DAT HOOFD! Persoonlijke attentie y I i 1üli wmmmlm a' j s IBIS Hi EIL-t WÉBÊÊÊÊÊÏzÜ', >.-. Wekelijks toegevoegd*aan alle edities van Haarlems Dagblad Oprechte llaarlemsche Courant i'ti hmiiilei- Courant tn i.Jinuiact eoutanr Paosverhaat door H. G. Cannegieter door Michael Réty t Exposities voor schoolgaande jeugd EVOLUTIES VAN BADINGS EN YVONNE GEORGI IN DE WEENSE OPERA Welterust en k i w I m tem WM-'M -mm^PtA WrnMMsmï ders hadden alleen deze verklaring: de kippen waren van de leg. Hoe ze er weer op te krijgen? Gedurende deze week stond het ministerie te trillen op zijn grondvesten. De gevolmachtigde gaf een verklaring uit, waarin hij verzocht niet bij de pakken neer te zitten. Er was, zei hij, geen reden om aan te nemen, dat wat eerst mogelijk was geweest, nu niet mogelijk meer zou zijn en omgekeerd. De minister hield een radiorede, waarin hij het onmo gelijke beloofde mogelijk te maken. Niets is onmogelijk, zei hij. De geruchten dat hij van zijn post ontheven zou worden, drukte hij resoluut de kop in. Men mocht het vertrouwen in de regering niet verlie zen. Als het erop aan komt, zo eindigde hij staan onze hoenders voor niets. Zijn voor spelling kwam letterlijk uit, want midden maart was er zelfs niet een kip meer in ons land, die nog een ei legde. De zo groots op gezette produktieslag dreigde een vol slagen fiasco te worden. (Van een bijzondere medewerker) IN geheel ons land wint de gedachte veld dat men via de jeugd de toekomstige ge meenschap meer begrip kan en moet bij brengen voor het wezen van haar bestaan, waarin de diverse uitingen van kunst een belangrijk aandeel hebben. Wat de culture le voorlichting betreft gaan de Verenigde Staten dikwijls voorop. Maar wanneer het er om gaat de jeugd te winnen voor de ten toonstelling, hetzij van artistieke, hetzij van wetenschappelijke aard, toont ons land met zijn vele en veelsoortige initiatieven op dit terrein een zeer gunstig beeld, zeker ten opzichte van de andere Westeuropese landen. De voornaamste museums te Am sterdam, Leiden, Arnhem, Rotterdam, Utrecht en sinds kort ook te Eindhoven gaan hierin voor. Rondleidingen speciaal voor de jeugd, toegangskaarten tegen zeer lage prijs voor schoolkinderen, het ac tiveren van jongeren tot zelfwerkzaam heid in diverse takken van kunst en kunst nijverheid, 't zijn even zovele mogelijkhe den, die het voorlichtingspalet van iedere museumleiding biedt om de samenleving -van-de-toekomst, de kinderen van thans, te benaderen. HET HAAGS Gemeentemuseum heeft evenwel nog een geheel andere noot op zijn lokzang voor het kind en daarom hebben wij geruime tijd geluisterd en gekeken naar wat de heer D. Schwagermann, conserva tor van de pedagogische afdeling, ons te vertellen en te tonen had. Een begin op de ze weg maakte de vorige directeur, dr. J. van Gelder, in 1952 met de uitgifte van de uiterst goedkope jeugdkaarten, die de schoolgaande kinderen voor vijftig cent een jaar lang toegang tot het museum ver schaffen. In de hofstad zijn thans vijftien- duizendzeshonderdachttien van deze kaar ten uitgereikt. De tegenwoordige di recteur, mr. L. F. J. Wijsenbeek, zet het werk voort. Het resultaat is tot dusver een viertal exposities, speciaal ingericht voor de leerlingen van ulo en nijverheidsonder wijsinstellingen en van de hoogste klassen der lagere scholen. Deze tentoonstellin gen gaven achtereenvolgens ongeveer ne genduizend jongens en meisjes per jaar een indruk van grafisch werk, schilderijen en