In bollenstreek moet industrialisatie beperkt worden gehouden „Simulerende" milicien stierf aan te laat herkende ziekte Missie en zending op Nederlands Nieuw-Guinea Tegen aantasting van zeer kostbare bollengronden moet worden gewaakt Vader verwijt militaire artsen onvoldoende medische zorg 4 IN BLOEMBOLLENTUIN VAN WEST-EUROPA Examens Faillissementen Amerikanen brachten valse dollarbiljetten in omloop BRIEF AAN DE REDACTIE Helmen voor de B.B. zijn in orde bevonden Wijziging van de wet op het Nederlanderschap Circo Espanol in Beverwijk Burgerlijke Stand van Velsen DONDERDAG 5 JUNI 1958 Utrecht. De heer J. A. Kanters is gepromoveero tot doctor in de wis- en natuurkunde op het proefschrift getiteld: „Het al of niet voorkomen van glutamal-5 en asparal-4-resten in eiwitten". Groningen. Doctoraalexamen economische we tenschappen: H. Dobbe, Groningen (cum laude). Kandidaatsexamen geneeskunde II adames W. J. Klein Lebbink, Vorden; J. Praamsma, Gronin gen; E. C. Wessels, Groningen; heren T. Feyling, Eidanger (Noorw.); K. B. Lykken, Oslo (Noorw.); W. P. Oudendijk, Almelo; C.A. ter %Weeme, Nede. Kandidaatsexamen rechtsgeleerdheid: E. van Antwerpen, Meppel. De ontwikkeling van de bloembollenstreek vertoont het beeld van een in het algemeen gezonde gemeenschap met verschillende mogelijkheden tot verdere ontwikkeling. De twee voornaamste van deze mogelijkheden zijn: een verder gaande industrialisatie en een ontwikkeling als woongebied voor forensen. Zowel de industrialisatie als een vergroting van de woonfunctie dienen echter te worden beperkt. Zouden deze te grote kansen krijgen, dan zou het belang van de bollen teelt en mede dat van het vreemdelingenverkeer in ernstige mate worden geschaad. De voornaamste functie van de bollenstreek blijft die van „bloem- bollentuin" van West-Europa, wat voor de nationale economie van niet te onder schatten betekenis is. Aldus valt te lezen in een rapport over de sociaal-economi sche structuur en de stedebouwkundige problemen van de bollenstreek. Dit rapport bevat een overvloed aan gegevens betreffende de bevolking, de bloem bollenteelt, de arbeidsvoorziening, de nijverheid, de landschappelijke waarde van de streek, alsmede prognoses over de toekomstige ontwikkeling. Het rapport is uitgebracht door het Eco- nomisch-Technologisch Instituut voor Zuid. Holland, en de afdeling streekonderzoek van het Landbouw-Economisch Instituut, met medewerking van het Instituut Stad en Landschap van Zuid-Holland. Het is het resultaat van een onderzoek, ingesteld in opdracht van de gemeentebesturen van Hillegom, Lisse, Sassenheim, Noordwijk, Noordwijkerhout, Voorhout en Warmond. Over deze gemeenten zijn afzonderlijke rapporten uitgebracht. Het 132 pagina's tel lende streekrapport vormt een samenvat tend overzicht van deze afzonderlijke stu dies. De typische welvaartsproblemen, zoals die zich in andere streken voordoen, ont breken in de bollenstreek vrijwel. De werkgelegenheid heeft zich bevredigend ontwikkeld en voorzover de eigen streek niet in staat is alle beschikbare werkkrach ten op te nemen, kunnen deze elders een bestaan vinden. Het ontwikkelingspeil van de bloembollencultuur is in grote lijnen zeer goed te noemen. Het inkomensniveau ligt over het algemeen op een hoog peil. De detailhandel maakt een gezonde indruk. De industrie geeft blijk van een vrij grote expansiedrang. Bij het sociaal-economisch onderzoek in de bollenstreek zijn echter enkele vraag stukken naar voren gekomen, die om een oplossing vragen. Met name worden ge noemd de ontsluiting van het westelijk deel van de streek, alsmede de geringe mate, waarin de gemeenten een eigen ver zorgende functie kunnen ontplooien als gevolg van