„Frans de Kubber - in wormen" DE RECLAME EN ONS PRESTICEGEVOEL Het masker als kunstuiting De wens in de gebruiker herontdekt ZATERDAG 6 JUNI 1959 Erbij PAGINA TWEE ZA ERS ZEEPIERFW Goesenaar vangt bij nacht en ontij duizendpoten in Zeeuwse schorren naar bijbels neemt over gehele wereld toe Repertoire Haagsche Co me die VIERHONDERDDUIZEND wormen kronkelen er jaarlijks door de handen van Frans de Kubber te Goes. Vierhonderd duizend „zagers", die hij en zijn vrouw samen in de Zeeuwse schorren bij nacht en ontij gaan vangen. En via zijn handen glibberen al die duizenden lange, roodachtige, duizendpotige wormen naar alle kanten van Nederland en daarbuiten. Want het beroep van Frans de Kubber is wormensteker, tevens gros sier en exporteur van de beroemde zagers. De enige in ons landIn een grote witte koelkast is zijn bedrijfskapitaal. Een koelkast met laden die tot de rand gevuld zijn met de lange zeewormen. „Zagers en zeepieren" meldt het bordje op zijn deur in een smalle Goese straat. Een paar maal per dag trekt Frans de Kubber er met zijn vrouw per auto op uit om ge wapend met riek en emmer en gekleed in de meest haveloze plunje op jacht naar de zagers te gaan. In het slik van de Oosterschelde, in de buurten van Yerseke en Wemeldinge, vindt hij ze. Daar slaat hij tweemaal daags bij laag water zijn slag. Nu eens 's nachts om half twee. dan weer 's morgens vroeg om kwart over vier. 's Winters en 's zomers, in regen, kou en hitte. „Een keihard beroep", zeggen de De Kubbers, ..je moet er dag en nacht, voor ploeteren, maar we hebben er een dikke boterham in; dat wil ik graag eerlijk toegeven". FRANS DE KUBBER was boekhouder in Den Haag. Maar de cijfertjes verveelden hem. Hij hield van iets levendigers. En dat vond hij, toen hij 35 jaar oud was. Want wie durft beweren, dat er in wormen geen leven zit? De rasechte zeehengelaars weten het wel: zagers lange, rode duizendpoten die wel een vinger dik en een halve meter lang kunnen worden is het beste visaas dat je voor de zeevisserij kan hebben. Zagei's, die alleen gevonden worden in de Deense Sont, aan de oever van de Theems, in de buurt van Calais enin de Oosterschelde zoals zeehengelaars op zekere dag ontdekten. Frans de Kubber zag er iets in. Hij begon te spitten en nu, vijf jaar later, spit hij nog tot grote tevredenheid van hemzelf en van de duizenden IN DE ECONOMISCHE wetenschap definieert men consumptie als het be vredigen van een behoefte, of met andere woorden als het tegenovergestelde van produceren, namelijk het vernietigen van produkten. Zuiver wetenschappelijk gezien is dit juist, maar het is een abstractie die alles behalve de maatschappe lijke volheid van het ver schijnsel weergeeft. Want het heeft behalve de be kende economische aspec ten ook tal van sociolo gische, die steeds meer be tekenis krijgen, óók voor de econoom. In de wel vaartsstaat kan men niet. meer werken met een con sumptiebegrip dat zich be perkt tot het beantwoorden aan primaire levensbehoef ten, men moet van een schaarste-economie over gaan op de overvloed en daarin gebeuren andere dingen dan men gewend was. Van oudsher zijn goe deren en diensten sym bolen geweest van een be paalde waardigheid en ook thans is dat zo. Alge meen bekend is dat het grond-beril in vroeger jaren een gewichtige rol speelde als bestaansbasis en pres tige factor voor de heersen de standen. Even immobiel als dit soort bezit, was de maatschappij die er op ge baseerd was. De. kapitalis tische economie bracht ook hierin een revolutionaire verandering, want, het veel beweeglijker aandelenbezit-, allengs niet- meer gebonden aan bepaalde kringen, nam voor een belangrijk deel de plaats in van het oxide grootgrondbezit. Maar daar mee was een sociaal dis tinctiemiddel verloren ge gaan, want aandelenbezit is anoniem. Toch is de menselijke behoefte om- rich van anderen te onder scheiden blijven bestaan, maar