ER ZIJN HIER HAAST GEEN KINDEREN
DIE MIJN LIEDJES NOG ZINGEN
iUlïïd
SINTERKLAAS KOMT NIET UIT SPANJE
Het vreemde
de baard van Sint Nicolaas
I
I
1
I
I
15
Verhaal voor de jeugd
door Pierre Ego
klaagt de Sint
in Australië
Heidens of heilig
Zijn concurrenten
Waarom maakt de grijze
bisschop op een schimmel
strooitochten over hoge
dakenen waarom geven
wij elkaar vrijers van
taai-taaiharten
van suiker of marsepein
Suikergoed
Pietermanknecht
êMAfe/fOndM cte MkeïInlckeM
erifm
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1958
De avond voor Sint Nicolaas naar Ne
derland scheep zou gaan werd de Goed
heiligman ziek. Hij lad in zijn mooie bed
met goud ingelegde randen en staarde
mistroostig naar het prachtige baldakijn,
dat zijn Pieten nog die morgen een goede
beurt hadden gegeven. Ik weet niet wat
mij mankeert, zei Sint Nicolaas, maar ik
voel me niet helemaal lekker.
Zal ik de dokter roepen, Sint? vroeg
de oudste Piet.
Dat moest je maar doen, antwoordde
Sint Nicolaas.
De oudste Piet spoedde zich heen. Hij
snelde door de straten van Madrid
hoofdstad van Spanje en haalde de duur
ste dokter, die er te vinden was. Ook in
Spanje zeggen ze, zijn de duurste dokters
de beste. De dokter liet zich meteen in een
auto naar het bed van Sint Nicolaas rij
den. Hij onderzocht de Sint op alle ziek
tes, die hij kende en hij probeerde ook of
hij misschien nóg een onbekende ziekte
kon vinden, waaraan hij dan zijn naam
mocht geven. Tenslotte stelde hij vast dat
Sint Nicolaas ziek was. U bent ziek, zei
hij-
Hij schreef een paar woorden op een pa
piertje en liet dat de oudste Piet naar de
apotheek brengen. Daérna' stapte hij in
zijn auto en reed naar huis.
Alles goed en wel, zei Sint Nicolaas,
toen de oudste Piet van de apotheek terug
kwam, maar wat mankeer ik nu eigen
lijk? Heeft die dokter nu helemaal niet ge
zegd of het erg is en hoe lang ik in bed
moet blijven?
Hij heeft gezegd: u bent ziek! en
toen is hij weggegaan, antwoordde de
oudste Piet.
Maar maakt hij me beter? vroeg Sint
Nicolaas.
Ik heb hier een drankje, zei de oudste
Piet. U moest dat maar innemen. Mis
schien dat u morgen beter bent.
Sint Nicolaas kwam zuchtend overeind,
sloeg de lakens terug, steunde op het kus
sen en hapte in de grote eetlepel met medi
cijn, die de oudste Piet hem aanreikte.
O, wat is dat bitter! riep Sint Nicolaas.
Meteen voelde hij een vreemd, kriebelig
gevoel aan zijn kin. Hij zag de ogen van de
oudste Piet groter en groter worden van
verbazing en ineens., gleed zijn baard
naast hem op de grond.
Lieve help! riep Sint Nicolaas.
Daar lag de baard. De mooie zilveren ha
ren, waar Sint Nicolaas altijd zo trots op
was, kringelden doelloos over de grond. De
fraaie krullen lagen verlept op elkander.
Het was of de baard nooit aan Sints kin
had vastgezeten, of hij een bloknootvel-
letje was geweest. Rttss, je trekt het zo af.
Zo leek het ook met die baard. Sint Nico
laas streek verdwaasd over zijn nu lege
kin en Piets ogen vulden zich met ranen.
O Sint Nicolaas, zei Piet, wat bent u
nu lelijk.