beeldhouwkunst. Sinds enkele maanden trekt de expositie „Van vormende hand tot lopende band" de aandacht. Daarin krijgen vergelijkenderwijs het begrip cul tuur, de ontwikkeling der Nederlandse be schaving en de invloed van de machine op onze moderne samenleving gestalte. Een kleine, gespierde en ook spiernaak te papoea heft zijn primitieve stenen bijl voor de slag. Men vraagt zich onwillekeu rig af, hoe lang de man er over zal doen de toch bepaald niet machtige boomstam voor hem te vellen. Daarnaast drukt een stoere Canadeze „houthakker" zijn elektri sche zaag tegen het droge hout van een eeuwenoude woudreus om enkele minuten later het kolossale gevaarte van zijn voet stuk te laten storten. Deze twee fel con trasterende platen, naast elkaar hangend op de expositie-voor-de-jeugd in het Haag se Gemeentemuseum, karakteriseren bui tengewoon duidelijk op welke wijze men hier 't kind het aanvankelijk moeilijk ver- kenbare terrein der culturele ontwikkeling binnenleidt. Een glimlachende jonge vrouw, omringd door elkaar verdringende jon gens en meisjes van omstreeks twaalf jaar, een af en toe vermanende onderwijzer wat onwennig op de achtergrond, dat zijn de personen, die het beeld van dit originele initiatief op artistiek en populair-weten- schappelijk gebied completeren. In een rondleiding van een uur over de kleine, maar wat inhoud betreft zeer gecon centreerde tentoonstelling krijgt een dertig tal kinderen tegelijk een inzicht in de eigen en een vreemde samenleving, een be ter begrip van zichzelf en van de meer, ge lijk, of minder ontwikkelde medemens. En zo gaat dit dag-in, dag-uit: stromen meisjes en jongens, met hun onderwijzers en onderwijzeressen, negenduizend in het laatste seizoen, tezamen afkomstig van een derde der driehonderd vijf en veertig Haagse scholen, die hiervoor in aanmer king komen. Ongeveer een week voor de rondleiding krijgen de kinderen een theo retische les ook in een zaal van het mu seum, gegeven door een rondleider over het op de expositie behandelende onder werp, waarbij het gesproken woord door lichtbeelden wordt ondersteund. Dankzij deze voorbereiding komen de jonge bezoe kers vrij beslagen ten ijs, wat wel blijkt uit de antwoorden, die zij haastig om de ander voor te zijn op de gestelde vragen geven. Bij het naar huis gaan krijgen de jongens en meisjes een boekje, waarin al les wat zij gezien en gehoord hebben nog eens duidelijk staat beschreven. Zo wekt men de belangstelling. Vele leerlingen, die door de schoolrondleidingen met „het mu seum" kennis maakten, zetten hun interes se spoedig in liefde om, nadat zij zich een museumkaart hebben aangeschaft. Er wordt veelvuldig gebruik van gemaakt, zo als men dagelijks (maar vooral op woens dagmiddag) ter plaatse kan constateren. TOEN MELDDE ZICH bij de gemachtig de voor het pluimvee een man, wiens naam Haas was. Hij had geen referenties, alleen zijn naam boezemde vertrouwen in. Hij stelde de gevolmachtigde een drietal maatregelen voor, die de produktie weer op gang zouden helpen. Hij garandeerde iedere burger met Pasen zijn ei. De maat regelen waren: 1. Alle hanen als de kippen erbij. 2. Alle boeren dorsen. 