Brazilië's rijkdommen vluchten in zijn gigantische ruimtes In wolken stof op Goiasplateau strekt een adelaar zijn wiekenBRAZILIA Parijs mag zijn make-up niet langer verwaarlozen Mensen in Amerika SPD en CDU verbeteren haar posities in twee deelstaten Luchtlijn Schiphol-New York via IJsland MEER DAN 1000 BROEKEN GOUVERNEUR DINSDAG 21 APRIL 1959 5 Alles is zo ver KOLOS: BRAZILIË Dan maar dichtbij ONBESCHRIJFELIJK STUK PLANEET Verrassend succes van de rechts-radicale DRF Verrukkelijke koffie Nieuw congres tegen zee-vervuiling INDRUKKEN VAN EEN RONDREIS DOOR DE V.S. (Van onze reisredacteur) RIO DE JANEIRO. Brazilië is het onbeschrijflijkste deel van deze planeet op zijn 16 miljoen vierkante kilometer vindt men minder een land, of een continent don wel een wereld, misschien een universum. Tussen het blankste blank van Sao Paulo en het zwartste zwart van Bahia draaien alle kleuren, alle contrasten van een menselijke kaleidoscoop. Over de Avenida Atlantica op Rio's Copacabana spinnen witte open Cadillacs naar nachtclubs, waar air conditioning de buitenlucht van 35 graden Celsius afkoelt, zodat de mooiste wouwen de duurste minkstolas om blanke schouders kunnen dragen. Zij eten kaviaar. In het noordoosten eet men daarentegen niet. Na twee jaar droogte is de aarde kapotgebarsten. Als een kwaad spook huivert de honger over de hoog vlaktes en drijft de „Nordestinos" de dorpen in, waar zij bleek en zwijgend plunderen. In Sao Paulo, waar men de grond met energie bemest, stuiven de wolkenkrabbers de lucht in. Maar over de plateaus van de Moto Grosso sluipen wilde, naakte Indianen met pijl en boog achter de herten. In Rio Grande do Sul rillen de Gaucho's 's nachts in hun poncho's. In Bahia glimmen dan zwarte gezichten van het zweet als de tamtams roepen voor de „macumba", geheime rite uit Afrika, land van herkomst, waaraan Brazilië verbonden blijft met een lange navelstreng van witte slaveit geraamtes op de zeebodem. In Rio de Janeiro zelf dragen donkere vrouwen waterblikken de heuvels op, naar de „favelas" en „morros" waar men het mooiste uitzicht heeft over bloemen, pal men, witte „edificios", een blauwe baai met evenveel eilanden als het jaar dagen telt: „Zij komen uit krotten waar het vuil nis rot. Dit zijn de zweren van een metro pool, die als men ze uitbrandt, vitaal even verderop een groene heuvelkant gaan aan tasten. Maar op 900 kilometer afstand brengen vliegtuigen bouwmaterialen aan. Op het lege Goias-plateau verrijzen in wol ken van rook en stof skeletten van staal en beton, adembenemende lijnen tegen de blauwe lucht, een stad in aanbouw. Uit die blauwe lucht ziet men haar vorm: een wiekende adelaar. De nieuwe hoofdstad: Brasilia. Boven de hoofdstad van nu, Rio de Ja neiro, die zijn jasje van Parijse imitatie architectuur verwisselt voor een van witte wolkenkrabbers, staat 'n Christus van 1200 ton op de Corcovado-berg. Hij spreidt zijn armen 28 meter wijd en staart over de ra zende stad aan zijn voeten, een dolle ca- roussel, die geluid spuit: claxons, uitlaten, remmen, gillende trams met puilende mensentrossen, de conducteurs hangen er met hun pinken aan. Soms slaat het stem geluid van de drie miljoen „carioca's" er boven uit: bij een winnende goal bij de „futebol" in het grootste stadion ter we reld (175.000 plaatsen) vallen er in de or kaan van emoties twee, drie mensen van hun banken. Hartverlamming van vreugde baadden er in champagne. In het begin van de eeuw begon men aan de rubber spoorweg. Ziektes, Indianen en arbeiders opstanden maakten een eind aan de eer ste poging, die in zes jaar acht van de 360 km. klaar kreeg. In 1907 begon men wéér, in drie jaar verwerkte het werk kamphospitaal 30.000 zieken, gemiddeld de helft van de arbeiders stierf. In 1913 reed de eerste trein, geblindeerd tegen In- dianenpijlen, trots het traject af. Het hoef de al niet meer, de Braziliaanse natuur rubber verloor in die jaren de slag tegen het