ER ZIJN HIER HAAST GEEN KINDEREN DIE MIJN LIEDJES NOG ZINGEN iUlïïd SINTERKLAAS KOMT NIET UIT SPANJE Het vreemde de baard van Sint Nicolaas I I 1 I I 15 Verhaal voor de jeugd door Pierre Ego klaagt de Sint in Australië Heidens of heilig Zijn concurrenten Waarom maakt de grijze bisschop op een schimmel strooitochten over hoge dakenen waarom geven wij elkaar vrijers van taai-taaiharten van suiker of marsepein Suikergoed Pietermanknecht êMAfe/fOndM cte MkeïInlckeM erifm WOENSDAG 19 NOVEMBER 1958 De avond voor Sint Nicolaas naar Ne derland scheep zou gaan werd de Goed heiligman ziek. Hij lad in zijn mooie bed met goud ingelegde randen en staarde mistroostig naar het prachtige baldakijn, dat zijn Pieten nog die morgen een goede beurt hadden gegeven. Ik weet niet wat mij mankeert, zei Sint Nicolaas, maar ik voel me niet helemaal lekker. Zal ik de dokter roepen, Sint? vroeg de oudste Piet. Dat moest je maar doen, antwoordde Sint Nicolaas. De oudste Piet spoedde zich heen. Hij snelde door de straten van Madrid hoofdstad van Spanje en haalde de duur ste dokter, die er te vinden was. Ook in Spanje zeggen ze, zijn de duurste dokters de beste. De dokter liet zich meteen in een auto naar het bed van Sint Nicolaas rij den. Hij onderzocht de Sint op alle ziek tes, die hij kende en hij probeerde ook of hij misschien nóg een onbekende ziekte kon vinden, waaraan hij dan zijn naam mocht geven. Tenslotte stelde hij vast dat Sint Nicolaas ziek was. U bent ziek, zei hij- Hij schreef een paar woorden op een pa piertje en liet dat de oudste Piet naar de apotheek brengen. Daérna' stapte hij in zijn auto en reed naar huis. Alles goed en wel, zei Sint Nicolaas, toen de oudste Piet van de apotheek terug kwam, maar wat mankeer ik nu eigen lijk? Heeft die dokter nu helemaal niet ge zegd of het erg is en hoe lang ik in bed moet blijven? Hij heeft gezegd: u bent ziek! en toen is hij weggegaan, antwoordde de oudste Piet. Maar maakt hij me beter? vroeg Sint Nicolaas. Ik heb hier een drankje, zei de oudste Piet. U moest dat maar innemen. Mis schien dat u morgen beter bent. Sint Nicolaas kwam zuchtend overeind, sloeg de lakens terug, steunde op het kus sen en hapte in de grote eetlepel met medi cijn, die de oudste Piet hem aanreikte. O, wat is dat bitter! riep Sint Nicolaas. Meteen voelde hij een vreemd, kriebelig gevoel aan zijn kin. Hij zag de ogen van de oudste Piet groter en groter worden van verbazing en ineens., gleed zijn baard naast hem op de grond. Lieve help! riep Sint Nicolaas. Daar lag de baard. De mooie zilveren ha ren, waar Sint Nicolaas altijd zo trots op was, kringelden doelloos over de grond. De fraaie krullen lagen verlept op elkander. Het was of de baard nooit aan Sints kin had vastgezeten, of hij een bloknootvel- letje was geweest. Rttss, je trekt het zo af. Zo leek het ook met die baard. Sint Nico laas streek verdwaasd over zijn nu lege kin en Piets ogen vulden zich met ranen. O Sint Nicolaas, zei Piet, wat bent u nu lelijk. Geef me mijn warme wollen das, die ik altijd in Holland gebruik als het erg koud is, riep Sint Nicolaas. Gauw! De oudste Piet bracht Sint de wollen das en Sint Nicolaas knoopte hem over zijn kin om toch maar niemand te laten zien dat hij geen baard had. Piet zelf schoof voorzichtig de afgevallen baard onder het bed. Geef mij dat flesje eens aan, Piet, zei Sint. Piet gaf Sint het flesje. O jij domme.jij uilskuiken van een Piet! riep Sint Nicolaas. Kan je dan niet lezen? Heb je niet gelezen wat erop staat? Wat staat er? vroeg de oudste Piet be vend. Sint Nicolaas overhandigde Piet het flesje. ..Uitwendig" stond er met grote let ters. „Drankje. Niet om op te