Brazilië's rijkdommen vluchten in zijn
gigantische ruimtes
In wolken stof op Goiasplateau strekt
een adelaar zijn wiekenBRAZILIA
Parijs mag zijn make-up niet
langer verwaarlozen
Mensen in Amerika
SPD en CDU verbeteren haar
posities in twee deelstaten
Luchtlijn Schiphol-New York
via IJsland
MEER DAN 1000 BROEKEN
GOUVERNEUR
DINSDAG 21 APRIL 1959
5
Alles
is zo ver
KOLOS: BRAZILIË
Dan
maar
dichtbij
ONBESCHRIJFELIJK
STUK PLANEET
Verrassend succes van de rechts-radicale DRF
Verrukkelijke
koffie
Nieuw congres tegen
zee-vervuiling
INDRUKKEN VAN
EEN RONDREIS
DOOR DE V.S.
(Van onze reisredacteur)
RIO DE JANEIRO. Brazilië is het onbeschrijflijkste deel van deze planeet
op zijn 16 miljoen vierkante kilometer vindt men minder een land, of een
continent don wel een wereld, misschien een universum. Tussen het blankste
blank van Sao Paulo en het zwartste zwart van Bahia draaien alle kleuren, alle
contrasten van een menselijke kaleidoscoop. Over de Avenida Atlantica op
Rio's Copacabana spinnen witte open Cadillacs naar nachtclubs, waar air
conditioning de buitenlucht van 35 graden Celsius afkoelt, zodat de mooiste
wouwen de duurste minkstolas om blanke schouders kunnen dragen. Zij eten
kaviaar. In het noordoosten eet men daarentegen niet. Na twee jaar droogte is
de aarde kapotgebarsten. Als een kwaad spook huivert de honger over de hoog
vlaktes en drijft de „Nordestinos" de dorpen in, waar zij bleek en zwijgend
plunderen. In Sao Paulo, waar men de grond met energie bemest, stuiven de
wolkenkrabbers de lucht in. Maar over de plateaus van de Moto Grosso sluipen
wilde, naakte Indianen met pijl en boog achter de herten. In Rio Grande do Sul
rillen de Gaucho's 's nachts in hun poncho's. In Bahia glimmen dan zwarte
gezichten van het zweet als de tamtams roepen voor de „macumba", geheime
rite uit Afrika, land van herkomst, waaraan Brazilië verbonden blijft met een
lange navelstreng van witte slaveit geraamtes op de zeebodem.
In Rio de Janeiro zelf dragen donkere
vrouwen waterblikken de heuvels op, naar
de „favelas" en „morros" waar men het
mooiste uitzicht heeft over bloemen, pal
men, witte „edificios", een blauwe baai
met evenveel eilanden als het jaar dagen
telt: „Zij komen uit krotten waar het vuil
nis rot. Dit zijn de zweren van een metro
pool, die als men ze uitbrandt, vitaal even
verderop een groene heuvelkant gaan aan
tasten. Maar op 900 kilometer afstand
brengen vliegtuigen bouwmaterialen aan.
Op het lege Goias-plateau verrijzen in wol
ken van rook en stof skeletten van staal
en beton, adembenemende lijnen tegen de
blauwe lucht, een stad in aanbouw. Uit die
blauwe lucht ziet men haar vorm: een
wiekende adelaar. De nieuwe hoofdstad:
Brasilia.