plantageprodukt uit Malakka. In de brute ruimte hebben vele indrin gers zich stuk gelopen. De Portugese ko lonisatoren, de „bandeirantes", dronken van begeerte, die wel Indianen dood kon den slaan, maar geen afstanden konden inkorten. De Fransen, die eens een schip met zeshonderd vloekende papegaaien naar Parijs stuurden, de Nederlanders die in Recief hebben geheerst. Maar wat deer de de ruimte, als men ook binnen bereik bare afstanden schatten kon verdienen. Teveel zelfs, zo veel dat men keer op keer het werk uit zijn handen liet vallen om zich op het nieuwe produkt, de nieuwe winst te smijten. Zo is Brazilië uit zijn evenwicht gezakt: het gemakkelijke zui den is blank en rijk, heeft de fabrieken, het vee, de miljoenensteden, de mijnen, de wegen, de treinen, het geld. Op een zesde van de oppervlakte woont meer dan de helft van Brazilië's bevolking. De rest, de Mato Grosso en Goiis met hun savan nes, overstromingen, bossen en minera len, de „Nordeste" waar de grond om re gen schreeuwt, het ondoordringbare Ama- zonie, zijn arm, leeg en gekleurd: rood, bruin en zwart. Gebieden voor toekomst dromen, die wachten op nieuwe techriie- of verdriet. Gevoelens kennen in Rio nooit grenzen, stijgen naar hun climax bij het carnaval, Rio's grootste en gevaarlijkste feest. In drie gloeiende dagen en nachten smelten blank, koffiebruin en zwart, mil jonair en „faveleiro", society-meisje en armoedzaaier samen in een fornuis van samba's, zweet, knallen, kreten, vuur. Een gigantische vreugdestuip, een opper ste menselijke extase. Op aswoensdag komt de stad verwezen tot zichzelf en telt de slachtoffers van de partij: ongeveer 80 doden, 4000 gewonden, 500 botsingen, 120 branden, 20 moorden, 15 zelfmoorden. Tegenover de vreugde staat een ander gevoel, Brazilië's nationale depressie, de „saudade". Zwart Amerika heeft zijn „blues", Engeland zijn „spleen", Frank- Onze reisredacteur, W. L. Brugsma begint vandaag aan het laatste deel van zijn Zuid-Amerika-reportage met een reeks artikelen over de fascineren de staat, die voluit: de Verenigde Staten van Brazilië heet. Dit gigan tische land beslaat de helft van Zuid- Amerika, is groter dan de V.S., na de Sovjet-Unie, China en Canada het vierde land ter wereld. Het strekt zich uit over 38 breedte- en 39 lengte graden. Nog meer cijfers: door Brazilië's Amazone-rivier stroomt een vijfde van al het zoete water van de wereld. Van alle bomen van de wereld groeit er één op de vier in de oerwouden van het Amazonegebied. Brazilië heeft 1200 vliegvel den en airstrips en zijn luchtnet heeft een totale lengte van 90.000 kilometer. Iti de 20 staten, de vijf territoria en het federale district (Rio de Janeiro) van deze federale republiek wonen nu 63 miljoen mensen. De jonge bevol king groeit zo snel, dat zij omstreeks 1980 vermoedelijk de 100 miljoen ge passeerd zal zijn. Brazilië's ruimte: langs een benzine station drijft een Gaucho zijn kudde muilezels. Transport blijft Brazilië's zwakste punt. De luchtvaart verbindt steden, die aan geen weg of spoorweg liggen. rijk zijn „cafard". Maar de Braziliaan is trots op zijn „saudade", acht al die ande re nationale somberheidsgevoelens gerin ger. In de „saudade" uit Portugal geko men, zegt de Fransman Pierre Joffroy, ligt „het gevoel van de nutteloosheid der inspanning, de nietswaardigheid van op lossingen". Ironie, heimwee, droom, hon ger, melancholie, die energie doodt, mach teloosheid jegens de ruimtes, waarin Bra zilië's rijkdommen vluchten: de energie van de Amazone-rivier loopt in zee weg, bossen versperren zichzelf de weg, tho rium, beryllium, uranium, goud, diaman ten, nikkel, lood, ijzererts, mangaan en tungsten liggen wel voor het oprapen, maar zo verschrikkelijk ver weg. Steen kool uit Europa is in Rio goedkoper dan die uit Brazilië zelf. Andere schatten van Brazilië verslaan zichzelf, koffie en goud gingen kapot aan overproduktie, suiker aan de afschaffing van de slavernij. Het