De toekomstige besteding van de vrije tijd De dcoom aan Taitini disomies ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1958 Erbij PAGINA TWEE Rainer Goddard afgetreden De aarde wordt groter Drie jubilea bij het Residentie Orkest Lezens waardigheden D O' Ook al hebben het paard en het meisje met „De toekomstige besteding van de vrije tijd" niets te maken DE Sociaal Economische Raad heeft de Nederlandse regering geadviseerd, voorlopig geen verkorting van de werk week te overwegen. Een uur korter wer ken zou het Nederlandse volk op een daling van het nationaal inkomen van driehonderd tot vierhonderd miljoen gul den te staan komen en het blijft daarom voorlopig nog een luxe, die het zich niet kan permitteren, temeer daar men ook nog andere desiderata op het lijstje heeft, die alle veel geld kosten, zoals een we duwen- en wezenverzekering en een al gemene kinderbijslagregeling. MET DIT ADVIES is de gehele proble matiek van de keuze tussen hogeer in komen of meer vrije tijd weer in het cen trum van de belangstelling gekomen. Het is een keuze, die er altijd wel zal blijven, zowel op het individuele als op het natio nale vlak, twee niveaus die overigens niet los van elkaar staan. Het ziet er echter in ons land niet naar uit dat men spoedig zal overgaan tot invoering van een kortere werkweek en daarvoor zijn enkele belang rijke economische en demografische oor zaken aan te wijzen: A. De sterke bevolkingsuitbreiding. De beroepsbevolking zal de komende jaren ongeveer met één percent jaarlijks toene men, dat wil zeggen men moet arbeids gelegenheid scheppen voor ongeveer vijfen dertigduizend nieuwe werknemers per jaar. Daarvoor zijn grote investeringen nodig, die uit besparingen moeten komen. Korter werken is een vorm van consumeren. Zou men de besparingen toch op het gewenste niveau willen houden, dan kan dit alleen wanneer de levensstandaard daalt. De grotere vrije tijd wordt dan duur betaald. B. Het uitbouwen van de sociale voor zieningen. Het is duidelijk, dat wanneer tegen deze reislust bezwaren aan te voe- korter werken gaat ten koste van de sociale ren,, de blik verruimen is altijd zinvol, zekerheid van bepaalde bevolkingsgroepen, hoogstens kan men bedenkingen hebben men zijn keuze niet lang behoeft te over- tegen de snelheid waarmee de bezoeken wegen. Het ligt ook in de aard van het worden afgelegd en natuurlijk is er hier Nederlandse volk dat men het geld niet geen sprake van een rustige ontspanning, over de balk gooit, maar voorzichtig is met uitgeven, daarom prefereren de mees ten een hoger loon of betere voorzieningen boven een inkorting van de arbeidsweek. C. De industrialisatie is een noodzaak. Grote investeringen zijn hiervoor nodig. Ook als onze bevolking niet zo snel zou groeien moeten deze plaats hebben, immers maar daarvoor is de moderne mens mis schien niet erg geschikt. Dat men op uit gebreider schaal gebruik zal gaan maken van de nu reeds bestaande ontspannings mogelijkheden, lijkt eveneens waarschijn lijk. Men zal meer op de volkstuin zijn, meer aan het strand verpozing zoeken, meer aan sport doen en er meer naar kij wij moeten onze concurrentiepositie niet ken, de bioscoop wat vaker bezoeken en alleen handhaven, maar met het oog op de intensiever deelnemen aan het verenigings- nieuwe Europese economische gemeen schappen zelfs nog verbeteren. D. De woningbouw zal |rote offers blij ven vragen. Een verdere huurverhoging zal op den duur niet uit kunnen blijven. Ook hier geldt weer dat men zijn geld niet twee keer kan uitgeven. Korter werken zou een dergelijke verhoging waarschijnlijk