De nieuwe ministers
Caballero
2.-
ïï£it b bprlföpn Mjh
Europese parlement spoort de
regeringen tot spoed aan
raatótoel
3
200 Jaar
geleden
Nieuwe Kamerleden
Zoekt U iets beters?
Ter aanwijzing van een permanente zetel en ter
oprichting van een Europese universiteit
VRIJDAG 15 MEI 1959
Uit de Oprechte Dingsdagsche Haer-
lemsche Courant van 15 Mey 1759
LONDEN. Vrydagavond den 22 passato
wierd het Lyk van wylen
den vermaarden Musicus
en Componist George Fre-
derik Handel, hetgeen men
meende, dat op het Kerk
hof der Vondelingen naast
den Capiteyn Coram zou
de worden begraven, by-
gezet aan het Voet-Eynde van het Praal-
Graf van den Hertog van Argyle in den
Abdy van Westmunster: De Bisschop,
Prebendarissen en het gantsche Choor
verscheen daarby in Staatie, om aan den-
zelve de verschuldigde laatste Eer ter Na
gedachtenis te voldoen en men telde by
die Gelegenheyd over de 3000 Persoonen.
Wylen dezelve liet reeds in zyne Kindse
Jaaren eene gantsch buytengewoone Nei
ging en Yver tot de Muzyk blyken, en
wierd door den vermaarden Frederik
Willem Zachau, in het speelen op het
Clavecymbel en in de Compositie getrou
welijk onderwezen, tegen welken zynen
zo zorgvuldigen Leermeester en nagelatene
Familie hy geduurende geheel zijn Leven
alle Erkentenis en Dankbaarheyd betoond
heeft. Zyne nalatenschap word op omtrent
20000 Ponden Sterlings begroot.
Gp de
V er mageringsk uur
In 't begin van deze week kwam Bertha
weer eens gezellig aanwippen.
„Zie je niets bijzonders aan me?", vroeg
ze hoopvol.
Dat is altijd een pijnlijke vraag, vooral
als iemand die stelt, aan wie je nog nóóit
iets bijzonders hebt kunnen ontdekken.
„Nou??", vroeg ze en ze begon Gina-
achtig door de gang te heupwiegen.
„Een nieuwe japon!", zei ik lukraak,
want zoiets is toch meestal de reden van
onverwacht vriendinnenbezoek.
„Hoe kom je erbij! Dit is een hele ouwe
die heb ik al zolangNee! Ik ben
veertien pond afgevallen!"
Terwijl ik me afvroeg, waar die dan wel
afgevallen waren, informeerde ik belang
stellend: „een kwaal?"
„Een kuur!", zei ze. ,,'s Morgens begon
ik met een appel en dan om tien uur een
kop thee zonder suiker. Om elf uur een
appel, en om twaalf uur een zure
„Houd maar op", zei ik draaierig. „Er
is ook werkelijk niets lekkers bij".
Bertha keek me vernietigend aan. „Wat
is er heerlijker dan een Appel!", riep ze
lyrisch uit. „Zo fris! En bloedzuiverend!
Beter dan dat kleffe gebak en die zwoele
bonbons! Zo'n kuur zou voor jou
„En wat doe je als je van de honger
vergaat?", wilde ik weten.
„Een Appel!", riep ze fier. „Of een glas
water!"
Ze mat met argusogen mijn heupwijdte.
„Gewoon een kwestie van wilskracht!", zei
ze toen, met diepe minachting in haar
stem.
Dat was me teveel. Dat kan een mens
met een béétje zelfrespect niet op zich
laten zitten.
Toen ze weg was, ben ik begonnen.
Vier hele dagen thee zonder suiker en
koffie zonder melk en suiker. Een ons vis
als een stuk papier. Een schijfje vlees zo
droog als een cocosmat. Een zure dit en een
wrange dat, een rauwe zus en een bittere
zo, en een hap waterplanten toe. En een
appel. En een appel. En een appel. En nog
eens een appel. Wat Adam daar toch ooit
in gezien heeft
Als ik het niet meer kon uithouden van
de honger nam ik wel eens een sprits. Of
een reep. Dat hindert heus niets, zo'n enkel
dingetje.
