Afrika's massa's volgden marabouts, stamhoofden en oudere politici AS* TERN /14/iZOW* Herdenking ^^Praatótcel 22so Maar reeds bereiden „kwade jonge mannen" het „neen" van de toekomst voor WEST-AFRIKA II „Ja" voor de leiders van gisteren GAAN WE 5 DAGEN WERKEN V.A.R. acht incident met Hoessein geënsceneerd no-iron shirts U KUNT NIET ALTIJD BRIDGEN 3 Ervaren Onhoudbaar Grondwet voor Guinea SC HO US van 1854 Op de 't Ideaal 't Ideaal 't Ideaal Nieuw Bourguiba bepleit een UNO- referendum in Algerije A merikaans wapenaanbod zou niet afgewezen zijn SCHOUS van 1854 DONDERDAG 13 NOVEMBER 1958 (Van onze reisredacteur) DAKAR, november. „Wat betekent het, dat van negentien miljoen zwarten in Frans West-Afrika haast tachtig percent in het recente referendum „ja" gezegd heeft tegen een blijvende band met Frankrijk, „nee" tegen de directe onafhan kelijkheid?" vroeg de Franse administrateur. „Betekent het dat het anti-kolonia- lisme slechts een actie is van een handjevol agitators? Betekent het dat Groot- Brittannië en Nederland hun koloniën niet hadden hoeven te verspelen, als die landen maar een De Gaulle hadden gehad, die de gok van een referendum aan- durfdè? Of betekent het dat Frankrijk heeft geknoeid? Tenslotte werd De Gaulle in Dakar verwelkomd door een tierende menigte, die schreeuwde: „De Gaulle, ga naar huisWij willen onafhankelijkheid". Hij nam een slok van zijn whisky-soda, rekte zich behaaglijk uit in de zachte avondbries, die de muggen en de hitte van de dag uit de veranda blies en zei: „Het betekent niets van dat alles. Er is niet geknoeid. Het Afrikaanse anti-kolonialisme is evenmin gedesa voueerd. Het referendum en zijn verpletterende meerderheid van „ja's" betekent in feitehoegenaamd niets. Althans niet wat men er uit heeft willen lezen. Het betekent ten hoogste dat de grote massa der zwarte Afrikanen haast blinde lings zijn leiders volgt. De leiders van vandaag en die van gisteren stemden, om verschillende redenen, „ja". Zullen de leiders van morgen dat ook doen? Dat is een open vraag. Maar als zij straks besluiten „nee" tegen de Franse gemeen schap te zeggen, dan zullen zij door een even verpletterende meerderheid gevolgd worden." Korter en duidelijker dan door deze Franse administrateur, die zich, evenals het merendeel van zijn collega's weinig illusies maakte over de door Parijs met veel trompetgeschal aangekondigde Frans-Afrikaanse gemeenschap, kan de werkelijke betekenis van het referendum moeilijk worden samengevat. Zeker bete kent de uitslag politieke winst voor Frank rijk. Zeker was de keuze tussen „nee" (directe onafhankelijkheid) en „ja" (bin nen vier maanden te volgen door een keus tussen a) status quo, b) departement van Frankrijk, c) autonome lid-staat van de Franse gemeenschap met het recht op la tere afscheiding), eerlijk, zij het niet ge heel logisch, gesteld. Zeker heeft Frank rijk die keuze hier onpartijdig laten ge schieden, de enkele plaatselijke knoeie rijen staan op rekening van Afrikaanse po litieke organisaties, in Guinea waar het „nee" en in de Ivoorkust waar het „ja" werd gepousseerd. Mogelijk heeft de positieve uitslag de belangstellende buitenstaander toch nog verrast. De P.R.A. (Partij van de Afri kaanse Hergroepering) die in Senegal, Da homey en Niger de sterkste is, eiste op haar congres in Cotonou in juli directe on afhankelijkheid. De zwarte vakbond U.G.T.A.N. sloot zich daar bij aan. De bit tere ontvangst die De Gaulle in Dakar ten deel viel, deed sterke oppositie vermoe den, maar tussen resoluties op partijcon gressen en vakbonddemonstraties in de steden enerzijds en „le pays réel", het werkelijke Afrika, gaapt in het zwarte continent nog een diepe kloof. Dat wer kelijke Afrika kent nog andere leiders. Vooral in de „brousse", het binnenland, waar de ongeëmancipeerde Afrikaan zijn primitief bestaan leidt, in heilige vrees leeft voor Allah of de geesten van