drinken". Ik had het niet op moeten drinken. Ik had het op moeten smeren, riep Sint Nico laas. Maar waarop Sint? vroeg Piet. Waar op met uw permissie. Dat weet ik niet, zei Sint Nicolaas. Dat weet de dokter, zei Piet. Nu ben ik nog zieker dan ik al ben, zei Hoe wonderlijk het ook klinkt: over het bestaan van St. Nicolaas is door zeer geleerde en beslist volwassen wannen evenveel onderling dispuut geweest als tussen vele kinderen die op een nood lottige dag vaststelden, dat Sinterklaas „net zulke schoenen als vader" droeg en dat Zwarte Tiet praatte met de stem van grote zus of een andere bekende. „De waarheid over Si. Nicolaas" zullen wij hieronder uitvoerig trachten vast te stel len. Maar twee meer en meer verbreide misvattingen dienen voorop te gaan. Het eerste misverstand is, dat Sinter klaas uit Spanje komt. Wanneer over iéts zekerheid bestaat, dan is het wel hiérover, dat St. Nicolaas in werkelijkheid niet in Spanje heeft gewoond en dat hij zelfs nooit Sint Nicolaas. Ga onmiddellijk de deur uit en haal de doker. En de oudste Piet rende weer door de straten van Madrid de hoofdstad van Spanje en de dokter stapte in zijn auto en reed in vliegende vaart naar Sint Nico laas en hij schreef een nieuw recept en hij liet er duidelijk bij zetten waar Sint Ni colaas het moest smeren en hij zei, dat hij het erg druk had en dat hij Sint Nicolaas zijn baard ook niet kon teruggeven, maar dat hij wel graag wilde weten of er een nieuwe baard aan de Sint zijn kin kwam groeien, anders kon hij zijn naam ge ven aan de ziekte van de baard van Sint Nicolaas. Hij liet de Sint in wanhoop achter, want hoe kwam de Sint aan een mooie golven de baard nog voor hij in Holland arriveer de. Het heeft er toen even naar uitgezien, dat Sint Nicolaas helemaal niet naar Ne derland zou gaan. Hij was al gauw weer op de been, maar hij durfde zich aan nie mand meer te vertonen. En in Holland zou hij duizenden kinderen moeten bezoeken en duizenden handen schudden en overal moeten zeggen: Ik heb mijn baard wel niet, maar ik ben toch Sint Nicolaas. Piet heeft me het drankje verkeerd ingegeven, zie je. Nee, dat kon hij niet. Maar iedere dag dat hij zijn reis uitstelde, werd het hem angstiger te moede als hij aan de teleurstel ling dacht van al die duizenden kinderen in Nederland. Toen heeft Sint Nicolaas een wijs besluit genomen. Hij heeft zich inge scheept. Hij is op weg gegaan. -Maar voor hij met zijn stoomboot de haven van Span je uitvoer, liet hij zich in een rijtuig met gesloten gordijntjes naar een kapper brengen en die kapper bezwoer Sint Nico laas, dat hij het aan niemand (dan aan mij) zou zeggen en die kapper heeft Sint Nicolaas een valse baard aangemeten, die er net zo mooi uitzag als de echte. Die baard kringelde ook, hij zat vol krullen, het was een genot om er door te strijken, zo zacht. Met zijn valse baard is Sint Nicolaas toen op zijn schimmel naar de stoomboot gegaan. Zo verscheen hij in Nederland. En als je Sint Nicolaas ontmoet en je kijkt goed naar hem, misschien dat je dan ziet dat hij geen echte baard heeft. Maar laat het alsjeblieft niet aan de Goedheiligman merken. De échte Sint is hij toch! Sint Nicolaas is niet tevreden over de herdenking van zijn ge boortedag in Australië. Toen ik hem dezer dagen ont moette, was hij teleurgesteld. Hij voelde zich vermoeid, want de reis van Spanje naar Australië duurt een beetje langer dan naar Nederland. Bovendien is het om deze tijd van het jaar in Australië eigenlijk te warm om in zo'n bis- schopskleëd te lopen. Met een temperatuur van om en nabij negentig graden Fahrenheit, die dikwijls tot boven de honderd stijgt, valt het zelfs voor Zwarte