In bollenstreek moet industrialisatie
beperkt worden gehouden
„Simulerende" milicien stierf
aan te laat herkende ziekte
Missie en zending op
Nederlands Nieuw-Guinea
Tegen aantasting van zeer kostbare
bollengronden moet worden gewaakt
Vader verwijt militaire artsen
onvoldoende medische zorg
4
IN BLOEMBOLLENTUIN VAN WEST-EUROPA
Examens
Faillissementen
Amerikanen brachten valse
dollarbiljetten in omloop
BRIEF AAN DE REDACTIE
Helmen voor de B.B. zijn
in orde bevonden
Wijziging van de wet op het
Nederlanderschap
Circo Espanol in Beverwijk
Burgerlijke Stand
van Velsen
DONDERDAG 5 JUNI 1958
Utrecht. De heer J. A. Kanters is gepromoveero
tot doctor in de wis- en natuurkunde op het
proefschrift getiteld: „Het al of niet voorkomen
van glutamal-5 en asparal-4-resten in eiwitten".
Groningen. Doctoraalexamen economische we
tenschappen: H. Dobbe, Groningen (cum laude).
Kandidaatsexamen geneeskunde II adames W.
J. Klein Lebbink, Vorden; J. Praamsma, Gronin
gen; E. C. Wessels, Groningen; heren T. Feyling,
Eidanger (Noorw.); K. B. Lykken, Oslo (Noorw.);
W. P. Oudendijk, Almelo; C.A. ter %Weeme, Nede.
Kandidaatsexamen rechtsgeleerdheid: E. van
Antwerpen, Meppel.
De ontwikkeling van de bloembollenstreek vertoont het beeld van een in het
algemeen gezonde gemeenschap met verschillende mogelijkheden tot verdere
ontwikkeling. De twee voornaamste van deze mogelijkheden zijn: een verder
gaande industrialisatie en een ontwikkeling als woongebied voor forensen. Zowel
de industrialisatie als een vergroting van de woonfunctie dienen echter te worden
beperkt. Zouden deze te grote kansen krijgen, dan zou het belang van de bollen
teelt en mede dat van het vreemdelingenverkeer in ernstige mate worden
geschaad. De voornaamste functie van de bollenstreek blijft die van „bloem-
bollentuin" van West-Europa, wat voor de nationale economie van niet te onder
schatten betekenis is. Aldus valt te lezen in een rapport over de sociaal-economi
sche structuur en de stedebouwkundige problemen van de bollenstreek. Dit
rapport bevat een overvloed aan gegevens betreffende de bevolking, de bloem
bollenteelt, de arbeidsvoorziening, de nijverheid, de landschappelijke waarde van
de streek, alsmede prognoses over de toekomstige ontwikkeling.
Het rapport is uitgebracht door het Eco-
nomisch-Technologisch Instituut voor Zuid.
Holland, en de afdeling streekonderzoek
van het Landbouw-Economisch Instituut,
met medewerking van het Instituut Stad en
Landschap van Zuid-Holland. Het is het
resultaat van een onderzoek, ingesteld in
opdracht van de gemeentebesturen van
Hillegom, Lisse, Sassenheim, Noordwijk,
Noordwijkerhout, Voorhout en Warmond.
Over deze gemeenten zijn afzonderlijke
rapporten uitgebracht. Het 132 pagina's tel
lende streekrapport vormt een samenvat
tend overzicht van deze afzonderlijke stu
dies.
De typische welvaartsproblemen, zoals
die zich in andere streken voordoen, ont
breken in de bollenstreek vrijwel. De
werkgelegenheid heeft zich bevredigend
ontwikkeld en voorzover de eigen streek
niet in staat is alle beschikbare werkkrach
ten op te nemen, kunnen deze elders een
bestaan vinden. Het ontwikkelingspeil van
de bloembollencultuur is in grote lijnen
zeer goed te noemen. Het inkomensniveau
ligt over het algemeen op een hoog peil.
De detailhandel maakt een gezonde indruk.
De industrie geeft blijk van een vrij grote
expansiedrang.
Bij het sociaal-economisch onderzoek in
de bollenstreek zijn echter enkele vraag
stukken naar voren gekomen, die om een
oplossing vragen. Met name worden ge
noemd de ontsluiting van het westelijk
deel van de streek, alsmede de geringe
mate, waarin de gemeenten een eigen ver
zorgende functie kunnen ontplooien als
gevolg van de nabijheid van steden als
Haarlem en Leiden. Voorts worden enkele
onvolkomenheden in de veehouderij en in
de familiebedrijven in de bollenteelt ge
constateerd.