zijn ani mistische religie, onverbrekelijk gebonden is aan de collectiviteit van familie, clan of stam, automatisch gehoorzamend aan de traditionele chef daarvan. Wie waren deze leiders, die het „ja" be volen? Ten eerste de „Marabouts", heili ge mannen, leiders van de mohammedaan se sekten, wier woord voor de gelovigen in dit gebied van de zwarte Islam wet is. Ten tweede de „Chefs Coütumiers", stam hoofden en plaatselijke notabelen wier po sities door het Franse bestuur worden ge schraagd. Het Franse koloniale jargon noemt hen de „Beni Oui-Oui", de ja broers. Deze geweldige obscurantisten be seffen nauwkeurig, dat hun geprivilegieerde positie geen lang leven beschoren zal zijn bij de kwade, jonge mannen, de modernis ten van het nationalisme, zoals Sékou Tou- ré, die in Guinea de hele „chefferie" naar huis stuurde. Vandaar, mede, het 95,2 per cent „nee" in Guinea. Op wie konden de Fransen nog meer rekenen? Het waren wat de Fransen „de gematigde en ervaren Afrikaanse politici" noemen en wat de kwade jonge mannen betitelen als „de verkochten" of de „nieu we Marabouts". Mannen als Houphouet- Boigny, onomstreden politieke baas van de Ivoorkust en leider van Frans-West-Af- ka's grootste partij, het „Rassemblement Démocratique Africain" en minister in De Gaulle's kabinet. Deze mannen komen van verre, eens parlementaire compag nons van de communisten en verbitterde onafhankelijkheidsstrijders, thans voor standers van een blijvende samenwerking met Frankrijk op basis van vrijwilligheid en medezeggenschap. „Ouder en wijzer, m 4 Toffa, koning van Dahomey, aanzien lijk man onder een vergulde Franse kepie tot realist gerijpt door de verantwoorde lijkheid", zeggen de Fransen. „Gevallen voor vleierij van ministerschap en de luxe van flats in Parijs en kastelen in de Dordogne", zeggen de nationalistische heethoofden. Gecompliceerde regionale en partij-riva liteiten dwingen sommige van hen steun bij Frankrijk te zoeken. Zelfs de leiders van de P.R.A., zoals Songhor en Dia Ma- madou, die in Cotonou onafhankelijkheid eisten, besloten bij het scheiden van de markt tot „ja". De krachten van dat „ja" optellend, wisten zij dat hun „nee" versla gen zou worden. Zij wilden niet gedesa voueerd worden. En met de beminnelij ke woordkunst van Afrika legden zij uit dat ook „ja" stemmen het kiezen van onaf hankelijkheid betekende. Alleen... op la ter datum. Het valt niet te ontkennen dat de voorstanders van het „ja" krachtige en realistische argumenten konden aanvoe ren, vooral de geweldige economische voordelen die de band met Frankrijk biedt. Frankrijk getroost zich grote offers voor investeringen, het garandeert een markt tegen hogere dan wereldprijzen voor de apenotën, koffie, cacao en bananen van Frans West- Afrika. Wanneer men te gen de Senegalese boer zegt: „Nee stemmen be tekent dertig cent per kilo minder op de apenoten- prijs", wanneer de Mara bout hem verzekert dat Allah voorstander is van de Franse gemeenschap, wel nu dan stemt hij voorals nog „ja". Zo stond een overwel digende meerderheid vast. Want wie waren de man nen van het „tegen", welke argumenten konden zij aanvoeren? De kwade jon ge mannen waren politieke idealisten, intellectuelen, vakbondsleiders, een hand vol communisten, vurige nationalisten, die van het Franse schoolmeesterschap genoeg hadden, produkten veelal van de universitei ten van Parijs (of van Praag). Slechts een van hen, Sékou Touré, was er in geslaagd zijn territoir te encadreren met een mo derne partij-organisatie, met cellen in iedere wijk, ieder dorp, ieder bedrijf. In de andere gebieden commanderen zij slechts kleine groepen, die wel lawaai maar geen stembus-meerderheid tot stand kunnen brengen. Zij konden sakkeren dat de nieu we constitutie geen onafhankelijkheid, zelfs geen gelijkheid schenkt, dat „ja" stemmen verraad betekende aan het ideaal van Afrikaanse vrijheid, eenheid en waar