alleen leven, maar deze wijzigingen zijn niet re volutionair. Er zal verwacht kunnen worden dat mei zich ook geestelijk meer ontwikkelt, dat dit ontwikkelingspeil zou dalen lijkt a'. zeer onwaarschijnlijk, maar uiteraard dient men hier waakzaam te blijven. Voor bepaalde groepen, met name de werkende maar bemoeilijken en daarmee de woning- jeugd tussen zestien en vijfentwintig jaar. zal men moeten trachten wat leiding en richting aan de vrijeteijdsbesteding te ge ven. Dit dient dan al op de scholen te be- nood nog langer rekken. ALLEEN DEZE economische overwegin- gen zijn voldoende om voorlopig nog niet ginnen en in de bedrijven in samenwer- al te optimistisch over de invoering van een lang weekeinde te zijn en het lijkt er op dat de nuchtere Nederlander dat ook inderdaad niet is, want men hoort weinig over deze toekomstmogelijkheid spreken. (Van onze correspondent in Londen) De pessimisten spreken er echter des te meer over, al of niet ambtshalve. Socio logen en sociaal-psychologen rekenen het beginnen. king met onderwijs en verenigingsleven Lord Rainer Goddard, de hoogste rech te worden voortgezet. Met alleen wijzen ter in Groot-Brittannië is gisteren voor op de voordelen van een actieve ontspan- het laatst zijn kamer binnengegaan in het ning en het verkrijgen van ontwikkeling imposante neo-gothische gerechtsgebouw komt men er niet, men moet de jeugd de aan Strand., op de scheiding van Metropo- kans geven daadwerkelijk creatief ste zijn ütan Londen en de City van Londen, en daar dan liefst zo jong mogelijk mee Daags tevoren had de Britse regering zijn BEZORGDHEID OM SCHIJNPROBLEEM tot hun plicht te wijzen op oorzaken en gevolgen van maatschappelijke verschijn selen. Zij zijn er uiteraard verheugd over weet de gemiddelde Nederlander zeer goed als een kortere werkweek tot de economi- weg met zijn vrije uren en misschien ligt lang verwachte aftreden als Lord Chief _T,TT.__.T Justice aanvaard. De 81-jarige Lord had DE GEVAREN wan morele en zedelijke die f t Jf iang bekleed. Hij aard van een kortere arbeidsweek moeter. dmkte zijn t h|t naoorIog^ dus zeker niet worden overdreven, zo zij i i j u, ,J Britse recht en werd gevreesd en geeerd, al bestaan, vinden wij ze op dit ogenblik afhankelijk van het f*it of men vë00r 0 ook en als men ze wil bestrijden dan moet achter t f j d men er thans reeds mee aanvangen. Zoals ,5 echter ook uit de statistieken van het ™dfWf hTaS, Goddard s b"naam "de CBS over de vriietiidsbestedine bleek hangende rechter niet zozeer om zijn ver- dediging van de doodstraf, maar vooral WENEN, (Reuter) Prof. Laszlo Egyed van de universiteit van Boedapest heeft in een Hongaars tijdschrift ver klaard, dat de aarde groeit. Volgens zijn berekeningen neemt de straal van de aar de per jaar met een halve milimeter toe. Het bewijs voor deze theorie is het feit, dat de oceanen in verhouding tot de land- massa steeds kleiner worden. Door de uitzetting van de aardkost, die ongeveer 30 miljoen jaar geleden begon, ontstaan scheuren, die aardbevingen ver oorzaken. Over 20 miljoen jaar kan men ingrijpende geografische veranderingen verwachten, gepaard gaande met het ont staan van nieuwe continenten en oceanen, zo meent de Hongaarse professor voorts. (AFP) Op een internationale conferen tie over de draaiing der aarde en atomi- sche tijdrekening in Moskou- hebben de Russische geleerde JEugen Federov en de Britse geofysicus Harold Jeffreys meege deeld, dat zij in samenwerking bewijzen hebben opgesteld voor de theorie, dat de kern van de aarde vloeibaar is In het seizoen 19581959 zullen de diri gent Willem van