In de filmstad Hollywood werd de Amerikaanse verkeersknoop doorgehakt Winst Shell Oil sterk gedaald Vijftig jaar geleden NAAIMACHINES 's werelds vakantiefoto's Van dag tot dag AMERIKA 1958 De Amerikaanse voetganger is beter af dan de Nederlandse VRIJDAG 25 JULI 1958 Eerste halfjaar 1958 Akkoord te Genève over derde ontdekkingsmethode Snelheid beperkt met.,zOneffekt' Op de ^Praatótoel Rundveestapel sinds vorig jaar toegenomen Uit Haarlems Dagblad van 25 juli 1908 Neem er de tijd eens voor en ga kijken Aansluitend op een ondubbelzinnige he- keling, die ons blad ten beste gaf naar aan. leiding van de haastige instemming van minister Luns met de Amerikaanse landing in Libanon en de overdreven terughou dendheid van dr. Drees ten aanzien van het Russische voorstel tot een topconferen tie, schrijft onze medewerker voor parle mentaire zaken thans het volgende: „Ronduit gezegd is het verre van duide. lijk, waarom minister Luns zich aldus heeft geuit. Enige noodzaak hiervoor valt moeilijk te ontdekken en veeleer maakte het de indruk, dat die onbeperkte toejui ching van hetgeen Washington en Londen hadden gedaan, een beetje overhaast was. Daarom ware het allerminst bevreemdend geweest, indien een of meer afgevaardig den het middel zouden hebben aangegre pen van het stellen van schriftelijke vra gen ten einde aldus minister Luns er toe te brengen de in dezen door hem gevolgde gedragslijn nader te verklaren. Reeds hoor de ik de mogelijkheid opperen dat hij, die overigens geenszins onder stoelen en ban ken pleegt te steken, dat hij voor de poli tiek van Foster Dulles weinig bewondering kan koesteren, blij was nu eens aan het adres van de Amerikaanse secretaris van Staat een woord van lof te kunnen doen klinken Hoe het zij, er is omtrent deze aangelegenheid geen enkele schriftelijke vraag ingediend, ofschoon men er anders toch waarlijk niet voor terugschrikt daar toe over te gaan, zelfs wanneer het kwes ties betreft van heel wat minder betekenis dan die van de verwikkelingen in en in verband met het Nabije Oosten. Mogelijk verkeren de dames en heren afgevaardigden reeds zozeer in vakantie stemming, dat zij daardoor er niet toe ge komen zijn om dn het onderhavige geval van het vragen-instituut gebruik te ma ken". Tot zover onze parlementaire medewer ker. Het is nu wel duidelijk, waarom de Nederlandse regering ten aanzien van bui tenlandse en internationale kwesties zich kan veroorloven, een opportunistische en van weinig ruggegraat getuigende houding aan te nemen. De volksvertegenwoordiging vindt het wel best! Men kan op deze wijze de regering niet eens verwijten, dat zij de Nederlandse stem in het internationale koor al te zeer tracht te doen meeklinken met het geluid van uit economisch oogpunt belangrijke relaties en daarop haar menin gen omtrent brandende, zwaarwegende in ternationale vraagstukken afstemt. Zij krijgt immers vrij spel daarbij, aangezien de volksvertegenwoordiging zo weinig be langstelling blijkt te hebben vobr een enigszins zelfstandige rol van ons land in de internationale ontwikkeling, dat zij de zigzagkoers van het regeringsbeleid, braaf uitgestippeld volgens het zog van de grote westelijke bondgenoten, zwijgend accep teert en intussen over de vakantie droomt. Mgn kan bij dit alles slechts gelaten de verzuchting slaken, dat onze parlementa riërs een prettige vakantie zullen hebben en daarbij niet zullen worden gestoord door zwartgallige gedachten over mogelijke vruchtbare en heilzame initiatieven, die van ons land zouden hebben kunnen uit gaan indien wij geen rekening met onze handelsbalans hadden behoeven te houden. De Shell Oil Company heeft in het twee de kwartaal van 1958 een nettowinst ge boekt van dlr 19.182.070 (dlr 0,63 per aan deel) tegen dlr 26.469.532 (dlr 0,87 per aan