Het ademeentrum van het
Academisch Ziekenhuis
te Groningen kan
vele levens redden
met
AMERIKAANS BELASTINGSYSTEEM
WERKT GUNSTIG VOOR MUSEUMS
Succesrijk
Erbij
Litteratuur prijsvraag
Bij de foto's
IJzeren long
Over revalidatie
Twee
vaccins
Zorgenkinderen
Bij tetanus
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1958
PAGINA DRIE
EEN ONZER MEDEWERKERS HEEFT
EEN ONDERHOUD GEHAD MET EEN
DER SPECIALISTEN, DIE TOEZICHT
HOUDEN OP HET „ADEMCENTRUM" IN
HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS TE
GRONINGEN. DE RESULTATEN VAN
DEZE THERAPIE ZIJN ZODANIG DAT
VAN EEN GROOT SUCCES MAG WOR
DEN GESPROKEN. IN DE LAATSTE
TWEE JAREN HEEFT MEN DAAR TAL
VAN NIEUWE ERVARINGEN OPGEDAAN
DIE ER WEL EENS TOE ZULLEN KUN
NEN LEIDEN, DAT ZELFS DE CURSUS
SEN VOOR DE EERSTE HULP BIJ ONGE
LUKKEN OP ANDERE WIJZE ZULLEN
WORDEN INGERICHT, WAT BETREFT
HET THEMA KUNSTMATIGE ADEM
HALING. NAAR WIJ VERNEMEN ZIJN
HIEROVER IN DEN HAAG AL BESPRE
KINGEN GEWEEST. EEN STUDIECOM
MISSIE IS THANS BEZIG DEZE ZAAK IN
ALLE OPZICHTEN TE ONDERZOEKEN.
Toen men eenmaal door had, dat voor
de afloop van welke ziekte dan
ook de toestand van de luchtwegen
uiterst belangrijk is, ging men de be
ademingsmethode ook toepassen voor
allerlei schijnbaar hopeloze gevallen.
En met succes I Bijvoorbeeld bij hersen
letsels, die tegenwoordig heel veel
voorkomen bij verkeersongevallen. De
zwaar gewonden slikken misschien
bloed of braaksel in, waardoor er ver
stikkingsgevaar ontstaat. Het schoon
houden van de luchtwegen bij bijvoor
beeld schedelbasisfracturen redt nu
vaak de patiënt. Maar ook in andere
gevallen, zoals verlammingen, die geen
kinderverlamming zijn, o.a. polyneuritis.
Verder bij vergiftigingen, spierafwij-
kingen en verschillende longafwijkingen
De stichting Cultureel Centrum Cura-
gao heeft wederom een litteratuurprijs-
vfaag uitgeschreven, die openstaat voor
allen die op de Antillen wonen en alle An-
tillianen die elders vertoeven. De talen
waarin waarin geschreven mag worden
zijn Nederlands, Papiamento, Spaans en
Engels. De inzendingen mogen novellen,
toneelstukken, dialogen, hoorspelen en mi
nimaal vijftien gedichten zijn. De inzen
dingen dienen te geschieden onder een
motto. De sluitingsdatum is 31 maart 1959.
Er zijn drie prijzen voor elke categorie
respectievelijk van honderdvijftig, honderd
en vijftig gulden.
IN 1928 VOND de heer Philip Drinker in
Amerika de ijzeren long uit. Er heerste
toen in de Verenigde Staten een grote epi
demie van kinderverlamming. Hoewel de
vinding van deze ijzeren long al een hele
vooruitgang was in die tijd bleef het aan
tal sterfgevallen nog zeer groot. De pa
tiënten stierven aan longcomplicaties.
Met het in ontwikkeling komen van de
anesthesie, dat is de narcoseleer, werd het
duidelijk, dat het geheim van de kunstma
tige ademhaling zit in de zogenaamde
vrije luchtweg. Toen bleek ook, dat de
ijzeren long alleen te gebruiken was voor
zogenaamde „droge" patiënten, waarvan
de luchtweg vrij is van speeksel of slijm.
In 1952 brak er in Kopenhagen een gro
te epidemie van kinderverlamming uit. In
korte tijd waren er drieduizend patiënten
waarvan ef driehonderd tot vijfhonderd
ernstige ademhalingsverlammingen kre
gen. In het ziekenhuis was slechts één ijze
ren long. De specialist prof. Lassen zag
zich voor een drama gesteld. Hij riep ech
ter alle narcotiseurs te hulp. Hij liet bij
alle patiënten een luchtpijpsnede maken.
