Afrika's massa's volgden marabouts,
stamhoofden en oudere politici
AS*
TERN
/14/iZOW*
Herdenking
^^Praatótcel
22so
Maar reeds bereiden „kwade jonge mannen"
het „neen" van de toekomst voor
WEST-AFRIKA II
„Ja" voor de leiders
van gisteren
GAAN WE 5 DAGEN WERKEN
V.A.R. acht incident met
Hoessein geënsceneerd
no-iron shirts
U KUNT NIET ALTIJD BRIDGEN
3
Ervaren
Onhoudbaar
Grondwet voor Guinea
SC HO US van 1854
Op de
't Ideaal
't Ideaal
't Ideaal
Nieuw
Bourguiba bepleit een UNO-
referendum in Algerije
A merikaans wapenaanbod
zou niet afgewezen zijn
SCHOUS van 1854
DONDERDAG 13 NOVEMBER 1958
(Van onze reisredacteur)
DAKAR, november. „Wat betekent het, dat van negentien miljoen zwarten
in Frans West-Afrika haast tachtig percent in het recente referendum „ja" gezegd
heeft tegen een blijvende band met Frankrijk, „nee" tegen de directe onafhan
kelijkheid?" vroeg de Franse administrateur. „Betekent het dat het anti-kolonia-
lisme slechts een actie is van een handjevol agitators? Betekent het dat Groot-
Brittannië en Nederland hun koloniën niet hadden hoeven te verspelen, als die
landen maar een De Gaulle hadden gehad, die de gok van een referendum aan-
durfdè? Of betekent het dat Frankrijk heeft geknoeid? Tenslotte werd De Gaulle
in Dakar verwelkomd door een tierende menigte, die schreeuwde: „De Gaulle,
ga naar huisWij willen onafhankelijkheid". Hij nam een slok van zijn
whisky-soda, rekte zich behaaglijk uit in de zachte avondbries, die de muggen
en de hitte van de dag uit de veranda blies en zei: „Het betekent niets van dat
alles. Er is niet geknoeid. Het Afrikaanse anti-kolonialisme is evenmin gedesa
voueerd. Het referendum en zijn verpletterende meerderheid van „ja's" betekent
in feitehoegenaamd niets. Althans niet wat men er uit heeft willen lezen.
Het betekent ten hoogste dat de grote massa der zwarte Afrikanen haast blinde
lings zijn leiders volgt. De leiders van vandaag en die van gisteren stemden, om
verschillende redenen, „ja". Zullen de leiders van morgen dat ook doen? Dat
is een open vraag. Maar als zij straks besluiten „nee" tegen de Franse gemeen
schap te zeggen, dan zullen zij door een even verpletterende meerderheid
gevolgd worden."
Korter en duidelijker dan door deze
Franse administrateur, die zich, evenals
het merendeel van zijn collega's weinig
illusies maakte over de door Parijs met
veel trompetgeschal aangekondigde
Frans-Afrikaanse gemeenschap, kan de
werkelijke betekenis van het referendum
moeilijk worden samengevat. Zeker bete
kent de uitslag politieke winst voor Frank
rijk. Zeker was de keuze tussen „nee"
(directe onafhankelijkheid) en „ja" (bin
nen vier maanden te volgen door een keus
tussen a) status quo, b) departement van
Frankrijk, c) autonome lid-staat van de
Franse gemeenschap met het recht op la
tere afscheiding), eerlijk, zij het niet ge
heel logisch, gesteld. Zeker heeft Frank
rijk die keuze hier onpartijdig laten ge
schieden, de enkele plaatselijke knoeie
rijen staan op rekening van Afrikaanse po
litieke organisaties, in Guinea waar het
„nee" en in de Ivoorkust waar het „ja"
werd gepousseerd.