Otterloo, de eerste con certmeesters Herman Krebbers en Theo Olof van het Residentie Orkest jubileren. Zij zullen dan herdenken dat zij vijfen twintig jaar geleden, hun dirigenten- en solistenloopbaan begonnen. Bovendien is het dan twintig jaar geleden, dat de heren Krebbers en Olof voor het eerst als duo optraden. Het jubileum van Van Otterloo, Olof en Krebbers zal in Den Haag en in een aantal andere plaatsen in Nederland, onder meer in Leiden, 's-Hertogenbosch. Dordrecht, Nijmegen en Amsterdam wor den gevierd. In Den Haag wordt het jubi leum gevierd met een extra concert, dat door de vereniging „Vrienden van het Re sidentie Orkest" op 14 oktober in het ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen zal worden gegeven. Dit concert zal de offi ciële huldiging van de drie kunstenaars in Den Haag betekenen. Op het program ma van het jubileumconcert staan onder meer het nieuwe werk van Willem van Otterloo „Intrada" en het voor Herman Krebbers en Theo Olof gecomponeerde dubbelconcert, dat voorlopig de naam van „Uilenspiegelarij" kreeg. Voor dit conceit schreef Willem van Otterloo het thema op een gegeven van „Till Eulenspiegel" van Richard Strauss. Niet minder dan twaalf componisten hebben hun medewerking aan dit concert verleend, namelijk, behalve Van Otterloo, Hendrik Andriessen. Juriaan Andriessen, Henk Badings, Lex van Delden, Marius Flothuis. Géza Frid. Oscar van Hemel. Hans Henkemans. Hans Kox. Guillaume Landré en Bertus van Lier. Willem van Otterloo zal de variaties rangschikken. Met ingang van 1 september zullen de eerste violist Ranhael Markus, die naav Tsrael vertrekt en de celliste Frangoise Vetter geen deel meer uitmaken van het Residentie Orkest. Met ingang van die zelfde datum zijn bij het Residentie Orkest de tweede violist E. van der Hoog, de cel list S. van Amerongen en de slagwerker J. Helsdinaen aangesteld. Als ondervoorzitter van het Residentie Orkest is aangewezen de heer Spruiten- burg. Zoals reeds is gemeld, heeft Willem van Otterloo zijn Zuidamerikaanse tour nee afgezegd wegens gezondheidsredenen. Twee boeken over Brussel ER ZIJN ALLERLEI MANIEREN om een boek te schrijven over een bepaald onder werp, ook over een stad. En het is dus vanzelfsprekend dat er, nu Brussel door zijn wereldtentoonstelling dit jaar een po pulair onderwerp is geworden, over de Belgische hoofdstad tal van boeken zijn verschenen die in opzet en in schrijftrant weinig op elkaar lijken, om van het ver schil in uitvoering nog maar te zwijgen. Het kleine boekje van Nico Rost. „Ook dat is Brussel" (verschenen bij Van Gor- cum te Assen) bij voorbeeld, vormt wel de grootste tegenstelling die men zich denken kan met het kostbaar uitgevoerde werk „Bruxelles, Carrefour du monde", een uit gave van de Editions Générales te Genève. Het boekje van Rost, met zijn zestigtal bladzijden, kan men, bij wijze van spreken, wegblazen; het Zwitserse boek, waarvoor drie verschillende dure papiersoorten zijn gebruikt en dat gedeeltelijk in vijf talen is gedrukt, weegt een paar kilo. Maar zelfs deze grote uiterlijke tegenstellingen zinken in het niet bij het contrast, dat de inhoud oplevert. Het Zwitserse, maar in België heel fraai gedrukte werk is uiterst impo sant; er is niet alleen door een half dozijn „autoriteiten" aan meegewerkt, maar het heeft zelfs een „beschermheer" in de per soon van André Siegfried, lid van de Aca démie Frangaise. Rost daarentegen heeft zijn zestig bladzijden helemaal alleen vol geschreven, en hij heeft niet eens voldoen de technische medewerking gehad om het boekje redelijk vrij van drukfouten te