IJs en weder dienende WAT IS HOMOEPATHIE? 1 ARTISTIEK TEGENOFFENSIEF VAN HET KREMLIN 1 Boven de kuststrook is de wind het feist Erbij MEDISCHE KRONIEK De arrestee leeft voort in onze kunst, maar verdwijnt steeds meer uit liet Hollandse winterbeeld ZATERDAG 17 JANUARI 1959 PAGINA s IE Een voorbeeld van de toe passing van de leer van Hahnemann is het gebruik van arsenicum by een ziek te als cholera. Cholera, een besmettelijke ziekte, gaat gepaard met dezelfde ver schijnselen, die ook een ver giftiging met arsenicum kenmerken, namelijk hef tige pijnen in de buik, zwe ren in de darmen en een zeer dunne waterachtige ontlasting. Volgens de ho- moepathie is nu, gezien de gelijksoortige verschijnse len. die door arsenicumver giftiging en een ziekte als cholera worden opgewekt, arsenicum het geneesmiddel tegen cholera. Zo kan zwa vel huidziekten doen ont staan, aan de andere kant kan zwavel, mits in juiste hoeveelheden gegeven, ook huidziekten genezen. Het komt er nu. volgens Hahnemann op aan de juis te hoeveelheid van een ge neesmiddel te vinden, die nog werkzaam is. Want, zo leerden hij en zijn aanhan gers, geneesmiddelen geven in grote hoeveelheid juist het omgekeerde effect dat zij veroorzaken, indien zij in kleine dosering worden toegepast. In de praktijk diende Hahnemann zijn ge neesmiddelen daarom in uiterst kleine hoeveelheden toe, zo zelfs, dat zijn tegen standers berekenden, dat in de sterk verdunde oplossin gen van middelen, welke Hahnemann gaf. feitelijk geen werkzame middelen meer aanwezig konden zijn. Meestal verdunde Hahne mann zijn geneesmiddelen met alcohol, waardoor tinc turen ontstonden. Verdun ningen en oplossingen van geneesmiddelen met alcohol worden tegenwoordig in de geneeskunde ook nog ge bruikt. Dit geldt eveneens van de toepassing van zware me talen in de medicijnen, wel ke door Hahnemann werd gepropageerd. Goud. zilver, tin, koper en lood werden door hem als geneesmidde len geïntroduceerd. Zijn tegenstanders beweerden, dat deze zware metalen, omdat ze onoplosbaar in water waren, toch niet door t lichaam en zijn lichaams vloeistoffen, zoals het bloed, konden worden opgenomen. Maar ook thans maakt de geneeskunde nog gebruik van zware metalen als goud en koper, ook in opgeloste vorm. zij het dan dat de be reiding der geneesmiddelen volgens andere principes geschiedt dan door Hahne mann was voorgesteld. Werden de denkbeelden, die Hahnemann omtrent de bereiding van geneesmidde len propageerde, door art sen en apothekers aanvan kelijk fel bestreden, de suc cessen, die hij soms bij de bestrijding van ziekten wist te behalen, bezorgden hem na verloop van jaren toch een zekere erkenning. Aan de universiteit van Leipzig werd een ziekenhuis onder leiding van Hahnemann verbonden, waar deze zyn homoepathische middelen in toepassing bracht. Eerst paste hij de meeste genees middelen op zichzelf, zijn gezin of zijn studenten toe, bestudeerde de verschijnse len, die de middelen bij ge zonde mensen veroorzaak ten en zocht vervolgens ziekten uit met dezelfde verschijnselen, om zijn ge neesmiddelen nu ook by zieke mensen in toepassing te brengen. Tot op hoge leeftijd oefen de Hahnemann medische praktijk uit. De laatste jaren van zijn leven, na een tweede huwelijk met een jonge Francaise, woonde hij in Parijs. Hij stierf op 2 juli 1843, op de leeftijd van acht entachtig jaar. Zijn leer der homoepathie wordt ook in ons land door enkele artsen, meer echter nog door leken aangehangen. Velen, die tegen proefnemingen met dieren zijn, gebruiken ho moepathische geneesmidde len, omdat aan