Ik, heb het volbracht. O, heel gemakke
lijk, hoor. Gewoon een kwestie van wils
kracht.
Vandaag was het de laatste dag. Ik vind
mezelf nog wel wat dik, maar dat zal wel
hongeroedeem zijn.
Voor morgen heb ik in ieder geval een
heerlijke grote slagroomtaart besteld, om
de overwinning op het vet te vieren.
O nee, blijft u rustig thuis. Want ik eet
hem écht lekker helemaal alleen op dat
heb ik heus wel verdiend met mijn pres
tatie.
Paula Spotter
(Van onze parlementaire redacteur)
Kennemerplein 1 - Tel. 19373 - Haarlem
(achter N.S. station)
De nieuwe minister-president, prof. dr.
Jan Eduard de Quay, werd op 26 augus
tus 1901 te 's Hertogenbosch geboren. Hij
ontving gymnasiaal onderwijs aan het St.
Willibrorduscollege te Katwijk aan de Rijn
en studeerde vervolgens aan de Utrechtse
universiteit, waar hij in 1927 promoveer
de tot doctor in de letteren op een disser
tatie: „Het aandeel der sensorische en mo
torische componenten in het verloop van
leer- en arbeidsproces". In augustus 1927
vertrok hij naar Amerika, waar hij korte
tijd studeerde aan de universiteit te Chi
cago, de Yale University, de Harvard Uni
versity en de Columbia University.
In Nederland teruggekeerd was dr. De
Quay enige tijd assistent van prof. Roels
te Utrecht en lector in de psychotechniek
aan de katholieke handelshogeschool. Van
oktober 1928 tot augustus 1929 was hij be
last met de bestudering van psychotech
nische keuringen bij het staatsbedrijf der
P.T.T. Kort daarop werd hij medewerker
van het adviesbureau voor de bedrijfsor
ganisatie van ir. Louwerse en ir. Beren
schot, en daarna van 1931 tot 1933 bij de
algemene confectiehandel C. en A. Bren-
ninkmeyer.
In oktober 1933 volgde zijn benoeming
tot gewoon hoogleraar in de bedrijfsleer
en de psychotechniek aan de Katholieke
Economische Hogeschool te Tilburg. Hij
was voorts directeur van het technologisch
instituut van de katholieke economische
hogeschool en directeur van het Econo
misch Instituut van Noord-Brabant, redac
teur-secretaris van het maandblad „Eco
nomie", lid van de raad van bijstand van
het Economisch Instituut voor de Midden
stand, voorzitter van de Vereniging voor
Nationale Veiligheid, lid van de raad van
de Kon. Ned. Vereniging „Ons leger", lid
van het bestuur van het Luchtverdedi
gingsfonds, commissaris van de Neder
landse Handelmaatschappij, lid van de
Nederlandse Padvindersraad en commis
saris van enige Nederlandse ondernemin
gen.
Prof. De Quay maakte na het uitbreken
van de oorlog in 1940 deel uit van het
driemanschap van de Nederlandse Unie,
tezamen met mr. J. Linthorst Homan en
mr. L. Einthoven. Op 27 mei 1940 werd
hij benoemd tot tijdelijk regeringscom
missaris voor de organisatie van de ar
beid. In 1942 werd prof. De Quay door de
bezetter in gijzeling gesteld. Bij de ver
plichte melding van de reserve-officieren
kwam hij vrij en dook hij onder in Mid
den-Limburg. Gedurende de oorlog, na de
bevrijding van het zuiden, maakte hij in
1945 korte tijd deel uit van het tweede mi
nisterie Gerbrandy, waarin hij als minis
ter van Oorlog optrad. Na de oorlog
trad hij in het bestuur van de Nederlandse
Volksbeweging, waarvan eerst prof. W.
Schermerhorn en later dr. W. Banning
voorzitter was.
In 1946 werd prof. De Quay benoemd tot
Commissaris der Koningin in de provin
cie Noord-Brabant. In hetzelfde jaar werd
hij commissaris van de Nederlandse Bank.
