VOORJULL DE KETTINGHOND Mcfkok klapt uit de school KLAPROZEN MEESTERWERKJES ZWITSERSE BRODERIE Alarmsysteem „Pygmalion" in praktijk Kinderwagens Erbij Voor figuurzagers Prachtig uitzicht Kaviaar met wodka F®*8. ^a^otlandj Nd lr exftra zijn ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1958 PAGINA VIER Beste meisjes en jongens, hier ben ik dan weer. Hebben jullie al een paai goudhamsters? De mijne bezorgen mij nog veel plezier. Ik laat er jullie nog wel eens wat meer van horen, als jullie dat leuk vinden. Nu wil ik jullie een ware geschiedenis vertellen over: OP EEN ERF van een boerderij lag een grote zwarte hond aan een ketting. Het dier lag daar dag-in dag-uit, maand- in maand-uit, al wel tien jaar lang aan die nare ketting. Die ketting was zo kort, dat de hond niet meer dan tien passen heen en tien passen terug kon lopen. Hij had een akelig, van wat oude plan ken in elkaar gezet hok. Als het regende kwam het water door de kieren naar binnen. De opening, waardoor hij in en uit moest gaan, was zo klein, dat het arme dier zich steeds aan de randen bezeerde. Bij storm gierde de wind door de reten en door al die jaren van zijn verblijf in tocht en vocht waren zijn stramme benen krom gaan staan van de reumatiek. Toch deed hij wat van hem verlangd werd, namelijk ongewenste gasten van het erf weghouden, al was zijn geblaf door de narigheid wel wat schor ge worden. Zijn trouw werd echter slecht beloond, want de boer, zijn baas, brom de maar op hem en schopte het arme dier of riep: „Wil je je bek wel eens houden, lelijke schreeuwerd!" Zijn voedsel bestond uit wat afval uit de keuken, een korst brood of wat aardap pelen. Zo moest het arme dier wel ziek worden. Dat werd hij dan ook. OP EEN SCHOOL, niet zo heel ver daar vandaan, kregen de leerlingen 's woensdagsmorgens les in plant-en- dierkunde en gewoonlijk vertelde de onderwijzer na de les nog een of ander verhaal, dat daarmee verband hield. Die onderwijzer kon prachtig vertellen en de kinderen luisterden dan ook altijd met gespannen aandacht. Deze keer ging het verhaal over Franciscus vari Assisi, die zieke dieren genas en verwaarloosde verzorgde. „Die Sint Franciscus" zo sprak de onderwijzer heeft in zijn leven zeer veel voor de dieren gedaan. Jullie weten wel, dat de vierde oktober „Dierendag" is. Die datum werd ge kozen om de grote dierenvriend Fran ciscus van Assisi op zijn sterfdag te eren voor zijn prachtige werk! Hij leefde tot 1226. Na hem hebben velen zijn mooie werk voortgezet. Het duurde echter nog heel lang voordat de eerste vereniging tot bescherming van dieren werd opge richt. Dat was in Engeland in 1824. Nog veertig jaar later kwam ook in ons land zo'n vereniging tot stand. Thans zijn er afdelingen van die vereniging in alle steden en vele dorpen van ons. land. Die doen prachtig werk. Maar jullie begrij pen wel, dat «r nog steeds niet genoeg personen zijn om alle zieke en verwaar loosde dieren op te sporen. En nu vraag ik jullie, of jullie eens een handje willen helpen. Denk daar maar eens over na, dan hoor ik het wel. TWEE VAN de leerlingen, Jan en Kees, keken elkaar eens aan. Zij waren al vriendjes van de eerste klas af. En beiden waren zij echte dierenvrienden. Jan had zelf een mooie hond, een Collie. Een knipoog van Jan was voor Kees al voldoende om de meester dadelijk hun hulp aan te bieden. Omdat er 's woensdagmiddags geen school was, besloten de twee jongens om er die middag maar meteen eens op uit te trekken. Toen ze thuis vertelden wat ze van plan waren, kregen ze boterhammen mee voor onderweg, dan behoefden ze niet met het avondeten terug te