„BEATNIKS" WESTDUITSE NOTITIES SPSS! UITGAVEN LOFZANGERS VAN ARMOE EN LOS-ZIJN NIET ELKE SCHUILPLAATS IS VEILIG BIJ ONWEER tUeuiae Fuinruimen mm Wekelijks toegevoegd aan alle.edities van Haarlems Da<^adfOprpcMe Maartdmsdiie Courant en IJ mulder Courant Wm 1 jM VREEDZAME BEELDENSTORMERS IN DE BURCHT DER AMERIKAANSE CONVENTIES Bureaucratie Wij inweek Gemiddeld ieder jaar 12 slachtoffers - smmWlM*- AMERIKA IS IN VELE OPZICHTEN een conventioneel land. Uit de toon vallen doet men er niet graag en de kleurrijke advertenties hebben een soort ideaal beeld geschapen van Amerikaanse materialistische cultuur, waar jan-en-alleman zich gedwee en opge wekt naar pleegt te richten. De ongeschreven wet van de Amerikaanse conventie beperkt zich niet slechts tot chroom en plastic, tot de civilisatie van twee auto's en vier kinderen per gezin, tot de me chanische keuken en het kolossale televisieapparaat. Daarnaast bestaat ook een alom aanvaarde code voor kerkgang en sociaal-gedrag, voor de bewande ling van de middenweg en het doorbladeren van goedgedrukte, doch veelal oppervlakkige tijdschrif tenTegen deze massa-civilisatie zijn de „beat niks" in opstand gekomen. Zij zijn vreedzaam-revo- lutionair en zij zullen het wel niet ver brengen. Maar er wordt op het ogenblik wel veel over hen geschre ven en gesproken: de conventionele burger gluurt wel graag naar medemensen die „gek" doen. Soms worden de beatniks wérkelijk gek. Niet dat het af wijzen van de Amerikaanse cliché-cultuur hun zoveel moeite en inspanning kost, maar zij zijn meer dan slechts een protestbeweging. Zij willen meer. Zij willen in alle opzichten „loskomen" en raken daarbij dan soms zelf geheel en al uit hun voegen WANNEER MEN OVER de „beatniks" wil schrijven, weet men niet goed waar te beginnen. Zij tonen zoveel verschillende aspecten, zij interesseren zich voor zoveel dingen, zij zijn zo verschillend van de rest. Laten we zo concreet mogelijk zijn en bij de reportage over deze nogal zweverige lieden onze eigen benen stevig op de grond houden: de „beatniks" wonen vooral in de grote steden: New York, Chicago, San Francisco en Los Angeles, ja zelfs in het nette Washington. De meesten van hen- zijn tussen de twintig en de veertig, de mannen dragen veelal baarden, de vrou wen laten het haar dikwijls los over de schouders hangen en hebben een voorkeur voor nauwe broeken. Mannen en vrouwen zijn weieens voor de wet getrouwd, maar in het algemeen heeft de „beatnik" weinig waardering voor legale banden. Eeuwen lang reeds hebben kunstenaars in armoede geleefd. „Beatniks" behoeven niet altijd o.rtiesten te zijn, maar de kunst speelt toch vaak een grote rol in hun leven en armoede is veelal troef. Er is echter een verschil met de gebruikelijke pover heid der artiesten: voor de beatnik is armoede min of meer een beginsel, zij vormt deel van zijn protest tegen een .maatschappij die overvloed opdringt. Al leen door arm- te blijven kan de beatnik zich vrij houden van de Amerikaanse con ventie, vrij om een leven te leiden, dat voor hem een hogere realiteit betekent dan de hemel op aarde, zoals die in de kleurige advertenties is afgebeeld. HET BEREIKEN van een hogere rea liteit hier raakt men aan de kern van het Beatnik-verschijnsel. Men wil zich vrij maken, losmaken, open-stellen. Zó alleen kan men waarlijk leven. De „beat niks" zijn niet in de eerste plaats kunste naars, die een schilderij willen maken, een gedicht schrijven of jazz-muziek com poneren. Zij doen al die dingen wel, maar de kunst is in zekere zin middel tot het doel: dat leven op hoger niveau. De kunst is overigens lang niet hun enige middel daartoe. Ook de armoede is een middel tot vrij-woriding, zo ook de seksualiteit en niet te vergeten de marihuana! Mari huana is een narcotisch middel, dat men rookt en dat de gebruikers gedurende enige uren in een ontspannen gelukstoe stand brengt. Men beweert, dat het een betrekkelijk onschuldig verdovend middel is, waar men niet aan verslaafd raakt. Niettemin is de handel erin verboden en vooral