De toekomstige besteding
van de vrije tijd
De dcoom aan Taitini
disomies
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1958
Erbij
PAGINA TWEE
Rainer Goddard afgetreden
De aarde wordt groter
Drie jubilea bij het
Residentie Orkest
Lezens
waardigheden
D
O'
Ook al hebben het paard en het
meisje met „De toekomstige besteding
van de vrije tijd" niets te maken
DE Sociaal Economische Raad heeft
de Nederlandse regering geadviseerd,
voorlopig geen verkorting van de werk
week te overwegen. Een uur korter wer
ken zou het Nederlandse volk op een
daling van het nationaal inkomen van
driehonderd tot vierhonderd miljoen gul
den te staan komen en het blijft daarom
voorlopig nog een luxe, die het zich niet
kan permitteren, temeer daar men ook
nog andere desiderata op het lijstje heeft,
die alle veel geld kosten, zoals een we
duwen- en wezenverzekering en een al
gemene kinderbijslagregeling.
MET DIT ADVIES is de gehele proble
matiek van de keuze tussen hogeer in
komen of meer vrije tijd weer in het cen
trum van de belangstelling gekomen. Het
is een keuze, die er altijd wel zal blijven,
zowel op het individuele als op het natio
nale vlak, twee niveaus die overigens niet
los van elkaar staan. Het ziet er echter in
ons land niet naar uit dat men spoedig zal
overgaan tot invoering van een kortere
werkweek en daarvoor zijn enkele belang
rijke economische en demografische oor
zaken aan te wijzen:
A. De sterke bevolkingsuitbreiding. De
beroepsbevolking zal de komende jaren
ongeveer met één percent jaarlijks toene
men, dat wil zeggen men moet arbeids
gelegenheid scheppen voor ongeveer vijfen
dertigduizend nieuwe werknemers per jaar.
Daarvoor zijn grote investeringen nodig,
die uit besparingen moeten komen. Korter
werken is een vorm van consumeren. Zou
men de besparingen toch op het gewenste
niveau willen houden, dan kan dit alleen
wanneer de levensstandaard daalt. De
grotere vrije tijd wordt dan duur betaald.
B. Het uitbouwen van de sociale voor
zieningen. Het is duidelijk, dat wanneer tegen deze reislust bezwaren aan te voe-
korter werken gaat ten koste van de sociale ren,, de blik verruimen is altijd zinvol,
zekerheid van bepaalde bevolkingsgroepen, hoogstens kan men bedenkingen hebben
men zijn keuze niet lang behoeft te over- tegen de snelheid waarmee de bezoeken
wegen. Het ligt ook in de aard van het worden afgelegd en natuurlijk is er hier
Nederlandse volk dat men het geld niet geen sprake van een rustige ontspanning,
over de balk gooit, maar voorzichtig is
met uitgeven, daarom prefereren de mees
ten een hoger loon of betere voorzieningen
boven een inkorting van de arbeidsweek.
C. De industrialisatie is een noodzaak.
Grote investeringen zijn hiervoor nodig.
Ook als onze bevolking niet zo snel zou
groeien moeten deze plaats hebben, immers
maar daarvoor is de moderne mens mis
schien niet erg geschikt. Dat men op uit
gebreider schaal gebruik zal gaan maken
van de nu reeds bestaande ontspannings
mogelijkheden, lijkt eveneens waarschijn
lijk. Men zal meer op de volkstuin zijn,
meer aan het strand verpozing zoeken,
meer aan sport doen en er meer naar kij
wij moeten onze concurrentiepositie niet ken, de bioscoop wat vaker bezoeken en
alleen handhaven, maar met het oog op de intensiever deelnemen aan het verenigings-
nieuwe Europese economische gemeen
schappen zelfs nog verbeteren.
D. De woningbouw zal |rote offers blij
ven vragen. Een verdere huurverhoging zal
op den duur niet uit kunnen blijven. Ook
hier geldt weer dat men zijn geld niet twee
keer kan uitgeven. Korter werken zou een
dergelijke verhoging waarschijnlijk alleen
leven, maar deze wijzigingen zijn niet re
volutionair.