De bloembollencultuur is aan deze streek
gebonden en kan nauwelijks naar andere
delen van het land worden verplaatst.
Daarom zal het noodzakelijk zijn in de
bollenstreek zo gunstig mogelijke bestaans
voorwaarden voor het behoud van de cul
tuur te scheppen. Het-gevaar bestaat, dat
eeri verdere ontplooiing van andere be
drijfstakken, met name de industrie, op
het bloembollenbedrijf een ongunstige in
vloed zal uitoefenen.
Als de krokussen bloeien, maakt de
bollenstreek zich ieder jaar weer op
om de duizenden bezoekers te ontvan
gen, die in de „bloembollentuin van
West-Europa" enkele uren verpozing
komen zoeken. Zijn de laatste tulpen
uitgebloeid, dan heeft de streek niet
zo veel aantrekkelijks meer te bieden.
Verfraaiing van het landschap is
daarom gewenst.
De Haarlemse rechtbank heeft in staat
van faillissement verklaard: S. Polak,
koopman, Tolweg 12 te Zandvoort. Rech-
ter-commissaris: mr. H. G. Rambonnet en
curator mr. B. J. de Boer, advocaat en
procureur te Haarlem, Wilhelminastraat 5.
Wegens het verbindend worden van de
enige uitdelingslijst is geëindigd het fail
lissement van de n.v. Haarlemse Pluim
vee- en Veevoederfabriek voorheen A.
Kroonstuiver, gevestigd en kantoorhou-
dende Lange Heerenvest 114 te Haarlem.
Rechter-commissaris: mr. H. J. M. Cokart.
Curator: mr. F. J. D. Theyse jr., advocaat
en procureur te Haarlem, Kenaupark 29.
Bij beschikking van de rechtbank is aan
de vennootschap onder firma Scheeps-
reparatie- en Montagebedrijf „Henfer"
voorheen K. Metzelaar, Industriestraat 5
te IJmuiden en haar vennoten Koen Met
zelaar industrieel, Julianakade 19 te
IJmuiden, voorlopig surséance van be
taling verleend, met benoeming van mr.
dr. F. A. Bijvoet, advocaat en procureur
te Haarlem, Ged. Oude Gracht 54, tot be
windvoerder. Het verhoor van de schuld
eisers is bepaald op maandagmiddag
15 september.
Bij beschikking van de rechtbank werd
gehomologeerd het akkoord, aangeboden
in de surséance van betaling van Lucas
Fontijn, handelende onder de naam Ju
liana Shipstores, Kanaalstraat 63 te IJmui
den. Bewindvoerder mr. H. J. Pot, advo
caat en procureur te Haarlem, Ged. Oude
Gracht 92.
Een beschouwing wordt geleverd over de
positie van de bollenstreek in de randstad
Holland. De opkomst van de industrie in
de streek is slechts mogelijk geworden
door de ligging van de streek in deze rand
stad. De nabijheid van grote steden en van
de scheepvaartcentra is voor de ontwikke
ling van de bloembollencultuur eveneens
van belang geweest.
A antrek kings kracht
Door de ligging tussen grote stedelijke
centra oefent de streek echter een grote
aantrekkingskracht uit als vestigingsplaats
voor industrieën. Een eventuele industria
lisatie zal niet ten koste van de bloem'
bollenteelt mogen gaan. Het grootste ge
deelte van de beschikbare gronden is na
melijk geschikt voor de bollenteelt. Deze
komen niet in aanmerking voor in
dustrievestiging.
De industrialisatie is voor een harmoni
sche ontwikkeling van de streek wenselijk,
doch slechts in een beperkte omvang. Voor
het grootste gedeelte zal de industrievesti
ging langs de Rijksstraatweg in de
dorpen Hillegom, Lisse of Sassenheim
moeten geschieden. Ook Noordwijkerhout
biedt mogelijkheden voor een beperkte in
dustrialisatie. In totaal zal voor 30003500
arbeiders in de nabije toekomst industriële
werkgelegenheid moeten worden gevonden.
