Strijd om de „Hellenburg" in
het Zeeuwse dorp Baarland
„De barbier van Sevilla"
een vrolijk sluitstuk
als
Zomerstorm richt veel schade
aan in Zuid-Kennemerland
(Kort en bondig
Derde strijkkwartet
van Béla Bartok
Toneelgroep „Theater" in het komende seizoen
Avondvoorstelling van
circus afgelast
Archeologen: „Prachtige aanwinst";
landbouwers: „Zand eroverJ
MAANDAG 14 JULI 1958
11
NEDERLANDSE OPERA
Festival
P. Zwaanswijk
Interessante voordracht
over restauratie
van het Müller-orgel
Minder huwelijken, meer
geboorten dan vorig jaar
Proefschrift over Barent
Fabritius
Jhr. mr. C. C. van
Valkenburg onderscheiden
Alle loodsdiensten
werden gestaakt
„Gesel van de oorlog",
expositie in Kampen
Ruïne te koop aangeboden
Met „De barbier van Sevilla" van Rossini
komt de Nederlandse Opera de laatste
dagen van het Holland Festival 1958 op
vrolijken. Zaterdag werd in de Koninklijke
Schouwburg te 's Gravenhage de première
van een nieuwe montering, die onder
regie van Frans Boerlage, in decors van
Nicolaas Wijnberg en onder muzikale lei
ding van Arrigo Guarnieri een groot
succes is geworden. Dit succes gold zeker
de goed verzorgde, vooral spirituele op
voering, maar toch in de eerste plaats het
onverwoestbaar meesterwerk vol muzikale
humor, dat spot met zwaarwichtige pro
bleemstellingen en de wijsheid verkondigt,
dat be lach een gezondmakende levens
functie is. Het element van de improvisa
tie de bloedtransfusie van het vitale en
spontane „ik" vrijwaart deze muzikale
komedie tegen verstarring en doodlopen in
de routine. En ao blijft het door intensieve
wisselwerking van schepping
en interpretatie een meester- HollfUld
werk, dat tijd en mode trot
seert en in staat is de mo
derne mens voor een moment
uit de nevelige sfeer van het
heden te halen, zonder be
roep te doen op zinnenbe-
dwelmende barbarismen.
Uit de duizend en één grap
pige inventies, die spelers en F6StiV3l
regisseurs sinds 1816 in Ros
sini's „Barbier" te pas brach
ten, deden de vertolkers menige gelukkige
keuze en bovendien werd het vermoeden
gewekt dat weer nieuwe vondsten aan bod
kwamen. Er was in ieder geval een boeiend
verloop met tal van verrassende effecten,
die pasten in het karakter der commedia
dell' arte. Wat die losse natuurlijkheid
dankt aan het juiste begrip van het secco-
recitatief, werd bij dit alles overduidelijk
aangetoond. De niet-Italianen van de rol
bezetting waren lang niet de minderen om
de uitvoering te doen slagen. Als Figaro
stond op de planken de Italiaan Renato
Capecchi, die zijn gestalte en zijn stem
ruimschoots meehad, maar door zijn spel
toch niet de indruk kon geven, dat hij de
Ongeveer tien jaar na de voltooiing van
zijn tweede strijkkwartet (1917) schreef
Béla Bartök het derde in de reeks van zes
kwartetten, die de muzikale nalatenschap
van deze grote Hongaarse componist zou
gaan bevatten. Veel verwantschap tussen
het tweede en derde kwartet is er niet. Het
lijkt een innerlijk totaal getransformeerde
kunstenaar te zijn, die ons met het laatste
werk tegemoet treedt of een modificatie
van een gecompliceerde geest,
die zich hierin niet anders
meer wilde uitspreken dan
met de vaak harde taal van
dit kwartet, een uitdruk
kingswijze, die ontstond na
het tijdelijke contact met
Schönbergs twaalftoonstech
niek en kennisneming van
Strawinsky's omkeer tot een
klassicisme in vernieuwde
vorm. Uit welke mysterieuze
schuilhoek van Bartöks we
zen traden de klanken naar voren, die in
dit derde kwartet een grillige, rapsodische
vorm en gestalte kregen? Wat. is het raad
sel, dat zich achter de geluidseffecten ver
bergt, die men als een vreemd verschijnsel
in het .vertrouwde domein der muziek
waarneemt? De opneming van deze bizar
re effecten kan men aanvaarden als het
eerlijk toegeven aan een bijzondere inspi
ratie, die onbeperkte vrijheid voor zich op
eist en die daardoor een zuiver persoonlijk
accent kon krijgen.