Geef me mijn warme wollen das, die
ik altijd in Holland gebruik als het erg
koud is, riep Sint Nicolaas. Gauw!
De oudste Piet bracht Sint de wollen das
en Sint Nicolaas knoopte hem over zijn
kin om toch maar niemand te laten zien
dat hij geen baard had. Piet zelf schoof
voorzichtig de afgevallen baard onder
het bed. Geef mij dat flesje eens aan,
Piet, zei Sint.
Piet gaf Sint het flesje.
O jij domme.jij uilskuiken van een
Piet! riep Sint Nicolaas. Kan je dan niet
lezen? Heb je niet gelezen wat erop staat?
Wat staat er? vroeg de oudste Piet be
vend.
Sint Nicolaas overhandigde Piet het
flesje. ..Uitwendig" stond er met grote let
ters. „Drankje. Niet om op te drinken".
Ik had het niet op moeten drinken. Ik
had het op moeten smeren, riep Sint Nico
laas.
Maar waarop Sint? vroeg Piet. Waar
op met uw permissie.
Dat weet ik niet, zei Sint Nicolaas.
Dat weet de dokter, zei Piet.
Nu ben ik nog zieker dan ik al ben, zei
Hoe wonderlijk het ook klinkt: over
het bestaan van St. Nicolaas is door zeer
geleerde en beslist volwassen wannen
evenveel onderling dispuut geweest als
tussen vele kinderen die op een nood
lottige dag vaststelden, dat Sinterklaas
„net zulke schoenen als vader" droeg en
dat Zwarte Tiet praatte met de stem van
grote zus of een andere bekende. „De
waarheid over Si. Nicolaas" zullen wij
hieronder uitvoerig trachten vast te stel
len. Maar twee meer en meer verbreide
misvattingen dienen voorop te gaan.
Het eerste misverstand is, dat Sinter
klaas uit Spanje komt. Wanneer over iéts
zekerheid bestaat, dan is het wel hiérover,
dat St. Nicolaas in werkelijkheid niet in
Spanje heeft gewoond en dat hij zelfs nooit
Sint Nicolaas. Ga onmiddellijk de deur uit
en haal de doker.
En de oudste Piet rende weer door de
straten van Madrid de hoofdstad van
Spanje en de dokter stapte in zijn auto
en reed in vliegende vaart naar Sint Nico
laas en hij schreef een nieuw recept en hij
liet er duidelijk bij zetten waar Sint Ni
colaas het moest smeren en hij zei, dat hij
het erg druk had en dat hij Sint Nicolaas
zijn baard ook niet kon teruggeven, maar
dat hij wel graag wilde weten of er een
nieuwe baard aan de Sint zijn kin kwam
groeien, anders kon hij zijn naam ge
ven aan de ziekte van de baard van Sint
Nicolaas.
Hij liet de Sint in wanhoop achter, want
hoe kwam de Sint aan een mooie golven
de baard nog voor hij in Holland arriveer
de.
Het heeft er toen even naar uitgezien,
dat Sint Nicolaas helemaal niet naar Ne
derland zou gaan. Hij was al gauw weer
op de been, maar hij durfde zich aan nie
mand meer te vertonen. En in Holland zou
hij duizenden kinderen moeten bezoeken
en duizenden handen schudden en overal
moeten zeggen: Ik heb mijn baard wel
niet, maar ik ben toch Sint Nicolaas. Piet
heeft me het drankje verkeerd ingegeven,
zie je.
Nee, dat kon hij niet. Maar iedere dag
dat hij zijn reis uitstelde, werd het hem
angstiger te moede als hij aan de teleurstel
ling dacht van al die duizenden kinderen
in Nederland. Toen heeft Sint Nicolaas een
wijs besluit genomen. Hij heeft zich inge
scheept. Hij is op weg gegaan. -Maar voor
hij met zijn stoomboot de haven van Span
je uitvoer, liet hij zich in een rijtuig met
gesloten gordijntjes naar een kapper
brengen en die kapper bezwoer Sint Nico
laas, dat hij het aan niemand (dan aan
mij) zou zeggen en die kapper heeft Sint
Nicolaas een valse baard aangemeten, die
er net zo mooi uitzag als de echte. Die
baard kringelde ook, hij zat vol krullen,
het was een genot om er door te strijken,
zo zacht.