Mogelijk heeft de positieve uitslag de
belangstellende buitenstaander toch nog
verrast. De P.R.A. (Partij van de Afri
kaanse Hergroepering) die in Senegal, Da
homey en Niger de sterkste is, eiste op
haar congres in Cotonou in juli directe on
afhankelijkheid. De zwarte vakbond
U.G.T.A.N. sloot zich daar bij aan. De bit
tere ontvangst die De Gaulle in Dakar ten
deel viel, deed sterke oppositie vermoe
den, maar tussen resoluties op partijcon
gressen en vakbonddemonstraties in de
steden enerzijds en „le pays réel", het
werkelijke Afrika, gaapt in het zwarte
continent nog een diepe kloof. Dat wer
kelijke Afrika kent nog andere leiders.
Vooral in de „brousse", het binnenland,
waar de ongeëmancipeerde Afrikaan zijn
primitief bestaan leidt, in heilige vrees
leeft voor Allah of de geesten van zijn ani
mistische religie, onverbrekelijk gebonden
is aan de collectiviteit van familie, clan
of stam, automatisch gehoorzamend aan
de traditionele chef daarvan.
Wie waren deze leiders, die het „ja" be
volen? Ten eerste de „Marabouts", heili
ge mannen, leiders van de mohammedaan
se sekten, wier woord voor de gelovigen
in dit gebied van de zwarte Islam wet is.
Ten tweede de „Chefs Coütumiers", stam
hoofden en plaatselijke notabelen wier po
sities door het Franse bestuur worden ge
schraagd. Het Franse koloniale jargon
noemt hen de „Beni Oui-Oui", de ja
broers. Deze geweldige obscurantisten be
seffen nauwkeurig, dat hun geprivilegieerde
positie geen lang leven beschoren zal zijn
bij de kwade, jonge mannen, de modernis
ten van het nationalisme, zoals Sékou Tou-
ré, die in Guinea de hele „chefferie" naar
huis stuurde. Vandaar, mede, het 95,2 per
cent „nee" in Guinea.
Op wie konden de Fransen nog meer
rekenen? Het waren wat de Fransen „de
gematigde en ervaren Afrikaanse politici"
noemen en wat de kwade jonge mannen
betitelen als „de verkochten" of de „nieu
we Marabouts". Mannen als Houphouet-
Boigny, onomstreden politieke baas van
de Ivoorkust en leider van Frans-West-Af-
ka's grootste partij, het „Rassemblement
Démocratique Africain" en minister in
De Gaulle's kabinet. Deze mannen komen
van verre, eens parlementaire compag
nons van de communisten en verbitterde
onafhankelijkheidsstrijders, thans voor
standers van een blijvende samenwerking
met Frankrijk op basis van vrijwilligheid
en medezeggenschap. „Ouder en wijzer,
m
4
Toffa, koning van Dahomey, aanzien
lijk man onder een vergulde Franse
kepie
tot realist gerijpt door de verantwoorde
lijkheid", zeggen de Fransen. „Gevallen
voor vleierij van ministerschap en de
luxe van flats in Parijs en kastelen in de
Dordogne", zeggen de nationalistische
heethoofden.
Gecompliceerde regionale en partij-riva
liteiten dwingen sommige van hen steun
bij Frankrijk te zoeken. Zelfs de leiders
van de P.R.A., zoals Songhor en Dia Ma-
madou, die in Cotonou onafhankelijkheid
eisten, besloten bij het scheiden van de
markt tot „ja". De krachten van dat „ja"
optellend, wisten zij dat hun „nee" versla
gen zou worden. Zij wilden niet gedesa
voueerd worden. En met de beminnelij
ke woordkunst van Afrika legden zij uit
dat ook „ja" stemmen het kiezen van onaf
hankelijkheid betekende. Alleen... op la
ter datum. Het valt niet te ontkennen dat
de voorstanders van het „ja" krachtige en
realistische argumenten konden aanvoe
ren, vooral de geweldige economische
voordelen die de band met Frankrijk biedt.
