Strijd om de „Hellenburg" in het Zeeuwse dorp Baarland „De barbier van Sevilla" een vrolijk sluitstuk als Zomerstorm richt veel schade aan in Zuid-Kennemerland (Kort en bondig Derde strijkkwartet van Béla Bartok Toneelgroep „Theater" in het komende seizoen Avondvoorstelling van circus afgelast Archeologen: „Prachtige aanwinst"; landbouwers: „Zand eroverJ MAANDAG 14 JULI 1958 11 NEDERLANDSE OPERA Festival P. Zwaanswijk Interessante voordracht over restauratie van het Müller-orgel Minder huwelijken, meer geboorten dan vorig jaar Proefschrift over Barent Fabritius Jhr. mr. C. C. van Valkenburg onderscheiden Alle loodsdiensten werden gestaakt „Gesel van de oorlog", expositie in Kampen Ruïne te koop aangeboden Met „De barbier van Sevilla" van Rossini komt de Nederlandse Opera de laatste dagen van het Holland Festival 1958 op vrolijken. Zaterdag werd in de Koninklijke Schouwburg te 's Gravenhage de première van een nieuwe montering, die onder regie van Frans Boerlage, in decors van Nicolaas Wijnberg en onder muzikale lei ding van Arrigo Guarnieri een groot succes is geworden. Dit succes gold zeker de goed verzorgde, vooral spirituele op voering, maar toch in de eerste plaats het onverwoestbaar meesterwerk vol muzikale humor, dat spot met zwaarwichtige pro bleemstellingen en de wijsheid verkondigt, dat be lach een gezondmakende levens functie is. Het element van de improvisa tie de bloedtransfusie van het vitale en spontane „ik" vrijwaart deze muzikale komedie tegen verstarring en doodlopen in de routine. En ao blijft het door intensieve wisselwerking van schepping en interpretatie een meester- HollfUld werk, dat tijd en mode trot seert en in staat is de mo derne mens voor een moment uit de nevelige sfeer van het heden te halen, zonder be roep te doen op zinnenbe- dwelmende barbarismen. Uit de duizend en één grap pige inventies, die spelers en F6StiV3l regisseurs sinds 1816 in Ros sini's „Barbier" te pas brach ten, deden de vertolkers menige gelukkige keuze en bovendien werd het vermoeden gewekt dat weer nieuwe vondsten aan bod kwamen. Er was in ieder geval een boeiend verloop met tal van verrassende effecten, die pasten in het karakter der commedia dell' arte. Wat die losse natuurlijkheid dankt aan het juiste begrip van het secco- recitatief, werd bij dit alles overduidelijk aangetoond. De niet-Italianen van de rol bezetting waren lang niet de minderen om de uitvoering te doen slagen. Als Figaro stond op de planken de Italiaan Renato Capecchi, die zijn gestalte en zijn stem ruimschoots meehad, maar door zijn spel toch niet de indruk kon geven, dat hij de Ongeveer tien jaar na de voltooiing van zijn tweede strijkkwartet (1917) schreef Béla Bartök het derde in de reeks van zes kwartetten, die de muzikale nalatenschap van deze grote Hongaarse componist zou gaan bevatten. Veel verwantschap tussen het tweede en derde kwartet is er niet. Het lijkt een innerlijk totaal getransformeerde kunstenaar te zijn, die ons met het laatste werk tegemoet treedt of een modificatie van een gecompliceerde geest, die zich hierin niet anders meer wilde uitspreken dan met de vaak harde taal van dit kwartet, een uitdruk kingswijze, die ontstond na het tijdelijke contact met Schönbergs twaalftoonstech niek en kennisneming van Strawinsky's omkeer tot een klassicisme in vernieuwde vorm. Uit welke mysterieuze schuilhoek van Bartöks we zen traden de klanken naar voren, die in dit derde kwartet een grillige, rapsodische vorm en gestalte kregen? Wat. is het raad sel, dat zich achter de geluidseffecten ver bergt, die men als een vreemd verschijnsel in het .vertrouwde domein der muziek waarneemt? De opneming van deze bizar re effecten kan men aanvaarden als het eerlijk toegeven aan een bijzondere inspi ratie, die onbeperkte vrijheid voor zich op eist en die daardoor een zuiver persoonlijk accent kon krijgen. Op het laatst der drie concerten, die het Hongaars Strijkkwartet tijdens het Hol land Festival in de kleine zaal van het