Een krant van zestien pagina's wordt gedrukt van in totaal 1 500 kilo wegende loden platen ,DE DEUREN GAAN OP SLOT" De laatste loodjes HOE KOMT DE KRANT TOT STAND? Erbij ZATERDAG 6 JUNI 1959 PAGINA DR1 WANNEER DE VORMEN mei de letterlijk loodzware pagina's voor de krant- van-de-dag na een laatste controlerende blik van de redacteur-opmaker onder de pragepers schuiven, is de slotfase in de dagelijkse vervaardiging van ons dagblad begonnen. Van dat ogenblik af heeft, de techniek alleen het woord. Het gehele procédé is nu nog maar op één ding gericht: de vlakke gezette pagina's een zodanige vorm te geven dat zij voor het drukken op de twee rotatiepersen geschikt zijn. In tijd gerekend ligt er net een kwartier tussen liet sluiten van de laatste paginavorm door de opmaker en de roffelende inzet van de rotatiepers. In dat kwartier moet da vlakke, eenenveertig kilo wegende pagina getransfor meerd worden in een halfronde loden plaat, welke precies past op de cilinders der rotatiepers waartussen de papierhaan loopt. De daartoe noodzakelijke tussenfase heet stereotypie, ook wel rondstereotypie genoemd wanneer het speciaal om rotatiedruk gaat. Vóór 1875, het jaar waarin da eerste moderne rotatiepersen werden ontworpen, had men uitsluitend met vlakst er éotypté te maken. De in de achttiende eeuw onder meer door een Leidse dominee gevon den gipsmatrijs werd in 1835 afgelost door de papiermatrijs van de handzetter Genou uit Lyon. Die matrijs is de onmisbare schakel tussen de vorm en de gegoten stype, zoals we de platen noemen welke op de cilinders van de rotatie pers worden gemonteerd. Er wordt dus van de pa gin a-in-de-vorm- eerst een afdruk gemaakt op een papieren matrijs. Oppervlakkig gezien is dat „een st.uk karton', maar dan een stuk karton waaraan bij de fabricage de grootst moge lijke zorg is besteed. Een „couche" - een beschuttende en gevoelige laag - verleent de matrijs een volstrekte gelijkmatigheid, hetgeen van belang is voor de afdruk van zelfs de fijnste rasterpunten der clichés. Dat. stuk karton, de „flan", wordt in de zogenaamde pragepers - het goed Nederlandse woord stempelpers heeft geen burgerrecht verkregen - op de vorm gelegd, waarna de pers naar beneden zakt en onder een oliedruk van 240 kilogram per vierkante centimeter de letterbeelden van de vlakke vorm in de „flan" perst, die daardoor eigenlijk pas tot matrijs wordt. 'iiiiiiilllililllililllllllllllllliiilfllliiiiiï lllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllilli Een van onze beide machtige persen, waarop onze bladen dagelijks in een kleine 50.000 exemplaren worden gedrukt. (De foto's bij dit vierde en laatste artikel van de serie „Hoe komt de krant tot stand?" zijn van W. J. van Borselen te Haarlem). Beneden ligt de matrijs van speciaal geprepareerd karton. De gietmachine is juist geopend en boven hangt de halfronde loden plaat gereed, die van de matrijs gegoten is. De halfronde platen, die elk een pagina bevatten, worden op de hun toegewezen plaats op de cilinder van de pers vastgemaakt. DE MATRIJZEN WORDEN dan in de afdeling stereotypie eerst in een ronde trommel onder de straling van infrarode lampen gedurende vijf minuten gedroogd, want de flan werd enigszins vochtig onder de stempelpers gelegd om de elasticiteit van dit materaal te vergroten. Na het droogproces verhuist de matrijs naar het half-automatische rondstype-gietapparaat. Dit bestaat uit twee delen: do ketel, waarin duizend liter vloeibaar lood van 280 graden suddert, en de halfronde schaal daaronder, waarin de matrijs gelegd wordt, met de letterbeelden naar boven. In die schaal bevindt zich voorts een stalen kern en de ruimte tussen die kern en de matrijs wordt met lood gevuld zodra de stypeur op een pedaal heeft gedrukt. Het gieten van zo'n halfronde stype, welke kenmerkend is voor het drukken met de rotatiepers, vergt nog geen twee minuten. Het grote voordeel van de stereotypie is dat men op betrekkelijk eenvou dige manier van hetzelfde zetsel meer stypen kan gieten, waar door