de toepas sing van deze middelen geen experimenten met die ren (vivisectie) zijn vooraf gegaan. Mocht de genees krachtige werking van vele homoepathische geneesmid delen omstreden zijn, hun niet-schadelijke invloed op het menselijke lichaam staat in ieder geval vast, daar onderzoek eerst op gezonde mensen met deze middelen plaats vindt, alvorens ze opgenomen worden in het Iherapeutisch arsenaal van de homoepathisch werkende arts. Het is mede wegens de onschadelijke invloed van de homoepathische midde len, dat leken ze ook wel desnoods zonder medisch voorschrift gebruiken, al ligt een willekeurig gebruik ook van deze middelen zon der advies van de dokter zeker niet in de lijn der homoepathie. IN OUDENRIJN bevindt zich een ziekenhuis, waar uitsluitend volgens de prin cipes der homoepathie pa tiënten behandeld worden. Schrijven homoepathische artsen bij voorkeur homoe pathische geneesmiddelen voor, zij zullen zo nodig ook gebruik maken van moder ne niet-homoepathische middelen en geneeswijzen, als het belang van de pa tiënt het vereist. Dit be tekent, dat in de praktijk vele patiënten by homoepa thische geneesheren precies dezelfde geneesmiddelen voorgeschreven krijgen, die hen door niet-homoepathi sche artsen ook zouden zijn voorgeschreven. Hetzelfde middel, door een „gewone" (niet-homoepathische) arts gegeven, werkt echter vaak minder goed dan als de ho- moepaath het voorschrijft. Het bijzondere, geheimzin nige, aparte van de homoe pathische geneesheer, die anders is dan andere dok toren, brengt veel mensen er toe, aan zyn adviezen bijzondere waarde te hech ten. En dat bevordert de genezing vaak onbewust. Want elke genezing komt heter en sneller tot stand als de patiënt geestelijk be reid is mee te werken. ER ZIJN tot dusver in de Sovjet-Unie vijfhonderd duizend exemplaren verkocht van een roman, die de communistische bijbel in volksuitgave lijkt te worden, een leidraad voor de eenvoudige lezers om te leren hoe zij moeten denken en een handleiding voor de schrijvers om daarin het voorbeeld te zien van een ideale roman. Het boek is „De gebroeders Jersjov" getiteld. Het is geschreven door V. Kotsjetov, de hoofdredacteur van het officiële letterkundige orgaan „Literatoernaja gazeta". De schrijver is reeds jarenlang te velde getrokken tegen elke vorm van revisionisme in de litteratuur en vooral tegen de „verraders" onder de schrijvers, die na de dood van Stalin bepaalde ongunstige verschijnselen en zelfs wantoestanden in de Sovjet-Unie aan de kaak durfden te stellen. Dat was begon nen met „Dooiweer" van Ilja Ehrenburg, waarop Doedinzev volgde met „De mens leeft niet van brood alleen" en tenslotte „Dokter Sjivago" van Pasternak. Kotsjetov neemt vooral Doedinzev onder vuur door ook een uitvinder tot hoofdpersoon van zijn roman te maken. Wordt Doedinzev's held het slachtoffer van de bureaucratie en van het vriendjessysteem in de partij, Kotsjetov laat zien hoe niet de intellectuelen maar de vier gebroeders Jersjov de ware helden zijn. Hij tekent hen als de afstammelingen van eenvoudige industriearbeiders, als harde kerels die echter stuk voor stuk „goed" zijn. Ze werken natuurlijk eendrachtig samen met de secretaris van de partij en ook met de vrouwelijke ingenieur Kasakova, maar zij ondervinden tegenkanting van enkele „slechte" individuen, natuurlijk intellectuelen, zoals de bedrijfs leider, de uitvinder Kroetilitsj en de ingenieur Orleanzev, die het werk in de grote fabriek willen ondermijnen en zelfs zover gaan dat zij een uitvinding van de vrouwelijke ingenieur en van een der