de man die weet wat hij wil. rookt r Aanzienlijk Nederlands aandeel in de hulp aan onderontwikkelde gebieden CIGAR ETTES Minister Witte wil differentiatie in een volgende huurverhoging WITTE KRUIS ^"Hoe is het ontstaan?"") Van dag tot dag „Passende arbeidswoningen tegen redelijke huren groot vraagstuk raatótoel 3 j W omingbouw Cor de Wolff wordt zeventig jaar Koningin en twee prinsessen terug van vakantie „Eenzaam maar niet alleen" in Engelse versie Concertgebouworkest gaat naar Engeland Roxy: perfect van smaak, perfect gestopt en fluweelzacht. \siSt2if fi MER ICAH MIJLPAAL IN INTERNATIONALE SAMENWERKING Koninklijke boodschap over wereldomvattende solidariteit vindt meer en meer weerklank W eerklank Op de verkeerde weg Aanvankelijk alleen technische hulp Oude en moderne meester werken onder de hamer Paus vol hoop op in 1961 te houden concilie ft Gp de Expositie tekeningen van Lucebert Kerkelijk Nieuws Dit woord: WALVIS J WOENSDAG 8 APRIL 1 9 o 9 De sterke daling van het aantal gereed gekomen woningen in januari en februari van dit jaar ten opzichte van het vorigu jaar is veroorzaakt door een complex van factoren welke moeilijk zijn te analyseren. In zekere zin is het aantal voltooide wo ningen per maand een min of meer toe vallig cijfer, dat door vele wisselvallighe den wordt beïnvloed, zoals de weersom standigheden in de eerste periode van de bouw der betrokken woningen, de vraag hoe deze woningen waren samengesteld, hetgeen van veel invloed op de bouwtijd is (veel ééngezinshuizen) de regulering op de arbeidsmarkt en dergelijke. Slechts de woningproduktie over een reeks van maanden geeft een zekere aanwijzing om trent de activiteit in de volkshuisvesting. Wat dat betreft is de daling van het aantal voltooide woningen in januari ook veel minder spectaculair (5660 tegenover 6415 in 1958) dan die over februari toen slechts 3655 huizen werden opgeleverd te genover 7.071 het vorige jaar. Ook ten op zichte van 1957 is dat een aanzienlijke daling (toen werden in februari 6106 wo ningen voltooid), maar in vergelijking met de drie jaren daarvoor ligt het cijfer van 1959 nog steeds aanzienlijk hoger. Het is intussen wel zeker, dat de finan cieringsmoeilijkheden van 1957 nog in de ze cijfers doorwerken. De minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid heeft reeds verleden jaar in de Eerste Kamer aangekondigd, dat hij dientengevolge een vermindering van de woningproduktie in het laatste kwartaal van 1958 verwachtte. Door de gunstige weersomstandigheden werden er echter in het laatste kwartaal van het vorige jaar veel meer woningen opgeleverd dan men kon veronderstellen en het is aan te nemen, dat deze toen be reikte top een geaccentueerd dal in de volgende periode zou teweeg brengen. Voorts is het mogelijk, dat langzaamaan- acties en stakingen de woningproduktie nadelig hebben beïnvloed. De vermindering schuilt overigens niet zozeer in de woningwetwoningen, welke voor het overgrote deel der woningzoeken den van het eerste belang zijn. De finan ciering van veertigduizend woningwetwo ningen per jaar is verzekerd en elke maand wordt een twaalfde deel van dat kwantum in uitvoering genomen. Met de premiewoningen, welke aan de particulie re bouwers zijn voorbehouden, staat het anders. De bouw daarvan wordt niet be paald door woningbehoefte, maar door de investeringsmogelijkheden. Men ziet dan ook in 1957 een enorme teruggang in het aantal in uitvoering genomen particuliere woningen, namelijk 33.526 tegenover 39.572 in het jaar daarvoor. Dit aantal is in 1958 nog iets verder gedaald tot 32.834. Met name in februari 1958 was er een dieptepunt in premie-aanvragen. Dit alles werkt door in de cijfers van de thans ge reedgekomen woningen. De indruk be staat, dat de belangstelling voor de parti culiere bouw van woningen voor de ver koop, waarvan de markt de laatste tijd verzadigd scheen en voor de verhuur in de duurdere huurklassen thans weer wat begint op te leven. Het gestegen aantal woningen waarvan de bouw werd begon nen in de eerste twee