Op het laatst der drie concerten, die het
Hongaars Strijkkwartet tijdens het Hol
land Festival in de kleine zaal van het
Concertgebouw te Amsterdam gegeven
heeft, kwam het derde kwartet tussen de
voordrachten van Mozarts Strijkkwartet
in C (K.V.465) en het Strijkkwartet in F
opus 59 no. 1 van Ludwig van Beethoven
tot uitvoering. De muziek van Bartöks
derde kwartet, waarvoor andere wetten
gelden als de aanvaarde en gecultiveerde
schoonheidsnormen, moest door de zeer
talrijke toehoorders ondergaan worden bij
een bijna ondraaglijke, benauwend hoge
zaaltemperatuur. De wil om te overtuigen,
opgeroepen door een sterk geloof aan deze
muziek, verzwakte door deze omstandig
heid bij het Hongaarse kwartet allerminst
en met diepe bewondering heeft men, over
tuigd of niet overtuigd, geluisterd naar
het voortreffelijke spel van de vier meesters
van de kwartetstijl, die met de zekerheid,
dat zij een zending vervulden voor Bar
töks kwartet, het hoogste aan trouw, toe
wijding en nobel kunstenaarschap schon
ken dat zij konden bieden. En dat stond
op een onovertrefbaar niveau!
Rijke muzikale voldoening schonk de
verfijnde uitvoering van Mozarts broze
kwartet en met de muziek van het kwartet
van Beethoven bracht de vreugde van een
zuivere schoonheidsbeleving en de ontroe
ring van een Adagio, dat ons deze meester
niet alleen als kunstenaar, maar ook als
bewogen mens liet kennen.
Fritz Ollendorff en Renato Capecchi
in „De Barbier van Sevilla" van Ros
sini bij de Nederlandse Opera.
man was die de knopen van de intrige
legde en de dwaze ontwikkeling van het
spel beheerste. Alles leek te bestudeerd om
een dominerend effect te kunnen maken.
Wat niet wegneemt dat hij met bravour
zijn vocale troeven uitspeelde. Overtuigen
der was de creatie die Luigi Pontiggia van
de partij van graaf Almaviva leverde, zo
wel qua zangkunst als spel.
De rol van Rosina, die als regel door een
coloratuursopraan vertolkt wordt, hoewel
Rossini haar bestemde voor een mezzo met
uitzonderlijke eigenschappen voor colora
tuur, was evenals bij de vorige bezetting
door de Nederlandse Opera toebedeeld aan
Cora Canne Meyer, die aan de oorspron
kelijke conceptie voldoet. Het is zelfs zo,
dat haar licht aangezette kopnoten, die zij
met de nodige vlotte vaardigheid beheerst,
fraaier klinken dan de wat scherpe toon-
vorming van haar substantiële register.
Overigens toonde zij zich weer de intel
ligente actrice die zich in dit dartele spel
volkomen thuis voelt. Als vrije inlas zong
zij een briljante aria uit „La Cenerentola"
van Rossini, hetgeen haar een gul „open
doekje" opleverde. De „opendoekjes" wa
ren trouwens niet van de lucht. Zij golden
in het bijzonder de interpretaties door
Guus Hoekman (die een superieure creatie
van Basilio realiseerde) en van Fritz Ol
lendorff, die zijn doktor Bartolo als „het
kind van de rekening" tot de komische
figuur maakte en daarbij een groot artiest
bleef. Het samenspel van Hoekman en
Ollendorff in de befaamde lasteraria was
een niet .te overtreffen hoogtepunt. Ook
Nel Duval, als de dienstmaagd Berta, ver
wierf een spontaan applaus na haar aria
„II vecchiotto urca moglie" (wélke meestal
weggelaten wordt en meer dient om deze
nevenrol ook een kans te geven dan om
de actie te dienen). Verder waren er Jos
Burcksen, die van de onbeduidende knech
tenrol van Fiorello nog heel wat maakte,
alsmede Rudolf Kat als officier, die de
solistische bezetting completeerden.
Het samenspel was voortreffelijk. Noch
tans denk ik mij de finale van II nog iets
bruisender. Guarnieri, die de ouverture een
strak objectief karakter gegeven had en
daarmee het opera-orkest op zijn best had
laten horen, toonde zich verder de met het
burleske spel meelevende dirigent, die
Rossini's meesterwerk behoeft. Tot besluit
van het Holland Festival staat deze creatie
van „De Barbier van Sevilla" dinsdag
avond op het programma te Amsterdam.
Jos. de Klerk
Voor de deelnemers aan de internatio
nale zomeracademie voor orgel heeft de
directeur van de Deense orgelbouwers
firma Marcussen, de heer Sybrand Zacha-
riassen, zaterdagmorgen in de aula van het
Stedelijk Gymnasium te Haarlem een voor
dracht gehouden over orgelrestauratie.
