JONGE EN NIEUWE ENGELSE AUTEURS _E dimensies zintuigen Tlieuuxe UITGAVEN Erbij ZATERDAG 21 MAART 1959 PAGINA i V. 1 5 HERINNERT U ZICH nog de sensatie, toen het witte doek plotseling begon te spreken? Het was een nasale, metalen stem, die allesbehalve natuurlijk klonk, maar het betekende ook een enorme sen satie rond welke een enorme opwinding ont_ -stond. Eerst zei men dat het een nieuwtje was, dat het geen jaar zou uithouden. Toen ontdekte men plotseling, dat de bioscoop niet meer met zijn tijd meeging als er geen geluidsfilms werden vertoond. Het geluid werd beter en tenslotte was het helemaal geen sensatie meer dat het wit te doek kon spreken en zingen. Daarna kwam de kleurenfilm in bruikbare staat. Dat was het moment, waarop men ont dekte, hoe vervelend die grijze film eigen lijk altijd was geweest. Het prettige voor de bioscopen was, dat ze daarvoor hun ap paratuur niet behoefden te veranderen. Het vervelende voor het bioscooppubliek was, dat men het gevoel kreeg een bril nodig te hebben omdat het beeld zo on duidelijk was. Voor die kleurenfilm had men een enorme hoeveelheid licht nodig en de scherpstelling was zo precies, dat het beeld al onscherp werd op een meter achter het punt van instellen. Dat heeft de filmmakers nooit met rust gelaten. Ver geefs trachtten zij een technisch voldoe- ninggevend middel te vinden om daarin te voorzien. Zo hebben de filmmakers het noodlot zelf over zich doen komen. Wie heeft het woord het eerst gespro ken? Vier jaar geleden sprak iedereen plotseling over de driedimensionale film. Het publiek ontdekte vol walging hoezeer het genoeg had van die vlakke film zon der diepte en dat nog wel met een gezicht alsof iedereen het voor zichzelf het eerst ontdekt had. Het was maar goed, dat film producenten van nature kalme mensen zijn, die weten dat het publiek toch wel naar de bioscopen komt, maar het tumult was nu eenmaal ontketend en dus moest er iets gebeuren. Dat iets moest liefst zo goedkoop mogelijk zijn en zoveel moge lijk tegemoetkomen aan dat plotselinge verlangen naar diepte in het beeld. De strijdkreet „3D" was geboren. Het wach ten was alleen op een systeem, dat een bevredigende oplossing beloofde te geven. Toen gingen de uitvinders aan het werk. De technici kwamen meteen met twee vin dingen, die de namen Cinerama en 3 D droegen. Cinerama, gefotografeerd met drie camera's tegelijk op drie filmstro ken, vergt drie filmprojectoren. Daarvoor heeft men een gebogen projectiedoek van acht bij eenentwintig meter nodig, afme tingen die men niet makkelijk in een ge wone bioscoop kan onderbrengen. Niette min trok het eerste en lange tijd enige cineramatheater ter wereld in New York ontelbare bezoekers. s- DE UITVINDER van cinerama, Fred Waller, was in 1935 bij Paramount weg gelopen om aan zijn dankbeelden te kun nen werken. Iedereen lachte hém uit, maar Waller was in 1941 al zeer ver met zijn uitvinding, toen de oorlog hem 'weg haalde uit zijn werk. Na de oorlog ging hij door. Hij kon met drie projectoren al een diepte-effect tot stand brengen, maar het kostte hem vier jaren voor hij zover was dat iemand geld in zijn vinding wil de steken. Bevend wachtte Waller in een koffiehuis op de eerste reacties van het publiek. Een kwartier na de eerste voor stelling kwamen er al filmmogols met aanbiedingen. Maar ondanks dat succes sloeg Hollywood de armen ten hemel. Men schreeuwde moord en brand. De door de televisieconcurrentie verzwakte filmindus trie zag geen kans nog eens miljoenen te gaan steken in een dergelijke kostbare vorm van projectie. Dat was in de tijd toen