de man
die weet
wat hij
wil.
rookt
r
Aanzienlijk Nederlands aandeel in de
hulp aan onderontwikkelde gebieden
CIGAR
ETTES
Minister Witte wil differentiatie
in een volgende huurverhoging
WITTE
KRUIS
^"Hoe is het ontstaan?"")
Van dag tot dag
„Passende arbeidswoningen tegen
redelijke huren groot vraagstuk
raatótoel
3
j
W omingbouw
Cor de Wolff wordt
zeventig jaar
Koningin en twee prinsessen
terug van vakantie
„Eenzaam maar niet alleen"
in Engelse versie
Concertgebouworkest gaat
naar Engeland
Roxy: perfect van smaak,
perfect gestopt en fluweelzacht.
\siSt2if
fi MER
ICAH
MIJLPAAL IN INTERNATIONALE SAMENWERKING
Koninklijke boodschap over wereldomvattende
solidariteit vindt meer en meer weerklank
W eerklank
Op de verkeerde weg
Aanvankelijk alleen
technische hulp
Oude en moderne meester
werken onder de hamer
Paus vol hoop op in 1961
te houden concilie
ft
Gp de
Expositie tekeningen
van Lucebert
Kerkelijk Nieuws
Dit woord: WALVIS
J
WOENSDAG 8 APRIL 1 9 o 9
De sterke daling van het aantal gereed
gekomen woningen in januari en februari
van dit jaar ten opzichte van het vorigu
jaar is veroorzaakt door een complex van
factoren welke moeilijk zijn te analyseren.
In zekere zin is het aantal voltooide wo
ningen per maand een min of meer toe
vallig cijfer, dat door vele wisselvallighe
den wordt beïnvloed, zoals de weersom
standigheden in de eerste periode van de
bouw der betrokken woningen, de vraag
hoe deze woningen waren samengesteld,
hetgeen van veel invloed op de bouwtijd
is (veel ééngezinshuizen) de regulering op
de arbeidsmarkt en dergelijke. Slechts de
woningproduktie over een reeks van
maanden geeft een zekere aanwijzing om
trent de activiteit in de volkshuisvesting.
Wat dat betreft is de daling van het
aantal voltooide woningen in januari ook
veel minder spectaculair (5660 tegenover
6415 in 1958) dan die over februari toen
slechts 3655 huizen werden opgeleverd te
genover 7.071 het vorige jaar. Ook ten op
zichte van 1957 is dat een aanzienlijke
daling (toen werden in februari 6106 wo
ningen voltooid), maar in vergelijking met
de drie jaren daarvoor ligt het cijfer van
1959 nog steeds aanzienlijk hoger.
Het is intussen wel zeker, dat de finan
cieringsmoeilijkheden van 1957 nog in de
ze cijfers doorwerken. De minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid heeft
reeds verleden jaar in de Eerste Kamer
aangekondigd, dat hij dientengevolge een
vermindering van de woningproduktie in
het laatste kwartaal van 1958 verwachtte.
Door de gunstige weersomstandigheden
werden er echter in het laatste kwartaal
van het vorige jaar veel meer woningen
opgeleverd dan men kon veronderstellen
en het is aan te nemen, dat deze toen be
reikte top een geaccentueerd dal in de
volgende periode zou teweeg brengen.
Voorts is het mogelijk, dat langzaamaan-
acties en stakingen de woningproduktie
nadelig hebben beïnvloed.
De vermindering schuilt overigens niet
zozeer in de woningwetwoningen, welke
voor het overgrote deel der woningzoeken
den van het eerste belang zijn. De finan
ciering van veertigduizend woningwetwo
ningen per jaar is verzekerd en elke
maand wordt een twaalfde deel van dat
kwantum in uitvoering genomen. Met de
premiewoningen, welke aan de particulie
re bouwers zijn voorbehouden, staat het
anders. De bouw daarvan wordt niet be
paald door woningbehoefte, maar door de
investeringsmogelijkheden. Men ziet dan
ook in 1957 een enorme teruggang in het
aantal in uitvoering genomen particuliere
woningen, namelijk 33.526 tegenover
39.572 in het jaar daarvoor. Dit aantal is
in 1958 nog iets verder gedaald tot 32.834.