In de opening kwam een gummibuis. Er
werden zuurstofcilinders aangesleept. Tus
sen gummibuis en cilinder kwam een bal
lon. Studenten wisselden elkaar in ploegen
af om, zittende naast de patiënten, telkens
de ballon in te knijpen, waardoor de pa
tiënt zuurstof kreeg toegediend. De adem
halingswegen werden goed schoongehou-
den en het resultaat was geweldig.
Toen daarna automatische machines
werden ontwikkeld, die dat handknijpen
konden overnemen, bleek, dat de geval
len met dodelijke afloop vrijwel tot nul wa
ren teruggebracht. Die nieuwe apparatuur
de Lundia, de Engstrom en de Poliomat,
kon nu voor de zogenaamde „natte" pa
tiënten worden gebruikt. Zuiver medisch-
technisch gesproken heeft men deze zaak
dan ook wel onder de knie.
Een bepaald aantal patiënten, men schat
het aantal op tien percent, komt nooit
meer van zo'n toestel af. Voor hen zijn
er twee manieren ontwikkeld om de ge
brekkige ademhaling toch nog wat te ver
lichten, namelijk het schommelbed en de
kikkerademhaling. Het schommelbed is
een bed, dat in de lengterichting schom
melt naar gelang van de ademhalingsfre
quentie van de patiënt. Gaan de voeten
naar beneden dan wordt de borstkas rui
mer voor inademen, gaan de voeten naar
boven dan wordt de borstkas nauwer voor
het uitademen. In Amerika heeft men een
speciale ademtechniek ontwikkeld, de zo
genaamde kikkerademhaling. De patiënt
slikt hierbij lucht en via een aangeleerde
techniek geeft hij deze lucht via de stem
spleet door naar de longen. Het tekort aan
lucht kan de patiënt dus op deze manier
leren aanvullen.
TOEN IN 1956 IN ONS LAND de kinder
verlammingsepidemie uitbrak, was men
in Groningen behoorlijk goed geoutilleerd
om de ernstige patiënten op te vangen.
Daarbij kwam dat de regering steun ver
leende. De hoofdinspectie van de Volksge
zondheid kon een „pool" opzetten van
„beademings"-instrumenten, waaruit de
inmiddels opgerichte negen ademcen-
trums naar behoefte konden betrekken.
Een telefoontje naar Den Haag is meestal
voldoende om snel het betreffende instru
ment te krijgen. Is alles in gebruik, zoals
voor Groningen al een keer gebeurd is,
dan wordt getracht hulp uit het buitenland
te krijgen. Een Duits ziekenhuis zond in
dit geval direct een ijzeren long naar Gro
ningen.
Ook de beademingsapparatuur voor de
ziekenauto werd door de hoofdinspectie
van de Volksgezondheid ter beschikking
gesteld. Hierdoor is het mogelijk ernsti
ge patiëntèn 'op verre afstand van Gronin
gen toch' te helpen.
IS MEN BIJ DE BEHANDELING van
deze ernstige poliogevallen dus vooral af
hankelijk van een goed samenspel tussen
de longspecialist, de narcotiseur en de
neuroloog, van niet minder belang is de
nabehandeling, die de afdeling revalidatie
voor zijn rekening neemt. Zo gauw een
patiënt koortsvrij is begint deze revalida
tie al. De patiënt moet allerlei oefeningen
doen om kromgroeien van ledematen te
voorkomen, om de ademhalingsspieren
weer wat te wennen hun werk te doen,
kortom om van de verlamde spieren weer
te maken wat er van te maken is. Voor
de kinderen is er voor de revalidatie een
vast contact gelegd met de Corneliastich-
ting in Beetsterzwaag en de volwassenen
gaan hoofdzakelijk (als het tenminste nog
nodig is) naar Leersum.
Is men dan weer zover, dat men naar
huis kan gaan, dan begint de nazorg. De
ze ligt echter niet meer in het medische
vlak. Echter wel in het sociale. Maar dat
is een hoofdstuk apart.
kort, er is ook een geval tegenwoordig,
waarbij met vooropgezet doel de ademha
lingsspieren verlamd worden, waarna be
ademing wordt toegepast. Dat is namelijk
het geval bij tetanus, beter bekend als
wondklem.
