£ies Jlaukema, VOOR HET MELLANISME Digitalis SCRIPTGIRL OUDERS, OPGEPAST Het controlerende en alarmerende ËeheiiËen van de regisseer ANTIEKE MEUBELEN VOOR MODERNE WONINGEN ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1958 Erbij PAGINA TWEE lllillllllil!l!llll!l!llllll!llllil||||lll!lllllllllllllllllllllll!II!ll!lllll!ll!!i! Honderd jaar geleden werd Catharina van Rennes - geboren Over de tuin Roukema een beetje verontschuldigend als ze achter een grote tafel gaat zit ten. En ze heeft gelijk gekregen. Natuur lijk was het duidelijk, dat ze met de stop watch, die ze in haar hand hield het pro gramma ging „timen" en met de ball point de bewegingen van de camera's in haar draaiboek zou volgen, maar de vele termen, die zij en haar regisseur Max Dou- wes gebruikten, waren voor ons een raad sel. En zo zal het altijd wel blijven. Ieder vak kent zijn geheimen en om je daarin te verdiepen WEL BABBELDEN WE nog even na de uitzending over de vele ervaringen, die Lies Roukema, vooral in het begin van haar televisietij d opdeed. „Ik was toen niet alleen scriptgirl, nee, in de eerste plaats naaister en kleedster. Voor een hele lange acteur, die een Ro meins kostuum moest dragen, dat veel te kort was, heb ik vlug een deken met een geborduurde zoom gekocht en die eraan genaaid. Het stond prachtig. Niemand heeft het gelukkig gemerkt. Aan Camilla Williams, de bekende negerzangeres, moest ik eens mijn schoenen lenen, om dat haar hoge hakken pijn deden. Ik heb toen de hele avond op blote voeten moe ten rond lopen!" Voor Lies Roukema vor men deze herinneringen de ware bekoring van haar veeleisende, maar ook altijd Augustus pleegt men ook wel eens de tweede groeimaand te noemen. De jonge loten aan boom en struik demonstreren dat trouwens ook wel en het is nu een heel goede tijd aanstalten te maken om even tueel coniferen aan te planten. Ook andere gewassen kunnen gepoot worden. Ergens in uw tuin op dat lichte schaduwplekje zal ook het Vingerhoedskruid uitstekend vol doen: digitalis moet u dan bestellen. Ze kunnen volgende zomer ook in eigen tuin gezaaid worden, nu is het er een beetje laat voor. De bloemist heeft wel jonge planten in voorraad en bij hem kunt u dus wel terecht. Jonge in pot gekweekte plan ten kunnen dus nu in de volle grond ge poot worden ze bloeien dan volgend zomer dat het een lieve lust is. Er zijn allerlei kleuren. De witte en de purperen tinten voldoen het best en wit koipt heel goed uit tegen die donkergroene achter grond. Als men ze eenmaal in eigen tuin heeft behoeft men niet meer te zaaien. Ze zorgen zelf wel voor de verspreiding. Over al komen de jonge planten te voorschijn en daar waar men ze hebben kan laat men ze rustig doorgroeien. G. Kromdijk HOUDT NOU EENS één keer eventjes je mond, wij willen ook wel eens naar een uitzending kijken, zonder dat jij er steeds maar tussen door kwettert! Dit zijn de wanhopige woorden van mijn moeder, als ik thuis naar een televisie-uitzending kijk, vertelt Lies Roukema een scriptgirl van de N.C.R.V. ons lachend. „En mijn moeder heeft groot gelijk. Ik kan nu een maal mijn mond niet houden als ik thuis naar het scherm zit te kijken. Opmerkin gen als „Waarom geef je nu geen close- up" of „Jongetje laat je camera toch wat inrijden" laat ik mij onophoudelijk ont vallen. Daarom ben ik eigenlijk blij, dat ik zo vaak in de studio moet zijn en niet thuis, waar ik toch geen rust heb." LIES ROUKEMA is nu al zeven jaar scriptgirl. In 1951 kwam ze bij de N.C.R.V. in dienst toen de televisie, althans in Ne derland, nog in de kinderschoenen stond. Lies Roukema is er als het ware mee op gegroeid. In het begin noemde men haar gewoon secretaresse. Er bestond nog geen naam voor een meisje, dat de regisseur bij de programma's assisteert. Pas later is het woord scriptgirl uit het Engels, te- levisietaal bij uitstek, overgenomen. En wat zo'n scriptgirl nu