tot actie besloten, omdat de
oude situatie, waarin de autonomistische
kolonels in de buitengewesten, Simbolon,
Barlian, Sumual, Hussein, en wij zelf in
Djakarta Sukarno onder druk zetten, in
ons nadeel begon te verkeren. Wij hebben
uitstekende kansen teloor laten gaan. De
centrale regering had de legaliteit en de
propagandamachine. Sukarno is een mees-
tertacticus, die een verloren positie redde,
er kwam ongeduld en demoralisatie in onze
gelederen, de communistische infiltratie
ging voort. Toen wij de tegenregering uit
riepen, kwam de beslissende tegenslag:
Barlians woordbreuk. Barlians besluit
Zuid-Sumatra neutraal te houden veroor
zaakte een rampzalige kettingreactie. Onze
hele planning zakte in elkaar, onze mensen
in West-Java konden niets meer doen, om
dat hun verbindingslijn verbroken was. De
Darul Islam in Atjeh, die nogal zelfzuchtig
rekent, rook onraad en daardoor kon Dja
karta aanvallen. Er groeide twijfel in de
eigen gelederen. De val van Pakanbaru
deed de deur dicht. Wij hadden een terri
toriale verdediging gepland, gedacht een
groot gebied onder onze controle te krijgen
en daarmee althans internationale de
facto-erkenning te verwerven. Nu moesten
wij omschakelen op een inderhaast georga
niseerde guerilla met een fractie van onze
veronderstelde krachten. Zelfs als Barlian
had meegedaan, hadden wij niet op een
onmiddellijke zege kunnen rekenen. Wèl op
een militaire impasse, een politiek en eco
nomisch overwicht en de facto internatio
nale erkenning."
De tegenregering in Menado
Wat is thans de positie en het beleid van
de tegenregering in Menado?
„Koste wat kost," zei prof. Sumitro, „de
status van tegenregering handhaven, een
politieke pool blijven, verder consolidatie
van wat wij hebben, expansie in Oost-
Indonesië: Makassar, Balikpapan, Ambon
bezetten, Celebes zuiveren van regerings-
DE NOORD MOLUKKEN
troepen. Bezetten is eigenlijk het woord
niet, wij behoeven slechts te landen, om
deze met ons sympathiserende gebieden
aan onze kant te brengen. Wanneer wij
Oost-Indonesië beheersen, kunnen wij ons
internationaal laten gelden. Dat was ook de
politieke kant van de bombardementen op
he scheepvaart, die wij helaas moesten uit
voeren. Wij moeten althans de status van
belligerent verwerven, de facto erkenning
volgt dan wel. Wij zoeken die in eerste in
stantie van de met ons sympathiserende
landen in Zuidoost-Azië."
Staat Menado militair en economisch
sterk genoeg dit plan te volvoeren, welke
buitenlandse hulpbronnen staan ter be
schikking?
„Wij hebben groepen genoeg, onze strijd
macht breidt zich uit, naarmate wij andere
(Van onze correspondent)
Een 38-jarige koopman, C. de J. uit
Leeuwarden, is conform de eis door de
Rotterdamse politierechter wegens beledi
ging en mishandeling veroordeeld tot 14
dagen gevangenisstraf. De man had ten
huize van zijn schoonzuster in Rotterdam
ruzie gekregen en de vrouw beledigende
woorden toegevoegd. Een huisgenoot, die
hem tot kalmte aanmaande, werd door de
verdachte mishandeld.
De J„ die al twaalf maal is veroordeeld,
ontkende het hem ten laste gelegde, maar
zowel de beledigde vrouw als de mishan
delde man legde ter zitting zeer bezwa
rende verklaringen af. De officier sprak in
zijn requisitoir over de slechte reputatie
van deze verdachte, die, vergezeld van een
blindegeleidehond, met kantoorbehoeften
vent bij allerlei instellingen en zich daarbij
als een zeer onbeheerst en driftig man
heeft doen kennen.
