DAT HOOFD!
Persoonlijke attentie
y I i 1üli wmmmlm a' j s IBIS Hi EIL-t WÉBÊÊÊÊÊÏzÜ',
>.-.
Wekelijks toegevoegd*aan alle edities van
Haarlems Dagblad Oprechte llaarlemsche Courant
i'ti hmiiilei- Courant
tn i.Jinuiact eoutanr
Paosverhaat door H. G. Cannegieter
door Michael Réty
t Exposities voor schoolgaande jeugd
EVOLUTIES VAN BADINGS
EN YVONNE GEORGI
IN DE WEENSE OPERA
Welterust en
k i w I m tem
WM-'M -mm^PtA WrnMMsmï
ders hadden alleen deze verklaring: de
kippen waren van de leg. Hoe ze er weer
op te krijgen? Gedurende deze week
stond het ministerie te trillen op zijn
grondvesten. De gevolmachtigde gaf een
verklaring uit, waarin hij verzocht niet bij
de pakken neer te zitten. Er was, zei hij,
geen reden om aan te nemen, dat wat eerst
mogelijk was geweest, nu niet mogelijk
meer zou zijn en omgekeerd. De minister
hield een radiorede, waarin hij het onmo
gelijke beloofde mogelijk te maken.
Niets is onmogelijk, zei hij. De geruchten
dat hij van zijn post ontheven zou worden,
drukte hij resoluut de kop in. Men mocht
het vertrouwen in de regering niet verlie
zen. Als het erop aan komt, zo eindigde hij
staan onze hoenders voor niets. Zijn voor
spelling kwam letterlijk uit, want midden
maart was er zelfs niet een kip meer in ons
land, die nog een ei legde. De zo groots op
gezette produktieslag dreigde een vol
slagen fiasco te worden.
(Van een bijzondere medewerker)
IN geheel ons land wint de gedachte veld
dat men via de jeugd de toekomstige ge
meenschap meer begrip kan en moet bij
brengen voor het wezen van haar bestaan,
waarin de diverse uitingen van kunst een
belangrijk aandeel hebben. Wat de culture
le voorlichting betreft gaan de Verenigde
Staten dikwijls voorop. Maar wanneer het
er om gaat de jeugd te winnen voor de ten
toonstelling, hetzij van artistieke, hetzij
van wetenschappelijke aard, toont ons land
met zijn vele en veelsoortige initiatieven
op dit terrein een zeer gunstig beeld, zeker
ten opzichte van de andere Westeuropese
landen. De voornaamste museums te Am
sterdam, Leiden, Arnhem, Rotterdam,
Utrecht en sinds kort ook te Eindhoven
gaan hierin voor. Rondleidingen speciaal
voor de jeugd, toegangskaarten tegen
zeer lage prijs voor schoolkinderen, het ac
tiveren van jongeren tot zelfwerkzaam
heid in diverse takken van kunst en kunst
nijverheid, 't zijn even zovele mogelijkhe
den, die het voorlichtingspalet van iedere
museumleiding biedt om de samenleving
-van-de-toekomst, de kinderen van thans,
te benaderen.
HET HAAGS Gemeentemuseum heeft
evenwel nog een geheel andere noot op zijn
lokzang voor het kind en daarom hebben
wij geruime tijd geluisterd en gekeken naar
wat de heer D. Schwagermann, conserva
tor van de pedagogische afdeling, ons te
vertellen en te tonen had. Een begin op de
ze weg maakte de vorige directeur, dr. J.
van Gelder, in 1952 met de uitgifte van de
uiterst goedkope jeugdkaarten, die de
schoolgaande kinderen voor vijftig cent
een jaar lang toegang tot het museum ver
schaffen. In de hofstad zijn thans vijftien-
duizendzeshonderdachttien van deze kaar
ten uitgereikt. De tegenwoordige di
recteur, mr. L. F. J. Wijsenbeek, zet het
werk voort. Het resultaat is tot dusver een
viertal exposities, speciaal ingericht voor
de leerlingen van ulo en nijverheidsonder
wijsinstellingen en van de hoogste klassen
der lagere scholen. Deze tentoonstellin
gen gaven achtereenvolgens ongeveer ne
genduizend jongens en meisjes per jaar een
indruk van grafisch werk, schilderijen en
beeldhouwkunst. Sinds enkele maanden
trekt de expositie „Van vormende hand tot
lopende band" de aandacht. Daarin
krijgen vergelijkenderwijs het begrip cul
tuur, de ontwikkeling der Nederlandse be
schaving en de invloed van de machine op
onze moderne samenleving gestalte.