zijn, waardoor ze een lange middag voor zich hadden. HET WAS PRACHTIG weer en het tweetal genoot met volle teugen In het bos, waar ze door gingen, hoorden ze de vogels hun hoogste lied zingen. Iets ver der gekomen zagen ze een eekhoorn met een denneappel tussen zijn pootjes. Rrt.s, weg was de roodpluim, gevlucht naar de achterkant van de boomstam even kwam hij om het hoekje kijken of de weg alweer veilig was. Een haas rende over het pad waar Jan en Kees liepen. Het was zo vredig in het bos en het rook er zo heerlijkToen ze bij een stromend beekje kwamen, konden ze niet nalaten even hun schoenen en kou sen uit te trekken om, zittend aan de kant, hun voeten in het heldere water te laten bungelen. Het water was echter kouder dan ze verwacht hadden en daarom trokken ze maar gauw hun kou sen en schoenen aan en wandelden door. Dit is een voorbeeld voor een zaag- stukje. Trek het met behulp van kar bonpapier over op triplex. Zaag het heel voorzichtig uit. Vooral bij de dunne stukjes moet je het hout goed steunen. Het beste kun je een heel fijn zaagje gebruiken en je er niet mee haasten. Schuur het geheel na het uitzagen en schilder het in een donkere kleur. Het komt dan erg leuk uit tegen een lichte wand. Al spoedig hadden ze het bos achter zich gelaten en kwamen ze op een weg, die naar de boerderijen leidde. Ze stap ten nu flink door en kwamen weldra bij de eerste boerderij aan. Ze keken hun ogen uit. Het vee glansde en alles zag er even verzorgd uit. Een paard kwam naar de afrastering, Kees aaide het en joeg de vliegen weg. Een mooie hond speelde er met een klein jongetje. Op deze boerderij was alles wel in orde hoor! DAN DUS maar verder op. Opeens riep Jan: „Kijk eens joh, daar ligt een hond aan een ketting!" Samen gingen ze het erf op. De hond blafte wel, maar de jongens lieten zich niet afschrikken. Ze naderden hem met zachte vriendelijke woorden. Ze knielden bij de hond neer, die aan een korte ketting bij zijn hok lag. Wat ze toen zagen, was vreselijk: het arme dier kon zich haast niet be wegen, toch voelde het dadelijk dat deze jongens dierenvrienden waren Met moeite richtte hij zijn kop op en legde die op Jans knie. Kees ging intussen op zoek naar water. Hij vond een oude klomp, vulde die uit een drinkbak en gaf de hond te drinken. Gulzig dronk het arme dier de klomp leeg. Ook gaven Jan en Kees van hun boterhammen de hond te eten. Het leek wel of deze uit gehongerd was. IN HUN IJVER om het arme dier te helpen, hadden ze niet bemerkt dat de boer op hen afkwam. Met scheldwoor den trachtte hij de jongens weg te jagen, maar zij dachten aan hun belofte van die morgen na de les. Ze bleven bij de hond staan, maar de boer werd woedend en brulde: „Ga als de drommel van mijn erf af, kwaje apen, of ik zal jullie!" en hij gaf de hond, die dicht bij de jongens was gekropen, een harde trap. Nu hadden ze gezien hoe slecht die boer voor zijn hond was. Ze gingen te rug naar de eerste boerderij, vertelden wat zij gezien hadden en vroegen of ze even de Dierenbescherming mochten opbellen. De boer vond dit best en zei dat hij er zelf blij om was, dat er van dat geval werk werd gemaakt. Ook hij had al gehoord, dat die hond meer slaag dan eten kreeg. Jan belde de Dierenbescherming op en vertelde wat er aan de hand was en vanwaar hij opbelde. „We komen dade lijk, wachten jullie maar op ons!" was het antwoord. Geen kwartier later kwa men er twee heren in een auto. Zé namen de jongens mee naar het erf! waar de zieke hond lag. De beide heren gingen het huis binnen om de boer te ondervragen. Daarna kwamen ze bij de hond terug, die zich door het bijzijn van