ADVERTENTIE
gebieden bevrijden. Voor het moment heb
ben wij ook vliegtuigen genoeg. Wij vrezen
de Migs van Djakarta geenszins, de Ilyu-
shins natuurlijk wel, maar uitgebreide
Russische luchtmachtsteun betekent open
lijke interventie en dat is een ander cha
piter. Wanneer wij straks Makassar, Balik
papan en Ambon tot onze beschikking heb
ben, zouden wij Djakarta kunnen bombar
deren en ook de oliebedrijven in Zuid-
Sumatra. Maar economisch hebben wij het
niet makkelijk. Het Westen zegt met ons te
sympathiseren, maar als wij een schip
moeten kopen of verzekeren, halen weste
lijke bankiers en reders ons het vel over de
oren, terwijl Djakarta zijn Russische hulp
gratis krijgt. Onze kopra-export loopt weer
aan, maar het gaat moeizaam. Wij hebben
al onze wapens en vliegtuigen contant moe
ten betalen. Wat die vliegtuigen betreft, ik
bezweer u dat zij niet uit de Verenigde
Staten of uit Azië zijn gekomen. En de
piloten zijn zonder uitzondering Indonesi
sche staatsburgers. Wanneer wij al dit ma
terieel tijdig hadden gekregen, hadden wij
Padang misschien kunnen redden. In ieder
geval is thans onze voornaamste moeilijk
heid de strijdlustige Menadonezen in te
tomen, hen volgens plan te laten handelen.
Onze militaire planning is ook principieel
anders: wij overwegen geen guerilla maar
een georganiseerde territoriale verdediging
tot het alleruiterste."
„Zoals ik al zei, kan Djakarta ons op
eigen kracht niet eronder krijgen, een in
vasie is voorlopig onmogelijk, wij hopen
dat onze guerilla's op Sumatra straks Na-
sution de handen zullen binden. Maar
Djakarta krijgt Russische militaire en Chi
nese economische hulp. Nu Djakarta Me-
dan weer in handen heeft, kan het althans
gedeeltelijk Sumatra's rijkdommen expor
teren. Bovendien gaan straks Japans her
stelbetalingen aanlopen. De economische
positie van de centrale regering lijkt dus
iets te verbeteren. Maar ik herhaal dat de
beslissende factor de omvang van commu
nistische steun is. Laat het Westen toch dit
beseffen: De Sovjet-Unie speelt niet op de
communistische partij, maar op de destruc
tieve nationalisten, de Sukarno's en de
Nassers, de fantomenjagers en de machts-
dronkenen. Dat heeft Moskou in de Arabi
sche landen gedaan, dat doet het in Indo
nesië. Het speelt in Djakarta bovenal op de
commandant van de luchtmacht, commo
dore Suryadarma. Hij is de nieuwe sleutel
figuur en God helpe Zuidoost-Azië, wan
neer hij zijn Ilyushins krijgt. Want dat be
tekent dat Djakarta een Russische lucht
basis geworden zal zijn!"
ADVERTENTIE
Originele Italiaanse import
in zomerse Rivièro kleuren.
Zó gewassen, zó droog.
Ideaal passend.
Schoenmaat 27/30
De op 8 mei door de Tweede Kamer
uit haar midden benoemde commissie van
onderzoek naar het militair aankoopbe
leid heeft haar werkzaamheden aange
vangen.
De commissie, die terzijde gestaan
wordt door deskundige buitenstaanders,
zal een onderzoek instellen naar taak, or
ganisatie en werkwijze, meer in het bij
zonder naar het aankoopbeleid, de effi
ciency en de verhouding tot de particu
liere industrie bij het Directoraat Mate
rieel Landmacht, zulks mede in vergelij
king tot hetgeen terzake gebruikelijk is
bij het Directoraat Materieel Luchtmacht
en de Hoofdafdeling materiaal van het
ministerie van Marine.
De commissie stelt zich voor, door mid
del van schriftelijke stukken en een aan
tal informatieve besprekingen met bur
gers en militairen de benodigde gegevens
te verkrijgen.
Zij nodigt een ieder uit, die meent haar
in het belang van het onderzoek informa
ties of gegevens te kunnen verstrekken,
zich tot haar te wenden.
Alle informaties en gegevens van per
soonlijke en zakelijke aard worden ver
trouwelijk behandeld.