De streek is eenzijdig op de bloem
bollencultuur georiënteerd, zodat conjunc
turele schommelingen zich hier sterk laten
voelen. Men heeft 1263 bollenbedrijven ge
teld, van welke de grootste zich in de
gemeenten Hillegomr, Lisse en Sassenheim
bevinden. Economisch gezien zijn deze drie
gemeenten dan ook van de meeste beteke
nis. De gemiddelde grootte van de bedrij
ven bedraagt 2.7 ha. Slechts elf percent
van de bedrijven is groter dan vijf ha. De
z.g. gezinsbedrijven zijn verreweg in de
meerderheid en vormen tachtig percent
van het totaal. Deze gezinsbedrijven komen
hoofdzakelijk in de westelijke gemeenten
(Noordwijk, Voorhout, Noordwijkerhout)
voor.
Uit een beschouwing over de Welstand
kan men afleiden, dat de oostelijke ge
meenten ook in dezé ér het beste voor
staan. Het gemiddelde inkomen per in
woner ligt hier hoger dan dat voor het
gehele land. In de westelijke gemeenten,
j waar de kleine gezinsbedrijven zijn geves
j tigd, is dit echter niet het geval. De handel
concentreert zich in de dorpen Hillegom,
Lisse en Sassenheim, waar 285 exporteurs
wonen tegen 82 in de rest van het gebied.
Voor de export is Hillegom met zijn 143
exporteurs van de grootste betekenis.
De eenzijdige oriëntering van de streek
op de bloembollencultuur heeft bij een
economische crisis echter haar nadelen. Dit
is gebleken tijdens de crisis in de dertiger
jaren, toen men de bloembollen niet kon
afzetten en de prijzen sterk daalden.
Goede werkgelegenheid
De werkgelegenheid en de arbeidsvoor
ziening blijken gunstig op elkaar te zijn
afgestemd. Volgens gegevens van 1954 zijn
in de bestudeerde gemeenten 3600 bollen-
arbeiders geregistreerd, van wie 81 percent
een vast dienstverband heeft en negentien
percent als los arbeider werkzaam is. Tij
dens de hoogconjunctuur is er sprake ge
weest van een krappe personeelsbezetting.
Hierdoor ging men er toe over de vaste
personeelskern zoveel mogelijk uit te brei
den. Voor het beroep van boqenarbeider
bestaat voldoende toevloeiing van jonge
krachten. Doordat het kindertal over
het algemeen groot is, wordt vaak de
indruk gewekt, dat slechts een klein aantal
kinderen belangstelling voor het bloem
bollenbedrijf hebben. Een vrij groot aantal
jongeren kiest echter nog steeds het bol-
lenvak. Wel is na de oorlog de afvloeiing
naar andere bedrijfstakken toegenomen.
Gezien de natuurlijke bevolkingsaanwas,
die groter is dan in het gehele land, is dit
gewenst en zelfs noodzakelijk. Het is daar
om een gelukkig verschijnsel, aldus het
rapport, dat vele zoons naar een uitgebreid
lagere of een lagere technische school gaan
Van een „vlucht uit het bollenvak" is
echter geen sprake.
De werkgelegenheid vertoont de laatste
jaren een dalende tendens als gevolg van
de mechanisatie. Door de technische
ontwikkeling zijn de vaste personeels-
kernen vergroot, waardoor de seizoen
werkloosheid is afgenomen. Ongeveer tien
percent van de arbeiders is momenteel
's winters werkloos.
Voor de kwekerszooons zal het nood
zakelijk zijn, dat zij na de lagere school
voortgezet niet-agrarisch onderwijs krijgen.
Onder de kwekerszoons zijn er namelijk te
weinig, die een beroep buiten het bollen
vak kiezen. Er zijn teveel gegadigden voor
een eigen bedrijf. Ongeveer dertig percent
van de zoons van kleine kwekers blijken
buiten de landbouw te werken, terwijl een
afvloeiing van ongeveer zestig tot zeventig
percent gewenst is.
Ruim een vierde deel van de zoons, die
buiten de landbouw werken, heeft geen
verder onderwijs na de lagere school ont
vangen. Zij verdienen dikwijls hun brood
als ongeschoolde arbeider. Om de af
vloeiing van de kwekerszoons goed te doen
geschieden, is een betere beroepskeuze ge
wenst. De opleidingsmogelijkheden voor
beroepen buiten het bollenvak dienen te
worden verbeterd. Gepleit wordt daarom
voor de stichting van een lagere technische
school.