Boven de hoofdstad van nu, Rio de Ja
neiro, die zijn jasje van Parijse imitatie
architectuur verwisselt voor een van witte
wolkenkrabbers, staat 'n Christus van 1200
ton op de Corcovado-berg. Hij spreidt zijn
armen 28 meter wijd en staart over de ra
zende stad aan zijn voeten, een dolle ca-
roussel, die geluid spuit: claxons, uitlaten,
remmen, gillende trams met puilende
mensentrossen, de conducteurs hangen er
met hun pinken aan. Soms slaat het stem
geluid van de drie miljoen „carioca's" er
boven uit: bij een winnende goal bij de
„futebol" in het grootste stadion ter we
reld (175.000 plaatsen) vallen er in de or
kaan van emoties twee, drie mensen van
hun banken. Hartverlamming van vreugde
baadden er in champagne. In het begin
van de eeuw begon men aan de rubber
spoorweg. Ziektes, Indianen en arbeiders
opstanden maakten een eind aan de eer
ste poging, die in zes jaar acht van de
360 km. klaar kreeg. In 1907 begon men
wéér, in drie jaar verwerkte het werk
kamphospitaal 30.000 zieken, gemiddeld
de helft van de arbeiders stierf. In 1913
reed de eerste trein, geblindeerd tegen In-
dianenpijlen, trots het traject af. Het hoef
de al niet meer, de Braziliaanse natuur
rubber verloor in die jaren de slag tegen
het plantageprodukt uit Malakka.
In de brute ruimte hebben vele indrin
gers zich stuk gelopen. De Portugese ko
lonisatoren, de „bandeirantes", dronken
van begeerte, die wel Indianen dood kon
den slaan, maar geen afstanden konden
inkorten. De Fransen, die eens een schip
met zeshonderd vloekende papegaaien
naar Parijs stuurden, de Nederlanders die
in Recief hebben geheerst. Maar wat deer
de de ruimte, als men ook binnen bereik
bare afstanden schatten kon verdienen.
Teveel zelfs, zo veel dat men keer op keer
het werk uit zijn handen liet vallen om
zich op het nieuwe produkt, de nieuwe
winst te smijten. Zo is Brazilië uit zijn
evenwicht gezakt: het gemakkelijke zui
den is blank en rijk, heeft de fabrieken,
het vee, de miljoenensteden, de mijnen,
de wegen, de treinen, het geld. Op een
zesde van de oppervlakte woont meer dan
de helft van Brazilië's bevolking. De rest,
de Mato Grosso en Goiis met hun savan
nes, overstromingen, bossen en minera
len, de „Nordeste" waar de grond om re
gen schreeuwt, het ondoordringbare Ama-
zonie, zijn arm, leeg en gekleurd: rood,
bruin en zwart. Gebieden voor toekomst
dromen, die wachten op nieuwe techriie-
of verdriet. Gevoelens kennen in Rio nooit
grenzen, stijgen naar hun climax bij het
carnaval, Rio's grootste en gevaarlijkste
feest. In drie gloeiende dagen en nachten
smelten blank, koffiebruin en zwart, mil
jonair en „faveleiro", society-meisje en
armoedzaaier samen in een fornuis van
samba's, zweet, knallen, kreten, vuur.
Een gigantische vreugdestuip, een opper
ste menselijke extase. Op aswoensdag
komt de stad verwezen tot zichzelf en telt
de slachtoffers van de partij: ongeveer
80 doden, 4000 gewonden, 500 botsingen,
120 branden, 20 moorden, 15 zelfmoorden.
Tegenover de vreugde staat een ander
gevoel, Brazilië's nationale depressie, de
„saudade". Zwart Amerika heeft zijn
„blues", Engeland zijn „spleen", Frank-
Onze reisredacteur, W. L. Brugsma
begint vandaag aan het laatste deel
van zijn Zuid-Amerika-reportage met
een reeks artikelen over de fascineren
de staat, die voluit: de Verenigde
Staten van Brazilië heet. Dit gigan
tische land beslaat de helft van Zuid-
Amerika, is groter dan de V.S., na de
Sovjet-Unie, China en Canada het
vierde land ter wereld. Het strekt zich
uit over 38 breedte- en 39 lengte
graden.
Nog meer cijfers: door Brazilië's
Amazone-rivier stroomt een vijfde van
al het zoete water van de wereld. Van
alle bomen van de wereld groeit er
één op de vier in de oerwouden van
het Amazonegebied. Brazilië heeft
1200 vliegvel den en airstrips en zijn
luchtnet heeft een totale lengte van
90.000 kilometer.