Met zijn valse baard is Sint Nicolaas
toen op zijn schimmel naar de stoomboot
gegaan. Zo verscheen hij in Nederland.
En als je Sint Nicolaas ontmoet en je kijkt
goed naar hem, misschien dat je dan ziet
dat hij geen echte baard heeft. Maar laat
het alsjeblieft niet aan de Goedheiligman
merken. De échte Sint is hij toch!
Sint Nicolaas is niet tevreden
over de herdenking van zijn ge
boortedag in Australië.
Toen ik hem dezer dagen ont
moette, was hij teleurgesteld. Hij
voelde zich vermoeid, want de
reis van Spanje naar Australië
duurt een beetje langer dan naar
Nederland. Bovendien is het om
deze tijd van het jaar in Australië
eigenlijk te warm om in zo'n bis-
schopskleëd te lopen. Met een
temperatuur van om en nabij
negentig graden Fahrenheit, die
dikwijls tot boven de honderd
stijgt, valt het zelfs voor Zwarte
Pieten niet mee, hoewel zij in het
hete Morenland toch wel wat ge
wend zijn.
Wat erger is: Sint en z'n Pieten
missen hier de lange, donkere
schoorstenen, waar ze doorheen
kunnen kruipen om cadeautjes bij
haard of kachel neer te leggen. En
die haard of kachel is natuurlijk
midden in de zomer ook ver te
zoeken. Er zijn hier zovele huizen
zonder schoorsteen, dat het een
hele opgaaf wordt voor Piet om
e'n baas te bewegen er een bezoek
te brengen. Zelfs als er een
schoorsteenmantel is, dan is die
dikwijls loos. Schoen of klomp
vindt men er niet en er klinkt
geen lied van rond zo'n loze
schoorsteen geschaarde kinderen.
En al die huizen,waarvan de blin
den, zoals in Australië gebruike
lijk is, de hele dag en nacht ge
sloten blijven, stralen natuurlijk
gen ljcht uit. De sprankelende
sprookjeslichten, zelfs al was het
eer maar één in een eenzaam ge
legen boerderij, ontbreken
Er is nog méér ongemak, zei
ie Sint. toen ik, tussen twee hui-
en in, een vraaggesprek met hem
had.
Wat voor ongemak? vroeg ik.
Nou, kijk eens, zei Sinter
laas, terwijl hij zijn mijter een
leetje naar achteren schoof en het
zweet van z'n voorhoofd wiste:
In Nederland wandelde ik zo
gemakkelijk over de daken, maar
hier staan alle huizen apart, ge
scheiden door grote tuinen. Als ik
in Nederland vijf huizen doe. kan
ik er hier in dezelfde tijd maar
één af. Ik werk wat we in Austra
lië noemen „overtime" en aai
moet natuurlijk betaald worden.
De Sint zag, dat ik verschrikt
en verontwaardigd keek tegelijk
en verduidelijkte zijn van een ma
terialistische gezindheid blijkende
opmerking met een uitlegging, die
acceptabel leek: Er is hier, zo zei
hij op sombere toon, veel con
currentie, weet je. Niet van col
lega-Sinterklazen, maar van
Kerstmannetjes, die zich Santa
Claus noemen, Sinterklaas, weet
je. Ze lopen in rooie jakken met
witte randen hier al rond in okto
ber, tot Kerstmis toe. Dat vind ik
oneerlijke concurrentie.
Maar u hebt toch niet te
klagen over populariteit onder de
Nederlanders? waagde ik op te
merken.