Frankrijk getroost zich grote offers voor
investeringen, het garandeert een markt
tegen hogere dan wereldprijzen voor de
apenotën, koffie, cacao en
bananen van Frans West-
Afrika. Wanneer men te
gen de Senegalese boer
zegt: „Nee stemmen be
tekent dertig cent per kilo
minder op de apenoten-
prijs", wanneer de Mara
bout hem verzekert dat
Allah voorstander is van de
Franse gemeenschap, wel
nu dan stemt hij voorals
nog „ja".
Zo stond een overwel
digende meerderheid vast.
Want wie waren de man
nen van het „tegen", welke
argumenten konden zij
aanvoeren? De kwade jon
ge mannen waren politieke
idealisten, intellectuelen,
vakbondsleiders, een hand
vol communisten, vurige
nationalisten, die van het
Franse schoolmeesterschap
genoeg hadden, produkten
veelal van de universitei
ten van Parijs (of van
Praag). Slechts een van
hen, Sékou Touré, was er
in geslaagd zijn territoir te
encadreren met een mo
derne partij-organisatie,
met cellen in iedere wijk,
ieder dorp, ieder bedrijf. In
de andere gebieden commanderen zij slechts
kleine groepen, die wel lawaai maar geen
stembus-meerderheid tot stand kunnen
brengen. Zij konden sakkeren dat de nieu
we constitutie geen onafhankelijkheid,
zelfs geen gelijkheid schenkt, dat „ja"
stemmen verraad betekende aan het ideaal
van Afrikaanse vrijheid, eenheid en waar
digheid, tegen de coalitie van Allah en de
apenotenprijs bleek die argumentatie niet
bestand.
Er lijkt dus geen wolkje aan de Afri
kaanse lucht en toch heb Ik het gevoel dat
er zich achter de horizon een zware on
weersbui samenpakt. Want de kwade jon
ge mannen hebben geleerd van het voor
beeld van Sékou Touré. Ik sprak met een
van hen in Dakar, Ly Abdoullaye, ex-as
sistent van Senghor, die het „nee" van Co
tonou gestand deed. Hij en anderen zijn
reeds bezig de grondslagen te leggen voor
een moderne partij-organisatie op cellen-
basis, militante kaders te vormen. Ab-
doullaye is geen communist, maar hij
schuwt de communistische organisatie
methode, evenmin als Bourguiba's Neo-
Destour in Tunesië. Ly Abdoullaye zei:
„De leiders van vandaag hebben het pleit
in eerste instantie gewonnen. Maar zij
hebben het eeuwige leven niet. Wij zijn de
leiders van morgen en voor dat morgen
zullen wij klaar zijn. De onvermijdelijke
economische ontwikkeling van Afrika zal
de emancipatie versnellen, met oude ge
woonten breken. De vakbonden zullen
groeien. Onze toegenomen politieke auto
nomie zal ons in staat stellen met de tra
ditionele „chefferie" af te rekenen, zoals
Sékou Touré gedaan heeft".
Welke vreemde tegenstrijdigheden zit
ten er in de uitslag van dit referendum.
Het oude Afrika, Marabouts en stam
hoofden, de verpolitiseerde onafhankelijk
heidsstrijders, deden uiteindelijk econo
misch en politiek een verstandelijke en
Het oude Afrika, dat „ja" stemde, stam
hoofden wier traditioneel chefschap
door het Franse bestuur erkend en
beschermd wordt
>v 4 V ri'' f
Het nieuwe Afrika dal „nee" zeilei
ders van vakbonden en jeugdbeweging
in Parijs (of Praag en Moskou)
gevormd
realistische keus. De jonge intellectuelen
grondden hun „nee" daarentegen op emo
tionele nationalistische overwegingen. Ik
ontmoette de grote Marabout van Dakar,
El Hadj Seydou Nourou Tall, een over-
vriendelijke oude man, in een morsig
woonvertrek. Hij deelde mij mee, dat de
Nederlanders de geleerdste mensen ter
wereld zijn en dat hoe geleerder zij zijn,
hoe langer hun namen worden. Afgezien
van deze belangwekkende verklaring,
bleek het finaal onmogelijk een gesprek
met hem tot stand te brengen. Met Ly Ab
doullaye en zijn geëmancipeerde vrouw
kostte een boeiende conversatie op Euro
pese basis van twee uur in zijn beschei
den maar smaakvol ingerichte flatje niet
de minste moeite.