deel) in het eerste kwartaal van dit jaar. In de eerste helft van 1958 bedroeg de nettowinst dlr 45.651.602 (dlr 1,50 per aan deel) tegen dlr 75.320.849 (dlr 2,49 per aandeel) in de eerste helft van 1957. Vóór reservering voor federale belastin gen bedroegen de inkomsten der maat schappij in het tweede kwartaal van dit jaar dlr 18.582.070 (in het eerste kwartaal dlr 27.169.532) en in de eerste helft van 1958 dlr 45.751.602 (eerste helft van het vorige jaar dlr 106.320.849). Deverkopen en andere bedrijfsinkomsten bedroegen in het tweede kwartaal van dit jaar dlr 391.356.867 (eerste kwartaal dlr 408.626.006) en in de eerste helft van 1958 dlr 799.982.873 (in de eerste helft van het vo rige jaar dlr 902.588.690). De kosten, afschrijvingen en dergelijke en interestbetalingen op langlopende le ningen bedroegen tezamen in het tweede kwartaal van dit jaar dlr 375.538.089 (in het eerste kwartaal dlr 382.977.551) en in de eerste helft van 1958 dlr 758.515.640 (in de eerste helft van 1957 dlr 800.648.317). GENèVE (UPI). - Op de technische atoomconferentie van Genève is een derde methode toegevoegd aan de lijst van aan bevolen middelen voor het ontdekken van kernontploffingen, namelijk het registreren van op een ontploffing volgende aard schokken.De andere voornaamste methoden zijn het opvangen van geluidsgolven en het verzamelen van radio-actieve neerslag na een ontploffing. Ditw erd meegedeeld aan het eind van de voltallige zitting, die veertig minuten duurde. Tevoren waren de delegatieleiders een half uur bijeen geweest. Donderdag is verder gesproken over de doeltreffendheid van het registreren van elektromagnetische golven en over een niet nader aangeduide methode, speciaal bedoeld voor het ont dekken van kernontploffingen die op grote hoogte worden veroorzaakt. Het begon in Hollywood Maar dit is niet het begin van een romantisch verhaal over filmsterren. Het is het begin van een hoogst onroman tische reportage over een omwenteling op verkeersgebied, die zich sedert enige jaren in de Verenigde Staten aan het voltrekken is. HET BEGON werkelijk in Holly wood. Hollywood is, hoe de filmpropagan disten het verder ook mogen beschrijven, aardrijkskundig slechts een wat hoger ge legen noordwestelijke voorstad of buiten wijk van Los Angeles, de stad met de grootste oppervlakte (1160 vierkante kilo meter!) van enige gemeente in Amerika In Hollywood wonen, behalve enkele dozij nen wereldberoemde acteurs en actrices, vele duizenden „gewone" mensen, die in de zakenwijken van Los Angeles hun brood verdienen, maar die de benedenstad, waar lelijkheid en ongezelligheid met elkaar wedijveren, terecht niet als een ideaal woonoord voor zichzelf en hun gezin be schouwen. Zij trekken dus 's ochtends in grote drommen van Hollywood naar „down town Los Angeles" en keren aan het eind van de werkdag weer naar Hollywood terug. De voornaamste verbindingsweg tussen die twee punten is jarenlang de, ook door de film vermaard geworden, Sunset Boule vard geweest. In tegenstelling tot de meeste andere Amerikaanse hoofdwegen en -stra ten bevat de Sunset Boulevard nogal wat kronkelige gedeelten en deze kronkelingen, plus het ontelbare aantal zijstraten, maak ten het niet bepaald tot een genoegen, op de spitsuren de bijna 15 kilometer van het centrum van Los Angeles naar het centrum van Hollywood per auto af te leggen. (De openbare verkeersmiddelen waren en zijn in het stadsgebied van Los Angeles uiter mate dun gezaaid.) Men kon van geluk spreken als men er niet meer dan drie kwartier over deed en dus in zijn snelle Amerikaanse wagen voortkroop met een tempo, waarvoor menige Hollandse brom fietser zijn neus zou optrekken. Tot het gemeentebestuur er op zekere dag, nu een jaar of tien geleden, zo schoon genoeg van kreeg dat het radicaal