maanden van dit jaar (het wellicht door weersomstandig heden gedaalde aantal in februari wordt ruimschoots gecompenseerd door een stij ging in januari) zou daarop kunnen dui den. Maar zoals wij al in de aanvang schreven: de analyse van de bouwactivi teit is een ingewikkelde materie en kan pas over enige tijd zekerheid omtrent de tendenz verschaffen. De Amsterdamse grafische kunstenaar Coi de Wolff za- op zaterdag 18 rpnl zeventig jaar worden. Cor de Wolff heeft naam verworven dcor zijn visionaire drogenaaldgravurfs, voorstellingen uit het circusleven, geleger;- heidsgrafiek en kieurhoutsneden. Van het rampgebied in 1953 maakte hij spook achtige prenten, die de aandacht trokken. In de episcopale kerk van Norfolk in de Amerikaanse staat Connecticut heeft men de jazz een plaats gegeven in de liturgische muziek tijdens de eredienst een experiment, dat over het algemeen voldoening heeft gewekt. De Koningin en de Prinsessen Marijke en Margriet zijn gisteravod om zeven uur op het vliegveld Soesterberg teruggekeerd van de vakantie in Cervinia in Italië. Prins Bernhard en de Prinsessen Beatrix en Irene zullen morgen terugkeren. In 1960 zal een Engelse vertaling van de memoires van prinses Wilhelmina „Een zaam maar niet alleen" verschijnen bij de Engelse uitgever Hutchinson, die de rechten voor het boek heeft verworven voor Engeland en het gemenebest. Intus sen is de eerste Nederlandse editie van „Eenzaam maar niet alleen", tachtig dui zend exemplaren, volledig uitverkocht. Een tweede druk, die naar schatting twin tig duizend exemplaren zal belopen, is in voorbereiding. Prinses Wilhelmina heeft contracten gesloten voor uitgaven in het Noors, Zweeds, Deens, Fins en Israëlisch. Er zijn nog onderhandelingen gaande over met andere buitenlandse uitgevers, waar onder in Frankrijk en de bondsrepubliek Duitsland. Het Amsterdamse Concertgebouwor kest geeft van 3 tot 8 mei concerten in En geland. Op 3 mei in Leeds met de solist Jacob Krachmalnick, viool, op 5 mei in Huddersfield, op 6 mei in Leicester en op 7 mei in Londen. Maandag 4 mei is gewijd aan de opna me voor de B.B.C. van de Zevende Sym fonie van Mahler. Dr. Eduard van Bei- num leidt al deze concerten. Advertentie RO (Van onze Haagse redacteur) De aanwezigheid van minister Luns op de voorjaarsvergadering van de E.C.O.S.O.C., de Economische en sociale raad der Verenigde Naties, welke deze week in de stad Mexico wordt gehouden, getuigt andermaal van de grote waarde welke Nederland toekent aan de hulpver lening aan onderontwikkelde gebieden. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken heeft nimmer de gelegenheid ver zuimd op een vergadering van de E.C.O.S.O.C. kracht bij te zetten aan de verlangens welke door de Nederlandse de legatie met betrekking tot de steun aan de achtergebleven gebieden werden geuit. Het is niet in de laatste plaats aan het Nederlandse initiatief en de vasthoudend heid onzer vertegenwoordiging te danken, dat dit jaar het Speciale Fonds in werking treedt waardoor het door de Verenigde Naties op te stellen financiële hulppro gramma voor de onderontwikkelde gebie den kan worden gecoördineerd. Nederland heeft het niet alleen bij een aanbeveling voor de oprichting van dit Fonds gelaten. Met een financiële bijdrage van bijna tweeëneenhalf miljoen dollar behoeft het zich niet te schamen voor zijn aandeel in het volvoereren van do gemeenschappe lijke opdracht zoals die door Koningin Ju liana in haar bekende rede tot de jeugd van 18 juni 1955 werd gesteld: „Want al leen een werkelijke onderlinge afhanke lijkheid kan uitredding brengen. Een ver antwoordelijkheid voor elkander, die gaat tot het dagelijks brood toe. Maakt lichaam en ziel van de mens en de mensheid ge zond, zodat geen splijtzwam die meer kan aantasten. Het gaat ieder mens persoon lijk aan, het kan niet in een vage mist van onverschilligheid worden weggedoe zeld, het is een rechtstreeks appèl op iedereen." Men zal dienen te erkennen, dat deze inspirerende woorden van onze vorstin in het parlement weerklank