Met name in februari 1958 was er een
dieptepunt in premie-aanvragen. Dit alles
werkt door in de cijfers van de thans ge
reedgekomen woningen. De indruk be
staat, dat de belangstelling voor de parti
culiere bouw van woningen voor de ver
koop, waarvan de markt de laatste tijd
verzadigd scheen en voor de verhuur in
de duurdere huurklassen thans weer wat
begint op te leven. Het gestegen aantal
woningen waarvan de bouw werd begon
nen in de eerste twee maanden van dit
jaar (het wellicht door weersomstandig
heden gedaalde aantal in februari wordt
ruimschoots gecompenseerd door een stij
ging in januari) zou daarop kunnen dui
den. Maar zoals wij al in de aanvang
schreven: de analyse van de bouwactivi
teit is een ingewikkelde materie en kan
pas over enige tijd zekerheid omtrent de
tendenz verschaffen.
De Amsterdamse grafische kunstenaar
Coi de Wolff za- op zaterdag 18 rpnl
zeventig jaar worden.
Cor de Wolff heeft naam verworven
dcor zijn visionaire drogenaaldgravurfs,
voorstellingen uit het circusleven, geleger;-
heidsgrafiek en kieurhoutsneden. Van het
rampgebied in 1953 maakte hij spook
achtige prenten, die de aandacht trokken.
In de episcopale kerk van Norfolk in
de Amerikaanse staat Connecticut
heeft men de jazz een plaats gegeven
in de liturgische muziek tijdens de
eredienst een experiment, dat over
het algemeen voldoening heeft gewekt.
De Koningin en de Prinsessen Marijke
en Margriet zijn gisteravod om zeven uur
op het vliegveld Soesterberg teruggekeerd
van de vakantie in Cervinia in Italië. Prins
Bernhard en de Prinsessen Beatrix en
Irene zullen morgen terugkeren.
In 1960 zal een Engelse vertaling van de
memoires van prinses Wilhelmina „Een
zaam maar niet alleen" verschijnen bij
de Engelse uitgever Hutchinson, die de
rechten voor het boek heeft verworven
voor Engeland en het gemenebest. Intus
sen is de eerste Nederlandse editie van
„Eenzaam maar niet alleen", tachtig dui
zend exemplaren, volledig uitverkocht.
Een tweede druk, die naar schatting twin
tig duizend exemplaren zal belopen, is in
voorbereiding. Prinses Wilhelmina heeft
contracten gesloten voor uitgaven in het
Noors, Zweeds, Deens, Fins en Israëlisch.
Er zijn nog onderhandelingen gaande over
met andere buitenlandse uitgevers, waar
onder in Frankrijk en de bondsrepubliek
Duitsland.
Het Amsterdamse Concertgebouwor
kest geeft van 3 tot 8 mei concerten in En
geland. Op 3 mei in Leeds met de solist
Jacob Krachmalnick, viool, op 5 mei in
Huddersfield, op 6 mei in Leicester en op
7 mei in Londen.
Maandag 4 mei is gewijd aan de opna
me voor de B.B.C. van de Zevende Sym
fonie van Mahler. Dr. Eduard van Bei-
num leidt al deze concerten.
Advertentie
RO
(Van onze Haagse redacteur)
De aanwezigheid van minister Luns
op de voorjaarsvergadering van de
E.C.O.S.O.C., de Economische en sociale
raad der Verenigde Naties, welke deze
week in de stad Mexico wordt gehouden,
getuigt andermaal van de grote waarde
welke Nederland toekent aan de hulpver
lening aan onderontwikkelde gebieden. De
Nederlandse minister van Buitenlandse
Zaken heeft nimmer de gelegenheid ver
zuimd op een vergadering van de
E.C.O.S.O.C. kracht bij te zetten aan de
verlangens welke door de Nederlandse de
legatie met betrekking tot de steun aan de
achtergebleven gebieden werden geuit.