gebroeders Jersjov pogen voor te stellen als hun werk. Bijtijds wordt dit bedrog ontmaskerd. Deze „gemene intellectuelen" zijn het dan ook die regelmatig bij de radio zitten om naar de „Stem van Amerika" te luisteren, die vroeger met de Duitsers collaboreerden en later met de opstandelingen in Hongarije sympathiseerden. De ideale gestalte is de vrouwe lijke ingenieur Kasakova: ofschoon haar man in Moskou wil blijven, gaat zij naar de provincie om er ln een groot bedrijf te werken Kroesjtsjev heeft de decentralisatie aanbevolen. Deze roman is maakwerk in dienst van het Kremlin door alle pogingen in het werk te stellen om de intussen ontspoorde schrijvers en intellectuelen weer op het goede pad te brengen, zodat zij zich opnieuw gaan houden aan de maatstaf van de partij, aan het socialistische realisme en aan het verzwijgen van elke critiek op het beleid van de partij. Het succes bij de brede massa is verzekerd, omdat de schrijver een scherpe scheidingslijn trekt tussen de „slechte" intellectuelen en alle „goede" en gezonde arbeiders, die hij als de eigenlijke rugge- graat van de Sovjet-Unie voorstelt. Daarom wordt er van deze roman een goedkope uitgave voor het volk voorbereid met een geweldige oplage. nooit is geslaagd en ook ncoit zal slagen. Een diepe draaikolk, zoals wij die in het water kunnen veroorzaken door er snel met een voorwerp in rond te draaien, komt ook in de zee van lucht (de atmosfeer) voor en wordt dan depressie genoemd. Ieder een kan begrijpen dat hoe groter de verschillen zijn dus hoe dieper de draaikolken (depressies) en hoe hoger de bergen (hogedrukgebieden) hoe harder het ook zal waaien. Velen menen dat de lucht recht streeks van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied depressie ge naamd stroomt. Dit zou ook het geval zijn, wanneer onze aarde niet met een snelheid van meer aan zes tienhonderd kilometer per uur rond draaide. Door deze snelle omwente ling vertoont de wind op het noor delijke halfrond een afwijking naar rechts, met als gevolg dat de lucht steeds spiraalsgewijs naar een lage drukgebied stroomt. Volgens de wet van Buys Ballot waait de wind rond een depressie tegen de wijzers van het uurwerk in en rond een hoge drukgebied met de wijzers mee. Waar het ons nu in dit artikel om gaat is aan te tonen dat de wind gemiddeld zijn grootste snelheid te zien geeft boven het kustgebied. Het Koninklijk Nederlands Meteorolo gisch Instituut heeft al vele jaren op tal van plaatsen in ons land nauw keurige windmeters opgesteld te Schiphol, Amsterdam, IJmuiden, Den Helder enzovoorts. Uit deze waar nemingen heeft men onder meer een kaartje van de gemiddelde windsnel heid in de drie wintermaanden kun nen vaststellen. De gemiddeld hoog ste windsnelheid, niet alleen in de wintermaanden, maar ook in de an dere maanden, geeft Vlieland te zien: in het winterseizoen (zie kaartje) een gemiddelde van 7.fi meter per secon de. IJmuiden ligt. op de lijn van ge middeld 7.0 meter per seconde en Haarlem op 6.5 meter per seconde. Duidelijk valt op dat de windsnel heid ten westen van de provincie Utrecht tot de kust zeer snel in kracht gaat toenemen. Nog harder waait het op het lichtschip Noord Hinder ten westen van Zeeland, het lichtschip Goeree bij Zuid-Holland en de lichtschepen Texel en Ter- schellingerbank dat is ook logisch, want de wind ondervindt daar nog maar weinig wrijving. Boven land if deze wrijving, die sterk remmend werkt, veel groter. Opmerkelijk is dat vooral in Noord holland betrekkelijk weinig bomen worden aangetroffen. Dit is ook in het westen en