De moordzaak Catherine Hayes Geveinsde ontroering kon haar niet redden Tlieutue HOE PIET EEN HOND TOT VRIEND KREEG w UITGAVEN De Achillea die niet van dieren hield ZATERDAG 6 DECEMBER 1958 Erbij Afschuwelijke moorden zijn ook nu aan de orde van de dag en inzoverre is er weinig onderscheid tussen dit verhaal, dat in het jaar 1726 speelt en de talloze familiedrama's, die de dagbladen van tegenwoordig vette koppen opleveren. De on derhavige geschiedenis werpt echter wel een merkwaardig licht op de opsporingsmethoden dier dagen en daarom is zij het vertellen waard. TEKENEN BORDUREN 'T.' INVULLEN ppgp s wm wm Q 1ppt a P i; a a ;f§ Stti Ép L a a '0mÊé mm i 1 mm a Li o if P l a n h Wêê p 1 a n M wm 48|ï n If e n k r e t CATHERINE HALL was een vrouw, die meer aantrekkelijkheid bezat dan voor haar omgeving wenselijk was. Ze had een verdorven natuur. Door haar charme en overtuigingskracht in de weegschaal te werpen heeft ze kans gezien twee mannen over te halen haar echtgenoot op een laf fe manier om h*t leven te brengen. Zij zouden er anders niet over hebben ge droomd tegen wie dan ook geweld te ge bruiken, die twee mannen. Een van hen was zelfs een boezemvriend van het slacht offer en had bovendien veel aan hem te danken. Toen zij vijftien jaar was liep Catherine van huis weg. Ze had ruzie gemaakt met haar moeder, ze voelde zich overigens al lang niet thuis in het arbeidersgezin, waarin ze geboren was. Wandelend van haar geboortedorp naar de grote trekpleis ter Londen ontmoette zij onderweg een aantal officieren. Dezen haalden haar ge makkelijk over hun gezelschap en leven te delen en zo verbleef zij enige jaren in deze voor haar moraal weinig gezonde om geving. Toen ze een kind verwachtte, werd ze weggestuurd. Men neemt aan dat dit kind, een jongen, een van de latere moor denaars was. Nu was Leiden in last. Zij durfde in de gegeven omstandigheden niet naar Londen te gaan en zij zwierf maar rond op het land, van boerderij tot boerderij, totdat zij eindelijk liefderijk werd opgenomen door een landbouwer, Hayes geheten. Catherine werd aangenomen als dienst meid, doch wist het al spoedig te brengen tot schoondochter, want de zoon des hui zes werd hals over kop op haar verliefd. Heel gemakkelijk verliep deze liefdesaf faire overigens niet. De jongelui vonden het tenslotte ook veiliger in het geheim te trouwen zulks gelet op het verleden der bruid. Toen papa er achter kwam zwaaide er heel wat, voor hij zich bij het onvermijdelijke neerlegde. Maar toen dit eenmaal was gebeurd, wilde hij niet dat de kinderen gebrek zouden lijden. Hayes junior vestigde zich met het geld van zijn vader in zijn geboortedorp als timmerman. Wat er met het inmiddels ter wereld ge komen kind gebeurd is, staat niet vast. Met het oog op het ophouden van de „goe de naam" van het jonge gezin zal het wel in een der vele weeshuizen zijn geplaatst. Daar was men in die dagen gemakkelijk mee. In ieder geval, het kind inmiddels jonge man geworden verscheen pas weer ten tonele in de dagen van de moord, als de veronderstellingen dienaangaande tenminste juist zijn. Onze tuinen kamerplanten CATHERINE bleek al spoedig een bui tengewoon onaangenaam karakter te heb ben. Zij deed niets liever dan roddelen twisten tussen buren aanwakkeren en zeb ruzie zoeken. Hayes daarentegen was een aardige, zachtmoedige en bovenal geduldi ge man, die alles deed om zijn vrouw op vriendelijke wijze tot rede te brengen. Doch niets hielp. De houding van haar man zou Catherine zelfs in hevige mate hebben ge ïrriteerd. Toen