Zullen de Ly Abdoullaye's de leiders van
morgen zijn? Het lijkt verre van uitgeslo
ten. Dan zullen de Afrikaanse massa's hen
even gedwee volgen als zij het de leiders
van heden doen. Dan steek ik voor de op
rechtheid der oudere politici, die nu we
nend van ontroering hun trouw aan Frank
rijk zweren, mijn hand niet in het vuur.
Er is e e n troost: De Gaulle's nieuwe con
stitutie opent althans de weg voor een
bloedeloze voltrekking van het pijnlijke
proces der kolonisatie. En er is n o g een
troost: de mogelijkheid dat ook de Ly Ab
doullaye's ouder en wijzer en gematigder
zullen worden, op gevaar af, dat ook zij
eens door een kwade jonge generatie „de
nieuwe Marabouts" genoemd zullen wor
den. Maar de verwezenlijking van die
kans hangt af van Frankrijk en van Euro
pa, met riame van een soepel en realis
tisch meegaan met de veranderende tij
den.
„Verenigde Staten van Afrika"
CONAKRY (AFP) De nationale
grondwetgevende vergadering van het se
dert kort onafhankelijk Guinea heeft een
grondwet goedgekeurd, volgens welke het
land een democratische republiek is. De
regeermacht berust bij een president (ge
assisteerd door een kabinet), die staats
hoofd en hoofd van de strijdkrachten is.
De staat Guinea steunt volledig het UNO-
handvest en de universele verklaring van
de rechten van de mens. Elke daad van
rassendiscriminatie, evenals elke propa
ganda voor discriminatie op grond van
ras of gebied van herkomst, is strafbaar.
In de aanhef van de grondwet wordt ver
klaard, dat Guinea zonder voorbehoud
elke politiek steunt gericht op de schep
ping van een verenigde staten van Afrika
en op het verzekeren en versterken van
de wereldvrede.
(UPI) De president zal voor zeven
jaren worden gekozen en staat, naar het
voorbeeld van de Verenigde Staten, veel
eer aan het hoofd van de regering dan
dat hij alleen een nationaal symbool is.
Het parlement, dat uit een kamer zal
bestaan, wordt voor vijf jaren gekozen.
Advertentie
Zie de advertentie van
CAIRO (AFP) Radio-Cario heeft de
geschiedenis met koning Hoesseins vlieg
tuig, dat boven Syrisch grondgebied moei
lijkheden ondervond, een „vooraf in el
kaar gezet incident" genoemd dat „deel
uitmaakt van een imperialistische intri
ge, gericht op de herbezetting van Jorda
nië door buitenlandse troepen".
Volgens het Syrische blad „Al Alam"
hadden de ambassadeurs van de Verenig
de Staten en Groot-Brittannië, „niet inge
nomen met de politiek van verzoening,
welke door de Verenigde Arabische Repu
bliek wordt gevolgd tot vernieuweing van
de broederlijke betrekkingen tussen de
verschillende Arabische landen", het in
cident geheel in elkaar gezet. „Wij kun
nen op grond van inlichtingen uit hoge
kringen verklaren, dat koning Hoessein
zich niet aan boord van het betrokken
vliegtuig bevond en dat hij er nooit aan
gedacht heeft Jordanië te verlaten omdat
hij wel wist dat zelfs een afwezigheid van
een uur hem de troon kon kosten", aldus
het blad.
NEW YORK (UPI) Koning Hoessein
van Jordanië heeft geen verzoek tot de
UNO gericht inzake toestemming voor
zijn vliegtuig om over Syrië te vliegen,
zo deelde een UNO-woordvoerder heden
mee.
