Fragmenten uit het geiijknamige boek
van H.K.H. Prinses Wilheimina
1
Met zeer veel tam-tam
Jubileumaanbiedingen
5
TWEEDE DEEL: MOEDER
Zestien miljoen nodig voor
nieuwe hervormde kerken
Examens
„Ook muntbiljetten van
2,50 moeten verdwijnen"
Het witte huuske
Reeds tien mille bijeen
voor kinderen Rothuis
Verloren partituren waren
vlug weer terecht
Bedrijfszelfbeschermings-
organisaties verenigen zich
Particuliere stichting wil
astma-centra oprichten
DONDERDAG 12 FERRUART 19 5 9
HET IS MOEILIJK iets nieuws te schrijven over haar, waar
er al zoveel en zo voortreffelijk over haar is geschreven.
Ik heb de gedenkboeken over haar en die, waarin zij een
belangrijke rol speelt, doorgebladerd en kwam daarbij
onder de indruk van het veelzijdige beeld, dat ik er aantrof.
Deze beschrijvingen beginnen vanzelfsprekend meestal
met het ogenblik van haar huwelijk met vader; soms
vermelden zij ook iets uit de maanden, die daaraan
voorafgingen, welke zij besteedde om diepgaande en
praktische kennis op te doen omtrent haar nieuwe volk en-
vaderland en om de Nederlandse taal te leren. Zij deed
dit onder leiding van de heer Beynen. Moeder onderhield
tot aan zijn dood vriendschapsbanden met hem. Beynen
herinner ik mij goed uit mijn prille jaren.
Ik vind in deze beschrijvingen van moeder er geen die
verder teruggrijpt en ook ik weet niet veel van haar leven
voordien. Slechts af en toe sprak zij hierover. Haar ouder
lijk huis was bepaald verlicht te noemen. Vooral, als men
rekening houdt met het feit, dat de kleine hoven in Duits
land toen een halve eeuw of meer ten achter waren bij de
gewone maatschappij. Dit thuis was zijn tijd een slag
voor. Grootvader moet zeer belezen geweest zijn en
grootmoeder zou zeker, met al haar gaven, op haar plaats
geweest zijn te midden van een grote omgeving, zou zeker
daar een taak hebben kunnen vervullen, die energie en
veelzijdigheid van haar zou hebben gevraagd. Zij vervulde
haar plichten tegenover haar volk in Waldeck met
toewijding en imaginatie. Ja, zij was de ziel van alles
zolang haar gezondheid dit toeliet.
Grote zorg besteedde zij aan de opvoeding en het onder
wijs van haar kinderen, dat huisonderwijs was. Door
omstandigheden reisden mijn grootouders veel. Steeds
gingen dan de leraar en de gouvernante mee. Herhaaldelijk
had het vertrek veel van een verhuizing, omdat de reis
maanden zou duren en naar verschillende landen zou
gaan. Men stelle
zich voor, hoeveel
kansen tot ont
wikkeling deze
kinderen kregen;
zo vaak op reis
en ouders, die
steeds een open
huis hielden en
contact zochten
en vonden met
interessante men
sen. Natuurlijk
hebben de kinderen niet één leraar en gouvernante
gehad; verschillende leraren werkten mee aan hun
opvoeding. Buiten hun gewone onderwijs volgden
zij ook cursussen; verder lazen zij zelfstandig graag en
veel. Alle kinderen droegen het stempel van deze opvoeding
en hebben later daarvan de vruchten geplukt. Met welke
van hen men ook samen was, altijd trad dit knap onderlegd
zijn en hun aangeboren cultuur aan de dag.
De begaafdheden van de dochters zijn zeer verschillend
geweest; de een blonk uit in kennis en zin voor wetenschap
en studie, de andere weer paarde een helder verstand
aan zin voor doelmatigheid en een op de praktijk gerichte
fantasie.
Reeds jong deden de dochters wat wij nu maatschappelijk
werk zouden noemen. Ook werkten zij praktisch in het
huishouden mee.