daarom doet de politie herhaalde lijk overvallen in de huizen, waar „beat niks" wonen of bijeenkomsten houden. HET KOPEN EN SOMS het verkopen van verdovende middelen brengt de „beat niks" uiteraard in contact met misdadi ge elementen in de Amerikaanse maat schappij. Maar men krijgt niet de indruk, dat deze beweging zelf een misdadige in slag heeft. Veel „beatniks" zijn idealis ten, die zich verheven achten boven de gebruikelijke moraal, maar die toch op zijn hoogst een idealistische, niel eeri ge welddadige aanslag willen doen op de maatschappij. Eén ding hebben zij met de Amerikaanse burgermaatschappij toch gemeen: zij houden ervan om contact te hebben met hun medemensen. Zij zijn niet de romantische kunstenaars, die al leen willen zijn en die verwachten in kluizenaarschap of op lange wandelingen in de eenzaamheid hun inspiratie te vin den en hoogste zelfverwerkelijking. Inte gendeel: zij praten honderd uit met el kaar, vooral wanneer zij marihuana ge rookt hebben. Zij schromen niet over hun meest intieme ervaringen te spreken. Ook dat draagt ertoe bij dat zij „los" komen. Die gesprekken, getweeën of in wat grotere groepen, duren vaak tot diep in de nacht. Velen worden nerveus en krijgen roodomrande ogen door chronisch slaapgebrek. Sommigen kunnen na ver loop van tijd zulk een leven niet volhou den en raken over hun toeren. Het is bij na een brevet van bekwaamheid, wan-1 neer een „beatnik" kan vertellen, dat hij een paar keer in een zenuwinrichting op genomen is geweest. WAT DOET MEN NOG MEER behal ve praten? Eigen gedichten voordragen, jazzmuziek spelen op.eigen instrumenten In Nederland onderscheidt de „modernistische" jeugd zich vooral door kleding, haardracht en andere uiterlijkheden van „conformistische" ouderen. of op de grammofoon, tekenen en uiterst modern schilderen. Maar terwijl dit alles gaande is, zijn er toch altijd weer groep jes die doorpraten: over Zen-boeddhisme, over Freud, over dienstweigering en uiterst schamper over de „squares". Een „square", een „vierkante" zou men kunnen vertalen, is de burger met zijn conventionele moraal. Voor hem is de „beatnik" voortdurend op zijn hoede, hij kan een spion zijn van de politie, een or dinaire nieuwsgierige, een aansteller, maar wat hij ook is. hij verstoort de stem ming, hij maakt het los-komen onmoge lijk. i TEN SLOTTE: waf. betekent het woord „beatnik"? Dë „squares" met hun supe rioriteitsgevoel beweren vaak dat het be tekent „de geslagenen", dus zo iets als de mislukten, de vertrapten. Maar de „beatniks" zelf zien liever verband met de „beat", het ritme, van de jazz of nóg liever met de „heartbeat", de hartslag van het leven. Het ligt voor de hand, dat men over eenkomsten ziet met dadaïsten, surrea listen. existentialisten enzovoorts. Maar deze beweging heeft in elk geval iets eigens: de kunst is voor de mensen in hoofdzaak middel tot een ander bestaan en andere middelen zijn evenzeer in ere. De „beatniks" zullen de Amerikaanse massacivilisatie niet omverwerpen. Zij zijn betrekkelijk gering in aantal en on danks hun geestelijke felheid zijn zij meest- al. geen geestelijk-sterke mensen. Om .een. massa-civilisatie te hervormen, die eco nomisch op miljarden dollars is geba seerd, is meer nodig dan kleine groepjes armetierigen, die oprecht zijn in hun af grijzen van conventionele burgerlijkheid, maar die noch in hun kunst, noch in hun leven op een overtuigende manier het ge loof tonen dat bergen kan verzetten. (Van onze weerkundige medewerker) Spijkerbroek, Sing Singtruitje en piekerige vlechtjes, goed, mo.ar de beatnik vaar Amerkiaans model is ons gelukkig bespaard gebleven. (Van onze correspondent in Bonn) In Keulen wilde de architect Erich Lappe voor zichzelf een huis laten bou wen. Maar van de ambtenaren kreeg hij niet veel medewerking. Lappe dacht wraak op de Keulse bureaucratie te kun nen nemen: hij liet naast zijn huis een fraaie tegel op een apart muurtje aan brengen met de namen van alle ambte naren van de stad, met wie hij menings verschillen over de bouw van zijn