Dr. Drees stelt zich niet meer
kandidaat voor een Kamerzetel
r
Het Belgisch-Nederlands
cultureel verdrag
Tapijt Narcissusgereed
MINISTER VAN STAAT
0p de'
Hit if bfrlfiiFn tijb
Van dag tot dag
e
Tito debarkeerde in
Tandjong Priok
§TEEDS VERSE AANVOER
Hij zal nog wel deelnemen aan de
verkiezingsactie van de P.v.d.A.
<~Pracitótoel
3
Bevrijdt u
Ballon zou Zuid-Amerika
reeds naderen
ACTIFRAL 10
PHILIPS-ROXANE
r,
Hoofddirecteur der
Posterijen
DINSDAG 23 DECEMBER 1958
Nederland heeft een „nieuw" (zij het
danook voor negentig percent oud) kabinet,
en men kan dus zeggen dat de kabinets
crisis voorbij is. Maar dat daarmee ook de
politieke crisis voorbij zou zijn, zal nie
mand durven beweren.
De Partij van de Arbeid heeft zich los
gemaakt van de regering en zal haar poli
tieke verlangens nu dus alleen in de volle
openbaarheid van het parlement en niet
tevens in de beslotenheid van de minister
raad verdedigen. In de ministerraad moest
het streven uiteraard, gezien de brede ba
sis van het kabinet, altijd gericht zijn op
het bereiken van een compromis. In het
parlement en dan vooral in een periode
die voorafgaat aan Kamerontbinding en
nieuwe verkiezingen zal er eerder naar
worden gestreefd, juist de tegenstellingen
tussen de wensen van de P.v.d.A. en het
regeringsbeleid zo schel mogelijk te be
lichten. De politieke crisis zal daardoor,
zoals voor de hand ligt, eerder verscherpt
dan overwonnen worden.
Hierbij doet zich het merkwaardige feit
voor, dat de P.v.d.A. zich klaarblijkelijk
wèl heeft voorgenomen, tijdens de nog res
terende arbeidsperiode van de huidige
Tweede Kamer felle oppositie te voeren en
ook haar verkiezingscampagne vooral het
karakter van een strijd tegen de „rechtse"
partijen te geven, maar dat zij als ze
ooit weer aan het regeringsbeleid wil deel
nemen toch weer met één of meer van
die partijen zal moeten samenwerken. En
precies zo is het voor die andere partijen,
en wel in het bijzonder voor de K.V.P.,
die als de verkiezingen tenminste geen
politieke aardverschuiving van Ameri
kaanse proporties te zien zullen geven
desnoods een coalitie met de Protestants-
Christelijke partijen en de V.V.D. zou kun
nen vormen, maar toch de P.v.d.A. heel
ongaarne in het volgende kabinet zou
missen.
In Den Haag werd gisteren al gezegd,
dat prof. Beel zich bij het voeren van zijn
beleid vooral zal laten leiden door de over
weging, dat met betrekking tot de kabi
netsformatie in maart a.s. „alle mogelijk
heden open moeten blijven". En de (r.-k.)
Volkskrant van vanochtend zegt ronduit,
dat de breuk met de P.v.d.A. „slechts node
is aanvaard" en dat prof. Beel zeker geen
situatie wil scheppen „waardoor het, na de
verkiezingen, nog moeilijker zou worden
om de breuk te helen". Het helen van die
breuk is voor de K.V.P. namelijk van zeer
groot belang omdat zij, door te regeren met
de socialisten in de oppositie, wel eens een
deel van haar aantrekkelijkheid voor
katholieke arbeiders aan de P.v.d.A. zou
kunnen verliezen.
Wij moeten bij deze situatie onwille
keurig denken aan het middeleeuwse versje
van de twee koningskinderen, die elkaar
zo lief hadden maar niet bij elkaar konden
komen, „want het water was veel te diep".
Weliswaar is de soort van liefde, die de
K.V.P. en de P.v.d.A. voor elkaar voelen,
niet van de door Plato beschreven aard
men zou haar in de stijl der moderne
psychologen eerder „haatliefde" kunnen
noemen maar dat ook zij zich naar el
kaar toe gedreven voelen valt niet te ont
kennen. Alleen.... het water is veel te
diep. En door wat er de volgende twee-en-
een-halve maand zal worden gezegd en ge
daan zal het vermoedelijk nog wel dieper
worden.
