Ir. A. H. Ingen Housz neemt afscheid
van Hoogovens en Staalfabrieken
Jan van Fugt maakt enorm
panorama van levenswerk
Benoemd tot commandeur in
Orde van Oranje Nassau
Onderneming op sterk fun
dament moet modern blijven
Afscheidsdeclamator ium
Zeventig dagen werkveertig kilo
verf en vijfhonderd m2 linnen
7
Een panorama
Drie zilveren bekers
Bijna een sprookje
Rede ir. F. W. E. Spies
Grootste olieraffinaderij
Een mooi geschenk
Industriële produktie zal
in eerste maanden van
1958 iets dalen
A lies kan bij Hoogovens
„Dank voor alles"
MAANDAG 22 DECEMBER 1958
TUSSEN HET GIGANTISCHE panorama van de Hoogovens en staal
fabrieken in de blikhal van de Breedband barstte vanmorgen een ovationeel
applaus los, toen de commissaris der Koningin, ,r. M. J. Prinsen mee
deelde, dat de scheidende president-directeur van het nationale staalbe
drijf aan de noordkant van het Noordzeekanaal, ir. A. H. Ingen Housz tot
Commandeur van de Orde van Oranje Nassau is benoemd. Het was een
zichtbaar ontroerde heer Ingen Housz, die de versierselen van deze hoge
onderscheiding uit de handen van de commissaris der Koningin ontving.
Het was tevens het hoogtepunt van de indrukwekkende afscheidsbijeen
komst in de blikhal.
De heer Ingen Housz zelf maakte na zijn afscheidsrede een symbolisch gebaar
door het uitblazen van een brandende kaars. „Mijn kaarsje is uit, moge de grote
vlam machtiger en sterker worden," zeide hij. Op dat moment vlamde in de
blikhal uit een kuip een felle gasvlam hoog op als een symbool van het nimmer
rustende staalbedrijf.
Jan van Fucht ziet men hier ingespan
nen bezig aan zijn „Panorama van een
levenswerk".
In zijn toespraak tot de heer Ingen Housz
zeide dr. M. J. Prinsen het afscheid van
deze „captain of industry" niet te beschou
wen als een interne aangelegenheid van de
Hoogovens, maar als een zaak van natio
nale betekenis. Hij noemde de scheidende
president-directeur geen bedrijfsleider van
hard staal, maar een man, die open oog
heeft voor de sociale belangen van zijn
medemensen.
Velsens burgemeester mr. M. M. Kwint
noemde het Hoogovenbedrijf de industriële
burcht van de IJmond. Voor de scheidende
burchtheer had hij drie zilveren bekers
meegebracht, die in het jaar 1740 door
Kennemerlandse zilversmeden zijn ver
vaardigd. Namens het gemeentebestuur
van Velsen overhandigde hij dit fraaie en
in de spreektrant van mr. M. M. Kwint
zeer toepasselijke geschenk aan ir. Ingen
Housz.
De Hoge Autoriteit van de Europese Ge
meenschap voor Kolen en Staal werd ver
tegenwoordigd door dr. W. Salewski, direc
teur van de afdeling industriële vraag
stukken. Dr. Salewski sprak in lovende
woorden over het grote stuk werk, dat ir.
Ingen Housz voor de K.S.G. heeft verricht.
„De groei van deze industriële Europese
Gemeenschap is in hoge mate te danken
aan het uithoudings- en doorzettingsver
mogen èn de werklust van ir. Ingen Housz".
De anders nogal prozaïsche blikhal bood
vanmorgen een bijna sprookjesachtige aan
blik. Honderden gasten waren verzameld
in de imponerende cirkel, die werd ge
vormd door het gigantische panorama van
de Hoogovens en Staalfabrieken. De Hoog
ovenharmonie in vol ornaat en talrijke
vertegenwoordigers van het provinciaal
bestuur, gemeentebesturen en bedrijven in
ons land.