„Van de doden niets dan
goeds" is een zegswijze, die
helaas vaak misbruikt wordt
als schijnheilige inleiding tot
het kwaadspreken van doden.
„Van de doden niets dan
goeds, nietwaar, maar als er
eens een boekje zou worden
opengedaan...." zo zegt men
dikwijls met een geheimzinnig
en vergoelijkend glimlachje
en dan heeft men op fijnzin
nige wijze te kennen gegeven
dat men er méér van weet,
doch uit piëteit er verder
maar over zal zwijgen.
Zó zijn de levenden. Zij ont
zien zich niet, omhoog te
klimmen op de ruggen der
doden. Doch, laat ze maar.
Want van alle nutteloze, zin
neloze en redeloze bezigheden
waarmee de levende mensheid
zich bezighoudt, slaat het be
lasteren van doden wel het
record.
De doden, namelijk, trekken
zich er niets van aan. De do
den, namelijk, zijn onkwets
baar en onraakbaar. Het doet
er voor hen zelfs niets meer
toe, hoe en waarom en waar
door zij gestorven zijn of wat
zij in het leven hebben mis-
of welgedaan. Het belasteren
van doden is het wegwerpen
van lege woorden in een
planetarische ruimte zonder
grenzen. Het is stenen werpen
door ramen waar geen ruiten
in staan en waarachter niets
meer is, dat vernield kan
worden.
rr
De doden, namelijk, zijn de
enige schepselen die zich heb
ben weten te onttrekken aan
de vingers der boosaardigen
en de projectielen der ve
nijnige strevers.
En daarom doet het zo ko
misch aan, te moeten lezen
dat er serieuze wrijving is
ontstaan over de vraag, welke
doden moeten worden her
dacht en welke niet.
Als de doden dat kunnen
vernemen, lachen zij zich. zal
er medelijdende vreugde zijn
in hun midden, waar dat dan
ook wezen moge.
Wie het profaan en kwet
send acht, te veronderstellen
dat doden lachen, moge mij
deze satyrische ontboezeming
vergeven. Doch hij moet dan
tegelijk zijn gedachten laten
gaan over datgene, wat blij
kens de krantenverslagen onze
volksvertegenwoordiging en
regering bezighoudt:
Mag de Dodenherdenking
van 4 mei ook de doden om
vatten, die na de wapenstil
stand van 1945 in nationale of
internationale wapendienst
gesneuveld zijn of niet?
Er zijn politieke partijen die
deze vraag hartstochtelijk met
„neen" beantwoord willen
zien en er zijn andere, die dit
onderscheid „onbevredigend"
vinden.
Nu is „onbevredigend" een
zwakke term voor een situatie,
die in feite en wezen zo in
tens absurd zou moeten heten,
dat alleen de aanduiding er
van al gekenschetst zou moe
ten worden als een schrome
lijke miskenning van de ware
betekenis ener dodenherden
king.
Niet alleen is het geheel en
al onmogelijk, een enigszins
waarachtige dodenherdenking
te organiseren wanneer men
uitgaat van het standpunt dat
het een uiterlijke manifestatie
moet zijn, doch bovendien
heeft zulk een herdenking niet
de minste betekenis wanneer
men haar niet beleeft als een
zuiver persoonlijke, innerlijk
verborgen eerbetuiging, die elk
afzonderlijk mens volstrekt
voor zich alleen aan de doden
schenkt.
De politieke partijen, die zo
principieel een voorafgaande
scheiding willen zien gemaakt
tussen de hun sympathieke en
antipathieke doden, behoeven
al niet meer aan welke her
denkingsplechtigheid dan ook
mee te doen. Voor hen is de
waarde reeds absoluut van te
voren verstikt en vernield,
omdat zij in feite geen her
denking, doch een uiterlijk
vertoon van politieke prin
cipes wensen.