Een kleine, gespierde en ook spiernaak
te papoea heft zijn primitieve stenen bijl
voor de slag. Men vraagt zich onwillekeu
rig af, hoe lang de man er over zal doen de
toch bepaald niet machtige boomstam
voor hem te vellen. Daarnaast drukt een
stoere Canadeze „houthakker" zijn elektri
sche zaag tegen het droge hout van een
eeuwenoude woudreus om enkele minuten
later het kolossale gevaarte van zijn voet
stuk te laten storten. Deze twee fel con
trasterende platen, naast elkaar hangend
op de expositie-voor-de-jeugd in het Haag
se Gemeentemuseum, karakteriseren bui
tengewoon duidelijk op welke wijze men
hier 't kind het aanvankelijk moeilijk ver-
kenbare terrein der culturele ontwikkeling
binnenleidt. Een glimlachende jonge vrouw,
omringd door elkaar verdringende jon
gens en meisjes van omstreeks twaalf jaar,
een af en toe vermanende onderwijzer wat
onwennig op de achtergrond, dat zijn de
personen, die het beeld van dit originele
initiatief op artistiek en populair-weten-
schappelijk gebied completeren.
In een rondleiding van een uur over de
kleine, maar wat inhoud betreft zeer gecon
centreerde tentoonstelling krijgt een dertig
tal kinderen tegelijk een inzicht in de
eigen en een vreemde samenleving, een be
ter begrip van zichzelf en van de meer, ge
lijk, of minder ontwikkelde medemens.
En zo gaat dit dag-in, dag-uit: stromen
meisjes en jongens, met hun onderwijzers
en onderwijzeressen, negenduizend in het
laatste seizoen, tezamen afkomstig van
een derde der driehonderd vijf en veertig
Haagse scholen, die hiervoor in aanmer
king komen. Ongeveer een week voor de
rondleiding krijgen de kinderen een theo
retische les ook in een zaal van het mu
seum, gegeven door een rondleider over
het op de expositie behandelende onder
werp, waarbij het gesproken woord door
lichtbeelden wordt ondersteund. Dankzij
deze voorbereiding komen de jonge bezoe
kers vrij beslagen ten ijs, wat wel blijkt
uit de antwoorden, die zij haastig om de
ander voor te zijn op de gestelde vragen
geven. Bij het naar huis gaan krijgen de
jongens en meisjes een boekje, waarin al
les wat zij gezien en gehoord hebben nog
eens duidelijk staat beschreven. Zo wekt
men de belangstelling. Vele leerlingen, die
door de schoolrondleidingen met „het mu
seum" kennis maakten, zetten hun interes
se spoedig in liefde om, nadat zij zich een
museumkaart hebben aangeschaft. Er
wordt veelvuldig gebruik van gemaakt, zo
als men dagelijks (maar vooral op woens
dagmiddag) ter plaatse kan constateren.
TOEN MELDDE ZICH bij de gemachtig
de voor het pluimvee een man, wiens naam
Haas was. Hij had geen referenties, alleen
zijn naam boezemde vertrouwen in. Hij
stelde de gevolmachtigde een drietal
maatregelen voor, die de produktie weer
op gang zouden helpen. Hij garandeerde
iedere burger met Pasen zijn ei. De maat
regelen waren:
1. Alle hanen als de kippen erbij.
2. Alle boeren dorsen.
3. Ei-koerei.
De minister ontsloeg terstond de gevol
machtigde en stelde de heer Haas in zijn
plaats aan. Haas trad dadelijk drastisch
op. Hij ontzag zich niet de eierenmarkt van
Roermond te verplaatsen naar Maas
tricht en hij liet Barneveld ontruimen. Hij
vestigde zich metterwoon in een kippen
hok. Hij ging met de kippen op stok. Hij
liet er geen haan naar kraaien. Zijn voor
beeld werkte zo stimulerend, dat reeds na
drie dagen een opleving in de eierenafzet
kon worden vastgesteld. Haas was een stil
le werker. Hij maakte geen ophef. Hij
hield niet van uiterlijk vertoon. Hij hield
geen persconferentie. Hij sprak niet voor
de radio. Slechts eenkeer vei-scheen hij in
het televisiejournaal. Dat was toen hij zijn
leger betrok. Zijn zegenrijk werk wierp
duizendvoudige vruchten af. De kippen
legden weer. Zij haalden binnen tien da
gen het gewenste quotum. Zijn optreden
vond dan ook maar bij alle kippen weer
klank. 's Mans eenvoud, zijn onverwoest
baar geloof in zichzelf, zijn inzicht in wat
een kip kan en niet kan, zijn humaniteit,
zijn idealisme, het streven eieren voort te
brengen tegen elke prijs, het was de sleu
tel tot zijn succes.
JA, het gestelde doel werd bereikt: aan het
paasontbijt vonden wij allen een ei. Met
de groeten van Haas, stond op een kaartje
erbij, een persoonlijke attentie, die wij al
len in den lande waardeerden. Hoe koes
terden wij deze onvermoeibare strijder,
deze kampioen voor de werkelijke paasge-
dachte, aan ons hart! Hoe prezen wij hem
in alle toonaarden! maar helaas, na Pasen,
sommigen menen zelfs op de tweede paas
dag, werd hij door dezelfde minister, die
hij zo was bijgesprongen, ontslagen. Hij
werd gedwongen het. land te verlafen om
zijn zegenrijke arbeid voort te zetten in
den vreemde. Wanneer zal de politieke
constellatie zo veranderd zijn, dat wij
Haas als een triomfator kunnen binnenha
len? Wanneer kunnen wij hem met lauwe
ren omkransen en hem de dank der natie
deelachtig doen worden? Ei, ei, wanneer?!!
IEDERE machtige man, zelfs een ge
weldenaar, heeft hier of daar een zwakke
plek, waar hij zich niet verdedigen kan.
Voor Herodes Antipas, viervorst over Ga-
lilea, was het onverdraaglijk: deze dwang
gedachte aan een gebeurtenis, die hij
maar niet kon vergeten en die hem kwel
de, dagen en nachten. Hij werd er humeu
rig en driftig onder, zoals onder het onop
houdelijk gebrom van een vlieg, die men
vergeefs poogt te verjagen.
Het was het hoofd het afgehouwen
hoofd van die droefgeestige man, dat hij
in een zwak ogenblik beloofd had aan Sa-
lome, opdat zij voor hem zou dansen. Die
man was nu toch allang dood, waarom
verscheen dit bloedige bleke hoofd
dan nog steeds weer voor hem? Het kwam
te voorschijn uit de decreten, die hij op zijn
troon moest ondertekenen, het dook op uit
de toga van de landvoogd, met wie hij een
bespreking hield, het staarde hem aan uit
het vaandel, wanneer hij met de troepen
op mars ging. Altijd dat hoofd, dat bloedi
ge hoofd!!
Hij wist, dat hij een onschuldige tei-echt-
gesteld had. Om een vrouw. Altijd die vrou
wen! Om Herodias had hij zijn gemalin
trachten te vergiftigen, waarna hij de
nieuwe vlam had getrouwd. Had Johannes
niet het recht hem dit te verwijten? Johan
nes was een profeet, gelijk Nathan, die ko
ning David een dergelijk verwijt voor de
voeten had gegooid. Maar David had met
berouw dit verwijt aanvaard, dit had ook hij
moeten doen. Weer was een vrouw zijn bo
ze geest geweest: de vexdeidelijke schone
die pas wilde dansen, nadat het hoofd van
Johannes gevallen was.