de nabijheid van steden als Haarlem en Leiden. Voorts worden enkele onvolkomenheden in de veehouderij en in de familiebedrijven in de bollenteelt ge constateerd. De bloembollencultuur is aan deze streek gebonden en kan nauwelijks naar andere delen van het land worden verplaatst. Daarom zal het noodzakelijk zijn in de bollenstreek zo gunstig mogelijke bestaans voorwaarden voor het behoud van de cul tuur te scheppen. Het-gevaar bestaat, dat eeri verdere ontplooiing van andere be drijfstakken, met name de industrie, op het bloembollenbedrijf een ongunstige in vloed zal uitoefenen. Als de krokussen bloeien, maakt de bollenstreek zich ieder jaar weer op om de duizenden bezoekers te ontvan gen, die in de „bloembollentuin van West-Europa" enkele uren verpozing komen zoeken. Zijn de laatste tulpen uitgebloeid, dan heeft de streek niet zo veel aantrekkelijks meer te bieden. Verfraaiing van het landschap is daarom gewenst. De Haarlemse rechtbank heeft in staat van faillissement verklaard: S. Polak, koopman, Tolweg 12 te Zandvoort. Rech- ter-commissaris: mr. H. G. Rambonnet en curator mr. B. J. de Boer, advocaat en procureur te Haarlem, Wilhelminastraat 5. Wegens het verbindend worden van de enige uitdelingslijst is geëindigd het fail lissement van de n.v. Haarlemse Pluim vee- en Veevoederfabriek voorheen A. Kroonstuiver, gevestigd en kantoorhou- dende Lange Heerenvest 114 te Haarlem. Rechter-commissaris: mr. H. J. M. Cokart. Curator: mr. F. J. D. Theyse jr., advocaat en procureur te Haarlem, Kenaupark 29. Bij beschikking van de rechtbank is aan de vennootschap onder firma Scheeps- reparatie- en Montagebedrijf „Henfer" voorheen K. Metzelaar, Industriestraat 5 te IJmuiden en haar vennoten Koen Met zelaar industrieel, Julianakade 19 te IJmuiden, voorlopig surséance van be taling verleend, met benoeming van mr. dr. F. A. Bijvoet, advocaat en procureur te Haarlem, Ged. Oude Gracht 54, tot be windvoerder. Het verhoor van de schuld eisers is bepaald op maandagmiddag 15 september. Bij beschikking van de rechtbank werd gehomologeerd het akkoord, aangeboden in de surséance van betaling van Lucas Fontijn, handelende onder de naam Ju liana Shipstores, Kanaalstraat 63 te IJmui den. Bewindvoerder mr. H. J. Pot, advo caat en procureur te Haarlem, Ged. Oude Gracht 92. Een beschouwing wordt geleverd over de positie van de bollenstreek in de randstad Holland. De opkomst van de industrie in de streek is slechts mogelijk geworden door de ligging van de streek in deze rand stad. De nabijheid van grote steden en van de scheepvaartcentra is voor de ontwikke ling van de bloembollencultuur eveneens van belang geweest. A antrek kings kracht Door de ligging tussen grote stedelijke centra oefent de streek echter een grote aantrekkingskracht uit als vestigingsplaats voor industrieën. Een eventuele industria lisatie zal niet ten koste van de bloem' bollenteelt mogen gaan. Het grootste ge deelte van de beschikbare gronden is na melijk geschikt voor de bollenteelt. Deze komen niet in aanmerking voor in dustrievestiging. De industrialisatie is voor een harmoni sche ontwikkeling van de streek wenselijk, doch slechts in een beperkte omvang. Voor het grootste gedeelte zal de industrievesti ging langs de Rijksstraatweg in de dorpen Hillegom, Lisse of Sassenheim moeten geschieden. Ook Noordwijkerhout biedt mogelijkheden voor een beperkte in dustrialisatie. In totaal zal voor 30003500 arbeiders in de nabije toekomst industriële werkgelegenheid moeten worden gevonden. De streek is eenzijdig op de bloem bollencultuur georiënteerd, zodat conjunc turele schommelingen zich hier sterk laten voelen. Men heeft 1263 bollenbedrijven ge teld, van welke de