Of en zo ja, hoe deze twee ko
ningskinderen te lange leste tóch bij el
kaar zullen komen, zal danook wel het
onderwerp gaan vormen van een reeks
spannende tafrelen.
Op 18, 19 en 20 december is in Gouda
de drieëndertigste vergadering gehouden
van de gemengde technische commissie
voor de uitvoering van het Belgisch-Ne
derlands cultureel verdrag. Dit deelt men
ons mede van de zijde van het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen. De vergadering werd voorgezeten
door mr. H. J. Renink, directeur-generaal
voor de kunsten en de buitenlandse cultu
rele betrekkingen. De Belgische delegatie
stond onder leiding van de heer J. Kuy-
pers, gevolmachtigd minister, belast met
de culturele betrekkingen. Op uitnodiging
van de burgemeester van Gouda, dr. mr.
K. F. O. James, heeft de commissie ver
gaderd in het stadhuis aldaar.
Op het gebied van de uitwisseling van
tentoonstellingen werd besloten tot het or
ganiseren van een tentoonstelling van wer
ken van de Belgische kunstenaar Jozef
Contré in drie Nederlandse steden. De
tentoonstellingscollectie zal worden sa
mengesteld door de heer J. van Lerber-
ge, adviseur bij de dienst van kunstpro-
paganda van het ministerie van Openbaar
Onderwijs in Brussel.
Van Nederlandse zijde zal een tentoon
stelling van moderne Nederlandse schil
derkunst naar België worden gezonden.
Een tentoonstelling van Vlaamse miniatu
ren zal in de komende zomer in Brugge,
Parijs en Amsterdam te zien zijn. Het
grootste deel van de miniaturen zal af
komstig zijn uit Brussel, voorts zullen er
inzendingen zijn uit verzamelingen van
Amsterdam, Wenen en andere grote
Europese verzamelingen. Een documen
taire tentoonstelling van werken van Ja
mes Ensor zal ter beschikking komen voor
een rondreis door Nederland. Een Neder
landse en een Franse versie van de Ne
derlandse documentaire tentoonstelling
„Wie was Rembrandt" maken op het
ogenblik een tournee door België.
Uitvoerig heeft de commissie aandacht
geschonken aan hetgeen in de Raadge
vende Interparlementaire Beneluxraad is
besproken tijdens de vergadering op 28
en 29 november in Den Haag, die gewijd
was aan de culturele betrekkingen tussen
de Beneluxlanden. Met name heeft de
commissie gesproken over de uitbreiding
van de taak van de commissie op het ge
bied van volksontwikkeling en volkscul
tuur alsmede op het gebied van het cul
turele grensverkeer.
Op het gebied van het beroepstoneel staat
Advertentie
van rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en
zenuwpijnen. Neemt daarvoor Togal, het
middel bij uitnemendheid, dat baat waar
andere falen. Togal zuivert de nieren en is
onschadelijk voor hart en maag. Bij apoth.
en drogisten 0.95, 2.40 en 8.88.
DJAKARTA (Reuter) President Tito
van Joegoslavië is dinsdagochtend met
zijn jacht Galeb de haven van Tandjong
Priok binnengevaren. Hij brengt officiëel
bezoek van tien dagen aan Indonesië. Ra
dio-Djakarta meldt, dat duizenden hem op
de kade een welkom toeriepen.
Bij het verlaten van het jacht werd
maarschalk Tito begroet door president
Sukarno, die in een welkomstrede zeide,
dat de Joegoslavische president door zijn
sociaal idealisme zich tot een wereldbur
ger had gemaakt. Hij noemde Tito een
groot strijder voor de vrijheid van zijn
land en volk, en verklaarde verheugd te
zijn over het bezoek van de Joegoslavi-
vische president en diens echtgenote.
Tito sprak op zijn beurt zijn blijdschap
uit over zijn bezoek, dat gelegenheid zal
bieden tot gedachtenwisseling op verschil
lend gebied. De voornaamste doelstel
lingen van Joegoslavië en Indonesië zijn
gelijk: strijden voor het welzijn van het
volk en het handhaven van een neutrali
teitspolitiek in wereldzaken.