gigantische moederlichaam van Brazilië kan hard terugslaan tegen bege- rigen. Een eeuw terug vond men in Ama- zonie het wonderprodukt: de rubber. Bij tienduizenden stroomden de contractvrij- willigers toe, het oerwoud slokte ze op, in fecteerde hen met malaria, beri-beri, dy- sentrie, gele koorts. Een half miljoen do den tussen 1900 en 1910. Wat de oorspron kelijke Portugese „bandeirantes" aan In dianen hadden overgelaten, werd goed deels door de rubbertappers vermoord. Maar de rubberhoofdstad Manaos groeide, bulkte van het geld, stofte zijn schoenen af met bankbiljetten, zond zijn fijne was naar Londen, bouwde een opera met 1400 plaat sen, liet een Europese troep komen waar van tien van de achttien leden aan gele koorts stierven. Parijse demi-mondaines Copacabana. de magische naam van Rio's strandwijk. Dit is de Avenida Atlantica, wolkenkrabbers in de-bocht van een blauwe baai met huizenhoge witte golven (die u zonder enige moeite nek of rug kunnen breken). ken, omdat de huidige onvoldoende zijn., „saudade". Verlangend en somber, na ijverig en machteloos staart Brazilië naar die ruimte. Er is olie gevonden en onmid dellijk rees de kreet „o petroleo e nosso" (de olie is van ons), géén buitenlandse olie maatschappijen. Maar de nationale „Pe- trobas" pompt slechts een griezelig beet je uit de grond. Moet men de Brazilianen daar hard over vallen? Men lachte hen uit toen zij hun staalbedrijf in Volta Redon- da begonnen, nu is het het grootste van Zuid-Amerika. De Braziliaanse industrie zorgt voor de helft van het nationale in komen, exporteert al. Brazilië groeit langzaam in zijn jas. Zo als het carnaval van Rio tegenstellingen wegwist en voor drie dagen één volk smeedt, zo moet de economische ontwik keling, de expansie naar binnen, de opvul ling van het „Lebensraum", dat voor de toekomst doen. Gelijk bij het carnaval zal dat niet zonder dwaasheden, ongelukken, botsingen en emoties gaan. Brazilië is een jong land, men moet de uit het lood ge slagen student, furieus nationalist, daar om niet te zeer uitlachen, wanneer hij stra lend de mystiek verkondigt van de „mar- cha para o oeste", de mars naar het lege westen. Twee miljard gulden voor een hoogst onpraktische gloednieuwe hoofd stad in de leegte mag een dolle gril, of op z'n minst een dwaas forceren van het tempo lijken. Maar onder de stofwolken strekt een machtige adelaar zijn wieken: Brasilia! Te midden van zes miljoen onbevolkte kilometers verrijst de nieuwe hoofd stad Brasilia. Volgend jaar moet de kern van de stad (presidentieel paleis, parlement, regeringshotel en huizen voor 150.000 mensen) klaar zijn. Vlieg tuigen voerden een groot deel van het bouwmateriaal aan voor de verwezen lijking van de grote droom van Bra zilië's president Kubitschek. (Van onze correspondent in Parijs) Fr ankrijks jonge en voortvarende mi nister van de Opbouw, Pierre Sudreau, heeft een verordening uitgevaardigd waarachter men overigens de lange vin ger van generaal De Gaulle meent te her kennen met het doel Parijs en de overi ge Franse steden een proper en ordente lijk aanzien te hergeven. Daaraan man keert nog wel wat. Niet alleen dat hele wijken op instorten staan volgens de plannen van Sudreau zullen ze trouwens geleidelijk aan worden opgeruimd ook de huizen die nog wel in het gelid en recht op hun fundament staan, zien er meestal allersmerigst uit, omdat de eige naars uit de lage huren geen middelen kunnen putten om van tijd tot tijd ook de verfkwast of alleen maar een boen der te laten hanteren. We hebben al wel eerder opgemerkt, dat er op het Fran se huizenbezit, tengevolge van een dema gogische woningpolitiek, al generaties een ware roofbouw wordt gepleegd. De ge volgen van die roofbouw zijn duidelijk Het is bekend, dat die grauwe en vieze muren vooral De Gaulle, die van netheid houdt, een doorn in het oog zijn. Een der redenen waarom hij van het Elysée naar het Chateau des Vincennes wil verhuizen, is, dat