gemiddeld achthonderd Amerikaan se bioscopen per week hun deuren sloten. Gelukkig was er een man, met de naam Gunzberg, die redding bracht. Hij koppel de twee toestellen aaneen tot een stereo scopische camera, noemde het geheel Na tural Vision en begon gekleurde brillen te verkopen, waarmee men dit wonder kon beleven. Hij maakte een film volgens dit systeem, die even slecht was als de eer ste sprekende. Daardoor merkte niemand dat de stereofonie nóg slechter was. Niet temin sloeg deze film alle records, ver wekte verkeersopstoppingen er deed tien duizenden urenlang in rijen staan. Na de film „Bwana Devil" kwamen de grote leeuwen van Hollywood brullend uit hun holen en spoorden hun technici aan ook eens iets uit te vinden. „Nu hebben we wat goeds" zei Jack Warner, toen hij de zoveelste verfilming van „De man met de wassen beelden" ditmaal in 3 D aan kondigde. „We gaan nu dingen naar het publiek gooien, tot de mensen beginnen terug te gooien!" Het publiek, bukkend voor de naar hen toegeworpen stoelen en andere studiorequisieten, ontdekte dat het realisme van het witte doek de werkelijk heid angstig dicht kon benaderen als men er maar een gekleurde bril bij opzette. Het waren die brillen, die de doodssteek gaven aan de 3-D-film, maar Gunzberg had alleen al aan die brillen twee miljoen dollar verdiend. „MIJN LEVEN lang" zei Daniel Za- nuck van Fox „heb ik geen derde di mensie nodig gehad. Ik vind het vervelend dingen naar mijn hoofd gegooid te krij gen, als ik in de bioscoop zit. Wat de film nodig heeft is meer ruimte!" Het ouder wetse filmbeeld was een postzegel ge weest. langzaam gegroeid. Fox kwam met de Cinemascope, een lichtgebogen vlak van ruim twintig bij acht meter. „Het heeft misschien geen driedimensionaal effect, maar het schept de illusie, dat het leven met een ruimer vergezicht wordt geleefd", zei een criticus. Anderen verge leken de Cinemascope met een blik in een brievenbus door de gleuf heen. Plot seling was de strijd rond de filmprojectie verplaatst van de lens van de projectors naar het projectievlak. Iedereen ontdekte plotseling dat daar al jarenlang iets aan had gemankeerd. Het normale filmbeeld had een verhouding gehad van 1,33:1. Ci nemascope meet 2,66:1, Metro kwam met 1,75:1, Universal met 1,85:1 en Paramount met 1,66:1. Het publiek zweeg bedremmeld, maar de critiek niet. De Franse regisseur René Clair zei: „Het is erg verdronken te wor den in groots geprojekteerde middelma tigheid. Voor mij betekent het allemaal alleen maar. dat alles wat slecht is, voort aar precies twee komma zesenzestig keer slechter zal zijn!" Nadat de eerste storm was geluwd, de 3-D-brillen waren wegge gooid en het publiek de ógen had uitge- In de onderstaande kroniek van Angelsaksische litteratuur worden achter eenvolgens de volgende boeken besproken: „After Rome, Africa" door Brian Glanville, verschenen bij Seeker A Warburg, „The Skinner" door Jay Gilbert en „The Threshold" door Michael Stepleton (uitgave New Authors). niet zal komen. Maar de strijd gaat voort. Na Cinerama kwam Todd-AO, een revolu tie in projektie en filmbeeld tegelijk. Daarna kwam Phonorama, een idee van René Desty van Radio Luxemburg, waar bij het publiek midden in een bolvormige projectiezaal zit, omgeven door beeld en wreven, bleven er maar een paar goede geluid tegelijk. Elke stoel bij Phonora- ideëëó'. óver. CinemÓècbpe' was' 'ér 'ëeh1 van, .ma' bevat twee' 'luidsprekers, dié de sügges- net als Vistavisión van Paramount. p:riie y$p de ngbnh.ejd .vgp het.._ge- Wallèr overleed 'ih 'i954 zonder 'de eind- luid. waardoor hij