Herodes geloofde in profeten. Hij had
voor de bleke man met de zwarte baard
een met angst vermengde bewondering ge
koesterd. In zijn goede ogenblikken had hij
gaarne naar de wijze man geluisterd. Hij
besefte met een rechtschapene en een hei
lige te doen te hebben. En deze rechtscha
pene en heilige had hij door 't beulszwaard
laten terechtstellen! Alleen om een gril
van zijn beminde!
Herodes trachtte de dwanggedachte,
toen deze weer bij hem opkwam met ge
weld van zich af te schudden. Driftig stond
hij op van de troon. Met zijn scepter maai
de hij in het rond om dat eeuwig hem kwel
lende beeld te verjagen: dat ontzielde
hoofd op die schotel, die hem aanstaarde
met dat schrikkelijke verwijt.
Die man is toch allang dood! schreeuw
de hij tegen zichzelf. Gelukkig, dat hij dood
is en mij niet meer kan lastig vallen. Het
is zijn spookbeeld, een niet bestaand voort
brengsel van mijn verontruste verbeel
ding.
Een binnentredende kamerheer ver
loste hem van de kwelling. Wij hebben
de man, die u ons gelast hebt, vóór u te
doen verschijnen, zei de hoveling buigend.
Laat binnen! snauwde de viervorst
kortaf.
Het zou die man zijn, waarover de land
voogd Pilatus hem om inlichting verzocht
had. Een van die opstandelingen, die zich
verbeelden iets te kunnen ondernemen te
gen de Romeinse ovei-heersing. Een van
die overspannen jongelingen, die er prat
op gaan van koning David af te stammen
en dus recht te hebben op het koningschap
over het onafhankelijk rijk. De zot, laat
hem binnen!
Zodra de man binnengeleid was, gebeur
de er iets met Herodes, dat de kamerdie
naar van ontzetting deed beven. De vier
vorst greep met zijn handen naar zijn
haar, deed wankelend een pas achteruit en
staarde met uitpuilende ogen in een paars
rood gezicht de binnentredende aan. Het
was Johannes, de vermooi-de profeet, die
daar eensklaps in levenden lijve weer vóór
hem stond!! Een heilige kan men zomaar
niet zonder meer het hoofd afslaan. Heili
gen zijn wonderdoeners. Voor hen bestaat
er geen dood.
De geboeide man bleef onder dit vreem
de schouwspel ijzig kalm. Zijn donkere
ogen in het baai-dige, bleke gelaat boorden
zich diep in de ogen van de vorst, die het
hoofd afwendde en met bedremmelde
stem de ondervraging begon. Na enige
ogenblikken beheerste hij zich weer. Hij
liet de man gaan. Maar de gedachte, dat
dit Johannes was, uit de doden opgestaan
om zich te wreken, liet hem niet los. Nu
was het geen spookbeeld meer, maar een
levende man, dié hem verontrustte. Geen
dag, geen uur, geen minuut zou hij veilig
blijven voor deze schi'ikkelijke wreker.
Ook al was deze in de gevangenis gewor
pen; ook al stenigde men hem; zolang hij
in leven was, bleef hij gevaarlijk.
De man had op Herodes' vragen geen
antwoord gegeven. Dit ijzige zwijgen leek
nog gruwelijker dan een vervloeking. Wat
had deze geheimzinnige verschijning met
hem voor?
HERODES had geen tijd om zich lang
in deze vraag te verdiepen. De landvoogd
wachtte op antwoord. Met de onderdanig
heid die de overheerste past tegenover de
overheerser, maakte de viervorst zich da
delijk op om rapport te brengen. Pilatus
ontving hem met de stroeve ambtelijk
heid van de Romeinse gezagsdrager. Maar
toen ze over de man aan het praten i-aak-
ten, was het of deze officialiteit verdween.
Ook Pilatus had aangaande die man
vreemde dingen beleefd. Zijn vrouw had
van deze profeet gedroomd en zij had Pi
latus gewaarschuwd niets tegen hem te on-
dememen, want het was een heilige en
dat zou hem kunnen opbreken. Vrouwen
zijn nu eenmaal bijgelovig.. Hijzelf spot
te met al wat vogelwichelaar en sterrökij-
ker was
Dit deed Hei-odes op een gedachte ko
men. Als de landvoogd de px-ofeet niet
vreesde, zou het gemakkelijk zijn de
schuld voor de moord op zijn hoofd te la
ten neerkomen. Hei-odes begon onmiddel
lijk al de bezwaren op te sommen, welke
de priesters en schriftgeleerden tegen deze
zogenaamde koning der Joden koester
den. Bovendien, zich uitroepen tot koning
was een vergrijp tegen het Romeinse
imperium, waarvoor niet de vfgrvorst,
maar de landvoogd aansprakelijk was.