Het is niet in de laatste plaats aan het
Nederlandse initiatief en de vasthoudend
heid onzer vertegenwoordiging te danken,
dat dit jaar het Speciale Fonds in werking
treedt waardoor het door de Verenigde
Naties op te stellen financiële hulppro
gramma voor de onderontwikkelde gebie
den kan worden gecoördineerd. Nederland
heeft het niet alleen bij een aanbeveling
voor de oprichting van dit Fonds gelaten.
Met een financiële bijdrage van bijna
tweeëneenhalf miljoen dollar behoeft het
zich niet te schamen voor zijn aandeel in
het volvoereren van do gemeenschappe
lijke opdracht zoals die door Koningin Ju
liana in haar bekende rede tot de jeugd
van 18 juni 1955 werd gesteld: „Want al
leen een werkelijke onderlinge afhanke
lijkheid kan uitredding brengen. Een ver
antwoordelijkheid voor elkander, die gaat
tot het dagelijks brood toe. Maakt lichaam
en ziel van de mens en de mensheid ge
zond, zodat geen splijtzwam die meer kan
aantasten. Het gaat ieder mens persoon
lijk aan, het kan niet in een vage mist
van onverschilligheid worden weggedoe
zeld, het is een rechtstreeks appèl op
iedereen."
Men zal dienen te erkennen, dat deze
inspirerende woorden van onze vorstin in
het parlement weerklank hebben gevon
den. Het socialistische kamerlid G. Ruy-
gers zag in 1955 zijn motie om op de be
groting een bedrag van 25 miljoen voor
de hulp aan onderontwikkelde gebieden
uit te trekken met algemene stemmen aan
vaard. De ministers wijdden een uitvoe
rige samenvattende nota aan het probleem
maar van een uitvoering der motie, hoe
wel in principe door de regering overge
nomen, kwam voorlopig weinig, omdat in
1956 de kabinetsformatie de zaak ver
traagde en de hulp aan de Hongaarse
vluchtelingen vervolgens de beschikbare
gelden voor het grootste deel opeiste. In
de volgende jaren vormden de bestedings
beperking en de beveiliging der nationale
economie belemmerende factoren. De
heer Ruygers diende echter in 1957 op
nieuw een motie in, welke wederom met
bijna algemene stemmen werd aanvaard
en als gevolg daarvan werd in 1957 alsnog
een bescheiden bedrag op de begroting ge
plaatst en voor 1958 zelfs twintig miljoen
uitgetrokken, waarvan echter door de fi
nanciële toestand tien miljoen geblokkeerd
werd. Op de begroting voor dit jaar echter
werd veertien miljoen opgenomen als bij
drage aan Uitgebreid programma (techni
sche hulp) en Special Project Fund (finan
ciële hulp) tezamen, waarbij nog onge
veer vier miljoen dient te worden gevoegd
voor het eigen Nederlandse programma
voor technische en financiële bilaterale
hulp.
Dat het verschil in welvaart tussen lan
den en staten een internationaal probleem
vormt, is reeds in de beginselen der Ver
enigde Naties te vinden, maar het heeft
geruime tijd geduurd voor het tot een
praktische programmering kwam. De be
langrijkste oorzaak daarvan is, dat er
nogal wat verschil van opvatting is over
de wijze waarop die steun aan de achter
gebleven gfebieden dient te worden ver
leend De grote mogendheden begaven
zich vooral in het: spoor van de bilaterale
overeenkomsten, dat wil zeggen recht
streekse overeenkomsten tussen een ge
vend en een ontvangend land. Ten dele
was dat een gevolg van historisch ge
groeide verhoudingen tussen het moeder
land en zijn voormalige koloniën: Enge
land en Frankrijk bieden daarvan de
meest sprekende voorbeelden. Daarnaast
werd de hulpverlening meer en meer door
politieke overwegingen bepaald. Men kan
wel zeggen dat deze vorm. welke geken
merkt wordt door een tegen elkaar opbie
den van de Verenigde Staten en Rusland
met de kans op chantage van sommige
onderontwikkelde partners als spiegel
beeld, de overhand heeft gekregen.