Het was een onderwerp, dat uiteraard
de orgelcursisten interesseerde, maar dat
ook van tenminste even groot belang was
voor al de Haarlemse en Nederlandse or
gelvrienden, die met begrijpelijke span
ning uitzien naar het resultaat van de res
tauratie van het instrument van Christiaan
Müller in de Grote Kerk, welke' is opge
dragen aan de genoemde firma. Een erva
ring van honderden jaren leert ons, aldus
de heer Zachariassen, dat orgelrestauratie
een absolute noodzakelijkheid is. Talrijk
zijn de nadelige invloeden, waar een orgel
aan onderworpen kan zijn. Mot, worm
slijtage en vooral ook vocht en droogte
zijn de belagers van het vorstelijk instru
ment. De uitdroging gedurende winterse
vorstperioden en het opnemen van vocht
in het warme jaargetijde zijn door het in
krimpen en uitzetten van het hout van
verwoestende uitwerking op instrumen
ten. De vormwijzigingeh van het hart ver
oorzaken lekken in sleepladen met de can-
cellen. De toevoer van lucht en de lucht
druk veranderen ongelijkmatig en steeds
weer raken de orgels, zelfs korte tijd na
een algemene stemming, ontstemd. Het
voorlopige „bijstemmen" brengt een nade
lige vormverandering van de pijpen met
zich mede en de toestand waarin een orgel
restaurateur de pijpen in een oud orgel aan
treft, is doorgaans ontstellend. Vooral in
de romantische periode zijn er op deze
wijze tal van verwaarlozingen van oude
orgels in de hand gewerkt. Gelukkig zijn
niet overal de orgeltoestanden zo bedroe
vend geweest. Het Haarlemse orgel bij
voorbeeld vormt een gunstige uitzondering
omdat de zorg van de organisten voor het
behoud van het instument voorbeeldig is
geweest. Bovendien is 't orgel nooit onder
worpen geweest aan de funeste invloed
van een kunstmatige verwarming. Toch
konden de invloeden van, de natuurlijke
temperatuursverschillen en de daarmede
samenhangende vochtigheidsgraad van
vijfendertig percent niet geneutraliseerd
worden. Een constructiewijziging in de
sleepladen door invoegen van stroken van
een grote dichtingscapaciteit, in 1929 al
door Marcussen met succes toegepast voor
het orgel in de Nicolaïkerk te Kopenhagen,
zal de invloed van de werking van vocht
en droogte voor lange tijd opheffen.
Voorts zijn in het restauratieplan opge
nomen de uitbreiding van de klavierom-
vang, verbetering en vernieuwing van het
speelmechanisme, het weer tot spreken
brengen van pijpen, die in de vorige eeuw
het zwijgen is opgelegd. Voor de klank
restauratie, die vervanging van „roman
tische" registers beoogt door het weer op
nemen van oorspronkelijk aanwezig zijnde
vulstemmen die zich bovendien zal uit
strekken tot de intonatie en de winddruk,
vormt het archief van de stad Haarlem
een uitstekende bron van inlichtingen.
De heer Zachariassen besloot zijn be
langwekkende voordracht met de uit
spraak. dat in laatste instantie toch het
oor zal moeten beslissen.
Z waanswijk
Volgens een opgave van het Centraal
Bureau voor de Statistiek is het aantal hu
welijken in ons land gedaald van 35.710 in
de eerste 5 maanden van 1957 tot 34.708 in
de eerste 5 maanden van 1958. Het aantal
levendgeborenen gaf in dezelfde periode
een stijging te zien van 98.125 tot 99.389.
Het aantal overledenen steeg van 34.249
tot 38.244. Het aantal overledenen steeg
van 34.249 tot 38.244. Het aantal immigran
ten steeg zeer sterk namelijk van 18.991 in
de eerste 5 maanden van 1957 tot 39.835 in
de eerste 5 maanden van dit jaar, als ge
volg van het grote aantal repatriërenden
uit Indonesië. Anderzijds daalde het aan
tal emigranten van 30.625 tot 23.829.
Toneelgroep „Theater", onder de direc
tie van Robert de Vries, begint op zater
dag 23 augustus het nieuwe seizoen met
een openluchtvoorstelling van „De Storm"
van William Shakespeare in het Open
luchttheater te Bloemendaal. Beide stuk
ken werden speciaal voor de openlucht
ingestudeerd onder leiding van de Engelse
regisseur Michael Warre.