Dat is betrekkelijk, luidde
het antwoord. Zwarte Piet schud
de heftig met z'n hoofd om de
Sint bij te vallen, terwijl straal
tjes transpiratie langs z'n wangen
en hals liepen, zodat z'n Moriaan-
se kleur begon te verbleken.
Er zijn hier honderdduizend
Nederlandse immigranten, ver
volgde Sint Nicolaas op ietwat
schoolmeesterachtige toon.
Over het algemeen staan ze on
verschillig tegenover het Sinter
klaasfeest. De meeste kinderen
kennen m'n liedjes niet eens, of
niet meer. Dat is de schuld van
de ouders, want die leren hun
kinderen die liedjes niet. Mis
schien hebben de kinderen ook
geen zin om ze te leren. Op de
Scholen wordt er natuurlijk hele
maal niets aan gedaan. Het is
voor mij heus niet leuk voor een
groep kinderen te staan en hen
niet eens een behoorlijk Sinter
klaasliedje te horen zingen. In
West-Australië heeft de Neder
landse vereniging eens besloten
helemaal geen Sinterklaasfeest
voor de kinderen te houden, om
dat, zo zei het bestuur, de sfeer
ontbreekt en de kinderen geen
liedjes kunnen zingen.
De Goedheilig man keek treurig
voor zich uit. Hij had kennelijk
verdriet over zoveel laksheid en
onwetendheid, maar fleurde op,
toen ik Tasmanië noemde.
Tasmanië is een uitzondering,
zei hij glimlachend. De burge
meester van Launceston beeft me
vorig jaar officieel ontvangen.
Het was een grote optocht en een
feest voor Nederlandse en Austra
lische kinderen bij elkaar. Ook
ben ik in Mildura geweest, achter
in het binnenland van Nieuw Zuid
Wales, tjonge wat een reis.en
heet dat het was! Daar wonen
maar twintig Nederlandse gezin-
oen. Ze hebben me ontvangen als
een vorst. Een grote optocht door
de stad. De gehele bevolking was
uitgelopen om ons te zien. De
volgende dag stonden er foto's van
in de kranten.
En was dat de enige plaats,
waar u zo spontaan werd ontvan
gen? vroeg ik.
O nee, in Wollongong, de
staalstad van Nieuw Zuid Wales,
was het óók leuk. Daar kwamen
vierhonderd kinderen bij elkaar
om me te verwelkomen. Twee
honderd kilometer naar het noor
den, in Newcastle, vierhonderd
kilometer naar 't zuiden, in Can
berra, hadden we ook veel pret.
In Canberra namen ze mee in een
optocht door de federale hoofd
stad. Versierde fietsen en auto's
waren er ook bij. De Nederlandse
vereniging organiseerde er een
groot feest voor de kinderen met
appelhappen, hardlopen, kange-
roe-lopen en veel ijs. Ik ril er
nog van als ik er aan denk
Wat wilt u daarmee zeggen?
vroeg ik.
De Sint dacht een ogenblik na
en antwoordde: Het huiselijke
feest van Sinterklaasavond in Ne
derland heeft een heel ander ka
rakter dan het massafeest in
Australië. Het is niet alleen de
ijswafel, die de hete melk en
warme chocolade heeft vervangen,
het is ook het persoonlijke con
tact, dat heeft plaats gemaakt
voor een sociale bijeenkomst, soms
een kinderfeest, zoals in Neder
land op Koninginnedag zou zijn
gehouden of een dansavond voor
vaders,ep moeders! Ik oen hier,
niet veel anders dan een gedenk-
waa'fdfg'e ïelikwie uit 'jen voor-'
bije tijd
Klinkt dat niet een beetje
•ynisch?