Het adres van de commissie is: gebouw
Tweede Kamer, Binnenhof la, 's-Gra-
venhagt
Een felle uitstlaande brand heeft maan
dagavond gewoed in een glasfabriek aan
de Vierwindenstraat op de Westelijke
eilanden in Amsterdam-centrum. Een
brandmeester en drie brandwachts wer
den tijdens het blussingswerk min of meer
ernstig gewond door een ontploffing. Wat
er precies explodeerde, is niet duidelijk ge
worden. De mannen werden getroffen
door rondvliegende scherven glas. Ze
zijn overgebracht naar een ziekenhuis.
Met levensgevaar hebben andere brand
weerlieden later drie zuurstofflrssen uit de
brandende loodsen gesleept.
Met elf stralen bestreed de brandweer
het vuur. De loods van de fabriek, waar de
z.g. knikkerafdeling gevestigd was, werd
een ruïne. De schade voor het bedrijf, de
N. V. Veiligglas, wordt door de verzeke
ring gedekt.
In de zesde, zojuist verschenen, Industrialisatie-
nota aan de Tweede Kamer deelt minister Zijlstra
mee, dat hjj voor een zo gunstig mogelijk klimaat
voor vrije ontplooiing van het ondernemersinitia
tief een gedetailleerd ingrijpen in de economische
verhoudingen zoveel als mogelijk wenst te ver
mijden. Tevens zal onverminderd aandacht moe
ten worden besteed aan de ontwikkeling van het
loon- en prijsniveau, opdat het binnenlandse
kostenpeil zich in verhouding tot dat van het
buitenland op een aanvaardbaar niveau blijft be
wegen. Zowel het kartelbeleid ter bevordering
van een gezonde concurrentie in het economisch
leven als loon- en prijsbeleid zal daarop ook in
de toekomst bij voortduring gericht zijn. Boven
dien zal aan actieve exportbevordering ruime
aandacht worden geschonken. Minister Zijlstra
zegt dat thans de ernstige overspanning van de
conjunctuur is verdwenen en dat er nu enige on
zekerheid heerst ten aanzien van de conjuncturele
ontwikkeling in de naaste toekomst. Hjj acht het
reeds nu veiligheidshalve wenselijk een aanvang
te maken met het ongedaan maken van de maat
regelen, die indertijd ter bestrijding van de over
spannen conjunctuur waren genomen. De eerste
stap is de opheffing van de opschorting van de
investeringsaftrek.
In de periode 19571962 zal de Neder
landse industrie aan 140.000 nieuwe
arbeidskrachten een werkkring moeten
verschaffen. Het scheppen van nieuwe
arbeidsplaatsen voor deze grote groep van
jonge mensen, die in de eerste na-oorlogse
jaren het levenslicht zagen, zal een inves
teringsbedrag van ongeveer 10 miljard
Een 32-jarige klerk bij de griffie van
het kantongerecht te Rotterdam, P. J. van
der B., is na enige tijd onvindbaar te zijn
geweest, door de politie in hechtenis ge
nomen. De klerk, wiens werk bestond uit
het innen van boetes via de rijkspblitie
bij de rechtbank, verdween nadat hem een
bedrag van 1500.- ter hand zou zijn ge
steld. Hij zou hiervoor geen ontvangstbe
wijs aan de betreffende parketwacht heb
ben afgegeven. Dit gebeurt meestal en
kele dagen later, maar toen men er niets
meer van hoorde, werd een onderzoek in
gesteld, dat uitwees dat en de klerk en
het geld verdwenen waren.
Utrecht. Doctoraalexamen rechtsgeleerdheid:
A. Kieboom, Dordrecht; G. Teilegen, Amsterdam,
kandidaatsexamen wis- en natuurkunde K: mej.
H. A. v. Dohmen, Venlo; F. H. A. van Genuchten,
Oirschot; J. A. R. A. M. v. Hooff, Arnhem; mej.
J. M. G. v. d. Mooren, Hilversum; A. F. W Mor-
selt. Borne; A. M. Voüte, Bussum; C. E. Voogd,
Eindhoven; J. G. D. Lambert, Hengelo (O.). Idem
H: C. C. Vervloet, Zwolle. Idem L: E. T. Backer,
Voorburg; M. F. van Lunen, Nijmegen. Idem E:
D. J. C. Engel, Amersfoort. Idem F: W. C. van
Lier, Ede. Idem G: E. Mulder, Hardenberg. Semi-
artsexamen: mej. N. Dorrestein, Utrecht; mej. M.