Verder staat „The iceman cometh"
van Eugene O'Neill op het nieuwe reper
toire. Dit stuk zal door de Amerikaanse
regisseur José Quintero geregisseerd wor
den. De première heeft in de eerste helft
van het nieuwe seizoen plaats. Op het re
pertoire bleven de volgende stukken ge-
handhaaft „Omzien in wrok" van John
Osborn, het Nederlandse stuk „Plantage
Tamarinde" van Hans Keuls en „Wachten
op Godot" van Samuel Beckett. Het ove
rige repertoire is nog niet bekend, men wil
een keuze doen uit de volgende dramati
sche werken „Orpheus descending" van
Aan de Rijksuniversiteit in Utrecht is
vrijdag de heer D. Pont, leraar aan de ge
meentelijke h.b.s. in Utrecht, gepromo
veerd tot doctor in de letteren en wijsbe
geerte op een proefschrift over de schilder
Barent Fabritius (1624-1673), broer van
Carel Fabritius.
De heer Pont heeft de gepubliceerde
bronnen getoetst en weten aan te vullen
met enkele nieuwe gegevens. Daarnaast
heeft hij een uitvoerige beschouwing ge
geven over de schilderijen die met zeker
heid aan de schilder kunnen worden toe
geschreven. Tevens werd een hoofdstuk
gewijd aan de tekeningen van Barent Fa
britius die tot op heden vrijwel onbekend
waren. Na een samenvatting en conclusie
voegde de heer Pont er een oeuvrecatalo-
gus aan toe en een chronologische lijst van
biografische gegevens betreffende deze
schilder.
In deze studie is getracht het wisselval
lige werk van Fabritius chronologisch te
rangschikken en te verklaren. Een aantal
tot op heden ongepubliceerde werken kon
aan het oeuvre van Barent Fabritius wor
den toegevoegd. De samenhang met het
werk van Rembrandt heeft de schrijver,
overal waar mogelijk was, getracht op te
lossen.
Tennessee Williams, „Dark at the Top of
the Stairs" van William Inge, „The sum
mer of the seventeenth Doll" van Ray
Lawler, „De laatste verlofganger" van Jan
Staal en „l'Historie de Vasco" van Georges
Schéhadé. Wat de blijspelen betreft zal men
een keuze maken uit „Not in the book"
van Arthur Watkyn, „The Rape of the
belt" van Ben Levy, „The time of the
Cuckoo" van Arthur Laurents en uit
„Klop" van de Russische dichter Wladimir
Majakowski.
Het tableau de la troupe voor het nieu
we seizoen bestaat uit de dames Hetty
Beck, Winnifred Bosboom, Martine Cref-
coeur, Ingeborg Elzevier, Caor van Eyck,
Mia Goossen, Willy Haak, Anna-Marie
Heyligers, Elise Hoomans, Péronne Hosang,
Annie dé Lange, Annie Langenaken, Enny
Mols-de Leeuwe, Elly van Stekelenburg en
Tine de Vries en de heren Hans Cule-
man, Bernhard Droog, Frits van Dijk,
Richard Flink, John de Freese, Bob Goed
hart, Maxim Hamel, Gerard Hartkamp,
Wim Kouwenhoven, Piet van der Meulen,
Carl van der Plas, Henk Schaer, Jacques
Snoek, Hans Tiemeyer, Cruys Voorbergh,
Huib de Vries, Robert de Vries, Siem
Vroom en Johan Walhain. Adviseur voor
decors en kostuums is Johan Greter.
Het Koninklijk Nederlands Genoot
schap voor Geslacht- en Wapenkunde
heeft in het stedelijk museum te Delft
zijn jaarvergadering gehouden, welke te
vens een inbileumvergadering was we
gens het 75-jarig bestaan van het genoot
schap. Ter gelegenheid daarvan is in het
museum de genealogisch-heraldische ten
toonstelling „De Nederlandse Leeuw" in
gericht. Het hoofd van d,e afdeling oud
heidkunde en Natuurbescherming van het
ministerie van-Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, mr. F. P. Th. Rohling, deel
de mede dat de Koningin de penning
meester van het genootschap, jhr. mr. C.
C. van Valkenburg uit Bloemendaal, had
benoemd tot officier in de orde van Oran
je Nassau. Mr. dr. L. de Gou, burgemees
ter van Venlo en lid der Eerste Kamer,
bood het jubileumgeschenk aan, een boek
waarin meer dan driehonderd kwartier
staten zijn opgenomen. Een tweed" ge
schenk was de ter ere van het -noot
schap geslagen penning, welke is ontwor
pen door de medailleur H. Wetselaar.
Een hevige zomerstorm heeft het afge
lopen weekeinde onder meer in Haarlem
en omgeving gewoed. Er was tamelijk
veel materiële schade. Zaterdagavond be
gon de wind reeds op te steken en de ge
hele zondag heeft het bijzonder hard ge
waaid, waarbij verscheidene bomen in
de parken en plantsoenen het hebben moe
ten ontgelden. In Heemstede is de zondag
avondvoorstelling van het circus Strass
burger afgelast en werd de grote tent af
gebroken. Het ergst was de wind tussen
vier en zeven uur zondagmiddag.