de jongens rustig liet onderzoeken. Ook de ligging werd bekeken. Het gevolg was dat de boer zijn hond moest af staan. Heel voorzichtig werd het dier losgemaakt van de ketting, die hem tien lange jaren van zijn vrijheid had beroofd. Hij liet zich gewillig meenemen en werd in de auto op de achterbank gelegd. De jongens mochten elk aan een kant van de hond plaats nemen. Zij aaiden hem over zijn kop en rug en de hond wist niet wat hem overkwam! ZO VERLIEPEN er enige maanden. Jan en Kees spraken nog dikwijls over die zwarte kettinghond. Zij vroegen zich af, hoe het toch wel met hem zou zijn. Een poosje later werd de moeder van Kees op een morgen opgebeld door iemand van het asiel, die zei: „Mevrouw, die zwarte hond, die hier verpleegd wordt, is nu zo ver hersteld, dat er een tehuis voor hem gezocht kan worden voor de verdere verzorging. Het is een lief gehoorzaam dier en nu dachten wij aan uw zoon. Zou hij misschien verder voor hem willen zorgen?" Toen Kees uit school thuis kwam en hoorde dat zijn moeder op het verzoek was ingegaan, vloog hij bijna tegen het plafond van vreugde. Hij holde de deur uit naar Jan en riep hem toe: „Blacky komt bij ons, hij wordt vanmiddag nog gebracht!" Het weerzien was geweldig: de hond herkende Kees dadelijk en sprong tegen hem op van blijdschap. Hij werd al heel spoedig goede maatjes met de huisge noten, die veel plezier hadden van dit trouwe dier, dat na een paar maanden van goede voeding en verzorging een mooie hond werd. Jan en Kees kregen van de Vereni ging tot bescherming van dieren ieder een mooie medaille, waar ze erg trots op waren. Dikwijls gingen de jongens met de honden, de mooie bekroonde Collie van Jan en de zwarte bastaard- Bouvier van Kees, op stap. Zo had dan een arme zieke en verwaarloosde ket tinghond door het verhaal van een on derwijzer over Franciscus van Assisi een goed tehuis gekregen. Anita LONDEN, (UPI) Mag men de „Daily Mirror'' geloven, dan hebben de Russen belangstelling voor het eilandje Stroma, dat voor de Schotse baai Scapa Flow ligt en bij mooi weer een prachtig uitzicht geeft op deze voorname Engelse vlootbasis. De Russische ambassadeur zou de ma kelaar, die Stroma te koop heeft aan geboden, hebben opgebeld. „Ik heb. geen contact meer met ze opgenomen. Maar als ze een goed bod doen mogen ze het wat mij betreft, heus hebben", zei de man volgens de „Daily Mirror". Als dit verhaal waar is zal er waar schijnlijk evenveel verzet tegen komen als indertijd toen de Amerikaanse tv Stroma wilde kopen. Als Charles Meilis, de man die twaalf men de vaart tot 60 kilometer. Het kleine jaar lang voor de tegenwoordige koningin Elizabeth van Engeland op haar reizen kookte, en die nu een eigen restaurant in Londen heeft, hoort dat een koning een speciaal dieet houdt om te vermageren, glimlacht hij. In al die twaalf jaar heeft hij nooit meegemaakt dat zijn koningin iets niet at omdat zij bang was dik te worden. „Natuurlijk heeft zij haar ideeën over eten", zegt hij. „Ze houdt niet van meloen en maar matig van vis. Grapefruit zegt haar niets, wel is koningin Elizabeth dol op vers sinaasappelsap". Wist u, dat gebakken aardappelen een speciaal zwak van Engelands vorstin zijn? Ze neemt er altijd minstens twee keer van. Meilis snijdt er kleine knikkers van, die hij goudbruin bakt. Daarbij houdt hij heel wat aardappel over, maar ook daar weet hij raad op. Hij vulde de gaten met parme- saanse kaas en bakte de gevulde aardap pels, die hij serveerde met peterselie als „Pommes royales", een lievelingsschotel van de koningin. Charles Meilis werd op 12-jarige leeftijd slagersleerling. Als 15-jarige