Toen de heer Ingen Housz binnentrad
stonden de aanwezigen als een man op
Er deed zich tevoren nog een vermakelijk
incident voor, toen iedereen in afwachting
van de komst van de heer Ingen Housz
plotseling opstond voor een man, die de
scheidende president-directeur niet was.
Het was een van de gasten, die per onge
luk door de verkeerde deur naar binnen
was gestapt.
Duizenden woorden zijn vanmorgen in
deze hal gewijd aan het leven van de heer
Ingen Housz en zijn betekenis als „captain
of industry" voor het Nederlandse be
drijfsleven. De voorzitter van de raad van
commissarissen van de Hoogovens, de heer
A. F. Bronsing deelde mee, dat in een
buitengewone aandeelhoudersvergadering
op 30 december zal worden voorgesteld de
heer Ingen Housz te benoemen tot gedele
geerd commissaris van het bedrijf.
Namens de raad van commissarissen
bood hij de heer Ingen Housz en zijn echt
genote ook een reis naar eigen keuze aan
als „een soort afbetaling voor al de lange
uren, waarin wij mevrouw Ingen Housz
haar man hebben ontnomen".
De bedrijfsdirecteur van de K.N.H.S. en
aangesloten bedrijven, ir. F. W. E. Spies,
huldigde ir. Ingen Housz op zijn eigen
wijze. Hij zei: „Hier sta ik dan met een
bezwaard hart in deze donkere dagen voor
Kerst, bekend als d e Pessimist van Hoog
ovens, Cemij, Mekog en Breedband. Ik
moet bekennen, dat het mij heden wel bij
zonder zwaar valt om een toespraak te
houden, die geen ander doel heeft dan
afscheid te nemen van de heer Ingen Housz.
IR. A. H. IMGEN HOUSZWEG
De hoofdweg over de terreinen van
de Koninklijke Nederlandse Hoogovens
en Staalfabrieken zal voortaan ir. A. H.
Ingen Houszweg heten. Ingenieur F.
W. E. Spies heeft vanmorgen het
nieuwe straatnaambordje onthuld, het
geen uiteraard gepaard ging met een
hartelijk applaus. Zo brengt Hoogovens
hulde aan de man die het reusachtige
bedrijf aan Hollands blonde kusten
heeft groot gemaakt.
Wanneer ik daar nu nog bijtel dat ik voor
taan de oudste zal zijn in de kring van
degenen aan wie de leiding van deze fabrie-
(Zie verder laatste kolom)
„HET VAK DER ONDERNEMERS vraagt, dat wij steeds op spanning blijven,
steeds paraat, steeds gereed tot ogenblikkelijke omschakeling, tot het uitdenken
van nieuwe combinatiemogelijkheden van al de vele facetten die het boeiende
bedrijfsleven ons elk ogenblik weer anders voor ogen tovert steeds strijdlustig
tegenover al de bezwaren en moeilijkheden die we tegenkomen ja, zelfs ze
tegemoet treden vóórdat ze zich nog recht gevormd en getoond hebben.
En daarom is het goed, ja nodig, het ambt neer te leggen vóórdat die voor
waarden ons gaan ontvallen, en kan ik alleen maar diep dankbaar zijn dat ik
het zo lang heb mogen volhouden."
Zo sprak vanmorgen ir. A. H. Ingen
Housz, voorzitter van de directie der Ko
ninklijke Nederlandsche Hoogovens en
Staalfabrieken N.V. te IJmuiden tot de
honderden mensen in een fabrieksopslag-
plaats, die was omgetoverd in een schitte
rende ontvangsthal, geheel omsloten door
een imponerend panorama dat het gezicht
op het uitgestrekte bedrijf vanaf de grote
kooksovengashouder verbeeldde. Er waren
ongeveer tweehonderd gasten, onder wie
autoriteiten, zakenrelaties en persoonlijke
vrienden van de heer Ingen Housz uit bin
nen- en buitenland.
De voorzitter van de directie der K.N.H.S.
hield zijn afscheidsrede nadat hij 497
maanden geleden was begonnen met het
assisteren bij de allereerste uitwerking der
grondgedachte van ir. H. J. E. Wenckebach,
stichter van het eerste hoogovenbedrijf in
Nederland.