huis had gehad. De gemeente voelde zich be ledigd door de tegel, waarop bijvoorbeeld het bureau voor het toezicht op de ivo- ningbouw wordt voorgesteld als een bu reau tot verhindering van de woningbouw aangeduid met. een duivelskop. De Keulenaren hebben zich geamuseerd met het bekijken van de tegel en zelfs enkele heren van de stedelijke regering konden niet nalaten te lachenwaarna zij bij de rechtbank een aanklacht wegens be lediging tegen Lappe indienden. De bureaucratie laat niet met zich spotten, verzucht Lappe thans De wederopbouw van in de oorlog voor een groot deel verwoeste Westduitse ste den vordert langzaam maar gestaag. Over vijf jaar hoopt men gereed te zijn. In Dusseldorp lag in 1945 45 percent van alle woningen in puin. Op het ogenblik is dit percentage teruggebracht tot vijf percent. In Keulen heeft, men bijna negentig per cent van de dertig miljoen kubieke meter puin opgeruimd. In Essen is 85 percent van alle kapotte huizen opgebouwd. Er ligt overigens nog altijd een hoop puin van drie miljoen kubieke meter in de stad en in Hamburg, waar in 1945 295.000 wo ningen werden vernietigd (53 percent van het totaal), heeft men de schade voor negentig percent ingehaald. Van puin is nauwelijks nog sprake. In Frankfort aan de Main, volgens moderne principes op gebouwd. heeft men weer evenveel wo ningen als voor de oorlog. In Stuttgart is van de 4,9 miljoen kubieke meter puin niets meer over en heeft men het aantal woningen van 1939 weer bereikt. In Mün- chen was in 1945 achttien percent van alle gebouwen verwoest, thans is er geen puin meer te ontdekken en zijn er geen ruïnes In juni werd in West-Duitsland „de week van de wijn" gehouden. De eigenaars van cafés en restaurants vroegen, voor een „schoppen" wijn bijvoorbeeld vijftig pfen nig, gelijk dat te doen gebruikelijk is in de Palts en langs Moezel en Ahr. Alleen zo kon men nieuwe wijnklanten werven. En dat is noodzakelijk, want men blijft an ders met de wijn zitten. De oogst 1958 was zes miljoen hectoliter groot (1956: 900.000 hectoliter) dank zij het fraaie weer, de be strijding van insecten en de goede ver zorging in het algemeen. Men vergelijkt 1958 met 1934, toen de wijn zo overvloedig vloeide, dat men er geen raad mee wist. Thans wordt er meer dan ooit in Duits land wijn gedronken: tweemaal zoveel per hoofd der bevolking als dertig jaar ge leden. Rond de eerste wereldoorlog dronk men per persoon zo'n liter of vier per jaar, thans tien liter. De zorgen zijn er voor de wijnbouwers niet minder om.: de Duitse bevolking nam met vijftien miljoen af, de invoer van buitenlandse wijnen is twee maal zo hoog als voor de oorlog en de prijzen zijn stellig niet aan de lage kant. MOOIE EN DROGE ZO MERS kenm.erken zich in de regel ook door een in verhouding klein aantal on- weersdagen. Toch kunnen er, na en tussen enkele warmt$golven in, soms zware buien tol ontwikke ling komen met langdurig en zwaar onweer. Tot en kele dagen na de langste dag was er dit jaar in ons land nog geen slachtoffer van het onweer, maar ge middeld zijn er in Neder land twaalf personen per jaar die dodelijk worden getroffen. Het is een gun stig verschijnsel dat het aantal dodelijk getroffen personen door het onweer gemiddeld kleiner is don een twintig tot veertig jao terug toen dit aantal soms per jaar nog meer dan der tig bedroeg. De aanleg van meer en betere blik semafleiders en het tijdig zoeken van een veilige schuilplaats zal hier niet vreemd aan zijn. In de regel wacht men te lang met het zoeken van een veilige schuilplaats, waar onder wij bijvoorbeeld een huis of schuur verstaan. Velen laten het er op aankomen en menen dat de bui wel langs trekt in- plaats van juist „over". Maar wanneer het plotseling gaat regenen en de wind komt „onder de bui" dan is ook een zeer nabije bliksemontlading al mogelijk. Let. daarom tijdig op de trekrichting var de buienwolk en tel af en toe de tijd tus sen de bliksemflits en het horen van de donder. De snelheid van het geluid bedraagt 333 meter per seconde. Glo baal kan