J. Kip, Hoogeveen; H. M. J. Krans, Arnhem.
Artsexamen: L. H. M. van Gorp, Dongen; Th. W.
J. Hustinx. Maastricht; M. H. J. G. Niëll, Maas
tricht.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doctoraal
examen rechten: J. S. v. d. Heyden en R. A. Sa-
omons, beiden te Amsterdam.
(Van onze correspondent)
Optimistische klanken liet de heer J.
Moora, voorzitter van het Centraal Comi
té voor Kerkelijk en Particulier initiatief
ten behoeve van uit Indonesië gerepatri-
eerden maandag horen inzake de verhou
ding tussen gerepatrieerde en Haagse
jongelui. In het afgelopen weekeinde is
het rustig geweest. Hier en daar is het
in „clublokalen" en andere bijeenkom
sten tussen beide partijen tot een soort
verbroedering gekomen. De jongelui van
beide groepen hebben elkaar daarbij op
de schouder geklopt en verder in gemoe
delijke sfeer de avond doorgebracht. „De
jeugd heeft zich voorlopig hervonden, en
daar moeten we dankbaar voor zijn," zo
zei de heer Moora.
„Ik geloof wel," zo ging hij verder, „dat
we vertrouwen in de jeugd kunnen heb
ben. De symptomen voor een betere ver
houding in de toekomst zijn er thans in
ieder geval. De jongelui moeten het zelf
doen en ik geloof wel, dat ze dat inderdaad
zullen doen."
Wat de achtergrond van de onrust tus
sen de Haagse en de gerepatrieerde jeugd
betreft, zei de heer Moora dat het onder
scheid tussen beide groepen daar zeker
niet de oorzaak van geweest is. Hoofdzaak
was de rivaliteit tussen de jongens om de
Haagse meisjes. „Het gaat net als op de
Veluwe en in andere delen van het land,
als er ergens gedanst wordt of er kermis
is, en een vreemde groep zich ergens in
dringt, zo zei spreker. „Het kan dan niet
anders, of er ontstaat rivaliteit, met alle
mogelijke gevolgen van dien." De ruzies
waaraan beide groepen zich in de afge
lopen dagen hebben schuldig gemaakt
zijn evenwel volkomen onaanvaardbaar
geweest. Er waren jongelui in beide kam
pen, die bereid waren het „uit te vechten".
Ook ds. D. Veldkamp, voorzitter van de
Haagse Jeugdactie meent dat het gevaar
van „de rel om de rel" voorlopig is af
gewend. Waardering hadden beide spre
kers voor het optreden van de Haagse po
litie. Deze heeft alles gedaan, om erger
te voorkomen.
(in prijzen van 1957) vergen. Het staat vast
dat voor de realisering van deze kracht
toer voor de Nederlandse economie grote
inspanning van het Nederlandse bedrijfs
leven zal worden gevraagd. Ofschoon dé
afzwakking van de conjunctuur- thans nog
van betrekkelijk beperkte omvang, is,,
wordt de invloed daarvan op de concur
rentieverhoudingen al duidelijk merkbaar.
Als men de taakstellingen voor de komen
de industrialisatieperiode, die gebaseerd
zijn op normalere conjuncturele omstan
digheden, wil realiseren, dan zal volgens
de bewindsman van Economische Zaken
met een verscherpte concurrentie rekening
moeten worden gehouden.