Hendrik Albertus Korthals werd 3 juli
1911 te Dordrecht geboren. Hij doorliep de
hbs in zijn geboortestad, waarna hij aan
de Nederlandse Economische Hogeschool
te Rotterdam studeerde. Na zijn doctoraal
examen, in 1936 maakte hij tot 1940 deel
uit van de redactie van de Nieuwe Rotter-
damsche Courant.
Hierna was hij gedurende een tweetal
jaren werkzaam op de afdeling midden
stand van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart. Van 1942 af
was hij verbonden aan het secretariaat
van de directie Handel en Nijverheid. Na
de bevrijding in 1945 werd hij weer redac
teur van de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant. In november van dat jaar kreeg hij
zitting in de liberale Tweede Kamerfrac
tie. Hij maakte deel uit van de commis
sie-Van Poll en heeft in deze functie een
reis naar Indonesië gemaakt.
Sedert de oprichting heeft de heer Kort
hals zitting in de raadgevende vergadering
van de Raad van Europa en in de gemeen
schappelijke vergadering van de
E.G.K.S. Hij was vice-voorzitter van de
parlementaire-enquête-commissie. Te
vens is hij lid van de commissie van bij
stand van het Rijksinstituut voor Oorlogs
documentatie.
De heer Korthals is verscheidene jaren
hoofdbestuurslid en voorzitter geweest van
de Bond van Jonge Liberalen.
De heer Korthals is bestuurslid van de
Wereldomroep. In de bezettingstijd was hij
verbonden aan het illegale blad „Slaet op
den trommele" en voorts was hij hoofd
redacteur van het in Leiden verschijnende
blad „Het Dagelijks Nieuws". Hij is lid
van het Europese parlement en van de
defensiecommissie uit de Tweede Kamer.
Mr. Albert Christiaan Wilhelm Beer
man is advocaat te Rotterdam. Hij stu
deerde te Leiden rechtswetenschappen.
Sinds 1945 is hij voorzitter van de stich
ting Havenbelangen te Rotterdam. Voorts
is hij lid van de raad dier gemeente en
bekleedt hij onderscheidene commissa
riaten. Hij publiceerde tal van artikelen
over de Rotterdamse haven (verkeers-
vraagstukken) en trad op als prae-advi-
seur voor de Ned. Juristen Vereniging en
de Ned. vereniging voor internationaal
Recht.
Sidney James van den Bergh is vice-
voorzitter van Unilever n.v. en lid van de
raad van bestuur van deze vennootschap.
Hij is in 1898 te Rotterdam geboren, be
zocht het gymnasium en de Nederlandse
Handelshogeschool aldaar en was daarna
werkzaam in (Rotterdam, Berlijn en Lon-
Advertentie
wiek
Japonnen, vesten, blazers,
blouses, mantels en rokken
Zonder diep in'te gaan op de formele
details van het westelijke „Duitsland-plan",
dat te Genève aan de or.de is gesteld, kan
men constateren dat het een ernstige
poging is om de problematiek van het ver
deelde Duitsland zeer voorzichtig en stap
voor stap te benaderen, af te breken en
tenslotte op te lossen.
Hieruit valt te concluderen dat de wes
telijke mogendheden diep doordrongen
zijn geraakt van het feit, dat de eenvoudige
eis uit het verleden Duitsland moet her
enigd worden en in de westelijke invloeds
sfeer worden getrokken, door toepassing
van de westelijke democratische bestuurs-
beginselen in de beide, thans nog geschei
den delen geen reële kans op verwezen
lijking meer heeft. Het is duidelijk gewor
den dat de jaren van scheiding het zijn
er nu al veertien een toestand hebben
doen groeien die met dergelijke simpele
methoden tot oorlog leiden moet.
Als ooit ergens ter wereld de leerstellin
gen en praktijken van twee volkomen ver
schillende en tegenstrijdige cultureel-poli-
tieke ideologieën de noodzaak en het alter
natief tot vermenging en coördinatie heb
ben ontmoet, dan is dat wel in het tegen
woordige, verdeelde Duitsland het geval.