Bij het neerleggen van een taak, waar
mee men zozeer is vergroeid, komt onver
mijdelijk iets van terugblikken, aldus de
scheidende directievoorzitter, die enkele
momenten uit zijn bijna 42-jarige verbon
denheid naar voren haalde.
Groei sedert 1924
Werd in 1924 begonnen met een fabriek
die slechts één hoogoven en één kooks-
batterij omvatte, en welker produktie in de
eerste jaren niet boven de honderdduizend
ton ruwijzer kwam, thans staat er een
complex dat een jaarcapaciteit heeft van
meer dan een miljoen ton ruwijzer, meer
dan een miljoen ton staal, ruim een half
miljoen ton stikstofkunstmes.t en ruim een
half miljoen ton cement. Met een paar
honderd man begonnen, is het werkers
korps uitgegroeid tot rond twaalfduizend.
De totale produktie vanaf het begin van
het bedrijf tot aan vandaag is 11,5 miljoen
ton ruwijzer, 7 miljoen ton ruwstaal, 4.5
miljoen ton stikstofmest en 5 mil joen ton
cement.
Ook van de financiële zijde zijn interes
sante getallen te vermelden. Het aanvangs-
kapitaal was dertig miljoen gulden. De
bouwkosten van de eerste fabriek waren,
op 1 januari 1924, vijftien miljoen gulden
(naar de vervangingswaarde van heden
52.000.000). Vandaag beloopt de totale
vervangingswaarde van wat in de vier
vennootschappen (Hoogovens, Mekog, Ce-
mij en Breedband) is geïnvesteerd 1100
miljoen, natuurlijk berekend vóór afschrij
vingen.
„Als deze cijfers de indruk geven van
een zeer bloeiende onderneming, mag niet
worden vergeten, dat onze weg niet over
rozen is gegaan en dat onze onderneming
bijzonder moeilijke aanvangsjaren heeft
doorgemaakt, zodat het zelfs tot 1936 heeft
geduurd voordat Hoogovens haar eerste
dividend kon uitbetalen," aldus ir. Ingen
Housz.
Bescheiden rendement
Uit de gepubliceerde balans kan men
aflezen dat het werkend kapitaal (altijd
weer op vervangingswaarde) thans de orde
van grootte van c.a. 525 miljoen heeft.
Stelt men dit tegenover het in de laatste
jaren uitgekeerde dividend of zelfs tegen
over de totaal behaalde winsten, dan ziet
men dat het werkelijke rendement over het
wei-kend kapitaal slechts bescheiden is,
namelijk in doorsnede over de laatste twee
of drie jaren circa 5 a 6 percent. „Men late
zich dus niet verblinden door het hoge divi
dendpercentage over het relatief zeer lage
kapitaal van 77 miljoen, dat om fiscale
redenen zo laag moest worden gehouden,"
vervolgde ir. Ingen Housz. Hieruit blijkt
dus dat de staalindustrie in Nederland wel
iswaar een goed gefundeerd, maar toch niet
overmatig lucratief bedrijf is.
Spreker wilde echter geen somber beeld
van de toestand ophangen. Hfj zei over
tuigd te zjjn dat de onderneming sterk is
en dat zij, vooral ook relatief gezien, dat
wil zeggen in vergelijking met de indu
strieën van de omringende landen, op een
sterk fundament staat.
Daarbij komt dan natuurlijk de vraag op,
of de grote investering die hier is verricht,
bij voortduring rendement kan afwerpen
en dit hangt natuurlijk sterk samen met de
vraag, of de installaties van de fabriek
modern zijn en modern zullen blijven.
Thans streeft Hoogovens doelbewust naar
de 1,8 a 2 miljoen ton, en de weg die soort
gelijke fabrieken elders gaan, naar 3 en 4
miljoen ton, zal ook die van IJmuiden
móéten worden. Daarmee wilde spreker
niet zeggen dat IJmuiden op den auur het
hele staalverbruik van Nederland moet
dekken integendeel, dit vraagstuk be
hoort zorgvuldig overwogen te worden.