Er zal verwacht kunnen worden dat mei
zich ook geestelijk meer ontwikkelt, dat
dit ontwikkelingspeil zou dalen lijkt a'.
zeer onwaarschijnlijk, maar uiteraard
dient men hier waakzaam te blijven. Voor
bepaalde groepen, met name de werkende
maar bemoeilijken en daarmee de woning- jeugd tussen zestien en vijfentwintig jaar.
zal men moeten trachten wat leiding en
richting aan de vrijeteijdsbesteding te ge
ven. Dit dient dan al op de scholen te be-
nood nog langer rekken.
ALLEEN DEZE economische overwegin-
gen zijn voldoende om voorlopig nog niet ginnen en in de bedrijven in samenwer-
al te optimistisch over de invoering van
een lang weekeinde te zijn en het lijkt er
op dat de nuchtere Nederlander dat ook
inderdaad niet is, want men hoort weinig
over deze toekomstmogelijkheid spreken.
(Van onze correspondent in Londen)
De pessimisten spreken er echter des te
meer over, al of niet ambtshalve. Socio
logen en sociaal-psychologen rekenen het beginnen.
king met onderwijs en verenigingsleven Lord Rainer Goddard, de hoogste rech
te worden voortgezet. Met alleen wijzen ter in Groot-Brittannië is gisteren voor
op de voordelen van een actieve ontspan- het laatst zijn kamer binnengegaan in het
ning en het verkrijgen van ontwikkeling imposante neo-gothische gerechtsgebouw
komt men er niet, men moet de jeugd de aan Strand., op de scheiding van Metropo-
kans geven daadwerkelijk creatief ste zijn ütan Londen en de City van Londen,
en daar dan liefst zo jong mogelijk mee Daags tevoren had de Britse regering zijn
BEZORGDHEID OM
SCHIJNPROBLEEM
tot hun plicht te wijzen op oorzaken en
gevolgen van maatschappelijke verschijn
selen. Zij zijn er uiteraard verheugd over weet de gemiddelde Nederlander zeer goed
als een kortere werkweek tot de economi- weg met zijn vrije uren en misschien ligt
lang verwachte aftreden als Lord Chief
_T,TT.__.T Justice aanvaard. De 81-jarige Lord had
DE GEVAREN wan morele en zedelijke die f t Jf iang bekleed. Hij
aard van een kortere arbeidsweek moeter. dmkte zijn t h|t naoorIog^
dus zeker niet worden overdreven, zo zij i
i j u, ,J Britse recht en werd gevreesd en geeerd,
al bestaan, vinden wij ze op dit ogenblik afhankelijk van het f*it of men vë00r 0
ook en als men ze wil bestrijden dan moet achter t f j d
men er thans reeds mee aanvangen. Zoals ,5
echter ook uit de statistieken van het ™dfWf hTaS, Goddard s b"naam "de
CBS over de vriietiidsbestedine bleek hangende rechter niet zozeer om zijn ver-
dediging van de doodstraf, maar vooral
WENEN, (Reuter) Prof. Laszlo
Egyed van de universiteit van Boedapest
heeft in een Hongaars tijdschrift ver
klaard, dat de aarde groeit. Volgens zijn
berekeningen neemt de straal van de aar
de per jaar met een halve milimeter toe.
Het bewijs voor deze theorie is het feit,
dat de oceanen in verhouding tot de land-
massa steeds kleiner worden.
Door de uitzetting van de aardkost, die
ongeveer 30 miljoen jaar geleden begon,
ontstaan scheuren, die aardbevingen ver
oorzaken. Over 20 miljoen jaar kan men
ingrijpende geografische veranderingen
verwachten, gepaard gaande met het ont
staan van nieuwe continenten en oceanen,
zo meent de Hongaarse professor voorts.
(AFP) Op een internationale conferen
tie over de draaiing der aarde en atomi-
sche tijdrekening in Moskou- hebben de
Russische geleerde JEugen Federov en de
Britse geofysicus Harold Jeffreys meege
deeld, dat zij in samenwerking bewijzen
hebben opgesteld voor de theorie, dat de
kern van de aarde vloeibaar is
In het seizoen 19581959 zullen de diri
gent Willem van Otterloo, de eerste con
certmeesters Herman Krebbers en Theo
Olof van het Residentie Orkest jubileren.