Het toekomstige Duitsland, op welke ma
nier en via welke tussenfasen het ook tot
politieke eenheid zal worden geleid, zal zijn
stabiele status slechts kunnen hervinden in
de synthese tussen communisme en kapi
talisme, waarbij deze twee stelsels elkander
zullen moeten trachten te vinden op het
punt van beider democratische elementen.
Die elementen hebben ze beide, doch zelfs
deze zijn in aard en wezen nog verschil
lend genuanceerd. Dat tekent de ontzag
lijke moeilijkheid van Genève: men kan
niet verwachten dat de ene danwel de an
dere partij met een werkzaam en bruik
baar plan komt om een nieuw soort cul
tuur-politiek te smeden, waarin zoveel ver
schillende legéringen verenigd moeten zijn
dacht de structuur ervan zo zij tot stand
mocht komen een geheel nieuw tijdperk
zal inluiden in de cultuurhistorie dei-
wereld.
Wat te Genève slechts kan gebeuren is
het voorzichtig, aarzelend aftasten van de
directe mogelijkheden op korte termijn.
Wat te Genève echter moet worden beseft
is, dat die mogelijkheden gericht dienen te
zijn op een verandering-van het-politiek-
culturele aanschijn der wereld in de verre
toekomst.
Het alternatief is al zo vaak omschreven:
een vermenging van de bestaande politiek-
culturele stelsels in een gloeiende heksen
ketel van atoomontploffingen, waarvan
niemand weet wat er als nog bruikbaar
element uit te voorschijn zal komen.
De heer Karei Lotsy, voorzitter van de
Nederlandse Sport Federatie en Harry
van Kruiningen bij het bekroonde
werk.
Prof. dr. J. E. de Quay (K.V.P.)
minister-president en minister van
Algemene Zaken.
Bovenste rij van links naar rechts:
mr. J. M. A. H. Luns (K.V.P.), Buiten
landse Zaken; mr. J. van Aartsen
(A.R.), Volkshuisvesting en Bouw
nijverheid; drs. H. A. Korthals (V.V.D.),
Verkeer en Waterstaat en vice-
minister-president; mej. M. A. M.
Klompé (K.V.P.Maatschappelijk
Werk en Volksgezondheid. Middelste
rij v.l.n.r.: prof. dr. J. Zijlstra (A.R.),
Financiën; mr. A. C. W. Beerman
(C.H.U.), Justitie; mr. E. H. Toxopeus
(V.V.D.), Binnenlandse Zaken; mr. dr.
Chr. J. M. A. van Rooy (K.V.P.), So
ciale Zaken. Onderste rij v.l.n.r.: mr.
G. V. M. Marijnen (K.V.P.), Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening; S. J.
van den Bergh (V.V.D.), Defensie; drs.
J. de Pous (C.H.U.), Economische
Zaken; mr. J. M. L. Th. Cals (K.V.P.),
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Doordat een aantal leden van de Tweede
Kamer minister wordt, zullen als nieuwe
leden worden benoemd de heer C. van
Nierop (A.R.), secretaris van het C.N.V..
in de plaats van prof. dr. J. Zijlstra; mr.
W. Aantjes (A.R.), secretaris van de Chris
telijke Aannemers- en Patroonsbond, in
de plaats van mr. J. van Aartsen; mevrouw
ir. A. KuyperStruycken (V.V.D.), lid van
de Rotterdamse gemeenteraad, in de plaats
van mr. E. H. Toxopeus; J. Corver (V.V.D
wethouder van Heemstede, in de plaats van
drs. H. A. Korthals; dr. W. Schuyt (K.V.P.)
in-de plaats van mr. J. Luns; mejuffrouw
J. Knol (K.V.P.) in de plaats van mejuf
frouw dr. M. A. M. Klompé; mejuffrouw
G. S. H. M. Kok (K.V.P.) in de plaats van
drs W. K. N. Schmelzer, die secretaris
van het economisch bureau van de minis
ter-president wordt.
Er zal ook nog een anti-revolutionair
staatssecretaris worden, verbonden aan '1
departement van Sociale Zaken, speciaal
voor de loonpolitiek.