Het is de wauheid, zei Sint
Zwarte Piet ws nmiddels aan
z'n tweede ijslolïi- ngonnen Sin
terklaas stak z'n staf in de groene
berm van de straat, trok z n toga
lit en legde die op de drinkwater-
bak. die hier op tal van plaatsen
angs de weg voor de paarden zijn
tangebracht en zei: De appel
tjes van oranje groeien hier in
zo'n overvloed het hele jaai door.
ook in de achtertuin van vele
lederlandse gezinnen, dat de
toomboot uit Spanje geèn attrac-
ie meer is voor de kinderen De
Sint en Spanje zijn typisch ver-
oonden met vorst en sneeuw en
zou, met vuur in de haard of een
snorrende kachel, met donkere
winteravonden, maar die héb je
niet in Australië, tenminste niet
om deze tijd van het jaar Daar
door voel ik me als een kat in
oen vreemd pakhuis. De tijd zal
komen, dat ik een legendarische
figuur zal zijn in de ware beteke
nis van het woord: mijn naam zal
in Australië nog slechts genoemd
worden in boeken en kranten. De
kinderen zullen hun schuchtere
blikken slechts opsiaan naar m'n
concurrent. Vader Kerstmis, het
mannetje in z'n rooie iak. dat zich
Sinterklaas noemt maar het niet
is! Het heerlijk avondje en de
klop op de deur verdwijnen lang
zaam maar zeker, zoals het schip,
dat de kir.deren uit Nederland
meenam naar Australië, achter de
horizon verdween.
Sint Nicolaas zuchtte toen hij
dit zei. Zwarte Piet veegde het
zweet van z'n voorhoofd. Ze
trokken met gebogen ruggen ver
der, nagestaard door enkele
Australiërs, van wie ik er één
hoorde zeggen: Die gaan zeker
naar een gemaskerd bal
in dat land is gewéést. De tweede misvat
ting betreft de datum waarop zijn feest
behoort te worden gevierd. Van een sim
pele strooi-avond en een huiselijk samen
zijn op de avond van 5 december van de
vóóravond van he*: St. Nicolaasfeest, is in
vele Nederlandse gezinnen die vijfde de
cember tot de dag zélf van Sinterklaas ge
worden. In toenemende mate vinden de
kinderen niet meer pas op de ochtend van
6 december geschenken in hun schoen,
maar zijn die cadeaus de dag tevoren al
uitgereikt. Om nog maar te zwijgen van
„vervroegde" Sinterklaasfeesten, die soms
al in november beginnen. Veelal is tegen
woordig op 6 december de feestelijkheid al
weer lang en breed voorbij. Dat is fout.
Want 6 december is de enig juiste dag om
St. Nicolaas te vieren. De avond van 5 de
cember zou niet meer dan een inleiding
mogen zijn.
De historische St. Nicolaas (want hij hééft
bestaan!) werd in Patara, een stadje in Ly-
cië, in Klein-Azië, geboren. Zijn vader
heette Eufemius en schijnt een vermogend,
vroom en liefdadig man te zijn geweest.
Sinterklaas heeft dus zijn goedgeefsheid
van niemand vreemd. Zijn moeder was een
zuster van de aartsbisschop van Myra,
eveneens in Klein-Azië gelegen. Onder
geen omstandigheid mag men Sinterklaas
verwarren met de Heilige Nicolaas. die in
de negende eeuw paus was en die te Rome
geboren werd en stierf. Wanneer Sinter-
klaas-de-Kindervriend geboren werd, is
volkomen onbekend. Zelfs over het jaar
waarin hij stierf zijn de oudste bronnen
het niet eens. Ze noemen zowel het jaar
328 als 343 of 352. Er zijn zelfs onderzoekers
geweest, die zijn leven in een veel latere
eeuw plaatsten.
Of hij inderdaad als bisschop hét Conci
lie van Nicaea in het jaar 325 bijwoonde,
staat al evenmin vast. Toch mogen wij wel
aannemen, dat hij als opvolger van zijn
oom Nicolaas-de-Oude bisschop van Myra
is geweest. De traditie stelt zijn sterfdag op
6 december en dat is de datum gebleven
van zijn herdenking. In het oosten was zijn
cultus al in de zesde eeuw zeer verbreid.