Zij zullen dan herdenken dat zij vijfen
twintig jaar geleden, hun dirigenten- en
solistenloopbaan begonnen. Bovendien is
het dan twintig jaar geleden, dat de heren
Krebbers en Olof voor het eerst als duo
optraden. Het jubileum van Van Otterloo,
Olof en Krebbers zal in Den Haag en in
een aantal andere plaatsen in Nederland,
onder meer in Leiden, 's-Hertogenbosch.
Dordrecht, Nijmegen en Amsterdam wor
den gevierd. In Den Haag wordt het jubi
leum gevierd met een extra concert, dat
door de vereniging „Vrienden van het Re
sidentie Orkest" op 14 oktober in het ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen zal
worden gegeven. Dit concert zal de offi
ciële huldiging van de drie kunstenaars
in Den Haag betekenen. Op het program
ma van het jubileumconcert staan onder
meer het nieuwe werk van Willem van
Otterloo „Intrada" en het voor Herman
Krebbers en Theo Olof gecomponeerde
dubbelconcert, dat voorlopig de naam van
„Uilenspiegelarij" kreeg. Voor dit conceit
schreef Willem van Otterloo het thema op
een gegeven van „Till Eulenspiegel" van
Richard Strauss.
Niet minder dan twaalf componisten
hebben hun medewerking aan dit concert
verleend, namelijk, behalve Van Otterloo,
Hendrik Andriessen. Juriaan Andriessen,
Henk Badings, Lex van Delden, Marius
Flothuis. Géza Frid. Oscar van Hemel.
Hans Henkemans. Hans Kox. Guillaume
Landré en Bertus van Lier. Willem van
Otterloo zal de variaties rangschikken.
Met ingang van 1 september zullen de
eerste violist Ranhael Markus, die naav
Tsrael vertrekt en de celliste Frangoise
Vetter geen deel meer uitmaken van het
Residentie Orkest. Met ingang van die
zelfde datum zijn bij het Residentie Orkest
de tweede violist E. van der Hoog, de cel
list S. van Amerongen en de slagwerker
J. Helsdinaen aangesteld.
Als ondervoorzitter van het Residentie
Orkest is aangewezen de heer Spruiten-
burg. Zoals reeds is gemeld, heeft Willem
van Otterloo zijn Zuidamerikaanse tour
nee afgezegd wegens gezondheidsredenen.
Twee boeken over Brussel
ER ZIJN ALLERLEI MANIEREN om een
boek te schrijven over een bepaald onder
werp, ook over een stad. En het is dus
vanzelfsprekend dat er, nu Brussel door
zijn wereldtentoonstelling dit jaar een po
pulair onderwerp is geworden, over de
Belgische hoofdstad tal van boeken zijn
verschenen die in opzet en in schrijftrant
weinig op elkaar lijken, om van het ver
schil in uitvoering nog maar te zwijgen.
Het kleine boekje van Nico Rost. „Ook
dat is Brussel" (verschenen bij Van Gor-
cum te Assen) bij voorbeeld, vormt wel de
grootste tegenstelling die men zich denken
kan met het kostbaar uitgevoerde werk
„Bruxelles, Carrefour du monde", een uit
gave van de Editions Générales te Genève.
Het boekje van Rost, met zijn zestigtal
bladzijden, kan men, bij wijze van spreken,
wegblazen; het Zwitserse boek, waarvoor
drie verschillende dure papiersoorten zijn
gebruikt en dat gedeeltelijk in vijf talen is
gedrukt, weegt een paar kilo. Maar zelfs
deze grote uiterlijke tegenstellingen zinken
in het niet bij het contrast, dat de inhoud
oplevert. Het Zwitserse, maar in België
heel fraai gedrukte werk is uiterst impo
sant; er is niet alleen door een half dozijn
„autoriteiten" aan meegewerkt, maar het
heeft zelfs een „beschermheer" in de per
soon van André Siegfried, lid van de Aca
démie Frangaise. Rost daarentegen heeft
zijn zestig bladzijden helemaal alleen vol
geschreven, en hij heeft niet eens voldoen
de technische medewerking gehad om het
boekje redelijk vrij van drukfouten te
houden.