Voor een klein land met beperkte middelen
zal de uiterste zorgvuldigheid bij dergelijke
beslissingen nodig zijn.
Kolen en Staal Gemeenschap
De heer Ingen Housz vervolgde: „Voor
de K.N.H.S. is er dan nog die geheel nieu
we, en stellig meer stabiliserende factor
bijgekomen: De Kolen- en Staalgemeen
schap. Voor deze kan thans meer dan ooit
een periode aanbreken, dat zij haar grote
betekenis kan bewijzen, en ook zonder dat
zij tot ingrijpende besluiten zou moeten
komen, zou reeds haar plaats als bindend
en regulerend orgaan van onze grote be
drijfstak kunnen blijken, en zulks temeer
naarmate de consequenties van haar be
staan meer naar voren treden. Want ob ons
heeft zij een onmiskenbare invloed gehad
het opengaan van de markten der an
dere 5 landen is voor onze afzet een aan
winst geweest, ook al hadden wij vroeger
al wel een afzet naar de meeste dier lan
den; en ook het duidelijker marktbeeld, dat
door de publicatieplicht der prijzen is ont
staan, beschouwen wij als een aanwinst.
Niet dat alles nu ideaal geworden is, maar
voor ons overwegen in de huidige vorm der
E.G.K.S. de goede zijden. Van het aller
grootste belang zal het blijven, dat de volle
aandacht wordt gericht op de stabiliseren
de factoren, die de samenwerking in het
grotere verband kan meebrengen."
Gedurende lange tijd is in de techniek
van het maken van ijzer en staal weinig
veranderd. In de staaltechniek heeft echter
in de laatste jaren een zeer belangrijke
verandering plaats gevonden en het is
thans een vraagstuk van de allergrootste
zorg en overleg om de met het oog op de
toekomst juiste systeemkeuze te verrichten.
Spreker meende een goede keus gedaan te
hebben met de Oxystaal-fabriek.
In de chemische industrie gaan de ont
wikkelingen veel sneller. Bij de Mekog bij
voorbeeld, is bij elke grote uitbreiding een
fundamenteel nieuwe fabricagemethode in
gevoerd en thans is men daar wederom
aan een nieuwe methodiek begonnen.
Personeel
Sprekende over zijn personeel, zei de
heer Ingen Housz: „In onze historie is de
ontwikkeling van de goede verhouding tot
ons personeel van het begin af aan een
zaak van het allergrootst belang geweest.
Moeilijkheden en harde lessen zijn ons
daarbij niet bespaard gebleven.
De by Keulen gevestigde grootste
olieraffinaderij van West-Duitsland is
het eindpunt van de nieuwe pijpleiding
Bremerhaven-Roergebied. De raffina
derij is op 17 december met de pro
duktie begonnen. De pijpleiding is nog
niet in bedrijf
In de ontwikkeling van 35 jaren hebben
wij zien groeien het nauwe contact met
onze eigen mensen en tevens de goede ver
houding met de vakverenigingen.
Ik geloof dat het één van de goede kan
ten onzer IJmuider samenleving is, dat wij
zoeken naar een meer waarachtige grond
slag voor goede menselijke verhoudingen,
namelijk dat wij die zoeken in ons eigen
begrip van verantwoordelijkheid, voor elk
van ons, als mens tegenover zijn mede
mensen. Dit besef vormt voor ons het
uitgangspunt van ons streven om ons eer
lijk en verantwoord tegenover elkaar te
gedragen, met erkenning van elkanders
menselijke waardigheid, of met het besef
van onze christelijke taak in deze wereld.
Daarom ben ik er zo blij en dankbaar over,
dat het werk van Evangelie en Industrie
en van het Bedrijfsapostolaat in onze om
geving als eerste in Nederland heeft wortel
geschoten en een duidelijke groei vertoont."
Twee autoriteiten
De directievoorzitter wees er op dat de
K.N.H.S. een particuliere onderneming is,
waarbij de Staat grote belangen heeft.