Tetanus kan men oplopen wanneer een
wond met straatvuil of aarde in aanraking
is geweest. De wond gaat dan wel na en
kele dagen dicht, maar toch blijkt dan nog
vaak, dat de tetanusbacil voor besmetting
heeft gezorgd. De tetanusbacillen produ
ceren gifstoffen, die naar het centrale ze
nuwstelsel trekken, waardoor de spieren
krampachtig worden samengetrokken. De
patiënten kunnen op den duur de mond
niet meer openkrijgen en tenslotte treedt
er zo'n enorme kramp op in de keel- en
borstspieren, dat de patiënt in hevige
ademnood bij volle bewustzijn komt te
overlijden. Op het ogenblik is het mogelijk
deze ménsen daarvan te vrijwaren. Zij ko
men in het ademeentrum, waar de betref
fende spieren worden verlamd met eeri
produkt, dat is afgeleid van het Indiaanse
pijlengif curare. Het gevolg is, dat de pa
tiënt zelf niet meer ademen kan. Dus is
beademing nodig. Wanneer het krampver-
schijnsel uitgewerkt is, wordt de toedie
ning van curare stopgezet, waardoor de
verlamming opgeheven wordt en de adem
halingsspieren hun normale werk weer
kunnen verrichten.
De ijzeren long dateert al van 1928, welis
waar niet in de perfecte staat zoals de foto
laat zien, maar toch volgens hetzelfde prin
cipe. De patiënt wordt geplaatst in de me
talen cilinder. Het hoofd ligt er buiten (op
de foto links). Een gummikraag zorgt voor
luchtdichte afsluiting. Door vu de lucht
in de cilinder te verdunnen of samen te
persen wordt de taak van de longen door
het apparaat overgenomen. Sinds enkele
jaren is gebleken, dat dit apparaat alleen
succes oplevert, wanneer de ademhalings
wegen van de patiënt schoon zijn. Door de
gaten, waarvan de deksels op de foto naar
beneden gelaten zijn, kan de verpleger de
patiënt helpen.
Dit is de Lundia, welk ademhalingsappa
raat is ontwikkeld na de kinderverlam
mingsepidemie in Kopenhagen, enkele ja
ren geleden. Via een luchtpijpsnede krijgt
deQpatiënt de rubberslang (op de foto
links) in zijn luchtpijp. De elektromotor,
links beneden, zorgt voor de beweging. De
blaasbalg, rechts boven, gaat dan in en
uit elkaar. In het geval dat de elektrische
stroom zou uitvallen is handbediening
mogelijk.
Het schommelbed is ontwikkeld voor de
patiënten, die niet meer over hun volledige
ademhaling kunnen beschikken. Het bed.
schommelt dan in de frequentie van de
ademhaling van de patiënt. Gaat het voe
teneind (links) naar beneden, dan Jiokt het
middenrif en kan de patiënt beter uit'
ademen. Zakt de andere kant, dan wordt
de borstkas ruimer en wordt de inademing
bevorderd. Het bed kan in verschillende
standen worden gezet, zoals hier. waar de
knik bij de knieën voor een gemakkelijker
houding zorgt. Men zou dit een „denkend"
bed kunnen noemen, want het gaat auto
matisch altijd in de rechte stand terug,
zodat het de patiënt nooit in een onge
makkelijke houding laat liggen.
HET AMERIKAANSE belasting
systeem in tegenstelling tot heffings-
praktijken in Europa komt zeer ten
goede aan de museums. Juist in een tijd,
waarin Europeanen zich bezorgd maken
over het feit, dat hun werelddeel (overdre
ven gezegd) „leeggekocht" wordt, kan het
zijn nut hebben, zich er eens rekenschap
van te geven, hoe men in de Verenigde
Staten maatregelen neemt, die de open
bare kunstcollecties tot voordeel strekken.
Aanleiding tot dit artikel was een ge
sprek met prof. dr. J. Q. van Regteren
Altena, die in Amerika een wakend oog
houdt op de prachtige collectie van Neder
landse tekeningen, die hier in verscheide
ne steden wordt tentoongesteld. De hoog
leraar heeft reeds geruime tijd met be
zorgdheid gezien, hoeveel kunstschatten
er uit Europa naar Amerika verdwijnen.
Het zou onjuist zijn te zeggen: „Nu ja, de
grote Europese museums hebben toch
imposante verzamelingen. Daaruit ver
dwijnt toch niets naar de nieuwe wereld".