Iti de 20 staten, de vijf territoria en
het federale district (Rio de Janeiro)
van deze federale republiek wonen nu
63 miljoen mensen. De jonge bevol
king groeit zo snel, dat zij omstreeks
1980 vermoedelijk de 100 miljoen ge
passeerd zal zijn.
Brazilië's ruimte: langs een benzine
station drijft een Gaucho zijn kudde
muilezels. Transport blijft Brazilië's
zwakste punt. De luchtvaart verbindt
steden, die aan geen weg of spoorweg
liggen.
rijk zijn „cafard". Maar de Braziliaan is
trots op zijn „saudade", acht al die ande
re nationale somberheidsgevoelens gerin
ger. In de „saudade" uit Portugal geko
men, zegt de Fransman Pierre Joffroy,
ligt „het gevoel van de nutteloosheid der
inspanning, de nietswaardigheid van op
lossingen". Ironie, heimwee, droom, hon
ger, melancholie, die energie doodt, mach
teloosheid jegens de ruimtes, waarin Bra
zilië's rijkdommen vluchten: de energie
van de Amazone-rivier loopt in zee weg,
bossen versperren zichzelf de weg, tho
rium, beryllium, uranium, goud, diaman
ten, nikkel, lood, ijzererts, mangaan en
tungsten liggen wel voor het oprapen,
maar zo verschrikkelijk ver weg. Steen
kool uit Europa is in Rio goedkoper dan
die uit Brazilië zelf. Andere schatten van
Brazilië verslaan zichzelf, koffie en goud
gingen kapot aan overproduktie, suiker
aan de afschaffing van de slavernij.
Het gigantische moederlichaam van
Brazilië kan hard terugslaan tegen bege-
rigen. Een eeuw terug vond men in Ama-
zonie het wonderprodukt: de rubber. Bij
tienduizenden stroomden de contractvrij-
willigers toe, het oerwoud slokte ze op, in
fecteerde hen met malaria, beri-beri, dy-
sentrie, gele koorts. Een half miljoen do
den tussen 1900 en 1910. Wat de oorspron
kelijke Portugese „bandeirantes" aan In
dianen hadden overgelaten, werd goed
deels door de rubbertappers vermoord.
Maar de rubberhoofdstad Manaos groeide,
bulkte van het geld, stofte zijn schoenen af
met bankbiljetten, zond zijn fijne was naar
Londen, bouwde een opera met 1400 plaat
sen, liet een Europese troep komen waar
van tien van de achttien leden aan gele
koorts stierven. Parijse demi-mondaines
Copacabana. de magische naam van
Rio's strandwijk. Dit is de Avenida
Atlantica, wolkenkrabbers in de-bocht
van een blauwe baai met huizenhoge
witte golven (die u zonder enige
moeite nek of rug kunnen breken).
ken, omdat de huidige onvoldoende zijn.,
„saudade". Verlangend en somber, na
ijverig en machteloos staart Brazilië naar
die ruimte. Er is olie gevonden en onmid
dellijk rees de kreet „o petroleo e nosso"
(de olie is van ons), géén buitenlandse olie
maatschappijen. Maar de nationale „Pe-
trobas" pompt slechts een griezelig beet
je uit de grond. Moet men de Brazilianen
daar hard over vallen? Men lachte hen uit
toen zij hun staalbedrijf in Volta Redon-
da begonnen, nu is het het grootste van
Zuid-Amerika. De Braziliaanse industrie
zorgt voor de helft van het nationale in
komen, exporteert al.
Brazilië groeit langzaam in zijn jas. Zo
als het carnaval van Rio tegenstellingen
wegwist en voor drie dagen één volk
smeedt, zo moet de economische ontwik
keling, de expansie naar binnen, de opvul
ling van het „Lebensraum", dat voor de
toekomst doen. Gelijk bij het carnaval zal
dat niet zonder dwaasheden, ongelukken,
botsingen en emoties gaan. Brazilië is een
jong land, men moet de uit het lood ge
slagen student, furieus nationalist, daar
om niet te zeer uitlachen, wanneer hij stra
lend de mystiek verkondigt van de „mar-
cha para o oeste", de mars naar het lege
westen. Twee miljard gulden voor een
hoogst onpraktische gloednieuwe hoofd
stad in de leegte mag een dolle gril, of
op z'n minst een dwaas forceren van het
tempo lijken. Maar onder de stofwolken
strekt een machtige adelaar zijn wieken:
Brasilia!