Maar het belangrijkste verschil is wel,
dat dit kleine bescheiden boekje uit het
hart geschreven is, dat Rost's eigen, zeer
menselijke visie op allerlei hoekjes en
straatjes van Brussel er op eenvoudige,
maar daardoor des te treffender wijze in
wordt weergegeven, zó weergegeven dat. de
lezer, aan het eind ervan gekomen, het
gevoel heeft wakker te worden uit een
droom die hem naar Brussel had gebracht.
„Bruxelles, Carrefour du monde" daaren
tegen wordt ons aangekondigd als „een
boek in de trant van een film", maar juist
hier ontbreekt het droom-element, dat in
een film dikwijls zo sterk is. Er staan enige
knappe beschouwingen in, over de musea,
de folklore, de toeristische aspecten en de
geschiedenis van Brussel, onder meer; het
illustratie-materiaal is over het algemeen
heel fraai en sommige reprodukties, vooral
die van het portret van Erasmus door
Quinten Matsijs, zijn bijzonder geslaagd;
maar hart-verwarmend, zoals het werkje
van Nico Rost, is dit boek niet. De taal is
gezwollen en het ontroert ons nauwelijks,
te vernemen dat „het hart van de stad
werd vertrappeld door legers van alle vol
keren; ;nog is dit hart het middenpunt van
onze hoop en van onze schrijnende pij
nen. Evenmin als wij onder de indruk
raken van wat er over de Grote Markt te
lezen staat; „Boven de glimlachende ge
steenten stoot de feilloze pijl zijn zilveren
kreet hemelwaarts. De tijd is over die
steengeworden gratie heengegleden. Hij
heeft de stenen gepolijst, tegelijk met de
medailles van de patriotten."
ALS DIT EEN UITGAVE WAS, die elke
duizendste bezoeker van de Expo met de
complimenten van het Brusselse gemeente
bestuur zou worden aangeboden, zou men
volop waardering kunnen hebben voor het
fraaie lettertype, de vele voortreffelijke
foto's en het boeiende historische illustra
tie-materiaal (hoewel ook dan nog niet
voor de rommelige en vrij stijlloze „lay
out"). Maar nu het boek in de handel wordt
gebracht als een „prachtwerk", waarvan de
prijs navenant is, wordt die waardering
ietwat gedempt. Dan kan men zijn enthou
siasme beter besteden aan de marktkoop
lieden, de mosselenvrouwen, de Marolliens
en de Molenbekers, de opstandige geesten
en de verbannen schrijvers, de kiekenfret-
ters, het poesjenellenpubliek en de sosse-
teitsleden, waarmee Nico Rost's Brussel is
bevolkt. Want inderdaad, „Ook dat is Brus
sel", en dat Brussel ligt ons Hollanders
toch het naast.
C. Lector
sche mogelijkheden behoort, maken zich
anderzijds bezorgd over de zedelijke en
politieke gevolgen, wanneer de vrije uren
alleen in passief vermaak doorgebracht visie,
worden. Soms wordt er wel eens op deze
bezwaren te sterk de nadruk gelegd en dan
heeft het er de schijn van dat deze experts
een groep voorspellers zijn van maatschap
pelijke calamiteiten, van beroeps-zwart
kijkers. Het waarschuwen voor kwalijke
gevolgen van toekomstige ontwikkelingen
is loffelijk, want men kan dan tijdig zijn
maatregelen treffen, maar dan moeten de
oorzaken van deze ontwikkelingen ook
reëel zijn. Nu is daar op het stuk van de
kortere werkweek zoals wij zagen, om
economische redenen al, geen sprake van.
Daarbij komt dat de
grotere dosis vrije tijd
eerst geleidelijk ter
beschikking zal ko
men (afgezien na
tuurlijk van econo
mische depressies,
waarin men op ge
forceerde wijze de
arbeidstijd bekort).
Eerst komt de vier-
enveertigurige werk»
week, daarna de
veertigurige enz. Men
heeft dus alle tijd om
te bestuderen wat
men met deze tijd gaat doen, daar ver
wacht mag worden dat dit proces zich
over decennia zal uitstrekken. Het is im
mers helemaal nog niet gezegd, dat men
deze vrije uren zal gaan „verslingeren".