Pieten niet mee, hoewel zij in het hete Morenland toch wel wat ge wend zijn. Wat erger is: Sint en z'n Pieten missen hier de lange, donkere schoorstenen, waar ze doorheen kunnen kruipen om cadeautjes bij haard of kachel neer te leggen. En die haard of kachel is natuurlijk midden in de zomer ook ver te zoeken. Er zijn hier zovele huizen zonder schoorsteen, dat het een hele opgaaf wordt voor Piet om e'n baas te bewegen er een bezoek te brengen. Zelfs als er een schoorsteenmantel is, dan is die dikwijls loos. Schoen of klomp vindt men er niet en er klinkt geen lied van rond zo'n loze schoorsteen geschaarde kinderen. En al die huizen,waarvan de blin den, zoals in Australië gebruike lijk is, de hele dag en nacht ge sloten blijven, stralen natuurlijk gen ljcht uit. De sprankelende sprookjeslichten, zelfs al was het eer maar één in een eenzaam ge legen boerderij, ontbreken Er is nog méér ongemak, zei ie Sint. toen ik, tussen twee hui- en in, een vraaggesprek met hem had. Wat voor ongemak? vroeg ik. Nou, kijk eens, zei Sinter laas, terwijl hij zijn mijter een leetje naar achteren schoof en het zweet van z'n voorhoofd wiste: In Nederland wandelde ik zo gemakkelijk over de daken, maar hier staan alle huizen apart, ge scheiden door grote tuinen. Als ik in Nederland vijf huizen doe. kan ik er hier in dezelfde tijd maar één af. Ik werk wat we in Austra lië noemen „overtime" en aai moet natuurlijk betaald worden. De Sint zag, dat ik verschrikt en verontwaardigd keek tegelijk en verduidelijkte zijn van een ma terialistische gezindheid blijkende opmerking met een uitlegging, die acceptabel leek: Er is hier, zo zei hij op sombere toon, veel con currentie, weet je. Niet van col lega-Sinterklazen, maar van Kerstmannetjes, die zich Santa Claus noemen, Sinterklaas, weet je. Ze lopen in rooie jakken met witte randen hier al rond in okto ber, tot Kerstmis toe. Dat vind ik oneerlijke concurrentie. Maar u hebt toch niet te klagen over populariteit onder de Nederlanders? waagde ik op te merken. Dat is betrekkelijk, luidde het antwoord. Zwarte Piet schud de heftig met z'n hoofd om de Sint bij te vallen, terwijl straal tjes transpiratie langs z'n wangen en hals liepen, zodat z'n Moriaan- se kleur begon te verbleken. Er zijn hier honderdduizend Nederlandse immigranten, ver volgde Sint Nicolaas op ietwat schoolmeesterachtige toon. Over het algemeen staan ze on verschillig tegenover het Sinter klaasfeest. De meeste kinderen kennen m'n liedjes niet eens, of niet meer. Dat is de schuld van de ouders, want die leren hun kinderen die liedjes niet. Mis schien hebben de kinderen ook geen zin om ze te leren. Op de Scholen wordt er natuurlijk hele maal niets aan gedaan. Het is voor mij heus niet leuk voor een groep kinderen te staan en hen niet eens een behoorlijk Sinter klaasliedje te horen zingen. In West-Australië heeft de Neder landse vereniging eens besloten helemaal geen Sinterklaasfeest voor de kinderen te houden, om dat, zo zei het bestuur, de sfeer ontbreekt en de kinderen geen liedjes kunnen zingen. De Goedheilig man keek treurig voor zich uit. Hij had kennelijk verdriet over zoveel laksheid en onwetendheid, maar fleurde op, toen ik Tasmanië noemde. Tasmanië is een uitzondering, zei hij glimlachend. De burge meester van Launceston beeft me vorig jaar officieel ontvangen. Het was een grote optocht en een feest voor Nederlandse en Austra lische kinderen bij elkaar. Ook ben ik in Mildura geweest, achter in het binnenland van Nieuw Zuid Wales, tjonge wat een reis.en heet dat het was! Daar wonen maar twintig Nederlandse gezin- oen. Ze hebben me ontvangen als een vorst. Een grote optocht door de