noorden van Friesland het geval. De bomen, die men in de kustprovincies nog aantreft, geven zichtbaar blijk van het moeilijk be staan, dat zij te voeren hebben tegen de dikwijls harde tot stormachtige winden, welke hun groei vaak in belangrijke mate hebben beïnvloed. Men treft vrijwel geen bomen in het kustgebied aan die, door de vele stormen welke zij kregen te trotse ren, niet scheef gegroeid zijn De duinen werken ook remmend op de stormwind, met als gevolg dat dicht aan zee gelegen plaatsen als Den Helder, IJmuiden, Scheveningen, Hoek van Holland en Vlissingen ook vaak de zwaarste windstoten noteren wanneer er een zware storm boven de Noordzee en ons land woedt. Tot de zwaarste stormen van de laatste tijd behoren die van 14 november 1940, 1 februari 1943, 7 april 1943, 17 september 1944, 1 maart 1949, 1 fe bruari 1953 (watersnoodramp). De zwaarste windstoten, die er boven land zijn waargenomen, liggen in Nederland tussen de honderdvijf tig tot honderdzestig kilometer per uur. Een dergelijke storm met zulke windstoten uit het noordwesten kan niet alleen op zee maar ook in ons gehele kustgebied het ergste beteke nen en dan is er ook op onze dijken een „weest op uw hoede" gewenst. Gemiddelde windsnelheden in meters per seconde in de maanden december, januari en februari (boven) en des zomers. DE WINTERS zijn hier nooit meer zo lang en zo bitter koud geweest als die van honderd jaar geleden, toen, zoals opgetekend staat, burgemeester Koopman van Bolsward op de schaatsen over het rijdende paard van een arre- slee sprong. IJskermissen waren er met veel trompetgeschal en Turkse trommen, Jan Klaassen- spel, koorddansers en goochelaars, wafelkramen en „zoete invallen" volop. En degelijke huismoeders waren dagelijks op het ijs te vin den. Misschien is het juist de ontmoeting van de dodelijke kou tezamen met het mysterie van de winter in de kuise atmosfeer met de in tegenstelling hiermee bloed warme tinteling onder een scher pe juichende hemel, de lust van het rijden en de wat triviale pret van een kermis, die de stoot en de inspiratie hebben gegeven tot vele grootse wintergezichten, waarop arren en schaatsenrijders gecon- terfeit zijn. Men denkt, hier on willekeurig aan Brueghel, bijna sprookjesachtig in zijn tegelijker tijd wonderlijke realiteit, aan de zwierige schaatsenrijder van Rembrandt, aan een Van Goyen, een Van Ostade, Ruysdael, Jan Steen en Wouwerman. Zeer bijzonder is op dit gebied de verzameling in het Prenten kabinet te Amsterdam, waarvan in de eerste plaats een tekening van Gerard Terborch, getiteld „Paarden op 't ijs voor ar" en gedagtekend 31 januari 1631, met de voortreffelijke aanzet van de dieren, genoemd moet worden. Verder zijn er „Ianuarius" van Isaias van de Velde, de Vijver berg voorstellend met zeer fijne bomen, waarbij een ar staat in een soort van schelp vorm en „Ja nuari" van Nolpe, een ijstafereel met boeren, alsmede „Hyems" van Nic. de Bruyn onder meer. Twee beroemde tekeningen van Aver- camp hangen in Windsor Castle en een derde van deze meester is in het museum Kröller-Müller te bezichtigen. In het Arnhems Openlucht museum alleen al zijn vijfentwin tig arresleden in natura uit an dere bezittingen bijeengebracht. In het Fries Museum bevindt zich onder de arresleden een unicum, namelijk een kleine roodgeverfde, die gebruikt werd als bokkeslee door kinderen, benevens een groene, roodgeschilderd van bin nen, met een zittend leeuwtje op de top met een schild waarin „Aart Stevens 1672" te lezen staat. Ook in Stania State te Oen- cretet-Thomson 470 C 058 (niet te