houden. Maar het belangrijkste verschil is wel, dat dit kleine bescheiden boekje uit het hart geschreven is, dat Rost's eigen, zeer menselijke visie op allerlei hoekjes en straatjes van Brussel er op eenvoudige, maar daardoor des te treffender wijze in wordt weergegeven, zó weergegeven dat. de lezer, aan het eind ervan gekomen, het gevoel heeft wakker te worden uit een droom die hem naar Brussel had gebracht. „Bruxelles, Carrefour du monde" daaren tegen wordt ons aangekondigd als „een boek in de trant van een film", maar juist hier ontbreekt het droom-element, dat in een film dikwijls zo sterk is. Er staan enige knappe beschouwingen in, over de musea, de folklore, de toeristische aspecten en de geschiedenis van Brussel, onder meer; het illustratie-materiaal is over het algemeen heel fraai en sommige reprodukties, vooral die van het portret van Erasmus door Quinten Matsijs, zijn bijzonder geslaagd; maar hart-verwarmend, zoals het werkje van Nico Rost, is dit boek niet. De taal is gezwollen en het ontroert ons nauwelijks, te vernemen dat „het hart van de stad werd vertrappeld door legers van alle vol keren; ;nog is dit hart het middenpunt van onze hoop en van onze schrijnende pij nen. Evenmin als wij onder de indruk raken van wat er over de Grote Markt te lezen staat; „Boven de glimlachende ge steenten stoot de feilloze pijl zijn zilveren kreet hemelwaarts. De tijd is over die steengeworden gratie heengegleden. Hij heeft de stenen gepolijst, tegelijk met de medailles van de patriotten." ALS DIT EEN UITGAVE WAS, die elke duizendste bezoeker van de Expo met de complimenten van het Brusselse gemeente bestuur zou worden aangeboden, zou men volop waardering kunnen hebben voor het fraaie lettertype, de vele voortreffelijke foto's en het boeiende historische illustra tie-materiaal (hoewel ook dan nog niet voor de rommelige en vrij stijlloze „lay out"). Maar nu het boek in de handel wordt gebracht als een „prachtwerk", waarvan de prijs navenant is, wordt die waardering ietwat gedempt. Dan kan men zijn enthou siasme beter besteden aan de marktkoop lieden, de mosselenvrouwen, de Marolliens en de Molenbekers, de opstandige geesten en de verbannen schrijvers, de kiekenfret- ters, het poesjenellenpubliek en de sosse- teitsleden, waarmee Nico Rost's Brussel is bevolkt. Want inderdaad, „Ook dat is Brus sel", en dat Brussel ligt ons Hollanders toch het naast. C. Lector sche mogelijkheden behoort, maken zich anderzijds bezorgd over de zedelijke en politieke gevolgen, wanneer de vrije uren alleen in passief vermaak doorgebracht visie, worden. Soms wordt er wel eens op deze bezwaren te sterk de nadruk gelegd en dan heeft het er de schijn van dat deze experts een groep voorspellers zijn van maatschap pelijke calamiteiten, van beroeps-zwart kijkers. Het waarschuwen voor kwalijke gevolgen van toekomstige ontwikkelingen is loffelijk, want men kan dan tijdig zijn maatregelen treffen, maar dan moeten de oorzaken van deze ontwikkelingen ook reëel zijn. Nu is daar op het stuk van de kortere werkweek zoals wij zagen, om economische redenen al, geen sprake van. Daarbij komt dat de grotere dosis vrije tijd eerst geleidelijk ter beschikking zal ko men (afgezien na tuurlijk van econo mische depressies, waarin men op ge forceerde wijze de arbeidstijd bekort). Eerst komt de vier- enveertigurige werk» week, daarna de veertigurige enz. Men heeft dus alle tijd om te bestuderen wat men met deze tijd gaat doen, daar ver wacht mag worden dat dit proces zich over decennia zal uitstrekken. Het is im mers helemaal nog niet gezegd, dat men deze