Te midden van zes miljoen onbevolkte
kilometers verrijst de nieuwe hoofd
stad Brasilia. Volgend jaar moet de
kern van de stad (presidentieel paleis,
parlement, regeringshotel en huizen
voor 150.000 mensen) klaar zijn. Vlieg
tuigen voerden een groot deel van het
bouwmateriaal aan voor de verwezen
lijking van de grote droom van Bra
zilië's president Kubitschek.
(Van onze correspondent in Parijs)
Fr ankrijks jonge en voortvarende mi
nister van de Opbouw, Pierre Sudreau,
heeft een verordening uitgevaardigd
waarachter men overigens de lange vin
ger van generaal De Gaulle meent te her
kennen met het doel Parijs en de overi
ge Franse steden een proper en ordente
lijk aanzien te hergeven. Daaraan man
keert nog wel wat. Niet alleen dat hele
wijken op instorten staan volgens de
plannen van Sudreau zullen ze trouwens
geleidelijk aan worden opgeruimd ook
de huizen die nog wel in het gelid en
recht op hun fundament staan, zien er
meestal allersmerigst uit, omdat de eige
naars uit de lage huren geen middelen
kunnen putten om van tijd tot tijd ook de
verfkwast of alleen maar een boen
der te laten hanteren. We hebben al
wel eerder opgemerkt, dat er op het Fran
se huizenbezit, tengevolge van een dema
gogische woningpolitiek, al generaties een
ware roofbouw wordt gepleegd. De ge
volgen van die roofbouw zijn duidelijk
Het is bekend, dat die grauwe en vieze
muren vooral De Gaulle, die van netheid
houdt, een doorn in het oog zijn. Een der
redenen waarom hij van het Elysée naar
het Chateau des Vincennes wil verhuizen,
is, dat hij meent dat zelfs het rijke cen
trum van de stad wegens een onverzorgd
aanzien niet in harmonie verkeert met de
hoge- waardigheid van zijn functie yan
president der republiek.
Nu is het moeilijk huisheren lasten op
te leggen waarvan men weet dat ze door
de huuropbrengsten van hun bezittingen
onmogelijk kunnen worden gedekt. De re
gering streeft weliswaar naar een juister
verhouding tussen huur en huizenwaarde,
maar voorlopig is dat evenwicht nog op
geen stukken na bereikt. De regering is
daardoor voor het ogenblik afhankelijk
van het redelijke inzicht en de goede wil
van de huiseigenaren op wie dan ook al
leen nog maar een vriendelijk beroep
op medewerking is gedaan. Er zal met
enkele wijken in het bijzonder rond
's generaals residentie, het Elysée
worden begonnen, waar nu een eerste
proef met een zorgvuldiger make-up wordt
gewaagd. Intussen heeft het stadsbestuur
van Parijs ook al een stok achter de deur
geplaatst door een oud decreet van Na
poleon III uit 1852 op te graven, dat de
huiseigenaars verplicht tenminste eens in
de tien jaar de buitenmuren van hun hui
zen te doen reinigen en zo mogelijk te ver
ven. Het antwoord van het syndicaat der
huiseigenaren ligt wel voor de hand: ruim
honderd jaar geleden werden er nog hu
ren betaald waarmee een huisheer fat
soenlijk kon uitkomen. Laat ons dus eerst
de huren drastisch mogen verhogen. Ook
in ons eigenbelang zorgen wij dan wel
voor een redelijk onderhoud. De discus
sie is tot dusver op dit punt blijven ste
ken, en een helder en blinkend opgepoetst
Parijs zien wij ondanks de verordening
Sudreau en de stok van de prefect de
eerste jaren toch nog niet voor ons gees
tesoog verschijnen
(Van onze correspondent in Bonn)
By de verkiezingen in de Westduitse
deelstaten Neder-Saksen en Rynland-Palts,
waarby van de in totaal 6,7 miljoen kie
zers 78 percent opkwam, hebben de SPD
en de CDU hun leidende positie gehand
haafd. De socialisten ondervonden in Ne
der-Saksen geen schadelijke invloed van
hun Duitsland-plan, dat algemeen door de
openbare mening was afgewezen en de
christen-democraten hebben in Rynland-
Palts niet gemerkt, dat Adenauer's terug
trekken als bondskanselier hun reeds stem
men heeft gekost. De enige verrassing was,
dat in Rijnland-Palts de rechtsradicale
Deutsche Reichspartei een succes boekte.