stad. De gehele bevolking was uitgelopen om ons te zien. De volgende dag stonden er foto's van in de kranten. En was dat de enige plaats, waar u zo spontaan werd ontvan gen? vroeg ik. O nee, in Wollongong, de staalstad van Nieuw Zuid Wales, was het óók leuk. Daar kwamen vierhonderd kinderen bij elkaar om me te verwelkomen. Twee honderd kilometer naar het noor den, in Newcastle, vierhonderd kilometer naar 't zuiden, in Can berra, hadden we ook veel pret. In Canberra namen ze mee in een optocht door de federale hoofd stad. Versierde fietsen en auto's waren er ook bij. De Nederlandse vereniging organiseerde er een groot feest voor de kinderen met appelhappen, hardlopen, kange- roe-lopen en veel ijs. Ik ril er nog van als ik er aan denk Wat wilt u daarmee zeggen? vroeg ik. De Sint dacht een ogenblik na en antwoordde: Het huiselijke feest van Sinterklaasavond in Ne derland heeft een heel ander ka rakter dan het massafeest in Australië. Het is niet alleen de ijswafel, die de hete melk en warme chocolade heeft vervangen, het is ook het persoonlijke con tact, dat heeft plaats gemaakt voor een sociale bijeenkomst, soms een kinderfeest, zoals in Neder land op Koninginnedag zou zijn gehouden of een dansavond voor vaders,ep moeders! Ik oen hier, niet veel anders dan een gedenk- waa'fdfg'e ïelikwie uit 'jen voor-' bije tijd Klinkt dat niet een beetje •ynisch? Het is de wauheid, zei Sint Zwarte Piet ws nmiddels aan z'n tweede ijslolïi- ngonnen Sin terklaas stak z'n staf in de groene berm van de straat, trok z n toga lit en legde die op de drinkwater- bak. die hier op tal van plaatsen angs de weg voor de paarden zijn tangebracht en zei: De appel tjes van oranje groeien hier in zo'n overvloed het hele jaai door. ook in de achtertuin van vele lederlandse gezinnen, dat de toomboot uit Spanje geèn attrac- ie meer is voor de kinderen De Sint en Spanje zijn typisch ver- oonden met vorst en sneeuw en zou, met vuur in de haard of een snorrende kachel, met donkere winteravonden, maar die héb je niet in Australië, tenminste niet om deze tijd van het jaar Daar door voel ik me als een kat in oen vreemd pakhuis. De tijd zal komen, dat ik een legendarische figuur zal zijn in de ware beteke nis van het woord: mijn naam zal in Australië nog slechts genoemd worden in boeken en kranten. De kinderen zullen hun schuchtere blikken slechts opsiaan naar m'n concurrent. Vader Kerstmis, het mannetje in z'n rooie iak. dat zich Sinterklaas noemt maar het niet is! Het heerlijk avondje en de klop op de deur verdwijnen lang zaam maar zeker, zoals het schip, dat de kir.deren uit Nederland meenam naar Australië, achter de horizon verdween. Sint Nicolaas zuchtte toen hij dit zei. Zwarte Piet veegde het zweet van z'n voorhoofd. Ze trokken met gebogen ruggen ver der, nagestaard door enkele Australiërs, van wie ik er één hoorde zeggen: Die gaan zeker naar een gemaskerd bal in dat land is gewéést. De tweede misvat ting betreft de datum waarop zijn feest behoort te worden gevierd. Van een sim pele strooi-avond en een huiselijk samen zijn op de avond van 5 december van de vóóravond van he*: St. Nicolaasfeest, is in vele Nederlandse gezinnen die vijfde de cember tot de dag zélf van Sinterklaas ge worden. In toenemende mate vinden de kinderen niet meer pas op de ochtend van 6 december geschenken in hun schoen, maar zijn die cadeaus de dag tevoren al uitgereikt. Om nog maar te zwijgen van „vervroegde" Sinterklaasfeesten, die soms al in november beginnen. Veelal is tegen woordig op 6 december de feestelijkheid al weer lang en breed voorbij. Dat is fout. Want 6 december is de enig juiste dag om St. Nicolaas te vieren. De avond