hij meent dat zelfs het rijke cen trum van de stad wegens een onverzorgd aanzien niet in harmonie verkeert met de hoge- waardigheid van zijn functie yan president der republiek. Nu is het moeilijk huisheren lasten op te leggen waarvan men weet dat ze door de huuropbrengsten van hun bezittingen onmogelijk kunnen worden gedekt. De re gering streeft weliswaar naar een juister verhouding tussen huur en huizenwaarde, maar voorlopig is dat evenwicht nog op geen stukken na bereikt. De regering is daardoor voor het ogenblik afhankelijk van het redelijke inzicht en de goede wil van de huiseigenaren op wie dan ook al leen nog maar een vriendelijk beroep op medewerking is gedaan. Er zal met enkele wijken in het bijzonder rond 's generaals residentie, het Elysée worden begonnen, waar nu een eerste proef met een zorgvuldiger make-up wordt gewaagd. Intussen heeft het stadsbestuur van Parijs ook al een stok achter de deur geplaatst door een oud decreet van Na poleon III uit 1852 op te graven, dat de huiseigenaars verplicht tenminste eens in de tien jaar de buitenmuren van hun hui zen te doen reinigen en zo mogelijk te ver ven. Het antwoord van het syndicaat der huiseigenaren ligt wel voor de hand: ruim honderd jaar geleden werden er nog hu ren betaald waarmee een huisheer fat soenlijk kon uitkomen. Laat ons dus eerst de huren drastisch mogen verhogen. Ook in ons eigenbelang zorgen wij dan wel voor een redelijk onderhoud. De discus sie is tot dusver op dit punt blijven ste ken, en een helder en blinkend opgepoetst Parijs zien wij ondanks de verordening Sudreau en de stok van de prefect de eerste jaren toch nog niet voor ons gees tesoog verschijnen (Van onze correspondent in Bonn) By de verkiezingen in de Westduitse deelstaten Neder-Saksen en Rynland-Palts, waarby van de in totaal 6,7 miljoen kie zers 78 percent opkwam, hebben de SPD en de CDU hun leidende positie gehand haafd. De socialisten ondervonden in Ne der-Saksen geen schadelijke invloed van hun Duitsland-plan, dat algemeen door de openbare mening was afgewezen en de christen-democraten hebben in Rynland- Palts niet gemerkt, dat Adenauer's terug trekken als bondskanselier hun reeds stem men heeft gekost. De enige verrassing was, dat in Rijnland-Palts de rechtsradicale Deutsche Reichspartei een succes boekte. De verkiezingen in Neder-Saksen lever den het volgende resultaat op: percentages zetels S.P.D. 39.5 (35.2) 65 (57) C.D.U. 30.8 (26.6) 51 (46) D-P- 12.3 (12.4) 20 (20) B.H.E. 8.3 (11 13 (14) F.D.P. 5.2 7.9) 8 (10) D.R.P. 3.6 3.8) 7) Overige 5) (Tussen haakjes de cijfers van de verkie zingen in 1955). De overtuigende zege van de socialisten is opvallend. Klaarblijkelijk heeft de popu laire S.P.D.-leider in Neder-Saksen Kopf, te zamen met de nog populairder Westber- lijnse burgemeester Willy Brandt, die hier menige verkiezingsrede heeft gehouden, vele kiezers aangetrokken. Het zal de S.P.D. evenwel niet veel helpen, dat zij zo'n fraaie zege heeft kunnen behalen, want de kans is groot, dat zij niet in de regering te Hannover zal terugkeren. Totdusver be stond die regering uit leden van de C.D.U., de S.P.D. en de Deutsche Partei, onder lei ding van de D.P.-leider Hellwege. Thans wil de C.D.U. proberen samen met de D.P. en de vluchtelingenpartij .B.H.E., en des noods met de liberale F.D.P. onder leiding van de C.D.U.