Concertgebouw te Amsterdam gegeven heeft, kwam het derde kwartet tussen de voordrachten van Mozarts Strijkkwartet in C (K.V.465) en het Strijkkwartet in F opus 59 no. 1 van Ludwig van Beethoven tot uitvoering. De muziek van Bartöks derde kwartet, waarvoor andere wetten gelden als de aanvaarde en gecultiveerde schoonheidsnormen, moest door de zeer talrijke toehoorders ondergaan worden bij een bijna ondraaglijke, benauwend hoge zaaltemperatuur. De wil om te overtuigen, opgeroepen door een sterk geloof aan deze muziek, verzwakte door deze omstandig heid bij het Hongaarse kwartet allerminst en met diepe bewondering heeft men, over tuigd of niet overtuigd, geluisterd naar het voortreffelijke spel van de vier meesters van de kwartetstijl, die met de zekerheid, dat zij een zending vervulden voor Bar töks kwartet, het hoogste aan trouw, toe wijding en nobel kunstenaarschap schon ken dat zij konden bieden. En dat stond op een onovertrefbaar niveau! Rijke muzikale voldoening schonk de verfijnde uitvoering van Mozarts broze kwartet en met de muziek van het kwartet van Beethoven bracht de vreugde van een zuivere schoonheidsbeleving en de ontroe ring van een Adagio, dat ons deze meester niet alleen als kunstenaar, maar ook als bewogen mens liet kennen. Fritz Ollendorff en Renato Capecchi in „De Barbier van Sevilla" van Ros sini bij de Nederlandse Opera. man was die de knopen van de intrige legde en de dwaze ontwikkeling van het spel beheerste. Alles leek te bestudeerd om een dominerend effect te kunnen maken. Wat niet wegneemt dat hij met bravour zijn vocale troeven uitspeelde. Overtuigen der was de creatie die Luigi Pontiggia van de partij van graaf Almaviva leverde, zo wel qua zangkunst als spel. De rol van Rosina, die als regel door een coloratuursopraan vertolkt wordt, hoewel Rossini haar bestemde voor een mezzo met uitzonderlijke eigenschappen voor colora tuur, was evenals bij de vorige bezetting door de Nederlandse Opera toebedeeld aan Cora Canne Meyer, die aan de oorspron kelijke conceptie voldoet. Het is zelfs zo, dat haar licht aangezette kopnoten, die zij met de nodige vlotte vaardigheid beheerst, fraaier klinken dan de wat scherpe toon- vorming van haar substantiële register. Overigens toonde zij zich weer de intel ligente actrice die zich in dit dartele spel volkomen thuis voelt. Als vrije inlas zong zij een briljante aria uit „La Cenerentola" van Rossini, hetgeen haar een gul „open doekje" opleverde. De „opendoekjes" wa ren trouwens niet van de lucht. Zij golden in het bijzonder de interpretaties door Guus Hoekman (die een superieure creatie van Basilio realiseerde) en van Fritz Ol lendorff, die zijn doktor Bartolo als „het kind van de rekening" tot de komische figuur maakte en daarbij een groot artiest bleef. Het samenspel van Hoekman en Ollendorff in de befaamde lasteraria was een niet .te overtreffen hoogtepunt. Ook Nel Duval, als de dienstmaagd Berta, ver wierf een spontaan applaus na haar aria „II vecchiotto urca moglie" (wélke meestal weggelaten wordt en meer dient om deze nevenrol ook een kans te geven dan om de actie te dienen). Verder waren er Jos Burcksen, die van de onbeduidende knech tenrol van Fiorello nog heel wat maakte, alsmede Rudolf Kat als officier, die de solistische bezetting completeerden. Het samenspel was voortreffelijk. Noch tans denk ik mij de finale van II nog iets bruisender. Guarnieri, die de ouverture een strak objectief karakter gegeven had en daarmee het opera-orkest op zijn best had laten horen, toonde zich verder de met het burleske spel meelevende dirigent, die Rossini's meesterwerk behoeft. Tot besluit van het Holland Festival staat deze creatie van „De Barbier van Sevilla" dinsdag avond op het programma te Amsterdam. Jos. de Klerk Voor de deelnemers aan de internatio nale zomeracademie voor orgel heeft de directeur van de Deense orgelbouwers firma Marcussen, de heer Sybrand Zacha- riassen, zaterdagmorgen in de aula van het Stedelijk Gymnasium te