Na de begroeting reden de beide presi
denten naar het staatspaleis, waar Tito
gedurende zijn bezoek zal logeren. Onder
weg werden zij toegejuicht door talloze
Indonesiërs, die langs de kant het voorbij
rijden van de twee presidenten gadesloe
gen.
In de Haarlemse werkplaats tot herstel
van antiek textiel is dezer dagen het voor
Nijmegen bestemde tapijt „Narcissus"
gereedgekomen. Het herstel van dit tapijt
is niet gemakkelijk geweest: er zijn meer
dan 34.000 werkuren aan besteed. In som
mige details had het tapijt zó geleden dat
zelfs de tekening niet meer duidelijk was.
De „Narcissus" behoort tot een serie „De
Metamorphosen van Ovidius", waarvan in
Engeland ook een exemplaar aanwezig
was. Met behulp hiervan kon men de ont
brekende details achterhalen. Het tapijt
beeldt een verhaal uit Ovidius' „Metamor
phosen" uit: aan Narcissus is bij zijn ge
boorte een lang leven voorspeld, mits hij
zichzelf niet zal kennen. Links op de voor
grond ziet men Narcissus, als hij de liefde
versmaadt van de nymf Echo, die door
een wraakneming van Juno niet kan spre
ken, maar wier stem als een echo weer
klinkt In het midden staat Narcissus af
gebeeld, die ineengedoken aan een bron,
zijn schoon gelaat weerspiegeld ziet en
SANTA CRUZ (UPI) De afgelopen ze
ven dagen heeft men in Santa Cruz, Tene-
rife, geen nieuws vernomen van „The
small world", de ballon, die met drie man
nen en een vrouw woensdag 12 december
voor een tocht over de Atlantische Oceaan
vertrok. Men neemt aan dat de ballon niet
uit de koers is geraakt en zich thans op
ongeveer 500 km. van de kust van Zuid-
Amerika bevindt.
NAT TRAVERS OVERLEDEN
LONDEN (UPI) De Engelse komiek
Nat Travers, koning van de plat-Londense
humor, is maandag op de leeftijd van
drieëntachtig jaar overleden. Sinds zijn
achtste jaar is hij opgetreden in alle mo
gelijke volkstheaters. Vorig jaar speelde
hij nog eens een sketch, die hij in 1900 op
voerde met de toen tien jaar oude Charlie
Chaplin.
zich niet meer aan dat beeld onttrekken
kan. Wegkwijnend aan de bron wordt hij
door de góden veranderd in een bloem,
die nog steeds zijn naam draagt. Het ta
pijt zal op de dag vóór Kerstmis in het
Frans Halsmuseum worden geëxposeerd.
Op 5 januari zal het naar zijn definitieve
bestemming, het Nijmeegse stadhuis, wor
den vervoerd.
een uitwisseling van drie voorstellingen op
het programma voor 1959-1960. Ook de
uitwisseling van amateurtoneelvoorstel
lingen zal worden bevorderd. De commis
sie heeft tevens aandacht geschonken aan
de resoluties van de achtste algemene con
ferentie der Nederlandse letteren, welke op
7 en 8 november in Den Haag bijeen is
geweest. De mogelijkheden tot verwezen
lijking van de daarin tot uitdrukking ge
brachte wensen zullen nader onderzocht
worden.
Op het gebied van de muziek zal de uit
wisseling van musici als onderdeel van de
middagconcerten in Brussel en de mu
seumconcerten te Amsterdam plaats heb
ben. De Nederlands-Belgische componis-
tendagen, welke in 1958 in Bilthoven zijn
gehouden, zullen volgend jaar weer in Bel
gië georganiseerd worden.
In Gent zal door de universiteit een „Ne
derlandse universitaire week" worden ge
houden, tijdens welke een aantal Neder
landse geleerden gastcolleges zullen ge
ven. Een overeenkomstige „Belgische uni
versitaire week" zal plaats hebben aan de
universiteit van Nijmegen.