-leider Hofmeister een kabi net te vormen zonder de socialisten. Te Hannover acht men het verheugend dat de rechtsradicale neo-naziachtige Deutsche Reichspartij in Neder-Saksen geen voet aan de grond heeft gekregen en uit het parlement is verdwenen, hoewel de wieg van deze partij juist in deze deelstaat stond. Geen verandering in Mainz De uitslag van de verkiezingen in Rijn land-Palts luidt als volgt: percentages zetels C.D.U. 48.5 (46.8) 52 (51) S.P.D. 34.9 (31.7) 37 (37) F.D.P. 9.7 (11.7) 10 (12) D.R.P. 5.5 2.7) 1 In deze deelstaat is in feite niet veel ver anderd. De regering Aitmeier, gevormd door de C.D.U. en de F.D.P. kan, ondanks enige corruptie-schandelen terugkeren in de hoofdstad Mainz. Ook hier kon men een tendens naar het twee partijensysteem dui delijk onderscheiden: de kleine partijen nemen steeds meer in betekenis af, waar onder vooral de liberale F.D.P. lijdt, die in Neder-Saksen maar juist de grens van vijf percent behaalde, zonder welke geen partij in aanmerking komt voor zetels. De F.D.P. verloor in Rijnlahd-Paltz even wel vooral stemmen aan de Deutsche Reichspartij, en dit acht men een veront rustend teken. De D.R.P. is zeer rechts- radicaal en liet als paradepaardje tijdens de verkiezingsstrijd de voormalige oorlogs vlieger ex-kolonel Hans Ulrich Rudel op treden. Rudel, die na de oorlog lange tijd in Argentinië woonde, heeft ongetwijfeld met zijn kinderachtige, maar gevaarlijke rede voeringen succes geboekt: hij werd voor gesteld als een held en boeide zijn publiek met halve waarheden en eervolle woorden over wat de nazi's zouden hebben gepres- Advertentie LUNCHROOM Grote Houtstraat 105 Tel. 18598 „Loftleidir", de IJslandse luchtvaart maatschappij, zal begin mei een dienst openen tussen Luxemburg via Amsterdam naar Reykjavik, met aansluiting op de transatlantische lijn van deze maatschap pij naar New York. Op zondag 3 mei zal de openingsvlucht worden gehouden tussen Luxemburg en Reykjavik, waarbij de DC-4 skymaster om 12.15 uur op Schiphol zal landen en na 45 minuten de reis naar de IJslandse hoofd stad voortzet. In Reykjavik geeft deze dienst aansluiting op het toestel naar New York. De dienst van „Loftleidir", die van 8 mei af elke vrijdagavond van Idlewild vertrekt, geeft aansluiting op de lijn naar Luxemburg via Amsterdam. De aan komsttijd op Schiphol is daarbij bepaald op 19.15 uur. Na 45 minuten start het vlieg tuig voor de laatste etappe naar Luxem burg. Daar „Loftleidir" geen lid van de I.A.T.A is, wordt op het traject tussen de IJsland se hoofdstad en New York een lagere prijs berekend dan die van de I.A.T.A.-maat schappijen. Een passagebiljet toeristen klasse tussen Amsterdam en New York via Reykjavik zal bij deze maatschappij min der kosten dan dat voor de economy-klas- se voor Noordatlantische vluchten der an dere luchtvaartmaatschappijen. KOPENHAGEN (UPI) In juli zal te Kopenhagen een internationaal congres worden gehouden over vervuiling van de zee door olie-afval. Ongeveer honderd af gevaardigden uit verschillende zeevaren de landen zullen eraan deelnemen. Het is het eerste congres over dit onderwerp sinds in 1954 in Londen een internationale con ventie hierover werd ondertekend. Door de olie-afval worden stranden en havens bevuild en de dood van duizenden watervogels veroorzaakt. Er zou meer dan 250.000 ton olie-afval per jaar door de schepen worden geloosd. teerd. Zijn publiek bestond uit een groep fanatici. Te Bonn was men er meteen bij om het D.R.P.-succes tegenover het buitenland te bagatelliseren en om te zeggen dat „een nieuwe Führer" werkelijk niet op komst is. Maar de teleurstelling over de herrijze nis van het rechts-radicalisme, dat men als uitgeroeid beschouwde, is er niet minder om. De D.R.P. trekt blijkbaar nog altijd vele „Alte Kampfer", oud-nazi's. Zij pleegt haar verkiezingsbijeenkomsten met dave rende marsmuziek, maar zonder debat, te houden. Dat valt bij bepaalde lieden nog altijd in de smaak. Stembus zoek Overigens is het noch in Neder-Saksen, noch in RijnlandPalts tot incidenten ge komen. Alleen was zondagmorgen in Osna- brück een stembus gestolen, waardoor men de kiezers naar huis moest sturen. Toen de stembus tenslotte tevoorschijn kwam, moest men met politie-auto's de honderd kiezers optrommelen. De stembus was in de nacht tevoren, zo bleek later, door dron ken lieden in de tuin van een café gedepo neerd. Advertentie Keuze uit in Kamgaren, Trevira, Terlenka enz. Gen. Cronjéstraat 40 - 44 - Tel. 54679 Robert B. Meyner is 50 jaar, hij is ad vocaat