digheid, tegen de coalitie van Allah en de apenotenprijs bleek die argumentatie niet bestand. Er lijkt dus geen wolkje aan de Afri kaanse lucht en toch heb Ik het gevoel dat er zich achter de horizon een zware on weersbui samenpakt. Want de kwade jon ge mannen hebben geleerd van het voor beeld van Sékou Touré. Ik sprak met een van hen in Dakar, Ly Abdoullaye, ex-as sistent van Senghor, die het „nee" van Co tonou gestand deed. Hij en anderen zijn reeds bezig de grondslagen te leggen voor een moderne partij-organisatie op cellen- basis, militante kaders te vormen. Ab- doullaye is geen communist, maar hij schuwt de communistische organisatie methode, evenmin als Bourguiba's Neo- Destour in Tunesië. Ly Abdoullaye zei: „De leiders van vandaag hebben het pleit in eerste instantie gewonnen. Maar zij hebben het eeuwige leven niet. Wij zijn de leiders van morgen en voor dat morgen zullen wij klaar zijn. De onvermijdelijke economische ontwikkeling van Afrika zal de emancipatie versnellen, met oude ge woonten breken. De vakbonden zullen groeien. Onze toegenomen politieke auto nomie zal ons in staat stellen met de tra ditionele „chefferie" af te rekenen, zoals Sékou Touré gedaan heeft". Welke vreemde tegenstrijdigheden zit ten er in de uitslag van dit referendum. Het oude Afrika, Marabouts en stam hoofden, de verpolitiseerde onafhankelijk heidsstrijders, deden uiteindelijk econo misch en politiek een verstandelijke en Het oude Afrika, dat „ja" stemde, stam hoofden wier traditioneel chefschap door het Franse bestuur erkend en beschermd wordt >v 4 V ri'' f Het nieuwe Afrika dal „nee" zeilei ders van vakbonden en jeugdbeweging in Parijs (of Praag en Moskou) gevormd realistische keus. De jonge intellectuelen grondden hun „nee" daarentegen op emo tionele nationalistische overwegingen. Ik ontmoette de grote Marabout van Dakar, El Hadj Seydou Nourou Tall, een over- vriendelijke oude man, in een morsig woonvertrek. Hij deelde mij mee, dat de Nederlanders de geleerdste mensen ter wereld zijn en dat hoe geleerder zij zijn, hoe langer hun namen worden. Afgezien van deze belangwekkende verklaring, bleek het finaal onmogelijk een gesprek met hem tot stand te brengen. Met Ly Ab doullaye en zijn geëmancipeerde vrouw kostte een boeiende conversatie op Euro pese basis van twee uur in zijn beschei den maar smaakvol ingerichte flatje niet de minste moeite. Zullen de Ly Abdoullaye's de leiders van morgen zijn? Het lijkt verre van uitgeslo ten. Dan zullen de Afrikaanse massa's hen even gedwee volgen als zij het de leiders van heden doen. Dan steek ik voor de op rechtheid der oudere politici, die nu we nend van ontroering hun trouw aan Frank rijk zweren, mijn hand niet in het vuur. Er is e e n troost: De Gaulle's nieuwe con stitutie opent althans de weg voor een bloedeloze voltrekking van het pijnlijke proces der kolonisatie. En er is n o g een troost: de mogelijkheid dat ook de Ly Ab doullaye's ouder en wijzer en gematigder zullen worden, op gevaar af, dat ook zij eens door een kwade jonge generatie „de nieuwe Marabouts" genoemd zullen wor den. Maar de verwezenlijking van die kans hangt af van Frankrijk en van Euro pa, met riame van een soepel en realis tisch meegaan met de veranderende tij den. „Verenigde Staten van Afrika" CONAKRY (AFP) De nationale grondwetgevende vergadering van het se dert kort onafhankelijk Guinea heeft een grondwet goedgekeurd, volgens welke het land een democratische republiek is. De regeermacht berust bij een president (ge assisteerd door een kabinet), die staats hoofd en hoofd van de strijdkrachten is. De staat Guinea steunt volledig het UNO- handvest en de universele verklaring van de rechten van de mens. Elke daad van rassendiscriminatie, evenals elke propa ganda voor discriminatie op grond van ras of gebied van herkomst, is strafbaar. In de aanhef van de grondwet wordt ver klaard, dat Guinea