trad hij als kok in dienst bij een Londense mode dokter, die zo ingenomen met hem was, dat hij Meilis drie jaar naar Parijs stuurde om de Franse keuken te leren kennen. Daarna werd hij kok in het Savoyhotel. „De koningin zegt, dat ze voor goed eten op reis moet gaan met Charlie Meilis", ver telt secretaris sir Michael Adeane. Meilis werd uitgenodigd om kok te worden in Buckingham Palace, maar hij weigerde en zei, dat Ronald Aubrey het werk best afkon. keukentje is voortreffelijk ingericht, maar dat maakte het kokkerellen bepaald niet tot een gemakkelijke bezigheid. In de beperkte ruimte moest Meilis alles doen: aardappels schillen, erwten doppen, gecompliceerde sausen maken. Alle ingre diënten kocht hij zelf en maakte ze per soonlijk schoon. Ieder gerecht ging recht streeks naar de blauw en gouden schotels van de koninklijke tafel. Voor het perso neel was er een andere keuken met een andere kok. Aan de koninklijke tafel is plaats voor acht personen, maar door een schot weg te nemen, kunnen nog zes gasten aanzitten. „De koningin kan rustig eten wat zij wil en zoveel zij belieft", zo vertelt Meilis. „Ze heeft het altijd zo druk en wordt zo opgejaagd, dat ze wel mager moet blijven, al at ze nog veel meer". Meilis hield niet van bezoek in zijn keuken, maar iedereen kwam altijd kijken. Dat was al zo in de tijd van koning George VI, die alle maaltijden precies op de minuut voor zich wilde zien. Dat was ook in de tijd, dat prinses Margaret nog een heel jong meisje was, dat de kok ieder uur van de dag om iets eetbaars kwam vragen, alsof zij chronisch honger leed. Meilis kreeg de schrik van zijn leven, toen tijdens een reis naar Schotland zijn assistent bij het opdienen van het voorge recht vertelde, dat hij vergeten had aard appelen te schillen. Meilis nam een hand vol aardappelen, sneed ze in dobbelstenen, bakte ze in vet en liet ze met wat peter selie serveren, nog net op tijd.... De laatste maaltijd voor zijn vorstin be reidde hij enkele maanden geleden op een best op gedaan en de filet de boeuf zag er keurig uit. Na het diner schrok hij, want koningin Elizabeth en haar man kwamen zelf naar de keuken om hem te bedanken. Haastig veegde Meilis zijn handen af aan zijn voorschoot om de hem toegestoken handen te drukken. De koningin gaf hem een enveloppe met een foto, waarop zij, haar man en de kinderen hun namen had- Twaalf jaar lang was Charles Meilis kok van de trein van de koninklijke Engelse familie. Nu heeft hij een eigen restaurant in Londen met minder aanzienlijke gasten, maar met een grotere keuken dan in zijn gloriejaren. Zijn vakbekwaamheid is on veranderd gebleven, net als de vreugde, die hij in zijn werk heeft. Meilis weet maar al te goed met welke moeilijkheden zijn collega Aubrey te kam pen heeft. In een grote paleiskeuken, meestal ver van de eetzalen, koelt het eten veel te snel af of kookt door onder metalen deksels, wat de smaak bederft. In het paleis heeft de koningin metalen schotel verraste Meilis met een paar gouden manchetknopen. „Dank u, majesteit", zei Meilis. „De dank is aan ons", antwoordde de ko ningin. „Ik hoop dat we altijd zo goed zullen eten!" verhitters op tafel, waar het éten wordt „opgewarmd" na de lange wandeling door NAAI de gangen. Meilis geeft de voorkeur aan zijn kleine keuken in het koninklijk rijtuig, waar hij zijn spijzen onmiddellijk op laat dienen. Zo heeft hij alle eer van zijn werk. „Ik kan u jiog een „geheim" vertellen", zegt hij. „De"koningin houdt ervan als haar eten leuk wordt opgemaakt. Dat geeft haar eetlust. Een beetje peterselie of tomaat doet wonderen." Koningin Elizabeth