middenin de handeling overwinning van Cinerama te hebben ge- wordt geplaatst die het oog waarneemt, zien een overwinning die overigens wel Maar niet minder verbazingwekkend is Toen de tijgers en de leeuwen van het doek begonnen te springen dank zij de drie dimensionale film. wreef het publiek zijn ogen uit. Maar toen het nieuwtje eraf was, gooide men de gekleurde brillen weg en wachtte op de volgende noviteit: een ander formaat projectiedoek. Cp de tekening links ziet man een situatie, die. een indruk geeft van het, Franse ..spacial"-systeem, waarbij het doek onzichtbaar wordt en- men het beeld ais door een venster ziet. Daarnaast: voorbee'd van projectie vóór hef srherm, volkomen ..vrijstaand," dus het Spacial System, dat een tweetal Fran se uitvinders hebben ontwikkeld. Hierbij wordt het beeld niet op, maar voor het doek geprojecteerd. Het is evenzeer mo gelijk het beeld achter het doek te pro jecteren en in beide gevallen krijgt men een zeer karakteristiek driedimensionaal effect. Het is een kwestie van lenzen en projectievlak. We zijn echter nog ver van de „Feelies" verwijderd, die Aldous Huxley ons zo knap in zijn boek „Brave New Wor'd" beschreef, waarbij men door een systeem van knoppen in de stoelleuningen ook via de gevoekswaarneming werd beïnvloed. Wóbriönig' zal tnèn' ér eclïfér rekening' Wee' moeten houden dat de film, ondank- e'ilc perfectie, nog" lang'niet aan' het eindpunt is. Men kan van alles verwachten, in drie dimensies en via vijf zintuigen! ZEVENENTWINTIG jaar oud oud heeft Brian Glanville al zes gepubliceerde ro mans op zijn naam staan. Het wordt tijd om hem eens te vermelden, want zijn werk is lang niet slecht. Er is tot nog toe geen reden om er een eigen glanvilliaan- se visie in 3an te wijzen maar het is on derhoudend en intelligent en er zijn met een nogal nonchalant gebruikt talent ver scheidene mooie personages in ontwor pen. Zijn vorige roman „The Bank rupts" was misschien interessanter dan de nieuwe, waar het hier eigenlijk over moet gaan. Het materiaal daarvoor stond hem nader: een Joodse familie van Hamp- stead, in noord-Londen, waarvan de dochter onvoldaan is door het gewone rijkaardsleven en opluchting vindt in de liefde voor een arme intellectueel. De non chalance wreekt zich een beetje in het personage van een vader, die met een te groot gemak alle records van benepen heid slaat. Maar de moeder is goed. En het meisje, haar broer en haar vriend doen een beroep op onze partijdigheid, dat niet makkelijk te weerstaan is. AFTER ROME, AFRICA, speelt zich in Calabrië af. De titel is ontleend aan de Ita liaanse zegswijze dat ten zuiden van Po- me dadelijk Afrika begmt: daar geld~n geen Europese verhoudingen meer. Het gaat dus over de Mafia, ons allen welver trouwd uit de berichtgeving. Een Engel se journalist, genaamd Bob Dean, komt in een dorpje aan om het geval uit te zoeken van een ontvoerde schooljuffrouw en is al gauw omringd door bedreigingen. Twee van zijn informanten worden trouwens vermoord en zijn uit Rome overgekomen maitresse (een van de karakteristieken waarmee Glanville zich onderscheidt in de Engelse roman is dat hij zijn verhaal en zijn personen „niet kuiser dan nodig is" maakt) wordt, door de Mafia gegijzeld om hem de publikatie van zijn ervaringen in een Engels zondagsblad onmogelijk te ma ken. Zij wordt tenslotte bevrijd uit een grot, 's nachts in het donker, door Bob Dean met een groep fascisten. Zoveel stu die van maatschappelijke verhoudingen is er toch weer in dit boek overigens on omwonden 'n „novel of suspence" ver werkt dat wij goed gaan begrijpen