Het gevolg was, dat talloze legenden en
wonderverhalen ontstonden, die wel nooit
meer geheel van de historische feiten te
onderscheiden zullen zijn. Heeft St. Nico
laas inderdaad zijn ouders aan de pest ver
loren? En verdeelde hij werkelijk zijn ge-
erfde fortuin onder de armen? Het is best
mogelijk. In elk geval zal zijn al in de
vijfde eeuw gevestigde reputatie van gul
heid niet helemaal op losse gronden steu
nen.
Kooplieden uit Bari brachten in 1087 het
gebeente van St. Nicolaas naar Zuid-Italië
over. Dat bewijst, hoe zijn roem in de elfde
eeuw ook tot Europa doorgedrongen was.
Toen het stoffelijk overschot van St. Nico
laas eenmaal in Bari rustte, verbreidde zich
daór zijn faam met nieuwe wonderver
halen spoedig ook over westelijk Europa.
Op het ogenblik is dus eigenlijk niet Ma
drid of een andere Spaanse gemeente de
stad van Sinterklaas, maar Bari, de leven
dige havenstad in zuidoostelijk Italië: daar
kan men zijn graf bezoeken in de naar St.
Nicolaas genoemde err aan hem gewijde
kerk, dicht bij de zee. De plaats strookt uit
stekend met de rol die St. Nicolaas als
beschermheilige der zeelieden speelt en die
teruggaat op allerlei wonderen die hij op
zijn zeereizen zou hebben verricht.
Er is wel beproefd, alle elementen van
ons Sinterklaasfeest historisch in het wer
kelijke leven van de heilige man aan te
wijzen Tevergeefs. Legenden, hoe vroom
en verkwikkend soms ook, zijn nu eenmaal
geen wetenschappelijke realiteiten. De
geleerden (en er waren er heel wat die
zich met St. Nicolaas en met Sinterklaas
gebruiken bezighielden) zijn het over één
ding vrijwel eens: er steekt in het Sinter
klaasfeest meer heidense overlevering dan
historische werkelijkheid.
Het is overbekend, dat talloze gebruiken
uit de germaanse tijd sinds de komst van
het christendom ..gekerstend" zijn en een
nieuwe, christelijke inhoud kregen Wij
behoeven slechts aan de kerstboom te
herinneren. Ook de figuur van St. Nicolaas
werd in vele Europese landen omhangen
met allerlei verhalen en gebruiken die hier
al lang vóór zijn werkelijke leven in Klein-
Azië bekend moeten zijn geweest. Dit feit
verklóart. dat Sinterklaas in vele streken
allerminst op een bisschop gelijkt. Oudtijds
verscheen hij hier en daar zelfs als een
ridder in volle wapenrusting! In Oost-
Friesland is hij weliswaar een grijsaard
met witte baard, maar hij treedt er op in
een pelsmantel. Zo ook in sommige delen
van Beieren, waar hij „Pelznickel" (Nico-
laas-met-de-pelsjas) wordt genoemd en ook
een pelsmuts draagt. Hij lijkt dus meer op
een winterman, een ijskoning
Een feit is voorts, dat in de oudgermaan-
se tijd een heidens winterfeest gevierd
werd, dat van midden-november tot in
januari duurde en waarop men zowel spijs
offers aan Wodan (de god der vruchtbaar
heid) bracht, als onderling geschenken uit
wisselde en in huiselijke sfeer van het
goede der aarde genoot. Allerlei christelijke
feesten in dit tijdvak, van St. Maarten op
11 november, via het Kerstfeest tot Drie
koningen op 6 januari namen elementen uit
het heidense winterfeest op en gaven er
een nieuwe inhoud aan.