Pilatus doorzag deze list. U bent een
slimme vos, zei hij. Als ik de man laat
doden, blijft gij vrij uitgaan. Ik denk er
niet over mij in uw zonderlinge godsdienst
twisten te laten betrekken. Als de man
sterft, was ik mijn handen in onschuld!
Hei-odes begreep: ook Pilatus, gewaar
schuwd door ziijn vrouw vreesde de man,
al hield hij zich nog zo heldhaftig. Maar zó
raakte hij Johannes, die zich nu Jezus
noemde, niet kwijt. Nogmaals betoogde
Herodes, dat deze profeet gevaarlijk was
voor de rust van het land.
Maar wat wilt gij dan? ï-iep de land
voogd uit. Gij levert hem; om u aan de
verantwoordelijkheid te onttrekken, aan
mij uit, maar ik vind geen schuld in hem.
Wat voor kwaad heeft deze onnozele dwe
per gedaan?
Uitvoerig bespraken zij verder het ge
val. Ze hadden nog nooit zulk een innig
contact gehad en voelden zich bijna als
vrienden. Eindelijk zei .Pilatus: Weet
ge wat, we laten het volk beslissen. Het
is Pasen en dan mag ik een gevangene
gratie geven. Laten de Joden het uitma
ken. Dan zijn wij van de man af.
Pilatus was overtuigd, dat het volk de
vrijheid aan Jezus zou schenken, als hij
het de keuze tussen hem een een berucht
moordenaar als Barabbas gaf. Maar He
rodes wist beter. Hij wist, hoe het volk,
opgestookt door de priesters en schriftge
leerden, deze profeet haatte.
OPGELUCHT drentelde de viervorst
's avonds na de terechtstelling langs de
galgenheuvel, waar nu voor de tweede
keer zijn belager gedood was. 'Met een
overwinnarsblik keek hij omhoog naar het
ki-uis, maar hoe schrok hij, toen ook van
daar die donkere ogen in het bleke, bloe
dige gelaat hem weer aanstaarden. Het
hoofd, altijd en altijd dat hoofd!
Die nacht sliep hij niet en ook de vol
gende nacht kon hij de slaap niet vatten.
Zodra hij maar even was ingesluimerd,
verscheen als een nachtmerrie dat gru
welijke beeld, dat hem aan zijn bloed
schuld herinnerde. De moord op Johannes,
het oogluikend toelaten en aansporen tot
moord op de wederopgestane boetprofeet
De derde dag hield Herodes het niet
meer uit in zijn paleis. Tegen de avond
wandelde hij naar buiten. Hij had de ge
woonte om, zoals oostei-se vorsten dit ple
gen te doen, zich vermomd onder het volk
te begeven. En in de straten, die hij door-
moest om in het vrije veld te komen, ving
hij een vreemd gefluister op. De profeet
zou niet dood zijn, maar opgestaan uit zijn
graf. Hij was in herleefde gedaante aan
deze en gene verschenen.
Het bloed bonsde de vorst in cte siapen.
Zijn adem stokte van angst en ontzetting.
Onzin! Bijgelovige praat van overspan
nen vrouwvolk! prevelde hij om zich ge
rust te stellen. Pas toen hij buiten de stad
was gekomen, kalmeei'de de rust van de
voorjaarsavond zijn gekwelde zenuwen.
Het landschap, dat zich baadde in de
avondzon, rook zo kruidig naar bloemen
en geboomte, waarin de vogels hun avond
lied kweelden. En de zon ging zo schitte
rend onder, dat Herodes van dit schouw
spel genoot.