het drukken in meervoudige produktie mogelijk is, zonder dat. dit meer zetwerk met zich brengt. Vervolgens worden de platen op de cilinders van de rotatiepers gemonteerd. Daar hebben we weer sterke mannen bij nodig: elke plaat weegt immers twintig kilogram. Wanneer men nu denkt: de krant was vandaag zestien pagina's dik, dus die jongens hebben zestien keer twintig kilo getild, dan stelt men de zaak veel te eenvoudig voor. In de eerste plaats al omdat wij bij een omvang van zes tien pagina's „met meervoudige produktie op één pers draaien". Dat zit zo: elk van onze twee persen kan een krant van 32 pa gina's in één machinegang drukken en vouwen. In een uur tijd rollen er dan achttienduizend kranten uit. Maar de rotatiepers is zo ingericht dat men bij minder pagina's de produktie even redig kan vergroten. Dat wil zeggen, dat bij een krant van zestien pagina's er twee kranten tegelijk kunnen worden gedrukt en gevouwen en bij een kleine krant van acht pagina's, zoals in de zomer wel eens voorkomt, zelfs vier. WANEER WE EEN KRANT met zestien pagina's maken glijden er dus steeds twee exemplaren tegelijk op de transport band. Dat wil echter ook zeggen, dat er voor elke pagina twee platen gemonteerd moesten worden. Aha, denkt, de lezer, de rotatiedrukkers sjouwden dus geen 320 maar 640 kilo. Zelfs dan doet men die mensen tekort. Want ons blad is een streek- dagblad en geeft enige edities uit om de bewoners van die streek, waarvan Castricum en Sassenheim, Zandvoort en Aalsmeer de hoekpunten vormen, te gerieven. Dit editiestelsel is gebaseerd op de eenvoudige waarheid, dat waar de bakker ligt de brouwer niet kan liggen Wanneer mejuffrouw Truitje Vest uit de Casem- brootstraat in IJmuiden slaagt voor het diploma nuttige hand werken is dat voor de lezers in Hoofddorp en Hillegom de moeite van het weten en daarmee van de plaatsruimte niet waard. Op die plaats kunnen we dus beter melden, dat de zevenenvijftigjarige C. M. uit Hillegom op de Kruisweg bij Ho 'ddorp is geslipt en in het St. Elisabeths gasthuis te Haar lem moest worden opgenomen: de pech van de heer C. M. in teresseert onze abonnees in de IJmond nu weer niet zo hevig. Vandaar dat wij onze lezers in het IJmondgebied elke dag van dienst zijn met onze IJmuider Courant, waarin het nieuws uit IJmuiden, Velsen. Beverwijk en omgeving het volle pond krijgt. Dat betekent echter eveneens, dat op zo'n krant met zestien pagina's altijd enige redactionele pagina's en pagina's met spe ciaal op het IJmondpubliek gerichte advertenties gewisseld moeten worden. Als dat er twee van elk zijn, betekent dit dus twee keer vier platen. Tenslotte wordt er meestal een afzonderlijke pagina op gemaakt met plaatselijk nieuws uit Zand voort, de bollenstreek en Haarlemmer meer. Dat maakt nog eens twee keer twintig kilogram. Voor het drukken van zo'n krant van zestien pagina's wordt dus in minder dan twee uur zo'n slordige achthonderd kilogram ge tild, wanneer er op één pers wordt, gedrukt. Wij beschikken evenwel over twee 32-zijdige rotatiepersen, welke voor het drukken van de Haarlemse editie als regel dagelijks worden gebruikt. We be sparen u verder gereken: in totaal wegen de voor een nummer van zestien pagina's benodigde rondstypeplaten bijna vijftien honderd kilogram. Dat laatste loodjes wegen dus ook bij ons het zwaarst. In dat geval beschikken wij over een drukcapaci- teit van 56.000 kranten per uur. De tweede rotatiepers doet vooral goede diensten wanneer de krant dikker is dan zestien pagina's, zoals op de zaterdagen door de toevoeging van ERBIJ veelal het geval is. Dan is het immers niet mogelijk op een 32-zijdige rotatiepers dubbele produktie te draaien. DE BEZOEKERS van onze rotatiehal zien aan weerskanten der persen de papier- baan uit een sleuf in de vloer opstijgen. Onder de rotatiepersen bevinden zich na melijk in de papierkelder de stellages cilinders zijn bekleed met een rubber- en een kurklaag en afgedekt met een glas vezelplaat.. Daardoor krijgt de papierbaan een stevige ondergrond