het leven in het geboorte dorp van Hayes tenslotte onhoudbaar werd raadde Hayes senior zijn zoon aan van Catherine te scheiden. Een heel besluit in die dagen. Het moet dus tussen de jonge lui wel erg hebben gegist. Doch de jonge Hayes wilde zijn vrouw niet verlaten en hij ging zelfs zover dat hij zich op haar verzoek in Londen vestig de. Hij verwierf daar vele vrienden on der anderen een zekere Thomas Wood, die Catherine Hayes wordt verbrand wegens moord op echtgenoot. precies dezelfde vragen te stellen als Ash- by gedaan had. Wellicht zou zij zichzelf tegenspreken. Dit gebeurde dan ook prompt. Longmore legde het slim aan en deed alsof hij Ashby in geen weken gezien met de magistraat. Zij gingen nog eens naar het hoofd kijken. Pas toen er een derde vriend van Hayes was bijgehaald, die evenmin twijfelde aan de identiteit van het stoffelijk overschot, werd na lang gepraat en na een uitvoerige maaltijd be- Achillea's zijn bijzonder mooie tuin planten. Speciaal Achillea filipendulina Parker's var met de mooie gele platte bloemschermen kan voor borderbeplan ting worden aanbevolen. De mooie gele schermen doen het zo aardig, indien op de achtergrond hoogop groeiende blauwe of lilakleurige riddersporen gepoot worden. Ook het mooie blauw van de Anchusa's komt er goed door tot zijn recht. Achil lea's moeten niet te veel op de voorgrond gepoot worden; als ze het goed naar hun zin hebben kunnen de bloemstengels wel een lengte van ruim één meter bereiken. Het zijn niet alleen heel mooie border- planten, doch ook prachtige snijbloemen waarvan men lang plezier kan hebben. Het is zelfs mogelijk de bloemen als ze goed open gebloeid zijn, te drogen. Dan kan men ze uitstekend in winterboeketten verwerken en komen de bruine rietsiga ren nog beter tot hun recht, als ze gecom bineerd worden met de gele platte scher men. Ook met maiskolven gaat dat uitste kend. Achillea ptarmica Perrys White bloeit met kleine witte bloempjes. Ze vormt ook niet zulke platte bloemscher men, wordt minder hoog en kan dus meer naar voren gepoot worden. Ze is volkomen winterhard en behoeft dus niet gedekt te worden. Als men nu nog poot, is het toch wel nuttig voor een laagje turfmolm te zor gen. G. Kromdijk Correspondentie: Mevr. J. B.K. te A. Vriendelijk dank voor uw compliment; we hopen inderdaad nog lang door te gaan met Tuin-en Kamerplanten. Het lantaarn plantje kan inderdaad voort gekweekt worden door middel van die kleine knol letjes, doch dan met een stukje stengel er bij. Probeert u het maar eens, dan liefst tegen het voorjaar. bedoeling met deze lugubere vertoning: identificatie! Wie herkende in dit misvormde en reeds tenslotte zelfs door hem in huis werd op- tot ontbinding overgaande hoofd de voor genomen. Als „onderduiker" zou men malige drager daarvan? En te dien opzich- kunnen zeggen, want Wood meende dat te was men gelukkiger. Bennet, een jonge- had en hij alleen maar "wat vage geruch- de militaire autoriteiten een appeltje met man die in de omgeving der Hayes woon- ten gehoord had. Catherine deed nu een hem te schillen hadden niemand weet de, moest op weg naar zijn werk hij verhaal, dat met de vlucht van haar man echter waarom. Als kostganger kwam een was leerling orgelmaker langs het kerk- naar een ander deel van Engeland ein- jonge man inwonen, Thomas Billings ge- hof, aan de ingang waarvan het hoofd te digde. Met vier pistolen zei ze om heten, een dagloner in het kleermakers- kijk stond, hoog boven de menigte die het zich te verdedigen tegen een mogelijke bedrijf. Men