Maar die zon! Eensklaps zag hij in de
zon een gezicht. Het was wéér het hoofd,
het bleke, bloedige gelaat, maar daarom
heen schoten gouden stralen uit naar alle
kanten. Een vorstelijke aux-eool omkrans-
te dit gelaat. En wat groter wonder nog
was: de donkere ogen boorden nu niet
meer met verwijtende blikken de mooi--
denaar in de ziel, zij stonden vol vrien
delijke zachtheid. Zij trokken de viervorst
met magnetische sympathie naar zich toe
als waren het de ogen van een vader, die
zijn verloren zoon in genade ontvangt.
Herodes voelde iets in zich smelten. De
tranen schoten hem in de ogen, en onwil
lekeurig boog hij zich in aanbidding ter
neder voor dit goddelijke schouwspel. Hij
wist, dat nu zijn zonden vei-geven waren
vergeven door datzelfde gelaat, dat
hem eens zo verwijtend had aangestaard.
Hij vreesde dit gelaat niet langei-, maar
hield het in gedachte, zoals hij voorheen
dat strenge, wrekende gelaat steeds voor
ogen had gehouden. Het bleef hem bij,
toen hij in de nachtelijke duisternis zijn
paleis weer bereikte, het bleef hem-bij van
dag tot dag van van nacht op nacht. En
men zegt, dat de boze Herodes, sinds hij
dit triomferende hoofd met de stralen
krans steeds voor ogen hield, een beter
mens en een schappelijker yq'rst is gewor
den.
TTTTTY T V V Y TT Y Y TT Y Y TTT YYV YW YY Y Y YYVYY Y Y YY Y Y YYYYYYYVYYYYYYYY
Doelmatigheid., het beginsel der moderne industriële vormgeving, tegenover de
uitbundige toepassing rond de eeuwwisseling van de mogelijkheden der pas
uitgevonden machine
IN de Weense opera is deze week de pre-
mière gegeven van een bijbels ballet,
waarvoor de Duitse componist Erbse de
temperamentrijke muziek schreef. De
verhalende aanleiding werd in de geschie
denis van Ruth gevonden.
Het grote succes van de avond werd ech
ter behaald met een choreografie van
Yvonne Georgi op elektronische muziek
van ir. Henk Badings, dat de titel „Evolu
ties" draagt. Onze correspondent in Wenen
schrijft hierover onder meer: „Het pu
bliek was gefascineerd door de vreemd-
soortige muziek. Het leek alsof er een
nieuwe wereld ontstond van beweging,
snelheid, nerveuze spanning. Door het
hectische, soms groteske en gewild hoeki
ge optreden van de dansgroepen kreeg men
tegenover zich een als razenden voortge
jaagde massa, die echter met de precisie
van een machine ongelooflijk gediscipli-
neei'd gehoorzaamde aan de moderne
wetten van tempo en ritme. Vroegere
waarderingsnormen als edel en sierlijk
zijn hier niet toepasselijk, geconfontreerd
als men werd met de dimensies die het he
dendaagse bestaan bepalen. Velen heb
ben zich verbaasd over het enthousiasme
van een publiek, dat toch als zeer conser
vatief bekend staat".
Op het werk van Badings volgde een
choreografie op de tot dusver laatste bal
letcompositie van Igor Strawinsky, te we
ten „Agon" (kampplaats). Bij de vormge-
ving, heeft Yvonne Georgi zich laten inspi
reren door oud-Griekse motieven van
beeldende kunst. Op „Agon" werd eerder
een ballet gemaakt door George Balanchi-
ne in New York.
Heitje voor een karweitje. Op 1, 2 en
3 april gaan padvindsters, gidsen, kabou
ters, welpen en verkenners weer op pad
om een heitje voor een kar wet je te ver
dienen. Evenals voorgaande jaren is de
opbrengst bestemd voor versterking van
de fondsen van de vier padvinder(ster)s-
oi-ganisaties.
r~s
PASEN viel dat jaar vroeg. De kippen am
per aan de leg, konden niet genoeg eie
ren produceren om de behoefte van het ge
hele volk te dekken. Daarom werden ex-
maatregelen overwogen om de eieren op-
brengst op te voeren.