Advertentie
Rook dan morgen eens
(CONSTANTE KWALITEIT)
Mr. Edzo Hendrik Toxopeus is in 1918
te Amersfoort geboren. Van 1.942 af is hij
advocaat en procureur, maar daarnaast
bekleedt hij tal van andere functies. Zo
is hij lid van de raad van rechtsbijstand
in strafzaken, lid van de gemeenteraad
van Breda, vice-voorzitter van de sport
stichting aldaar, vice-voorzitter van de
kerkeraad der Evangelisch Lutherse Ge
meente te Breda, voorzitter der Bredase
afdeling der V.V.D., en secretaris van
het bestuur der Nutsspaarbank aldaar.
Hij was lid van de Tweede Kamer voor
de V.V.D.
Drs. J. W. de Pous is in 1920 te Aals
meer geboren. Hij studeerde economie
aan de gemeentelijke universiteit te Am
sterdam. Wegens zijn activiteiten in be
zettingstijd was hij na de oorlog verbon
den aan het toen legaal verschijnende
dagblad „Trouw".
In 1947 en 1948 heeft de heer De Pous
in Amerika economie gestudeerd aan de
Northwestern University in Chicago. Van
1 november 1949 tot 1 januari 1953 was
hij secretaris van het Prot. Chr. Werk
gevers Verbond in Nederland, aan wel
ke organisatie hij als economisch advi
seur verbonden was tot zijn benoeming
in de Raad van State op 1 december
1958. Op 1 januari 1953 ging de heer De
Pous een lectoraat bekleden in de theore
tische economie aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam, als opvolger van prof. dr.
J. Zijlstra, die in september 1952 in het
kabinet-Drees werd opgenomen.
Drs. De Pous is plaatsvervangend lid ge
weest van de Sociaal-Economische Raad
en heeft als zodanig in velerlei commis
sies van dat college zitting gehad. Van
zijn hand verschenen verscheidene publi-
kat-ies, o.a. op het terrein van de loon- en
prijsvorming.
Mr. V. G. M. Marijnen is secretaris
van de Alg. Katholieke Werkgeversver
eniging en van het Katholiek Verbond van
Werkgeversvakverenigingen. Hij is in
1917 te Arnhem geboren en studeerde
rechten aan de r.-k. universiteit te Nijme
gen. Hij is van 1941 tot 1945 werkzaam
geweest bij de accountantsdienst van de
ministeries van Handel,- Nijverheid en
Scheepvaart en van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening. In deze tijd stu
deerde hij tevens aan de Economische
vanaf
per week
den. De heer Van den Bergh was kwar
tiermeester-generaal, thans is hij reser-
ve-generaal-majoor. Hij is lid van het
hoofdbestuur der V.V.D
Mr. dr. Charles Joan Marie Adriaan van
Rooy, is 23 januari 1912 te Rotterdam ge
boren. Hij studeerde rechten te Amster
dam en Utrecht en promoveerde te Am
sterdam in 1938. Een jaar later werd hij
burgemeester van Hontenisse, in 1945 bur
gemeester van Etten en Leur en in 1952
van Venlo. Thans is hij burgemester van
Eindhoven sedert 1 mei 1957. Hij is lid ge
weest van de staatscommissie-Van den
Bergh voor de herziening van de Wo
ningwet. Hij is lid van de Radioraad, ver
tegenwoordiger van de Radioraad in de
Televisiecommissie, lid van de Nationale
Spaaraad, kringcommissaris in Noord-
Brabant. van het Nederlandse Rode Kruis
en lid van de raad van bestuur van de
Nozema.
zijn in een groep, die zich uitspreekt voor
Brussel en een groep die voorstandster is
van Parijs.
Het parlement heeft, eveneens met alge
mene stemmen, een resolutie van de com
missie voor wetenschappelijk en technisch
onderzoek aangenomen over de oprichting
van een Europese universiteit. Hierin no
digt het parlement de executieve Commis
sie der Europese gemeenschap voor kern
energie (Euratoom) en de raad van deze
gemeenschap uit zo spoedig mogelijk een
instelling op universitair niveau in het le
ven te roepen voor de bestudering en de
ontwikkeling van de kernwetenschappen.