De verkiezingen in Neder-Saksen lever
den het volgende resultaat op:
percentages zetels
S.P.D. 39.5 (35.2) 65 (57)
C.D.U. 30.8 (26.6) 51 (46)
D-P- 12.3 (12.4) 20 (20)
B.H.E. 8.3 (11 13 (14)
F.D.P. 5.2 7.9) 8 (10)
D.R.P. 3.6 3.8) 7)
Overige 5)
(Tussen haakjes de cijfers van de verkie
zingen in 1955).
De overtuigende zege van de socialisten
is opvallend. Klaarblijkelijk heeft de popu
laire S.P.D.-leider in Neder-Saksen Kopf,
te zamen met de nog populairder Westber-
lijnse burgemeester Willy Brandt, die hier
menige verkiezingsrede heeft gehouden,
vele kiezers aangetrokken. Het zal de
S.P.D. evenwel niet veel helpen, dat zij zo'n
fraaie zege heeft kunnen behalen, want
de kans is groot, dat zij niet in de regering
te Hannover zal terugkeren. Totdusver be
stond die regering uit leden van de C.D.U.,
de S.P.D. en de Deutsche Partei, onder lei
ding van de D.P.-leider Hellwege. Thans
wil de C.D.U. proberen samen met de D.P.
en de vluchtelingenpartij .B.H.E., en des
noods met de liberale F.D.P. onder leiding
van de C.D.U.-leider Hofmeister een kabi
net te vormen zonder de socialisten. Te
Hannover acht men het verheugend dat de
rechtsradicale neo-naziachtige Deutsche
Reichspartij in Neder-Saksen geen voet
aan de grond heeft gekregen en uit het
parlement is verdwenen, hoewel de wieg
van deze partij juist in deze deelstaat
stond.
Geen verandering in Mainz
De uitslag van de verkiezingen in Rijn
land-Palts luidt als volgt:
percentages zetels
C.D.U. 48.5 (46.8) 52 (51)
S.P.D. 34.9 (31.7) 37 (37)
F.D.P. 9.7 (11.7) 10 (12)
D.R.P. 5.5 2.7) 1
In deze deelstaat is in feite niet veel ver
anderd. De regering Aitmeier, gevormd
door de C.D.U. en de F.D.P. kan, ondanks
enige corruptie-schandelen terugkeren in
de hoofdstad Mainz. Ook hier kon men een
tendens naar het twee partijensysteem dui
delijk onderscheiden: de kleine partijen
nemen steeds meer in betekenis af, waar
onder vooral de liberale F.D.P. lijdt, die in
Neder-Saksen maar juist de grens van vijf
percent behaalde, zonder welke geen partij
in aanmerking komt voor zetels.
De F.D.P. verloor in Rijnlahd-Paltz even
wel vooral stemmen aan de Deutsche
Reichspartij, en dit acht men een veront
rustend teken. De D.R.P. is zeer rechts-
radicaal en liet als paradepaardje tijdens
de verkiezingsstrijd de voormalige oorlogs
vlieger ex-kolonel Hans Ulrich Rudel op
treden. Rudel, die na de oorlog lange tijd in
Argentinië woonde, heeft ongetwijfeld met
zijn kinderachtige, maar gevaarlijke rede
voeringen succes geboekt: hij werd voor
gesteld als een held en boeide zijn publiek
met halve waarheden en eervolle woorden
over wat de nazi's zouden hebben gepres-
Advertentie
LUNCHROOM
Grote Houtstraat 105
Tel. 18598
„Loftleidir", de IJslandse luchtvaart
maatschappij, zal begin mei een dienst
openen tussen Luxemburg via Amsterdam
naar Reykjavik, met aansluiting op de
transatlantische lijn van deze maatschap
pij naar New York.