grootste zich in de gemeenten Hillegomr, Lisse en Sassenheim bevinden. Economisch gezien zijn deze drie gemeenten dan ook van de meeste beteke nis. De gemiddelde grootte van de bedrij ven bedraagt 2.7 ha. Slechts elf percent van de bedrijven is groter dan vijf ha. De z.g. gezinsbedrijven zijn verreweg in de meerderheid en vormen tachtig percent van het totaal. Deze gezinsbedrijven komen hoofdzakelijk in de westelijke gemeenten (Noordwijk, Voorhout, Noordwijkerhout) voor. Uit een beschouwing over de Welstand kan men afleiden, dat de oostelijke ge meenten ook in dezé ér het beste voor staan. Het gemiddelde inkomen per in woner ligt hier hoger dan dat voor het gehele land. In de westelijke gemeenten, j waar de kleine gezinsbedrijven zijn geves j tigd, is dit echter niet het geval. De handel concentreert zich in de dorpen Hillegom, Lisse en Sassenheim, waar 285 exporteurs wonen tegen 82 in de rest van het gebied. Voor de export is Hillegom met zijn 143 exporteurs van de grootste betekenis. De eenzijdige oriëntering van de streek op de bloembollencultuur heeft bij een economische crisis echter haar nadelen. Dit is gebleken tijdens de crisis in de dertiger jaren, toen men de bloembollen niet kon afzetten en de prijzen sterk daalden. Goede werkgelegenheid De werkgelegenheid en de arbeidsvoor ziening blijken gunstig op elkaar te zijn afgestemd. Volgens gegevens van 1954 zijn in de bestudeerde gemeenten 3600 bollen- arbeiders geregistreerd, van wie 81 percent een vast dienstverband heeft en negentien percent als los arbeider werkzaam is. Tij dens de hoogconjunctuur is er sprake ge weest van een krappe personeelsbezetting. Hierdoor ging men er toe over de vaste personeelskern zoveel mogelijk uit te brei den. Voor het beroep van boqenarbeider bestaat voldoende toevloeiing van jonge krachten. Doordat het kindertal over het algemeen groot is, wordt vaak de indruk gewekt, dat slechts een klein aantal kinderen belangstelling voor het bloem bollenbedrijf hebben. Een vrij groot aantal jongeren kiest echter nog steeds het bol- lenvak. Wel is na de oorlog de afvloeiing naar andere bedrijfstakken toegenomen. Gezien de natuurlijke bevolkingsaanwas, die groter is dan in het gehele land, is dit gewenst en zelfs noodzakelijk. Het is daar om een gelukkig verschijnsel, aldus het rapport, dat vele zoons naar een uitgebreid lagere of een lagere technische school gaan Van een „vlucht uit het bollenvak" is echter geen sprake. De werkgelegenheid vertoont de laatste jaren een dalende tendens als gevolg van de mechanisatie. Door de technische ontwikkeling zijn de vaste personeels- kernen vergroot, waardoor de seizoen werkloosheid is afgenomen. Ongeveer tien percent van de arbeiders is momenteel 's winters werkloos. Voor de kwekerszooons zal het nood zakelijk zijn, dat zij na de lagere school voortgezet niet-agrarisch onderwijs krijgen. Onder de kwekerszoons zijn er namelijk te weinig, die een beroep buiten het bollen vak kiezen. Er zijn teveel gegadigden voor een eigen bedrijf. Ongeveer dertig percent van de zoons van kleine kwekers blijken buiten de landbouw te werken, terwijl een afvloeiing van ongeveer zestig tot zeventig percent gewenst is. Ruim een vierde deel van de zoons, die buiten de landbouw werken, heeft geen verder onderwijs na de lagere school ont vangen. Zij verdienen dikwijls hun brood als ongeschoolde arbeider. Om de af vloeiing van de kwekerszoons goed te doen geschieden, is een betere beroepskeuze ge wenst. De opleidingsmogelijkheden voor beroepen buiten het bollenvak dienen te worden verbeterd. Gepleit wordt daarom voor de stichting van een lagere technische school. De mogelijkheden voor de bollenteelt tot uitbreiding