vrije uren zal gaan „verslingeren". Voor dergelijke uitspraken moet men zich zelfs hoeden, want men komt daardoor te land bij een andere categorie maatschap pelijke pessimisten, bij de lieden, die on voorwaardelijk geloven in de verworden- heid van de mens. Zij waren het die bij de invoering van de achtenveertigurige ar beidsweek en de vrije zaterdagmiddag ver zekerden, dat de maatschappelijke onder gang van de werknemers voor de deur stond. Men zou meer gaan drinken, de vrije uren in ledigheid doorbrengen en geestelijk verarmen. De algemene luiheid zou hand over hand toenemen en de arbeidsproduk- tiviteit zou dalen. Maar wat gebeurde er? de voornaamste taak voor de volksopvoe ding op het gebied van de smaakverbete ring. Welk een kans voor radio en tele wegens zijn harde houding tegenover mis dadigers. Hij dwong ieders bewondering af door zijn heldere betogen, zijn zin voor realiteit en zijn briljant juridisch brein. Nieuwe denkbeelden over de oorzaak van W T n criminaliteit hadden op hem evenwel niet Langeveia de minsj;e invloed. Nog geen jaar geleden beweerde hij in een rede, dat de „eeuwen oude oorzaken van misdaad zucht naar geld, hebzucht, passie, lust en wreedheid nog steeds gelden." Goddard's pleidooien voor het handha ven van de doodstraf en lijfelijke straffen hebben de afgelopen jaren zijn andere uitzonderlijke juridische capaciteiten enigszins aan het oog onttrokken. Zijn ar gumentering voor de handhaving van de doodstraf op grond van vergelding zette kwaad bloed bij een deel van het Britse volk. Goddard is verscheidene malen af geschilderd als het symbool van de onbuig zame autoriteit en de spreekbuis van de bestaande orde, maar hij bewaarde het Britse recht voor politieke invloeden en vocht voor de rechten van de gewone bur ger die hij wilde vrijwaren voor over ijverige en aanmatigende lagere rechts instanties en politieambtenaren. Hij gaf een man die twee jaar lang door de fiscus aan de lijn was gehouden wegens belas tingontduiking een boete in plaats van ge vangenisstraf, omdat dit volgens hem wreedheid was van de belastingdienst. Drie werken van Hindemith gespeeld door het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Szymon Gold berg, Léon Fleisher (piano), Paul Godwin (alt viool). Philips A 00365 L Het drankmisbruik nam af, evenals de ver- L V veling en ledigheid. Er werd meer gedaan dus de P™ductle van grammofoonplaten aan ontwikkeling en sport, omdat men Sinds door de langspeelplaat de omzet en ren in handen geven. Hij heeft een werk methode gecreëerd, hij heeft als het ware enorme cijfers bereiken, neemt ook het het bestek van de route opgemaakt alvo- beweging"gaf1'' met de boeverhfid,aaanlddezê voortdurend toe. Men kan zelfs zeggen dat stroom in te dammen zoals in de dwang- tr> -• Jnriw t lorenroi H i r-i rt iron rln rrr*o m m ofoon_ maticïo r»to\?a tti n crovi uan Vievr cf aantal opnamen van hedendaagse muziek rens te gaan varen, maar niet getracht de vormen van ontspanning gestalte. De pes- traditionele weerstand teeen de schiedt simisten, waaronder men vele verdedigers plaat ,de traditionele weerstand tegen ae scmeat, van hun eigen vermeende belangen kon muzlek van eigen tijd veel sneller en radi- Het mooiste stuk op deze plaat vind ik vhidem hadden on^èli^k g^tregerT De pes- «Ier gebroken wordt dan vóórdien ooit de „Trauermusik" voor altviool en strijk- simisten van thans komen met dezelfde mogelijk was. Immers bij de sporadische orkest. Volgens een mededeling op de hoes bezwaren als die van vroeger met dit ver- kennismaking die een enkele „life -uitvoe- heeft de componist