hebben gevon den. Het socialistische kamerlid G. Ruy- gers zag in 1955 zijn motie om op de be groting een bedrag van 25 miljoen voor de hulp aan onderontwikkelde gebieden uit te trekken met algemene stemmen aan vaard. De ministers wijdden een uitvoe rige samenvattende nota aan het probleem maar van een uitvoering der motie, hoe wel in principe door de regering overge nomen, kwam voorlopig weinig, omdat in 1956 de kabinetsformatie de zaak ver traagde en de hulp aan de Hongaarse vluchtelingen vervolgens de beschikbare gelden voor het grootste deel opeiste. In de volgende jaren vormden de bestedings beperking en de beveiliging der nationale economie belemmerende factoren. De heer Ruygers diende echter in 1957 op nieuw een motie in, welke wederom met bijna algemene stemmen werd aanvaard en als gevolg daarvan werd in 1957 alsnog een bescheiden bedrag op de begroting ge plaatst en voor 1958 zelfs twintig miljoen uitgetrokken, waarvan echter door de fi nanciële toestand tien miljoen geblokkeerd werd. Op de begroting voor dit jaar echter werd veertien miljoen opgenomen als bij drage aan Uitgebreid programma (techni sche hulp) en Special Project Fund (finan ciële hulp) tezamen, waarbij nog onge veer vier miljoen dient te worden gevoegd voor het eigen Nederlandse programma voor technische en financiële bilaterale hulp. Dat het verschil in welvaart tussen lan den en staten een internationaal probleem vormt, is reeds in de beginselen der Ver enigde Naties te vinden, maar het heeft geruime tijd geduurd voor het tot een praktische programmering kwam. De be langrijkste oorzaak daarvan is, dat er nogal wat verschil van opvatting is over de wijze waarop die steun aan de achter gebleven gfebieden dient te worden ver leend De grote mogendheden begaven zich vooral in het: spoor van de bilaterale overeenkomsten, dat wil zeggen recht streekse overeenkomsten tussen een ge vend en een ontvangend land. Ten dele was dat een gevolg van historisch ge groeide verhoudingen tussen het moeder land en zijn voormalige koloniën: Enge land en Frankrijk bieden daarvan de meest sprekende voorbeelden. Daarnaast werd de hulpverlening meer en meer door politieke overwegingen bepaald. Men kan wel zeggen dat deze vorm. welke geken merkt wordt door een tegen elkaar opbie den van de Verenigde Staten en Rusland met de kans op chantage van sommige onderontwikkelde partners als spiegel beeld, de overhand heeft gekregen. Nederland heeft er in de Economische en Sociale Raad steeds meer de nadruk opgelegd, dat men met deze bilaterale hulpverlening op de verkeerde weg is. De bilaterale overeenkomsten nemen immers nauwelijks spanningen weg en scheppen weer nieuwe tegenstellingen. Zij staan ook dikwijls een vrije ontwikkeling van de achtergebleven partner in de weg. Uit die gedachte werd in 1951 het SUN- FED-plan geboren, een speciaal fonds dei- Verenigde Naties voor de economische ont wikkeling. In tegenstelling tot de recht streekse overeenkomsten van land tot land zou SUNFED een waarlijk internationaal, multilateraal karakter krijgen. De in het fonds gestorte bedragen zouden hun eigen nationaliteit verliezen. De Nederlandse vertegenwoordigers bij de Verenigde Na ties hebben voor het SUNFED-plan altijd zeer geijverd, zowel om de reeds genoem de reden de vermindering van de poli tieke hulpverleningswedloop als uit de overweging, dat juist de kleine landen de ze wedloop toch niet zouden kunnen bijbe nen. De Nederlandse opvattingen werden met name door enige belangrijke onder ontwikkelde landen met instemming ont vangen, namelijk door India, de Zuidame- rikaanse staten en door Joegoslavië. Daar de grote broeders meer moeite hadden de SUNFED-gedachte te aanvaar den kwam de multilaterale financiële hulp verlening slechts geleidelijk op toeren. In 1949 besloten de Verenigde Naties tot het stichten van een technisch hulpprogram ma in samenwerking met zeven gespecia liseerde organisaties van de Verenigde Naties, zoals de Wereldgezondheidsorga nisaties, de Voedselorganisatie, de Inter nationale