3. Ei-koerei. De minister ontsloeg terstond de gevol machtigde en stelde de heer Haas in zijn plaats aan. Haas trad dadelijk drastisch op. Hij ontzag zich niet de eierenmarkt van Roermond te verplaatsen naar Maas tricht en hij liet Barneveld ontruimen. Hij vestigde zich metterwoon in een kippen hok. Hij ging met de kippen op stok. Hij liet er geen haan naar kraaien. Zijn voor beeld werkte zo stimulerend, dat reeds na drie dagen een opleving in de eierenafzet kon worden vastgesteld. Haas was een stil le werker. Hij maakte geen ophef. Hij hield niet van uiterlijk vertoon. Hij hield geen persconferentie. Hij sprak niet voor de radio. Slechts eenkeer vei-scheen hij in het televisiejournaal. Dat was toen hij zijn leger betrok. Zijn zegenrijk werk wierp duizendvoudige vruchten af. De kippen legden weer. Zij haalden binnen tien da gen het gewenste quotum. Zijn optreden vond dan ook maar bij alle kippen weer klank. 's Mans eenvoud, zijn onverwoest baar geloof in zichzelf, zijn inzicht in wat een kip kan en niet kan, zijn humaniteit, zijn idealisme, het streven eieren voort te brengen tegen elke prijs, het was de sleu tel tot zijn succes. JA, het gestelde doel werd bereikt: aan het paasontbijt vonden wij allen een ei. Met de groeten van Haas, stond op een kaartje erbij, een persoonlijke attentie, die wij al len in den lande waardeerden. Hoe koes terden wij deze onvermoeibare strijder, deze kampioen voor de werkelijke paasge- dachte, aan ons hart! Hoe prezen wij hem in alle toonaarden! maar helaas, na Pasen, sommigen menen zelfs op de tweede paas dag, werd hij door dezelfde minister, die hij zo was bijgesprongen, ontslagen. Hij werd gedwongen het. land te verlafen om zijn zegenrijke arbeid voort te zetten in den vreemde. Wanneer zal de politieke constellatie zo veranderd zijn, dat wij Haas als een triomfator kunnen binnenha len? Wanneer kunnen wij hem met lauwe ren omkransen en hem de dank der natie deelachtig doen worden? Ei, ei, wanneer?!! IEDERE machtige man, zelfs een ge weldenaar, heeft hier of daar een zwakke plek, waar hij zich niet verdedigen kan. Voor Herodes Antipas, viervorst over Ga- lilea, was het onverdraaglijk: deze dwang gedachte aan een gebeurtenis, die hij maar niet kon vergeten en die hem kwel de, dagen en nachten. Hij werd er humeu rig en driftig onder, zoals onder het onop houdelijk gebrom van een vlieg, die men vergeefs poogt te verjagen. Het was het hoofd het afgehouwen hoofd van die droefgeestige man, dat hij in een zwak ogenblik beloofd had aan Sa- lome, opdat zij voor hem zou dansen. Die man was nu toch allang dood, waarom verscheen dit bloedige bleke hoofd dan nog steeds weer voor hem? Het kwam te voorschijn uit de decreten, die hij op zijn troon moest ondertekenen, het dook op uit de toga van de landvoogd, met wie hij een bespreking hield, het staarde hem aan uit het vaandel, wanneer hij met de troepen op mars ging. Altijd dat hoofd, dat bloedi ge hoofd!! Hij wist, dat hij een onschuldige tei-echt- gesteld had. Om een vrouw. Altijd die vrou wen! Om Herodias had hij zijn gemalin trachten te vergiftigen, waarna hij de nieuwe vlam had getrouwd. Had Johannes niet het recht hem dit te verwijten? Johan nes was een profeet, gelijk Nathan, die ko ning David een dergelijk verwijt voor de voeten had gegooid. Maar David had met berouw dit verwijt aanvaard, dit had ook hij moeten doen. Weer was een vrouw zijn bo ze geest geweest: de vexdeidelijke schone die pas wilde dansen, nadat het hoofd van Johannes gevallen was. Herodes geloofde in profeten. Hij had voor de bleke man met de zwarte baard een met angst vermengde bewondering ge koesterd. In zijn goede ogenblikken had hij gaarne naar de wijze man geluisterd. Hij besefte met een rechtschapene en een hei lige te doen te