eigenlijk doet zullen vele kijkers nog niet weten. Nu is dat ze ker niet in drie woorden verteld, want dat baantje omvat zoveel, dat er gemakkelijk iets vergeten wordt. Dat je bij de N.C.R.V. althans, vierentwintig jaar moet zijn, kan toorervaring moet hebben en typen en steno volkomen moet beheersen, zijn ten slotte nog normale eisen. Maar de drie scriptgirls van de N.C.R.V. behalve me juffrouw Roukema werken ook de dames Joop van Ravenzwaay en Loes van Eg- mond aan de programma's mee dienen net als hun collega's van de andere om roepverenigingen ook nog een ijzeren ge heugen, stalen zenuwen en liefst een groot gevoel voor humor naar Bussum mee te brengen, want anders redden ze het niet in de altijd wat chaotische werksfeer van het omroepbedrijf. Als regel zijn de script girls bij een vast programma ingedeeld. Zo assisteerde Lies Roukema een tijd lang de regisseur van het amusements programma, Dick van Bommel. Ook zo'n luchtig programma werpt z'n donkere schaduwen al weken te voren vooruit. Als er negen artiesten aan mee werken, betekent dat het uittikken van ne gen draaiboeken, als regel meer zelfs, ge volgd door eindeloze telefonades naar al le gezelschappen die maar geschikte krachten te missen hebben. De regisseur heeft natuurlijk zijn voorkeuren voor be paalde artiesten, maar die hebben juri disch wei-doortimmerde contracten gete kend, zodat de preferente acteur van de regisseur misschien net wel de droge re petities kan bijwonen, maar per se verhin derd is op de avond van de uitzending. De meest begeerde actrice echter kan dan best, maar haar passen de repetitieda tums ongelukkigerwijze niet. Is dit sta dium van het passen en meten voorbij, dan wordt het repetitieschema vastgesteld, terwijl de „financiële man" de voorwaar den formuleert. Als de scriptgirl dan ein delijk zover is, dat ze de medewerkers man en paard, dat wil zeggen, repetitie datums en honorarium kan noemen, rij zen er dikwijls opnieuw moeilijkheden. De acteur zit dan net in Maastricht en zijn tegenspeelster in Groningen. Is het desondanks allemaal voor elkaar dan kunnen de ongeveer twaalf „droge" repetities dat wil zeggen zonder came ra's beginnen, echter niet dan nadat de regisseur de bewegingen der camera's in het draaiboek heeft ingevuld en de script girl gecontroleerd heeft of de noodzakelij ke requisieten wel allemaal present zijn. Terwijl er in allerlei ongezellige zaaltjes gerepeteerd wordt, telefoneert Lies Rou kema nog steeds op haar kantoor tussen de administratieve rompslomp door. Pas de laatste droge repetitie moet ze bijwo nen. En dan begint pas het eigenlijke werk als scriptgirl bij de camerarepetities, dat men het best zou kunnen omschrijven als het fungeren van het voortdurende contro lerende en alarmerende geheugen van de regisseur. Tenslotte heeft een regisseur ook maar twee ogen, waarmee hij naar vier monitors dat zijn de schermen, waarop hij de beelden van de drie came ra's plus het beeld dat via de zender naar de kijker wordt getransporteerd, kan af lezen, kiezen en controleren moet turen. „Het zal jullie wel allemaal niet zo dui delijk zijn, wat ik nu ga doen," zegt Lies ZELDEN heeft een artikel in een schoolblad op de volwassenen zo'n diepe indruk gemaakt als de pennevrucht van een zekere Olivia Mellan, een veelbelovende elfjarige uit Wentagh (Long Island). Het artikel dat onder haar medeleerlingen furore maakte en naar de schrijfster zelf bescheiden opmerkte in drie kwartier op een hoekje van de huiskamertafel werd geschreven, draagt tot titel „Hoe steek ik mijn ouders in mijn zak". Onder deze onheilspellende kop volgen dan enige raad gevingen, die het hele probleem van de pedagogie nu niet bepaald vereenvoudigen. Vooral de Ameri kaanse ouders, die met hun roerige nakomelingen doorgaans nogal wat te stellen hebben, wisten niet wat zij hoorden toen zij van de inhoud kennis namen. Het artikel