Moeder had als jong meisje veel plezier in tekenen en
schilderen en kreeg daar ook les in. Enige oude schets
boeken van haar bezit ik nog. Zij had veel belangstelling
voor kunst en heeft tot op hoge leeftijd getekend met de
naald, waarmee zij haar gevoel voor lijn tot uitdrukking
bracht. Zij tekende vooral veel bloemen.
Dat zij jong voor haar jaren ontwikkeld was, bewijst
een brief die ik bezit van toen zij ongeveer tien jaar was.
Dit is een brief met zakelijke inhoud, geschreven in op
dracht van mijn grootmoeder.
Vanuit haar ouderlijk huis leerde zij het praktische leven
van alle dag werkelijk kennen, aan welke kennis zij later
veel gehad heeft. Dit had ze voor op mij, die, omdat ik op
grond van toen onwrikbare conventie in een kooi moest
opgroeien, als jongere niet de gelegenheid had in aanraking
te komen met het „gewone leven".
Arolsen, het slot en zijn omgeving, hebben een eigen
bekoring en Waldeck met zijn velden en uitgestrekte
bossen, zijn ravijnen, bergen en glooiingen en zijn op
wekkend klimaat eveneens. Het landschap is geheel an
ders dan dat van Het Loo, maar van beide geldt, dat het
een plekje is waaraan men zich hecht.
Moeder begon haar optreden in Nederland met twee
gelukkige initiatieven. De raad aanvaardend van de heer
Schimmelpenninck liet zij zich alleen jongeren voorstellen,
die een taak vervulden. Hierdoor werkte zij zuiverend
in op de uitgaande kringen van die dagen. Het kwam
daar veelvuldig voor, dat jonge mensen zich in geen enkel
opzicht nuttig maakten voor de maatschappij. De tweede
positieve daad was, dat zij vanaf de dag van haar komst in
Nederland met landgenoten Nederlands sprak en alleen
Nederlands. Door dit voorbeeld dwong zij de uitgaande
wereld in Den Haag de gewoonte prijs te geven om zich
steeds van een vreemde taal te bedienen. Dank zij haar
werd in korte tijd het Nederlands gangbare taal in
uitgaande kringen.
leven. Onderwijl leerde ze mij vaak een gezang of een
psalm. Later moest ik deze door de week leren en 's zondags
kunnen opzeggen. Ik herinner mij nog, dat ik toen leerde:
„Op bergen en in dalen, ja overal is God".
Zij leerde mij 's avonds mijn kindergebedje en gaf mij
later bijbels onderwijs. Zij was het, die mij het eerst in
aanraking bracht met het geloof.
Moeder had een diep geloof, dat haar kracht gaf en haar
nimmer begaf in al het moeilijke waarvoor zij kwam te
staan. Zij kon hierover moeilijk spreken; het was haar
daarvoor te heilig. Zij las veel haar Bijbel en ging trouw
naar de kerk en naar het Avondmaal; beide hebben veel
voor haar betekend. Zij was met haar huwelijk van heler
harte Nederlands Hervormd geworden.
Zij stond open voor het goede, voor het schone, het be
reikte door wetenschap en kunst en wist dit naar waarde
te schatten. Met haar groot, helder verstand viel het haar
niet moeilijk het gebeuren op ieder gebied te volgen. Zij
las veel.
Ik zie moeder voor mij als een beeld van nederigheid
en plichtsbesef, als iemand, die niets van zichzelf dacht en
bij wie alles erop gericht was te dienen. Zij heeft heel haar
leven door gewerkt, was altijd bezig en toonde daarbij,
dat zij veel zedelijke moed bezat.
Van kindsbeen af heb ik dagelijks deze eigenschappen
kunnen waarnemen en van haar voorbeeld heb ik veel ge
leerd. Toen ik iets ouder was, dreef zij altijd de spot met
hoogmoed, ijdelheid en het zich verhovaardigen of op
iets laten voorstaan. Er is geen gesel zó striemend als de
spot, vooral bij jongeren. Duidelijk herinner ik mij onze
gesprekken over de hoge eisen die zedelijke moed stelt,
over het offer en de zelfverloochening die deze vraagt.