Voor dergelijke uitspraken moet men
zich zelfs hoeden, want men komt daardoor
te land bij een andere categorie maatschap
pelijke pessimisten, bij de lieden, die on
voorwaardelijk geloven in de verworden-
heid van de mens. Zij waren het die bij de
invoering van de achtenveertigurige ar
beidsweek en de vrije zaterdagmiddag ver
zekerden, dat de maatschappelijke onder
gang van de werknemers voor de deur
stond. Men zou meer gaan drinken, de vrije
uren in ledigheid doorbrengen en geestelijk
verarmen. De algemene luiheid zou hand
over hand toenemen en de arbeidsproduk-
tiviteit zou dalen. Maar wat gebeurde er?
de voornaamste taak voor de volksopvoe
ding op het gebied van de smaakverbete
ring. Welk een kans voor radio en tele
wegens zijn harde houding tegenover mis
dadigers. Hij dwong ieders bewondering
af door zijn heldere betogen, zijn zin voor
realiteit en zijn briljant juridisch brein.
Nieuwe denkbeelden over de oorzaak van
W T n criminaliteit hadden op hem evenwel niet
Langeveia de minsj;e invloed. Nog geen jaar geleden
beweerde hij in een rede, dat de „eeuwen
oude oorzaken van misdaad zucht naar
geld, hebzucht, passie, lust en wreedheid
nog steeds gelden."
Goddard's pleidooien voor het handha
ven van de doodstraf en lijfelijke straffen
hebben de afgelopen jaren zijn andere
uitzonderlijke juridische capaciteiten
enigszins aan het oog onttrokken. Zijn ar
gumentering voor de handhaving van de
doodstraf op grond van vergelding zette
kwaad bloed bij een deel van het Britse
volk. Goddard is verscheidene malen af
geschilderd als het symbool van de onbuig
zame autoriteit en de spreekbuis van de
bestaande orde, maar hij bewaarde het
Britse recht voor politieke invloeden en
vocht voor de rechten van de gewone bur
ger die hij wilde vrijwaren voor over
ijverige en aanmatigende lagere rechts
instanties en politieambtenaren. Hij gaf
een man die twee jaar lang door de fiscus
aan de lijn was gehouden wegens belas
tingontduiking een boete in plaats van ge
vangenisstraf, omdat dit volgens hem
wreedheid was van de belastingdienst.
Drie werken van Hindemith gespeeld door
het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Szymon Gold
berg, Léon Fleisher (piano), Paul Godwin (alt
viool). Philips A 00365 L
Het drankmisbruik nam af, evenals de ver- L V
veling en ledigheid. Er werd meer gedaan dus de P™ductle van grammofoonplaten
aan ontwikkeling en sport, omdat men
Sinds door de langspeelplaat de omzet en ren in handen geven. Hij heeft een werk
methode gecreëerd, hij heeft als het ware
enorme cijfers bereiken, neemt ook het het bestek van de route opgemaakt alvo-
beweging"gaf1'' met de boeverhfid,aaanlddezê voortdurend toe. Men kan zelfs zeggen dat stroom in te dammen zoals in de dwang-
tr> -• Jnriw t lorenroi H i r-i rt iron rln rrr*o m m ofoon_ maticïo r»to\?a tti n crovi uan Vievr cf
aantal opnamen van hedendaagse muziek rens te gaan varen, maar niet getracht de
vormen van ontspanning gestalte. De pes- traditionele weerstand teeen de schiedt
simisten, waaronder men vele verdedigers plaat ,de traditionele weerstand tegen ae scmeat,
van hun eigen vermeende belangen kon muzlek van eigen tijd veel sneller en radi- Het mooiste stuk op deze plaat vind ik
vhidem hadden on^èli^k g^tregerT De pes- «Ier gebroken wordt dan vóórdien ooit de „Trauermusik" voor altviool en strijk-
simisten van thans komen met dezelfde mogelijk was. Immers bij de sporadische orkest. Volgens een mededeling op de hoes
bezwaren als die van vroeger met dit ver- kennismaking die een enkele „life -uitvoe- heeft de componist dit werk geschreven in