dit werk geschreven in schü dat zyhVn argumenten nu ten deïe ring vroeger tot stand bracht, was de ver- drie UUr tijds. Hij vertoefde juist te Londen f vnohtinn mnoefQ Hor m Ct vi or m iccohion mol ii/~itt i.jj door de verspreiding van de grammofoon- matige opvattingen van Schönberg ge- putten uit de sociale wetenschappen, waar toen koning George V stierf en onder de zuchting meestal dat men er misschien wel van zii een eenziidig gebruik maken Vele van zou kunnen gaan houden als men het indruk van dit gebeuren, componeerde hij experts geven namiliik ook de positieve betreffende werk maar vaker kon horen. deze treurmuziek van 12 minuten speel- mogelijkheden van het korter werken aan Die gelegenheid is er nu voor ieder met duur in een hem ter beschikking gestelde inhetveldvandeontwikkehngende eni§e belangstelling die af en toe eens een studio van de B.B.C. Het werk getuigt al- ontspanning. g paar tientjes extra heeft uit te geven. Laat dus in zijn ontstaan maar ook in zijn uit- ik hier overigens aan toevoegen dat het eindelijke vorm (waarbij het Luthers ko- WAT ZAL ER trouwens gebeuren, wan- herhaalde beluisteren m.i. voor ieder on- raaj „vor deinen Thron tret' ich hiermit" neer de werkweek eens met vier of acht bekend werk een noodzaak is, niet minder de afsluiting vormt) op overtuigende wijze uren wordt ingekort? Laat ons aannemen, voor muziek van vroeger, voorzover ze van het bezielde vakmanschap van de dat een zodanige beperking over de zes geen deel uitmaakt van het repertoire, als maker. Wat meer „sec" zijn de vijf stukken werkdagen wordt uitgesmeerd, dan zal voor die van thans. Het is alsof de muziek op 44^ eveneens voor strijkers, waarvan de men 's ochtends wat later aan het werk haar emotionele waarde eerst prijsgeeft snelle delen een aanstekelijke motoriek kunnen gaan. Waarschijnlijk heeft dit tot nadat er een auditief spoor in ons gehoor- gevolg dat het Nederlandse volk wat zintuig is uitgeslepen, waarover het voer- langer slaapt, iets waar niemand onzes in- tuig van de gedachte, i.e. de gestalte die de ziens bezwaren tegen kan hebben. Een componist aan zijn werk gegeven heeft, ons spronkelijk als balletmuziek bedoeld en zo- andere mogelijkheid is dat men 's middags innerlijk oor kan bereiken, om aldaar wel wei jn dje vorm als in de concertzaal her wat eerder naar huis gaat en ook dat kan of geen weerklank voor zijn klinkende haaldelijk uitgevoerd, nu niet direct wereldschokkende gevolgen lading te ontvangen. bezitten. De genoemde werken nemen één plaatzijde in beslag, op de andere zijn de „vier Temperamenten" opgenomen, oor- DE COMPONIST en violist Tartini, de beroemde Italiaanse tijdgenoot van Joh. Seb. Bach, kreeg eens bezoek van Lalande, niet de componist maar de astronoom, die met de Italiaan kwam spreken over natuurkundige zaken, want Tartini was bekend om zijn muzi- kaal-natuurkundige theorieën. De eer ste publikatie van Tartini over de har monie verscheen in 1754. Toen was hij 62 jaar. Vóór dat ik iets meedeel over Lalan- des bezoek, waarover de Franse geleer de zelf in zijn boek „Voyage en Italië" verhaalt, moge ik u iets over Tartini zeggen. Hij was niet altijd de rustige en evenwichtige man, die men achter zijn adagio's zou vermoeden. Toen hij al enige tijd met zijn ouders gestreden had over zijn wens musicus te worden, vertrok hij in 1710 uit zijn geboorte plaats Pirano en begon aan de univer siteit van Padua juridische studies. Zijn ouders hadden voor de begaafde jongen gehoopt op een theologische opleiding in een Franciscanerklooster. Veel plaats in zijn jonge leven nam de