Het aantal beurzen dat wederzijds op
nieuw beschikbaar gesteld zal worden zal
gehandhaafd blijven. Daarnaast zullen
voor zover de beschikbare middelen dat
toelaten beurzen beschikbaar gesteld wor
den voor het bijwonen van zomercursus
sen. De subsidies aan groepsreizen van
studenten onder leiding van hoogleraren
zullen worden voortgezet. Het is geble
ken, dat de belangstelling voor deze rei
zen in beide landen toeneemt.
Wat betreft de gelijkwaardigheid van di
ploma's kan vermeld worden dat in Bel
gië een Koninklijk Besluit in voorberei
ding is, waarbij een aantal Nederlandse
universitaire getuigschriften op het ge
bied der letteren en wijsbegeerten als ge
lijkwaardig met de overeenkomstige Bel
gische erkend zal worden. In Nederland
wordt de gelijkwaardigheid van zodanige
Belgische getuigschriften reeds erkend.
Bezien zal worden in welke mate het Ne
derlandse Koninklijk Besluit, waarbij de
toelating tot universitaire examens gere
geld wordt van degenen die in het bezit
zijn van een Belgisch gehomologeerd hu-
manioragetuigschrift van Latijn-weten
schappen.
Op het gebied van de spelling der Ne
derlandse taal wordt momenteel overleg
gepleegd tussen beide landen voor de re
geling van de spelling der bastaardwoor
den. Op het gebied van de technische ter
minologie zal zeer binnenkort een woor
denboek verschijnen, dat is samengesteld
door de centrale taalcommissie voor tech
niek, onder voorzitterschap van prof. dr.
Krul. Bij de samenstelling van het woor
denboek is voortdurend overleg gepleegd
met de bevoegde Belgische instanties. Het
boek wordt uitgegeven met steun van de
beide regeringen. Aan de uitwisseling van
Kweekschoolleerlingen zal veel aandacht
worden geschonken. Een uitwisseling tus
sen twee scholen uit ieder land staat op
het programma.
Advertentie
Met de benoeming van dr. Drees tot mi
nister van Staat heeft de Kroon het
staatshoofd handelende op advies en on
der verantwoordelijkheid van de minister
president en diens ambtgenoten een al
leszins verdiende onderscheiding verstrekt
aan een figuur, die sinds een lange reeks
van jaren zich op voorbeeldige wijze aan
's lands belang heeft gewijd. Het minis
terschap van Staat is, wel beschouwd, de
T
Dr. W. Drees zal nog deelnemen ,aan de
verkiezingsactie van de Party van de Ar
beid, maar stelt zich niet kandidaat by de
komende Kamerverkiezingen. De P.v.d.A.
zal naar een andere lijsttrekker moeten
omzien. Dr. Drees ambieert geen openbaar
ambt meer. „Ik had me al op mijn zeven
tigste, twee jaar geleden, willen terugtrek
ken. Maar in 1956 heeft men mij overge
haald nog één keer een kabinet te vormen.
Nu, op mijn 72ste, wil ik er toch echt mee
ophouden," vertelde dr. Drees ons, toen wy
hem gistermiddag opzochten, enkele uren
nadat de Koningin zijn ontslag had aan
vaard. Dertieneneenhalf jaar achtereen
heeft dr. Drees zyn invloed doen gelden
op het landsbeleid, ruim drie jaar als
minister van Sociale Zaken en ruim tien
jaar als minister-president. Als kampioen
van de „brede basis" wist hy een samen
werking tot stand te brengen, die het bui
tenland deed spreken van „Het Nederland
se wonder", het verrassend snelle herstel
na de tweede wereldoorlog.
Schokkende gebeurtenissen en zware
tegenslagen zijn ons land in de tien jaar
van dr. Drees' premierschap niet bespaard.
Maar noch het Indonesische drama, noch
de watersnoodramp vermochten het na
oorlogse herstel te fnuiken. Hoe groot de
problemen ook waren, hoe zwaar de ver
antwoordelijkheid ook drukte op de leider
van het kabinet, dr. Drees liet zich niet
van zijn stuk brengen, hield het hoofd koel,
bleef vasthouden aan de breedst mogelijke
samenwerking en boezemde vertrouwen in
door zijn volkomen integriteit, zijn eenvoud
en zijn rust.
Terugblik
Voor de laatste keer stond gistermiddag
een dienstauto van het departement van
Algemene Zaken voor de woning van dr.