arbeidsorganisatie en dergelij ke. Dit programma, als regel als „Uitge breid programma" aangeduid, was in fi nancieel opzicht van beperkte omvang. De contributies beliepen in 1958 ongeveer dertig miljoen dollar, waarvan bijna de helft van de Verenigde Staten afkomstig is. De Nederlandse bijdrage bedroeg ruim een miljoen dollar (4,2 miljoen gulden). Het „Uitgebreide programma" bedoelt kennis en deskundigheid te verbreiden en de hulp vragende gebieden van advies te dienen op vrijwel elk terrein van economi sche en op vele terreinen van sociale acti viteit. Dat gebeurt door de uitzending van deskundigen van de ontwikkelde landen naar de achtergebleven gebieden, terwijl omgekeerd deskundigen en studerenden de zogenaamde fellows uit die stre ken in de beter ontwikkelde landen wor den ontvangen om daar te worden opge leid. Het technische programma omvat dus geen financiële hulp bij de uitvoering van de door de deskundigen uitgewerkte projecten. Het nieuwe Special Project Fund, dat voorlopig in de plaats is getre den van de SUNFED-gedachte, heeft de taak een aantal projecten te financieren ter verbetering van de infra-structuur der betrokken gebieden.. De middelen .van dit Speciale Fonds zullen de eerste tijd nog gering zijn. Men hoopt op een jaarlijks bud get van honderd miljoen dollar, voor Uit gebreid programma en Speciaal fonds te zamen, maar voor 1959 zal men waar schijnlijk over niet meer dan 58 miljoen dollar beschikken. Het begin van deze mul tilaterale financiële hulpverlening is daar mee echter gemaakt en op die grondslag hoopt men in de komende jaren een doel treffend apparaat op te bouwen. De om standigheid, dat. Paul G. Hoffman, de vroegere directeur van het Marshall fonds, zich bereid heeft verklaard de leiding van het Fonds op zich te nemen, is een geluk kig en stimulerend voorteken. Zijn be kwaamheid in deze materie is duidelijk gebleken en bovendien heeft hij veel in vloed in de Verenigde Staten. In een volgend artikel zullen wij nader ingaan op Nederlands aandeel in de hulp aan de onderontwikkelde gebieden en met name op het werk van het bureau voor Internationale Technische Hulp. Dinsdag is de makelaar Paul Brandt in gebouw Arti in Amsterdam begonnen met de openbare veiling van de collectie van mr. H. C. Dietz uit Baarn, omvattende schilderijen uit de zeventiende en acht tiende eeuw. moderne doeken, voorts teke ningen, grafiek, meubelen, tapijten en andere antiquiteiten. Het doek „Straatje in Parijs" van Mau rice Utrillo werd na een levendige bieding afgehamerd op 12.000.en kwam daar door in handen van een Nederlands spre kende dame uit Californië. Alle andere grote werken bleven in Nederlands bezit, voornamelijk van particulieren. „De ver loren zoon" van Pieter Aertsz bracht 2200.op, een zelfportret van Ferdinand Bol 3400.—. Het portret van een oude dame, geschilderd door Govert Flinck, haalde 1100 gulden, de „Dame op middel bare leeftijd" van C. J. van Ceulen 1500 gulden en he tdoek van H. ter Brugghen „Afgoderij van Koning Salomo" 1600 gul den. Voor het werkje van de zeventiende eeuwse Engelse kunstenaar John Constable „Meisje met geitje" bestond eveneens veel belangstelling. Het kwam voor f 6000.— in handen van een particuliere verzame laar. Er bestond ook van Duitse zijde veel interesse voor deze veiling. VATICAANSTAD (UPI) Paus Joan nes XXIII heeft maandag verklaard, dat „de katholieke kerk de levendigste hoop koestert wat betreft het komende oecu menische concilie, maar niet verwacht, dat het alle problemen tussen de christe nen op aarde zal oplossen". De paus zei dit in een toespraak tot een groep Aziatische en Afrikaanse studenten. „Op dit moment", aldus de Paus, „bereidt de kerk met de meest intensieve gebeden, de grote reünie van de christelijke volken, het Oecume nische Concilie, voor". De Paus verwachtte niet, dat in zo korte tijd alle geschilpunten die tussen de Christenen bestaan, zullen worden opge lost. (Van onze Haagse redacteur) Minister Witte meent, dat by een vol gende huurverhoging aandacht moet