veronderstelt, dat dit de na- omringde. Hij had niet veel belangstelling aanval. Longmore vond dit nogal onvoor- tuurlijke zoon van Catherine was. voor het geval, doch toen hij onwillekeurig zichtig. Hayes zou kunnen worden aange zien voor een struikrover, zei hij. Er werd nog wat heen en weer gepraat, er werd een buurvrouw bijgehaald, die Catherine's verhaal woord voor woord bevestigde en zich bovendien liet ontvallen, dat Hayes een wreedaard zou zijn geweest voor zijn vrouw hetgeen Longmore als laster be stempelde en tenslotte ging hij terug naar Ashby met de overtuiging, dat Catherine HET GING HAYES goed in Londen, fi- een blik op het hoofd wierp, ging een en haar buurvrouw logen. Doch nog steeds nancieel althans. Hij vestigde zich als ko- schok door hem heen. Hij baande zich stelden de vrienden zich niet in verbinding lenhandelaai en verrichtte af en toe klei- een weg door de omstanders en toen hij ne reparaties in de huizen van buren en vlak bij de paal stond, wist hij het zeker: kennissen. Catherine profiteerde hier over- het was het hoofd van Mister Hayes, de dadig van door in de afwezigheid van haar man die hij bijna dagelijks zag, die hij al- echtgenoot feesten op touw te zetten met tijd groette en die soms een vriendelijk vrienden en vriendinnen van twijfelachtig praatje met hem gemaakt had. gehalte, feesten die dikwijls in orgieën ont- Hij liep toen rechtstreeks.niet naar de s'°*en °e magistraat van hun bevindingen aardden. Toen Hayes dit ontdekte en zijn magistraat, doch naar Catherine Hayes op boogte te brengen. Deze was een vrouw tenslotte daarover onderhield op Ik ben er zeker van, heel zeker, zei hij kordaat man. Hij besloot onmiddellijk tot een wijze, die niet mis te verstaan was, haar, dat het hoofd, dat te Westminster arrestatie over te gaan. Catherine Hayes werd zijn lot bezegeld. Catherine besloot te kijk staat, het hoofd van uw man is.-On- werb gevonden in haar kamer. Zij zat in hem te vermoorden. Billings en Wood, zin, zei Catherine- mijn man maakt het gezelschap van Billings op de rand van die niets dan goeds van hun gastheer on- best en is op het ogenblik aan zijn werk. haar bed- dervonden hadden werden door haar uit- Ik zou maar oppassen met wat je zegt. Je verkoren tot het plegen van de laffe daad. zou er last mee kunnen krijgen. En nu de En ofschoon beiden hun oren niet konden deur uit! ZOWEL MRS HAYES als Billings hiel- geloven, toen Catherine hun het voorstel Verbijsterd liep de jongeman weg. Het den hun onschuld vol. Toen daags daarna deed, haalde zij hen er tenslotte toe over. was het hoofd van Hayes dat wist hij zeker het verhoor werd voortgezet, vond het Catherine Hayes-Hall moet over heel wat maar ja, zijn vrouw was zo positief in meest weerzinwekkende voorval plaats middelen hebben beschikt om doodgewo- haar ontkenning. Hij ging niet naar de van deze hele morbide geschiedenis. Ca- law-abiding burgers tot zo iets laags politie, maar naar zijn werken ver- therine vroeg het hoofd van haar man te gat. Er waren nog anderen, die het hoofd zien Het werd door de heelmeester ge- herkenden de collega's van Billings op bracht en in de glazen pul voor haar ge- het kleermakersatelier. Ga zelf eens kij- zet. Nu barstte zij in tranen los Het is ken, zeiden ze tegen Billings. Je zult mijn man! riep ze uit. Hij is het hem zeker herkennen. Doch Billings pas- wat hebben ze met hem gedaan? De lie- gezellig men zat in de beste stemming te daar wel voor op. Jullie praat maar veling! aan de haard, dronk een glaasje wijn en wat, zei hij. Vanochtend