Zij behoort tot de gelukkigen, die resultaten in grote
stijl en een doel van grote allure bereikt hebben.
Zij heeft door haar zielkundig juist aanvoelen van ons
volk haar streven
geheel zien slagen
om een toe
nadering te be
werken tussen
volk en kroon, en
weer een reële
wisselwerking
tussen beide tot
stand te brengen.
Daarnaast was het
haar gegeven de
welvaart en de
voorspoed van Nederland te helpen bevorderen. In vele
opzichten was het Nederlandse volk gelukkig onder haar
regentschap. Men herinnere zich ook haar grote belang
stelling voor Oost- en West-Indië, waar juist toen zoveel
moest geschieden in het belang van de volken zelf, wilden
zij de vruchten plukken van veiligheid en rust en van een
zeker welvaartspeil. Met haar ruime blik overzag zij de
problemen, die uit dit beleid voortsproten.
Voor het tijdperk van haar regentschap verwijs ik naar
de gedenkboeken, die dit uitvoerig hebben beschreven.
Zij was een sterke persoonlijkheid met grote wilskracht.
Daarbij kwam zij elkeen met haar aangeboren vriendelijk
heid en „goodwill" tegemoet en was zij steeds bereid in
de goede bedoelingen van anderen te geloven. Zij was ook
daarin reëel en evenwichtig. Zij had zo'n warm hart
voor haar medemensen. Er bestond bij haar een volkomen
natuurlijk evenwicht tussen hart en verstand. Zij ge
noot het persoonlijk vertrouwen van zeer velen. Zij wist
zich in te denken in het leven en de behoeften van anderen,
in het bijzonder van misdeelden en zieken. Zij zag als
het ware vóór zich, hoe hun leven het meest doelmatig in
gericht en ingèdeeld zou kunnen worden, en had daardoor
zelf een zeldzaam talent voor zieken verplegen en zieken
begrijpen,
Zij bezat een bijzondere gave om in eigen omgeving
alles gezellig en praktisch te schikken en in te delen; al wat
ze deed was weldoordacht en doelmatig. Mijn speelkamer
was daarvan een voorbeeld, ze schikte of herschikte
daarin alles geheel naar het gebruik dat ik ervan maakte.
Dit talent kwam velen ten goede bij de raad die zij gaf, als
deze gevraagd werd.
Zij zorgde er voor steeds op de hoogte te zijn van de poli
tieke en andere vraagstukken, die vader moest behandelen
dan wel bezighielden en zo kon hij deze te allen tijde
met vrucht met haar bespreken. Ik was toen te klein om
te beseffen, hoe veelomvattend en moeilijk de taak moet
zijn geweest, die op haar schouders rustte als echtgenote
Men kan zich het ogenblik niet voor de geest halen, waarop
de herinneringen aan de ouders beginnen. Zo vergaat het
mij ook. Moeder, die het druk had met de plichten die op
haar rustten als de vrouw van mijn vader, vond toch altijd
nog wel een ogenblik om bij haar kleine kind binnen te
lopen en met mij te spelen en om mij 's avonds er onder
te stoppen. Zij vond ook telkens een gelegenheid om
met mij naar buiten te gaan en op Het Loo ging ze vaak
met mij rijden in haar panier.
Moeder reed met de paarden, die vader haar gegeven
had. Ze had twee schimmels, dit waren twee arabieren, een
span roodschimmels, vossen van Tarbes en zwarte Zeven
burgers met witte blessen en witte kousen, waarvan Virak
heel oud werd en de lieveling van iedereen was. Soms
mocht ik, op haar knie zittend, Virak en zijn metgezel
mennen, althans de teugels vasthouden. Deze rijtoeren
hadden plaats op de rustige en stille wegen van Het Loo.