mag zo haar speciale verlangens hebben, haar man eet alles wat men hem voorzet. Hij eet niet veel, maar lust alles. Zijn lievelingsgerechten zijn kreeft, garnalen en spinazie. Prins Philip houdt ook van kaviaar en drinkt er wodka bij. Meestal gebruikt hij sherry bij het eten, iets wat de koningin zelden doet. Zij drinkt het liefst sinaasappelsap bij haar maaltijden. Voor haar ontbijt neemt koningin Eliza beth een kop thee met melk en suiker, gebakken bacon, paddestoelen, niertjes, gebakken eieren en gebakken aardap peltjes. Noch de koningin, noch haar man houden van dessert. Ze eten vooraf paddestoelen ZWITSERLAND is bekend om zijn mooie broderie, een bewerking die, wel ke nieuwe mode-lijnen er ook door Parijs gedecreteerd worden, nooit uit de mode gaat. De beste representatie van deze bro derie-industrie geeft wel de fabriek van Jacob Rohner, de grootste industrie op dit op toast of sardines, -De koningin houdt gebied, die in de loop. der laatste jaren een voorts van.hors d'oeuvres, rood vlees en wereldberoemde naam heeft verworven, fruitsla. Ze heeft een hekel aan roomijs en de kinderen krijgen het ook niet. Prins Charles, rustig en beheerst, eet goed, maar snoept nooit. Zijn zusje Anne, luidruchtig en baldadig, glipt vaak naar de keuken om een extra hapje te halen. Beide kinderen kwamen Meilis na een reis altijd bedanken voor zijn maaltijden. Tijdens de reis toonde Charles vooral interesse voor de technische kant van de miniatuur-keuken. Anne vroeg b.v.: „Laat u wel eens een ei vallen?" Het werk in de koninklijke trein doet de koninklijke kok bij een snelheid van 90 kilometer per uur in een miniatuur keuken. Als de koningin eet vermindert Klaprozen zijn algemeen bekende snij bloemen, mooie tuinplanten waarvan vooral de Oosterse papaver of Papaver orientalis genoemd moet worden. Aan vankelijk kwamen hier alleen de donker rode kleuren in voor, maar nu zijn er ook rose. Vooral de mooie zalmtinten kunnen aanbevolen worden; het oranje-rood is ook erg opvallend. U kunt klaprozen nu in de tuin poten. Het is goed hen zo spoedig mo gelijk te bestellen. Ze houden wel van een voedzame grondsoort en verlangen een zonnige standplaats. Als borderplanten voldoen ze uitstekend. Ze kunnen zo onge veer in het midden van een grote border gepoot worden; in de kleinere border vol doen ze beter op de achtergrond. Ze zijn volkomen winterhard en behoeven dus te gen het invallen van de winter niet afge dekt te worden. Men klaagt wel eens over de houdbaarheid van de klaprozen op wa ter, maar dat is te verhelpen. Afgesne den bloemen moeten van onderen even dicht gebrand worden; houdt de onder einden van de stengels dus even in een vlammetje. Wanneer de bloemknoppen bovendien gesneden worden als ze de kleur doorlaten en ze niet zonder meer op Het was daarom een evënemént een de zer dagen op een internationale persshow te Amsterdam de nieuwste broderie-stof fen met een minicare finish te bezichti gen. Deze finish iets nieuws van de laatste jaren geeft aan deze veredelde stoffen een vervolmaking, waardoor ze kreukher- stellend en na het wassen sneller gedroogd zijn. Prachtige stoffen waren door ver schillende Nederlandse confectionnairs en door het Italiaanse Haute Couture huis Fa- vro uit Turijn tot blouses, japonnen en rokken verwerkt. Vanzelfsprekend gaat de grootste voorkeur uit naar broderie blou ses, die in modieuze ontwerpen en prach tige ma tërialen een geheel eigen stijl ver tegenwoordigen. Naast de reeds bekende broderie batist in minicare, zagen we nu ook wafelpiqué, natté, crêpe, linnen en structuurweefsels met de mooist denkba re motieven