de knoop doorhakte en aan het bureau van Publieke Werken de opdracht gaf, een rechte lijn te trekken van de benedenstad naar Holly wood een rechte lijn niet slechts op een kaart, maar in concreto dwars door de bestaande bebouwing heen. Dit betekende, dat er korte metten werden gemaakt met arbeiderswoningen en villawijken, met kerken en scholen, met alles wat de rechte lijn in de weg stond. En nadat dit alles was onteigend en afgebroken (of, op enkele punten, overbrugd) werd er langs die rechte lijn een door geen enkele kruising onderbroken autoweg aangelegd, die ner gens minder dan zes rijbanen, maar op vele plaatsen zelfs acht banen breed is. De afstand werd er vijf kilometer korter door en men rijdt nu, zonder enige moeite en op een zeer veilige manier, in zeven minu ten, van -het ene .centrum naar het andere. Öm een snelle afwikkeling van het verkeer nog extra te bevprdenen. worden tijdens het ochtend-spitsuur alle rijbanen op twee na in de richting Los Angeles en op het avond-spitsuur in de richting Hollywood opengesteld. Zo begon het dus in Hollywood; en sindsdien heeft het systeem van speciale wegen voor het snelverkeer binnen de be bouwde kom (tenminste waar die bebouw de kom zo uitgestrekt is als daar) snel op werpen, hetgeen betekent dat er tol moet worden geheven. Op lange trajecten is dat tolgeld soms zeer hoog, zodat het kan voor komen dat men op een autorit van een dag vijf dollar bij diverse tolposten achterlaat. Het is daarbij een schrale troost, dat het innen van de tolgelden (die men gewoon lijk voldoet bij het verlaten van de auto weg) zó goed is georganiseerd, dat het verkeer er bijna niet door wordt opgehou den. Hoezeer wij als Europeanen tegen het begrip „tol heffen" mogen mokken, het is niettemin wel leerzaam dat de oprichting van openbare of semi-openbare lichamen voor wegenbouw op deze manier geleid heeft tot de aanleg van vele prachtige autowegen, die er anders zeker niet zo gauw waren gekomen. De f,Port of New York Authority" bijvoorbeeld, die in de 37 jaar van haar bestaan tot dusver circa 600 miljoen dollar heeft besteed aan de bouw van bruggen, wegen, vliegvelden en zovoorts, heeft die kosten geheel uit tol gelden kunnen bestrijden, zodat er geen dollar belastinggeld voor behoefde te wor den uitgegeven. Komend uit Nederland, waar de overheid er jaren over heeft moeten nadenken voor zij er zelfs maar toe kon besluiten, in bebouwde kommen de verkeerssnelheid tot 50 km per uur te beperken (hetgeen in sommige gevallen nog veel te hoog is), con stateert men enigszins verwonderd maar dankbaar dat er in Amerika zelfs op de meest ideale autowegen snelheidsbeperkin gen gelden. In Californië bijvoorbeeld mag men nergens, hoe recht en breed en krui- singsvrij een weg ook is, hoe zelden men er ook een voetganger ontmoet en hoe weinig men er ook van fietsers heeft gehoord, harder rijden dan 55 mijl (ongeveer 88 km) per uur. Daar wordt natuurlijk wel tegen gezondigd, maar een heirleger van politie mannen op motorfietsen (die zelfs de snel ste auto kunnen inhalen en tot staan bren gen) maakt dat dit zondigen maar zelden ongestraft blijft; en als er straffen worden uitgedeeld, zijn die dikwijls lang niet mals, ook al heeft de hardrijder nog geen enkel ongeval veroorzaakt. Het maximum van 55 mijl per uur geldt, zoals gezegd, voor de hele staat Californië dus voor een gebied 12 maal zo groot als Nederland maar regionaal en plaat selijk zijn er vaak nog verdere beperkingen. Ik heb er heel wat wegen gezien, waar niet harder dan 35 of 40 mijl (56 of 64 kilometer) per uur mocht worden gereden, hoewel ze heel wat breder, overzichtelijker en veiliger waren dan sommige Nederlandse wegen waarvoor geen enkele snelheidsbeperking bestaat. En terwijl men in ons land over het algemeen