Drees aan de Beeklaan in Den Haag. De
chauffeur bracht mappen met persoonlijke
papieren van dr. Drees. De pas tot minister
van Staat benoemde oud-premier zat mid
den in de drukte van de afwikkeling van
zijn ambt.
Toch was hij onmiddellijk bereid ons
even te ontvangen. En met dezelfde pret
tige rust en vriendelijkheid, die hem altijd
heeft gekenmerkt, beantwoordde de afge
treden premier onze vragen.
Waar hij nu het liefst op terug zag? Dr.
Drees noemde direct zijn ambtsperiode als
minister van Sociale Zaken in het kabinet
Schermerhorn-Drees (19451946) en het
daarop volgende kabinet-Beel (19461948).
„Een minder spectaculaire functie dan het
premierschap, maar aantrekkelijk omdat je
initiatieven kon nemen en meer recht
streeks vruchtdragend werk kon doen." Als
minister van Sociale Zaken kon de heer
Drees zich geheel geven aan het herstel
van de ongestoorde arbeid en de bevorde
ring van samenwerking tussen werkgevers
en werknemers. Hij zorgde voor de Nood
wet Ouderdomsvoorziening (voorloopster
van de A.O.W.) en nam het initiatief voor
de werkloosheidsverzekering.
Als minister-president werd de coördina
tie van de werkzaamheden der verschillen
de departementen de voornaamste taak van
dr. Drees. Samenwerking in het landsbelang
was daarbij zijn leidend beginsel.
Samenwerking
In het kabinet is er altijd een goede
samenwerking geweest, verzekerde hij ons.
We konden het altijd eens worden over dé
zaken. Er is altijd veel gemopperd over
„het gehate compromis" maar hoe kan
men het ooit en dat geldt niet alleen
voor de regering eens worden zonder
compromissen?"
Ook over de wetsontwerpen, die hebben
geleid tot het uiteenvallen van de „brede
basis", bestond eensgezindheid in het kabi
net. Dr. Drees herhaalde nog eens wat hij
hieromtrent in de Kamer heeft verklaard:
Zowel over de onbeperkte verlenging van
de prijsbeheersing voor landbouwgronden
als over de verlenging met twee jaar van
de tijdelijke belastingverhogingen was in
de ministerraad overeenstemming bereikt.
Eenstemmigheid bestond alleen niet over
de politieke consequenties van amendering
der belastingontwerpen.
Wat hij dacht van de oplossing der kabi
netscrisis? Hierover wilde dr. Drees zich
liever niet uitlaten, alvorens het nieuwe
kabinet zich aan het parlement heeft voor
gesteld. Het woord is nu in de eerste plaats
aan de Tweede Kamer.
Nog eenmaal zal de man, die in zo grote
mate zijn stempel heeft gedrukt op het na
oorlogse beleid, zich in het politieke strijd
gewoel storten om de Partij van de Arbeid,
zij het dan niet als lijsttrekker, te steunen
in de verkiezingsslag. Daarna zal hij zich
terugtrekken uit de dagelijkse politiek.
hoogste onderscheiding, die hier te lande
bestaat. Het is geen functie, alleen een
ere-titel. Zo is het althans heden ten da
ge en dit nu al meer dan een eeuw lang.
Aanvankelijk was dit niet het geval.
Voor het eerst kwam het in het Koninkrijk
tot benoeming van twee staatsministers
(hetgeen hetzelfde als ministers van staat
was) in 1815. Toen zagen zich de graven
van Hogendorp en de Thiennes, welke laat
ste een vooraanstaande figuur uit de Zui
delijke Nederlanden was, hiertoe benoemd
bij K.B. van 16 september no. 223. Beide
maakten mét de portefeuilles-dragende
ministers deel uit van de Kabinetsraad,
die door de Koning zelf werd voorgezeten.