Buitendien ging moeder vaak met mij wandelen.
Spoedig kreeg ik een vast uurtje, waarin zij mij leerde
gebruik te maken van naald en draad, met andere woorden
een handwerkles. Dat was altijd een gelukkig uur; zij zat
dan in een gezellige armstoel aan het raam met mij vlak
naast haar en vertelde een mooi verhaal, terwijl mijn
vingers zich oefenden op het stramien.
De kamers van moeder op het Noordeinde lagen in een
vleugel, die alleen uitzag op de achterkant van de daken
van de Molenstraat. Tussen haar ramen en die dakprofielen
was een hoge muur, die een binnentuintje van het paleis
begrensde. In dit tuintje stonden oude hoge bomen,
waarin ontelbaar veel duiven 's winters beschutting zochten
voor de stormen. Hte bovenste gedeelte van de muur
was op de hoogte van onze ogen, daar keken wij dus altijd
tegenaan. Zo was onze blik geheel ingesloten en van
de rest van de wereld zagen wij niets. Dat was wat voor
moeder, die in Arolsen vanuit haar hoge mansarde-raam
zo'n heerlijk verre en ruime blik op lucht en bergen ge
wend was. Er kwam nimmer een woord van gemis over
haar lippen. Maar binnen was het zó gezellig, dat ik die
uren nooit zal vergeten.
Iedere dag trekt Prinses Beatrix in
Sankt Anton er op v.it om te skiën.
Een zonnige foto van de Prinses, ge
nomen op het moment dat zij klaar
staat voor weer een nieuwe tocht.
De Generale Synode der Nederlands
Hervormde Kerk heeft op voorstel van de
generale financiële raad der Hervormde
Kerk besloten tot het houden van een
actie voor de bouw van 160 kerken. Hier
voor zal een bedrag van zestien miljoen
gulden nodig zijn, om gemeenten te sub
sidiëren die de bouw zelf onmogelijk kun
nen financieren. Van elk kerklid zal een
gift ineens worden gevraagd, bestaande uit
een half percent van het inkomen. De
synode heeft eenstemmig dit plan aan
vaard en het besluit met applaus be
krachtigd.
Utrecht. Doctoraalexamen tandheelkunde: W.
Bernasco, Oosterbeek. Kandidaatsexamen tand
heelkunde: K. Booy, Amsterdam; J. C. Janssen,
Amsterdam. Doctoraalexamen fysische geografie:
niej. J. V. van Ree, Utrecht.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Bevorderd
tot arts: mevr. H. E. Smorenberg-Schoorl en de
heren P. M. Snapper, H. A. Deur, A. L. Bloch,
A. M. J. Moers. R. J. M. Croughs. allen te Am
sterdam; S. W. ter Horst, Zand voort. Artsexamen
le gedeelte: D. Voute en H. Moll, beiden te Am
sterdam.
Heiden. Kandidaatsexamen L wis- en natuur
kunde: G. C. J. van Hagen. Idem H: P. Kamer
ling. Idem A: E. J. M. van Royen, allen te Leiden.
Rapporteurs Eerste Kamer
De commissie van rapporteurs uit de
Eerste Kamer heeft haar eindrapport uit
gebracht over de begroting van het Staats-
muntbedrijf voor 1959. Enige leden dron
gen er ook thahs weder op aan zo spoedig
mogelijk alle muntbiljetten te vervangen
door metalen munten. Zij zouden het op
grond van hygiënische overwegingen on
juist achten, indien naast zilveren rijks
daalders in de toekomst ook muntbiljetten
ter waarde van 2.50 zouden blijven cir
culeren.