Dat hetzelfde gebeurde met de viering
van het St. Nicolaasfeest werd natuurlijk
begunstigd door de reputatie van bereisd
heid en gulheid, die de kindervriend al uit
Klein-Azië meebracht. Maar het was niet
minder het gevolg van de nuchtere datum,
die midden in het germaanse winterfeest
viel. Zó wordt nu ook duidelijk, waarom er
allerlei punten van overeenkomst zijn tus
sen St. Maarten en St. Nicolaas enerzijds,
tussen St. Nicolaas en de Kerstman ander
zijds. Ook de „cqncurrenten" van Sinter-
kiaas hebben iets van de gebruiken uit de
vóór-christelijke tijd opgedaan.
Nu iets over enige kenmerkende dingen
in de Sinterklaasviering zoals wij die ken
nén. Over het bisschopsgewaad behoeven
wij niet lang uit te weiden. Het is eigenlijk
het enige werkelijk-historische element in
het feest en in de eerbiedwaardige gestalte
van St. Nicolaas. De schimmel past, mét de
witte haard en de ouderdom van zijn be
rijder, in het karakter van het winterland
schap en van het heidense winterfeest. Ook
Wodan god van de vruchtbaarheid en
god van de wind (het éne dóór het andere,
want het is de wind die het stuifmeel over
brengt) reed reeds op een schimmel door
de lucht. De tochten van St. Nicolaas te
aangeblaft. Wie in de huwelijksnacht een
geldstuk in zijn schoen legt, heeft later
nooit geldgebrek.
paard over de daken, hoe opvallend ook
voor een bejaarde bisschop, zijn ius niet zo
oorspronkelijk als het wel lijkt. Ook Wo
dan gooide trouwens op zijn tochten door
de lucht al gaven in de schoorsteen. Die
schoorsteen gold in de germaanse tijd als
de natuurlijke verbindingsweg tussen men
sen en goden, tussen aarde en hemel. Door
de schoorsteen had men bovenaardse din
gen te verwachten.
Over de schoen, die de kinderen bij de
schoorsteen plegen te zetten, zou heel wat
te vertellen zijn. Maar het belangwekkend
ste is misschien toch wel, dat hier in de
sinterklaasgebruiken iets mee gaat spelen
dat afkomstig is uit Spanje, het land waar
de échte St. Nicolaas vertoefde. In Spanje
vierde men namelijk omstreeks de vijftien
de en zestiende eeuw misschien zelfs al
éérder een feest dat „sapate" werd ge
noemd en waarop men elkaar in de kringen
der aristocratie kostbare geschenken placht
te geven. De grap was, dat die kostbaar
heden verborgen werden in een schamel
omhulsel, bijvoorbeeld een diamant in een
citroen of een halssnoer in een oude schoen.
Misschien is de naam van het feest een
verbastering van het Spaanse woord voor
schoen, dat „zapato" luidt, misschien heeft
omgekeerd de naam van het feest tot het
gebruik van schoenen als omhulsel der
cadeaus geïnspireerd. In elk geval zijn
schoen en geschenk in onderling verband
daarna tot. ver buiten Spanje doorgedron
gen. Madame De Sévigné, ster aan het hof
van Lodewijk XIII van Frankrijk, schrijft
over het gebruik in een brief van 13 decem
ber 1679 Blijkbaar had zij het „sapate"-
feest en het geschenk in de schoen toen
kort tevoren leren kennen. In elk geval
schijnt dit element van het Sinterklaas
feest het enige waarvan een Spaanse her
komst valt aan te wijzen.