was hij nog zo Ze nam de pul in haar armen en streel- lachte om de onschuldige grapjes, die ver- gezond als een vis toen ik van huis ging. de die. En toen de heelmeester haar aan- 'old werden. Hayes zat er zich bij te ver- Ook de collega's van Billings gingen niet bood het hoofd uit de alcohol te halen, nam wonderen... en te verheugen. Waarom kon naar de politie en lieten de zaak zoals ze ze dat dankbaar aan Zij kuste het en dit niet altijd zo zijn? Hij was er stil van. was. Je kunt niet drinken, man, zei er toen >en. Hij schrok even op uit zijn gedachten. - Niet drinken? zei hij vrolijk. Wel zes flessen wijn achter elkaar! Wedden? De NA VIER DAGEN Westminster was de wijn werd gehaald. Door vrouw en vrien- magistraat nog even ver als in het begin, den aangemoedigd dronk Hayes en De toestand van het hoofd werd critiek. dronk., totdat hij bewusteloos op de vloer Een heelmeester bood de magistraat aan neerviel, met een bijl op het achterhoofd het op alcohol in zijn etalage te zetten, deplichtige1" was"" minder"'stan7vTstig"ïn werd geslagen en zo vermoord.... welk aanbod dankbaar werd aanvaard. En Zijn hoofd werd van het lichaam afge- nu verdrong zich een menigte voor het ven- sneden, boven een emmer om bloedspo- ster van de heelmeester, ren te vermijden. Het was wenselijk, zei Nu ook begonnen geruchten de ronde te Catherine, dat het hoofd voorgoed ver- doen. De identificatie door de collega's Iween - de romp kon desnoods worden van Billings was niet onbekend gebleven, g^apend was,' werd'hij met een smoesje gevonden, ergens in een greppel. Die zou Er waren anderen, die Hayes vroeger da- naar een taveerne in de buurt aelokt en niet gemakkelijk worden herkend. Een gelijks ontmoetten en hem nu al dagen eni- daar gevangen genomen, der samenzweerders wierp het hoofd met ge tijd misten en tenslotte werd het hoofd, emmer en al in de Theems en daar werd of wat êr nog van over was, herkend door- het de andere ochtend aan de oever ont- een zekere Mister Ashby, een man die dekt. Des nachts had een man, die toe- met Hayes zeer bevriend was geweest. Hij zicht had over een lichtbaken, al een liep onmiddellijk naar.neen, niet naar plons gehoord in zijn nabijheid, doch in de politie, maar naar Mrs. Hayes en het donker had hij niets kunnen onder- vroeg haar rechtstreeks wat er met haar man gebeurd was. Catherine kwam in het nauw. Ze kon niet meer volhouden, dat er niets aan de hand was. Ashby zou zeker hebben gewacht op Hayes thuiskomst. Daarom verzon ze een verhaal, een dom ne te kunnen aanzetten. Want deze moord was al bijzonder gemeen. Op zekeren dag kwam Hayes van zijn werk thuis, zijn vrouw in gezelschap van Billings en Wood aantreffend. Het was scheiden, geen mens en geen voorwerp. Doch des morgens kwam een collega hem halen. Daar lag aan de oeverkant een af- schuwlijk voorwerp. Een hoofd, bebloed en besmeurd half weggezonken in de mod der en het vuil, die de eb daar had achter- verhaal, waar Ashby niets van geloofde. gelaten. De beide mannen werden er mis selijk van. Al spoedig vormde zich een kleine volksoploop. Een der omstanders vatte moed, liet zich van de kademuur naar be- Enige tijd geleden zou haar echtgenoot ru zie gekregen hebben met een man en deze in een vechtpartij hebben gedood. De vrouw van die man zou hebben beloofd te zullen zwijgen, als ze van Hayes een vuil. Hij nam ook de emmer mee, die wat verderop nog net met een stuk van de rand uit het water stak. Hij bracht beide voorwerpen naar de dichtstbijwonende magistraat-rechter-commissaris, zou