straffeloos elk ander weg gebruiker in gevaar kan brengen, zolang men maar nèt geen ongeval veroorzaakt, wordt in de meeste Amerikaanse staten onmatig snel rijden op zichzelf al als een overtreding beschouwd, zoals het ook als een overtreding geldt wanneer een auto mobilist zich, al brengt hij er niemand mee in gevaar, niet strikt houdt aan de witte strepen, waarvan zo goed als alle wegen zijn voorzien. De boeten, die voor .derge lijke overtredingen worden geheven, varië ren van staat tot staat, en zelfs van ge- Een tolstation van de hoofdweg van Washington naar New York. De auto mobilisten op de foto komen juist de hoofdweg op of verlaten hem. Degenen die erop komen, krijgen een kaartje en rijden door tot zij de hoofdweg weer willen verlaten. Op de zijwegen zijn namelijk overal tol-stations, waar bij het verlaten van de hoofdroute tol m.oet worden betaald naargelang het aantal kilometers, dat men op de hoofdweg heeft afgelegd. meente tot gemeente, maar gewoonlijk zijn ze hoog genoeg om de kosten van het gemotoriseerde politiecorps voor een flink deel te dekken Een andere maatregel tot beveiliging van het Amerikaanse verkeer is het zéér veel vuldige gebruik van verkeerslichten. Ter wijl deze in onze steden gewoonlijk slechts op de allerdrukste punten zijn aangebracht en ook daar veelal worden uitgeschakeld op .uren ,vg,n verijiinderd verkeek treft mpn in de AMêVikaart'se steden vf'ijwel geen kruising van twee straten aan, die niet door een verkeerslicht is beveiligd. En die lichten blijven ook 's nachts aan, omdat de Amerikaanse autoriteiten terecht van me ning zijn dat er op de nachtelijke uren, als er weinig verkeer is en de schaarse auto mobilisten dus gauw geneigd zijn te den ken dat zij de weg voor zich alleen hebben, minstens zoveel behoefte aan bestaat als overdag. Op enigszins gecompliceerde kruispunten, of op plaatsen waar naast het autoverkeer veel voetgangersverkeer is, zijn de lichtinstallaties veelal voorzien van afzonderlijke lichten voor de voetgangers en weer andere lichten voor het rechts- of links-afslaande verkeer. De voetgangers in drukke stadswijken hebben het daardoor in het algemeen veel gemakkelijker dan bij ons, waar de overheid nog maar al te vaak schijnt te vinden, dat het snelverkeer ook in de volste winkelstraten aanspraak mag maken op bepaalde voorrechten. In Amerika is men reeds lang tot het inzicht gekomen, dat snelverkeer niet langer als snelverkeer mag worden beschouwd wan neer het eenmaal een stadscentrum is bin nengekomen; dan dient het zich bij de rest van het verkeer aan te passen en vaak wordt het daar zelfs ondergeschikt aan gemaakt. In de meeste Aiperikaanse steden heeft de voetganger, op de weinige kruis punten waar verkeerslichten ontbreken, De breedte van de wegen en rijbanen der hoofdwegen is op deze foto, ge nomen van een verkeersbrug in de •7 f(? 'ipi' Je „Hollywood Freeway", gezien in ai nabijheid van de benedenstad van Dos Angeles. Links kunnen automobilisten van andere routes via een zogenaamd „klaverblad kruispunt" op de hoofd weg komen en zich in de files voegen zonder het verkeer op te houden. gang gemaakt. In Los Angeles zelf, dat door zijn afmetingen ook in de eerste plaats voor dit systeem in aanmerking kwam, heeft men het niet bij die ene ideale ver binding tussen de benedenstad en Holly wood gelaten; in de laatste zes jaar is er een heel netwerk van „freeways" (krui- singsvrije wegen) tot stand gekomen, dat zich hier en daar tot 40 km ver in alle richtingen uitstrekt. Veel eerder was men natuurlijk al be gonnen met de aanleg van grote auto wegen van stad tot stad en de bouw van zulke wegen gaat nog altijd op grote schaal door; hun gezamenlijke lengte bedraagt ai meer dan 8000 km. Maar vele van deze wegen, hoe voortreffelijk ze