wor den geschonken aan een differentiatie in de huurverhogingen. Het is echter niet moge- lyk zonder wetswijziging nu reeds de huren vry te laten in de gemeenten waar de woningnood is verdwenen. Toch wil hij met die liberalisatie niet wachten tot ook alle krotten waarin een deel van het woning tekort schuil gaat zijn verdwenen. Om dat de waardering van kwaliteit en woon- gerief alleen in een vrije markt op de .juiste wijze in de huur tot uitdrukking kan wor den gebracht, zo schrijft de minister in zijn Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de begroting van het departe ment van Volkshuisvesting en Bouwnijver heid, wil hy de wettelijke huurverhogingen slechts bevorderen tot een punt dat nog vrij aanzienlijk beneden het globaal ge schatte markthuurpeil ligt. Met zeer veel reserve raamt de minister het aantal woningen dat dit jaar gereed komt, op tachtigduizend. Om het statisti sche woningtekort in vier jaar tijd op te heffen zou echter een jaarlijkse produktie van negentigduizend woningen nodig zijn. Door het grote aantal gerepatrieerden werd in 1958 minder op het statistische woning tekort ingelopen dan in 1957. De minister meent voorts, dat het niet nodig is de premiebouw te contingenteren: het aantal aanvragen om premie is onge veer in overeenstemming met het beschik bare bedrag op de begroting, zo argumen teert hij, om er kort daarop te laten volgen, dat de grootste moeilijkheden zich voor doen bij de verschaffing van passende wo ningen voor arbeiders en kleine midden standers. „Het oplossen van dit vraagstuk zal in de eerstvolgende jaren alle aandacht en energie vragen. Het beleid is er daarom op gericht het kader te scheppen, waar binnen bij de huidige inkomensverhoudin gen woningen met redelijke huren kunnen worden gebouwd." Als oorzaak voor de sinds 1953 voort durend gestegen bouwkosten noemt minis- derd. 99 ter Witte de stijging der lonen, de uitbrei ding der sociale voorzieningen, de stijging der materiaalprijzen. de toeneming van de gemiddelde grootte en de „niet onbelang rijke kwaliteitsverbetering der woningen". De waarde van die verbetering kan op gemiddeld duizend gulden per woning wor den geschat. Even tevoren staat in de Memorie van Antwoord: „Naast het pro bleem van het kwantitatieve tekort is er ongetwijfeld ook dat van het kwalitatieve tekort. Dit laatste tekort is waarschijnlijk even erg, zo niet erger, als het eerste". Voorts schrijft minister Witte, dat het onbeperkt opvoeren van de kwaliteit in de provincies met een gering statistisch wo ningtekort niet kan worden aanvaard, zo lang met beperkte middelen ook de wo ningnood elders moet worden gelenigd. Overbrugging van het verschil tussen de kostprijshuren en de thans geldende huren voor woningwetwoningen acht de minister alleen door verlaging van de bouwprijzen in een voorzienbare toekomst niet mogelijk. Hij acht het daarom onjuist om hiernaar eeenzijdig of bij voorrang te streven. In sommige delen van het land in het bijzonder in het noordoosten is voors hands, zo meent de minister, geen her nieuwde spanning op de bouwmarkt te ver wachten. De grote vraag naar bouwproduk- tie in het westen zal er echter bij een op lopende cultuur toe kunnen leiden, dat al daar wel een hernieuwde spanning zal op treden. Op 10 maart waren bij het grootboek voor woningverbetering 145.784 aanmeldin gen binnengekomen, betrekking hebbende op 932.594 woningen, zo deelt de minister tenslotte nog mede. Globaal gesproken zou den rond 257.000 woningen (20 percent van heet geschatte totaal) nog niet zijn aange meld. Een onderzoek naar de nalatige eige naren is reeds enige tijd gaande. Op grond daarvan komen nog steeds nieuwe aan meldingen binnen. Indien zulks noodzake lijk blijkt; zal een strafvervolging tegen in gebreke blijvende eigenaren worden bevor- Vredesduif Iedere stad heeft zijn vogels. Als je in Amsterdam je bovenvenster opendoet, ko men krijsende meeuwen aangewield en happen het brood op dat je naar buiten gooit. Ik neem aan, dat in Australië struis vogels aangesnord