verwarren met die van vader Leopold Mozart). Doch in de intieme sfeer van het Larense, als een sneeuwge- zicht van David Schulman, kon men in vroeger jaren nog de tin gelende belletjes horen van een flinke ponyslee. Dichter om Am sterdam heen kon men de gele met het groen bepluimde paard van de boer uit Weesp, de groene uit Abcou en die uit Nigtevegt tegenkomen. De stalhouder uit Utrecht reed naar Rhijnauwen met zijn ar en bij het welbekende Kraantje Lek stopte de heer Petri uit Bennebroek met zijn tikkertje en zijn kittige bruine paard en gleed de heer Spaans uit Hoofd dorp met zijn familie in een twee span. Om in Amsterdam te kun nen arren behoeft het echter niet zo koud te zijn als die gedenk waardige winter van een eeuw geleden met de ijskermissen op de Main en een toegevroren blad op ie Schelde: een klein laagje sneeuw is voldoende voor de enige en zeer oude stalhouderij om de ar met de rode spanten en de twee zwarte paarden compleet met bellen en tuig te laten trek ken langs de vijvers waar dë ■mnden kouwelijk en nog wat dieper in de veren gedoken ver- vonderd opzij kijken. De binnenblijvers kunnen bij Ie warme kachel in het lijvige boek van H. Kreisel talrijke foto's van de meest exuberante arre sleden vinden, versierd met of in de vorm van zwanen, arenden en leeuwen, Cupido's en Diana's en evénzovele allegorische voorstel lingen. In het laatst van de zes tiende eeuw bracht Hendrik II die enige tijd koning van Polen geweest was, in Parijs de Poolse slee in de mode, die in het begin van de zeventiende eeuw in Hol land verscheen. Die zou tot ons aller verrukking nog glijden, in dien er een pekel-en-zandloze dag werd ingesteld. Helma Wolf-Catz WAT IS eigenlijk homoe pathie? Men weet wel, dat homoepathische doktoren andere geneesmiddelen voor schryven dan de andere, de „gewone" artsen. Ze geven vaak druppeltjes, tincturen en slemipilletjes. De homoepathie is toch >en vorm van de genees kunde, die al twee eeuwen >ud is. Ze werd gegrondvest door Samuel Hahnemann, die op 10 april 1755 geboren werd. Hahnemann studeer de geneeskunde aan de uni versiteit te Leipzig. Na zyn studie voltooid te hebben, vestigde hy zich als arts. Zyn belangstelling ging vooral uit naar de bereiding en de toepassing van ge neesmiddelen. De gebruike lijke, wel zeer onhygiëni- ;che wyzen, waarop genees middelen bereid werden, stonden hem tegen. Ook dc samenstelling der genees middelen kon hem niet be vredigen: de vreemdste be standdelen, als dc huid van slangen en schildpadden, haren en nagels van opge hangen misdadigers, maak ten nog in zijn tijd deel uit van geneesmiddelen, die door de artsen officieel werden voorgeschreven. Door het bestuderen van iude werken op hel gebied der artsenij-bereidkundc leerde Hahnemann, welke kruiden en planten reeds eeuwen geleden de aan dacht van artsen en apothe kers hadden getrokken.Vol gens de modernste regels van de natuur- en schei kunde van zyn tijd bestu deerde hij de gebruikelijke medicijnen en verwierp de meeste geneesmiddelen als ondeugdelijk en waardeloos. In 1796 beschreef Hahne mann dc grondbeginselen, die naar zijn mening aan de bereiding en toepassing van geneesmiddelen ten grond slag moesten liggen In dc eerste plaats dienden ge neesmiddelen naar zijn me ning, niet op dieren, maar op gezonde mensen gepro beerd te worden, alvorens men tot een toepassing bij zieke mensen zou mogen besluiten. Bij de bestude ring van een boek over de toepassing van kinine als geneesmiddel bij malaria, merkte Hahnemann op. dat het, indien het bij gezonde mensen in grote hoeveel