waarop een scher pe afdruk van de rondstypeplaat mogelijk wordt. Tegen de drukcilinders draaien de plateneilinders. welke onder het drukken voortdurend van verse inkt worden voor zien. De inkt zelf bevindt zich in bakken aan de onderzijde van de pers en wordt door middel van een stelsel van wentelen de inktrollen naar de platencilinder ge transporteerd. De eerste cilinder drukt de zogenaamde schoondrukpagina's, de twee de de andere zijde, de weerdruk. In een eindeloze stroom verlaten de kranten de rotatiepersen. In de expeditiehal worden de pakken kranten temidden van een kakofonisch geroezemoes en een voort durend komen en gaan van bezorgers over de verschillende wijken gedistribueerd. Voor IJmuiden, de bollenstreek, Haar lemmermeer, Zandvoort en enkele Haar lemse buitenwijken worden de kranten door vier bestelauto's naar een paar cen trale bunten gebracht, van waaruit de be zorging geschiedt. INTUSSEN WORDEN IN DE stereo typie-afdeling al het zetsel en al de stype- platen verzameld. In de Ovens wordt al dat gebruikte lood onder een temperatuur van 280 graden Celsius weer omgesmolten tot de loodstaven welke de volgende dag de gietpotten der zetmachines weer zullen vullen. En in de machinezetterij zijn de typografen al bezig met het zetten van de eerste artikelen voor de krant van morgen, kopij die zojuist via de buizenpost van de redactie is gekomen. Want zolang er leven is, zal er nieuws zijn en zolang er nieuws is zullen er kranten verschijnen. Ook üw en ónze krant. De kranten komen, volledig gereed, uit het vouwapparaat en worden bij stapels van vijftig op de transportband naar de expeditie gelegd. waarin de papierrollen worden opge hangen. Wanneer zo'n rol, beginnende in onze drukkerij tussen de Heiliglanden, af gewikkeld zou worden, zou men Benne- broek al gepasseerd zijn voordat het einde in zicht zou zijn gekomen. Uiteraard is in deze vergelijking het zekere ingrijpen door de Haarlemse verkeerspolitie niet verdis conteerd. Die papierbaan is overigens niet alleen lang, maar ook zwaar. Voor zover dat gewicht niet uit de lengte komt, komt het uit de breedte en die is verschillend naar gelang de omvang van de krant waar voor het papier wordt gebruikt. Er kunnen namelijk vier rondst.yp<mlaten naast elkaar op de cilinders van de rotatiepers worden gemonteerd. Daar onze pagina's 42 centi meter breed zijn. bedraagt de maximale breedte van de papierrollen het viervou dige daarvan: 168 centimeter. De smalste rol is 84 centimeter breed en verder is er nog een tussenmaat van 126 centimeter. Het gewicht der rollen loopt uiteen van 350 tot 700 kilogram. Voor een krant van zestien pagina's hebben we voor onze op laag van 48.000 exemplaren al gauw vijf duizend kilogram papier nodig. Per jaar nemen we een dik miljoen kilogram van de papierfabrieken af. Onze kelders, waar een constante temperatuur heerst om het vochtigheidsgehalte van het papier op de vereiste 60 percent te houden, kunnen driehonderdduizend kilogram bevatten. Het handhaven van het juiste vochtig heidsgehalte kan heel wat narigheden tij dens het drukken voorkomen. De papier baan wordt dan immers twee keer tussen de draaiende platen- en drukcilinders doorgevoerd, alvorens zij in het vergaar-, snij- en vouwapparaat verdwijnt, waar de krant zijn uiteindelijke vorm verkrijgt. Het is duidelijk dat de papierbaan door al die bewerkingen aan heel wat „trek" en „druk" onderhevig is. Is het papier te droog of te vochtig, dan is de kans op het breken en scheuren van het papier maar al te groot. Het opnieuw door de cilinders voeren van het papier brengt zeer veel tijdverlies met zich. Vooral wanneer er honderd bezorgers ongeduldig toezien „of er nu nog niet gedraaid wordt" is het zaak het hoofd koel te houden. De échte kranten man zijn dergelijke ogenblikken deson danks dierbaar, want zij bewijzen dat het maken van een dagblad van begin tot eind een spannende bezigheid is. INTUSSEN MOETEN WIJ u nog ver tellen, dat het papier in de rotatiepers om de drukcilinders wordt