Haarlem een voor dracht gehouden over orgelrestauratie. Het was een onderwerp, dat uiteraard de orgelcursisten interesseerde, maar dat ook van tenminste even groot belang was voor al de Haarlemse en Nederlandse or gelvrienden, die met begrijpelijke span ning uitzien naar het resultaat van de res tauratie van het instrument van Christiaan Müller in de Grote Kerk, welke' is opge dragen aan de genoemde firma. Een erva ring van honderden jaren leert ons, aldus de heer Zachariassen, dat orgelrestauratie een absolute noodzakelijkheid is. Talrijk zijn de nadelige invloeden, waar een orgel aan onderworpen kan zijn. Mot, worm slijtage en vooral ook vocht en droogte zijn de belagers van het vorstelijk instru ment. De uitdroging gedurende winterse vorstperioden en het opnemen van vocht in het warme jaargetijde zijn door het in krimpen en uitzetten van het hout van verwoestende uitwerking op instrumen ten. De vormwijzigingeh van het hart ver oorzaken lekken in sleepladen met de can- cellen. De toevoer van lucht en de lucht druk veranderen ongelijkmatig en steeds weer raken de orgels, zelfs korte tijd na een algemene stemming, ontstemd. Het voorlopige „bijstemmen" brengt een nade lige vormverandering van de pijpen met zich mede en de toestand waarin een orgel restaurateur de pijpen in een oud orgel aan treft, is doorgaans ontstellend. Vooral in de romantische periode zijn er op deze wijze tal van verwaarlozingen van oude orgels in de hand gewerkt. Gelukkig zijn niet overal de orgeltoestanden zo bedroe vend geweest. Het Haarlemse orgel bij voorbeeld vormt een gunstige uitzondering omdat de zorg van de organisten voor het behoud van het instument voorbeeldig is geweest. Bovendien is 't orgel nooit onder worpen geweest aan de funeste invloed van een kunstmatige verwarming. Toch konden de invloeden van, de natuurlijke temperatuursverschillen en de daarmede samenhangende vochtigheidsgraad van vijfendertig percent niet geneutraliseerd worden. Een constructiewijziging in de sleepladen door invoegen van stroken van een grote dichtingscapaciteit, in 1929 al door Marcussen met succes toegepast voor het orgel in de Nicolaïkerk te Kopenhagen, zal de invloed van de werking van vocht en droogte voor lange tijd opheffen. Voorts zijn in het restauratieplan opge nomen de uitbreiding van de klavierom- vang, verbetering en vernieuwing van het speelmechanisme, het weer tot spreken brengen van pijpen, die in de vorige eeuw het zwijgen is opgelegd. Voor de klank restauratie, die vervanging van „roman tische" registers beoogt door het weer op nemen van oorspronkelijk aanwezig zijnde vulstemmen die zich bovendien zal uit strekken tot de intonatie en de winddruk, vormt het archief van de stad Haarlem een uitstekende bron van inlichtingen. De heer Zachariassen besloot zijn be langwekkende voordracht met de uit spraak. dat in laatste instantie toch het oor zal moeten beslissen. Z waanswijk Volgens een opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal hu welijken in ons land gedaald van 35.710 in de eerste 5 maanden van 1957 tot 34.708 in de eerste 5 maanden van 1958. Het aantal levendgeborenen gaf in dezelfde periode een stijging te zien van 98.125 tot 99.389. Het aantal overledenen steeg van 34.249 tot 38.244. Het aantal overledenen steeg van 34.249 tot 38.244. Het aantal immigran ten steeg zeer sterk namelijk van 18.991 in de eerste 5 maanden van 1957 tot 39.835 in de eerste 5 maanden van dit jaar, als ge volg van het grote aantal repatriërenden uit Indonesië. Anderzijds daalde het aan tal emigranten van 30.625 tot 23.829. Toneelgroep „Theater", onder de direc tie van Robert de Vries, begint op zater dag 23 augustus het nieuwe seizoen met een openluchtvoorstelling van „De Storm" van William Shakespeare in het Open luchttheater te Bloemendaal. Beide stuk ken werden speciaal voor de openlucht ingestudeerd onder leiding van de Engelse regisseur Michael Warre. Verder staat „The iceman cometh" van Eugene O'Neill op het