uiteraard zal deze distinctiedrang zich. in de verstedelijkte, geïndustria liseerde wereld, waarin grote mensenmassa's dicht, opeen wonen, anders uiten als in de hoofdzakelijk agrarische, dun bevolkte landen van weleer. Frans met een van zijn „zagers" - een kleintje maar zeehengelaars. Als het een druk seizoen is. heeft De Kubber een man of tien voor zijn bedrijf aan het spitten, terwijl hij dan de hengelsportzaken en vissers in binnen- en buitenland afreist. MET DE LEVERANTIE aan een Rotterdamse hengelsport zaak is het begonnen. „Maar 'es proberen", had de eigenaar vijf jaar geleden gezegd, toen Frans de Kubber een monstertje afleverde. Nu staan de zagers bekend als het beste aas voor de zeehengelarij, die na de oorlog een enorme vlucht heeft ge nomen en het neusje van de zalm betekent voor de ware sport visser. Van Goes uit worden er vooral in het zomerseizoen dagelijks vele partijen zagers als ijlgoed verzonden. Afzender: „Frans de Kubber in wormen". Een dubbeltje per stuk vraagt hij ervoor, maar in België worden ze weer grif voor vijf franken (veertig cent) van de hand gedaan. De Goesenaar is door de opgedane ervaring met de zagers een spe cialist geworden. Hij is de enige die ze langer dan een week levend in huis kan houden en dat is een prestatie, want een maal gevangen is het leven van een zager bijzonder broos geworden. De heer De Kubber experimenteert nu met deze wormen, om ze te kunnen conserveren ge durende de wintermaanden. In Keulse potten, maar hoe precies houdt h: angst vallig geheim. Hij organiseert ook vis- tochten eind mei alweer een internatio nale zeehengelwedstrijd per boot op de Oostérschelde en in Belgische henge laarskringen is hij een alom bekende figuur. MEVROUW DE KUBBER heeft, zich ge- Ei specialiseerd op het vangen. Haar man =E spit en als ze een zager ziet wegschieten, grijpt' zë' hem vlak achter cle kop beet. H „Dan krijgt-ie het benauwd en strekt-ie z'n lange lijf", vertelt mevrouw De Kub- ber, „dan kan ik hem er wel zo uittrek- S ken". Of ze er niet vies van is? ..Nou. in het begin wel, want als Haags stadsmeisje E ben ie niet veel gewend". Maar daar is ze S nu overheen en zonder blikken of blozen E grijpt ze nu in een bak met levende, glib- E berige zagers, 't Is éen glibberig bestaan. E Ook in dé niet strikt letterlijke betekenis S van het woord. Want de wormenspecialist S komt nogal eens in aanraking met politie g en justitie. Hii mag dan een spitvergunning E van Rijkswaterstaat hebben, maar dat geldt alleen voor de vrije gronden en daar S zitten natuurlijk de zagers nu juist maar E zo sporadisch. De oesterboeren laten hem 5 echter oogluikend toe. Maar van iijd tot tijd wordt Frans de Kubber gesnord en dan betaalt hij de maximumboete. Hon- WAT DE BEHOEFTEBEVREDIGING betreft heeft zich. om met Mannheim te spreken, een fundamentele democratise ring voorgedaan. Steeds bredere lagen van de bevolking hebben toegang tot luxe sectoren. die tot voor kort zeer exclusief aan de enkelen waren voorbehouden. Als de basisbehoeften hun deel hebben gekre gen, wordt het noodzakelijk de potentiële kopers met andere middelen te benade ren. In de reclame komt het accent steeds meer te liggen op dit prestige-element, op het aangeven van die kwaliteit in het artikel, waardoor men er zich van ande ren mee onderscheidt. Daarbij trekt men bij voorkeur de aaiïdacht door afbeeldin gen van' avondkleding, dure interieurs, kandelaars en kaarslicht, afbeeldingen van huishoudelijk personeel bij voor keur Engelse butlers kastelen en dure woningen, enzovoorts. Ook op andere wij zen probeert men de toekomstige klanten te bewegen het leven te accepteren, dat vroeger alleen de, wat Veblen „leisure class" noemde, was voorbehouden. Werk en-consumeer is het motto zonder schuldgevoelens, want u heeft recht om met. uw geld t.e doen wat u wilt. Men put zich hoe langer hoe minder uit in aanprij zingen