dat drie kolommen in beslag neemt, getuigt van een psychologisch inzicht dat men onder elfjarigen niet dadelijk zou zoeken. boeiende baan. Wij vragen haar nog één ervaring. Ze is even stil, trekt een rimpel in - haar voorhoofden- steqkt een sigaret, op. Maar plotseling schiet haar dan weer iets te binnen. Ze begint hard te lachen en ver telt: „Het is al lang geleden. Eén van de re gisseurs dikteerde me een draaiboek van een reportage in Artis. We hadden erge haast. Hij noemde de dieren, die voor de camera moesten verschijnen achter el kaar héél vlug op. Het waren olifanten, apen, beren en een kamelenjong. Later, toen de cameramensen in Artis naar het kamelenjong informeerden, bleek het he lemaal niet te bestaan. Ik had mijn regis seur verkeerd verstaan. Het moest geen kamelenjong maar e.en kameleon zijn." LATER, als we naar de deur lopen, vra gen we haar of ze van plan is nog lang bij de televisie te blijven. Ook dit keer heeft Lies Roukema direct haar antwoord klaar. „Ja nog wel een tijdje, maar niet té lang, tenslotte moet een scriptgirl, girl blijven en niet scriptmoeder worden. Dit is Lies Roukema, wier werk als „scriptgirl" bij de televisie in bijgaand artikel naar aanleiding van een vraag gesprek wordt beschreven. Op de foto hieronder ziet men haar bezig in de regiekamer als assistente van Dick van Bom,mei (in het midden). De man rechts bedient de knoppen van de schakelkast waarmee de gewenste beelden worden gekozen. Op de platen onder aan de pagina ziet men het opnemen van twee gefilmde scènes voor „Jane Eyre" nabij Kraantje Lek en op het bordes van Elswout, met onder anderen Mia Goos- sen, Hetty Beck en Robert de Vries, waarbij (men ziet haar met het tekst boek) Joop van Ravezwaay optrad als het waakzame geheugen van de regis seur. Jane Eyre" gespeeld door „Theater" onder regie van Peter Koen was een der hoogtepunten van het toneelseizoen van de NCRV-televisie. WIE ZIJN ZIN wil doordrijven, zo be gint Olivia, kan kiezen tussen dreinen, brullen, smeken of zwijgen. Als het om be trekkelijk eenvoudige dingen gaat, raad ik iedereen aan de eerste methode te ge bruiken. Het is echter belangrijk, dat het juiste tijdstip met zorg wordt gekozen. Met een geslepenheid, waarvan ieder een letterlijk paf stond wees Olivia het mo ment van het middagmaal als het meest geschikte aan: „De ervaring heeft mij ge leerd, dat niets ouders zo in de war brengt als een maaltijd die vreedzaam en gezel lig begint en dan in een bruipartij ont aardt. Zij zijn daarvoor bijzonder gevoe lig. Je treft het buitengewoon, als je vader zó van zijn werk aan tafel komt. Hij is dan meestal moe en kan doorgaans weinig hebben. De beste uitwerking krijg je, als je begint te janken als een klein hondje. Brullen is in feite hetzelfde, maar vergt iets meer geluid. De keus tussen de eerste of tweede methode hangt af van het incas seringsvermogen van je vader. Uitvoerig vertelt Olivia dan, hoe zij langs de weg der ervaring tot de juiste techniek is gekomen. „Je begint zachtjes te huilen en met je lippen te trillen. Na een paar minuten draai je je achterstevoren op je stoel. Wek de indruk, alsof je volko men overstuur bent. Het moet dan al gek gaan als je niet krijgt wajr je zin in hebt". De methode van het zwijgen is volgens Olivia meer geschikt voor de gevorder den. Personen onder de tien jaar missen gewoonlijk de zelfdiscipline, die nodig is om met dat systeem succes te hebben. „Toch is het principe heel eenvoudig. Zo dra je aan tafel zit, klem je je lippen op el kaar en zegt geen stom woord. In het be gin zal je moeder aangenaam verrast zijn. Zij zal je vriendelijk toeknikken en je luid ruchtig prijzen, omdat je nu eindelijk hebt ingezien dat kinderen aan tafel hun mond moeten houden. Dit is een kritiek punt, want nu moet je doorzetten. Blijf zwijgen. Na verloop van tijd zal je moeder ongerust worden. Zij zal je vader vragend