nieuwe reper toire. Dit stuk zal door de Amerikaanse regisseur José Quintero geregisseerd wor den. De première heeft in de eerste helft van het nieuwe seizoen plaats. Op het re pertoire bleven de volgende stukken ge- handhaaft „Omzien in wrok" van John Osborn, het Nederlandse stuk „Plantage Tamarinde" van Hans Keuls en „Wachten op Godot" van Samuel Beckett. Het ove rige repertoire is nog niet bekend, men wil een keuze doen uit de volgende dramati sche werken „Orpheus descending" van Aan de Rijksuniversiteit in Utrecht is vrijdag de heer D. Pont, leraar aan de ge meentelijke h.b.s. in Utrecht, gepromo veerd tot doctor in de letteren en wijsbe geerte op een proefschrift over de schilder Barent Fabritius (1624-1673), broer van Carel Fabritius. De heer Pont heeft de gepubliceerde bronnen getoetst en weten aan te vullen met enkele nieuwe gegevens. Daarnaast heeft hij een uitvoerige beschouwing ge geven over de schilderijen die met zeker heid aan de schilder kunnen worden toe geschreven. Tevens werd een hoofdstuk gewijd aan de tekeningen van Barent Fa britius die tot op heden vrijwel onbekend waren. Na een samenvatting en conclusie voegde de heer Pont er een oeuvrecatalo- gus aan toe en een chronologische lijst van biografische gegevens betreffende deze schilder. In deze studie is getracht het wisselval lige werk van Fabritius chronologisch te rangschikken en te verklaren. Een aantal tot op heden ongepubliceerde werken kon aan het oeuvre van Barent Fabritius wor den toegevoegd. De samenhang met het werk van Rembrandt heeft de schrijver, overal waar mogelijk was, getracht op te lossen. Tennessee Williams, „Dark at the Top of the Stairs" van William Inge, „The sum mer of the seventeenth Doll" van Ray Lawler, „De laatste verlofganger" van Jan Staal en „l'Historie de Vasco" van Georges Schéhadé. Wat de blijspelen betreft zal men een keuze maken uit „Not in the book" van Arthur Watkyn, „The Rape of the belt" van Ben Levy, „The time of the Cuckoo" van Arthur Laurents en uit „Klop" van de Russische dichter Wladimir Majakowski. Het tableau de la troupe voor het nieu we seizoen bestaat uit de dames Hetty Beck, Winnifred Bosboom, Martine Cref- coeur, Ingeborg Elzevier, Caor van Eyck, Mia Goossen, Willy Haak, Anna-Marie Heyligers, Elise Hoomans, Péronne Hosang, Annie dé Lange, Annie Langenaken, Enny Mols-de Leeuwe, Elly van Stekelenburg en Tine de Vries en de heren Hans Cule- man, Bernhard Droog, Frits van Dijk, Richard Flink, John de Freese, Bob Goed hart, Maxim Hamel, Gerard Hartkamp, Wim Kouwenhoven, Piet van der Meulen, Carl van der Plas, Henk Schaer, Jacques Snoek, Hans Tiemeyer, Cruys Voorbergh, Huib de Vries, Robert de Vries, Siem Vroom en Johan Walhain. Adviseur voor decors en kostuums is Johan Greter. Het Koninklijk Nederlands Genoot schap voor Geslacht- en Wapenkunde heeft in het stedelijk museum te Delft zijn jaarvergadering gehouden, welke te vens een inbileumvergadering was we gens het 75-jarig bestaan van het genoot schap. Ter gelegenheid daarvan is in het museum de genealogisch-heraldische ten toonstelling „De Nederlandse Leeuw" in gericht. Het hoofd van d,e afdeling oud heidkunde en Natuurbescherming van het ministerie van-Onderwijs, Kunsten en We tenschappen, mr. F. P. Th. Rohling, deel de mede dat de Koningin de penning meester van het genootschap, jhr. mr. C. C. van Valkenburg uit Bloemendaal, had benoemd tot officier in de orde van Oran je Nassau. Mr. dr. L. de Gou, burgemees ter van Venlo en lid der Eerste Kamer, bood het jubileumgeschenk aan, een boek waarin meer dan driehonderd kwartier staten zijn opgenomen. Een tweed" ge schenk was de ter ere van het -noot schap geslagen penning, welke is ontwor pen door de medailleur H. Wetselaar. Een hevige zomerstorm heeft het afge lopen weekeinde onder meer in Haarlem en omgeving gewoed. Er was tamelijk veel materiële schade. Zaterdagavond be gon de wind reeds op te steken en de ge hele zondag heeft het bijzonder hard ge waaid, waarbij verscheidene