Een goed jaar later nam Van Hogendorp,
die vice-president van de Raad van State
was, ontslag uit dat ambt. Intussen hield
het K.B. dat zijn ontslagverlening bevat
te in, dat hij de titel en rang van Staats-
Minister behield en voorts een bepaling,
waardoor de Koning hem eventueel tot
deelneming aan bijeenkomsten van de Ka
binetsraad kon doen roepen. In deze kor
te samenvatting van de geschiedenis van
het Ministerschap van Staat is het onge
twijfeld op zijn plaats melding te maken
van de omschrijving van die „functie"
door Koning Willem I in een „eigenhandig
schriftuurtje" van 8 maart 1818. „Deze ti
tel is te bepalen voor ministers, welke
geen departementen hebben, doch als in
actieve dienst beschouwd worden. Zij hou
den zich op in een der residentiën (dat
waren toen Den Haag en Brussel) en wo
nen de Kabinetsraad bij, alwaar zij kun
nen zitting hebben als gelijk in rang zijn
de met de overige met portefeuille belas
te ministers.
Zij worden naar omstandigheden ge
bruikt tot temporaire commissies, zo bin
nen -als buitenlands, adviseren de Koning
daartoe bijzonder geroepen zijnde, en wor-
benoemd tot presidenten van commissies
van gewicht, evenals dezelve gezamen
lijk een consultatieve commissie formeren
wanneer meerdere zich ophouden in de
zelfde residentie. Hun tractement wordt
bepaald op 10.000 fl., doch wanneer zij uit
anderen hoofde tractementen genieten,
komt zulks in competitie in welk geval de
te maken bepaling hiernaar bij iedere be
noeming zal gewijzigd worden". Tot zover
bedoeld „schriftuurtje".
In herinnering zij gebracht, dat in het
tijdperk, waarom het hier gaat, de minis
teriële verantwoordelijkheid nog geheel
en al ontbrak en het zwaartepunt volkomen
bij de Koning lag. Hij zat de bijeenkom
sten met de ministers, die louter zijn per
soonlijke raadslieden-dienaars waren,
voor in wat heette de Kabinetsraad. In
1823 geraakte dit college vrijwel geheel in
onbruik. In dat jaar ontstond de minister
raad, waarin de ministers van staat (met
uitzondering van het tijdperk 1842-1850,
toen de mogelijkheid bestond hen daaraan
eventueel te laten deelnemen) geen zitting
kregen. Van 1850 af is het buiten kijf, dat
minister van staat niet meer, zoals eer
tijds, een ambt is. Er is danook van bezol
diging geen sprake meer.
Vrij dikwijls kwam het aanvankelijk
nog voor, dat oud-ministers de titel minis
ter van staat kregen. Allengs echter ge
beurde dit minder veelvuldig. En zeker kan
men zeggen, dat nu reeds meer dan zestig
jaar lang verlening van deze hoogste ere
titel tot de zeldzaamheden behoort.
Een heel enkele keer komt het wel eens
voor, dat tijdens een kabinetscrisis of in
een formatieperiode het staatshoofd een
of meer Ministers van Staat raadpleegt.
Dat geschiedt dan echter bovenal op grond
van hun rijke ervaring op staatkundig ter
rein en vermoedelijk geldt dan tevens de
overweging, dat zij zelf gemeenlijk bui
ten de dagelijkse politieke strijd staan.
Het is m.i. gelukkig, dat benoemingen tot
Minister van Staat tot de grote zeldzaam
heden behoren. Daardoor heeft verlening
van die ere-titel een des te grotere waarde
verworven en betekent zij een bijzondere
hulde aan een hoogst „excellente" staats
burger.
Dr. E. van Raalte
(Behalve dr- W. Drees zijn minister van
Staat: mr. E. N. van Kleffens, mr- J. R. H.
van Schaik, prof. mr. P. S. Gerbrandy, jhr.
mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer en prof. dr. L. J. M. Beel).
De kerstversiering
Er was eens een klein meisje, dat enkele
dagen voor Kerstmis met haar moeder
kerstinkopen ging doen. Ze gingen niet ver,
niet de drukke stad in, omdat het meisje
nog te klein was om in de korte namiddag
zo vlug en zoveel te doen zonder moe te
worden. Ze gingen naar een winkeltje aan
het einde van de laan, daar waar de stad
voorgoed ophield en zich plotseling ver
loor in de kale, winterse landen.
Het meisje hield de moeder bij de hand
vast en stapte kordaat naast haar, op weg
naar de toegezegde overvloedigheid van
versierselen.