In de Haarlemse plantsoenen hebben
vooral de rozen en de vaste planten veel
geleden. Op de Korte Verspronckweg wie
belde een grote boom zó gevaarlijk, dat
men bang was, dat hij op één der nabij
gelegen huizen zou vallen. De gemeente
lijke dienst van Hout en Plantsoenen heeft,
om erger te voorkomen, de boom van zijn
kruin oft'tdaan, waardoor de wind er ver
der geen vat meer op had. Vandaag zal de
stam worden gerooid. Ook op andere plaat
sen in de stad zijn enige bomen en
boompjes aan de wind ten offer gevallen.
Dit gebeurde onder meer in de Hodson-
straat, op het Soendaplein en in de Popu
lierstraat. De brandweer heeft in de Fre-
derik Hendriklaan een zogenaamde halve
boom (de helft van een dubbele kruin
„gesloopt".
Op het Kennemerplein en in de Haar
lemmer Hout werden zware takken van
de bomen gerukt. De herten in de Hout
hadden een buitenkansje: zij deden zich
tegoed aan de groene blaadjes van de ge
vallen takken. In de Gaalstraat werden
twee bomen van hun toppen ontdaan.
Voorts zijn verscheidene daken bescha
digd. In de Karolingenstraat is een groot
stuk zink van een dak gewaaid, dat later
door de brandweer weer is vastgezet. Op
het Frans Halsplein waaide een schutting
om. Een zonnescherm op de Jan Gijzen-
kade is door een grote spiegelruit gevallen
en van de Jan Gijzenschool zijn eveneens
enige ruiten gesneuveld. Op de Hout
markt zijn drie lege vaten in het Spaarne
gewaaid. Hetzelfde gebeurde met twintig
lege kistjes op de Koudenhorn. Ook heb
ben zich hier en daar moeilijkheden voor
gedaan met dakkapellen.
In het Heemsteedse Groenendaal zijn
ook takken van bomen gewaaid en moes
ten verscheidene bomen worden vastge
zet.
De hevige stormen zijn er eveneens de
oorzaak van geweest, dat het circus
Strassburger zondag in Heemstede zijn
avondvoorstelling heeft afgelast. De ma
tinee heeft nog een betrekkelijk normaal
verloop gehad; zij het dan ook, dat het
trapezenummer enigszins gewijzigd .werd
uitgevoerd. Het zou onder dergelijke om
standigheden voor de artiesten een te
groot risico hebben opgeleverd. Enke
le tientallen toeschouwers, die zich door
de bulderende storm in de tent kennelijk
onbehaaglijk gevoelden, verlieten het cir
cus reeds voor het einde der voorstelling.
De tent bleek echter in staat de elemen
ten te weerstaan; alleen ontstond er een
drietal scheuren in het zeil. De directie in
formeerde daarop bij het weerkundig in
stituut te De Bilt naar de vooruitzichten
voor de avond, waarop moest worden me
degedeeld dat aanhoudende storm werd
verwacht.
De loodsdiensten in de zeegaten en voor
de havens van het Nederlandse kustgebied
moesten door de zuidwester-storm met
windkracht negen gisteravond eerst voor
kleine schepen en daarna voor alle schepen
worden gestaakt.
De loodsdiensten van de Wielingen en
Hoek van Holland lagen om zes uur 's mid
dags reeds stil en om tien minuten voor
half acht voegden zich hierbij ook de
loodsdiensten van IJmuiden en het Oostgat.
Vanmorgen om 7.35 uur werd de loods-
dienst te IJmuiden voor kleine schepen en
om 8.20 uur voor alle schepen hervat. Van
zee kwamen omstreeks negen uur van
morgen zes zeeschepen, die door het stil
leggen der diensten op zee moesten blijven,
de haven binnen om via de sluizen naar
Amsterdam te worden geschut.
In de Koornmarktspoort in Kampen is
zaterdagmiddag de tentoonstelling „Ge
sel van de oorlog" geopend die georgani
seerd is door de gemeentelijke tentoon
stellingscommissie in samenwerking met
de Nederlandse kunststichting in Amster
dam. De expositie omvat honderdvijftien
etsen en tekeningen van Callot, Dix, Goya.
Moore en Picasso en is samengesteld uit
museumcollecties en particulier bezit. Zij
zal tot en met 30 augustus in Kampen ge
opend zijn en daarna achtereenvolgens in
Schiedam, Arnhem, Amsterdam en Eind
hoven worden opgesteld. Overwogen
wordt de tentoonstelling ook naar het bui
tenland onder meer naar Londen, te zen
den.