bomen in de parken en plantsoenen het hebben moe ten ontgelden. In Heemstede is de zondag avondvoorstelling van het circus Strass burger afgelast en werd de grote tent af gebroken. Het ergst was de wind tussen vier en zeven uur zondagmiddag. In de Haarlemse plantsoenen hebben vooral de rozen en de vaste planten veel geleden. Op de Korte Verspronckweg wie belde een grote boom zó gevaarlijk, dat men bang was, dat hij op één der nabij gelegen huizen zou vallen. De gemeente lijke dienst van Hout en Plantsoenen heeft, om erger te voorkomen, de boom van zijn kruin oft'tdaan, waardoor de wind er ver der geen vat meer op had. Vandaag zal de stam worden gerooid. Ook op andere plaat sen in de stad zijn enige bomen en boompjes aan de wind ten offer gevallen. Dit gebeurde onder meer in de Hodson- straat, op het Soendaplein en in de Popu lierstraat. De brandweer heeft in de Fre- derik Hendriklaan een zogenaamde halve boom (de helft van een dubbele kruin „gesloopt". Op het Kennemerplein en in de Haar lemmer Hout werden zware takken van de bomen gerukt. De herten in de Hout hadden een buitenkansje: zij deden zich tegoed aan de groene blaadjes van de ge vallen takken. In de Gaalstraat werden twee bomen van hun toppen ontdaan. Voorts zijn verscheidene daken bescha digd. In de Karolingenstraat is een groot stuk zink van een dak gewaaid, dat later door de brandweer weer is vastgezet. Op het Frans Halsplein waaide een schutting om. Een zonnescherm op de Jan Gijzen- kade is door een grote spiegelruit gevallen en van de Jan Gijzenschool zijn eveneens enige ruiten gesneuveld. Op de Hout markt zijn drie lege vaten in het Spaarne gewaaid. Hetzelfde gebeurde met twintig lege kistjes op de Koudenhorn. Ook heb ben zich hier en daar moeilijkheden voor gedaan met dakkapellen. In het Heemsteedse Groenendaal zijn ook takken van bomen gewaaid en moes ten verscheidene bomen worden vastge zet. De hevige stormen zijn er eveneens de oorzaak van geweest, dat het circus Strassburger zondag in Heemstede zijn avondvoorstelling heeft afgelast. De ma tinee heeft nog een betrekkelijk normaal verloop gehad; zij het dan ook, dat het trapezenummer enigszins gewijzigd .werd uitgevoerd. Het zou onder dergelijke om standigheden voor de artiesten een te groot risico hebben opgeleverd. Enke le tientallen toeschouwers, die zich door de bulderende storm in de tent kennelijk onbehaaglijk gevoelden, verlieten het cir cus reeds voor het einde der voorstelling. De tent bleek echter in staat de elemen ten te weerstaan; alleen ontstond er een drietal scheuren in het zeil. De directie in formeerde daarop bij het weerkundig in stituut te De Bilt naar de vooruitzichten voor de avond, waarop moest worden me degedeeld dat aanhoudende storm werd verwacht. De loodsdiensten in de zeegaten en voor de havens van het Nederlandse kustgebied moesten door de zuidwester-storm met windkracht negen gisteravond eerst voor kleine schepen en daarna voor alle schepen worden gestaakt. De loodsdiensten van de Wielingen en Hoek van Holland lagen om zes uur 's mid dags reeds stil en om tien minuten voor half acht voegden zich hierbij ook de loodsdiensten van IJmuiden en het Oostgat. Vanmorgen om 7.35 uur werd de loods- dienst te IJmuiden voor kleine schepen en om 8.20 uur voor alle schepen hervat. Van zee kwamen omstreeks negen uur van morgen zes zeeschepen, die door het stil leggen der diensten op zee moesten blijven, de haven binnen om via de sluizen naar Amsterdam te worden geschut. In de Koornmarktspoort in Kampen is zaterdagmiddag de tentoonstelling „Ge sel van de oorlog" geopend die georgani seerd is door de gemeentelijke tentoon stellingscommissie in samenwerking met de Nederlandse kunststichting in Amster dam. De expositie omvat honderdvijftien etsen en tekeningen van Callot, Dix, Goya. Moore en Picasso en is samengesteld uit museumcollecties en particulier bezit. Zij zal tot en met 30 augustus in Kampen ge opend zijn en daarna achtereenvolgens in