hoe de Mafia door alle soorten extremisten, com munisten zo goed als fascisten, gezien wordt als 'n gevolg zo niet een handlanger van de slappe en corrupte regering. Verder is deze roman er typisch een van een bezoe ker, niet van een inwoner: meer kijkspel dan drama, maar daar is de vorm dan ook aan aangepast, met de bezoekende En gelse journalist als hoofdpersoon. Het is weer goed gedaan. Sommige van de Italia nen héd'déh in é'éh kijik'kpel Vén vléés en bloed niet duidelijk kunnen worden. Brian Glanville weet pr'ecfél; Wat hij döet én hoe veel 't waard is, zodat hij geen gevaar loopt zich te bezondigen aan valse gewichtighe den en gevoeligheden. Het is ook heel tact- rijk van hem. dat hij ons voor de ontnuch tering van de gelukkige afloop troost met een paar lijken, die wij liever als levende mensen hadden gezien. BRIAN GLANVILLE redt zich dus wei. Maar zo goed gaat het met alle jonge auteurs. Het is in Engeland een erkende moeilijkheid, dat de produktiekosten van boeken meer gestegen zijn, dan de prijzen die het publiek althans voor romans, be reid is te betalen. Daardoor aarzelen uitge vers langer dan zij vóór de oorlog gedaan zouden hebben, voordat zij het werk van een nieuweling aannemen, die geen verze kerde a "zet heeft. De uitgeverij Hutchin son he-It daar nu én oplossing voor pro- bcr-n te vinden door het oprichten van een d— htrrrnaatschappij. Hew Authors Limi ted. d;e alleen eerste''ngen uitgeeft. Het sy:;i-":n is dan dat bat eerstelingschap wordt voorgesteld als oen bijzondere at tract 'e: een voorwoord in de eerste uitga ven richt zich tot avontuurlijke lezers, be lust op de opwindingen van de geboorte van een nieuwe litteratuur. Het idee is zo goed p's een ander en misschien zelfs beter als hot Hutchinson de aanhankelijkheid v n een aantal romanciers met een grote toekomst belooft, De eerste eerstelingen doen intussen nog niet dadelijk aan een grote toekomst denken. „The Skinner" van Jav Gilbert, speelt onder gangsters in een niet genoemde wereldstad: een bitte re geschiedenis van wroeging, dood, liefde vriendschap, geschreven in een bestu deerd viriel proza, dat aan Hemingway zou doen denken als het niet zo breedvoe rig gebruikt was. Men is onder het lezen geneigd af en toe het portret op de omslag te bekijken van de aantrekkelijke jonge vrouw, die ons dit alles voorzet. Wat heeft dat met haar te maken? Goed, dat is onze zaak niet. Talent is er wel, talent om té vertellen in ieder geval, maar de gema niëreerde mannelijkheid van de stijl doet er geen goed aan, die is alleen maar iets waar men overheen leert lezen. De emo ties oassen erbij, altijd hevig maar bedwon gen door ijzeren kaken. Als de kaken open gaan, komen alle woorden regelrecht uit het hart. Het is wel een merkwaardig boek maar lang niet zo overweldigend als het wil zijn. „The Threshold" van Michael Staple- ton staat er lijnrecht tegenover, als een milde en charmante autobiografie van een kind, dat tot zijn vierde jaar in Ierland woonde en toen naar Engeland verhuisde. Vader, moeder, broer en zusje, de kinde ren op de school, verlangen naar Ierland: het is allemaal heel aardig, maar zoals „The Skinner" onder een te hoge spanning staat, 7,0 staat dit verhaal onder een te la ge. Alleen als men er toevallig voor in de -stemming is. -zal het een balsem kunnen zijn, in zijn eerlijkheid en natuurlijkheid. S. M. Waar het Oosten begint voert de lezer naar Griekenland, Turkije, Libanon, Sy rië, Jordanië en Irak, maar het is bepaald niet zomeer een reisbeschrijving, die mr. Lily Eversdijk Smulders hier geeft. Wie uit eigen