De gewoonte om wat stro „voor het
paard" te doen in de schoen, die bij.de
schoorsteen wordt gezet, stamt intussen
weer geheel uit het noorden. In Scandi
navië, in Oldenburg en in andere delen
van Duitsland kende en kent men hier en
daar nóg het gebruik enige halmen van
de laatste oogst of de laatste schoof op de
akker te laten staan. De oorsprong van
deze gewoonte is duidelijk: men heeft er de
resten in te zien van een heidens offer aan
de god der vruchtbaarheid. Het volksge
loof kent nog allerlei varianten. Wie in
Mecklenburg 's nachts drie strohalmen in
zijn schoen legt, wordt niet door honden
Strooien is iets waaraan Wodan zich als
„wilde ruiter" tijdens zijn ritten door de
lucht al moet hebben te buiten gegaan,
willen wij de oudgermaanse sagen geloven.
Het strookte trouwens uitstekend met zijn
kwaliteit van god der vruchtbaarheid.
In het algemeen behoort heel de cultus
vanJekkèrnijen tot het terrein der heidense
spijsoffers. Onze speculaas wordt onder de
naam ,St.-Claes-baksel" vermeld in Dordt-
se stadsrekeningen uit de vijftiende eeuw.
Ze werd toen in vele steden van gemeente
wege aan de jeugd uitgedeeld. Marsepein
heet in Italië land van amandelen
„mazzapane" Letterlijk beduidt dat: staaf-
brood. Ook ons met behulp van amandelen
gemaakte letterbanket beantwoordt echter
aan die omschrijving en het is onzeker,
welke van beide lekkernijen met het in de
vijftiende-eeuwse stadsrekeningen genoem
de „amandelbrood" wordt bedoeld.
Vrijers van taai—taai èn harten van sui
kergoed krijgen diepere zin als men weet,
dat St. Nicoiaas niet alleen schutspatroon
der zeelieden was, maar ook „hylickmaker"
(dat is' „huwelijksmaker" of patroon van
een goed huwelijk). De roe of gard diende
aanvankelijk geenszins om te tuchtigen. Ze
was veeleer een heidens vruchtbaarheids
symbool Een bosje takken van berk of
hazelaar hing men aan de deur van huis
of stal als talisman voor het welzijn van de
kudde.
De meeste raadselen hangen wellicht om
Zwarte Piet: deze schijnt te zijn voortge
komen uit een behoefte aan contrastwer
king en uit de menselijke wens, dat welis
waar het goede beloond, maar het kwade
gestraft zal worden. In streken waar Sin
terklaas meer gelijkt op een goedige, ge
schenken uitdelende Winterkoning-in-pels-
jas, daar heeft zijn begeleider vaak de ge
daante van een duivel, of anders van een
spookachtig in het wit geklede heks. Berch-
tel of Busebergt genaamd. Toen Spanje
eenmaal, via de schoen, als land van de
herkomst van St. Nicolaas werd beschouwd,
lag het voor de hand. zijn schrikaanjagende
begeleider tot Moor te maken. In Spanje
bevond zich immers nog tot in de dertiende
eeuw een Moors rijk. Moren er ver
schrikking waren er voor de blanke be
volking vrijwel identiek.
Herhaaldelijk zijn, ook in Nederland,
protesten gerezen tegen het Sinterklaas
feest. Zo schreef zekere Walich Siewerts
in 1604: ,,'t Is een sotte en onghefondeerde
manierc van de kinderen haerte schoenen
met allerley snoeperie ende slickerdemick
te vullen". Maar het feest van de gulheid,
van heidense oorsprong of niet, heeft in
ons land zó hecht wortel geschoten, dat het
zich niet gemakkelijk zal laten uitroeien.
En ook al heeft het met de historische St.
Nicolaas niet veel meer dan de naam en
het bisschopsgewaad gemeen, toch leeft het
in de geest van het Nederlandse volk méér
dan menig ondubbelzinnig feit uit de ge
schiedenisboekjes.
Advertentie
KENNEMERLAAN 88, IÏMUIDEN, TELEFOON 5530
AIS SPECIALE REKLAME
ALEEN DONDERDAG
HEERLIJKE
SPECULAASBROKKEN
met amandelen 50 et
Iets fijns, want het komt van