De mogelijkheden voor de bollenteelt tot
uitbreiding van het areaal zijn vrij beperkt.
In het Langeveld bij Noordwijkerhout zal
nog een oppervlakte van honderd ha uit
stekende bollengrond beschikbaar komen.
Ongeveer 3600 arbeiders vinden in het
bollenbedrijf werkIn de toekomst zal
hun aantal door de voortschrijdende
mechanisatie verminderen. Vooral de
kwekerszoons zullen een niet-agra
risch beroep moeten kiezen. Nu nog
worden de bollen met de hand gerooid.
In de toekomst zullen mogelijk ma
chines de plaats van de arbeiders
innemen.
Kwekerszoons zullen hier mogelijkheden
voor de stichting van een eigen bedrijf
vinden.
Hoewel de arbeidsvoorziening thans nog
goed is, is het niet ondenkbaar, dat deze
zich in de toekomst minder goed zal ont
wikkelen. Zal het industriële beroep name
lijk aantrekkelijker zijn dan dat van bol-
lenarbeider, dan zal de afvloeiing naar de
industrie te groot worden. Men zal zich met
positieve maatregelen hiertegen te weer
moeten stellen door te zorgen, dat het be
roep van bollenarbeider minstens even
aantrekkelijk is als het industriële beroep.
De streek zal geen stedelijk karakter mo
gen, daar het agrarische volksdeel dan in
de minderheid raakt en het er voor de
bollenteelt somber zal gaan uitzien.
Voorts moet gewaakt worden tegen aan
tasting van de cultuurgronden. Zowel voor
de woningbouw als voor de industrie zullen
gronden aan hun agrarische bestemming
moeten worden onttrokken. Het gevaar van
een sterke industrialisatie is vooral ge
legen in een daarmee samenhangende be
volkingstoeneming.
Snelle groei
Uit de cijfers blijkt, dat de natuurlijke
aanwas in de bollenstreek aanmerkelijk
sneller verloopt dan in ons land als geheel
In verhouding tot andere delen van het
land ligt het geboorteniveau namelijk hoog.
Verwacht wordt, dat de bevolking van de
streek tot 1980 met bijna dertigduizend
mensen zal zijn toegenomen en dan ruim
honderdduizend zal bedragen. Geschat
wordt, dat de beroepsbevolking in 1980 uit
ruim veertigduizend personen zal bestaan.
Een gedeelte van de bevolkingsaanwas zal
voor de werkgelegenheid afvloeien naar de
industriële centra. Veelal zal men echter
in de geboorteplaats blijven wonen.
Toenemend verkeer
Het vreemdelingenverkeer in de bollen
streek steunt op de aantrekkingskracht van
de bloeiende bollenvelden. Duizenden
komen in hët voorjaar van de bloeiende
velden genieten. Een bezwaar is. dat de
teelt hoofdzaak blijft en de bloemen spoe
dig worden „gekopt". De Keukenhof komt
echter in belangrijke mate aan dit bezwaar
tegemoet.
De directe economische betekenis van dit
toerisme voor de bollenstreek is slechts
van beperkte betekenis. Een groot deel van
de uitgaven, die door de (vooral buiten
landse) toeristen in de horecabedrijven
worden gedaan, komen aan bedrijven in
de grote steden ten goede. Noordwijk, dat
als badplaats over een uitgebreide accom
modatie aan hotels en restaurants beschikt,
profiteert echter wel in sterke mate van
de toeristenstroom.
In nationaal opzicht moet dit toerisme
als zeer belangrijk worden gezien. Het be
zoek valt namelijk geheel buiten het
eigenlijke toeristenseizoen, zodat het een
belangrijke bijdrage levert tot een betere
bezetting van de op het vreemdelingen
verkeer georiënteerde bedrijven. Maat
regelen, die de aantrekkelijkheid van de
streek (vooral buiten de bloeiperiode van
de bollen) verhogen en het vreemde
lingenverkeer 'Stimuleren, zijn niet alleen
voor de streek, maar voor het gehele land
van grote betekenis.