ervaringen iets afweet van ze den, gewoonten en politieke intriges in de fel-mohammedaanse gebieden, kan niet anders dan bewondering hebben voor de moed en volharding van de schrijfster, die wist door te dringen tot plaatsen die streng verboden zijn voor niet-moslims en waar ontdekking zeker haar leven had gekost. Haar verhalen zijn boeiend. Ze bereiken een climax in de reportage over de Hassan-Hoessein rouwdagen in Küfa, als de smart-extase van de om dé ont hoofding van haar leider Hoessein rouwen de Sjiïetensekte ten top gevoerd en de laatste geestelijke en lichamelijke reser ves van de fanatici gebruikt worden om de heilige plicht van afschuwelijke zelf- verwonding te vervullen. Vierentwintig af beeldingen van door de schrijfster gete kende portretten bevat dit boek. Sommi ge originelen vielen zo in de smaak van de respectieve regeringen, dat zij ze aan kochten. Andere moesten met levensge vaar het betrokken land uit worden ge smokkeld. Dit waardevolle boek is ver schenen bij de Uitgeverij Broekman De Meris te Amsterdam. ~W~\E WEEK. die onmiddellijk aan het m Paasfeest voorafgaat, heet de grote JLU' week, de lange week, de lijdens week of stille week. De laatste naam is de meest gebruikte en duidt oorspronke lijk aan, dat er dan niet gewerkt werd. Groot of lang werd die iveek genoemd in letterlijke zin, toen het paasfeest zich over twee weken vóór en n-a Pasen uitstrekte. In die lange week wérd het vasten ver scherpt. Sommigen gebruikten zo goed als niets, anderen onthielden zich twee, drie of vier dagen van alle spijzen. In het oudste kerkelijk wetboek uit de derde en vierde eeuw wordt een vasten van zes dagen voorgeschreven, van maandag tot zaterdag. Men mocht dan alleen brood, zout, olijven en water gebruiken en moest zich vooral van vlees en wijn onthouden. Aan de sla ven moest zoveel mogelijk rust gegund worden. Des morgens en des avonds hield men godsdienstoefening. Milder dan anders nog moest men voor de armen zijn, bij voorkeur in deze week werden slaven vrij gelaten, de rechtbanken waren gesloten, gevangenen, die zich niet aan zware mis drijven hadden schuldig gemaakt, kregen de vrijheid. De belangrijkste dagen van de stille week waren Palmzondan, Groene of Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. DE PALMZONDAG was de herdenking var. Jezus' intocht te Jeruzalem, toen het volk takken van de palmbomen rukte om deze op de weg uit te spreiden. Het staat vast dat Palmzondag in de kerk van het Oosten reeds sedert de vierde eeuw als een feestdag gold. Aan het hof werden dan gouden munten en andere geschenken uit gereikt, die de naam van „palmen" droe gen. Men rekende deze dag echter nog niet tof de Grote, Week, die men in de kerk pas met maandag begon en men behoefde dan ook niet te vasten. Te Moskou werd nog in 1636 Palmzondag met veel vertoon gevierd. Na de dienst, waaraan ook de keizer deelnam, had er een omgang plaats. Een grote boom. met appelen, vijgen, druiven en lekkernijen beladen, werd uit de kerk naar buiten ge dragen en op een wagen of op twee achter elkaar gebonden sleden gezet. Vier of vijf knapen, in het. wit gekleed, zongen onder de boom godsdienstige liederen, terwijl het voertuig langzaam werd voortgetrokken. Dan volgden jongelieden met brandende waskaarsen en grote lantaarns, priesters in hun plechtgewaden met bazuinen, hei ligenbeelden, kruisen en wierookvaten, pages en hoge ambtenaren. Daarop ver scheen de patriarch op een ezel. Hij droeg eer. kap van wit satijn, met parels omzet, op het hoofd en een evangelieboek of een kostbaar versierd kruis in de