Het valt te betwijfelen, of de
door hen uitverkoren doden
sympathiek zullen staan tegen
over de aardse onderscheiding,
die hun ten deel valt. Nog
sterker mag worden betwij
feld of men aan de overkant
van de grens tussen leven en
dood politieke scheidslijnen
kent. Doch met zekerheid kan
worden betoogd, dat niemand
levend of dood prijs zou
moeten stellen op een bijeen
trommelen van mensen rond
om een stuk gebeeldhouwd
steen, wanneer dit gebeuren
zou uit het verlangen tot ma
nifestatie van eigen politieke
verdiensten uit het vergane
verleden.
Er zijn doden gevallen op
talloze velden van eer in di
verse jaartallen, die men keu
rig gerangschikt in de ge
schiedenisboeken kan vinden.
Velen dezer gevallenen zijn ten
oorlog getrokken met angst in
het hart doch met de punt
van een bajonet in de rug.
Zullen sommigen van hen
misschien de veilige en liefde
rijke huiselijke haard ver
laten hebben uit gretig ver
langen naar de plassen bloed
in de granaattrechters of de
flarden van menselijke licha
men aan de prikkeldraadver
sperringen?
In de Duitse concentratie
kampen zijn verzetslieden,
onderduikers, arbeidsweige-
raars, zwartehandelaren en
slachtoffers van het eeuwige
toeval gestorven, op één en
dezelfde hoop gesmeten en in
hetzelfde massagraf begraven.
In de strijd tegen de bezetters
zijn edele idealisten en harde
materialisten door Duitse ko
gels gedood. Door duizender
lei beweegredenen gedreven
zijn mensen voor de lopen ko
men staan in Nederland, in
Korea, in Indonesië, overal
ter wereld waar het dwingen
de parool van de strijd werd
gegeven door de machten te
genover elkander.
Wie wil pretenderen, dat hij,
in staat en principieel ver
plicht is de ene dode van de
andere te scheiden in de eer
biedige boodschap van eer en
liefde, die diep in zijn ge
moed als de rook van een
offer moet ontstaan en moet
opstijgen naar wie-weet-waar?
Wie in staat denkt te kun
nen zijn, ons volk voor te
schrijven welke doden het
moet gedenken en welke niet
wie de onvoorstelbare zelf
overschatting kan opbrengen
te menen dat hem de gave des
onderscheids over de grens
van de dood gegeven is
laat deze dan opstaan en het
verlossende woord spreken
ter onderscheiding van de
goede en kwade lévenden.
Opdat wij de kwaden kun
nen veroordelen en de goeden
kunnen steunen en consequent
daaraan voor altijd verlost
zullen zijn van het monster
dat doodt met politieke vang
armen, de oorlog.
Doch wanneer er niemand
is die oordelen kan over de
innerlijke gesteldheid van hen
die leven, of hen die stierven
op welk slagveld ook, laat
volksvertegenwoordiging en
regering dan overgaan tot
nuttiger en reëler dingen van
de dag, zonder nog één woord
te verspillen aan wat passend
of niet passend is op de vier
de mei.
Opdat de mond gesnoerd
worde van hen, die stemmen
van levenden willen winnen
met het verdoemen van doden.
J. L.
Reünie
Na twintig jaar mijn eerste reünie. De
heenreis vol verwachting. Die te zullen
zien en dieEn die, nou ja, wie weet hoe
't leven hem had veranderd. Allen trou
wens, hoe ze gegroeid zullen zijn, door
belevenissen gelouterd, menselijker gewor
den door het hebben van vrouw, kroost en
baan. En door verdriet misschien of grote
vreugden. Gesprekken voeren die vroeger
nog niet mogelijk waren doordat waarde
ringen veranderden, tegenstellingen ver
dwenen in die tussentijd.
Ha!
Bij de begroeting wat 't meteen al duide
lijk. Ieder deed als twintig jaar geleden,
wilde nog een dag student zijn, geen haar
ouder lijken, geen cent wijzer. Dezelfde
gebaren, dezelfde woorden van toen en
later kwamen dezelfde grapjes en wat het
ergste was, dezelfde theoriën. Alles leek
twintig jaar te hebben stilgestaan.