van het areaal zijn vrij beperkt. In het Langeveld bij Noordwijkerhout zal nog een oppervlakte van honderd ha uit stekende bollengrond beschikbaar komen. Ongeveer 3600 arbeiders vinden in het bollenbedrijf werkIn de toekomst zal hun aantal door de voortschrijdende mechanisatie verminderen. Vooral de kwekerszoons zullen een niet-agra risch beroep moeten kiezen. Nu nog worden de bollen met de hand gerooid. In de toekomst zullen mogelijk ma chines de plaats van de arbeiders innemen. Kwekerszoons zullen hier mogelijkheden voor de stichting van een eigen bedrijf vinden. Hoewel de arbeidsvoorziening thans nog goed is, is het niet ondenkbaar, dat deze zich in de toekomst minder goed zal ont wikkelen. Zal het industriële beroep name lijk aantrekkelijker zijn dan dat van bol- lenarbeider, dan zal de afvloeiing naar de industrie te groot worden. Men zal zich met positieve maatregelen hiertegen te weer moeten stellen door te zorgen, dat het be roep van bollenarbeider minstens even aantrekkelijk is als het industriële beroep. De streek zal geen stedelijk karakter mo gen, daar het agrarische volksdeel dan in de minderheid raakt en het er voor de bollenteelt somber zal gaan uitzien. Voorts moet gewaakt worden tegen aan tasting van de cultuurgronden. Zowel voor de woningbouw als voor de industrie zullen gronden aan hun agrarische bestemming moeten worden onttrokken. Het gevaar van een sterke industrialisatie is vooral ge legen in een daarmee samenhangende be volkingstoeneming. Snelle groei Uit de cijfers blijkt, dat de natuurlijke aanwas in de bollenstreek aanmerkelijk sneller verloopt dan in ons land als geheel In verhouding tot andere delen van het land ligt het geboorteniveau namelijk hoog. Verwacht wordt, dat de bevolking van de streek tot 1980 met bijna dertigduizend mensen zal zijn toegenomen en dan ruim honderdduizend zal bedragen. Geschat wordt, dat de beroepsbevolking in 1980 uit ruim veertigduizend personen zal bestaan. Een gedeelte van de bevolkingsaanwas zal voor de werkgelegenheid afvloeien naar de industriële centra. Veelal zal men echter in de geboorteplaats blijven wonen. Toenemend verkeer Het vreemdelingenverkeer in de bollen streek steunt op de aantrekkingskracht van de bloeiende bollenvelden. Duizenden komen in hët voorjaar van de bloeiende velden genieten. Een bezwaar is. dat de teelt hoofdzaak blijft en de bloemen spoe dig worden „gekopt". De Keukenhof komt echter in belangrijke mate aan dit bezwaar tegemoet. De directe economische betekenis van dit toerisme voor de bollenstreek is slechts van beperkte betekenis. Een groot deel van de uitgaven, die door de (vooral buiten landse) toeristen in de horecabedrijven worden gedaan, komen aan bedrijven in de grote steden ten goede. Noordwijk, dat als badplaats over een uitgebreide accom modatie aan hotels en restaurants beschikt, profiteert echter wel in sterke mate van de toeristenstroom. In nationaal opzicht moet dit toerisme als zeer belangrijk worden gezien. Het be zoek valt namelijk geheel buiten het eigenlijke toeristenseizoen, zodat het een belangrijke bijdrage levert tot een betere bezetting van de op het vreemdelingen verkeer georiënteerde bedrijven. Maat regelen, die de aantrekkelijkheid van de streek (vooral buiten de bloeiperiode van de bollen) verhogen en het vreemde lingenverkeer 'Stimuleren, zijn niet alleen voor de streek, maar voor het gehele land van grote betekenis. Hierbij wordt gedacht aan verbetering van de wegen en de verfraaiing van het landschap. Langs de wegen zouden hier en daar rustpunten moeten worden ge schapen. In de vorm van een zwem- en zonnebad zou een massaal rustpunt tot stand kunnen komen. Ten westen van het