Minister Zijlstra wijst met nadruk op de
krachtige stimulans, die de Europese Ge
meenschappelijke Markt op de industriële
expansie van ons land zal kunnen uit
oefenen. Hoewel de vele voordelen van de
E.E.G. nog betrekkelijk ver in het ver
schiet liggen pas na 12 tot 15 jaar zal
immers de Euromarkt zijn voltooid zal
de industrie bij het ondernemen van
nieuwe projecten deze verruiming van de
markt reeds thans mede in haar over
wegingen moeten betrekken. In dit ver
band wijst de minister op de mogelijk
heden tot kostprijsverlaging en kwaliteits
verbetering, die speciaal in ons land nog
braak liggen op het gebied van uitbe
steding en toelevering. De minister wijst
verder op de betekenis van de Nederlandse
industriële export naar landen buiten de
gemeenschappelijke markt, die bijna 2/3
van onze totale industriële export bedraagt,
Hij acht in verband hiermee de verwezen
lijking van de plannen voor een alle zes
tien O.E.E.S.-landen omvattend Vrijhan-
delsgebied, dat een vrije toegang voor een
aantal voor Nederland belangrijke afzet
markten zal moeten verzekeren, van groot
belang. De minister meent echter wel, dat
het gulden principe van gelijkwaardigheid
der prestaties in de internationale han
delspolitiek aan de onderhandelingen over
de Vrijhandelszone leidinggevend ten
grondslag moet liggen.
(Van onze Haagse redactie)
HET REGIONALE INDUSTRIALISATIEBELEID zal zich niet meer uit
sluitend richten op de „oude" ontwikkelingsgebieden, maar op de spreiding van
de industrialisatie over geheel Nederland. Daarmede zal tevens de druk op de
randstad Holland kunnen worden verminderd. De minister voegt daar echter als
een der uitgangspunten van zijn beleid aan toe, dat de ondernemer zelf zijn
keuze van vestigingsplaats doet. Het industriespreidingsbeleid voor de eerst
komende vijf jaar zal in totaal 30 miljoen gulden vergen, namelijk 22,5 miljoen
gulden voor de bevordering der industrialisatie in ontwikkelingskernen (7,5
miljoen gulden aan industrieterreinen en 15 miljoen gulden aan industrie
gebouwen) en 7,5 miljoen gulden voor bevordering der regionale industrialisatie.
Vergeleken met
de bedragen, die
in de afgelopen
vijf jaar voor de
regionale indu
strialisatie werden
gevergd, betekent
dit een verdubbe
ling. Verbetering
van de vestigings
factoren in be
paalde gebieden
en plaatsen bui
ten de Randstad
Holland is nodig
Nieuwe vesti
gingsplaatsen zul
len ontsloten moe
ten worden door
aanleg van haven
en industriegebie
den, en het kli
maat van bestaan
de daarvoor ge
schikte centra zal
zo nodig verbeterd
moeten worden.
Gelet op de ont
wikkelingen aan
de Nieuwe Water
weg en aan het Noordzeekanaal is het
in de eerste plaats gewenst uit te zien
naar andere vestigingsmogelijkheden voor
aan het zeeverkeer verbonden industrieën.
In dit verband is besloten om naast de
uitwerking van de plannen met betrekking
tot de Nieuwe Waterweg en de kop van
Rozenburg de denkbeelden ten aan
zien van een havencomplex in Het Sloe
(bij Vlissingen) op korte termjjn nader uit
te werken.
Wat de spreiding binnen de randstad
zelf betreft, bieden de nieuwe verkeers
wegen mogelijkheden. De geprojecteerde
noord-zuid-verbindingen van Amsterdam
en de IJmond naar het Rotterdamse ha
vengebied zullen plaatsen in het zoge
naamde „midden" als Alphen, Bodegraven
en Gouda betrekken in de verkeersstromen
tussen de beide sterk geïndustrialiseerde
„vleugels" van de Randstad. Vooral ver
zorgende bedrijven en toeleveringsbedrij
ven zullen hier een gunstig gelegen vesti
gingsplaats kunnen krijgen.
In „overig Nederland" is een onderzoek
ingesteld in drie categorieën van gebieden'
1) de zogenaamde expulsiegebieden, waar
de vertrekkenden grotendeels worden af
gestoten naar werkgelegenheidscentra op
grote afstand (Groningen, Friesland,
Drente, N.O. Overijsel, Zeeland, de „kop"
van Noord-Holand en West- Friesland:
2) gebieden, waar de natuurlijke aanwas
der beroepsbevolking voor de periode
19471970 het dubbele of meer zal be
dragen van het landsgemiddelde (een
krans van gemeenten rondom Eindhoven
Helmond en de Limburgse Peel); 3) gebie
den, waar omvangrijke ruilverkavelingen
T£ STIMULEREN /NOUS TR/t KERNEN PER GEB/EO
INCIDENTEEL TE STIMULEREN KERNEN
O-A GEEN INDUSTRIE TERREINEN MEER BESCHIKBAAR
Drente bezit 54 hunebedden, verspreid
over de gehele provincie. Vroeger is er
weinig aan hun onderhoud gedaan, zodat
deze monumenten uit het grijs verleden
over het algemeen een verwaarloosde in
druk maakten. Het provinciaal bestuur
van Drente heeft enige jaren geleden be
sloten, hierin verbetering te brengen. Spe
ciale diensten zullen ervoor zorgen, dat
alle hunebedden in de oorspronkelijke
staat worden gebracht.