Nederland heeft er in de Economische
en Sociale Raad steeds meer de nadruk
opgelegd, dat men met deze bilaterale
hulpverlening op de verkeerde weg is. De
bilaterale overeenkomsten nemen immers
nauwelijks spanningen weg en scheppen
weer nieuwe tegenstellingen. Zij staan ook
dikwijls een vrije ontwikkeling van de
achtergebleven partner in de weg.
Uit die gedachte werd in 1951 het SUN-
FED-plan geboren, een speciaal fonds dei-
Verenigde Naties voor de economische ont
wikkeling. In tegenstelling tot de recht
streekse overeenkomsten van land tot land
zou SUNFED een waarlijk internationaal,
multilateraal karakter krijgen. De in het
fonds gestorte bedragen zouden hun eigen
nationaliteit verliezen. De Nederlandse
vertegenwoordigers bij de Verenigde Na
ties hebben voor het SUNFED-plan altijd
zeer geijverd, zowel om de reeds genoem
de reden de vermindering van de poli
tieke hulpverleningswedloop als uit de
overweging, dat juist de kleine landen de
ze wedloop toch niet zouden kunnen bijbe
nen. De Nederlandse opvattingen werden
met name door enige belangrijke onder
ontwikkelde landen met instemming ont
vangen, namelijk door India, de Zuidame-
rikaanse staten en door Joegoslavië.
Daar de grote broeders meer moeite
hadden de SUNFED-gedachte te aanvaar
den kwam de multilaterale financiële hulp
verlening slechts geleidelijk op toeren. In
1949 besloten de Verenigde Naties tot het
stichten van een technisch hulpprogram
ma in samenwerking met zeven gespecia
liseerde organisaties van de Verenigde
Naties, zoals de Wereldgezondheidsorga
nisaties, de Voedselorganisatie, de Inter
nationale arbeidsorganisatie en dergelij
ke. Dit programma, als regel als „Uitge
breid programma" aangeduid, was in fi
nancieel opzicht van beperkte omvang. De
contributies beliepen in 1958 ongeveer
dertig miljoen dollar, waarvan bijna de
helft van de Verenigde Staten afkomstig
is. De Nederlandse bijdrage bedroeg ruim
een miljoen dollar (4,2 miljoen gulden).
Het „Uitgebreide programma" bedoelt
kennis en deskundigheid te verbreiden en
de hulp vragende gebieden van advies te
dienen op vrijwel elk terrein van economi
sche en op vele terreinen van sociale acti
viteit. Dat gebeurt door de uitzending van
deskundigen van de ontwikkelde landen
naar de achtergebleven gebieden, terwijl
omgekeerd deskundigen en studerenden
de zogenaamde fellows uit die stre
ken in de beter ontwikkelde landen wor
den ontvangen om daar te worden opge
leid. Het technische programma omvat
dus geen financiële hulp bij de uitvoering
van de door de deskundigen uitgewerkte
projecten. Het nieuwe Special Project
Fund, dat voorlopig in de plaats is getre
den van de SUNFED-gedachte, heeft de
taak een aantal projecten te financieren
ter verbetering van de infra-structuur der
betrokken gebieden.. De middelen .van dit
Speciale Fonds zullen de eerste tijd nog
gering zijn. Men hoopt op een jaarlijks bud
get van honderd miljoen dollar, voor Uit
gebreid programma en Speciaal fonds te
zamen, maar voor 1959 zal men waar
schijnlijk over niet meer dan 58 miljoen
dollar beschikken. Het begin van deze mul
tilaterale financiële hulpverlening is daar
mee echter gemaakt en op die grondslag
hoopt men in de komende jaren een doel
treffend apparaat op te bouwen. De om
standigheid, dat. Paul G. Hoffman, de
vroegere directeur van het Marshall fonds,
zich bereid heeft verklaard de leiding van
het Fonds op zich te nemen, is een geluk
kig en stimulerend voorteken. Zijn be
kwaamheid in deze materie is duidelijk
gebleken en bovendien heeft hij veel in
vloed in de Verenigde Staten.