Hierbij wordt gedacht aan verbetering
van de wegen en de verfraaiing van het
landschap. Langs de wegen zouden hier
en daar rustpunten moeten worden ge
schapen. In de vorm van een zwem- en
zonnebad zou een massaal rustpunt tot
stand kunnen komen. Ten westen van het
Langeveld komt een strook grond voor
dagrecreatie. Hier zullen ook tenten kun
nen worden opgeslagen. Voorts bestaat
het plan aan de Ruigenhoek een kampeer
terrein aan te leggen. Bij Noordwijk zou
een nieuwe slag naar zee tot stand kun
nen komen, die voorzien van een goede
accommodatie een groot deel van het
dagbezoek zal kunnen opvangen.
Bij de bespreking van de verkeers
situatie wordt gepleit voor een verlich
ting van de drukke rijksweg Haarlem-
Leiden. Voor het doorgaande verkeer van
de Velser tunnel af in de richting Den
Haag zal hiertoe ten oosten van de Ring
vaart een nieuwe weg tot stand moeten
komen. Er moet op worden gerekend, dat
het recreatieverkeer aanzienlijk zal toe
nemen. Met het oog op de uitbreidende
dorpskernen moet worden gezorgd voor
goede omleidingswegen in beide richtin
gen. Ter hoogte van de dorpen moeten
uiteraard goede aansluitingen op de ooste
lijke rijksweg worden gemaakt. Verbete
ring van de oost-west-verbinding is even
eens gewenst. Door verbetering van het
wegenstelsel kan het onderlinge contact
tussen de dorpen alsmede het contact tus
sen de streek en de omliggende gebieden
worden verbeterd.
Over het verzorgende bedrijfsleven zegt
het rapport, dat bepaalde delen hiervan
slecht zijn ontwikkeld. De omzetten per
hoofd van min of meer duurzame ge
bruiksartikelen ligt aanmerkelijk bij het
landsgemiddelde ten achter. Dit is uiter
aard een gevolg van de zuigkracht der
omliggende steden. Het is te verwachten,
dat deze zuigkracht nog in belangrijke
mate zal toenemen. De ontwikkeling van
het personenvervoer zal het bezoek aan
deze steden nog stimuleren. De mate waar
in de streek zich tegen deze ontwikkeling
kan verzetten hangt in de eerste plaats
af van het tempo van de bevolkings
aanwas. Door een verbetering van de
onderlinge verbindingen tussen de dorpen
wordt een grotere mogelijkheid voor een
eigen, secundair centrum van enige be
tekenis voor de bollenstreek geschapen.
Tenslotte wordt gesteld, dat het onge
wenst is de ontwikkeling van de bollen
streek als woon- en werkgebied te stimu
leren. De mogelijkheden van dorpsuitbrei
ding zjjn namelijk beperkt. Hoe sneller het
inwonertal stijgt, hoe eerder het moment
zal zijn aangebroken, dat de bollengrond
zal moeten worden aangetast. De bevol
king zal daarom niet sneller mogen groeien
dan de natuurlijke aanwas. Voor een deel
kan deze bevolkingsgroei samengaan met
een uitbreiding van de industrie, voor een
ander deel zal deze leiden tot een toe
neming van het forensisme. Indien de in
dustrialisatie van beperkte omvang blijft,
is er weinig gevaar, dat de ontwikkeling
niet in de hand kan worden gehouden,
aldus het rapport.
ft
(Speciale berichtgeving)
De centrale raad van beroep in Utrecht
afdeling pensioenen, heeft vanochtend uil-
spraak gedaan in de zaak van de heer R
M. van Dijk te Utrecht, naar aanleiding
van diens verzoek om schadevergoeding
wegens het overlijden van zijn zoon Hen
drik tijdens diens militaire dienst. Dit
overlijden zou volgens de eiser het gevolg
zijn geweest van onvoldoende medische
verzorging.
Nadat de jonge man op 5 augustus 1955
in militaire dienst was gekomen, deden
er zich bij hem reeds spoedig verschijn
selen van depressieve aard voor, waaraan,
volgen de ouders van de jongen, geen of
althans niet voldoende aandacht werd ge
schonken. Op verzoek van de ouders
schreef de huisarts van de familie Van
Dijk, dr. O., naar de militaire arts in Breda
waar de jongen gekazerneerd was, met het
verzoek nauwkeurig op de gezondheids
toestand van de milicien Van Dijk toe te
zien. Een gelijkluidend schrijven ging
enige tijd later naar de chef van de Ge
neeskundige Dienst in Den Haag, maar op
geen van beide brieven werd door de be
trokken instanties geantwoord. Ziender
ogen verergerde de toestand van de jonge
man, waarna een militair psychiater een
onderzoek instelde. Deze concludeerde dat
de milicien Van Dijk simuleerde en dat
zijn „ziekelijke houding" was toe te schrij
ven aan slapheid van karakter. Een diag
nose, welke door een militaire neuroloog
werd bevestigd en kort nadien ook door
een Utrechtse professor.