Langeveld komt een strook grond voor dagrecreatie. Hier zullen ook tenten kun nen worden opgeslagen. Voorts bestaat het plan aan de Ruigenhoek een kampeer terrein aan te leggen. Bij Noordwijk zou een nieuwe slag naar zee tot stand kun nen komen, die voorzien van een goede accommodatie een groot deel van het dagbezoek zal kunnen opvangen. Bij de bespreking van de verkeers situatie wordt gepleit voor een verlich ting van de drukke rijksweg Haarlem- Leiden. Voor het doorgaande verkeer van de Velser tunnel af in de richting Den Haag zal hiertoe ten oosten van de Ring vaart een nieuwe weg tot stand moeten komen. Er moet op worden gerekend, dat het recreatieverkeer aanzienlijk zal toe nemen. Met het oog op de uitbreidende dorpskernen moet worden gezorgd voor goede omleidingswegen in beide richtin gen. Ter hoogte van de dorpen moeten uiteraard goede aansluitingen op de ooste lijke rijksweg worden gemaakt. Verbete ring van de oost-west-verbinding is even eens gewenst. Door verbetering van het wegenstelsel kan het onderlinge contact tussen de dorpen alsmede het contact tus sen de streek en de omliggende gebieden worden verbeterd. Over het verzorgende bedrijfsleven zegt het rapport, dat bepaalde delen hiervan slecht zijn ontwikkeld. De omzetten per hoofd van min of meer duurzame ge bruiksartikelen ligt aanmerkelijk bij het landsgemiddelde ten achter. Dit is uiter aard een gevolg van de zuigkracht der omliggende steden. Het is te verwachten, dat deze zuigkracht nog in belangrijke mate zal toenemen. De ontwikkeling van het personenvervoer zal het bezoek aan deze steden nog stimuleren. De mate waar in de streek zich tegen deze ontwikkeling kan verzetten hangt in de eerste plaats af van het tempo van de bevolkings aanwas. Door een verbetering van de onderlinge verbindingen tussen de dorpen wordt een grotere mogelijkheid voor een eigen, secundair centrum van enige be tekenis voor de bollenstreek geschapen. Tenslotte wordt gesteld, dat het onge wenst is de ontwikkeling van de bollen streek als woon- en werkgebied te stimu leren. De mogelijkheden van dorpsuitbrei ding zjjn namelijk beperkt. Hoe sneller het inwonertal stijgt, hoe eerder het moment zal zijn aangebroken, dat de bollengrond zal moeten worden aangetast. De bevol king zal daarom niet sneller mogen groeien dan de natuurlijke aanwas. Voor een deel kan deze bevolkingsgroei samengaan met een uitbreiding van de industrie, voor een ander deel zal deze leiden tot een toe neming van het forensisme. Indien de in dustrialisatie van beperkte omvang blijft, is er weinig gevaar, dat de ontwikkeling niet in de hand kan worden gehouden, aldus het rapport. ft (Speciale berichtgeving) De centrale raad van beroep in Utrecht afdeling pensioenen, heeft vanochtend uil- spraak gedaan in de zaak van de heer R M. van Dijk te Utrecht, naar aanleiding van diens verzoek om schadevergoeding wegens het overlijden van zijn zoon Hen drik tijdens diens militaire dienst. Dit overlijden zou volgens de eiser het gevolg zijn geweest van onvoldoende medische verzorging. Nadat de jonge man op 5 augustus 1955 in militaire dienst was gekomen, deden er zich bij hem reeds spoedig verschijn selen van depressieve aard voor, waaraan, volgen de ouders van de jongen, geen of althans niet voldoende aandacht werd ge schonken. Op verzoek van de ouders schreef de huisarts van de familie Van Dijk, dr. O., naar de militaire arts in Breda waar de jongen gekazerneerd was, met het verzoek nauwkeurig op de gezondheids toestand van de milicien Van Dijk toe te zien. Een gelijkluidend schrijven ging enige tijd later naar de chef van de Ge neeskundige Dienst in Den Haag, maar op geen van beide brieven werd door de