I-Iet actiecomité van de spoormannen
uit Nijmegen en omgeving deelt mee, dat
de inzameling voor de twee verlamde
kinderen Rothuis te Ophuisden eind
januari reeds een bedrag van 10.000.
had opgebracht. Hiervan is ongeveer
7.000.— bijeengebracht door het perso
neel van 160 NS-stations, werkplaatsen en
locdepots. Het resterende bedrag kwam
van gevers uit het gehele land en zelfs
uit België en Duitsland
Behalve geld werd ook
materiaal aangeboden
voor de bouw van het
zonnehuisje. Ook werden
aanbiedingen ontvangen
voor stoffering en ver
fraaiing er van. Zo zond
een kweker uit Hillegom
drieduizend bloembollen
die rond het huisje ge
plant kunnen worden.
Een architect uit Vlaar-
dingen bood aan, het
ontwerp voor het huisje
te maken. Begin maart
hoopt men met de bouw
te kunnen beginnen.
Op 13 februari zal een
tweede inzameling onder
het NS-personeel van
nog 150 stations worden
gehouden. Bovendien
zullen nog de ambtena
ren van het hoofdkan
toor in Utrecht en van
acht districtsbureaus
een bijdrage geven.
Men hoopt daardoor de
10.000.ver te kun
nen overschrijden.
's Zondags verheugde ik mij op het uurtje, dat zij op
dezelfde plaats mij de mooie verhalen uit de Bijbel ver
telde. Voor haar stond dan een tafel met platen, die zij ge
bruikte om deze verhalen nog sterker voor mij te laten
Bij de foto's: Links: Moeder vond toch altijd nog wel
heen af heb ik haar edele eigenschappen kunnen
en Koningin. Zij heeft die meesterlijk volbracht, dank zij
de gaven waarmee God haar toegerust had.
Wanneer in de tegenwoordige tijd in een gelukkig
huwelijk er een groot leeftijdsverschil tussen man en vrouw
bestaat, heb ik vaak gemerkt, dat de jongste de eigen
levenssfeer in het huwelijk tot gelding brengt. Zo was het
niet bij mijn ouders. Mijn moeder paste zich geheel aan
aan de levenssfeer van mijn vader, die zijn leeftijd mee
bracht. De lezer versta, welk een vrijwillig offer zij ook
hierin heeft gebracht. Voorwaar, zij heeft haar gehele leven
volhard om nooit iets voor zichzelf te vragen.
Als Regentes was haar parate kennis aangaande de
Nederlandse vraagstukken van groot nut voor haar. Zij
nam mij al spoedig na vaders overlijden in haar grote-
mensenvertrouwen en sprak mij wel eens over haar moei
lijkheden en zorgen als Regentes. Zo kreeg ik reeds jong een
beeld van het optreden van allerlei personen, indrukken
die toen sterker waren dan ze later zouden zijn geweest.
Het zal niemand verwonderen als ik schrijf, dat deze in
drukken niet onverdeeld gunstig waren en niet nagelaten
hebben op mijn gedachtenleven en gedachtenwereld in te
werken.
Met het vertrouwen van moeder was ik heel gelukkig.
Maar wel was het op deze leeftijd soms moeilijk alles wat
ik hoorde te verwerken.
Na mijn meerderjarig worden, hetgeen haar aftreden als
Regentes meebracht, heeft deze sterke figuur grote zelf
beheersing getoond bij haar, in staatkundig opzicht, op
de achtergrond treden. Zij was toen pas veertig jaar, dus
in de volle kracht van het leven. Met blijmoedigheid heeft
zij toen de positie ingenomen, die als weduwe van de Ko-
een ogenblik om met mij te spelen". Midden: „Van kinds-
waarnemen'. Rechts: Koningin-Regentes Emma.
ning en moeder van de Koningin de hare was. De plichten,
die uit deze positie voortvloeiden, heeft zij tot haar dood
zeer getrouw vervuld.
Door een zc vast en onbeweeglijk punt te zijn te midden
van het leven van ons volk was zij een steun voor allen
en alles, voor mijn man en mij en indirect ook voor ons
staatsbestel. Geef u behalve van die stabiliteit rekenschap
van haar grote eigenschappen en begaafdheden en gij
hebt het beeld van de latere jaren van haar zijn onder
ons volk.