„Wij zijn ons terdege bewust, dat we deel
uitmaken van de economie van ons land.
Wij zijn onderdanen van het Koninkrijk
der Nederlanden, maar ook voor bepaal
de gebieden van de Europese Kolen en
Staalgemeenschap, en dit legt ons dus loya
liteiten naar twee kanten op; een soms
zeer moeilijke situatie, wanneer op een of
ander punt onze beide autoriteiten, die in
Den Haag en die in Luxumburg, het onder
ling niet eens zijn. zoals met name in de
prijspolitiek wel eens het geval is geweest.
Daarbij is dan onze eigen beslissingsvrij
heid over onze verantwoordelijkheid een
hoog goed."
Soberheid
Aan het einde van zijn rede waarschuwde
de scheidende voorzitter van de directie
der K.N.H.S.: „Ook al beleven wij in onze
ontwikkeling successen, zij mogen ons niet
naar het hoofd stijgen. Ik geloof in sober
heid, in de stijl die ook ons hoofdkantoor,
schone schepping van Dudok, kenmerkt.
Voordat wij dat bouwden, toen we nog in
onze kleine witte villa Bleyenhoeve samen
hokten, zei een groot buitenlands indu
strieel tot ons: „Zo lang gij hier zit, zult ge
niet failliet gaan". Inderdaad, soberheid is
ook de sleutel tot innerlijke kracht, tot
strakheid van lijn, tot de mogelijkheid om
slechte tijden door te komen, tot de rust
om aan een duidelijk gekozen doel vast te
houden."
Een heel mooi geschenk dat ir. A. H.
Ingen Housz vandaag bij zijn afscheid
heeft gekregen was het fotoboek dat
door vijf Nederlandse fotografen is
samengesteld en dat voorzien fs van een
zakelijke tekst van de heer G. S. K.
Blaauw, een van de oudste medewer
kers van de scheidende president
directeur en een dichterlijke tekst van
Paul Rodenko. Ir. Ingen Housz was zeer
ingenomen met dit cadeau. Het ge
schenk van het personeel dat hem door
de heren P. J. Rijken en P. M. Mulder
werd aangeboden stelde hij eveneens
bijzonder op prijs. Het personeel heeft
er dan ook veel moeite voor gedaan om
iets aardigs te maken. Alle afdelingen
leverden haar bijdragen. Sommigen
door een grote tekening te maken, an
deren door een verhaal te schrijven. Een
werker stond een heel Oud loonzakje af.
IN KOORTSACHTIG TEMPO en met een bewonderenswaardig élan is er gewerkt.
Door honderden is er gewerkt om ir. Ingen Housz bij zijn afscheid op schitterende
wijze te kunnen huldigen. Langs velerlei kanalen concentreerde zich die arbeid
tenslotte op de Blikhal. De immense Blikhal, waar men vandaag een feestelijk ge
roezemoes van stemmen kan horen en vaak ook een klaterend applaus om kracht
bij te zetten aan de huldigende en hartelijke woorden die door vooraanstaande fi
guren uit de industrie of persoonlijke vrienden van de scheidende president-directeur
werden uitgesproken.
Vol bewondering en ontzag was men
voor het werk van de Beverwijkse schil
der Jan van Fucht: een indrukwekkend
panorama van het bedrijf van staal en
vuur bij de zee. Tot in de kleinste onder
delen nauwkeurig heeft de schilder het be
drijf in het panorama weergegeven. Een
„Panorama van een levenswerk". Het
levenswerk van ir. A. H. Ingen-Housz.
Zeventig dagen heeft Jan van Fucht er
aan gewerk. En in die tijd heeft hij het
bestaan van veertig kilo verf op vijfhon
derd vierkante meter linnen te smeren
Maar dan smeren in de beste betekenis
van het woord. Hij werkte niet met een
penseel. Gewoon met een groffe kwast, zo
als huis-, tuin- en keukenschilders plegen
te gebruiken. Echter Jan van Fucht is geen
huis-, tuin- en keukenschilder, maar een
kunstenaar die van wanten èn van schil
deren weet.