Bij het laatste onderzoek is aan het
licht gekomen, dat bijvoorbeeld van het
provinciaal hunebed in Loon bij Assen de
zware deksteen van de zijstenen is gewor
pen en dat van het hunebed te Balloo de
veldkei, waarop het bronzen kentekenbord
is aangebracht schuin is afgebroken en in
een sloot geworpen. Onder het hunebed
van Zeyen (Vries) hebben jagers of stro
pers naar een konijnen- of vossenhol ge
graven.
Bij een ander hunebed in Anloo werd in
de grafkelder gegraven, hetgeen verzak
king van de stenen tengevolge kan heb
ben. Een onderzoek naar dit vandalisme
wordt ingesteld.
gaande zijn of zullen beginnen (de IJsel-
delta, een deel van de Veluwekust en
enkele gebieden tussen de grote rivieren).
Minister Zijlstra zal een concreet voorstel
betreffende de op grond van dit onderzoek
te nemen maatregelen doen in de Memorie
van Toelichtihg op de begroting van Eco
nomische Zaken voor 1959. Hij denkt hier
bij aan verbetering van het algemene „kli
maat", en aan speciale stimulerende maat
regelen.
V ervroegingsbij drage
Het klimaat voor de industrialisatie kan
worden verbeterd door versnelde uitvoe
ring van regionale verbindingen, waarbij
de gedachten uitgaan naar een rijksbij
drage in de vervroegingskosten. Ten aan
zien van special& stimulerende maatrege
len kondigt de minister een nieuw systeem
aan. Volgens deze opzet ontvangt de on
dernemer bij aankoop (of verwerving in
erfpacht) van gemeentelijk industrieter
rein in bepaalde ontwikkelingskernen een
reductie, doordat het rijk vijftig percent
van de prijs aan de gemeente betaalt op
voorwaarde, dat de ondernemer op zijn
minst een vijfde gedeelte van het terrein
te eigen behoeve direct met industriële
bedrijfsruimte bebouwt.
Als onderdeel van de Opbouwdag 1958
heeft de staatssecretaris van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, mr. R. G. A.
Höppener maandagmiddag in het Bouw
centrum te Rotterdam de tentoonstelling
geopend, die is ingericht ter gelegenheid
van het vijftigjarig bestaan van de Bond
van Nederlandse Architecten.
In zijn toespraak herinnerde mr. Höppe
ner er aan dat het eerste ontwerp voor
een architectenwet gestrand is en dat de
B.N.A. onlangs een andere ontwerp-archi-
tectenwet bij hem ingediend heeft. Dit
ontwerp is van zulk een belangrijke strek
king, aldus mr. Höppener, dat het ernsti
ge bestudering verdient, waarmee zijn de
partement nog niet gereed is. Hij beloof
de echter te streven naar een zo snel mo
gelijke bestudering van dit ontwerp ten
departemente.
„Bouwen in karikatuur"
De bijeenkomst werd besloten met het
bekend maken van. de winnaars van de
door de Stichting Bouw uitgeschreven
prijsvraag „Bouwen in karikatuur".
De heren F. J. Bukkens, Vlissingen, G.
C. M. Wiegel, Den Haag, en B. Bouman,
Amsterdam moesten samen de eerste,
tweede en derde prijs delen. Zij ontvin
gen elk een bedrag van 400.-.
De heren H. K. Brik, Gorinchem, G. C.
M. Wiegel, Den Haag en A. Misset, Haar
lem, kregen ieder een eervolle vermelding
alsmede f 100.- elk, terwijl de heer W*s_
gel bovendien de B.N.A.-prijs verwSc,L