gebrodeerd. In de nieuwe tinten lindegroen, ice-blue, zalmrood en natuurlijk ecru en wit en in ontwerpen vol gens de laatste mode-lijnen, ware ze in rij ke variatie uitgevoerd. DE LIGNE BLOUSON met een ingerim- pelde taille, een ruime rug en een kort strak schootje; de moderne grote even af staande of platliggende kraag, een garne ring van strikjes aan kraag, onder aan de rug of van voren als sluiting van de taille band, en de kleine zijsplitjes waren wel de meest in het oog springende nouveauté's. De meeste blouses zijn kort en worden strak over de rok, liefst een kokermo del, gedragen waardoor de verfijnde motieven en de mooie kwaliteit van de blouse nog beter tot haar recht komt. Voor de rokken en japonnen had men het vaak in witte bloemmotieven gezocht, die op een zacht getinte ondergrond mooi naar voren sprongen. De Italiaanse collectie, die joyeuzer en gewaagder was, toonde meesterwerkjes van broderie. Witte piqué applicaties, die met gouddraad waren afgestikt, of pi qué medaillons met zilverdraad omrand, cordon- en reliëfstiksels en applicaties van fluweel en satijn, gaven prachtresultaten op de mooie materialen, die door hun rijke verwerking een waardevolle categorie toevoegen aan de cocktailkleding. Kinderjurkje dat op 't lijfje en onder aan de mouw van mooie broderie is voorzien. kaal water worden gezet, doch er chrysal in wordt opgelost, zal men er zeker drie dagen langer plezier van hebben. G. Voor meisjes, die „dame" willen wor den is in Londen, in het hart van een van de deftigste wijken, een school opgericht door de Canadese miljonair Sidney Le- vene. Geïnspireerd door de Amerikaanse musical „My fair Lady", een vrije muzi kale bewerking van Shaws beroemde to neelstuk „Pygmalion" dat op zijn beurt geïnspireerd is op een verhaal uit de Griekse mythologie investeerde de Ca nadese miljonair 280.000 gulden in de „John Douglas school" waar elk meisje dat er zin in heeft, zich voor elf gulden per week kan laten vormen tot een echte dame. Ze kan er haar plat accent kwijt raken, klassieke muziek leren waarderen en nog van alles meer, van persoonlijke hygiëne tot het schoonmaken en bereiden van vis voor een deftig diner toe. De school belooft meisjes haar dromen en wensen waar te maken: betere baan tjes, een succesvolle carrière, een geluk kig huwelijk, geluk, zelfvertrouwen en maatschappelijk succes. Daarvoor ge schikte meisjes kunnen geïntroduceerd worden bij film- en t.v.-producenten. Aan het einde van de cursus geeft het „John Douglas diploma" toegang tot de poort van het succesDe man, die dat alle maal organiseert schijnt het voorbeeld van professor Higgins uit Shaws „Pygma lion" te willen volgen. Op de vraag waar om hij dat allemaal deed, antwoordde hij: Kromdijk zoek een vrouw". ROME (UPI) Twee Italiaanse auto monteurs, Albore Gramellini en Vito Pic- cini, hebben een uitvinding laten paten teren, die volgens hen een doeltreffend strijdmiddel is tegen het vaak noodlot tige gevolgen hebbende in slaap sukke len van automobilisten. Het tweetal heef', een alarmsysteem ontworpen, bestaande uit een metalen ring, die op de stuurkolom wordt gemonteerd. Wanneer deze ring in geschakeld is, moet de hand van de auto mobilist steeds op het stuurwiel blijven rusten (zoiets als de „dodemanskruk" bij spoortreinen) om de lichte druk te ver schaffen, die de ring op gelijke hoogte houdt met de onderkant van het stuurwiel Als die druk wegvalt, begint een claxon te werken en wordt door middel van een elektrische impuls een handrem inge schakeld. Het is een bekend verschijnsel, dat lange gemakkelijke trajecten en het voort durend