overigens ook zijn, hebben het nadeel dat zij geheel of gedeeltelijk zijn gebouwd met geleend kapitaal, dat óf door particulieren óf door de overheid is verstrekt. Ze moeten daarom financieel zou gauw mogelijk vruchten af- Een kruising van vier verdiepingen, prachtig voorbeeld van scheiding der verkeersbanen op kruispunten, „Prach tig" slaat niet op de estetische kant van het geval, doch de veiligheid gaat voor de schoonheid. zelfs voorrang boven de auto. De verkeers politie hamert deze regel er bij nieuwe automobilisten krachtig in door bij het rij-examen een -kandidaat, die niet onmid dellijk stopt als hij ziet dat een voetganger vóór zijn auto wil oversteken, onherroepe lijk te laten zakken. En dit geldt niet alleen voor de druk door voetgangers gebruikte straten in de stadscentra; het geldt evenzeer voor over steekplaatsen op wegen die voornamelijk door het snelverkeer worden gebruikt. Men kan daar grote borden aantreffen met het opschrift „Yield to pedestrians!" („Verleen voorrang aan voetgangers!"), en dit soms op punten "die er zich naar het oordeel van menig Hollands automobilist èn van diens autoriteiten op verkeersgebied juist zo goed toe zouden lenen om het gas pedaal eens lekker diep in te trappen. Het respect voor de rechten van de voetganger gaat in Amerika zo ver, dat er van de automobilisten consideratie voor hem wordt geëist zelfs in gevallen dat hij, door bij voorbeeld op verkeerde of gevaarlijke plaatsen over te steken, zelf ernstig tegen de verkeersregels zondigt. Na het aanrijden of overrijden van een voetganger kan een automobilist er zich dan ook maar zelden met succes op beroepen, dat het slacht offer een verkeersfout had gemaakt. Hoe komt het dan, zal men vragen, dat er ondanks al die veiligheidsmaatregelen ook in de Verenigde Staten nog altijd zo ontzaglijk veel verkeersongevallen plaats vinden? In de eerste plaats moet daarop geantwoord worden, dat het aantal onge vallen, hoe groot dat ook is, dient te wor den beschouwd in zijn verhouding tot de enorme uitgestrektheid van het land (240 maal Nederland) en tot de buitengewone verkeers-intensiteit (ruim 60 miljoen auto's, die elk veel meer kilometers per jaar rijden dan in Europa het geval is). Ten tweede moet men in 't oog houden, dat ook de beste veiligheidsmaatregelen aan waar de verliezen als ze zelfs maar door een klein deel van de burgerij worden over treden (het veronachtzamen van rode ver keerslichten op buitenwegen bijvoorbeeld kost bijna dagelijks mensenlevens). En ten derde voert de verkeerspolitie vrijwel overal in de V.S. een bittere, maar nog steeds weinig hoop op succes biedende strijd tegen de grote vijand van veilig ver keer: de alcohol. De New Yorkse politie maakte juist tijdens mijn bezoek bekend, dat circa 50 percent van de automobilisten, die in 1957 bij auto-ongevallen om het leven kwamen, op het moment van het ongeval dronken waren. De laatste tijd gaan er in Amerika stemmen op, die eisen dat een automobilist, die één keer wordt betrapt op rijden „on der invloed", zijn rijbewijs voorgoed wordt ontnomen. Als een dergelijke maat regel praktisch uitvoerbaar zou zijn (het geen door velen wordt betwijfeld), zou de verkeersveiligheid in het land daarmee stellig bijzonder zijn gebaat. Simon Koster Advertentie Alle merken, dus ruime keuze ENGEL, Gr. Houtstr. 