Toen de jongeman tenslotte na vele ver
wikkelingen in april 1956 in het militair
hospitaal te Utrecht werd opgenomen,
bleek hij lijdende te zijn aan de ziekte
van Hodgkin (een ernstige aandoening van
lymphklieren en milt). Hij stierf op 26 no
vember 1956.
Mr. Ter Laan, pleitbezorger voor de heer
De rechtbank te Rotterdam heeft twee
Amerikaanse zeelieden, de 46-jarige F. F
N. en de 44-jarige R. R. F., beiden uit New
York, ieder veroordeeld tot vier maanden
gevangenisstraf.
Zij hadden omstreeks 27 maart van dit
jaar in Amsterdam en Rotterdam valse
20-dollarbiljetten in omloop gebracht. De
eis was tegen beiden een jaar gevangenis
met aftrek.
38»
In uw artikel „Overzees gebied" onder
de rubriek „Van dag tot dag" j.l. 30 mei
toont u zich lichtelijk geïrriteerd over het
in het Parlementaire N.G.-rapport gecon
stateerde tegengestelde standpunt van de
Zending en de Missie op N.G., ten aanzien
van de voertaal aldaar. De Zending zou
voor Maleis en Nederlands naast elkaar,
en de Missie enkel voor het Nederlands
geporteerd zijn. U stelt de vraag, wat bei
den dan feitelijk met dit probleem uit
staande hebben. Met het strijdvoeren over
vraagstukken, die direct met de verant
woordelijkheid van het Koloniale bewind
verbonden zijn, zouden Zending en Missie
buiten hun boekje gaan van de eigen
direct» opdracht om een bepaalde geloofs
overtuiging te moeten verkondigen. In
welke taal dit gebeuren moet, zou nergens
in de boodschap van het Evangelie dwin
gend voorgeschreven zijn. Tot zover een
samenvatting van uw gedachtengang op
dit punt. Inderdaad, de Bijbel schrijft geen
bepaalde taal voor om speciaal daarin de
Evangelieboodschap door te geven. Wel
wordt aangedrongen op een duidelijke
taal, die spreekt tot „verstand en hart".
Vandaar dat mannen als Adriani en Kruyt
dan ook met klem aandrongen op bestu
dering en h-ndhaving, waar mogelijk, van
de streektalen. Het probleem voor N.G. is
echter de tientallen streektalen, gedurig
door slechts zeer kleine gemeenschappen
gesproken. Daarom zond het Ned. Bijbel
genootschap van 1936'40 dr. J. Held naar
N.G., met de opdracht om na te gaan of
eventueel één of meerdere talen van een
eigen gebied tot algemene taal verheven
zou kunnen worden en deze dan te ge
bruiken in de sfeer van kerk en school.
(Dit dus in verband met Bijbelvertaling,
taal in de godsdienstoefening, de voertaal
op de scholen).
Dr. Held heeft echter moeten consta
teren, dat dit niet mogelijk was. Daarom
Een hond verzorgt in circus Krone te
Hannover twee moederloze tijgerwel
pen, die kort na hun geboorte wees
werden. De directie van het circus
deed een beroep op de bevolking voor
een pleegmoeder te zorgen. Binnen
enkele uren kon men een keus maken.
werd door de Zending (en naar ik mee.i
ook door de Missie, hoewel hier het taal
probleem voor kerkelijk gebruik enigszins
anders ligt) doelbewust gekoerst in de
richting van Maleis als lingua franca voor
kerk en school. Een lijn, die men feitelijk
allang volgde. Geheel in overeenstemming
met het Gouvernement. Waar Zending cn
Missie het allergrootste aantal scholen op
N.G. in beheer had (en heeft) was het van
groot belang, dat in deze dus volkomen
gelijke gedragslijnen werden gevolgd. Het
moet voor ieder duidelijk zijn, dat het
taalvraagstuk, speciaal in de vorm, waarin
het op N.G. naar voren komt, Zending en
Missie wel degelijk raakt, ook in het meest
essentiële vlak van haar directe opdracht
en arbeid. Indien in de naoorlogse periode
hier echter andere factoren in werking
treden en verschil van inzicht ontstaat
dan ligt de oorzaak hiervan voornamelijk
in de andere verhouding, waarin N.G. tot
het overige deel van het voormalige Ned.-
Indië is komen te staan.