Het panorama is zes meter hoog en het
heeft een middellijn van dertig meter! De
omtrek bedraagt ongeveer tweehonderd
meter! Ook als men het panorama niet
heeft aanschouwd zal men kunnen begrij
pen, dat hier iets groot(s) werd verricht.
Het idee om een dergelijk panorama te
maken is van de heer Jan Verhoog van de
Afdeling Propaganda van de Koninklijke
Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken.
Toen hij aan de inrichting van de tentoon
stelling van hetgeen tot nu toe bij Hoog
ovens werd bereikt toe was, dacht hij: „dal
is nu het panorama van een leven. En toen
had hij het. „Een panorama van een
levenswerk". En toen zag hij het panorama
meteen al in gedachten voor zich. Jan van
Euromarkt-cotn missie:
In een rapport over de economische
situatie van de landen van „Klein Europa"
zegt de Euromarkt-commissie dat de in
dustriële produktie gedurende de eerste
maanden van 1959 wellicht iets zal dalen
ten opzichte van de laatste maanden van
dit jaar. De produktie zal echter groter
zjjn dan in de overeenkomstige periode
van 1958. Het rapport zal begin januari
worden gepubliceerd. Uittreksels zijn reeds
aan de pers verstrekt. In het algemeen is
aldus het rapport de economische
situatie in Frankrijk, Italië, de Beneiux-
landen eh Wést-Duitstand de afgelopen
maanden iets verbeterd.
Gezien de stabiele toestand in de rest
van de wereld, in het bijzonder der Ver
enigde Staten, worden voor het eerste
kwartaal van het volgend jaar geen be
langrijke ontwikkelingen verwacht. De ge
matigd opwaartse tendens in Nederland,
Italië en West-Duitsland, de stagnatie in
België en Luxemburg en de krachtig op
waartse tendens in Frankrijk zal zich
voortzetten.
Over het geheel genomen zal de in
dustriële produktie in het eerste kwartaal
van 1959 een tot twee percent hoger zijn
dan in het eerste kwartaal van dit jaar. In
de tweede helft van 1958 was de industriële
produktie namelijk hoger dan in de over
eenkomstige periode van het voorgaande
jaar (het dierde kwartaal 2,5 percent).
Ook voor de landbouw wordt een voor
spoedig jaar verwacht, voornamelijk als
gevolg van de goede oogst van dit jaar.
In alle aangesloten landen werden de
prijzen gestabiliseerd. Met name is dit be
langrijk in Frankrijk, waar men zelfs van
een mogelijkheid tot prijsdaling kan spre
ken. De betalingsbalans verbeterde en de
goud- en dollarreserves bleven stijgen.
Paus Joannes voor de film
Paus Joannes heeft zaterdagochtend zijn
medewerking verleend voor opnamen
voor de film „Gij zijt Petrus". Ten be
hoeve van de eerste opname voor deze
film las de paus een gedeelte van de toe
spraak voor. die hij terstond na zijn ver
kiezing tot de kardinalen heeft gericht en
waarin hij de redenen uiteenzet voor het
kiezen van c.naam Joannes. Ook zijn
opnamen gemaakt van een audiëntie van
kardinaal-staatssecretaris Tardini bij de
paus.
Voor de afscheidsbijeen
komst ter gelegenheid van
het heengaan van de heer
ir. A. H. Ingen Housz als
voorzitter en lid van de di
rectie der Hoogovens, heeft
de chef van de afdeling
propaganda, de heer L. C.
A. van Kuyk, een declama-
torium geschreven, waarin
een overzicht wordt ge
geven van het levenswerk
van de scheidende direc
teur, die in een ambts
periode van veertig jaar het
hoogovenbedrijf te IJmui
den zag groeien tot een ont
zagwekkende onderneming.