In de resolutie wordt de drie Gemeen
schappen en de raden van ministers ver
der verzocht hun krachtsinspanningen te
bundelen, teneinde te komen tot de stich
ting van een Europese universiteit voor na
tuurwetenschappelijk en technisch onder
wijs, de sociale en economische weten
schappen. het filosofisch-historisch onder
zoek en de ontwikkeling van het recht der
gemeenschappen.
Tevens wordt in de resolutie de hoop
uitgesproken, dat de executieve commis
sie der Europese Economische Gemeen
schap (EES) zo spoedig mogelijk voor
stellen aan de raad zal voorleggen, die
het deze mogelijk zullen maken richtlijnen
vast te stellen betreffende de onder
linge erkenning van diploma's, zodat stu
denten in elk land van de gemeenschap
kunnen studeren zonder hun studie te
moeten verlengen Voorgesteld wordt ook
de landen, die de verdragen van Rome
niet hebben ondertekend te betrekken bij
de stichting van de Europese universi
teit.
Aan het einde van de vergadering dien
de de Fransman Poher een motie van
orde in, waarin hij uitdrukking gaf aan
zijn ongerustheid over de toestand op de
kolenmarkt en over het verwerpen dooi
de raad van ministers van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal
(EGKS) van de voorstellen der Hoge
Autoriteit. De heer Poher zei te vrezen,
dat deze gang van zaken de toekomst
van de gemeenschappen in gevaar zou
kunnen brengen. Hij acht het noodzake
lijk dat, indien de omstandigheden dit
vereisen, het parlement eerder dan 22
juni bijeen zou moeten komen om de toe
stand op de kolenmarkt te bespreken.
Hiertoe zou een verzoek van de zijde der
Hoge Autoriteit ofwel van een derde deel
van de leden van het parlement (schrif
telijk) moeten uitgaan.
Verder werden nog resoluties aangeno
men betreffende de ontwikkeling van de
arbeidshygiëne en de bedrijfsveiligheid in
de mijnen en over het technisch en eco
nomisch onderzoek in de E.G.K.S.
STRAATSBURG (ANP) Het Europe
se parlement heeft donderdag een resolu
tie aangenomen, waarin de regeringen
wordt verzocht zo spoedig moggelijk een
besluit te nemen over de zetel van de in
stelling der gemeenschappen, of, indien
geen overeenstemming kan worden be
reikt, in ieder geval een plaats aan te
wijzen, waar het Europese parlement zich
definitief kan vestigen. Een delegatie van
het parlement zal de resolutie aan de re
geringen der zes deelnemende staten voor
leggen. De delegatie heeft opdracht daar
bij nadrukkelijk te verklaren, dat indien
zij (de regeringen) binnen een redelijke
termijn nog geen beslissing hebben geno
men, het parlement zelf zal besluiten
waar en hoe het zijn zittingen zal houden.
In de resolutie heet het verder, dat het
parlement er met voldoening van kennis
heeft genomen, dat de zes regeringen op
het ogenblik een onderzoek instellen naai
de mogelijkheid een Europees district te
vormen, waar alle Europese instellingen
zouden worden ondergebracht. Het parle
ment beveelt de regeringen aan, dit on
derzoek te bespoedigen, teneinde tot een
snelle verwezenlijking van een dergelijk
district te komen.
Tijdens de discussie werden geen na
men genoemd van plaatsen waar een der
gelijk district gevestigd zou worden, doch
de parlementariërs zouden te verdelen
Advertentie
Hogeschool te Rotterdam. Hij had de lei
ding van de afdeling agrarische en agra-
risch-industriële beheren bij de Raad voor
het Rechtsherstel van 1945 tot 1949.
Daarna, tot 1951, was hij secretaris van
de Stichting voor de Landbouw. Vervol
gens bekleedde hij functies bij het minis
terie van Landbouw, o.a. die van direc
teur der Exportbevordering.
Mr. Marijnen is ook werkzaam op het
gebied van de kinderbescherming.