men hem nu noemen. In onze tijd zou niemand er over heb ben gedacht een hand naar dat hoofd en die emmer uit te steken. Men zou de poli tie erbij roepen en die het werk laten doen. En terecht. Men mag geen sporen verloren laten gaan, zelfs niet de gering ste. Doch dat de opsporingsmethoden heel anders waren dan nu blijkt ook uit het vervolg van dit verhaal. DE MAGISTRAAT liet het hoofd was sen, de haren netjes opkammen en.het toen op een paal tentoonstellen voor het publiek, bij de ingang van het kerkhof te Westminster nog wel. Een grote menigte kwam er naar kijken en dat was juist de bedoeling. Onder het publiek mengden zich enige „parish officers" agenten van po litie om te letten op de reacties der om standers. Een misdadiger komt altijd te rug naar het terrein van zijn misdrijf, was toen al de overtuiging. In dit geval bete kende het dat men verwachtte, dat de moordenaar zich niet zou kunnen weerhou den het slachtoffer van zijn misdaad nog eens te gaan bekijken. Doch hierin misre kende de magistraat zich. Catherine en haar medeplichtigen hielden zich voorlo pig schuil. Maar men had nog een tweede ook toegezegd. Maar hij kon niet beta len en was gevlucht. Waarheen? vroeg Ashby. Naar Portugal, zei de vrouw En dat hoofd op de paal is dat van de door Hayes vermoorde man? Neen, zei Cathe rine, want diens lijk hebben wij met hoofd en al begraven. Mijn man zou de weduwe vijftien pond per jaar hebben moe ten betalen, voegde ze er nog aan toe. Maar dat kon hij niet. Ashby geloofde geen woord van het ver haal, dat Catherine had opgehangen. Hij bleef ervan overtuigd, dat het hoofd in de etalage dat van Hayes was. Doch ook hij ging niet naar de politie. Hij vertelde zijn ervaringen aan een andere vriend van Hayes, een zekere Mister Longmore. DE VRIENDEN besloten, dat de laat ste naar Mrs Hayes zou gaan om haar streek het over de haren en riep tenslot te: mag ik één lok van die haren heb ben..? Daarna viel zij bewusteloos neer. Ja, Catherine Hayes, geboren Hall, had heel bijzondere talenten en zij speelde ook voortreffelijk komedie. Doch dat alles red de haar niet van een vreselijke dood op het schavot. Want Wood, haar tweede me- zijn ontkenningen. Hij was eerst spoor loos, doch werd op zekere dag in het. huis van Catherine aangetroffen. Deze moorde naar ging dus Inderdaad terug naar de plaats van het misdrijf. Daar hij zwaar HET VERHAAL kan verder kort zijn. Het lichaam van Hayes werd gevonden in een greppel, niet ver van zijn woonplaats. Ontkennen baatte niet meer en ook Bil lings viel door de mand. Doch Catherine hield tot het laatst haar onschuld vol. Ze werd veroordeeld om te worden verbrand, de zwaarste straf die in die dagen be stond. Het was gewoonte om indien het een vrouw betrof deze eerst te wurgen voordat het vuur geworpen werd in de sta pel rijshout, die de executiepaal omring de. De beul deed zijn werk slecht. Men hoorde Catherine nog gillen, toen de vlam men al hoog om haar oplaaiden. Billings werd opgehangen in kettingen, hetgeen een verzwaring der straf betekende. Wood neden zakken en tilde hét hoofd uit het jaargeld zou krijgen. Dat had Hayes dan die overigens oprecht berouw had, ontliep de galg door te sterven voor de executie kon plaats hebben. Mr. H. J. M. Tonino De velen, zeer velen, die ter gelegen heid van Sinterklaasfeesten in vorige ja ren „Het geschonden geweten" of „De kern van de zaak' van Graham Greene aan hun beminde naasten ten geschenke hebben gegeven, zullen misschien met ge mengde gevoelens kennisnemen van het verschijnen