In een volgend artikel zullen wij nader
ingaan op Nederlands aandeel in de hulp
aan de onderontwikkelde gebieden en met
name op het werk van het bureau voor
Internationale Technische Hulp.
Dinsdag is de makelaar Paul Brandt in
gebouw Arti in Amsterdam begonnen met
de openbare veiling van de collectie van
mr. H. C. Dietz uit Baarn, omvattende
schilderijen uit de zeventiende en acht
tiende eeuw. moderne doeken, voorts teke
ningen, grafiek, meubelen, tapijten en
andere antiquiteiten.
Het doek „Straatje in Parijs" van Mau
rice Utrillo werd na een levendige bieding
afgehamerd op 12.000.en kwam daar
door in handen van een Nederlands spre
kende dame uit Californië. Alle andere
grote werken bleven in Nederlands bezit,
voornamelijk van particulieren. „De ver
loren zoon" van Pieter Aertsz bracht
2200.op, een zelfportret van Ferdinand
Bol 3400.—. Het portret van een oude
dame, geschilderd door Govert Flinck,
haalde 1100 gulden, de „Dame op middel
bare leeftijd" van C. J. van Ceulen 1500
gulden en he tdoek van H. ter Brugghen
„Afgoderij van Koning Salomo" 1600 gul
den. Voor het werkje van de zeventiende
eeuwse Engelse kunstenaar John Constable
„Meisje met geitje" bestond eveneens veel
belangstelling. Het kwam voor f 6000.—
in handen van een particuliere verzame
laar. Er bestond ook van Duitse zijde veel
interesse voor deze veiling.
VATICAANSTAD (UPI) Paus Joan
nes XXIII heeft maandag verklaard, dat
„de katholieke kerk de levendigste hoop
koestert wat betreft het komende oecu
menische concilie, maar niet verwacht,
dat het alle problemen tussen de christe
nen op aarde zal oplossen". De paus zei dit
in een toespraak tot een groep Aziatische
en Afrikaanse studenten. „Op dit moment",
aldus de Paus, „bereidt de kerk met de
meest intensieve gebeden, de grote reünie
van de christelijke volken, het Oecume
nische Concilie, voor".
De Paus verwachtte niet, dat in zo korte
tijd alle geschilpunten die tussen de
Christenen bestaan, zullen worden opge
lost.
(Van onze Haagse redacteur)
Minister Witte meent, dat by een vol
gende huurverhoging aandacht moet wor
den geschonken aan een differentiatie in de
huurverhogingen. Het is echter niet moge-
lyk zonder wetswijziging nu reeds de huren
vry te laten in de gemeenten waar de
woningnood is verdwenen. Toch wil hij met
die liberalisatie niet wachten tot ook alle
krotten waarin een deel van het woning
tekort schuil gaat zijn verdwenen. Om
dat de waardering van kwaliteit en woon-
gerief alleen in een vrije markt op de .juiste
wijze in de huur tot uitdrukking kan wor
den gebracht, zo schrijft de minister in
zijn Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer over de begroting van het departe
ment van Volkshuisvesting en Bouwnijver
heid, wil hy de wettelijke huurverhogingen
slechts bevorderen tot een punt dat nog
vrij aanzienlijk beneden het globaal ge
schatte markthuurpeil ligt.
Met zeer veel reserve raamt de minister
het aantal woningen dat dit jaar gereed
komt, op tachtigduizend. Om het statisti
sche woningtekort in vier jaar tijd op te
heffen zou echter een jaarlijkse produktie
van negentigduizend woningen nodig zijn.
Door het grote aantal gerepatrieerden werd
in 1958 minder op het statistische woning
tekort ingelopen dan in 1957.