schü dat zyhVn argumenten nu ten deïe ring vroeger tot stand bracht, was de ver- drie UUr tijds. Hij vertoefde juist te Londen f
vnohtinn mnoefQ Hor m Ct vi or m iccohion mol ii/~itt i.jj
door de verspreiding van de grammofoon- matige opvattingen van Schönberg ge-
putten uit de sociale wetenschappen, waar
toen koning George V stierf en onder de
zuchting meestal dat men er misschien wel
van zii een eenziidig gebruik maken Vele van zou kunnen gaan houden als men het indruk van dit gebeuren, componeerde hij
experts geven namiliik ook de positieve betreffende werk maar vaker kon horen. deze treurmuziek van 12 minuten speel-
mogelijkheden van het korter werken aan Die gelegenheid is er nu voor ieder met duur in een hem ter beschikking gestelde
inhetveldvandeontwikkehngende eni§e belangstelling die af en toe eens een studio van de B.B.C. Het werk getuigt al-
ontspanning. g paar tientjes extra heeft uit te geven. Laat dus in zijn ontstaan maar ook in zijn uit-
ik hier overigens aan toevoegen dat het eindelijke vorm (waarbij het Luthers ko-
WAT ZAL ER trouwens gebeuren, wan- herhaalde beluisteren m.i. voor ieder on- raaj „vor deinen Thron tret' ich hiermit"
neer de werkweek eens met vier of acht bekend werk een noodzaak is, niet minder de afsluiting vormt) op overtuigende wijze
uren wordt ingekort? Laat ons aannemen, voor muziek van vroeger, voorzover ze van het bezielde vakmanschap van de
dat een zodanige beperking over de zes geen deel uitmaakt van het repertoire, als maker. Wat meer „sec" zijn de vijf stukken
werkdagen wordt uitgesmeerd, dan zal voor die van thans. Het is alsof de muziek op 44^ eveneens voor strijkers, waarvan de
men 's ochtends wat later aan het werk haar emotionele waarde eerst prijsgeeft snelle delen een aanstekelijke motoriek
kunnen gaan. Waarschijnlijk heeft dit tot nadat er een auditief spoor in ons gehoor-
gevolg dat het Nederlandse volk wat zintuig is uitgeslepen, waarover het voer-
langer slaapt, iets waar niemand onzes in- tuig van de gedachte, i.e. de gestalte die de
ziens bezwaren tegen kan hebben. Een componist aan zijn werk gegeven heeft, ons spronkelijk als balletmuziek bedoeld en zo-
andere mogelijkheid is dat men 's middags innerlijk oor kan bereiken, om aldaar wel wei jn dje vorm als in de concertzaal her
wat eerder naar huis gaat en ook dat kan of geen weerklank voor zijn klinkende haaldelijk uitgevoerd,
nu niet direct wereldschokkende gevolgen lading te ontvangen.
bezitten. De genoemde werken nemen één
plaatzijde in beslag, op de andere zijn de
„vier Temperamenten" opgenomen, oor-
DE COMPONIST en violist Tartini,
de beroemde Italiaanse tijdgenoot van
Joh. Seb. Bach, kreeg eens bezoek van
Lalande, niet de componist maar de
astronoom, die met de Italiaan kwam
spreken over natuurkundige zaken,
want Tartini was bekend om zijn muzi-
kaal-natuurkundige theorieën. De eer
ste publikatie van Tartini over de har
monie verscheen in 1754. Toen was hij
62 jaar.
Vóór dat ik iets meedeel over Lalan-
des bezoek, waarover de Franse geleer
de zelf in zijn boek „Voyage en Italië"
verhaalt, moge ik u iets over Tartini
zeggen. Hij was niet altijd de rustige en
evenwichtige man, die men achter zijn
adagio's zou vermoeden. Toen hij al
enige tijd met zijn ouders gestreden
had over zijn wens musicus te worden,
vertrok hij in 1710 uit zijn geboorte
plaats Pirano en begon aan de univer
siteit van Padua juridische studies. Zijn
ouders hadden voor de begaafde jongen
gehoopt op een theologische opleiding
in een Franciscanerklooster. Veel plaats
in zijn jonge leven nam de hartstocht
voor vioolspelen en vechten, met en
zonder degen. Hij stond spoedig als
woesteling bekend.