van beroep en is nu al sedert no vember 1953 gouverneur van de staat New Jersey. Hij is bovendien een van de Ame rikaanse politici, die voortdurend genoemd worden als mogelijke kandidaten voor de presidentsverkiezingen, die eind volgend jaar in dit land gehouden moeten worden. Al zijn de voorverkiezingen van de bei de grote partijen nog een jaar van ons ver wijderd en de feitelijke presidentsver kiezing meer dan anderhalf jaar er wordt al op ruime schaal gespeculeerd over de vraag wie de opvolger zal worden van president Eisenhower. Aan de republikein se kant worden vice-president Nixon ge noemd en de gouverneur van New York, Nelson Rockefeller. Aan de zijde" van de Democraten worden de namen genoemd van senator John F. Kennedy van Massa chusetts, ex-kandidaat Adlai Stevenson, senator Stuart Symington, gouverneur G. Mennen Williams van Michigan en Robert B. Meyner. Bij deze laatste namen wordt dan na drukkelijk opgemerkt, dat gouverneur Meyner slechts een kleine kans heeft een kans als een soort „compromis-kan didaat", indien de Democratische Partij, het niet over de keuze tussen de anderen eens zou kunnen wor den. Meyner zelf zegt bij herhaling, dat hij „alleen maar een goed gouverneur" wil zijn; „dat is al moei lijk genoeg", voegt hij daar dan aan toe. Op zichzelf zegt dat niets. Geen enkele mogelij ke kandidaat voor het presidentschap zal op dit moment al toe geven, dat hij zijn hoop heeft gericht op de hoogste functie in de V.S. Gouverneur Meyner, die sinds 1956 ge trouwd is met een ver familielid van Adlai Stevenson, is een levendige charmante man die er tien jaar jonger uitziet dan zijn bo vengenoemde vijftig jaren. Hij is een graag en hartelijk lacher en hij begint vooral ontwijkend te schateren zodra iemand tij dens een van de vele persconferenties, die hij houdt, over zijn kansen voor het pre sidentschap begint. Hij is ook, zeggen de experts hier, een goed gouverneur. Hij is nu danook al bezig aan zijn tweede (laatste) termijn van vier jaar in deze functie. Meyner, die de twee de wereldoorlog heeft meegemaakt als bij zonder actief marine-officier, zetelt in een suite van zeer grote maar eenvoudige ka mers aan de schaduwkant van State Hou se, de zetel van de regering van New Jer sey. Hij woont in de gouverneursambts woning op een steenworp afstand van de universiteit van Princeton. Gouverneur van een Amerikaanse staat is een belangrijker functie dan de meeste Europeanen veronderstellen. Hoewel, zo als bekend, alle staten zijn verenigd in de federatie van de Verenigde Staten, heeft elke aparte staat nog vrij vergaande, eigen bevoegdheden. De gouverneur is dan ook te beschouwen als een soort premier. Meyner beschouwt zichzelf kennelijk ook als zodanig. Hij spreekt met duidelijk gezag over de economische toestand in zijn staat en met even evidente bezorgdheid over de 8,8 procent werklozen in New Jersey. Behaaglijk achterover geleund in zijn stoel en zo informeel als bijna alle autori teiten hier te lande, vertelde hij een aan tal journalisten dezer dagen over zijn re cente reis naar Zuid-Amerika „om meer handelscontacten tussen New jersey en nc Zuidamerikaanse landen te leggen". Hij vertelde ook over zijn komende reis als reserve-marine-officier naar het Verre Oosten en was onmiddellijk bereid nog eens in enkele algemene termen te spreken over zijn privé-bezoek aan Euro pa vorig jaar (toen hij onder meer een vergadering in het Amsterdamse Amstel- Hotel toesprak). En voortdurend schalt tussen dit alles door zijn lach, die meestal wel oprecht klinkt. Een vrolijk mens, misschien, maar ook een duidelijk intelligent politicus, deze gouverneur van een kleine en uiterst dichtbevolkte Amerikaanse staat. Op de achtergrond van alles wat hij over zijn presidentiële kansen zegt, lijkt men een ondertoon van geduld te horen. Robert B. Meyner heeft geen haast; hij is pas vijftig. E. Rommjn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 9