hand. De ezel werd geleid door de tsaar, die in de ene hand de teugels hield en in de andere een palmtak, voor deze gelegenheid uit Palestina overgebracht. Hij had de kroon op het hoofd en zijn fraaiste kleren aan en werd door zijn twee voornaamste staats dienaars vergezeld. De geestelijkheid, de bisschoppen en priesters en het volk be sloten de stoet. In 1700 werd de gewoonte, 'lat de tsaar aan deze optocht moest deel nemen, door Peter de Grote afgeschaft. In de kerk van het westen is men pas in de zesde eeuw begonnen de Palmzondag te vieren. In de tijd van Flarel de Grote was de viering algemeen. Men placht dan d" kerken met groene takken en bloemen t= versieren. In de kerk werden gewijde palmtakken uitgedeeld. In de middel eeuwen hield men ook optochten met een ezel, de palmezel, een gebruik dat lang zamerhand verdween. Tot in 1839 werd te Rome in de Sixtijnse kapel op deze dag een plechtige dienst ge houden, waarbij de Paus zelf voorging. Na de gebruikelijke gebeden werden de palm takken gezegend en driemaal bewierookt. Elk der kardinalen ontving zo'n tak. Dan kwamen de aartsbiss"heopen. knielden en deden een voetkus. Evenzo deden de bis schoppen, overheidsoersonen. de leden van hé4 corps diplomatique, alsmede de gees telijken en gelovigen, die een toegangskaart hadden ontvangen. Na het einde van de Ook in de volkswéerkunde neemt. Palm zondag een plaats in. Komt men des mor gens met z'n gewijde palm droog thuis, dar vertrouwt men er op dat ook de oogst, droog in d? schuren zal komen. Verder beweert men dat men het weer van Palm zondag zal houden tot Pasen Mooi weer op Palmzondag is veelbelovend, .want „Is Palmzondag een zonnige dag, voor de zomer een goed teken dat heten mag". DE GROENE DONDERDAG, zoals hij in Duitsland genoemd wordt, of Witte Donderdag, zoals wij zeggen, was de her denking van de instelling van het Avond maal en de gevangenneming van Jezus. Waaraan deze dag ziln naam ontleend heeft, is niet met zekerheid te zrgg°n. Witte Dond^wiag. beweert men. is afkom stig van het wittebrood dat on dio dag aan de armen werd uitgedeeld 0f ook wel gehele vastentijd met blote voeten blijven rondlopen tot on G-roene Donderdag, wan neer hij weer in de kerk werd binnenge bracht en absolutie ontving. Zo een man kreeg dan de naam van Adam. DE PLECHTIGSTE DAG was de vrij dag. de gedenkdag van Jezus' dood. Even als de gehele week werd hij ook wel Stille Vrijdag genoemd. Vooral van zes uur des avonds naar men meende het uur van Jezus'- sterven tot zondagmorgen vroeg moest men bijzonder stil en rustig zijn. Meer algemeen is evenwel de naam Goede Vrijdag, wegens het heil door de dood van Christus aangebracht, of. zoals mén het ook wel uitdrukt, omdat Christus had goedgemaakt wat de mensen bedorven hadden. D^ze dag kénmerletp zich door eenvoud in de godsdienstige plechtigheden. Alle gezang en muziek werd vermeden en dienst gingen allen in optocht naar de „koninklijke zaal". Daar de toeloop om deze plechtigheid bij te wonen te groot werd, had sedert 1839 deze ceremonie in de Pieterskerk plaats. In Duitsland gebruikt men als palmstok of palmbezem vaak de pas uitgelopen twijgen van berk, wilg, els of lijsterbes. De palmstokken of palmbezems werden gekend. Met de palmtak slaat men de koeien bij het eerste uitdrijven in de wei,, men maakt er kruisen mee op de bijen korven en op de akkers en men zet ze tussen het winterkoren, opdat dit hoog zal opschieten. In Pruisen zet men de palmen zélfs in de mesthoop, opdat die toch vooral grote vruchtbaarheid zal geven. Het rondtrekken, soms in hele optochten, rnct