Een dergelijke bewering is niet in strijd
met de waarheid, maar ieder museum, hoe
rijk ook, moet voortdurend worden aange
vuld en veranderd- Niet alleen moeten
werken van de eigen tijd worden aange
kocht, maar ook wat de oude kunst betreft
veranderen de inzichten en waarderingen.
Prof. Van Regteren Altena wees er op
zonder in details te treden dat de Ameri
kaanse belastingwetten zo'n goede invloed
hebben op de verrijking der museums. De
waarheid van deze opmerking werd ten
volle bevestigd in een gesprek, dat ik
kort daarna met de juridische deskundige
van Washington's befaamde National Gal
lery of Art had. Misschien kan Amerika
in dit opzicht aan sommige Europese be
lastingwetgevers ten voorbeeld strekken!
Ieder, die in de Verenigde Staten inkom
stenbelasting betaalt, heeft het recht om
van de totale som van zijn inkomen zekere
bedragen af te trekken. Men betaalt dan be
lasting over het bedrag, dat na deze af
trek overblijft. Zo kan men onder meer
per jaar twintig percent van zijn inko
men (niet meer) aftrekken, wanneer men
ter waarde daarvan giften heeft ver
strekt of schenkingen gedaan aan „lief
dadige" organisaties. Ook in Amerika we
ten doorgaans alleen juristen dat het
woord „liefdadig" (charitable) in de wet
geving vanouds een heel ruime betekenis
heeft. Museums en parken zijn bijvoor
beeld ook liefdadige instellingen.
In het algemeen behoren zij, die in staat
zijn kunstschatten weg te geven, tot de
zeer rijken. Wanneer zij per jaar twintig
percent van hun hoge inkomen weggeven
dan betekent dat voor hen een enorme be
sparing in hun belastingen (juist in de ho
ge regionen worden die belastingen sterk
progressief). Ik wil zeker de grote burger
zin van deze rijke Amerikanen niet kleine
ren. De museums profiteren daar enorm
van. Maar de belastingregeling maakt
het voor die welgestelden mogelijk om
met naar verhouding geringe offers gro
te schatten af te staan, zulks temeer om
dat men, wanneer men bijvoorbeeld
een schilderij voor honderdduizend dollar
heeft gekocht, het dubbele van dat bedrag
van zijn belastbaar inkomen mag aftrek
ken, indien bij schenking de waarde
van dat schilderij verdubbeld is.
IN HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS
te Groningen is men midden augustus 1955
begonnen met het „beademen" van een
paar poliopatiënten. Toen bleek al gauw,
dat het probleem niet zozeer zat aan de
medische kant als wel in de organisatie.
De behandeling eist namelijk enorm veel
aandacht van medici en verpleegsters. Op
pas moet er zijn gedurende vierentwintig
uur per dag.
In januari 1956 was men in Groningen
zover, dat men van een georganiseerd
ademeentrum kon spreken. Het eerste in
ons land. De zorg voor dit nieuwe centrum
kwam bij drie afdelingen: de afdeling
longziekten, de afdeling narcose en de af
deling neurologie. Drie assistenten, van el
ke afdeling een, zijn vierentwintig uur per
dag aanwezig. Deze assistenten zijn art
sen, die zich voor specialist bekwamen.
Zij worden bijgestaan door de drie chefs
van deze afdelingen, die weer onder de
betreffende hoogleraar staan. Deze phefs
zijn ook te allen tijde te bereiken. Het aan
tal verpleegsters wijzigt naar gelang van
het aantal patiënten. Per twee patiënten
een zuster. Al deze mensen hebben han
denvol werk om het ademeentrum naar
behoren te doen verlopen.
De patiënten zijn dag en nacht zorgen
kinderen voor de artsen en verpleegsters.
Er treden steeds weer complicaties op.
De apparatuur moet feilloos blijven lopen
en vereist dus ook de volle aandacht.
DE INENTINGEN tegen kinderverlam
ming zijn weer in volle gang. De kinderen
in ons land worden ingespoten met het zo
genaamde RIT-vaccin, dat in België wordt
gemaakt. In Amerika gebruikt men het
Salk-vaccin. Tussen deze beide vaccins
is een groot "erschil.
Er zijn thans drie typen kinderverlam
ming bekend en wel onder de namen: 1.
Brunhilde (deze gaat door voor de kwaad
aardigste). 2. Lansing. 3. Leon. Zowel in
het RIT-vaccin als in het Salk-vaccin zijn
stammen uit alle drie soorten verwerkt.
Het is namelijk zo, dat men, wanneer men
één soort kinderverlamming heeft gehad,
niet immuun is voor de beide andere.