hebben. En deze rechtscha pene en heilige had hij door 't beulszwaard laten terechtstellen! Alleen om een gril van zijn beminde! Herodes trachtte de dwanggedachte, toen deze weer bij hem opkwam met ge weld van zich af te schudden. Driftig stond hij op van de troon. Met zijn scepter maai de hij in het rond om dat eeuwig hem kwel lende beeld te verjagen: dat ontzielde hoofd op die schotel, die hem aanstaarde met dat schrikkelijke verwijt. Die man is toch allang dood! schreeuw de hij tegen zichzelf. Gelukkig, dat hij dood is en mij niet meer kan lastig vallen. Het is zijn spookbeeld, een niet bestaand voort brengsel van mijn verontruste verbeel ding. Een binnentredende kamerheer ver loste hem van de kwelling. Wij hebben de man, die u ons gelast hebt, vóór u te doen verschijnen, zei de hoveling buigend. Laat binnen! snauwde de viervorst kortaf. Het zou die man zijn, waarover de land voogd Pilatus hem om inlichting verzocht had. Een van die opstandelingen, die zich verbeelden iets te kunnen ondernemen te gen de Romeinse ovei-heersing. Een van die overspannen jongelingen, die er prat op gaan van koning David af te stammen en dus recht te hebben op het koningschap over het onafhankelijk rijk. De zot, laat hem binnen! Zodra de man binnengeleid was, gebeur de er iets met Herodes, dat de kamerdie naar van ontzetting deed beven. De vier vorst greep met zijn handen naar zijn haar, deed wankelend een pas achteruit en staarde met uitpuilende ogen in een paars rood gezicht de binnentredende aan. Het was Johannes, de vermooi-de profeet, die daar eensklaps in levenden lijve weer vóór hem stond!! Een heilige kan men zomaar niet zonder meer het hoofd afslaan. Heili gen zijn wonderdoeners. Voor hen bestaat er geen dood. De geboeide man bleef onder dit vreem de schouwspel ijzig kalm. Zijn donkere ogen in het baai-dige, bleke gelaat boorden zich diep in de ogen van de vorst, die het hoofd afwendde en met bedremmelde stem de ondervraging begon. Na enige ogenblikken beheerste hij zich weer. Hij liet de man gaan. Maar de gedachte, dat dit Johannes was, uit de doden opgestaan om zich te wreken, liet hem niet los. Nu was het geen spookbeeld meer, maar een levende man, dié hem verontrustte. Geen dag, geen uur, geen minuut zou hij veilig blijven voor deze schi'ikkelijke wreker. Ook al was deze in de gevangenis gewor pen; ook al stenigde men hem; zolang hij in leven was, bleef hij gevaarlijk. De man had op Herodes' vragen geen antwoord gegeven. Dit ijzige zwijgen leek nog gruwelijker dan een vervloeking. Wat had deze geheimzinnige verschijning met hem voor? HERODES had geen tijd om zich lang in deze vraag te verdiepen. De landvoogd wachtte op antwoord. Met de onderdanig heid die de overheerste past tegenover de overheerser, maakte de viervorst zich da delijk op om rapport te brengen. Pilatus ontving hem met de stroeve ambtelijk heid van de Romeinse gezagsdrager. Maar toen ze over de man aan het praten i-aak- ten, was het of deze officialiteit verdween. Ook Pilatus had aangaande die man vreemde dingen beleefd. Zijn vrouw had van deze profeet gedroomd en zij had Pi latus gewaarschuwd niets tegen hem te on- dememen, want het was een heilige en dat zou hem kunnen opbreken. Vrouwen zijn nu eenmaal bijgelovig.. Hijzelf spot te met al wat vogelwichelaar en sterrökij- ker was Dit deed Hei-odes op een gedachte ko men. Als de landvoogd de px-ofeet niet vreesde, zou het gemakkelijk zijn de schuld voor de moord op zijn