Schiedam, Arnhem, Amsterdam en Eind hoven worden opgesteld. Overwogen wordt de tentoonstelling ook naar het bui tenland onder meer naar Londen, te zen den. De commissaris der Koningin in de pro vincie Overijsel ridder ir. J. B. G. M. van der Schueren heeft de officiële ope ning verricht in het gemeentehuis, waar ook aanwezig waren dr. W. P. Berghuis, burgemeester van Kampen, leden van de vaste commissie voor Onderwijs Kunsten en Wetenschappen van de Tweede Kamer, vertegenwoordigers van de sectie beelden de kunsten van de raad voor de kunst en gedeputeerden van de provincie Overijsel. In zijn openingswoord sprak de heer de van der Schueren over de noodzaak tot materiële en meer nog geestelijke waak zaamheid tegen oorlogsgevaar. Hij hoop te, dat deze tentoonstelling een bijdrage zou leveren in de strijd om de vrede en de vrijheid van de volkeren. Prof. dr. H. Schulte Nordholt uit Groningen achtte het van belang dat er kunstenaars zijn ge weest die de oorlogsellende in beeld heb ben gebracht. Zij hebben het aangedurfd en aangekund om dingen te benaderen, door middel van hun kunst, die anderen van afgrijzen doen zwijgen en zich doen afwenden, zei hij. Daardoor maken zij voor die anderen de onderwerpen benader baar en zijn deze een remedie tegen de verborgen angst, die niet dood te zwijgen of te ontvluchten is, aldus prof. Schulte Nordholt. Om verdere vernielingen te voorkomen besloot men daarom de tent af te breken en de avondvoorstelling af te gelasten. Zo dat de bezoekers, die zich des avonds aan de Sportparklaan vervoegden om het pro gramma bij te wonen, niet meer van het circus zagen dan de vier kale masten en de gebruikelijke bedrijvigheid van 't ver trek. Zij ontvingen allen aan de kassa's hun entreegelden terug. Omstreeks zes uur was er nog een stal in elkaar gewaaid, waar zich paarden en kamelen in bevonden. De dieren werden onder het fladderende tentzeil bedolven, doch zij konden zonder letsel door het personeel worden overgebracht. Per soonlijke ongelukken hebben zich hierbij evenmin voorgedaan. In Zandvoort heeft de wind veel onge rief en zelfs een ongeval veroorzaakt. Vooral de kampeerders hadden van de harde windstoten te lijden, doordat vele tenten in elkaar woeien. Met vereende krachten werd de schade zoveel mogelijk hersteld. In het tentenkamp „de Bran ding", het dichtst bij zee gelegen, was de schade het grootst. Een ware ravage werd hier aangericht en bovendien had men hier nog dubbel overlast, doordat met het oog op de werkzaamheden aan het circuit en de nieuwe wegverbinding naar de Noord- boulev'ard. de duinen hier nog niet zijn aan geplant. Het losse zand woei als een ver blindende zandstorm over het tentenkamp en vele tenten werden onder een dikke laag zand bedolven. Op het strand had den tot 's avonds laat de strandbedrijven nog weinig hinder van de storm onder vonden, daar het om half negen laag wa ter was. Met enige zorg werd de nacht tegemoet gezien in verband met het hoge water om half twee. Bij wijze van voor zorg werden de stoelen extra hoog op het strand rondom de paviljoens vastge- stouwd. Daar de wind echter niet pal op de kust stond, doch uit 't zuidwesten woei had men gegronde hoop dat het water niet bijzonder hoog zou worden opgestuwd. Ernstig ongeval Een vrij ernstig ongeval had plaats des middags omstreeks half vijf op het ter ras van hotel Bouwes. Een op het terras zittende jongen van elf jaar wilde één der parasols opsteken, doch toen hij deze had uitgezet, woei de open parasol door een krachtige windstoot door een der grote glazen terraswanden. Daar achter bevon den zich drie meisjes uit Amstelveen. Het oudste, 22-jarige meisje werd door het wegspringende glas getroffen en liep een slagaderlijke bloeding op aan het linker been, terwijl een pees van dit been werd doorgesneden. Haar 13-jarig zusje kreeg een aderlijke bloeding in één der benen. Dank zij krachtig teamwork van de po litie, een op het terras aanwezige dok ter en leden van Rode Kruis en Reddings