Lang voor mijn huwelijk stond haar plan vast om aan ons
haar thuis Het Loo, dat haar zo dierbaar was, te laten als
ook het Noordeinde, waaraan zij eveneens zoveel her
inneringen had, en als haar erfdeel het landgoed Soestdijk
te nemen. Dit werd haar zomerverblijf. Het Voorhout, dat
destijds toebehoorde aan mijn tante van Saksen, de zuster
van mijn vader, had zij aangekocht voor winterverblijf.
Hoezeer zij zich ook vooraf ingedacht had wat mijn hu
welijk voor haar zou betekenen, toch kostte haar de schei
ding van mij veel overgave en moeite.
Hier ben ik ver vooruitgelopen op de chronologische
volgorde en over moeder schrijvend ben ik zelf hier en
daar ten tonele verschenen. Nu wil ik dan beginnen van
mijn eerste kinderjaren te vertellen. Deze herinneringen
lezend zal de lezer zeker merken hoezeer mijn leven met
dat van moeder was samengevlochten, tot ik de vleugels
ten volle uitsloeg na mijn huwelijk.
De ouders van de twee
verlamde meisjes Annie
en Ali ontvangen uit het
gehele land brieven en
geschenken en bij de
posterijen is het adres
al zo bekend, dat brie
ven, waar alleen maar
„Het witte huuske te
Opheusden" op staat, op
het goede adres worden
bezorgd.
Op 28 februari zullen
de inzamelingen worden
beëindigd.
Burgemeester van
Delft op reis. De burge
meester van Delft, de
heer D. de Leer, maakt
thans, wederom op uit
nodiging van de „Mo
rele Herbewapening",
een wereldreis. Eerst
brengt hij een bezoek
aan de V.S., daarna gaat
hij naar Japan en ten
slotte keert hij via In
dia, waar hij ook enige
dagen zal vertoeven,
naar Nederland terug.
De reis van de heer De
Loor duurt ongeveer
drie weken. Voor de
„Morele Herbewape
ning" maakte hij al eer
der grote reizen door
Amerika en Azië.
Op initiatief van de vereniging tot be
vordering der belangen van astmatici
(V.B.B.A.) is in december opgericht de
„nationale stichting voor astma-behande
lingscentra" ter bundeling van de krach
ten van de vijf verenigingen tot astma-
bestrijding.
Het voornaamste doel is centra te stich
ten voor de volwassen astmatici in de drie
grote steden, en in een aantal steden die
streekcentra zijn (voor de bestrijding van
astma bij kinderen wordt reeds lang al
veel gedaan). De stichting hoopt in coör
dinatie met de andere verenigingen haar
doel te verwezenlijken, waarbij zij ver
wacht, later ook financiële steun van de
overheid en de ziekenfondsen te ontvan
gen. Dit heeft de voorzitster der stichting,
jkvr. M. van Riemsdijk op een perscon
ferentie medegedeeld.
In Nederland zijn ongeveer 100.000 ast-
magevallen bekend. Driehonderd patiën
ten zijn volkomen invalide. Het werkelij
ke aantal lijders aan deze volksziekte is
echter belangrijk hoger omdat de astma-
ticus zich „schuil" houdt en zijn kwaal om
allerlei redenen zoveel mogelijk mas
keert. In Amsterdam lijdt 1,651 percent
der bevolking aan astma-bronchiale. Per
jaar sterven 600 astmatici aan hun kwaal,
een hoger sterftecijfer dan nu voor de
t.b.c.
De meeste astmagevallen, 60 percent,
treden op tussen 20-40 jaar, de meest pro-
duktieve leeftijd in het arbeidsproces.
Astma, sinds de oorlog verdrievou
digd komt bij mannen meer voor dan bij
vrouwen.