hoofd te la ten neerkomen. Hei-odes begon onmiddel lijk al de bezwaren op te sommen, welke de priesters en schriftgeleerden tegen deze zogenaamde koning der Joden koester den. Bovendien, zich uitroepen tot koning was een vergrijp tegen het Romeinse imperium, waarvoor niet de vfgrvorst, maar de landvoogd aansprakelijk was. Pilatus doorzag deze list. U bent een slimme vos, zei hij. Als ik de man laat doden, blijft gij vrij uitgaan. Ik denk er niet over mij in uw zonderlinge godsdienst twisten te laten betrekken. Als de man sterft, was ik mijn handen in onschuld! Hei-odes begreep: ook Pilatus, gewaar schuwd door ziijn vrouw vreesde de man, al hield hij zich nog zo heldhaftig. Maar zó raakte hij Johannes, die zich nu Jezus noemde, niet kwijt. Nogmaals betoogde Herodes, dat deze profeet gevaarlijk was voor de rust van het land. Maar wat wilt gij dan? ï-iep de land voogd uit. Gij levert hem; om u aan de verantwoordelijkheid te onttrekken, aan mij uit, maar ik vind geen schuld in hem. Wat voor kwaad heeft deze onnozele dwe per gedaan? Uitvoerig bespraken zij verder het ge val. Ze hadden nog nooit zulk een innig contact gehad en voelden zich bijna als vrienden. Eindelijk zei .Pilatus: Weet ge wat, we laten het volk beslissen. Het is Pasen en dan mag ik een gevangene gratie geven. Laten de Joden het uitma ken. Dan zijn wij van de man af. Pilatus was overtuigd, dat het volk de vrijheid aan Jezus zou schenken, als hij het de keuze tussen hem een een berucht moordenaar als Barabbas gaf. Maar He rodes wist beter. Hij wist, hoe het volk, opgestookt door de priesters en schriftge leerden, deze profeet haatte. OPGELUCHT drentelde de viervorst 's avonds na de terechtstelling langs de galgenheuvel, waar nu voor de tweede keer zijn belager gedood was. 'Met een overwinnarsblik keek hij omhoog naar het ki-uis, maar hoe schrok hij, toen ook van daar die donkere ogen in het bleke, bloe dige gelaat hem weer aanstaarden. Het hoofd, altijd en altijd dat hoofd! Die nacht sliep hij niet en ook de vol gende nacht kon hij de slaap niet vatten. Zodra hij maar even was ingesluimerd, verscheen als een nachtmerrie dat gru welijke beeld, dat hem aan zijn bloed schuld herinnerde. De moord op Johannes, het oogluikend toelaten en aansporen tot moord op de wederopgestane boetprofeet De derde dag hield Herodes het niet meer uit in zijn paleis. Tegen de avond wandelde hij naar buiten. Hij had de ge woonte om, zoals oostei-se vorsten dit ple gen te doen, zich vermomd onder het volk te begeven. En in de straten, die hij door- moest om in het vrije veld te komen, ving hij een vreemd gefluister op. De profeet zou niet dood zijn, maar opgestaan uit zijn graf. Hij was in herleefde gedaante aan deze en gene verschenen. Het bloed bonsde de vorst in cte siapen. Zijn adem stokte van angst en ontzetting. Onzin! Bijgelovige praat van overspan nen vrouwvolk! prevelde hij om zich ge rust te stellen. Pas toen hij buiten de stad was gekomen, kalmeei'de de rust van de voorjaarsavond zijn gekwelde zenuwen. Het landschap, dat zich baadde in de avondzon, rook zo kruidig naar bloemen en geboomte, waarin de vogels hun avond lied kweelden. En de zon ging zo schitte rend onder, dat Herodes van dit schouw spel genoot. Maar die zon! Eensklaps zag hij in de zon een gezicht. Het was wéér het hoofd, het bleke, bloedige gelaat, maar daarom heen schoten gouden stralen uit naar alle kanten. Een vorstelijke aux-eool omkrans- te dit gelaat. En wat