zonder voorbehoud elke politiek steunt gericht op de schep ping van een verenigde staten van Afrika en op het verzekeren en versterken van de wereldvrede. (UPI) De president zal voor zeven jaren worden gekozen en staat, naar het voorbeeld van de Verenigde Staten, veel eer aan het hoofd van de regering dan dat hij alleen een nationaal symbool is. Het parlement, dat uit een kamer zal bestaan, wordt voor vijf jaren gekozen. Advertentie Zie de advertentie van CAIRO (AFP) Radio-Cario heeft de geschiedenis met koning Hoesseins vlieg tuig, dat boven Syrisch grondgebied moei lijkheden ondervond, een „vooraf in el kaar gezet incident" genoemd dat „deel uitmaakt van een imperialistische intri ge, gericht op de herbezetting van Jorda nië door buitenlandse troepen". Volgens het Syrische blad „Al Alam" hadden de ambassadeurs van de Verenig de Staten en Groot-Brittannië, „niet inge nomen met de politiek van verzoening, welke door de Verenigde Arabische Repu bliek wordt gevolgd tot vernieuweing van de broederlijke betrekkingen tussen de verschillende Arabische landen", het in cident geheel in elkaar gezet. „Wij kun nen op grond van inlichtingen uit hoge kringen verklaren, dat koning Hoessein zich niet aan boord van het betrokken vliegtuig bevond en dat hij er nooit aan gedacht heeft Jordanië te verlaten omdat hij wel wist dat zelfs een afwezigheid van een uur hem de troon kon kosten", aldus het blad. NEW YORK (UPI) Koning Hoessein van Jordanië heeft geen verzoek tot de UNO gericht inzake toestemming voor zijn vliegtuig om over Syrië te vliegen, zo deelde een UNO-woordvoerder heden mee. „Van de doden niets dan goeds" is een zegswijze, die helaas vaak misbruikt wordt als schijnheilige inleiding tot het kwaadspreken van doden. „Van de doden niets dan goeds, nietwaar, maar als er eens een boekje zou worden opengedaan...." zo zegt men dikwijls met een geheimzinnig en vergoelijkend glimlachje en dan heeft men op fijnzin nige wijze te kennen gegeven dat men er méér van weet, doch uit piëteit er verder maar over zal zwijgen. Zó zijn de levenden. Zij ont zien zich niet, omhoog te klimmen op de ruggen der doden. Doch, laat ze maar. Want van alle nutteloze, zin neloze en redeloze bezigheden waarmee de levende mensheid zich bezighoudt, slaat het be lasteren van doden wel het record. De doden, namelijk, trekken zich er niets van aan. De do den, namelijk, zijn onkwets baar en onraakbaar. Het doet er voor hen zelfs niets meer toe, hoe en waarom en waar door zij gestorven zijn of wat zij in het leven hebben mis- of welgedaan. Het belasteren van doden is het wegwerpen van lege woorden in een planetarische ruimte zonder grenzen. Het is stenen werpen door ramen waar geen ruiten in staan en waarachter niets meer is, dat vernield kan worden. rr De doden, namelijk, zijn de enige schepselen die zich heb ben weten te onttrekken aan de vingers der boosaardigen en de projectielen der ve nijnige strevers. En daarom doet het zo ko misch aan, te moeten lezen dat er serieuze wrijving is ontstaan over de vraag, welke doden moeten worden her dacht en welke niet. Als de doden dat kunnen vernemen, lachen zij zich. zal er medelijdende vreugde zijn in hun midden, waar dat dan ook wezen moge. Wie het profaan en kwet send acht, te veronderstellen dat doden lachen, moge mij deze satyrische ontboezeming vergeven. Doch hij moet dan tegelijk zijn gedachten laten gaan over datgene, wat blij kens de krantenverslagen onze volksvertegenwoordiging en regering bezighoudt: Mag de Dodenherdenking van 4 mei ook de doden om vatten, die na de wapenstil stand van 1945 in nationale of internationale wapendienst gesneuveld zijn of niet? Er zijn politieke partijen die deze vraag hartstochtelijk met „neen" beantwoord willen zien en er zijn andere, die dit onderscheid „onbevredigend" vinden. Nu is „onbevredigend" een zwakke term voor een situatie, die in feite en wezen