aankijken, maar die weet er natuurlijk ook geen verklaring voor. Er komt gega randeerd een ogenblik, dat ze als om strijd zullen vragen, wat er aan de hand is. Aan hun gezicht kan je duidelijk zien, dat zij zich ernstig bezorgd maken. Als je op dat moment en vooral niet eerder je mond open doet, kan je vrijwel alles be reiken wat je wilt". Na haar lezers en lezeressen op het hart gedrukt te hebben toch vooral niet te snel van methode te wisselen, besluit de jeug dige psychologe met het uiteenzetten van een techniek die slechts „na grondige stu die van het karakter van je ouders" kan worden toegepast. „Je moet het zover zien te brengen, dat je ouders je je zin ge ven zonder dat je er om hoeft te vragen. Ik zal dit toelichten met een voorbeeld waar ik zelf al vaak plezier van heb gehad. Neem aan, dat er ergens een film wordt vertoond, die je graag wil zien. Je begint met tegen je moeder te zeggen dat zij de film, die daar en daar draait, vooral niet mag missen. De moeder van die en die is er ook heen geweest en heeft zich kostelijk geamuseerd. Als je merkt, dat je moeder er wel iets (Van onze correspondent in Wenen) OFSCHOON de Weense antiquairs goe de zaken doen, klagen ze toch, omdat ze niet voldoende kunnen voldoen aan de steeds sterker wordende vraag naar waar devolle oude meubels. Hoe nuchterder, za kelijker, kaler en koeler de moderne wo ningen zijn geworden, hoe radicaler men erkers, gezellige hoekjes en ouderwetse optrapjes wegsnijdt, hoe witter men de muren beschildert of behangt en hoe fel ler de lichtval is geworden, des te meer vraagt men juist voor die moderne wonin gen naar antieke inrichtingen. Afgezien van de jonge paartjes, die ook hun inte rieur hypermodern willen hebben met spit se hoeken en harde vlakken, geeft men in Oostenrijk over het algemeen de voorkeur aan zware ouderwetse stijlmeubels, sier lijk gewelfd en fijn ingelegd met kostba re houtsoorten. Men gaat op zoek naar die pe kasten en bont geschilderde kisten, die dan des te beter uitkomen in «en strakge- witte kamer of vestibule. Heeft de goed gesitueerde vrouw in Oos tenrijk meer voorliefde voor het eenvou dige en burgerlijke biedermeier, de gear riveerde man wil zijn salon of studeerka mer het liefst inrichten met barokmeubëls. Niet de stijl Louis XIV is in trek met veel zijde en gobelins, maar het donkerbruine barok uit de tijd van keizerin Maria The- resia en daarbij behoren dan zwevende engelenbeeldjes met bolle wangen en grap pige poezelige knietjes. Ze hangen boven de schoorsteenmantel of bungelen aan het plafond. Zogenaamde tabernakelkasten met geheime laadjes en vakjes zijn wel niet praktisch, maar ze maken een dege lijke en voorname indruk. Zware wasta fels uit die tijd worden tot schrijftafels omgebouwd, oude koorstoelen met veel houtsnijwerk dienen als bekleding van de gasmeter. Van een sierlijke huisbar in ba rokstijl vermoedt men nauwelijks dat dit meubel eertijds een nachtkastje was. Niet alleen filmsterren en grootindu striëlen zijn de kopers van deze nieuwe luxe, maar ook de beter gesitueerde mid denstand loopt nu de antiquairs in de bin nenstad af op zoek naar oude meubels en bonte hoerenkasten. Ze hebben echter wei nig succes, omdat de antiekmarkt vrijwel geheel is uitverkocht. Na de eerste wereld oorlog konden de antiquairs goede zaken doen, omdat honderden verarmde aristo craten, geruïneerde industriëlen, vroege re officieren en oorlogsweduwen hun waar devolle meubels moesten verkopen, die toen met hele wagonladingen naar het bui tenland gingen. Daar Oostenrijk niet zo veel te lijden heeft gehad van de bomaan vallen, was er na de laatste oorlog nog een aanzienlijke voorraad aan antiek, doch die werd tijdens de tien jaar bezetting door diplomaten, hogere militairen en de goed betaalde employé's van de vele buiten landse missies opgekocht. Wat men nu nog in voorraad heeft, is zo zeldzaam