Palmpasen, heeft in ons land alleen nog maar onder de kinderen plaats. Reeds heel vaak heeft men opgemerkt dat een gebruik, dat eerst een algemeen volksge bruik was, in zijn laatste stadium bij de- kinderen terecht komt. Zodat we mogen veronderstellen, dat het rondgaan met takken vol vruchtbaarheidssymbolen over de weiden ook al in vóórchristelijke tijden gewoonte zal zijn geweest om de groei kracht af te smeken van de goden. En dat daarbij stellig offers plaats hadden, daar aan herinneren de broodvogels. Het is trouwens, in Brabant en Twente vooral, hier en daar nog wel gewoonte dat de boer des middags de rogge gaat „palmen". Met de gewijde buxustak- jes, die hij des morgens in de kerk heeft gekregen, maakt hij op iedere hoek van de akker een kruis en zet daar een stukje van zijn palmtak middenin. Daardoor hoopt hij zijn gewas te beschermen tegen ziekten, vreterij en hagelslag. van witte kleding, die dan de priesters bij uitzondering droegen. De voornaamste plechtigheid van deze dag was de Avond maalsviering, voor de zwakken, die de ge hele dag niet vasten konden, des morgens, maar voor de meesten des avonds. Na het eindigen der liturgie ging men, in navol ging van het voorbeeld van Jezus, over tot de voetwassing. In sommige gemeenten werd echter het hoofd gewassen. Meestal had de voetwassing alleen plaats bij de catechumenen, de aanstaande nieuwe leden. Zij werd als een bevel van Christus beschouwd. Te Rome geschiedde zij door de Paus aan een twaalftal pelgrims en te Wenen was het een luisterrijke plechtig heid aan het hof van de keizer. In een der prachtige zalen van het paleis, waar de aanzienlijkste mannen in gala verza meld waren, werden twaalf arme lieden ontvangen. Een tafel stond voor hen ge reed met borden, vorken en messen, maar zonder spijzen. Daaraan zetten zij zich neder, één voor. een ontblootten zij de voet, waarop de keizer uit een gouden schaal enkele droppels water liet vallen, die met een doek werden afgedroogd. Daarna werden de mannen voorzien van geschen ken. In de Griekse kerk, aan het hof te Petersburg en ook in vele kloosters, had de voetwassing niet op donderdag, maar op Goede Vrijdag plaats. Op Groene Donderdag werden vroeger ook de boetelingen, die wegens slecht ge drag voor een poos buiten de gemeente gesloten waren, weer in haar opgenomen en tot het Avondmaal toegelaten. Op As woensdag werd een man van slechte zeden in haveloze kleding en met bedekt hoofd in de kerk gebracht en na het. einde der mis eruit gestoten. Dan moest hij de ook het orgel zweeg. Er werd alleen ge beden en dan nog in stilte. Men knielde niet bij het binnenkomen der kerk, bij het naderen tot het altaar, bij het openbare gebed. De broederkus werd achterwege gelaten om niet op Judas te gelijken. Het kruis werd bedekt. In groten getale stroom de dé menigte naar de kerken, waar de lijdensgeschiedenis herdacht werd, liefst volgens Johannes, omdat deze het lijden had bijgewoond. In sommige gemeenten werd hel. Avondmaal gevierd, maar in andere werd het tot zondagmorgen vroeg uitgesteld om het vasten niet af te breken. Te Rome werd van donderdagmorgen af geen klok meer geluid en sloegen zelfs de uurwerken niet meer. In plaats daarvan liepen de jongens met een soort ratel door de straten om de uren bekend te maken In de kelken was geed wijwater, geen wierook, stonden geen witte kaarsen op het altaar. Men maakte het kruisteken niet. De Paus deelde de zegen niet uit. Daar het geen feestdag, maar een treurdag was, gingen alle bezigheden haar gewone gang. Alleen in de namiddag ging men naar de kerk om de