hartstocht voor vioolspelen en vechten, met en zonder degen. Hij stond spoedig als woesteling bekend. Van de rechtskundige opleiding kwam niet veel terecht: er waren te veel avontuurlijkheden die de romantische en wilde knaap bezighielden. Op zekere dag moest hij vluchten voor een achter volging: hij had een nichtje van kardi naal Cornaro geschaakt. Hij wist zich verborgen te houden in een klooster in Assisi, waar hij door een, met zijn fa milie bevriende franciscaner monnik werd beschermd. In die tijd vond hij alle gelegenheid zich tot vioolvirtuoos te ontwikkelen en kreeg hij van de or ganist van het klooster, Padre Boemo, uitstekende theoretische instructies. Naderhand kwam hij in Padua veilig terug, maar korte tijd later zond hij zijn vrouw naar een familie in Pirano, om zelf in Ancona zich in eenzaamheid aan theoretische onderzoekingen te wijden. Na enkele jaren werd hij solo violist en leider van het orkest in de basiliek van St. Antonio in Padua, hn stichtte een violistenschool en werd be roemd als mentor van grote violisten. Er zijn verscheidene Vioolconcerten in allerlei samenstelling en nog meer Sonates en andere instrumentale wer ken van hem bekend, maar er moeten nog veel meer stukken in manuscript gebleven zijn. Welnu, volgens het genoteerde ver haal van Lalande, vertelde Tartini hem onder andere het volgende: „In zekere nacht (in 1713) droomde ik, dat ik een afspraak met de duivel had gemaakt. Hij zou mij ten dienste zijn. Ik verbeeldde mij dat ik hem mijn viool gaf om te zien of hij er toe zou komen mij enige mooie melodieën voor te spelen. Maar hoe groot was mijn verwondering, toen ik een zó bijzondere en zó mooie sonate hoorde, gespeeld met zoveel superioriteit en intelligentie, dat niets wat ik ooit had bedacht ermee vergeleken kon worden. Ik beleefde zo danige verrassing, verrukking en ge not, dat ik er mijn adem bij verloor. Ik werd gewekt door deze hevige sen satie. Ik nam dadelijk mijn viool, in de hoop iets terug te vinden van het geen ik zojuist gehoord had het was vergeefs. Het stuk, dat ik toen compo neerde is, naar waarheid, het beste dat ik gemaakt heb en ik noem het nog de Sonate van de duivel, maar het is zó ver beneden dat wat mij zo heftig had bewogen, dat ik mijn viool zou ge broken hebben en de muziek zou heb ben opgegeven, als het mij mogelijk zou geweest zijn de genietingen te be houden welke het mij verschafte". Dit is Tartini's verhaal over het werk dat men algemeen met de naam „Dui- velstriller" betitelt, speciaal om de trillers en soortgelijke bijzonderheden der virtuositeit, welke deze muziek ver sieren. IK WEET NIET in hoeverre Tartini de waarheid heeft verteld, maar dat het soms spookt in het hoofd van een com ponist doen veel stukken in de geschie denis der muziek wel vermoeden. Ik bedoel nu niet dat veel muziek spook achtig lelijk is. Men kan trouwens even goed zeggen dat er werken zijn die spookachtig mooi zijn ik meen dat sommige composities lijken te ontstaan uit nauwelijks of niet beschrijfbare droomtoestanden. Het is evenzeer waar dat vele componisten (misschien de meeste) hun muzikale bouwsels maken onafhankelijk van hen belagende duis tere verschijnselen-. Zinsverbijsteringen komen niet alleen bij musici voor, maar het is zeker dat spelingen van allerlei geluiden, horizon taal en verticaal, en ritmen, door kleu ren verhevigd, buiten de wil van de artiest zijn hoofd met zonderlinge toe standen kunnen verontrusten. Hij zal, ontwakende, misschien met een glim lach terugdenken aan zijn vreemde nacht, of hij zal in overspanning trach ten een muzikale orde