Op zondag 3 mei zal de openingsvlucht
worden gehouden tussen Luxemburg en
Reykjavik, waarbij de DC-4 skymaster om
12.15 uur op Schiphol zal landen en na 45
minuten de reis naar de IJslandse hoofd
stad voortzet. In Reykjavik geeft deze
dienst aansluiting op het toestel naar New
York. De dienst van „Loftleidir", die van
8 mei af elke vrijdagavond van Idlewild
vertrekt, geeft aansluiting op de lijn naar
Luxemburg via Amsterdam. De aan
komsttijd op Schiphol is daarbij bepaald
op 19.15 uur. Na 45 minuten start het vlieg
tuig voor de laatste etappe naar Luxem
burg.
Daar „Loftleidir" geen lid van de I.A.T.A
is, wordt op het traject tussen de IJsland
se hoofdstad en New York een lagere prijs
berekend dan die van de I.A.T.A.-maat
schappijen. Een passagebiljet toeristen
klasse tussen Amsterdam en New York via
Reykjavik zal bij deze maatschappij min
der kosten dan dat voor de economy-klas-
se voor Noordatlantische vluchten der an
dere luchtvaartmaatschappijen.
KOPENHAGEN (UPI) In juli zal te
Kopenhagen een internationaal congres
worden gehouden over vervuiling van de
zee door olie-afval. Ongeveer honderd af
gevaardigden uit verschillende zeevaren
de landen zullen eraan deelnemen. Het is
het eerste congres over dit onderwerp sinds
in 1954 in Londen een internationale con
ventie hierover werd ondertekend.
Door de olie-afval worden stranden en
havens bevuild en de dood van duizenden
watervogels veroorzaakt. Er zou meer dan
250.000 ton olie-afval per jaar door de
schepen worden geloosd.
teerd. Zijn publiek bestond uit een groep
fanatici.
Te Bonn was men er meteen bij om het
D.R.P.-succes tegenover het buitenland te
bagatelliseren en om te zeggen dat „een
nieuwe Führer" werkelijk niet op komst
is. Maar de teleurstelling over de herrijze
nis van het rechts-radicalisme, dat men als
uitgeroeid beschouwde, is er niet minder
om. De D.R.P. trekt blijkbaar nog altijd
vele „Alte Kampfer", oud-nazi's. Zij pleegt
haar verkiezingsbijeenkomsten met dave
rende marsmuziek, maar zonder debat, te
houden. Dat valt bij bepaalde lieden nog
altijd in de smaak.
Stembus zoek
Overigens is het noch in Neder-Saksen,
noch in RijnlandPalts tot incidenten ge
komen. Alleen was zondagmorgen in Osna-
brück een stembus gestolen, waardoor men
de kiezers naar huis moest sturen. Toen de
stembus tenslotte tevoorschijn kwam,
moest men met politie-auto's de honderd
kiezers optrommelen. De stembus was in
de nacht tevoren, zo bleek later, door dron
ken lieden in de tuin van een café gedepo
neerd.
Advertentie
Keuze uit
in Kamgaren, Trevira, Terlenka enz.
Gen. Cronjéstraat 40 - 44 - Tel. 54679
Robert B. Meyner is 50 jaar, hij is ad
vocaat van beroep en is nu al sedert no
vember 1953 gouverneur van de staat New
Jersey. Hij is bovendien een van de Ame
rikaanse politici, die voortdurend genoemd
worden als mogelijke kandidaten voor de
presidentsverkiezingen, die eind volgend
jaar in dit land gehouden moeten worden.