Een opzettelijke en algemene invoering
van het Nederlands als lingua franca (om
gangstaal) zou de meest ingrijpende con
sequenties inhouden voor Zending en
Missie in haar kerkelijke en schoolarbeid.
Het zou een artikel op zichzelf vragen om
hier iets dieper op in te gaan. Kerk en
Missie staan dan ook in haar volste recht
als zij zich over dit vraagstuk bezinnen en
aan de discussie hierover deelnemen.
Om hier zonder meer een verwijt aan
Zending en Missie te maken, lijkt mij tè
simplistisch geredeneerd, tenzij bepaalde
feiten naar voren gebracht worden ter
illustratie en fundering van dit verwijt.
Op N.G. draagt de Overheid te veel ge
zamenlijk met Zending en Missie verant
woordelijkheden, vooral op het terrein van
de school, dan dat men aan Zending n
Missie zonder meer het recht zou mogen
ontzeggen om zich mede te bezinnen in
zake het taalprobleem, tenslotte niet het
minst ook, omdat de taal op school onder
wezen, van zo'n grote invloed is voor de
omgangstaal in de prediking en in de ziel
zorg van Kerk en Missie.
H. v. d. BRINK,
pred. van Makassar (met verlof).
ft
Van Dijk, gaf toe, dat formeel gezien het
verzoek voor schadevergoeding niet voor
inwilliging vatbaar was, omdat de jonge
man geen kostwinner was. Hij betreurde
het dat de militaire administratie het ver
zoek om schadevergoeding als pensioen
aanvrage had opgevat en dat men de heer
Van Dijk niet had geadviseerd, de genoeg
doening voor het gebeurd^ langs een an
dere weg te zoeken. Na te hebben vast
gesteld, dat hij het ook „geen gelukkige
zaak" vond, zette mr. Koolhoven, gevol
machtigde van de minister van Oorlog,
uiteen, dat de militaire administratie het
verzoek van de vader om smartegeld als
een aanvraag om pensioen had gezien, een
verzoek, dat men om formele redenen
moest afwijzen. De centrale raad beves
tigde de beslissing, genomen bij Konink
lijk Besluit van 5 november 1957, en ver
klaarde klager niet ontvankelijk in zijn
vordering hem smartegeld toe te kennen.
De minister van Binnenlandse Zaken,
de heer A. Struycken, heeft geantwoord
op schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Ritmeester (VVD) omtrent de
deugdelijkheid van de helmen die bij de
Bescherming Bevolking in gebruik z.jn.
De minister bevestigt, dat hij een on
derzoek heeft gelast om de voorraad hel
men, die ten behoeve van de B.B. in voor
raad zijn, op hun deugdelijkheid te be
proeven. Deze inspectie heeft drie soor
ten helmen betroffen, een partij van 97.000
Engels model, die na revisie door het De
pot Retourgoederen in Woerden door be
middeling van het D.M.L. van de Konink
lijke Landmacht is overgenomen; een an
dere partij van 13869 stuks van deze hel
men die uit dumps zijn aangekocht, en een
partij van 114600 stuks stalen helmen, die
door bemiddeling van het D.M.L. van de
n.v. Verenigde Blikfabrieken is afgeno
men. De minister bevestigt ook, dat in de
helmen uit de partij uit Woerden geen goed-
keuringsmerk voorkomt In de partij van
de n.v. Vereenigde Blikfabrieken komt
dit merk wel voor.
De eisen die aan deze helmen gesteld
zijn, zo antwoordt de minister verder,
zijn grotendeels dezelfde als die voor de
levering van legerhelmen gelden. De keu
ring geschiedde door het D.M.L.-perso-
neel door middel van schietproeven en vi
suele keuring. De zgn. „valproef" bleef
buiten het leveringscontract. De helmen
zijn later opnieuw gekeurd door middel
van mathematische steekproeven. De her
keurde exemplaren voldeden zonder uit
zondering aan de eisen, die de arbeidsin
spectie stelt ten aanzien van veiligheids
helmen in gebruik bij bouwwerken, hoog
ovens enzovoort.