be trokken instanties geantwoord. Ziender ogen verergerde de toestand van de jonge man, waarna een militair psychiater een onderzoek instelde. Deze concludeerde dat de milicien Van Dijk simuleerde en dat zijn „ziekelijke houding" was toe te schrij ven aan slapheid van karakter. Een diag nose, welke door een militaire neuroloog werd bevestigd en kort nadien ook door een Utrechtse professor. Toen de jongeman tenslotte na vele ver wikkelingen in april 1956 in het militair hospitaal te Utrecht werd opgenomen, bleek hij lijdende te zijn aan de ziekte van Hodgkin (een ernstige aandoening van lymphklieren en milt). Hij stierf op 26 no vember 1956. Mr. Ter Laan, pleitbezorger voor de heer De rechtbank te Rotterdam heeft twee Amerikaanse zeelieden, de 46-jarige F. F N. en de 44-jarige R. R. F., beiden uit New York, ieder veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. Zij hadden omstreeks 27 maart van dit jaar in Amsterdam en Rotterdam valse 20-dollarbiljetten in omloop gebracht. De eis was tegen beiden een jaar gevangenis met aftrek. 38» In uw artikel „Overzees gebied" onder de rubriek „Van dag tot dag" j.l. 30 mei toont u zich lichtelijk geïrriteerd over het in het Parlementaire N.G.-rapport gecon stateerde tegengestelde standpunt van de Zending en de Missie op N.G., ten aanzien van de voertaal aldaar. De Zending zou voor Maleis en Nederlands naast elkaar, en de Missie enkel voor het Nederlands geporteerd zijn. U stelt de vraag, wat bei den dan feitelijk met dit probleem uit staande hebben. Met het strijdvoeren over vraagstukken, die direct met de verant woordelijkheid van het Koloniale bewind verbonden zijn, zouden Zending en Missie buiten hun boekje gaan van de eigen direct» opdracht om een bepaalde geloofs overtuiging te moeten verkondigen. In welke taal dit gebeuren moet, zou nergens in de boodschap van het Evangelie dwin gend voorgeschreven zijn. Tot zover een samenvatting van uw gedachtengang op dit punt. Inderdaad, de Bijbel schrijft geen bepaalde taal voor om speciaal daarin de Evangelieboodschap door te geven. Wel wordt aangedrongen op een duidelijke taal, die spreekt tot „verstand en hart". Vandaar dat mannen als Adriani en Kruyt dan ook met klem aandrongen op bestu dering en h-ndhaving, waar mogelijk, van de streektalen. Het probleem voor N.G. is echter de tientallen streektalen, gedurig door slechts zeer kleine gemeenschappen gesproken. Daarom zond het Ned. Bijbel genootschap van 1936'40 dr. J. Held naar N.G., met de opdracht om na te gaan of eventueel één of meerdere talen van een eigen gebied tot algemene taal verheven zou kunnen worden en deze dan te ge bruiken in de sfeer van kerk en school. (Dit dus in verband met Bijbelvertaling, taal in de godsdienstoefening, de voertaal op de scholen). Dr. Held heeft echter moeten consta teren, dat dit niet mogelijk was. Daarom Een hond verzorgt in circus Krone te Hannover twee moederloze tijgerwel pen, die kort na hun geboorte wees werden. De directie van het circus deed een beroep op de bevolking voor een pleegmoeder te zorgen. Binnen enkele uren kon men een keus maken. werd door de Zending (en naar ik mee.i ook door de Missie, hoewel hier het taal probleem voor kerkelijk gebruik enigszins anders ligt) doelbewust gekoerst in de richting van Maleis als lingua franca voor kerk en school. Een lijn, die men feitelijk allang volgde. Geheel in overeenstemming met het Gouvernement. Waar Zending cn Missie het allergrootste aantal scholen op N.G. in beheer had (en heeft) was het van groot belang, dat in deze dus volkomen gelijke gedragslijnen werden gevolgd. Het moet voor ieder duidelijk zijn, dat het taalvraagstuk, speciaal in de vorm, waarin het op N.G. naar voren komt, Zending en Missie wel degelijk raakt, ook in het meest essentiële vlak van haar directe opdracht en arbeid. Indien in de naoorlogse periode hier echter andere factoren in werking treden en verschil van inzicht ontstaat dan ligt de oorzaak hiervan voornamelijk in de andere verhouding, waarin N.G. tot het overige deel van het voormalige Ned.