De commissaris der Koningin in de pro
vincie Overijsel ridder ir. J. B. G. M.
van der Schueren heeft de officiële ope
ning verricht in het gemeentehuis, waar
ook aanwezig waren dr. W. P. Berghuis,
burgemeester van Kampen, leden van de
vaste commissie voor Onderwijs Kunsten
en Wetenschappen van de Tweede Kamer,
vertegenwoordigers van de sectie beelden
de kunsten van de raad voor de kunst en
gedeputeerden van de provincie Overijsel.
In zijn openingswoord sprak de heer de
van der Schueren over de noodzaak tot
materiële en meer nog geestelijke waak
zaamheid tegen oorlogsgevaar. Hij hoop
te, dat deze tentoonstelling een bijdrage
zou leveren in de strijd om de vrede en
de vrijheid van de volkeren. Prof. dr. H.
Schulte Nordholt uit Groningen achtte het
van belang dat er kunstenaars zijn ge
weest die de oorlogsellende in beeld heb
ben gebracht. Zij hebben het aangedurfd
en aangekund om dingen te benaderen,
door middel van hun kunst, die anderen
van afgrijzen doen zwijgen en zich doen
afwenden, zei hij. Daardoor maken zij
voor die anderen de onderwerpen benader
baar en zijn deze een remedie tegen de
verborgen angst, die niet dood te zwijgen
of te ontvluchten is, aldus prof. Schulte
Nordholt.
Om verdere vernielingen te voorkomen
besloot men daarom de tent af te breken
en de avondvoorstelling af te gelasten. Zo
dat de bezoekers, die zich des avonds aan
de Sportparklaan vervoegden om het pro
gramma bij te wonen, niet meer van het
circus zagen dan de vier kale masten en
de gebruikelijke bedrijvigheid van 't ver
trek. Zij ontvingen allen aan de kassa's
hun entreegelden terug.
Omstreeks zes uur was er nog een stal
in elkaar gewaaid, waar zich paarden en
kamelen in bevonden. De dieren werden
onder het fladderende tentzeil bedolven,
doch zij konden zonder letsel door het
personeel worden overgebracht. Per
soonlijke ongelukken hebben zich hierbij
evenmin voorgedaan.
In Zandvoort heeft de wind veel onge
rief en zelfs een ongeval veroorzaakt.
Vooral de kampeerders hadden van de
harde windstoten te lijden, doordat vele
tenten in elkaar woeien. Met vereende
krachten werd de schade zoveel mogelijk
hersteld. In het tentenkamp „de Bran
ding", het dichtst bij zee gelegen, was de
schade het grootst. Een ware ravage werd
hier aangericht en bovendien had men hier
nog dubbel overlast, doordat met het oog
op de werkzaamheden aan het circuit en
de nieuwe wegverbinding naar de Noord-
boulev'ard. de duinen hier nog niet zijn aan
geplant. Het losse zand woei als een ver
blindende zandstorm over het tentenkamp
en vele tenten werden onder een dikke
laag zand bedolven. Op het strand had
den tot 's avonds laat de strandbedrijven
nog weinig hinder van de storm onder
vonden, daar het om half negen laag wa
ter was. Met enige zorg werd de nacht
tegemoet gezien in verband met het hoge
water om half twee. Bij wijze van voor
zorg werden de stoelen extra hoog op het
strand rondom de paviljoens vastge-
stouwd. Daar de wind echter niet pal op
de kust stond, doch uit 't zuidwesten woei
had men gegronde hoop dat het water niet
bijzonder hoog zou worden opgestuwd.
Ernstig ongeval
Een vrij ernstig ongeval had plaats des
middags omstreeks half vijf op het ter
ras van hotel Bouwes. Een op het terras
zittende jongen van elf jaar wilde één der
parasols opsteken, doch toen hij deze had
uitgezet, woei de open parasol door een
krachtige windstoot door een der grote
glazen terraswanden. Daar achter bevon
den zich drie meisjes uit Amstelveen. Het
oudste, 22-jarige meisje werd door het
wegspringende glas getroffen en liep een
slagaderlijke bloeding op aan het linker
been, terwijl een pees van dit been werd
doorgesneden. Haar 13-jarig zusje kreeg
een aderlijke bloeding in één der benen.
Dank zij krachtig teamwork van de po
litie, een op het terras aanwezige dok
ter en leden van Rode Kruis en Reddings
brigade konden de hevig bloedende meis
jes na 't verlenen van de eerste hulp reeds
na vijf minuten per ziekenauto naar het
Grote Gasthuis in Haarlem worden over
gebracht voor verdere behandeling.