van de kwaliteit van huishoudelij ke artikelen; waar men de nadruk op legt is-dat ze het de huisvrouw gemakkelijker maken, haar leven er waardevoller en mooier door wordt en dat ze haar veel tijd doen sparen. Bovendien zal zij aanzien in buurt en vriendenkring genieten. ZO WORDT DE MENS in de gebruiker herontdekt, voornamelijk in zijn zwakhe den tot nu toe, nadat in het bedrijfsleven de mens in de arbeider terug was gevon den Toch zijn de gevolgen niet alleen ne gatief, luxegoederen, eertijds alleen voor behouden aan enkelingen komen via de de psychologische reclamemethoden en derd gulden staat daar voor. volgens ar- t:kel 17 van het baggerreglement OVER EEN JAAR OF WAT, als de Oosterschelde is afgedamd, zal er geen sprake meer zijn van getijdenwisseling op deze zeearm. Dat betekent, dan tevens hel einde van de zagervangst. „Misschien dat we dan naar Frankrijk gaan om het be drijf voort te zetten", aldus de heer De Kubber, „want merkwaardig genoeg zien de Fransen zelf er nog geen boterham in. Maar ik zie best kans daar net. zo'n zaak op te bouwen als hier. Er zit leven genoeg in de zagers". Voorlopig is er echter nog voldoende werk aan de wormenwinkel voor de De Kubbers en zal de enige Neder landse groot- en exporthandel in zagers en zeepieren nog een levendige handel be schoren zijn. de lage prijzen binnen het bereik van al len en deze kunnen een positieve bijdrage leveren voor een algemene verbetering van het geestelijk levensniveau. Waar het devies is een zo hoog mogelijke produktie te bereiken, daar moet ook geconsumeerd worden en het is dwaasheid om 't bezit van goederen om hun prest igefunctie, die door de reclame zeer terecht nog extra wordt aangewezen en aangedikt .te vooroorde len of belachelijk te maken. In ieder ge val lost men daar niets mee op, noch ver andert men er de onderscheidingsdrang ook maar een weinig mee. Vaak ook speelt hierbij een zekere afgunst een rol. want. nu zoveel zaken langzaamaan gemeengoed gaan worden, is het uiterst moeilijk zich duidelijk van anderen te onderscheiden. Natuurlijk zijn de distinctiemiddelen be kend. auto's, televisietoestellen, woningin richting, kh ding, ijskasten enzovoorts zijn goede voorbeelden. Zij nemen in een vrij brede middenstand de plaats in van het oude grond- en huizonbezit. Er is een subtielere differentiatie gekomen dan die er vroeger bestond tussen de gepronon ceerd gescheiden, ja bijna gesegregeerde standen. De sociale rangorden die in het maatschappelijke prestige tot uitdrukking komen liggen niet juridisch of institutio neel vast. Dit was in de stabiele middel- [SLA** IN DE INDIAANSE maskers treft ons steeds de ernst. Hier aan verwant zijn de maskers van Hildo Krop, die destijds gebruikt werden bij de opvoe ring van „The only jealousy of Emer" van Yeats, en die onlangs aangekocht zijn dooi de gemeente Amsterdam ter ere van Krops zeventigste ver jaardag. Hoe eigen zij ook zijn, toch brengen zij ons speciaal een Indiaans masker uit het N.W. kustgebied van Noord- Amèrika in de herinnering. Geen masker ter wereld geeft mij zo dè vervoering weer als het achttiende eeuw- se Javaanse Topengmasker met de hemelse glimlach in het Museum voor Aziatische kunst te Amsterdam. Wan hoop, smart en liefde open baren zich in de maskers voor de Griekse tragedie en het Romeinse drama. Nico Wijn berg wist in zijn ontwerpen voor de opvoering van de Tphigeneia onder de regie van Johan de Meester en Han Bentz van den Berg deze klas sieke maskers weer tot leven te brengen. Merkwaardig is nog. dat alleen de Japanners in hun beroemde No-maskers de zotternij konden uitdruk ken, die moderne kunstenaars in hun poppen- en lekenspelen (onder anderen Van Elteren Bert Brugman en Hoefnagels) aanwenden. PSYCHOLOGISCH gespro ken en afgezien van het scala van gevoelens is er nog de vlucht uit het „ik", de vlucht, die zich al bij kinderen uit, als zij een masker