- Indië is komen te staan. Een opzettelijke en algemene invoering van het Nederlands als lingua franca (om gangstaal) zou de meest ingrijpende con sequenties inhouden voor Zending en Missie in haar kerkelijke en schoolarbeid. Het zou een artikel op zichzelf vragen om hier iets dieper op in te gaan. Kerk en Missie staan dan ook in haar volste recht als zij zich over dit vraagstuk bezinnen en aan de discussie hierover deelnemen. Om hier zonder meer een verwijt aan Zending en Missie te maken, lijkt mij tè simplistisch geredeneerd, tenzij bepaalde feiten naar voren gebracht worden ter illustratie en fundering van dit verwijt. Op N.G. draagt de Overheid te veel ge zamenlijk met Zending en Missie verant woordelijkheden, vooral op het terrein van de school, dan dat men aan Zending n Missie zonder meer het recht zou mogen ontzeggen om zich mede te bezinnen in zake het taalprobleem, tenslotte niet het minst ook, omdat de taal op school onder wezen, van zo'n grote invloed is voor de omgangstaal in de prediking en in de ziel zorg van Kerk en Missie. H. v. d. BRINK, pred. van Makassar (met verlof). ft Van Dijk, gaf toe, dat formeel gezien het verzoek voor schadevergoeding niet voor inwilliging vatbaar was, omdat de jonge man geen kostwinner was. Hij betreurde het dat de militaire administratie het ver zoek om schadevergoeding als pensioen aanvrage had opgevat en dat men de heer Van Dijk niet had geadviseerd, de genoeg doening voor het gebeurd^ langs een an dere weg te zoeken. Na te hebben vast gesteld, dat hij het ook „geen gelukkige zaak" vond, zette mr. Koolhoven, gevol machtigde van de minister van Oorlog, uiteen, dat de militaire administratie het verzoek van de vader om smartegeld als een aanvraag om pensioen had gezien, een verzoek, dat men om formele redenen moest afwijzen. De centrale raad beves tigde de beslissing, genomen bij Konink lijk Besluit van 5 november 1957, en ver klaarde klager niet ontvankelijk in zijn vordering hem smartegeld toe te kennen. De minister van Binnenlandse Zaken, de heer A. Struycken, heeft geantwoord op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Ritmeester (VVD) omtrent de deugdelijkheid van de helmen die bij de Bescherming Bevolking in gebruik z.jn. De minister bevestigt, dat hij een on derzoek heeft gelast om de voorraad hel men, die ten behoeve van de B.B. in voor raad zijn, op hun deugdelijkheid te be proeven. Deze inspectie heeft drie soor ten helmen betroffen, een partij van 97.000 Engels model, die na revisie door het De pot Retourgoederen in Woerden door be middeling van het D.M.L. van de Konink lijke Landmacht is overgenomen; een an dere partij van 13869 stuks van deze hel men die uit dumps zijn aangekocht, en een partij van 114600 stuks stalen helmen, die door bemiddeling van het D.M.L. van de n.v. Verenigde Blikfabrieken is afgeno men. De minister bevestigt ook, dat in de helmen uit de partij uit Woerden geen goed- keuringsmerk voorkomt In de partij van de n.v. Vereenigde Blikfabrieken komt dit merk wel voor. De eisen die aan deze helmen gesteld zijn, zo antwoordt de minister verder, zijn grotendeels dezelfde als die voor de levering van legerhelmen gelden. De keu ring geschiedde door het D.M.L.