Het verschil tussen beide vaccins zit in
de gebruikte stammen. De Amerikanen
(Salk) nebben het vaccin gemaakt van
zeer ziekteverwekkende stammen, de Bel
gen hebben het RIT-vaccin gemaakt van
weinig ziekteverwekkende stammen. Bei
de virussen zijn echter gedood. Het Belgi
sche vaccin is dus voorzichtigheidshalve
veiliger gemaakt. Mocht 't virus door een of
andere fout eens niet geheel dood zijn, dan
zullen de gevolgen nog niet ernstig zijn.
Breekt er een epidemie van kinderver
lamming uit, dan is het wel bewezen, dat
zeer velen besmet worden. Van de honderd
mensen merken er bijvoorbeeld vijfenne
gentig niet dat zij besmet zijn geworden en
daardoor immuun voor hun leven. Bij vier
mensen treedt een lichte koorts op, bij de
laatste komt de ergste vorm naar voren,
waaraan de ziekte de naam te danken
heeft: kinderverlamming. Gelukkig is men
in medische kringen thans zover, dat men
kan zeggen: „We hebben de zaak onder de
knie, wat de behandeling betreft".
Pas wanneer men in deze wereld kan
zeggen: „Kinderverlamming komt niet
meer voor" zal men tevreden zijn. Of men
op de goede weg is met het RIT-vaccin?
WORDT DE BEADEMINGSTECH
NIEK toegepast bij gevallen, waarbij de
patiënt lijdende is aan een ademhalingste-
HET WAS kwart over zes toen
ik haar tegenkwam. Ik had juist
de deur van mijn zaak op slot
gedaan en ik was op weg naar
huis om te gaan eten. Ik zag haar
op het ogenblik dat ik de hoek
omsloeg en de Kreekstraat inliep
Even overwoog ik nog om vlug
naar de overkant te schieten en
net te doen of ik niets gezien had.
Maar daarvoor was het al te
laat. Zij kwam regelrecht op mij
af met uitgestoken hand. Ik nam
die 1 and, schudde er eens flink
aan en gaf haar daarna aan haar
terug. Zij maakte een erg paars?
indruk op mij. Zij had paars op
haar hoofd in de vorm van een
hoed, zij had paars op haar lip
pen en zelfs haar wangen waren
helemaal paars. Maar dat laatste
kwam waarschijnlijk door de
koude wind, want het is daar op
de hoek van de Kreekstraat bijna
altijd koud en tochtig.
Zij zei dat ze mij iets erg be
langrijks te vertellen had. „Laten
we even bij Sanders gaan zitten",
zei ze, „daar kunnen we rustig
praten". En ik ging met haar me?
naar Sanders, hoewel ik natuur
lijk genoeg excuses had kunnen
bedenken om niet mee te gaan.
Maar ik ging wel. Waarom weet
ik niet. Ik hield de deur van die
.saaie, deftigè bodega, die Sanders
heet, voor haar open. En ik ging
haar voor naar binnen. Het was
er vrijwel leeg en zij zocht een
tafeltje uit in de hoek.
„Zal ik een kopje thee voor je
bestellen?" vroeg ik. Doch dat
wilde ze niet. Ze wilde, als het
mij hetzelfde bleef, liever een
glaasje rood. Zij had wel iets
sterks nodig, zei ze, om weer bij
te komen van de verschrikkingen
die ze had beleefd. Wel, het bleef
mij hetzelfde en ik bestelde dus
voor mijzelf een kop thee.
„Ik moet je iets over Emmy ver
tellen", zei ze. „En over die man
van haar. Het kwetst je toch niet
wel, om over Emmy te praten?"
Ik zei: „Welnee, waarom zou
het?" Maar in werkelijkheid
stuitte het mij erg tegen de borst.
Ik was vier jaar verloofd gewees'
met Emmy en vier weken gele
den was Emmy getrouwd. Met
een ander. „Sommige mannen
zijn zo teer op dat punt", zei ze.
..Daarom vraag ik het je eerst
maar". Toen bracht de ober het
glaasje rood en de kop thee.
TERWIJL ZIJ met haar verhaal
begon, liet ik mijn blik naar dt
muur glijden, waar een groot
schilderij hing. Het stelde een
woelige zee voor en over die zee
gleed een statig zeilschip. „Hij
moet gewoon krankzinnig zijn
hoorde ik haar zeggen.
„Wie?" vroeg ik.