opzetten voor een feest, en die, evenals dat bij bezweringshandelingen van primitieve volkeren het geval is, een gevoel van macht geeft Deze soort van maskers zijn artistiek verantwoord gebruikt in de aantrekkelijke kinder- Achttiende-eeuws houten Topengmasker (Java), beschilderd in zwart, rood en goud. balletten en goede kinderstuk ken, zoals in de Vos Reinaert met maskerontwerpen van Bert Bennema onder regie van Erik Vos. Tot ontwerpen voor het toneel voelen zich ver schillende maskermakers aan getrokken, zoals de reeds ge noemde Van Elteren, met Daumier-achtige maskerge zichten, die enige maskers ontwierp van Canols Im promptu d'Amsterdam. De spirituele beeldhouwer-schrij ver L. P. J. Braat maakte mas kers voor het toneelspel Noach. terwijl Nel Knoop maskers vervaardigde voor Reinaert de Vos van Veterman. Grietje Kots maakt nog altijd haar zeer orginele en zeer moderne dansmaskers. Zeer gestileerd zijn deze aanvankelijk van klei vervaardigde papier-maché maskers. Vooral de vrouwen koppen als Mariken van Nim- wegen en het koningskind in Halewijn, die in hun devote uitdrukking doen denken aan middeleeuwse schilderijen, zijn daar een voorbeeld van. De duivel in Mariken van Nim- wagen geeft een reminiscentie aan een primitief masker uit Ceylon. Enkele van deze mas kers worden op de hand ge danst. VAN KUNSTENAARS als de reeds genoemde Braat, de beeldhouwer Kees Schrikker, de sierkunstenaar Hans van Draanen en de edelsmid Pim Polet, zien wij maskers uit sluitend als kunstuiting. Dat van Braat, een houten maskei vol uitdrukking met een op vallend hoog voorhoofd, zou den wij willen vergelijken met enige maskers uit Nieuw-Brit- tannië bij Nieuw-Guinea. Hans van Draanen sloeg van ge- oxydeerd messing een treffend masker, bedoeld als In Me- moriam. De oudere Pim Polet vervaardigde een masker van rood koper een antilope voor stellend, dat in zijn vorm geving overeenkomst, vertoont met een primitief masker van de Ivoorkust. Zacht gemodel leerd maar verbluffend tref zeker is het gebakken aarden maskerontwerp Levensgraal van de beeldhouwer Kees Schrikker en zijn ontroerende klassieke vrouwenmasker, dat t.e bezichtigen is in zijn grote atelier, eens dat van zijn voor ganger Mendes da Costa. lielma Wolf-Catz eeuwse maatschappij wel het geval, maar in een democratische samenleving ziet men vast verankerde standen als in strijd met het principe van de gelijkheid en de vrijheid. DE SOCÏALE DIFFERENTIATIE, die er tussen de verschillende rangorden be staat is; dan ook los en in voortdurende be weging. Vandaar dat de prestigestrijd zich veel meer op individueel niveau af speelt. tussen buren en bekenden, waar bij het doel is de anderen in het bezit van duurzame consumptiegoederen voorbij te streven. De goederen zelf bezit men dan niet alleen om het plezier dat men van ze heeft, om hun nuttigheidswaarde, maar ook als symbolen van het prestige, dat men aan ze ontleent. Deze wedijver geeft de mens in de geformaliseerde en genivel leerde moderne maatschappij een kans een persoonlijk succes te boeken, want de ijskasten, de mixers en de dure auto's zijn zinnebeelden van het succes dat men heeft. De distinctiedrang heeft een bijzon der dynamisch karakter en de grote om zetten van de industrie zijn waarschijn lijk voor een belangrijk deel hieraan te danken. Trouwens men moet gelijk met de anderen op kunnen doen om zijn zelfres pect te kunnen behouden en daarmee is het verschijnsel ook van psychologische aard geworden. De consumptie van luxe goederen wordt dan een dwingende nood zaak, waarop men rechten heelt het niet. bezitten van sommige artikelen wordt immers tegenwoordig al als een soort ar moede gezien en die men ook politiek Jaat gelden, want zij vinden erkenning in het streven, naar volledige werkgelegen heid, die alleen maar kan bestaan, als de consumptie maximaal is. VRIJWEL ALLE KLASSEN nemen aan de wedstrijd deel