gewor den en vertegenwoordigt een zo grote waarde, dat de handelaren hun schatten liever in reserve houden voor nog betere en duurdere tijden. Want de vraag is ster ker dan het aanbod en het gilde van meu belmakers en schrijnwerkers die oude meubels kunnen herstellen, sterft lang zaam uit. OP 2 AUGUSTUS is het honderd jaar geleden, dat de bekende muziekpedagoge Catharina van Rennes in Utrecht geboren werd. Als klein kind hield ze al van zingen. Zij was nauwelijks twaalf jaar toen ze de zangschool van Richard Hol, de latere Utrechtse muziekschool, bezocht en die met goed gevolg doorliep. Jaren later in 1887 opende ze een eigen zangschool, „Bel Canto", waar honderden kinderen haar zelfgemaakte liedjes zongen. Tot haar vele leerlingen behoorde ook Koningin Juliana: elke maandag gaf Catharina van Rennes zang les in een kamer van paleis Noordeinde. Zij zal echter niet zozeer als zangeres, maar als componiste van vele kinder liedjes bekend blijven, want wie heeft er nu niet de liedjes „Hela gij bloempjes slaapt gij nu nog" en „Drie kleine kleu tertjes, die zaten op een hek" gezongen In 1937 vierde de zangschool haar vijftig jarig bestaan. Catharina van Rennes liet toen tegen de tachtig. In november 1940 in het eerste jaar van de bezetting, stier ze op tweeëntachtigjarige leeftijd. voor voelt, zeg dan dat je er niets voor voelt met haar mee te gaan. Dit moet je ook zeggen, als ze er nog helemaal niet over gesproken heeft om je mee te nemen. Hou dit net zo lang vol tot je moeder ten einde raad zegt „Je gaat mee en daarmee uit!" Laat vooral niet merken, dat het je alleen maar daarom te doen was. Trek met een strak gezicht je mantel aan en verraad nooit dat je kleine comedie juist daarom was begonnen. Ik heb zelf van de ze methode al veel plezier gehad, maar het is beslist geen spelletje dat ongeoefen- den kunnen spelen." HET GERUCHTMAKENDE artikel van de jonge Olivia is niet zonder gevolgen ge bleven. Het onderwijzend personeel is op eens een aanmerkelijk grotere belangstel ling voor de inhoud van het schoolblad aan de dag gaan leggen. Honderden ouders hebben haastig overdrukken van het arti kel aangevraagd en de grondlegster van het „Mellanisme" zelf is reeds door ver schillende uitgevers benaderd. Olivia is de heldin van de school geworden. Zij voelt zich best in staat nog enkele artikelen te schrijven. Het boek zou tot titel moeten dragen: „Hoe beïnvloed ik mijn ouders, broers, zusters en vrienden?" Zij heeft zich echter nog aan geen enkele uitgever gebonden. „Het duurt natuurlijk even, voordat ik mijn ideeën op hun bruikbaar heid heb getoetst," beweerde zij. Mocht het boek ooit verschijnen, dan zijn de Nederlandse ouders hiermee bij voorbaat gewaarschuwd. ALS de Heemstedenaar J. F. Ch. Dix over bloemen schrijft, is men ervan verze kerd, dat hij dit met plezier en toewijding doet. Deze deskundige ziet niets liever dan overal met smaak aangelegde tuinen. Wat er allemaal nodig is om zo'n tuin goed aan te leggen en te onderhouden vertelt hij in „Bloemen in uw tuin" (n.v. uitgevers maatschappij Kosmos, Amsterdam Antwerpen). De heer Dix behandelt het zaaien en voortkweken, bespreekt een groot aantal bloemen en planten en ver strekt allerlei nuttige gegevens over de in zaai, de bloeitijd en de geschiktheid van de planten voor de diverse soorten tui nen. Mooie foto's en tekeningen illustre ren de handleiding. „Een koninklijke bloem" noemt de tuin- architecte Mien Ruys de roos in haar boek „Rozen voor iedereen" (Moussault's uit geverij, Bussum). Met behulp van vele fo to's van welke een aantal in kleuren behandelt zij het ontstaan en de ontwikke ling van de aristocratische bloem. Zij geeft ondermeer beknopte beschrijvin gen van de verschillende soorten rozen, behandelt de verzorging en spreekt over de toepassing in tuinen, woonwijken en parken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 6