van 5 de cember zou niet meer dan een inleiding mogen zijn. De historische St. Nicolaas (want hij hééft bestaan!) werd in Patara, een stadje in Ly- cië, in Klein-Azië, geboren. Zijn vader heette Eufemius en schijnt een vermogend, vroom en liefdadig man te zijn geweest. Sinterklaas heeft dus zijn goedgeefsheid van niemand vreemd. Zijn moeder was een zuster van de aartsbisschop van Myra, eveneens in Klein-Azië gelegen. Onder geen omstandigheid mag men Sinterklaas verwarren met de Heilige Nicolaas. die in de negende eeuw paus was en die te Rome geboren werd en stierf. Wanneer Sinter- klaas-de-Kindervriend geboren werd, is volkomen onbekend. Zelfs over het jaar waarin hij stierf zijn de oudste bronnen het niet eens. Ze noemen zowel het jaar 328 als 343 of 352. Er zijn zelfs onderzoekers geweest, die zijn leven in een veel latere eeuw plaatsten. Of hij inderdaad als bisschop hét Conci lie van Nicaea in het jaar 325 bijwoonde, staat al evenmin vast. Toch mogen wij wel aannemen, dat hij als opvolger van zijn oom Nicolaas-de-Oude bisschop van Myra is geweest. De traditie stelt zijn sterfdag op 6 december en dat is de datum gebleven van zijn herdenking. In het oosten was zijn cultus al in de zesde eeuw zeer verbreid. Het gevolg was, dat talloze legenden en wonderverhalen ontstonden, die wel nooit meer geheel van de historische feiten te onderscheiden zullen zijn. Heeft St. Nico laas inderdaad zijn ouders aan de pest ver loren? En verdeelde hij werkelijk zijn ge- erfde fortuin onder de armen? Het is best mogelijk. In elk geval zal zijn al in de vijfde eeuw gevestigde reputatie van gul heid niet helemaal op losse gronden steu nen. Kooplieden uit Bari brachten in 1087 het gebeente van St. Nicolaas naar Zuid-Italië over. Dat bewijst, hoe zijn roem in de elfde eeuw ook tot Europa doorgedrongen was. Toen het stoffelijk overschot van St. Nico laas eenmaal in Bari rustte, verbreidde zich daór zijn faam met nieuwe wonderver halen spoedig ook over westelijk Europa. Op het ogenblik is dus eigenlijk niet Ma drid of een andere Spaanse gemeente de stad van Sinterklaas, maar Bari, de leven dige havenstad in zuidoostelijk Italië: daar kan men zijn graf bezoeken in de naar St. Nicolaas genoemde err aan hem gewijde kerk, dicht bij de zee. De plaats strookt uit stekend met de rol die St. Nicolaas als beschermheilige der zeelieden speelt en die teruggaat op allerlei wonderen die hij op zijn zeereizen zou hebben verricht. Er is wel beproefd, alle elementen van ons Sinterklaasfeest historisch in het wer kelijke leven van de heilige man aan te wijzen Tevergeefs. Legenden, hoe vroom en verkwikkend soms ook, zijn nu eenmaal geen wetenschappelijke realiteiten. De geleerden (en er waren er heel wat die zich met St. Nicolaas en met Sinterklaas gebruiken bezighielden) zijn het over één ding vrijwel eens: er steekt in het Sinter klaasfeest meer heidense overlevering dan historische werkelijkheid. Het is overbekend, dat talloze gebruiken uit de germaanse tijd sinds de komst van het christendom ..gekerstend" zijn en een nieuwe, christelijke inhoud kregen Wij behoeven slechts aan de kerstboom te herinneren. Ook de figuur van St. Nicolaas werd in vele Europese landen omhangen met allerlei verhalen en gebruiken die hier al lang vóór zijn werkelijke leven in Klein- Azië bekend moeten zijn geweest. Dit feit verklóart. dat Sinterklaas in vele streken allerminst op een bisschop gelijkt. Oudtijds verscheen hij hier en daar zelfs als een ridder in volle wapenrusting! In Oost- Friesland is hij weliswaar een grijsaard met witte baard, maar hij treedt er op in een pelsmantel. Zo ook in sommige delen van Beieren, waar