gespannen. Deze AANGRIJPENDE ROMAN OVER DE HONGAARSE OPSTAND (Van onze correspondent in Wenen AL ZIJN ER NOG zoveel beschrijvingen, overzichten, rapporten en hóeken over het Hongaarse drama verschenen en al is het bericht van de Hongaarse commissie van de UNO zelfs een „bestseller' geworden, hét litteraire epos of de grote roman over deze helfhaftige strijd is nog niet ge schreven. Maar er is nu een begin ge maakt. Van de Honga.arse schrijver Gy- örgy Sebestyén heeft „De Boekerij" te Baarn in een goede vertaling van J. F. Kliphuis de roman gepubliceerd: „De deuren gaan op slot", welk werk ten volle de aandacht verdient, omdat het afge zien van eên paar onevenwichtigheden een werkelijke artistieke prestatie kan worden genoemd. Men leert hier de op stand kennen, zoals honderden bewoners van Boedapest haar hebben beleefd vanaf het ogenblik, dat zij hen overviel. DE HOOFDPERSOON is de student Zöl- tan Borbely, die twee jaar tevoren door een medestudent werd aangebracht en zo doende zijn studie moest opgeven. Onver wacht en onvoorbereid breekt de revolutie uit, die zich als een natuurramp ontlaadt, waarvan slechts enkele hoogtepunten wor den aangestipt. De revolutie wordt niet in de vorm van een kroniek beschreven, maar als een gebeuren dat zich vanzelf ontwikkelt uit het leven, denken en voelen van hen, die aan de revolutie deelne men. Uit alles blijkt dat men met een spon tane volksbeweging te doen heeft, die van de ene kant gedragen wordt door een on beschrijfelijke vaderlandsliefde en een grote nationale trots, doch die aan de an dere kant wordt aangevreten door de twij fel aan het uiteindelijk succes. WIE BOEDAPEST van vroeger ként of wie de revolutie zelf geheel of gedeeltelijk heeft meegemaakt, ontdekt in deze roman, die geheel eigenaardige atmosfeer welke de stad eigen is. Men proeft de stad, de armoede van de ongeluchte kleren, de gro te binnenplaatsen en de donkere vochtige kelders. Men ziet de bekende, nu opgebro ken straten, de angstige ongewassen ge zichten en men hoort, weer de Russische tanks. Er komen in dit boek helden voor, die hun leven voor de revolutie geven; an deren die altijd weer twijfelen en diepzin nig discussiëren, terwijl de jeugd zich op offert. Men leert ook de vroegere verra der kennen, die tot beter inzicht is geko men, maar die men blijft wantrouwen, zo dat hij zijn heil zoekt in de verzoenende dood. Er treedt een priester op, die eerst met een groep verzetsstrijders op het plat teland papier gaat halen voor de nieuwe krant en daarna urenlang met boeren en studenten debatteert over de vraag óf het doden van de vijand moord is. Vrijwel al le lagen van de bevolking krijgen een or ganische plaats in dit verhaal: studenten diensters, arbeiders, vrouwen, intellectue len en politici, verlopen aristocraten en echte geestelijke adel en terwijl het gro te drama zich afwikkelt, krijgt dit verhaal telkens een diep menselijke wending. Hooggestemde verwachtingen en diepe teleurstellingen wisselen elkaar af, niet al leen op het grote toneel van het nationale verzet, maar ook in de zijtafrelen van het individuele leven der spelers. DAT ALLES WORDT beschreven in een eenvoudige, maar krachtige taal, waarin telkens een pakkende vergelijking opflitst. En terwijl men ademloos verder leest, ont dekt men plotseling dat dit geknevelde volk in Sebestyen een uitstekende schrij ver bezit, die zijn land ook in de balling schap nog altijd dient. De generatie van goede Hongaarse schrijvers is nog steeds niet uitgestorven. Want ook in dit boek worden vooral de zielen blootgelegd met een onbarmhartige openhartigheid, die al leen verklaarbaar is als gevolg van deze springvloed, die alle vroegere belemme ringen en beddingen heeft weggespoeld. Er ligt over dit boek een grenzeloze wee moed, het besef dat het verzet op dat noodlottige ogenblik tot uitbarsting moest komen, ondanks de vraag of al die offers en inspanningen wel zinvol waren. Toch is het geen boek zonder uitzicht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 17