De minister meent voorts, dat het niet
nodig is de premiebouw te contingenteren:
het aantal aanvragen om premie is onge
veer in overeenstemming met het beschik
bare bedrag op de begroting, zo argumen
teert hij, om er kort daarop te laten volgen,
dat de grootste moeilijkheden zich voor
doen bij de verschaffing van passende wo
ningen voor arbeiders en kleine midden
standers. „Het oplossen van dit vraagstuk
zal in de eerstvolgende jaren alle aandacht
en energie vragen. Het beleid is er daarom
op gericht het kader te scheppen, waar
binnen bij de huidige inkomensverhoudin
gen woningen met redelijke huren kunnen
worden gebouwd."
Als oorzaak voor de sinds 1953 voort
durend gestegen bouwkosten noemt minis- derd.
99
ter Witte de stijging der lonen, de uitbrei
ding der sociale voorzieningen, de stijging
der materiaalprijzen. de toeneming van de
gemiddelde grootte en de „niet onbelang
rijke kwaliteitsverbetering der woningen".
De waarde van die verbetering kan op
gemiddeld duizend gulden per woning wor
den geschat. Even tevoren staat in de
Memorie van Antwoord: „Naast het pro
bleem van het kwantitatieve tekort is er
ongetwijfeld ook dat van het kwalitatieve
tekort. Dit laatste tekort is waarschijnlijk
even erg, zo niet erger, als het eerste".
Voorts schrijft minister Witte, dat het
onbeperkt opvoeren van de kwaliteit in de
provincies met een gering statistisch wo
ningtekort niet kan worden aanvaard, zo
lang met beperkte middelen ook de wo
ningnood elders moet worden gelenigd.
Overbrugging van het verschil tussen de
kostprijshuren en de thans geldende huren
voor woningwetwoningen acht de minister
alleen door verlaging van de bouwprijzen
in een voorzienbare toekomst niet mogelijk.
Hij acht het daarom onjuist om hiernaar
eeenzijdig of bij voorrang te streven.
In sommige delen van het land in het
bijzonder in het noordoosten is voors
hands, zo meent de minister, geen her
nieuwde spanning op de bouwmarkt te ver
wachten. De grote vraag naar bouwproduk-
tie in het westen zal er echter bij een op
lopende cultuur toe kunnen leiden, dat al
daar wel een hernieuwde spanning zal op
treden.
Op 10 maart waren bij het grootboek
voor woningverbetering 145.784 aanmeldin
gen binnengekomen, betrekking hebbende
op 932.594 woningen, zo deelt de minister
tenslotte nog mede. Globaal gesproken zou
den rond 257.000 woningen (20 percent van
heet geschatte totaal) nog niet zijn aange
meld. Een onderzoek naar de nalatige eige
naren is reeds enige tijd gaande. Op grond
daarvan komen nog steeds nieuwe aan
meldingen binnen. Indien zulks noodzake
lijk blijkt; zal een strafvervolging tegen in
gebreke blijvende eigenaren worden bevor-
Vredesduif
Iedere stad heeft zijn vogels. Als je in
Amsterdam je bovenvenster opendoet, ko
men krijsende meeuwen aangewield en
happen het brood op dat je naar buiten
gooit. Ik neem aan, dat in Australië struis
vogels aangesnord komen.
Waar w ij wonen zijn het duiven. Als
we wakker worden en in de keuken ontbijt
bereiden, zitten ze op de vensterbank te
koeren. Er heerst grote opwinding. Zodra
het raam opengaat ontstaan er wilde ge
vechten. Als meneer Duif de Vette een
stuk brood pikt en er mee weg vliegt,
gaan er twee of drie andere achter hem
aan. Als mevrouw Duif de Kleine iets te
pakken krijgt, komen direct haar schoon
vader, haar achterneef en haar groot
moeder en pikken het weg van haar.
Mevrouw Duif blijft treurig en gehavend
achter. Kleine Mientje Duif is ook schar-
minkelig. Oom Ger trekt steevast uit haar
bek wat zij van de korstjes verzamelt.