zo in tens absurd zou moeten heten, dat alleen de aanduiding er van al gekenschetst zou moe ten worden als een schrome lijke miskenning van de ware betekenis ener dodenherden king. Niet alleen is het geheel en al onmogelijk, een enigszins waarachtige dodenherdenking te organiseren wanneer men uitgaat van het standpunt dat het een uiterlijke manifestatie moet zijn, doch bovendien heeft zulk een herdenking niet de minste betekenis wanneer men haar niet beleeft als een zuiver persoonlijke, innerlijk verborgen eerbetuiging, die elk afzonderlijk mens volstrekt voor zich alleen aan de doden schenkt. De politieke partijen, die zo principieel een voorafgaande scheiding willen zien gemaakt tussen de hun sympathieke en antipathieke doden, behoeven al niet meer aan welke her denkingsplechtigheid dan ook mee te doen. Voor hen is de waarde reeds absoluut van te voren verstikt en vernield, omdat zij in feite geen her denking, doch een uiterlijk vertoon van politieke prin cipes wensen. Het valt te betwijfelen, of de door hen uitverkoren doden sympathiek zullen staan tegen over de aardse onderscheiding, die hun ten deel valt. Nog sterker mag worden betwij feld of men aan de overkant van de grens tussen leven en dood politieke scheidslijnen kent. Doch met zekerheid kan worden betoogd, dat niemand levend of dood prijs zou moeten stellen op een bijeen trommelen van mensen rond om een stuk gebeeldhouwd steen, wanneer dit gebeuren zou uit het verlangen tot ma nifestatie van eigen politieke verdiensten uit het vergane verleden. Er zijn doden gevallen op talloze velden van eer in di verse jaartallen, die men keu rig gerangschikt in de ge schiedenisboeken kan vinden. Velen dezer gevallenen zijn ten oorlog getrokken met angst in het hart doch met de punt van een bajonet in de rug. Zullen sommigen van hen misschien de veilige en liefde rijke huiselijke haard ver laten hebben uit gretig ver langen naar de plassen bloed in de granaattrechters of de flarden van menselijke licha men aan de prikkeldraadver sperringen? In de Duitse concentratie kampen zijn verzetslieden, onderduikers, arbeidsweige- raars, zwartehandelaren en slachtoffers van het eeuwige toeval gestorven, op één en dezelfde hoop gesmeten en in hetzelfde massagraf begraven. In de strijd tegen de bezetters zijn edele idealisten en harde materialisten door Duitse ko gels gedood. Door duizender lei beweegredenen gedreven zijn mensen voor de lopen ko men staan in Nederland, in Korea, in Indonesië, overal ter wereld waar het dwingen de parool van de strijd werd gegeven door de machten te genover elkander. Wie wil pretenderen, dat hij, in staat en principieel ver plicht is de ene dode van de andere te scheiden in de eer biedige boodschap van eer en liefde, die diep in zijn ge moed als de rook van een offer moet ontstaan en moet opstijgen naar wie-weet-waar? Wie in staat denkt te kun nen zijn, ons volk voor te schrijven welke doden het moet gedenken en welke niet wie de onvoorstelbare zelf overschatting kan opbrengen te menen dat hem de gave des onderscheids over de grens van de dood gegeven is laat deze dan opstaan en het verlossende woord spreken ter onderscheiding van de goede en kwade lévenden. Opdat wij de kwaden kun nen veroordelen en de goeden kunnen steunen en consequent daaraan voor altijd verlost zullen zijn van het monster dat doodt met politieke vang armen, de oorlog. Doch wanneer er niemand is die oordelen kan over de innerlijke gesteldheid van hen die leven, of hen die stierven op welk slagveld ook, laat volksvertegenwoordiging en regering dan overgaan tot nuttiger en reëler dingen van de dag, zonder nog één woord te verspillen aan wat passend of niet passend is op de vier de mei. Opdat de mond gesnoerd worde van hen, die stemmen van levenden willen winnen met het verdoemen van doden. J. L. Reünie Na twintig jaar mijn eerste reünie. De heenreis vol