Men zou dit declamatorium
een technisch epos kunnen
noemen, een aaneenschake
ling van herinneringen aan
de belangrijke ontwikke
lingsfasen van het bedrijf,
aan tegenslagen- door onge
val en oorlog, aan commer
ciële veranderingen, aan de
indrukwekkende herop
bouw na de tweede we
reldoorlog. En in deze aan
eenschakeling werd de fi
guur van ir. Ingen Housz
geplaatst als de stuwende
kracht in dit ontplooiings
proces, dat ook ons land tot
een te respecteren lid van
de Europese Kolen- en
Staalgemeenschap maakte.
Aan dit internationaliserend
streven werd door de heer
Van Kuyk eveneens aan
dacht besteed in idealistisch
gestemde bewoordingen.
Het declamatorium eindigt
met een apotheose van
dank.
De muziek bij dit decla
matorium werd geschreven
door mr. Harm Smedes,
speciaal voor een uitvoering
door de Hoogoven Harmo
nie en door het IJmond
Mannenkoor, welke ensem
bles een belangrijke taak
kregen te vervullen. Harm
Smedes heeft met juist in
zicht niet gestreefd naar
problematische moderni
teiten. Maar een voorbeeld
van vertrouwd muzikaal
conservatisme werd de mu
ziek toch niet en over de
uitvoering ervan behoeft
men zeker niet lichtvaardig
te denken. De componist
heeft de geest van zijn mu
ziek in grote eenheid met
de sfeer van de tekst ge
schreven: imposant, som
ber-dreigend, angstig, be
moedigend en feestelijk-
triomferend. Een zinrijke
gedachte was het in het
slotkoor het Wilhelmus als
symbool van het Neder
landse karakter van het be
drijf op te nemen. Over de
instrumentatie zij vermeld,
dat zij doeltreffend werd
aangepast bij de bezetting
van de Hoogoven Har
monie.
Het declamatorische ge
deelte van het werk is aan
Ank van der Moer en aan
Han Bentz van den Berg
toevertrouwd. Het is niet
gewaagd te zeggen, dat
deze toneelspelers zich nog
nooit voor een zo aparte
opdracht geplaatst zagen,
en zo naar een evenwicht
hebben moeten zoeken tus
sen de zegging van poëzie-
loze mededelingen van be
drijfsgeschiedenis en van
de enkele meer door een
aanduiding van emoties ge
kenmerkte fragmenten. Met
vakkundig inzicht hebben
zij voor zichzelf de inter
pretatiebeslissing genomen,
zodat het declamatorium
een der hoogtepunten van
een gedenkwaardige dag
kón worden.
P. Zwaanswijk
Kosten noch moeite heeft men op de
Hoogovens gespaard om de afscheids
bijeenkomst van ir. A. H. Ingen Housz
te doen slagen. Dat is te zien aan het
enorme panorama, aan de grote ten
toonstelling, aan de grandioze entree
in de Blikhal. Iedereen was het er over
eens dat er goed en origineel werk was
geleverd. Allen spraken vol bewonde
ring over hetgeen tot stand was ge-
komen. Vooral had men veel waar
dering voor het panorama. Het Pano
rama van een Levenswerk. Iemand
bracht zijn bewondering op de volgende
wijze onder woorden: „Bij geen enkele
industrie heb ik zo iets geweldigs ge
zien. Nog nooit". „Dat is ook de be
doeling", was het nuchtere commentaar,
„op de Hoogovens kan alles".
Fucht werd er bij gehaald en alles kwam
voor elkaar.
„Ik heb er wel eens slapeloze nachten
van gehad", vertelde de schilder. „Het is
dan ook een heel werk". Hij moest staan
de op grote ijzeren steigers schilderen.
„Dat valt niet mee", verzekerde hij. „Want
ik moest er keer op keer van afstappen en
een eindje van m'n werk af gaan staan om
te zien of het naar wens vorderde".
Een fotograaf van de Hoogovens is er
ook aan te pas gekomen. Samen met de
schilder is deze fotograaf er heel wat keer
tjes op uitgetrokken. Heel wat klimpar
tijen op het terrein van Hoogovens heb
ben zij er voor over moeten hebben om de
door de schilder gewenste overzichts
foto's te kunnen maken- Aan de hand van
deze foto's heeft Jan van Fucht gewerkt.