groter wonder nog was: de donkere ogen boorden nu niet meer met verwijtende blikken de mooi-- denaar in de ziel, zij stonden vol vrien delijke zachtheid. Zij trokken de viervorst met magnetische sympathie naar zich toe als waren het de ogen van een vader, die zijn verloren zoon in genade ontvangt. Herodes voelde iets in zich smelten. De tranen schoten hem in de ogen, en onwil lekeurig boog hij zich in aanbidding ter neder voor dit goddelijke schouwspel. Hij wist, dat nu zijn zonden vei-geven waren vergeven door datzelfde gelaat, dat hem eens zo verwijtend had aangestaard. Hij vreesde dit gelaat niet langei-, maar hield het in gedachte, zoals hij voorheen dat strenge, wrekende gelaat steeds voor ogen had gehouden. Het bleef hem bij, toen hij in de nachtelijke duisternis zijn paleis weer bereikte, het bleef hem-bij van dag tot dag van van nacht op nacht. En men zegt, dat de boze Herodes, sinds hij dit triomferende hoofd met de stralen krans steeds voor ogen hield, een beter mens en een schappelijker yq'rst is gewor den. TTTTTY T V V Y TT Y Y TT Y Y TTT YYV YW YY Y Y YYVYY Y Y YY Y Y YYYYYYYVYYYYYYYY Doelmatigheid., het beginsel der moderne industriële vormgeving, tegenover de uitbundige toepassing rond de eeuwwisseling van de mogelijkheden der pas uitgevonden machine IN de Weense opera is deze week de pre- mière gegeven van een bijbels ballet, waarvoor de Duitse componist Erbse de temperamentrijke muziek schreef. De verhalende aanleiding werd in de geschie denis van Ruth gevonden. Het grote succes van de avond werd ech ter behaald met een choreografie van Yvonne Georgi op elektronische muziek van ir. Henk Badings, dat de titel „Evolu ties" draagt. Onze correspondent in Wenen schrijft hierover onder meer: „Het pu bliek was gefascineerd door de vreemd- soortige muziek. Het leek alsof er een nieuwe wereld ontstond van beweging, snelheid, nerveuze spanning. Door het hectische, soms groteske en gewild hoeki ge optreden van de dansgroepen kreeg men tegenover zich een als razenden voortge jaagde massa, die echter met de precisie van een machine ongelooflijk gediscipli- neei'd gehoorzaamde aan de moderne wetten van tempo en ritme. Vroegere waarderingsnormen als edel en sierlijk zijn hier niet toepasselijk, geconfontreerd als men werd met de dimensies die het he dendaagse bestaan bepalen. Velen heb ben zich verbaasd over het enthousiasme van een publiek, dat toch als zeer conser vatief bekend staat". Op het werk van Badings volgde een choreografie op de tot dusver laatste bal letcompositie van Igor Strawinsky, te we ten „Agon" (kampplaats). Bij de vormge- ving, heeft Yvonne Georgi zich laten inspi reren door oud-Griekse motieven van beeldende kunst. Op „Agon" werd eerder een ballet gemaakt door George Balanchi- ne in New York. Heitje voor een karweitje. Op 1, 2 en 3 april gaan padvindsters, gidsen, kabou ters, welpen en verkenners weer op pad om een heitje voor een kar wet je te ver dienen. Evenals voorgaande jaren is de opbrengst bestemd voor versterking van de fondsen van de vier padvinder(ster)s- oi-ganisaties. r~s PASEN viel dat jaar vroeg. De kippen am per aan de leg, konden niet genoeg eie ren produceren om de behoefte van het ge hele volk te dekken. Daarom werden ex- maatregelen overwogen om de eieren op- brengst op te voeren. Eind febi-uari verscheen het eerste de creet van onze gevolmachtigde voor het 'pluimvee. Wij werden opgei-oepen alles op alles te zetten om ervoor te zoi-gen