-perso- neel door middel van schietproeven en vi suele keuring. De zgn. „valproef" bleef buiten het leveringscontract. De helmen zijn later opnieuw gekeurd door middel van mathematische steekproeven. De her keurde exemplaren voldeden zonder uit zondering aan de eisen, die de arbeidsin spectie stelt ten aanzien van veiligheids helmen in gebruik bij bouwwerken, hoog ovens enzovoort. In de rijksgebouwen waar meer dan dertig personen werken zijn de rijksamb tenaren die bij de bedrijfsbeschermings- ploegen zijn ingedeeld, uitgerust met ver schillende soorten helmen, waaronder fi berglashelmen. Het is de minister niet be kend, of over deze fiberglashelmen over leg is gepleegd met militaire deskundigen. Vanwege het grote aantal soorten van de ze fiberglashelmen, kan de minister niet ingaan op vragen van de heer Ritmees ter, over gespecifieerde deugdelijkheids- proeven met deze helmen. In het ontwerp van wet tot wijziging van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap wordt voorgesteld, de mo gelijkheid te openen dat de Nederlandse echtgenote van een niet-Nederlandse man na overlijden van de man naturalisatie kan aanvragen voor haar minderjarige kinderen. Enige leden der Eerste Kamer hebben nu in het voorlopig verslag over dit wetsont werp gevraagd of deze regeling ook geldt voor de gevallen, dat de man staande het huwelijk voor het Indonesische staatsbur gerschap heeft geopteerd, waardoor de echtgenote en de minderjarige kinderen het Nederlanderschap verloren hebben. Zij vroegen voorts of de regeling ook van toe passing is op de kinderen die in het jaar, voorafgaande aan de naturalisatieaanvraag, 21 jaar worden. Een omslachtige en kost bare naturalisatie procedure zou daarvoor vermeden kunnen worden. Binnenkort zal het Circo Espanol op zijn tournee door Nederland ook Bever wijk aandoen en daar voorstellingen ge ven van maandag 9 tot en met woensdag 11 juni op het Kennemerplein. Het Circo Espanol dat voor de eerste maal ons land bereist, biedt een program ma van Spaanse circuskunst onder het motto „Een circusfeest uit het zonnige zuiden. Diverse internationale circusattracties o.a. jongleurs, vliegende mensen, trapezis- ten, jockey's, clowns, koorddanseressen, antipode-spelen, een grote groep cowboys en cowgirls in hun rodeo-show, een groep Berberleeuwen gepresenteerd door een Spaanse schone, diverse dierengroepen o.a. een mooie collectie vrijheidspaarden, moderne en klassieke hogeschoolrijkunst gecompleteerd door Spaanse flamenco zangers, gitaristen en zigeunerdansen vor men gezamenlijk dit programma. Deze show wordt gebracht in een tent, welke plaats biedt aan ongeveer 3000 toe schouwers. BEVALLEN: M. van Beilen-Oudendijk, d., Cu- ragaostrat 22. Santpoort; J. P. Groeneveld-Wes- trate, d., Tuindersstraat 49, IJmuiden (oost); M. C. Komen-Bodt, z., Minahassastraat 22, Haarlem; F. J. Smit-Van Croonenborg, z„ Spaarnestraat 119, IJmuiden; J. A, Stam-Wijker, d., Koningin Wilhelminakade 49, IJmuiden; H. M. Boeser-De Wit, z„ Oranjestraat 85, IJmuiden; M. van der Feen-Van Oort, z., Roerdompstraat 1 bv., Haar lem; W. C. Dekker-Molenaars, d„ Zwaanstraat 39, IJmuiden; H. den Blaauwen-Westra, z., Santpoor terplein 12, Haarlem; D. Selderijk-Kint, d., Fa zantenlaan 37, IJmuiden (oost); K. Snoeks-Guijt, z„ De Ruijterstraat 22, IJmuiden (oost); J. Paap- Schol, z., De Roemerstraat 12, IJmuiden; C. C. Kok-Verduin, d., Acasiastraat 22. IJmuiden (oost); D. A. Oldenburg-Peeters, z„ Frans Halsstraat 1, IJmuiden (oost); D. L. Reems-Turel, d., Schulp weg 51, Velsen (noord); P. M. Huvtink-Sanberg, 2xd.. Van Moerkerkenstraat 1, Haarlem. OVERLEDEN: K. Woord, 17 jaar. Wijk no. 42 te Urk; H. A. M. Bent, 83 jaar, weduwe van B. A. Korner, Charl. de Bourbonlaan 16, Santpoort (st.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 6