Tegen het einde van de herfst, even
voor het invallen van de winter, zijn er
van die wonderlijk zachte dagen, die be-
driegelijk aan een lente doen geloven. De
wind is strelend en lauw en ruikt naar
aarde. Aan de kale boomtakken zijn dikke,
glanzende knoppen zichtbaar- De hemel is
hoog en lichtblauw met rijen kleine, witte
wolken. En de zonsondergangen boven het
land zijn rose. Het land ligt in het laatste
uur van de korte dag onder een rose hemel,
die langzaam verdonkert tot lila, tot zwarte
schemer. Die slokt uiteindelijk de laatste
rose streep boven de kim op om één ogen
blik de stad, het land in het weerkaatste
licht van de verdwenen dag te laten en
dan alles toe te dekken met zijn egale don
kerte.
Op zo'n namiddag, de vooravond van de
winter, de laatste namiddag van de herfst,
liepen de moeder en haar kleine meisje
naar de winkel met kerstversierselen. In
de etalage was het licht al aan en de dozen
met gekleurde ballen, kransen en kaarsen
stonden van beneden naar boven tentoon
gesteld. Van het plafond af hingen slingers
van zilveren en rode kralen en het kleine
meisje zei: „Ooo".
Er waren, aan een zilveren draad, zwe
vende engelen met witte en hemelsblauwe
vleugels en het meisje zuchtte verrukt.
Er waren ballen, grote en kleine, in aller
lei kleuren, groen, rood, blauw, goud en
ballen als de regenboog, die paars, rose en
geel lieten vloeien over hun oppervlak.
De moeder zocht uit in gedachten.
„Een zilveren bal en wat ijspegels. Twee
kleurige klokjes en een kleine bal. En een
piek met bellen".
Het kleine meisje had zich intussen om
gedraaid en stond, met haar rug naar de
etalage, over het land te kijken.
Achter een bruine boerderij in de verte
omgeven door bruine bomen en bruin
struikgewas daalde snel de zon. Er boven
hingen in de rose zonsondergang stil en
laag wat rose wolken.
De moeder zei tegen het kleine meisje:
Je mag zelf een versiersel uitzoeken voor
de kerstboom. Welke wil je?"
„Ik wil die", zei het meisje. En ze wees
voor zich uit naar zo'n rose wolk-
Maps Valk
Advertentie
Hoe warm het was en
hoe verrukkelijk gezond..
Maar nu gaan over Holland de donkere
seizoenen. Moeder, geef Uw gezin en
Uzelf wat de zon nu niet geeft. Geef
vitaminen. Vitaminen van Philips-Roxane!
HET HELE GEZIN
ACTIEF EN VITAAL!
De 10 belangrijkste vita
minen. Niet te veel, niet te
weinig. Precies wat U nodig
liebt. Eén dragee per dag is voldoende.
Flacon met 100 dragees f 2.88. Gezins
verpakking - 150 dragees - de helft méér
en toch slechts f 3.75.
noem de naam - voor alle zekerheid
De directeur van het postdistrict Rotter
dam, de heer L. Th. Hoolboom, is bij Ko
ninklijk Besluit met ingang van 1 januari
benoemd tot hoofddirecteur bij het staats
bedrijf der P.T.T. Hij wordt belast met de
leiding van de hoofddirectie posterijen.
Uit de Opregte Dingsdagse Haerlemsche
Courant van 19 December 1758
SR. JOUCAILLE, woonende te Gendt op
de Koorn-Markt, Zoon van
den gewezenen Chirurryn-
Major in Dienst van de
Hoog. Mog. Heeren Staaten
Generaal kan niet nalaaten
van zyne physicque On
dervindingen in het licht
te brengen, bestaande in
het genezen der Pokjes, 't zy oud of jong,
zodanig dat zy daar nooyt manquement
aan de Oogen of eenige geschondenheyd
van zullen behouden, geneezende ook het
Roodjouk, zuyverende het aangezicht van
Puysten en andere Humeuren, hetzelve
desguiseerende; tracht ook te helpen quaa-
de Borst en Long-Ziekten, waaruit alle
teeringen resulteren. Die van zyne Onder
vindingen verdere Explicatie begeeren,
kunnen zich aan den voorz. adresseeren;
hopende een ygelyk (zelfs ter presentie van
de Medicyns) Satisfactie te geven.