brigade konden de hevig bloedende meis jes na 't verlenen van de eerste hulp reeds na vijf minuten per ziekenauto naar het Grote Gasthuis in Haarlem worden over gebracht voor verdere behandeling. J. Pieterson Moens overleden. Te Zeist is in de ouderdom van ruim 82 jaar over leden de heer J. Pieterson Moens, oud voorzitter en erevoorzitter van de Konink lijke Bond van Christelijke Zang- en Ora toriumverenigingen in Nederland. Vliegveld Rotterdam. Het aantal pas sagiers op het Rotterdamse vliegveld Zes tienhoven bedroeg dit jaar tot en met juni 14.984 tegenover 10.483 in het eerste half jaar van 1957, een vooruitgang van 45 per cent. Aan vracht werd in het eerste half jaar 1957 794.000 kg vervoerd. In de eerste zes maanden van 1958 steeg dit tot 2.274.000 kg, een toeneming van niet minder dan 300 percent. Het bezoekersaantal van de lucht haven liep van 32.000 tot 43.000 personen op. P. Tazelaar overleden. In Den Haag is op 71-jarige leeftijd overleden de heer P. Tazelaar, oud-hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Tijdens de oorlogsjaren was hij inspecteur te Amsterdam, waar hij als commandant van de verzetsgroep Am sterdam-West een grote rol in het verzet speelde. Na de oorlog heeft hij veel gedaan voor het onderwijs aan kinderen van schippers, woonwagenbewoners en kermis exploitanten. Hij is 20 jaar hoofdbestuurs lid geweest van de Vereniging van Reserve-officieren. Kettingbrief. De stichting „Hulp aan landgenoten in Indonesië" deelt, mede, dat een kettingbrief in omloop werd gebracht, waarin de mededeling wordt gedaan, dat de baten bestemd zijn voor deze stichting. Het bestuur van de stichting verklaart dat zij van deze actie geheel onkundig is en zich daarvan wenst te distanciëren. Mr. dr. W. F. J. Frowein overleden. Te Wittem is in de ouderdom van 81 jaar overleden mr. dr. W. F. J. Frowein, oud directeur-voorzitter van de Staatsmijnen in Limburg. Nederlandse pater vermist. Tweedui zend militairen, burgers en jongelieden nemen op het ogenblik als vrijwilligers deel aan de opsporing van een Nederlandse pater uit Djokjakarta, die van een bestij ging van de berg Subing, nabij Wonosobo in midden-Java, niet is teruggekeerd en sedert enige dagen wordt vermist. Het zoe ken naar de vermiste geestelijke heeft tot dusver echter nog geen resultaat gehad. Boerderij afgebrand. Zondagavond is de boerderij van D. Kwakernaak aan de nieuwe verbindingsweg tussen rijksweg 4a en de provinciale weg LeidenOude We tering in vlammen opgegaan. Ook de in boedel ging verloren. Ir. Staf terug. Minister Staf is zondag per vliegtuig van zijn bezoek aan West- Duitsland teruggekeerd. Hij heeft daar be sprekingen gevoerd met zijn Duitse ambt genoot Strauss en militaire afdelingen in Beieren bezichtigd. Expositie. Op 18 juli zal in de Van Rijckevorselschool in Hoek van Holland de hoofdadministrateur van Onderwijs en Volksontwikkeling, de heer P. Burik, de tentoonstelling „Weg naar prenten" ope nen. Mejuffrouw M. Janse, pedagogisch ambtenaar van het museum Boymans, zal de tentoonstelling inleiden. .ft Opnieuw is de strijd om de resten van het middeleeuwse kasteel „Hellenburg" op Zuid-Beveland ontbrand. In het dorpje Baarland, waar omstreeks 1400 de Hollandse en Vlaamse edelen elkaar op leven en dood het bezit van de „Hellenburg" bevochten, strijden nu zij het dan zonder zwaard of lans boeren en burgers om de funda menten van dit historische slot. In de afgelopen maanden zijn namelijk tijdens de herverkavelingswerkzaamheden in en om Baarland de fundamenten van de „Hellen burg" blootgelegd. Zij verkeren in een verrassend gave toestand. Dagelijks komen oudheidkundigen de opgravingen bestuderen. De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort is met grote kisten vol scherven en andere histo rische vondsten van de „Hellenburg" vertrokken. De grote vraag is echter: wat moet er met de „Hellenburg" gebeuren? Archeologen zeggen: restaureren en bewaren voor de toekomst, want de „Hellenburg" is van grote