In de rijksgebouwen waar meer dan
dertig personen werken zijn de rijksamb
tenaren die bij de bedrijfsbeschermings-
ploegen zijn ingedeeld, uitgerust met ver
schillende soorten helmen, waaronder fi
berglashelmen. Het is de minister niet be
kend, of over deze fiberglashelmen over
leg is gepleegd met militaire deskundigen.
Vanwege het grote aantal soorten van de
ze fiberglashelmen, kan de minister niet
ingaan op vragen van de heer Ritmees
ter, over gespecifieerde deugdelijkheids-
proeven met deze helmen.
In het ontwerp van wet tot wijziging van
de wet op het Nederlanderschap en het
ingezetenschap wordt voorgesteld, de mo
gelijkheid te openen dat de Nederlandse
echtgenote van een niet-Nederlandse man
na overlijden van de man naturalisatie
kan aanvragen voor haar minderjarige
kinderen.
Enige leden der Eerste Kamer hebben nu
in het voorlopig verslag over dit wetsont
werp gevraagd of deze regeling ook geldt
voor de gevallen, dat de man staande het
huwelijk voor het Indonesische staatsbur
gerschap heeft geopteerd, waardoor de
echtgenote en de minderjarige kinderen
het Nederlanderschap verloren hebben. Zij
vroegen voorts of de regeling ook van toe
passing is op de kinderen die in het jaar,
voorafgaande aan de naturalisatieaanvraag,
21 jaar worden. Een omslachtige en kost
bare naturalisatie procedure zou daarvoor
vermeden kunnen worden.
Binnenkort zal het Circo Espanol op
zijn tournee door Nederland ook Bever
wijk aandoen en daar voorstellingen ge
ven van maandag 9 tot en met woensdag
11 juni op het Kennemerplein.
Het Circo Espanol dat voor de eerste
maal ons land bereist, biedt een program
ma van Spaanse circuskunst onder het
motto „Een circusfeest uit het zonnige
zuiden.
Diverse internationale circusattracties
o.a. jongleurs, vliegende mensen, trapezis-
ten, jockey's, clowns, koorddanseressen,
antipode-spelen, een grote groep cowboys
en cowgirls in hun rodeo-show, een groep
Berberleeuwen gepresenteerd door een
Spaanse schone, diverse dierengroepen
o.a. een mooie collectie vrijheidspaarden,
moderne en klassieke hogeschoolrijkunst
gecompleteerd door Spaanse flamenco
zangers, gitaristen en zigeunerdansen vor
men gezamenlijk dit programma.
Deze show wordt gebracht in een tent,
welke plaats biedt aan ongeveer 3000 toe
schouwers.
BEVALLEN: M. van Beilen-Oudendijk, d., Cu-
ragaostrat 22. Santpoort; J. P. Groeneveld-Wes-
trate, d., Tuindersstraat 49, IJmuiden (oost); M.
C. Komen-Bodt, z., Minahassastraat 22, Haarlem;
F. J. Smit-Van Croonenborg, z„ Spaarnestraat
119, IJmuiden; J. A, Stam-Wijker, d., Koningin
Wilhelminakade 49, IJmuiden; H. M. Boeser-De
Wit, z„ Oranjestraat 85, IJmuiden; M. van der
Feen-Van Oort, z., Roerdompstraat 1 bv., Haar
lem; W. C. Dekker-Molenaars, d„ Zwaanstraat 39,
IJmuiden; H. den Blaauwen-Westra, z., Santpoor
terplein 12, Haarlem; D. Selderijk-Kint, d., Fa
zantenlaan 37, IJmuiden (oost); K. Snoeks-Guijt,
z„ De Ruijterstraat 22, IJmuiden (oost); J. Paap-
Schol, z., De Roemerstraat 12, IJmuiden; C. C.
Kok-Verduin, d., Acasiastraat 22. IJmuiden (oost);
D. A. Oldenburg-Peeters, z„ Frans Halsstraat 1,
IJmuiden (oost); D. L. Reems-Turel, d., Schulp
weg 51, Velsen (noord); P. M. Huvtink-Sanberg,
2xd.. Van Moerkerkenstraat 1, Haarlem.
OVERLEDEN: K. Woord, 17 jaar. Wijk no. 42
te Urk; H. A. M. Bent, 83 jaar, weduwe van B. A.
Korner, Charl. de Bourbonlaan 16, Santpoort (st.).