Van de rechtskundige opleiding kwam
niet veel terecht: er waren te veel
avontuurlijkheden die de romantische
en wilde knaap bezighielden. Op zekere
dag moest hij vluchten voor een achter
volging: hij had een nichtje van kardi
naal Cornaro geschaakt. Hij wist zich
verborgen te houden in een klooster in
Assisi, waar hij door een, met zijn fa
milie bevriende franciscaner monnik
werd beschermd. In die tijd vond hij
alle gelegenheid zich tot vioolvirtuoos
te ontwikkelen en kreeg hij van de or
ganist van het klooster, Padre Boemo,
uitstekende theoretische instructies.
Naderhand kwam hij in Padua veilig
terug, maar korte tijd later zond hij
zijn vrouw naar een familie in Pirano,
om zelf in Ancona zich in eenzaamheid
aan theoretische onderzoekingen te
wijden. Na enkele jaren werd hij solo
violist en leider van het orkest in de
basiliek van St. Antonio in Padua, hn
stichtte een violistenschool en werd be
roemd als mentor van grote violisten.
Er zijn verscheidene Vioolconcerten
in allerlei samenstelling en nog meer
Sonates en andere instrumentale wer
ken van hem bekend, maar er moeten
nog veel meer stukken in manuscript
gebleven zijn.
Welnu, volgens het genoteerde ver
haal van Lalande, vertelde Tartini hem
onder andere het volgende:
„In zekere nacht (in 1713) droomde
ik, dat ik een afspraak met de duivel
had gemaakt. Hij zou mij ten dienste
zijn. Ik verbeeldde mij dat ik hem mijn
viool gaf om te zien of hij er toe zou
komen mij enige mooie melodieën voor
te spelen. Maar hoe groot was mijn
verwondering, toen ik een zó bijzondere
en zó mooie sonate hoorde, gespeeld
met zoveel superioriteit en intelligentie,
dat niets wat ik ooit had bedacht ermee
vergeleken kon worden. Ik beleefde zo
danige verrassing, verrukking en ge
not, dat ik er mijn adem bij verloor.
Ik werd gewekt door deze hevige sen
satie. Ik nam dadelijk mijn viool, in
de hoop iets terug te vinden van het
geen ik zojuist gehoord had het was
vergeefs. Het stuk, dat ik toen compo
neerde is, naar waarheid, het beste dat
ik gemaakt heb en ik noem het nog de
Sonate van de duivel, maar het is zó
ver beneden dat wat mij zo heftig had
bewogen, dat ik mijn viool zou ge
broken hebben en de muziek zou heb
ben opgegeven, als het mij mogelijk
zou geweest zijn de genietingen te be
houden welke het mij verschafte".
Dit is Tartini's verhaal over het werk
dat men algemeen met de naam „Dui-
velstriller" betitelt, speciaal om de
trillers en soortgelijke bijzonderheden
der virtuositeit, welke deze muziek ver
sieren.
IK WEET NIET in hoeverre Tartini
de waarheid heeft verteld, maar dat het
soms spookt in het hoofd van een com
ponist doen veel stukken in de geschie
denis der muziek wel vermoeden. Ik
bedoel nu niet dat veel muziek spook
achtig lelijk is. Men kan trouwens even
goed zeggen dat er werken zijn die
spookachtig mooi zijn ik meen dat
sommige composities lijken te ontstaan
uit nauwelijks of niet beschrijfbare
droomtoestanden. Het is evenzeer waar
dat vele componisten (misschien de
meeste) hun muzikale bouwsels maken
onafhankelijk van hen belagende duis
tere verschijnselen-.
Zinsverbijsteringen komen niet alleen
bij musici voor, maar het is zeker dat
spelingen van allerlei geluiden, horizon
taal en verticaal, en ritmen, door kleu
ren verhevigd, buiten de wil van de
artiest zijn hoofd met zonderlinge toe
standen kunnen verontrusten. Hij zal,
ontwakende, misschien met een glim
lach terugdenken aan zijn vreemde
nacht, of hij zal in overspanning trach
ten een muzikale orde te vinden in wat
hem niet loslaat. Er zijn overigens
evenveel nuancen in deze verschijnselen
als er musici zijn die er ondervinding
van hebben.