zoemen van de motor zelfs de beste automobilisten in een slaperige toestand kunnen brengen. De nieuwe uitvinding doet de automobilist uit zijn verdoving ontwaken. Bij proeven was de twee uit vinders gebleken, dat de toestand van doe zeligheid op lange ritten zich het eerst aankondigt in de spieren van de handen, nog voor de oogleden zich sluiten of een hoofd wegzakt boven het stuurwel. Zij be sloten toen die ontspanning van de hand spieren te gebruiken om een alarminstal latie in werking te stellen. De uitvinding kan op elk type wagen worden toegepast en de apparatuur werkt op de eigen accu van de wagen. Het enige nadeel van het apparaat is, dat het hinder lijk kan zijn voor die automobilisten, d'e zelfs als zij klaar wakker zijn de spieren van hun hand plegen te ontspannen. lillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll van Nederlandse origine Het is geen wonder, dat in een land als Nederland met zijn hoge geboortecijfer een bloeiende kinderwagenindustrie kon ontstaan. Iedere 2 a 2V2 minuut komt er een nieuwe Nederlander bij, die van tijd tot tijd naar buiten moet om op te groeien tot een gezonde staatsburger. Bij dat naar- buiten-gaan is de kinderwagen onontbeer lijk. In het begin van deze eeuw kon men al van een kinderwagenindustrie spreken, al verschilden de produkten zonder rubber banden, met zogenaamde rijtuigvering en vaste, stevige kappen nog veel van de tegenwoordige modellen. De vormgeving dateert van de laatste dertig jaar. Het doet misschien vreemd aan, maar het is alleszins verklaarbaar: de modellen van de kinderwagens passen zich aan bij de modellen van de auto's, de modellen van de poppewagens bij die van de kin derwagens en zo kunnen de auto van va der, de kinderwagen van moeder en de poppewagen van de jongste, hetzelfde mo del carrosserie hebben in dezelfde tinten geschilderd. Met dit verschil echter dat de eigenlijke kinderwagen in Nederland altijd van triplex is gemaakt, dat men el ke gewenste vorm kan geven en dat 's zo mers koeler en 's winters warmer is dan staal. Het is dus niet vreemd dat de En gelse kinderwagen steeds dezelfde vorm blijft behouden: hiervoor is staal ge bruikt en het veranderen van model brengt dure gereedschapskosten met zich mee. Momenteel is het hoge model favoriet, dat ook voor de jonge moeder vele voor delen biedt. Zij kan de baby immers veel gemakkelijker bereiken. De wielen staan zo kort mogelijk bij elkaar opdat zonder moeite door een deur kan worden binnen gereden. De vering is geheel uitgebalan ceerd. De eigenlijke wagen kan van het frame worden afgenomen en dan desge wenst als reiswieg worden gebruikt. Er zijn modellen met een opvouwbare standaard, die dus als wieg kunnen dienst doen. Elke wagen kan in ruststand op een rem worden gezet. Voor de wat klein-be- huisden is er het opvouwbare type, een comfortabele en gemakkelijk hanteerba re wagen, die in de lengte kan worden op gevouwen. Er is export naar België en Duitsland, maar ook naar de Verenigde Staten en Mexico, naar Z.-Afrika en Canada en eigenlijk naar alle delen van de wereld, waar Nederlandse emigranten zitten. Wan neer men ziet welke zorg er door de Ne derlandse fabrikanten wordt besteed aan de kwaliteit van de kinderwagens en met hoeveel vakmanschap veelal in samen werking met het Instituut voor Industriële Vormgeving aandacht aan de vorm wordt besteed, dan is die vraag van ver over onze grenzen volkomen begrijpelijk lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll; Blouse met modieuze hals verwerking, die achter in een laag dédossé eindigt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 14