heden gegeven wordt, ver giftigingsverschijnselen op roept, welke gekenmerkt worden door koorts, afge wisseld met perioden zon der koorts. Omgekeerd wordt kinine juist als ge neesmiddel gebruikt hij een ziekte als malaria, welke als verschijnselen ook koorts heeft, afgewisseld door da gen zonder koorts. Dit bracht Hahnemann op de gedachte geneesmiddelen toe te passen, die - in grote hoeveelheid gegeven de zelfde ziekteverschijnselen doe" ontstaan, als hij juist wilde gene7,en. Hij vatte deze opvatting samen in de grondregel der geliiksoor- 'igheid van verschijnselen van ziekte en geneesmiddel: ..het geli'ke worde door het gelijke genezen" 'sinilia si- milibus curen(or) Ook in de naam van zijn leer de ho moepathie komt dii tot uit drukking: Grieks homois gelijksoortig en pathos ziekte. Van onze weerkundige medewerker kerk ziet men enige interessante Friese exemplaren: een rode met rococokrullen, één met een rams- kop uit omstreeks 1790, een geel- geverfde met in zwart geschilder de winterlandschappen, van bin nen blauw, met een eekhoorntje als bekroning, tenslotte nog eer bak in de vorm van een zwaar uit het einde van de achttiende eeuw. Benoorden het IJ, het orr zijn geschiktheid voor winterver maken vermaarde waterland heeft men in het Purmerends Mu seum een verzameling van vijf entwintig arren, die van vijftir tot driehonderd jaar oud zijn. Dr meeste moesten helaas door ge brek aan ruimte worden opgesla gen, doch enkele zijn te bezich tigen op de zolderverdieping van het stadhuis. In de Zaanlandsc Oudheidkamer te Zaandijk be vindt zich nog een bijzondere ro coco-arreslee met snijwerk, be schilderd met allegorische voor stellingen gewijd aan de muziek alsmede een zogenaamde Pools' slee, een achtkantige blauwe ba' met vergulde sterren (tweed'- helft achttiende eeuw). DOCH ijs en weder dienende is dit allemaal niet nodig om arren tegen te komen. De Frie zen kunnen de familie Alta van Oudemirdum ontmoeten, rijdenc' in hun ar met de welverzorgde paarden. En ge kunt de glorie van Leeuwarden met eigen ogen aan schouwen op de vanouds bekende grachten. Concoursen en wedstrij den met eenmanssleden hebben de laatste jaren nog in verschei dene Friese dorpen zowel als in Hindelopen plaats gehad. Daar suisden de arresleden met de mannen te ener zij, staande in hun ouafriese kostuum met kuit- Avercamp: Schaatsenrijders (Windsor Castle). Paarden voor de arrestee door Gerard Terborgh (boven). Battem: IJsgezicht (tekening in Prentenkabinet). IJsgezicht bij München dnor Philip Wouwerman Ionderj broek, blauwe kousen en hoge hoed, de vrouwen in hun statige kledij op de andere zijde. Ieder, die nog kinderherinneringen heeft aan onbetreden besneeuwde velden in de glijdende ar met dc rinkelende paarden, de koetsier ip de staart, reisdeken en een warm waterstoof, de handen in ~:en ouderwetse mof gestoken, on- ler een ijzige blauwe lucht, kan '.ich verheugd laten meenemen loor de weergaloze muziek met 1e afgestemde bellen van Wolf gang Amadeus Mozarts arreslee, uiver en innig gespeeld op Du- ZOALS de vissen in een zee van \vater leven, zo leven wij mensen in een zee van lucht. Wanneer deze zee van lucht overal even dik was. zou er geen wind zijn. Op zich zelf mag dit wel aantrekkelijk lijken, het zou ook heel wat complicaties met zich mee brengen. De zee van lucht, waarin wij leven, vertoont kuilen en hoog ten, hetgeen tot gevolg heeft dat er een eeuwigdurende beweging gaande is, die al eeuwenlang tracht even wicht te scheppen, maar hierin nog

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 15