„Die man, waar Emmy mee ge
trouwd is", zei ze. „Over wie heb
ik het anders?"
„O ja die", zei ik. „Natuurlijk".
Zij stak plotseling haar hoofd
naar voren. „Heb je dat ook al
gehoord?" vroeg ze gespannen.
„Wat?" vroeg ik.
„Dat hij krankzinnig is?" zei ze.
„Nee", zei ik. „Nee, dat niet. Ik
heb gehoord dat hij schilderde".
Ik liet mijn blik weer naar het
schilderij aan de muur gaan. Et
zat iets fascinerends in, vond ik
in die zee en in dat zeilschip.
Maar wat? Het was eigenlijk
niet meer dan een bazaarstuk.
Wat zat daar nu voor fascinerende
in? In dacht daar over na en ik
hoorde haar onderwijl vertellen
dat zij gisteren de grote stap had
gewaagd. Zij had lang geaarzeld
zolang zelfs dat zij niet langer
kon aarzelen, wilde ze niet onbe
leefd zijn.
„Over welke grote stap heb je
het?" vroeg ik.
Ze keek mij verbaasd aan. „Over
mijn besluit", zei ze. „Om Emmy
op te zoeken, na alles wat er ge
beurd is. Emmy had mij al vier
keer uitgenodigd en ik wilde niet
onbeleefd zijn". Dat wist ik al.
„Geef mij nog een glaasje rood",
zei ze, „om bij te komen".
IK BESTELDE nog een glaasje
rood voor haar en nog een kopje
thee voor mij. En ik keek weer
naar het schilderij van die zee en
van dat zeilschip. En zij praatte
maar. Zij praatte maar over Ein-
my en haar man. En ik wilde
helemaal niets over Emmy horen
en nog minder over haar man.
„Hij heeft van dat huis van hun
een gekkenhuis gemaakt", zei ze
„Ja, een stapelgek gekkenhuis.
Het is er voor een normaal mens
niet uit te houden".
„O nee?" vroeg ik. „Nee", zei ze.
„Het begint dadelijk al in de gang
Als je in die gang staat, dan zie
je zes of zeven deuren voor je.
En maar drie van die zes of zeven
deuren zijn echt. De rest heeft
hij gewoon op de muur geschil
derd, maar je ziet het verschil
niet".
„Wat vreemd", zei ik.
„Vreemd", zei ze. „Het is misda
dig. Als je ergens naar binnen,
wilt en je grijpt naar de deur
knop, dan sta je voordurend met
niets In de hand. Je staat telkens
voor gek. Met Emmy heb ik, on
danks alles wat er gebeurd is,
medelijden. Stel je voor om met
zo'n man getrouwd te zijn".
„Het is inderdaad vreemd", zei
ik. „Als hij nou zeilschepen e»
zeegezichten op zijn muren ha<
geschilderd, maar deuren
„Niet alleen deuren", zei ze, „ne<
het is nog veel erger dan je denk'
Als je in hun kamer staat, in di
kamer van Emmy en nou ja --
haar man, dan zie je twee open
geslagen tuindeuren en daarach
ter een tuin van een tropische
schoonheid. Maar probeer niet in
die tuin te gaan wandelen. Want
die tuin is op de muur geschil
derd. evenals die opengeslagen
tuindeuren".
„Het is bijna niet te geloven",
zei ik.
„Nee", zei ze een beetje bitter,
„ik heb tot twee maal toe mijn
hoofd tegen die muur gestoten,
omdat het niet te geloven is.
„Wil je dan nog een glaasje
rood?" vroeg ik.
„Nou ik zou er wel drie tegelijk
willen om weer wat op verhaal
te komen", zei ze. „Afschuwelijk,
wat een bezoek was dat".
Ik zei: „Ober, mag ik drie glaas
jes rood tegelijk en één thee".
„En denk niet dat dat alles was",
zei ze. „Die deuren en die tuin
„O nee, hun hele huis zit vol met
dit soort krankzinnigheden. Je
weet, als je daar bent, helemaal
niet meer waar je aan toe bent"
OP DAT OGENBLIK stond ik op
en liep naar het schilderij aan
de muur. Ik wist toen nog niet
waarom. Maar eenmaal voor het
schilderij staande, werd mij mijn
eigen bedoeling duidelijk. Ik
sprong op het schilderij en voer
weg. In een omriiezien moet ik uit
haar gezicht verdwenen zijn,
want het woei hard. Ik heb haar
nooit terug gezien.