Men mag geloven dat veel fantas
tische klankdromen tot zeer evenwich
tige kunstwerken werden gekristalli
seerd en dan is het boeiend soms sporen
te vinden van overrompelingen, die zich
bij de grootste vormbeheersing niet
lieten vernietigen. Overigens dreigt hier
het gevaar van de verklarings-ziekte
onder allerlei actieve meelopers-in-de-
kunst. Gelukkig de analyserende musi
cus en de onbevangen hoorder, die
enthousiast kunnen zijn bij de klinken
de schoonheid, maar zich niet laten be
goochelen door twijfelachtige achter
gronden.
Hendrik Andriessen
voor het moreel hebben.
Het is uiteraard „la nature vue a travers
Anders wordt de toestand wanneer er ik geloof dat zij bij enigszins „geschoolde
Wat nu de muziek van Hindemith betreft de tempérament", "maar juist hier blijkt
1 r rfolAAr Hit -ril bil onirtP7inr rtocohoo Ho
het belang van een herhaalde kennis
een lang weekeinde wordt ingevoerd. Er luisteraars op deze route weinig obstakels making Want evenals in iemand die vol
ontstaat dan een opeenhoping van vrije zal ontmoeten, waarbij het natuurlijk een komen zichzeIf j de mogelijkheid van een
tijd op bepaalde dagen voor het gehele andere zaak is of men zich tot haar voelt ruime yisie anderen gegeven is, zo spie-
,.nll» TLT rtin r*Hki 111 rn n V T H o o n rïQti-H Ir Iroi-i HrnHnmilh hohnnrt 1 ot Heil 1
volk. Hoe zal men die gebruiken? In de aangetrokken. Hindemith behoort tot het
Duitse Bondsrepubliek kent men de vrije type van die componisten die de grond-
zaterdag sinds enkele jaren en van de slagen van hun kunst op een persoonlijke
daar opgedane ervaringen kan men leren.
Velen trekken er op uit, alreeds op vrij-
wijze hebben doorgedacht en aldus aan
hun produktie een hecht fundament heb-
dagavond en leggen per motor of auto ben gegeven dat enerzijds de continuïteit
grote afstanden af. Vele Duitse toeristen
geit zich ook in de aanvankelijk wat fleg
matiek lijkende muzikanten-aard van Hin
demith een onvermoede veelheid van men-
selijk-muzikale schakeringen.
De uitvoeringen door het Nederlands
maken weekeindtochtjes naar Zwitserland
Het lijkt ons aannemelijk dat dit ver
schijnsel zich ook in Nederland zal voor
in historisch opzicht verzekerde en ander- Kamerorkest onder Szymon Goldberg zijn
zijds de verstaanbaarheid bevorderde. Hij zeer verzorgd; het ensemble musiceert met
de verfijning van een uitgebreid strijk-
in de „Trauer-
is de afstamming van de soliede hand-
werksman in de muziek zoals die in de kwartet. De solo-partij
musik wordt door Paul Godwin met grote
intensiteit vertolkt. De pianist Leo Fleisher
gelijkheden zijn in de omgeving van de leefden. Uitgaande van de natuurkundige sPeelt de obligaat-partij in de „Vier Tem-
randstad Holland niet zo groot en men eigenschappen van de toon kwam hij tot Paramenten parelend van techniek en
doen, vooral onder de bewoners van het vorstendommen en parochies van Duits
zo dicht bevolkte westen. De recreatiemo- land in de 16e en 17e eeuw werkten en
zal er dus uittrekken. Op het ogenblik zijn
de weekeinden te kort voor verre uitstap
jes, de kortere werkweek geeft hier- veel
betere kansen. Het lijkt ons moeilijk om
een organisatie van het tonenmateriaal Schelder van toon. De opname-kwaliteil
van het strijkorkest is helaas wat korrelig
naar spanningsverschillen en men kan zeg
gen dat de hieruit afgeleide voorschriften
iemand de werktuigen voor het compone-
Sas Bunge