historische waarde en uniek voor Zeeland. Maar de plaatselijke bevolking, in hoofdzaak bestaande uit land bouwers, voelt daar weinig voor. „We kunnen de boel beter onderspitten en er aard appelen poten. Bovendien hebben we toch geen geld voor het onderhoud van de „Hellenburg". De historie vande „Hellenburg" is niet onvermaard en namen van figuren als Floris de Vijfde, Jan van Renesse en de heren Van Borsselen zijn daarin ver weven. Het merkwaardige is echter, dat zowel van het ontstaan als van de onder gang niets door de geschiedschrijvers wordt vermeld. Wel gaf de heer Renaud van de Rijksdienst Oudheidkundig Bo demonderzoek, die de opgravingen heeft geleid, als zijn mening te kennen, dat de „Hellenburg" vóór 1380 moet zijn gesticht en zijn naam ontleende aan „Helle", zoals de Zeeuwse eilanden omstreeks het jaar 1000 wel werd genoemd. Wel komt men de naam van het dorp Baarland tegen. Van Hugo van Baarland melden de kro nieken dat hij medeplichtig was aan de moord op graaf Floris V in 1296. De Zeeuwse edelman werd vrij spoedig daar na gegrepen en in Dordrecht geradbraakt. In het begin van de veertiende eeuw krijgen ook de Van Renesse's deel in de ambachtsheerlijkheid Baarland en sinds die tijd wordt er voortdurend slag geleverd om de Zeeuwse bezittingen. Beurtelings trekken zowel de Hollandse als de Vlaam se troepen moordend en plunderend rond. De Zeeuwen kozen tenslotte partij voor de Vlamingen en de heren Van Borsselen, Van Cruyninghen en Van Renesse trokken te vuur en te zwaard tegen de Hollandse horden op. Wolfert van Borsselen deed zelfs een poging om Dordrecht te verove ren. Dat mislukte echter en hij werd in 1299 gevangen gezet in de toren te Delft, waar de bevolking tot hem wist door te dringen. De arme Zeeuwse edelman werd uit de toren gesmeten en op straat ge lyncht. Jan van Renesse wist enkele jaren later tot voorbij Utrecht door te dringen. Witte van Haamstede, die zijn vader Floris V kwam wreken, riep hem echter een halt toe en hakte de Vlaamse horden in de pan. De zeeslag bij Zierikzee bracht de be slissing. Zeeland kwam voorgoed bij Hol land. Jan van Renesse vluchtte uit Utrecht, maar verdronk in de L°':, toen hij wilde oversteken en de overvolle boot kantelde. Hoewel de historie daarvn niets ver meldt, neemt men aan dat de „Hellen burg" in het midden van de zestiende eeuw een roemloos einde heeft gevonden door uitsterving van de bewoners. Ver moedelijk hebben de Baarlanders daarna het slot vele malen geplunderd, hetgeen men uit de opgravingen kan afleiden. Bij de opgravingen zijn tal van vondsten gedaan: een koekepan van aardewerk, beenderresten van gevogelte, mosselschel pen, een benen tuimelaar van een kruis boog, een tinnen bord met een gekroonde hoofdletter T. Een bijzonderheid zijn de gevonden oesterschelpen, omdat in Zee land pas na 1500 tot de oesterteelt werd overgegaan en de geconsumeerde oesters dus uit het buitenland afkomstig moeten zijn. Eigenaa-dig waren ook de opgebag gerde schoenzolen: een zeer lange, smalle hiel en een ver doorlopende neus, die recht eindigt. Ook zijn stukken glas-in- lood met ruitvormige venstertjes ge vonden. Wie koopt de ruïne? Het touwtrekken om de ruïne is thans begonnen. Aan de ene kant trekken de boeren van Baarland, daarbij geholpen door de gemeenteraad, en aan het andere eind rukken de oudheidkundigen, vele his- torieminnenden uit Zeeland en de jeugd van Baarland. Dit touwtrekken zal wel zonder resultaat blijven, want geen van beide partijen heeft het benodigde geld om de ruïne in stand te houden. En daar wringt de schoen. Tot 1 augustus zal de herverkaveling in Zeeland de blootgelegde kasteelfundamen ten ongemoeid laten, teneinde de liefheb bers tüd te gunnen kapitaal te verzamelen. Reeds worden pogingen gedaan om tot een stichting tot instandhouding van de „Hel lenburg" te komen. Slaagt men daarin niet, dan zullen bulldozers de restanten van Baarlan s ridderhistorie wegvagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 11