Eind febi-uari verscheen het eerste de
creet van onze gevolmachtigde voor het
'pluimvee. Wij werden opgei-oepen alles op
alles te zetten om ervoor te zoi-gen dat met
Pasen iedere burger een ei aan zijn ont
bijt vond. De minister van Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening stelde er zich
persoonlijk achter. Het was ernst! Nauwe
lijks een week later was de eierenslag in
volle gang. Men zag geen kip meer op
straat. Wij stopten onze leghoorns. Barne
velders en andere hoenders in kleine wit
gekalkte hokken. Boven hun kopjes hoorde
men fijne muziek van Mozart wiegelen.
Voeder aan de lopende band, werd op ge-
x-egelde tijden bij hen afgezet. De kippen
pikten hun graantje en legden ijlings voort.
Na nog geen week kon het ministerie al
vaststellen, dat de produktie niet slechts
verdubbeld, maar verdrievoudigd was. De
gevolmachtigde belegde terstond een pei-s-
conferentie. Het gaat goed, verklaarde hij.
Er zit wat men noemt schot in. Hij maakte
'TT
tevens een aantal nieuwe maatregelen be
kend. Om het enthousiasme te bevorderen
werd een prijs voor de produktiefste kip
penboer ingesteld. Er kwam een verbod
tot het zoeken van kievitseieren. Kievits
eieren, aldus de gevolmachtige, leidden de
aandacht maar af. De vereniging tot be
scherming van kieviten benoemde de ge
volmachtigde terstond tot erelid. Deze be
noeming leidde tot een nieuwe maatregel:
kietvitseieren werden bij de wet verboden.
DE TWEEDE WEEK van de eierenslag
bracht tegenslag. Er brak pip uit. We de
den allemaal wat we konden om de pip te
beperken en tot de terugtocht te dwingen,
maar de pip bleef. Er was maar een oplos
sing. Alle kippen met de pip eruit! Helaas
werd dit bevel in sommige kringen letter
lijk opgevolgd, zodat men in enige achtei*-
lijk gebleven pi-ovincies de kippen weer
op straat zag, hetgeen tot nieuwe gevallen
van pip leidde. De minister greeo echter
in en de kippen, die de pip hadden, wer
den afgevoei'd naar elders. De minister
toonde zich zeer geschokt. Hij wist, zei
hij, niet wat hij ervan denken moest. In
ieder geval kon hij wel zeggen, dat hij het
niet prettig vond. Zulke dingen gebeuren,
zo besloot hij. De minister-president, latei-
naar zijn mening gevraagd, antwoordde:
Inderdaad.
Tegen midden maai-t gebeurde er iets zon
derlings. Wat wij ook probeerden, hoe wij
ons ook inspanden, geen kip legde meer
dan één ei per dag. De deskundigen zeiden
dat onze kippen aan uitputting leden, ge
volg van een te streng doorgevoerd sys
teem van overproduktie. De kippenhou-
Weelde in de kerken (zie de bokaal in het muurkastje) en soberheid daarbuiten:
het maatschappelijk beeld in de Lage Landen tijdens de middeleeuwen. Voorbeeld
van de wijze, waarop de jeugd een inzicht krijgt in de ontwikkeling van de
Nederlandse cultuur.
NEW YORK (Reuter) Twee tech
nici van de „Westinghouse Corpora
tion", hebben dinsdag in New York
verklaard, dat zij een radarapparaat
hebben ontworpen, dat auto's langs een
metalen band of een met speciale verf
aangebrachte streep op een weg kan ge
leiden.
Als hun systeem wordt uitgewerkt,
zouden autobestuurders op lange ritten
rustig achter hun stuurwiel kunnen
slapen. Het radarapparaat zou voor de
bestriring en snelheidsregeling zorgen.
De technici, dr. Jaohan Chu en P. N.
Buford, geloven, dat hun uitvinding in
de komende twee jaar zal worden be
proefd en in 1964 algemeen in gebruik
kan zijn. Het radarapparaat, dat bij
massaproduktie ongeveer 250 dollar zou
kosten, kan onder de motorkap van
auto's worden gemonteerd. De geleide-
banen op de wegen kunnen ook ge
makkelijk worden aangebracht, menen
zij.