dat met Pasen iedere burger een ei aan zijn ont bijt vond. De minister van Landbouw, Vis serij en Voedselvoorziening stelde er zich persoonlijk achter. Het was ernst! Nauwe lijks een week later was de eierenslag in volle gang. Men zag geen kip meer op straat. Wij stopten onze leghoorns. Barne velders en andere hoenders in kleine wit gekalkte hokken. Boven hun kopjes hoorde men fijne muziek van Mozart wiegelen. Voeder aan de lopende band, werd op ge- x-egelde tijden bij hen afgezet. De kippen pikten hun graantje en legden ijlings voort. Na nog geen week kon het ministerie al vaststellen, dat de produktie niet slechts verdubbeld, maar verdrievoudigd was. De gevolmachtigde belegde terstond een pei-s- conferentie. Het gaat goed, verklaarde hij. Er zit wat men noemt schot in. Hij maakte 'TT tevens een aantal nieuwe maatregelen be kend. Om het enthousiasme te bevorderen werd een prijs voor de produktiefste kip penboer ingesteld. Er kwam een verbod tot het zoeken van kievitseieren. Kievits eieren, aldus de gevolmachtige, leidden de aandacht maar af. De vereniging tot be scherming van kieviten benoemde de ge volmachtigde terstond tot erelid. Deze be noeming leidde tot een nieuwe maatregel: kietvitseieren werden bij de wet verboden. DE TWEEDE WEEK van de eierenslag bracht tegenslag. Er brak pip uit. We de den allemaal wat we konden om de pip te beperken en tot de terugtocht te dwingen, maar de pip bleef. Er was maar een oplos sing. Alle kippen met de pip eruit! Helaas werd dit bevel in sommige kringen letter lijk opgevolgd, zodat men in enige achtei*- lijk gebleven pi-ovincies de kippen weer op straat zag, hetgeen tot nieuwe gevallen van pip leidde. De minister greeo echter in en de kippen, die de pip hadden, wer den afgevoei'd naar elders. De minister toonde zich zeer geschokt. Hij wist, zei hij, niet wat hij ervan denken moest. In ieder geval kon hij wel zeggen, dat hij het niet prettig vond. Zulke dingen gebeuren, zo besloot hij. De minister-president, latei- naar zijn mening gevraagd, antwoordde: Inderdaad. Tegen midden maai-t gebeurde er iets zon derlings. Wat wij ook probeerden, hoe wij ons ook inspanden, geen kip legde meer dan één ei per dag. De deskundigen zeiden dat onze kippen aan uitputting leden, ge volg van een te streng doorgevoerd sys teem van overproduktie. De kippenhou- Weelde in de kerken (zie de bokaal in het muurkastje) en soberheid daarbuiten: het maatschappelijk beeld in de Lage Landen tijdens de middeleeuwen. Voorbeeld van de wijze, waarop de jeugd een inzicht krijgt in de ontwikkeling van de Nederlandse cultuur. NEW YORK (Reuter) Twee tech nici van de „Westinghouse Corpora tion", hebben dinsdag in New York verklaard, dat zij een radarapparaat hebben ontworpen, dat auto's langs een metalen band of een met speciale verf aangebrachte streep op een weg kan ge leiden. Als hun systeem wordt uitgewerkt, zouden autobestuurders op lange ritten rustig achter hun stuurwiel kunnen slapen. Het radarapparaat zou voor de bestriring en snelheidsregeling zorgen. De technici, dr. Jaohan Chu en P. N. Buford, geloven, dat hun uitvinding in de komende twee jaar zal worden be proefd en in 1964 algemeen in gebruik kan zijn. Het radarapparaat, dat bij massaproduktie ongeveer 250 dollar zou kosten, kan onder de motorkap van auto's worden gemonteerd. De geleide- banen op de wegen kunnen ook ge makkelijk worden aangebracht, menen zij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 15