van een omnibus van vier ro mans van deze Engelse schrijver. Behal ve de bovengenoemde titels zijn er „Het einde van het spel" en „De stille Ameri kaan" in opgenomen. Het laatstgenoemde werk hebben wij in deze kolommen nog niet zo lang geleden naar aanleiding van de oorspronkelijke editie besproken. De overige titels zijn in de boekhandel al ver trouwde klanken geworden. Als u niet weet waarom en van een goed verteld ver haal met hedendaagse problematiek houdt dan kunt u thans voordelig de schade in halen. De Graham-Greene-omnibus is door de uitgeverij Contact te Amsterdam verzorgd met gebruikmaking van vertalin gen door H. W. J. Schaap en H. J. Scheep maker (ieder twee). DAT IS vast weer zo'n arme zwer ver, zei Koos tegen Jan en Kees. Koos was een nieuwe schoolvriend, die veel van dieren hield en vaak met honden en katten thuiskwam, die zwier ven en die dan door zijn moeder lief derijk werden opgenomen en verzorgd. Medelijdend stond het drietal om de hond heen Jullie denken maar, dat elke hond die op straat losloopt, een zwerver is, ruziede Piet, die er juist bij kwam. Wat heb je nou aan zo'n smerige, vieze hond. Ja Piet, we weten wel dat jij hele maal niet van dieren houdt. En dat was ook zo. Piet hield niet van dieren. Hij zou ze geen kwaad doen („moest er nog bij komen" had vader gezegd). Maar van dieren houden, zoals deze jongens, daar begreep hij niets van. Die Kees had nota bene laatst zo'n arm zalige manke kettinghond gekregen, die hij met Jan samen opgespoord had bij die boer daarginds even buiten het dorp. Stel je even voor, zo'n wildvreem de hond, zo maar in huis te nemen, om van te griezelen! Nee hoor, hij keek wel uit! En Koos, waar maakte die zich al niet druk over? Onlangs was die woe dend voor een veehouder gesprongen, die met een knuppel op een paard beukte, dat die ochtend een veulentje gekregen had en nog niet goed voort kon. Koos vond dit zo erg, dat hij tegen die boer schreeuwde: Dat moest je mij eens doen, lafaard, die je bent! En toen die veehouder hem met de knuppel dreig de, was Koos niet eens bang geworden. Hij liep net zo lang mee totdat hij een politieagent zag, die aan die mishande ling' een einde maakte. Zoiets durfde Piet niet. Stel je voor, dat de boer hem geknuppeld had, neen hoor, hij liep lie ver hard weg. Toch, diep in zijn bin nenste voelde Piet wel: Koos, Jan en Kees zijn anders dan ik. Maar nu die hond... Koos had het broodmagere zieke dier al gezien, toen hij 's morgens naar school ging. Het zat bibberend op het plein tegen een muur. Op school gekomen vertelde hij dit aan Jan en Kees en om twaalf uur, toen de school uitging, zat het arme dier nog op dezelfde plaats. Koos streel de hem over zijn kop en zei: Zoete hond De hond stond op, snuffelde zo'n beetje en kwam dicht bij de jongens staan. Schuw keek hij naar Piet, hij voelde direct dat dat geen dierenvriend was en kromp weer in elkaar, maar Koos, die dat bemerkte, streelde hem alsmaar en vroeg: Heb je honger? De hond hief zijn kop op en toen.... toen zag Koos het en begreep. Onder de hals een lange schuurwond. Het is een kettinghond. Hij zal zich losgerukt hebben. gelijk had-ie. aan een ketting en niet voldoende te eten. nu zeker dagenlang aan het zwer ven de wond is nog aan het zweren ook! Kees keek eens nauwkeurig tussen de haren naar de huid: Dat dacht ik al, hij zit ook vol ongedierte. Blacky zag er ook zo uit, ik kan mij zo inden ken, hoe deze stakkerd nu te lijden heeft. Jan zei: Het is wel bescha mend, dat er nog zoveel kettinghonden zijn. Koos zei: Ik meen te hebben gele zen dat er nog wel een achtduizend ket tinghonden in ons land zijn. Eigenlijk moesten we er in onze vakantie met ons allen op uit kunnen trekken en proberen er zoveel mogelijk op te sporen, zei Koos. Een reusachtig idee! In onze vol gende vakantie zullen we dat vast en zeker doen, zei Jan. Piet, nieuwsgierig geworden, kwam nu ook naderbij en keek eens naar de hond. Deze gaf zich helemaal aan het drietal over en liet zich strelen en toen, toen zuchtte het arme dier diep, heel diep.en op dat ogenblik gebeurde er iets van binnen bij Piet, opeens kreeg ook hij medelijden met een dier, het dier, vooral toen hij in de trouwe ogen van deze stumperd keek. Koos zei plotseling: Ik neem de hond mee naar huis. Kom maar hoor! Sinterklaas vertoeft nog steeds in ons land. Voor zover je hem niet gezien hebt tijdens zijn tochten en wilt weten van welk vervoermiddel hij zich bedient moet je deze tekening afmaken. Dat kun je heel eenvoudig doen: trek een lijn van 1 naar 2, van 2 naar 3 enzo voorts tot 36. Het drietal ging heen op de voet ge volgd door de hond. Piet ging een ande re kant op. Tabé, zei Koos, bij zijn huis aangekomen. Kees en Jan gingen door. Zo, breng je weer eens een hond mee? zei de moeder van Koos. Ja, moeder, weer een kettinghond. We zullen hem gauw helpen, jon gen. En dat dëed ze ook. Piet was ook naar huis gegaan, maar hij kon zijn draai niet vinden. Hij at haast niets en was zo stil. Toen hij 's avonds in zijn bed lag kon hij de slaap maar niet vatten. Hij zag maar steeds die arme hond voor zich en hoor de aldoor maar dat zuchten. De volgende dag zei hij: Moeder, ik moet even naar Koos.En hij ver telde haar alles van de vorige dag. Ga jij maar mijn jongen, antwoordde zij zo lief, dat Piet haar verwonderd aan keek. Zij was zo blij. dat ook Piet einde lijk eens aan een dier dacht en liet hem rustig zijn gang gaan. Toen hij bij Koos aanbelde, deed deze zelf open en vroeg verbaasd: Jij hier Piet! Ja, ik kon vannacht maar niet in slaap komen en zag steeds die arme hond voor me en nu kom ik je vragen of ik voor hem mag zorgen. Nou Piet, dat vind ik fijn van je, want ik geloof zeker, dat hij nu ook bij jou een goede verzorging zal krij gen. jo, het doet me zo goed dat juist jij dat vraagt. Hij klopte hem vriend schappelijk op zijn schouder. Ik zag gisteren die hond daar zo liggen en hoorde hem zo zuchten, ja en toen Dat begrijp ik best, maar kom binnen, dan kun je zien dat hij intussen al wat opgeknapt is. Koos knielde met Piet bij de hond neer en toen streelde Piet hem over de kop. De hond liet dat toe, ook van hem! Hij kon niets zeggen, zo bewogen was hij. Kom hem vanavond maar halen, hoor! zei Koos. Graag, Koos, graag. En dan wou ik je nog wat vragen. Mag ik in de va kantie ook met jullie mee? Nou en of. De dieren hebben ons nodig hoor! Toen Piet 's avonds kwam, ging de hond gewillig met hem mee en och, wat gaf hem dat een vreugde! Hij zorgde goed voor zijn hond. Zo was Piet, die niets om dieren gaf, een dierenvriend geworden! Anita J0 i dT a - Ditkeer geven wij een patroon voor een aardig borduurwerkje, dat je kunt ma ken op een der hoeken van een dames zakdoekje iets voor een geschenk voor moeders, zusters en vriendinnen Teken het voorbeeld met potlood over en borduur het met zachte, lichte kleuren. Vul in de lege hokjes letters in, zodet er telkens een nieuw woord ontstaat. Je mag steeds maar één andere letter gebruiken in vergelijking met het vorige woord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1958 | | pagina 15