preek te horen en het met zwart beklede graf in de kerk te zien. Des morgens baden de Paus, de kardi nalen. de bisschoppen en de prelaten voor het kruis in de Sixtijnse kapel, des mid dags hield een priester drie uren lang, zolang als het kruislijden geduurd heeft, eer rede over de kruiswoorden. Reeds in de vierde eeuw komt een ver toning voor, waarin de verpersoonlijkte onderwereld, de dood en de duivel, op treden en samen over de kruisiging van de Heiland spreken. Uit deze vertoningen ontstonden de passiespelen. Te Parijs ver enigden zich in 1398 enige burgers en handwerkslieden om geestelijke toneel voorstellingen tè houden. Zij deden het m het dorp St. Maur bij Vincennes, omdat daar veel vreemdelingen heengingen we gens de relieken van de heilige, naar wie de plaats heet. Het eerst voerden zij „het lijden" op een Goede Vrijdag ten tonele. Zij kregen daarvan de naam „Confrères de la passion". Zij speelden aanvankelijk in de openlucht, later in een gebouw en ver toonden ook andere bijbelse tafrelen. De bekende vertoningen te Oberammergau, die vroeger ook in de Stille Week plaats hadden, werden met het oog op 't vreem- delingenbezoek naar de zomer verplaatst en hebben daardoor veel van haar oor spronkelijke betekenis verloren. STILLE ZATERDAG werd vroeger ook we! Grote of Heilige Sabbath genoemd. Dan stelde men zich voor, hoe Christus ;n de onderwereld was afgedaald om ook daar de verlorenen te redden. Een rijk onderwerp voor de fantasie der oosterse kerkredenaars, een voorspel tot Dante's „Goddelijke komedie". Stilte en vasten waren ook weer het kenmerk. In de tijd, toen de kinderdoop nog weinig gebruike lijk was, werden in de avond de nieuwe leden door de doop in de gemeente opge nomen. In sommige streken was dit de enige dooptijd. Maar ook waar het even goed op andere dagen geschieden kon, stelden de meesten het toch tot Pasen uit. De nacht van zaterdag op zondag wérd door de christenen wakende in de kerk doorgebracht. Zulk een nachtelijke gods- d'enstoefening heette vigilie waken) en werd ook bij gelegenheid van het kerst feest gehouden. Waren deze dagen voor de leken al bijzonder vermoeiend, voor de geestelijken waren zij dat nog meer. Na de mis. die in de nacht werd gevierd, werd het „Gloria in Excelsis" gezongen als een overgang van de tijd der droefheid in de tijd van vreugd. Tegelijk begonnen do klokken, die twee dagen gezwegen had den. te luiden en nu veranderde ook de stemming der gelovigen. In gespannen verwachting zag men de opstanding tege moet. Als overwinnaar was Christus in de onderwereld afgedaald en opgestaan uit de dood om eenmaal als rechter der wereld te verschijnen. Inmiddels werden buiten overal de lichttn ontstoken, grote kaarsen, fakkels en lampen, zodat de nacht als het ware in de dag herschapen scheen. Werden door de grote kerkvaders, zoals Chrysostomus, de vigiliën hoog geroemd en zelfs door Am.brosius als een instelling van Christus voorgesteld, anderen kwamen er tegen op. Zij hadden hun oorsprong uit de tijd der vervolging, toen de christenen niet overdag durfden samenkomen. Daar om meende men dat ze uit de tijd waren geraakt. Maar z\j gaven ook tot allerlei onbetamelijkheden en uitspattingen aan leiding en daarom verbood reeds een con cilie in het jaar 305 aan de vrouwen om er aan deel te nemen. Hieronymus be weerde dat het misbruik het gebruik niet verhinderde, maar toch zijn ze langzamer hand in onbruik geraakt. Het langst heeft, vooral in de oosterse kerk, d" Pnasvigilie stand gehouden. P. C. Heiser

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 14