en maar zelden vindt men nog de oude burgerlijk-kapitalistische ingetogenheid, waarbij men de luxe die men zou kunnen ten toon spreiden, juist niet bezat, maar deze als ondeugd be schouwde. De oude calvinistische kooplie den die het Nederlands volkskarakter zo sterk beïnvloedden stelden er een eer in zo zuinig mogelijk te leven en hun geld te sparen voor verdere ondernemin gen. Er waren grenzen die men als dege lijk burgerman niet overschreed, omdat dit. hoogst ongepast was. Tot voor kort gold dit nog, het begrip parvenu of nou veau riche herinnert er nog aan en wordt ook nog wel eens smalend gebruikt voor hen die in hun zucht naar sociale erken ning al te ver gaan, maar toch is er heel veel veranderd. In de kleding vindt men een typisch voorbeeld, er is daar al prak tisch geen onderscheid meer te maken tussen de standen en ook op andere ge bieden waar het goedverzorgde massa-ar tikel doordringt vallen de verschillen weg. 1-Iet wonderlijke is nu dat dit zelfde mas- saprodukt tevens aan velen weer een kans geeft hun sociaal prestige te vergro ten. Het probleem is nu niet dat deze mo gelijkheid er is, maar onder welke voor waarden, hetgeen trouwens voor onze ge hele welvaart opgaat. Dit is veeleer een pedagogisch vraagstuk. Nu het econo misch probleem niet meer in de produk tie, maar in de afzet ligt (in de V.S. geeft men jaarlijks ongeveer 10 miljard dollar voor reclame uit) en het niet de inge nieurs, maar de kunstenaars en vormge vers zijn die in de concurrentiestrijd de beslissende rol gaan spelen, ligt er een goede kans om ook aan het sociaal presti ge een andere inhoud te geven. XV. Lange veld Het 144e jaarverslag van het Bijbelge nootschap over 1958 maakt gewag van velerlei activiteiten op het gebied van bijbeluitgaven en vertalingen. De al in 1957 geconstateerde verhoogde vraag in de wereld naar bijbels (een gevolg van het afnemend analfabetisme, de grotere politieke zelfstandigheid in vele landen en de voortschrijdende techniek) zette zich in 1958 voort. De koopkracht steeg in 1958 nauwelijks, zodat de inspanning, die vereist is om aan de gestegen vraag tegen vaak te lage prijzen te voldoen, toe nam. In Indonesië blijkt voor alle daar gang bare bijbeluitgaven een dermate grote belangstelling te bestaan, dat het. bijna ondoenlijk is enige voorraad te vormen. Een tweede druk van'de in 1957 versche nen Indonesische bijbel bleek noodzake lijk. Op Nieuw-Guinea zal het Bijbelgenoot schap binnenkort een eigen bijbeldepot kunnen openen. De bijbelverspreiding al daar beweegt zich in een stijgende lijn. In Suriname is een tijdelijke bijbelkiosk gevestigd in een pand midden in Parama ribo. Zowel aan de zorg voor de Nederlandse tekst van de bijbel als aan vertalingen van het „boek der boeken" wordt nog steeds met voortvarendheid gewerkt. In 1958 vol tooide de N.B.G.-taalafgovaardigde in Su riname, dr. J. Voorhoeve, de concept- vertaling van het bijbelboek „Handelin gen" in het Sranan (Neger-Engels) en maakte hij een begin met de vertaling van ditzelfde boek in het Saramaccaans, de taal van de bosnegers Voorts versche nen vertalingen van bijbels of bijbelge deelten in het Sundaas. Timorées, in Ka- pauka (Wisselmeren, Nieuw-Guinea) en in Bamileke (Frans-Kameroen). De Haagsche Comedië heeft voor het komende seizoen de volgende stukken op haar repertoire: Jean Anouilh: „L'Hur- luberlu" en „La Foire d'Empoigne"; Her mann Bahr: „Das Prinzip"; Max Frisch: „Biedermann und die Brandstifter" en „Die grosze Wut des Philipp Hotz"; Abel Herzberg: „Sauls dood"; Eric Linklater: „Breakspear in Gascony"; Elmer Rice: „Cue for Passion"; Peter Shaffer: „Five Finger Exercise"; William Shakespeare: „Winter's Tale" (vertaling Bert Voeten); Samuel Taylor: „The Pleasure of his Com pany"; G. T. Tirso de Molina: „Don Gil de Las Calzas Verdes" (vertaling Dolf Ver spoor).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 14