Al zijn de voorverkiezingen van de bei
de grote partijen nog een jaar van ons ver
wijderd en de feitelijke presidentsver
kiezing meer dan anderhalf jaar er
wordt al op ruime schaal gespeculeerd over
de vraag wie de opvolger zal worden van
president Eisenhower. Aan de republikein
se kant worden vice-president Nixon ge
noemd en de gouverneur van New York,
Nelson Rockefeller. Aan de zijde" van de
Democraten worden de namen genoemd
van senator John F. Kennedy van Massa
chusetts, ex-kandidaat Adlai Stevenson,
senator Stuart Symington, gouverneur G.
Mennen Williams van Michigan en Robert
B. Meyner.
Bij deze laatste namen wordt dan na
drukkelijk opgemerkt, dat gouverneur
Meyner slechts een kleine kans heeft
een kans als een soort „compromis-kan
didaat", indien de Democratische Partij,
het niet over de keuze tussen de anderen
eens zou kunnen wor
den. Meyner zelf zegt
bij herhaling, dat hij
„alleen maar een
goed gouverneur" wil
zijn; „dat is al moei
lijk genoeg", voegt hij
daar dan aan toe. Op
zichzelf zegt dat niets.
Geen enkele mogelij
ke kandidaat voor het
presidentschap zal op dit moment al toe
geven, dat hij zijn hoop heeft gericht op
de hoogste functie in de V.S.
Gouverneur Meyner, die sinds 1956 ge
trouwd is met een ver familielid van Adlai
Stevenson, is een levendige charmante man
die er tien jaar jonger uitziet dan zijn bo
vengenoemde vijftig jaren. Hij is een graag
en hartelijk lacher en hij begint vooral
ontwijkend te schateren zodra iemand tij
dens een van de vele persconferenties, die
hij houdt, over zijn kansen voor het pre
sidentschap begint.
Hij is ook, zeggen de experts hier, een
goed gouverneur. Hij is nu danook al bezig
aan zijn tweede (laatste) termijn van vier
jaar in deze functie. Meyner, die de twee
de wereldoorlog heeft meegemaakt als bij
zonder actief marine-officier, zetelt in een
suite van zeer grote maar eenvoudige ka
mers aan de schaduwkant van State Hou
se, de zetel van de regering van New Jer
sey. Hij woont in de gouverneursambts
woning op een steenworp afstand van de
universiteit van Princeton.
Gouverneur van een Amerikaanse staat
is een belangrijker functie dan de meeste
Europeanen veronderstellen. Hoewel, zo
als bekend, alle staten zijn verenigd in
de federatie van de Verenigde Staten,
heeft elke aparte staat nog vrij vergaande,
eigen bevoegdheden. De gouverneur is dan
ook te beschouwen als een soort premier.
Meyner beschouwt zichzelf kennelijk ook
als zodanig. Hij spreekt met duidelijk gezag
over de economische toestand in zijn staat
en met even evidente bezorgdheid over de
8,8 procent werklozen in New Jersey.
Behaaglijk achterover geleund in zijn
stoel en zo informeel als bijna alle autori
teiten hier te lande, vertelde hij een aan
tal journalisten dezer dagen over zijn re
cente reis naar Zuid-Amerika „om meer
handelscontacten tussen New jersey en nc
Zuidamerikaanse landen te leggen". Hij
vertelde ook over zijn komende reis
als reserve-marine-officier naar het
Verre Oosten en was onmiddellijk bereid
nog eens in enkele algemene termen te
spreken over zijn privé-bezoek aan Euro
pa vorig jaar (toen hij onder meer een
vergadering in het Amsterdamse Amstel-
Hotel toesprak). En voortdurend schalt
tussen dit alles door zijn lach, die meestal
wel oprecht klinkt.
Een vrolijk mens, misschien, maar ook
een duidelijk intelligent politicus, deze
gouverneur van een kleine en uiterst
dichtbevolkte Amerikaanse staat. Op de
achtergrond van alles wat hij over zijn
presidentiële kansen zegt, lijkt men een
ondertoon van geduld te horen. Robert B.
Meyner heeft geen haast; hij is pas vijftig.
E. Rommjn