hij „Pelznickel" (Nico- laas-met-de-pelsjas) wordt genoemd en ook een pelsmuts draagt. Hij lijkt dus meer op een winterman, een ijskoning Een feit is voorts, dat in de oudgermaan- se tijd een heidens winterfeest gevierd werd, dat van midden-november tot in januari duurde en waarop men zowel spijs offers aan Wodan (de god der vruchtbaar heid) bracht, als onderling geschenken uit wisselde en in huiselijke sfeer van het goede der aarde genoot. Allerlei christelijke feesten in dit tijdvak, van St. Maarten op 11 november, via het Kerstfeest tot Drie koningen op 6 januari namen elementen uit het heidense winterfeest op en gaven er een nieuwe inhoud aan. Dat hetzelfde gebeurde met de viering van het St. Nicolaasfeest werd natuurlijk begunstigd door de reputatie van bereisd heid en gulheid, die de kindervriend al uit Klein-Azië meebracht. Maar het was niet minder het gevolg van de nuchtere datum, die midden in het germaanse winterfeest viel. Zó wordt nu ook duidelijk, waarom er allerlei punten van overeenkomst zijn tus sen St. Maarten en St. Nicolaas enerzijds, tussen St. Nicolaas en de Kerstman ander zijds. Ook de „cqncurrenten" van Sinter- kiaas hebben iets van de gebruiken uit de vóór-christelijke tijd opgedaan. Nu iets over enige kenmerkende dingen in de Sinterklaasviering zoals wij die ken nén. Over het bisschopsgewaad behoeven wij niet lang uit te weiden. Het is eigenlijk het enige werkelijk-historische element in het feest en in de eerbiedwaardige gestalte van St. Nicolaas. De schimmel past, mét de witte haard en de ouderdom van zijn be rijder, in het karakter van het winterland schap en van het heidense winterfeest. Ook Wodan god van de vruchtbaarheid en god van de wind (het éne dóór het andere, want het is de wind die het stuifmeel over brengt) reed reeds op een schimmel door de lucht. De tochten van St. Nicolaas te aangeblaft. Wie in de huwelijksnacht een geldstuk in zijn schoen legt, heeft later nooit geldgebrek. paard over de daken, hoe opvallend ook voor een bejaarde bisschop, zijn ius niet zo oorspronkelijk als het wel lijkt. Ook Wo dan gooide trouwens op zijn tochten door de lucht al gaven in de schoorsteen. Die schoorsteen gold in de germaanse tijd als de natuurlijke verbindingsweg tussen men sen en goden, tussen aarde en hemel. Door de schoorsteen had men bovenaardse din gen te verwachten. Over de schoen, die de kinderen bij de schoorsteen plegen te zetten, zou heel wat te vertellen zijn. Maar het belangwekkend ste is misschien toch wel, dat hier in de sinterklaasgebruiken iets mee gaat spelen dat afkomstig is uit Spanje, het land waar de échte St. Nicolaas vertoefde. In Spanje vierde men namelijk omstreeks de vijftien de en zestiende eeuw misschien zelfs al éérder een feest dat „sapate" werd ge noemd en waarop men elkaar in de kringen der aristocratie kostbare geschenken placht te geven. De grap was, dat die kostbaar heden verborgen werden in een schamel omhulsel, bijvoorbeeld een diamant in een citroen of een halssnoer in een oude schoen. Misschien is de naam van het feest een verbastering van het Spaanse woord voor schoen, dat „zapato" luidt, misschien heeft omgekeerd de naam van het feest tot het gebruik van schoenen als omhulsel der cadeaus geïnspireerd. In elk geval zijn schoen en geschenk in onderling verband daarna tot. ver buiten Spanje doorgedron gen. Madame De Sévigné, ster aan het hof van Lodewijk XIII van Frankrijk, schrijft over het gebruik in een brief van 13 decem ber 1679 Blijkbaar had zij het „sapate"- feest en het geschenk in de schoen toen kort tevoren leren kennen. In elk geval schijnt dit element van het Sinterklaas feest het