Hadden zij geslapen? Als Doornroosje?
Onzin natuurlijk. Ik wist van hun werk.
Naast mij ging een bekend chirurg, vóór
mij een bekend journalist, er liep een mi
nister tussen. Het was de massapsychose,
opgeroepen bij het zien van al die vroe
gere gezichten, waaraan vrijwel iedereen
zich onderwierp.
Die dodelijke ernst van Henk, daarmee
kon hij onmogelijk burgemeester zijn. Hij
worstelde weer met zijn oude problemen.
Die uitbundige lol van Kees, zo kon hij
zich als leraar nooit laten gaan. Hij speelde
weer de oude.
Of was dit een vlucht, de terugval in een
vroegere gedaante uit beuheid van de
tegenwoordige? Dan was het nóg droever.
Ook zestigjarigen deden mee. Voor hen
moest een tijdperk van veertig jaar schijn
baar hebben stilgestaan. Elke volgende
reünie werd erger.
En in deze stemming ook nog redevoerin
gen aanhoren. Waarbij de mond van de
spreker uitdijde tot een holle spiegel die
op ons gericht was. Zodat wij ons daarin
vooral groot moesten zien.
Ook ik nam de vlucht. Naar een kroeg,
naar een borrel.
Mijn wild-vreemde buurman aan de. bar
bleek, een ingenieur die met verlof uit
Venezuela over was. Wij dronken samen
op, raakten in lange gesprekken en scheid
den tegen sluitingstijd als goede vrienden.
Belcampo
Advertentie
der mannens de boord
blijft altijd perfect.
der vrouwen zo gemak
kelijk te wassen) nóóit
te strijken.
van St. Nicolaa»een
Tern-Shirt maakt de
gehele familie bIIJ. In
wit, grijs en beige
Tern No-Iron Shirts In
gedistingeerde streep-
desslnst 27.SO
V HAARLEM
HAMBURG (AFP) President Bour
guiba van Tunesië heeft in een vraagge
sprek met het Westduitse blad „Die Welt"
gepleit voor een volksstemming onder
UNO toezicht in Algerije over de vraag of
de Algerijnen onafhankelijkheid of inte
gratie met Frankrijk wensen. Aan de
volksstemming zou een staken van de
strijd vooraf moeten gaan, meent Bour
guiba.
Bourguiba ziet weinig heil in onderhan
delingen over het Algerijnse probleem
met Frankrijk, „gezien het standpunt dat
de Franse regering inneemt". Hij herhaal
de niettemin zijn voorstel "oor een confe
rentie van Frankrijk, Tunesië, Marokko en
Algerijnse vertegenwoordigers. Een der
gelijke conferentie kan volgens hem echter
pas over zes maanden of mogelijk zelfs
pas over twee jaar gehouden worden.
WASHINGTON (Reuter) Het Ame
rikaanse departement van Buitenlandse
Zaken heeft ontkend, dat Tunesië een
Amerikaans wapenaanbod zou hebben
afgewezen, omdat geen rekening zou
worden gehouden met de Tunesische soe
vereiniteit. Een woordvoerder van het de
partement zei, dat de onderhandelingen
met Tunesië over de levering van wapens
nog voortduren.
TUNIS De moeilijkheden met de Ver
enigde Staten en Groot-Brittannië over dit
wapenaanbod betekent een gevaar voor de
normale vriendschappelijke betrekkingen
van Tunesië met het Westen, zo werd in
Tunis verklaard. Tunesië tracht ook wa
pens te kopen in de Scandinavische lan
den. In bepaalde diplomatieke kringen
sprak men er echter zijn bezorgdheid over
uit dat Tunesië zich tenslotte misschien
tot het communistische blok zal wenden
om wapens.
Advertentie
Zie de advertentie van