In feite zijn duiven geheel andere dieren
dan men mij op school, zowel door de week
als zondags, geleerd heeft. Die reine, lieve,
koerende, vriendelijke, vredelievende
blanke duifjes met hun gladde veertjes
zijn in werkelijkheid loerende, begerige
monsters, kil berekende vreetbekken wie
alle zachtere dierlijke gevoelens verre zijn.
Misschien houden ze van hun eieren. Van
elkaar houden ze niet. Hoewel ze in kleine,
tamelijk ordelijke kolonies samenleven, is
hun liefde voor elkaar niet groter dan die
van de meest ruziënde familie.
Er ware een hele roman over zulk een
samenleving te schrijven. Ger en Mientje
wilden trouwen maar de oude Oom Koer-
duif was er tegen. Juffrouw Eitje viel van
de schoorsteen en brak haar poot. Majoor
Vliegvleugel ontdekte, dat hij altijd van
juffrouw Eitje gehouden had. Tante Rood-
bek verloor haar jongste ei en de poes at
Oom Trippoot. Klara sprak niet tegen
Blauwoog omdat die met Wim Bruinnek
achter de dakspant getrekkebekt had.
Grootvader Lamstaart pikte neef Geelbek
toen die het grootste stuk wittebrood ge
nomen had, en vloog hem tot de televisie-
antenne achterna. Jonkie Witveer vluchtte
naar de regenpijp toen meneer Dakkoning
hem. pikte.
Kortom, duiven in het werkelijke leven
haten elkaar even hard als wij mensen en
wij volken. Alleen de sterksten krijgen de
beste beetjes, alleen macht geldt en geen
recht.
Nergens is scherper broodnaijver, af
gunst, concurrentie, agressie, economische
oorlogvoering, gepiksnavel en haat.
En zulk een vogel is gemaakt tot sym
bool van vrede en saamhorigheid?
Wat ik zou willen weten is dit: heeft de
Vredesduif zijn slechte gewoonten ge
kregen van zijn echte, levende broeders
voor ons keukenraam? Of is het omge
keerd?
H. B. Fortuin
In het Prentenkabinet van het Stedelijk
Museum in Amsterdam zal van 18 apr'l
tot 26 mei een tentoonstelling worden ge
houden van tekeningen en gouaches van
de experimentele dichter Lucebert. De
tentoonstelling omvat honderdvijftig teke
ningen en een aantal gouaches voornamc-
lijk uit 1957, 1958 en 1959.
Advertentie
dreigt
Biedt
weerstand
met
poeders, tabletten, cachets
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Scherpenzeel (Geld.) A. L.
van der Smit te Maarssen; te Opheusden
P. de Jong te Kootwijk. Beroepen te Wad-
dinxveen (vac. J. van der Haar) T. Lange-
rak te Vinkeveen. Aangenomen naar Lut-
ten (toez.) J. Kok. kand. te Spekholzer-
heide; naar Geertruidenberg (toez.) H. de
Jonge, vicaris te Overschie.
Oud-Geref. Gemeenten
Bedankt voor Capelle aan de IJsel C.
Smits, Chr. Geref. predikant te Sliedrecht.
Geref. Kerken
Beroepen te Andijk (vac. J. Végh) A. L.
Janse de Jonge te Oostvoorne. Bedankt
voor Ferwerd J. J. Lamme jr. te 's-Graven-
moer.
Vrije Evang. Gemeenten
Aangenomen naar Amsterdam-West R.
H. Timmerman te Yerseke.
Het is bekend dat de walvis geen vis
is, maar een zoogdier. Het woord is
dan ook een onjuiste vorming, maar er
zijn nog enkele woorden, waarvan het
eerste lid hetzelfde betekent als het ge
heel. Een rendier bijvoorbeeld is geen
dier dat rent, maar het Deense en
Zweedse ren is de naam van de vier
voeter, waarachter wij het woord dier
geplaatst hebben. Hetzelfde verschijn
sel vinden wij bij woorden als dam
hert en muilezel. De eigenlijke naam
van de walvis is dus: wal, een Scandi-
naafs woord, waarvan het Engelse
whale is afgeleid en dat ook in .walrus
voorkomt.