enige waarvan een Spaanse her komst valt aan te wijzen. De gewoonte om wat stro „voor het paard" te doen in de schoen, die bij.de schoorsteen wordt gezet, stamt intussen weer geheel uit het noorden. In Scandi navië, in Oldenburg en in andere delen van Duitsland kende en kent men hier en daar nóg het gebruik enige halmen van de laatste oogst of de laatste schoof op de akker te laten staan. De oorsprong van deze gewoonte is duidelijk: men heeft er de resten in te zien van een heidens offer aan de god der vruchtbaarheid. Het volksge loof kent nog allerlei varianten. Wie in Mecklenburg 's nachts drie strohalmen in zijn schoen legt, wordt niet door honden Strooien is iets waaraan Wodan zich als „wilde ruiter" tijdens zijn ritten door de lucht al moet hebben te buiten gegaan, willen wij de oudgermaanse sagen geloven. Het strookte trouwens uitstekend met zijn kwaliteit van god der vruchtbaarheid. In het algemeen behoort heel de cultus vanJekkèrnijen tot het terrein der heidense spijsoffers. Onze speculaas wordt onder de naam ,St.-Claes-baksel" vermeld in Dordt- se stadsrekeningen uit de vijftiende eeuw. Ze werd toen in vele steden van gemeente wege aan de jeugd uitgedeeld. Marsepein heet in Italië land van amandelen „mazzapane" Letterlijk beduidt dat: staaf- brood. Ook ons met behulp van amandelen gemaakte letterbanket beantwoordt echter aan die omschrijving en het is onzeker, welke van beide lekkernijen met het in de vijftiende-eeuwse stadsrekeningen genoem de „amandelbrood" wordt bedoeld. Vrijers van taai—taai èn harten van sui kergoed krijgen diepere zin als men weet, dat St. Nicoiaas niet alleen schutspatroon der zeelieden was, maar ook „hylickmaker" (dat is' „huwelijksmaker" of patroon van een goed huwelijk). De roe of gard diende aanvankelijk geenszins om te tuchtigen. Ze was veeleer een heidens vruchtbaarheids symbool Een bosje takken van berk of hazelaar hing men aan de deur van huis of stal als talisman voor het welzijn van de kudde. De meeste raadselen hangen wellicht om Zwarte Piet: deze schijnt te zijn voortge komen uit een behoefte aan contrastwer king en uit de menselijke wens, dat welis waar het goede beloond, maar het kwade gestraft zal worden. In streken waar Sin terklaas meer gelijkt op een goedige, ge schenken uitdelende Winterkoning-in-pels- jas, daar heeft zijn begeleider vaak de ge daante van een duivel, of anders van een spookachtig in het wit geklede heks. Berch- tel of Busebergt genaamd. Toen Spanje eenmaal, via de schoen, als land van de herkomst van St. Nicolaas werd beschouwd, lag het voor de hand. zijn schrikaanjagende begeleider tot Moor te maken. In Spanje bevond zich immers nog tot in de dertiende eeuw een Moors rijk. Moren er ver schrikking waren er voor de blanke be volking vrijwel identiek. Herhaaldelijk zijn, ook in Nederland, protesten gerezen tegen het Sinterklaas feest. Zo schreef zekere Walich Siewerts in 1604: ,,'t Is een sotte en onghefondeerde manierc van de kinderen haerte schoenen met allerley snoeperie ende slickerdemick te vullen". Maar het feest van de gulheid, van heidense oorsprong of niet, heeft in ons land zó hecht wortel geschoten, dat het zich niet gemakkelijk zal laten uitroeien. En ook al heeft het met de historische St. Nicolaas niet veel meer dan de naam en het bisschopsgewaad gemeen, toch leeft het in de geest van het Nederlandse volk méér dan menig ondubbelzinnig feit uit de ge schiedenisboekjes. Advertentie KENNEMERLAAN 88, IÏMUIDEN, TELEFOON 5530 AIS SPECIALE REKLAME ALEEN DONDERDAG HEERLIJKE SPECULAASBROKKEN met amandelen 50 et Iets fijns, want het komt van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 15