„Het is me gelukt". De schilder slaakt een
zucht van opluchting. „Een geluk dat ik
Beverwijker ben, dat ik de Hoogovens ken.
Een geluk dat ik wel eens eerder derge
lijke karweien onder handerhanden heb
gehad".
Moeilijk
Het moeilijkste vond hij het schilderen
van de Hoogovens. „Ik moest er een gas
houder voor wegdenken", merkte hij op.
Die gashouder stond op de foto. Ik heb
net gedaan alsof het ding van glas was".
Voordat de schilder met kwast en verf
pot aan het werk kon gaan moest hij een
schets maken. Hij legde dan een van de
stukken linnen (het geheel is in vijf fasen
geschilderd) op de grond en liep er dan
met linialen van maar liefst vier meter
lengte overheen, om hier te meten, daar
een lijn te trekken.
Het panorama is bijzonder natuurge
trouw. Men kan er niet alleen Wijk aan
Zee, de Watertoren in IJmuiden, de pieren,
de Wijkertoren en de koepel van de St.
Agathakerk in Beverwijk op ontdekken,
zelfs ontwaart men er heel in de verte de
St. Bavo in Haarlem op!
Wat de Hoogovens na het afscheid van
ir. Ingen Housz van plan zijn met het
panorama te doen? Men weet het nog niet.
Eén ding is echter zeker: het zal bewaard
blijven.
(Vervolg van tweede kolom)
ken is toevertrouwd, dan wordt dit alles
nog moeilijker. Maar het is een opdracht,
die mij hier doet staan, een opdracht, die
mij niet alleen gegeven is door allen die
onder mij belast zijn met de produktie van
onze vier bedrijven, maar ook van diegenen
die dat onder de verantwoordelijkheid van
anderen doen, zoals Nieuwbouw, Sociale
Afdeling, Administratie, Verkoop, Inkoop,
Economische en Juridische Afdeling. En zo
zal ik dan wel de donkere schaduwen moe
ten ontvluchten cm te trachten uitdrukking
te geven aan dat hetgeen heden in ons hart
omgaat. Toen u dezer dagen eens tegen mij
zei „De tijd gaat snel en mijn laatste dag
als directeur komt steeds naderbij", voegde
u daar aan toe als antwoord op niet ge
sproken woorden van onze kant: „Ja, het
i s toch niet anders". Toen heb ik u ge
zegd: „Ja, dat begrijpen wij, maar iets
begrijpen is nog iets anders dan iets aan
vaarden."
Dank voor alles
„Dank voor alles wat u, hooggeachte heer
Ingen Housz, voor dit bedrijf en voor ons
allen in die lange jaren van uw ambt ge
daan hebt. Met inzet van alles wat een
goede Voorzienigheid u gegeven heeft, een
sterke en snelle geest, een gezond lichaam
en een goed hart voor de mensen, die met
u samen werkten, hebt u steeds op één
gedachte geleefd: vooruit naar een doel dat
geen heden kent, maar dat in de toekomst
ligt," zo vervolgde ir. Spies zijn betoog.
Hij besloot zijn rede met: „Sta ons ten
slotte toe dat wij de Hoofdweg, de grote
weg die ons allen dagelijks naar ons werk
leidt in de toekomst Ingen Houszweg
mogen noemen."
Ir. P. van Delden, directeur van ^fie
Hoogovens, zeide dat de heer Ingen Housz
werkelijk een captain of industry was.
Een man, die leiding gaf aan een bevol
king van een behoorlijke provinciestad.
Hij onderstreepte zijn woorden met het
aanbieden van een fotoboek namens de
drie directeuren.
De heer P. Mulder, secretaris van de
ondernemingsraad en voorzitter van de
centrale contactcommissie van de arbei
ders en de heer P. J. Rijken, voorzitter
van de centrale contactcommissie van de
beambten spraken eveneens waarderende
woorden over de leiding, die de heer
Ingen Housz aan het grote staalbedrijf
heeft gegeven. Zij boden namens het per
soneel een boek aan, waarin bijdragen van
het personeel zijn opgenomen.