te vinden in wat hem niet loslaat. Er zijn overigens evenveel nuancen in deze verschijnselen als er musici zijn die er ondervinding van hebben. Men mag geloven dat veel fantas tische klankdromen tot zeer evenwich tige kunstwerken werden gekristalli seerd en dan is het boeiend soms sporen te vinden van overrompelingen, die zich bij de grootste vormbeheersing niet lieten vernietigen. Overigens dreigt hier het gevaar van de verklarings-ziekte onder allerlei actieve meelopers-in-de- kunst. Gelukkig de analyserende musi cus en de onbevangen hoorder, die enthousiast kunnen zijn bij de klinken de schoonheid, maar zich niet laten be goochelen door twijfelachtige achter gronden. Hendrik Andriessen voor het moreel hebben. Het is uiteraard „la nature vue a travers Anders wordt de toestand wanneer er ik geloof dat zij bij enigszins „geschoolde Wat nu de muziek van Hindemith betreft de tempérament", "maar juist hier blijkt 1 r rfolAAr Hit -ril bil onirtP7inr rtocohoo Ho het belang van een herhaalde kennis een lang weekeinde wordt ingevoerd. Er luisteraars op deze route weinig obstakels making Want evenals in iemand die vol ontstaat dan een opeenhoping van vrije zal ontmoeten, waarbij het natuurlijk een komen zichzeIf j de mogelijkheid van een tijd op bepaalde dagen voor het gehele andere zaak is of men zich tot haar voelt ruime yisie anderen gegeven is, zo spie- ,.nll» TLT rtin r*Hki 111 rn n V T H o o n rïQti-H Ir Iroi-i HrnHnmilh hohnnrt 1 ot Heil 1 volk. Hoe zal men die gebruiken? In de aangetrokken. Hindemith behoort tot het Duitse Bondsrepubliek kent men de vrije type van die componisten die de grond- zaterdag sinds enkele jaren en van de slagen van hun kunst op een persoonlijke daar opgedane ervaringen kan men leren. Velen trekken er op uit, alreeds op vrij- wijze hebben doorgedacht en aldus aan hun produktie een hecht fundament heb- dagavond en leggen per motor of auto ben gegeven dat enerzijds de continuïteit grote afstanden af. Vele Duitse toeristen geit zich ook in de aanvankelijk wat fleg matiek lijkende muzikanten-aard van Hin demith een onvermoede veelheid van men- selijk-muzikale schakeringen. De uitvoeringen door het Nederlands maken weekeindtochtjes naar Zwitserland Het lijkt ons aannemelijk dat dit ver schijnsel zich ook in Nederland zal voor in historisch opzicht verzekerde en ander- Kamerorkest onder Szymon Goldberg zijn zijds de verstaanbaarheid bevorderde. Hij zeer verzorgd; het ensemble musiceert met de verfijning van een uitgebreid strijk- in de „Trauer- is de afstamming van de soliede hand- werksman in de muziek zoals die in de kwartet. De solo-partij musik wordt door Paul Godwin met grote intensiteit vertolkt. De pianist Leo Fleisher gelijkheden zijn in de omgeving van de leefden. Uitgaande van de natuurkundige sPeelt de obligaat-partij in de „Vier Tem- randstad Holland niet zo groot en men eigenschappen van de toon kwam hij tot Paramenten parelend van techniek en doen, vooral onder de bewoners van het vorstendommen en parochies van Duits zo dicht bevolkte westen. De recreatiemo- land in de 16e en 17e eeuw werkten en zal er dus uittrekken. Op het ogenblik zijn de weekeinden te kort voor verre uitstap jes, de kortere werkweek geeft hier- veel betere kansen. Het lijkt ons moeilijk om een organisatie van het tonenmateriaal Schelder van toon. De opname-kwaliteil van het strijkorkest is helaas wat korrelig naar spanningsverschillen en men kan zeg gen dat de hieruit afgeleide voorschriften iemand de werktuigen voor het compone- Sas Bunge

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 6