181 - Tel. 14444 Advertentie R0LFILM N wonen een interessante. tentoonstelling van moderne interieurs Het gehele jaar door blijvend attraktief. Elke maand weer nieuwe modellen van binnen- en buitenlandse ontwerpers NEW YORK. In de haven alhier is een allerwonderlijkst scheepje binnen- geloopen. Het 6 meter lange schuitje is vervaardigd uit niets dan een dun hou ten geraamte met daaroverheen oud courantenpapier. De vervaardiger, ka pitein Johnson, plakte net zoo lang oude couranten met lakgom over elkaar tot hij een dikte had, voldoende voor een scheepswand. Hij heeft daarvoor ruim 10.000 groote Amerikaansche couranten noodig gehad. Dat zijn bootje niet alleen waterdicht, maar ook zeewaardig is, heeft kapitein Johnson bewezen, door ermee van Norfolk naar New York te varen, een zeereis van 450 kilometers. Samensmelten Er circuleren op het ogenblik twee zeer geslaagde grapjes - zogenaamde moppen - in stad en land. Het ene gaat over een man, die in een enorme bierkuip valt tij dens een bezoek aan een brouwerij en daarin jammerlijk verdrinkt. Bij onderzoek blijkt echter dat hij tweemaal uit de kuip geweest is om een bezoek aan het toilet te brengen. Het twee grapje verhaalt, hoe bij een schipbreuk de kapitein van een red dingsvaartuig, na urenlang op de plek des onheils gekruist te hebben om overlevenden op te pikken, eindelijk in 't duister met de scheepsroeper aan de mond brult: „Zijn er nog drenkelingeeee?!!!" en dan uit de verre verte een zwakschallend antwoord krijgt: „Jaaaü! Hoezo?!!!" Deze grapjes vallen om een of andere reden sterk in de smaak, zodat men ze her haaldelijk voorgeschoteld krijgt door lie den, die menen dat ze origineel zijn. Dezer dagen ontmoette ik een kennis, die mij met een pretgezicht vroeg: „Heb je gehoord van die man, die in een grote bierkuip. „Ik geloof het niet", zei ik menslievend. „Nou, er viel een man in een enorme bierkuip bij een bezoek aan een brouwerij. De directeur werd erbij gehaald en deze snelde naar de rand van de kuip, roepend: „Is er iemand in gevallen?!!!" Toen klonk uit de diepte een stem, die antwoordde: „Jaaaü! Hoezo?!!!" Ik moet zeggen dat deze procedure van moppenvertellen mij heel wat efficiënter lijkt dan het klakkeloos overnemen van wat men gehoord heeft. Misschien kan op deze wijze een geheel nieuwe moppenindustrie ontstaan - wie doet er zijn best eens voor? M. Coiffeur Landbouwtelling mei Het Centraal bureau voor de statistiek heeft de voorlopige uitkomsten van de landbouwtelling mei 1958 gepubliceerd, waaruit blijkt hoe de veestapel zich sedert mei 1957 heeft ontwikkeld. De cijfers geven een uitbreiding te zien voor het rundvee, de schapen, de hoenders en de eenden. Daarentegen liep het totaal aantal varkens en paarden terug. De rundveestapel is met bijna 3.2 miljoen ruim 92.000 stuks groter dan vorig jaar (+3 percent). Het aantal melk- en kalf- koeien steeg met 29.400 stuks (2 percent). De varkensstapel liep in zijn geheel met 61.400 stuks terug 2 percent). Dit be treft alleen de categorieën biggen en fok- zeugen, die een teruggang vertoonden van respectievelijk 63.300 6 percent) en bijna 20.000 5 percent). Daar staat een uitbreiding van het totale aantal mestvar- kens tegenover van 21.500 2 percent). Deze uitbreiding doet zich alleen gelden in de baconklasse, die met bijna 45.000 stuks (4- 12. percent) bleek te zijn toeigenotnen. In de zware gewichtsklasse (95 kg en zwaarder) werden 25.000 stuks minder ge teld dan vorig jaar 25 percent). De paardenstapel is opnieuw ingekrom pen. Voor het eerst kwam het aantal land- bouwpaarden met 194.300 beneden de 200.000 te liggen. De schapenstapel omvat nu 541.600 dieren, een aantal dat sedert 1946 niet meer bereikt werd. De gestadige uitbreiding, welke zich na 1955 heeft doen gelden, zet zich onverminderd voort. De hoenderstapel bedraagt thans 37.7 miljoen dieren, d.i. ruim 2.5 miljoen meer dan in 1957 7 percent) Tevens werd bij de landbouwtelling mei 1958 het aantal melkmachines geteld. Se dert het vorig jaar is dit van 9.208 geste gen tot 23.012. Doordat een melkmachine verscheidene apparaten bevatten kan, ver tegenwoordigen deze melkmachines thans in totaal 39.053 melkapparaten. Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 3