J. Pieterson Moens overleden. Te Zeist
is in de ouderdom van ruim 82 jaar over
leden de heer J. Pieterson Moens, oud
voorzitter en erevoorzitter van de Konink
lijke Bond van Christelijke Zang- en Ora
toriumverenigingen in Nederland.
Vliegveld Rotterdam. Het aantal pas
sagiers op het Rotterdamse vliegveld Zes
tienhoven bedroeg dit jaar tot en met juni
14.984 tegenover 10.483 in het eerste half
jaar van 1957, een vooruitgang van 45 per
cent. Aan vracht werd in het eerste half
jaar 1957 794.000 kg vervoerd. In de eerste
zes maanden van 1958 steeg dit tot 2.274.000
kg, een toeneming van niet minder dan 300
percent. Het bezoekersaantal van de lucht
haven liep van 32.000 tot 43.000 personen
op.
P. Tazelaar overleden. In Den Haag is
op 71-jarige leeftijd overleden de heer P.
Tazelaar, oud-hoofdinspecteur van het
lager onderwijs. Tijdens de oorlogsjaren
was hij inspecteur te Amsterdam, waar hij
als commandant van de verzetsgroep Am
sterdam-West een grote rol in het verzet
speelde. Na de oorlog heeft hij veel gedaan
voor het onderwijs aan kinderen van
schippers, woonwagenbewoners en kermis
exploitanten. Hij is 20 jaar hoofdbestuurs
lid geweest van de Vereniging van
Reserve-officieren.
Kettingbrief. De stichting „Hulp aan
landgenoten in Indonesië" deelt, mede, dat
een kettingbrief in omloop werd gebracht,
waarin de mededeling wordt gedaan, dat
de baten bestemd zijn voor deze stichting.
Het bestuur van de stichting verklaart dat
zij van deze actie geheel onkundig is en
zich daarvan wenst te distanciëren.
Mr. dr. W. F. J. Frowein overleden. Te
Wittem is in de ouderdom van 81 jaar
overleden mr. dr. W. F. J. Frowein, oud
directeur-voorzitter van de Staatsmijnen
in Limburg.
Nederlandse pater vermist. Tweedui
zend militairen, burgers en jongelieden
nemen op het ogenblik als vrijwilligers
deel aan de opsporing van een Nederlandse
pater uit Djokjakarta, die van een bestij
ging van de berg Subing, nabij Wonosobo
in midden-Java, niet is teruggekeerd en
sedert enige dagen wordt vermist. Het zoe
ken naar de vermiste geestelijke heeft tot
dusver echter nog geen resultaat gehad.
Boerderij afgebrand. Zondagavond is
de boerderij van D. Kwakernaak aan de
nieuwe verbindingsweg tussen rijksweg 4a
en de provinciale weg LeidenOude We
tering in vlammen opgegaan. Ook de in
boedel ging verloren.
Ir. Staf terug. Minister Staf is zondag
per vliegtuig van zijn bezoek aan West-
Duitsland teruggekeerd. Hij heeft daar be
sprekingen gevoerd met zijn Duitse ambt
genoot Strauss en militaire afdelingen in
Beieren bezichtigd.
Expositie. Op 18 juli zal in de Van
Rijckevorselschool in Hoek van Holland
de hoofdadministrateur van Onderwijs en
Volksontwikkeling, de heer P. Burik, de
tentoonstelling „Weg naar prenten" ope
nen. Mejuffrouw M. Janse, pedagogisch
ambtenaar van het museum Boymans, zal
de tentoonstelling inleiden.
.ft
Opnieuw is de strijd om de resten van het middeleeuwse kasteel „Hellenburg" op
Zuid-Beveland ontbrand. In het dorpje Baarland, waar omstreeks 1400 de Hollandse
en Vlaamse edelen elkaar op leven en dood het bezit van de „Hellenburg" bevochten,
strijden nu zij het dan zonder zwaard of lans boeren en burgers om de funda
menten van dit historische slot. In de afgelopen maanden zijn namelijk tijdens de
herverkavelingswerkzaamheden in en om Baarland de fundamenten van de „Hellen
burg" blootgelegd. Zij verkeren in een verrassend gave toestand. Dagelijks komen
oudheidkundigen de opgravingen bestuderen. De Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek te Amersfoort is met grote kisten vol scherven en andere histo
rische vondsten van de „Hellenburg" vertrokken. De grote vraag is echter: wat moet
er met de „Hellenburg" gebeuren? Archeologen zeggen: restaureren en bewaren
voor de toekomst, want de „Hellenburg" is van grote historische waarde en uniek
voor Zeeland. Maar de plaatselijke bevolking, in hoofdzaak bestaande uit land
bouwers, voelt daar weinig voor. „We kunnen de boel beter onderspitten en er aard
appelen poten. Bovendien hebben we toch geen geld voor het onderhoud van de
„Hellenburg".