komen. Waar w ij wonen zijn het duiven. Als we wakker worden en in de keuken ontbijt bereiden, zitten ze op de vensterbank te koeren. Er heerst grote opwinding. Zodra het raam opengaat ontstaan er wilde ge vechten. Als meneer Duif de Vette een stuk brood pikt en er mee weg vliegt, gaan er twee of drie andere achter hem aan. Als mevrouw Duif de Kleine iets te pakken krijgt, komen direct haar schoon vader, haar achterneef en haar groot moeder en pikken het weg van haar. Mevrouw Duif blijft treurig en gehavend achter. Kleine Mientje Duif is ook schar- minkelig. Oom Ger trekt steevast uit haar bek wat zij van de korstjes verzamelt. In feite zijn duiven geheel andere dieren dan men mij op school, zowel door de week als zondags, geleerd heeft. Die reine, lieve, koerende, vriendelijke, vredelievende blanke duifjes met hun gladde veertjes zijn in werkelijkheid loerende, begerige monsters, kil berekende vreetbekken wie alle zachtere dierlijke gevoelens verre zijn. Misschien houden ze van hun eieren. Van elkaar houden ze niet. Hoewel ze in kleine, tamelijk ordelijke kolonies samenleven, is hun liefde voor elkaar niet groter dan die van de meest ruziënde familie. Er ware een hele roman over zulk een samenleving te schrijven. Ger en Mientje wilden trouwen maar de oude Oom Koer- duif was er tegen. Juffrouw Eitje viel van de schoorsteen en brak haar poot. Majoor Vliegvleugel ontdekte, dat hij altijd van juffrouw Eitje gehouden had. Tante Rood- bek verloor haar jongste ei en de poes at Oom Trippoot. Klara sprak niet tegen Blauwoog omdat die met Wim Bruinnek achter de dakspant getrekkebekt had. Grootvader Lamstaart pikte neef Geelbek toen die het grootste stuk wittebrood ge nomen had, en vloog hem tot de televisie- antenne achterna. Jonkie Witveer vluchtte naar de regenpijp toen meneer Dakkoning hem. pikte. Kortom, duiven in het werkelijke leven haten elkaar even hard als wij mensen en wij volken. Alleen de sterksten krijgen de beste beetjes, alleen macht geldt en geen recht. Nergens is scherper broodnaijver, af gunst, concurrentie, agressie, economische oorlogvoering, gepiksnavel en haat. En zulk een vogel is gemaakt tot sym bool van vrede en saamhorigheid? Wat ik zou willen weten is dit: heeft de Vredesduif zijn slechte gewoonten ge kregen van zijn echte, levende broeders voor ons keukenraam? Of is het omge keerd? H. B. Fortuin In het Prentenkabinet van het Stedelijk Museum in Amsterdam zal van 18 apr'l tot 26 mei een tentoonstelling worden ge houden van tekeningen en gouaches van de experimentele dichter Lucebert. De tentoonstelling omvat honderdvijftig teke ningen en een aantal gouaches voornamc- lijk uit 1957, 1958 en 1959. Advertentie dreigt Biedt weerstand met poeders, tabletten, cachets Ned. Herv. Kerk Beroepen te Scherpenzeel (Geld.) A. L. van der Smit te Maarssen; te Opheusden P. de Jong te Kootwijk. Beroepen te Wad- dinxveen (vac. J. van der Haar) T. Lange- rak te Vinkeveen. Aangenomen naar Lut- ten (toez.) J. Kok. kand. te Spekholzer- heide; naar Geertruidenberg (toez.) H. de Jonge, vicaris te Overschie. Oud-Geref. Gemeenten Bedankt voor Capelle aan de IJsel C. Smits, Chr. Geref. predikant te Sliedrecht. Geref. Kerken Beroepen te Andijk (vac. J. Végh) A. L. Janse de Jonge te Oostvoorne. Bedankt voor Ferwerd J. J. Lamme jr. te 's-Graven- moer. Vrije Evang. Gemeenten Aangenomen naar Amsterdam-West R. H. Timmerman te Yerseke. Het is bekend dat de walvis geen vis is, maar een zoogdier. Het woord is dan ook een onjuiste vorming, maar er zijn nog enkele woorden, waarvan het eerste lid hetzelfde betekent als het ge heel. Een rendier bijvoorbeeld is geen dier dat rent, maar het Deense en Zweedse ren is de naam van de vier voeter, waarachter wij het woord dier geplaatst hebben. Hetzelfde verschijn sel vinden wij bij woorden als dam hert en muilezel. De eigenlijke naam van de walvis is dus: wal, een Scandi- naafs woord, waarvan het Engelse whale is afgeleid en dat ook in .walrus voorkomt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 5