verwachting. Die te zullen zien en dieEn die, nou ja, wie weet hoe 't leven hem had veranderd. Allen trou wens, hoe ze gegroeid zullen zijn, door belevenissen gelouterd, menselijker gewor den door het hebben van vrouw, kroost en baan. En door verdriet misschien of grote vreugden. Gesprekken voeren die vroeger nog niet mogelijk waren doordat waarde ringen veranderden, tegenstellingen ver dwenen in die tussentijd. Ha! Bij de begroeting wat 't meteen al duide lijk. Ieder deed als twintig jaar geleden, wilde nog een dag student zijn, geen haar ouder lijken, geen cent wijzer. Dezelfde gebaren, dezelfde woorden van toen en later kwamen dezelfde grapjes en wat het ergste was, dezelfde theoriën. Alles leek twintig jaar te hebben stilgestaan. Hadden zij geslapen? Als Doornroosje? Onzin natuurlijk. Ik wist van hun werk. Naast mij ging een bekend chirurg, vóór mij een bekend journalist, er liep een mi nister tussen. Het was de massapsychose, opgeroepen bij het zien van al die vroe gere gezichten, waaraan vrijwel iedereen zich onderwierp. Die dodelijke ernst van Henk, daarmee kon hij onmogelijk burgemeester zijn. Hij worstelde weer met zijn oude problemen. Die uitbundige lol van Kees, zo kon hij zich als leraar nooit laten gaan. Hij speelde weer de oude. Of was dit een vlucht, de terugval in een vroegere gedaante uit beuheid van de tegenwoordige? Dan was het nóg droever. Ook zestigjarigen deden mee. Voor hen moest een tijdperk van veertig jaar schijn baar hebben stilgestaan. Elke volgende reünie werd erger. En in deze stemming ook nog redevoerin gen aanhoren. Waarbij de mond van de spreker uitdijde tot een holle spiegel die op ons gericht was. Zodat wij ons daarin vooral groot moesten zien. Ook ik nam de vlucht. Naar een kroeg, naar een borrel. Mijn wild-vreemde buurman aan de. bar bleek, een ingenieur die met verlof uit Venezuela over was. Wij dronken samen op, raakten in lange gesprekken en scheid den tegen sluitingstijd als goede vrienden. Belcampo Advertentie der mannens de boord blijft altijd perfect. der vrouwen zo gemak kelijk te wassen) nóóit te strijken. van St. Nicolaa»een Tern-Shirt maakt de gehele familie bIIJ. In wit, grijs en beige Tern No-Iron Shirts In gedistingeerde streep- desslnst 27.SO V HAARLEM HAMBURG (AFP) President Bour guiba van Tunesië heeft in een vraagge sprek met het Westduitse blad „Die Welt" gepleit voor een volksstemming onder UNO toezicht in Algerije over de vraag of de Algerijnen onafhankelijkheid of inte gratie met Frankrijk wensen. Aan de volksstemming zou een staken van de strijd vooraf moeten gaan, meent Bour guiba. Bourguiba ziet weinig heil in onderhan delingen over het Algerijnse probleem met Frankrijk, „gezien het standpunt dat de Franse regering inneemt". Hij herhaal de niettemin zijn voorstel "oor een confe rentie van Frankrijk, Tunesië, Marokko en Algerijnse vertegenwoordigers. Een der gelijke conferentie kan volgens hem echter pas over zes maanden of mogelijk zelfs pas over twee jaar gehouden worden. WASHINGTON (Reuter) Het Ame rikaanse departement van Buitenlandse Zaken heeft ontkend, dat Tunesië een Amerikaans wapenaanbod zou hebben afgewezen, omdat geen rekening zou worden gehouden met de Tunesische soe vereiniteit. Een woordvoerder van het de partement zei, dat de onderhandelingen met Tunesië over de levering van wapens nog voortduren. TUNIS De moeilijkheden met de Ver enigde Staten en Groot-Brittannië over dit wapenaanbod betekent een gevaar voor de normale vriendschappelijke betrekkingen van Tunesië met het Westen, zo werd in Tunis verklaard. Tunesië tracht ook wa pens te kopen in de Scandinavische lan den. In bepaalde diplomatieke kringen sprak men er echter zijn bezorgdheid over uit dat Tunesië zich tenslotte misschien tot het communistische blok zal wenden om wapens. Advertentie Zie de advertentie van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 3