De historie vande „Hellenburg" is niet
onvermaard en namen van figuren als
Floris de Vijfde, Jan van Renesse en de
heren Van Borsselen zijn daarin ver
weven. Het merkwaardige is echter, dat
zowel van het ontstaan als van de onder
gang niets door de geschiedschrijvers
wordt vermeld. Wel gaf de heer Renaud
van de Rijksdienst Oudheidkundig Bo
demonderzoek, die de opgravingen heeft
geleid, als zijn mening te kennen, dat de
„Hellenburg" vóór 1380 moet zijn gesticht
en zijn naam ontleende aan „Helle", zoals
de Zeeuwse eilanden omstreeks het jaar
1000 wel werd genoemd. Wel komt men
de naam van het dorp Baarland tegen.
Van Hugo van Baarland melden de kro
nieken dat hij medeplichtig was aan de
moord op graaf Floris V in 1296. De
Zeeuwse edelman werd vrij spoedig daar
na gegrepen en in Dordrecht geradbraakt.
In het begin van de veertiende eeuw
krijgen ook de Van Renesse's deel in de
ambachtsheerlijkheid Baarland en sinds
die tijd wordt er voortdurend slag geleverd
om de Zeeuwse bezittingen. Beurtelings
trekken zowel de Hollandse als de Vlaam
se troepen moordend en plunderend rond.
De Zeeuwen kozen tenslotte partij voor de
Vlamingen en de heren Van Borsselen, Van
Cruyninghen en Van Renesse trokken te
vuur en te zwaard tegen de Hollandse
horden op. Wolfert van Borsselen deed
zelfs een poging om Dordrecht te verove
ren. Dat mislukte echter en hij werd in
1299 gevangen gezet in de toren te Delft,
waar de bevolking tot hem wist door te
dringen. De arme Zeeuwse edelman werd
uit de toren gesmeten en op straat ge
lyncht.
Jan van Renesse wist enkele jaren later
tot voorbij Utrecht door te dringen. Witte
van Haamstede, die zijn vader Floris V
kwam wreken, riep hem echter een halt
toe en hakte de Vlaamse horden in de pan.
De zeeslag bij Zierikzee bracht de be
slissing. Zeeland kwam voorgoed bij Hol
land. Jan van Renesse vluchtte uit Utrecht,
maar verdronk in de L°':, toen hij wilde
oversteken en de overvolle boot kantelde.
Hoewel de historie daarvn niets ver
meldt, neemt men aan dat de „Hellen
burg" in het midden van de zestiende
eeuw een roemloos einde heeft gevonden
door uitsterving van de bewoners. Ver
moedelijk hebben de Baarlanders daarna
het slot vele malen geplunderd, hetgeen
men uit de opgravingen kan afleiden.
Bij de opgravingen zijn tal van vondsten
gedaan: een koekepan van aardewerk,
beenderresten van gevogelte, mosselschel
pen, een benen tuimelaar van een kruis
boog, een tinnen bord met een gekroonde
hoofdletter T. Een bijzonderheid zijn de
gevonden oesterschelpen, omdat in Zee
land pas na 1500 tot de oesterteelt werd
overgegaan en de geconsumeerde oesters
dus uit het buitenland afkomstig moeten
zijn. Eigenaa-dig waren ook de opgebag
gerde schoenzolen: een zeer lange, smalle
hiel en een ver doorlopende neus, die
recht eindigt. Ook zijn stukken glas-in-
lood met ruitvormige venstertjes ge
vonden.
Wie koopt de ruïne?
Het touwtrekken om de ruïne is thans
begonnen. Aan de ene kant trekken de
boeren van Baarland, daarbij geholpen
door de gemeenteraad, en aan het andere
eind rukken de oudheidkundigen, vele his-
torieminnenden uit Zeeland en de jeugd
van Baarland. Dit touwtrekken zal wel
zonder resultaat blijven, want geen van
beide partijen heeft het benodigde geld
om de ruïne in stand te houden. En daar
wringt de schoen.
Tot 1 augustus zal de herverkaveling in
Zeeland de blootgelegde kasteelfundamen
ten ongemoeid laten, teneinde de liefheb
bers tüd te gunnen kapitaal te verzamelen.
Reeds worden pogingen gedaan om tot een
stichting tot instandhouding van de „Hel
lenburg" te komen. Slaagt men daarin
niet, dan zullen bulldozers de restanten
van Baarlan s ridderhistorie wegvagen.