Inzamelingsactie
De centra zullen niet het karakter van
een verpleeginrichting krijgen. Ze zijn
meer bedoeld voor de lopende patiënt die
nog te genezen is en weer valide gemaakt
moet worden. Na behandeling in de cen
tra blijven de astmatici nog geruime tijd
onder controle van psychiatrisch-sociale
werksters. De stichting heeft daarbij ook
aan inschakeling van de verschillende
kruisverenigingen gedacht.
De stichting wil, aldus de voorzitster,
aan de centra een team van specialisten
verbinden voor de individuele behande
ling van de patiënt. Er is zeer veel geld
nodig. Over enige tijd zal een nationale
financiële actie worden georganiseerd
door de heer A. M. Bergers uit Rotter
dam. In Amsterdam wil de stichting het
eerste centrum vestigen waarvoor vier ton
nodig is. Het adres der stichting is: post
box 1050 Amsterdam.
Kort nadat woensdag via de radio be
kend was gemaakt dat uit een vracht
auto op de route LeeuwardenApeldoorn
een pak onmisbare partituren van de
Hoofdstadoperette was verloren, kreeg de
leiding van het gezelschap bericht dat de
muziek van „Drei Herzen im Dreiviertel-
takt" was gevonden. Een chauffeur van
een vrachtwagen had een pak bij Meppel
op de weg zien liggen. Hij gaf het af in
een café in de buurt. Daar had men toe
vallig de noodkreet uit de luidspreker ge
hoord. Onmiddellijk werd van Apeldoorn
uit een auto naar Meppel gestuurd om de
inderdaad gevonden partituur op te halen,
zodat de voorstelling van het gezelschap
woensdagavond in Apeldoorn doorgang
kon vinden.
Advertentie
worden u z.gen.
met cadeaux aangeboden.
Voor hetzelfde geld koopt u
bij ons een veel beter horloge
waar u plezier van beleeft.
U weet dan bij wie u koopt
en wat u koopt.
Onze collectie omvat de meest
vooraanstaande merken o.a.:
OMEGA - ETERNA - ZENTRA
UNION INDUS - REMOVA
CAZAL - JUNGHANS
U vindt bij ons alleen de nieuwste
modellen
U weet het
Grote Houtstraat 49
heeft het
Telef. 20049
In Den Haag is opgericht een „Raad
van Bedrijfszelfbeschermingsorganisa-
ties" als overkoepelend orgaan van de
bestaande organisaties voor bedrijfszelf
bescherming. Gezien het feit, dat in ge
heel Nederland deze organisaties, zowel
kwalitatief als kwantitatief een belangrij
ke pijler vormen van de burgerlijke ver
dediging, hoopt de raad als het ware een
klankbord te worden tussen enerzijds de
overheid en anderzijds de B.Z.B.-organi
saties. Een soortgelijke organisatie (The
Society of industrial civil defence officers)
doet in Engeland reeds sedert 1952 nuttig
werk.
Het ligt in de bedoeling jaarlijks een
congres te houden.
De heer ir. V. P. Koster, rijksinspec
teur voor de bedrijfs(zelf)bescherming,
woonde de oprichtingsvergadering bij.
Het secretariaat van de raad is geves
tigd: Plesmanweg 1 te 's-Gravenhage.
Voorzitter is de heer S. E. Dike van de
Bataafse Petroleum Mij., terwijl verder
als leden zitting namen vertegenwoordi
gers van de N.S., de K.L.M., de „Hem-
brug", Philips, AKU, de Staatsmijnen en
diverse andere bedrijven, in totaal twaalf
die alle reeds over een goed georgani
seerde en geoutileerde eigen organisatie
voor bedrijfszelfbescherming beschikken.
Het aantal bedrijven en instellingen in
Nederland, dat zou kunnen toetreden, be
draagt ongeveer 7800 zo deelde men
ons mede. De raad spruit voort uit parti
culier initiatief. Een vertegenwoordiger
van de overheid is er niet in opgenomen.
Wel was er op de oprichtingsvergadering
een waarnemer van overheidszijde.