men dus zeggen dat elke drie tellen een afstand van een kilometer is Telt men tussen flits en geluid vijftien seconden (rustig tellen liefst 21, 22, 23, enzovoorts) dan is de bui vijf kilometer van de waarnemer verwijderd. Wij spreken van „nabij onweer" wan neer deze tijdsduur minder dan tien secon den bedraagt. HET SCHUILEN onder hoge punten en bij metalen voorwerpen is gevaarlijk. In een bos met vele bomen van gelijke hoogte is het schuilen minder gevaarlijk dan onder een boom of een bomengroep.ie midden in een overigens open vlakte of langs de rijweg. Ook het met een fiets of brommer schui- len onder een boom is sterk af te raden. Al enkele keren is het voorgekomen dat de bliksem van de boom op het metalen rijwiel sprong met dodelijke gevolgen voor de eigenaar die deze fiets vast hield. Ook moet men zorgen zelf niet het hoog ste punt van de omgeving te zijn door bij voorbeeld midden in een weiland, een boom- en huizenloze weg of op het strand rechtop te staan. Beter is het dan de bui gehurkt af te wachten. Niet alle „treffers" zijn dodelijk. Dik wijls wordt de getroffen persoon bewuste loos geslagen. Ook kan de hartspier ver- lamd worden en zo heeft men bij getrof fen personen al enkele malen met succes een hartmassage of kunstmatige adem haling kunnen toepassen. Ook moet men na een bui niet te vlug zijn wandeling of fietstocht vervolgen, want dikwijls komt er juist in de staart van de bui nog weer een buiencel tot ontwikkeling die plotseling een ontlading geeft. Wacht daarom in ieder geval totdat het weer droog is. In een auto is men voor de bliksem veilig. Er is geen enkel geval bekend dat iemand in een auto dodelijk werd ge troffen, hoewel er wel auto's door het onweer worden geraakt. De carrossrie van de auto werkt als de kooi van Faraday. Wordt de auto getrof fen dan vloeit de elektrische spanning via de meestal al nat geworden banden af. Echter niet onmiddellijk zodat men bij „treffen" niet dadelijk moet uitstappen. Dit kan zodra men de grond raakt, dodelijk zijn doordat er dan contact wordt ge maakt met de aarde en de soms nog elek trisch geladen carrosserie. BIJ DUISTERNIS doet men verstandig midden in zo'n zware bui te stoppen daal de bestuurder bij een bliksemontlading in de naaste omgeving enkele seconden ver blind kan worden. In verband met een kans op zware windhozen niet onder bomen parkeren tijdens onweer. Door afkoeling van de ruit aan de buitenkant kan deze beslaan zodat een tegenligger u beter ziet wanneer de lichten op zijn. De volgende boeken zijn in de Prisma serie verschenen bij uitgeverij „Het Spec trum", Utrecht/Antwerpen: ..Pigskin maat 7" door Frank Arnau, ver taald door J. H. Schmitz, een uiterst knap geconstrueerde politieroman, die van de ontdekking van een moord leidt tot. het oprollen van een spionagecomplot. Geen eigenlijke detectieveheld, al speelt inspec teur David Brewer een vooraanstaande en sympathieke rol. „Wind in de zeilen" door W. L. Leclercq: de getrouw vertelde geschiedenis van één enkele reis met een oude „windjammer", de „Herzogin Ceeilie" door een auteur, die de reis zelf heeft meegemaakt en daarbij volliefde over zee en zeemanschap weet te vertellen. „De dood vloog mee" door Ernest K. Gann, vertaald door F. van Oldenburg Ermke: de geschiedenis van een vlucht over de Stille Oceaan in een vliegtuig, dat San Fransisco niet dreigt te halen. Bij zonder knappe tekening van de passagiers, hun angsten en hun achtergronden. Meer bekend onder de Engelse titel „The High and the Mighty". .Met de moed der wanhoop" door Clay Blair, vertaald door G. H. H. Schroder, behelst het relaas van een reeks ontsnap pingen van Amerikanen in Korea. „De misstap van Michael Mann" door John Rathbone Oliver, vertaald door C. VerlindenBakx, is een bijzonder knappe en ontroerende analyse van de figuur van een uit zijn ambt gezette priester, die zijn leven lang pogingen aanwendt om gereha biliteerd te worden. Een uitstekend boek, dat zich laat lezen als een boeiende detec tive, waarbij het speurderswerk dit keer ligt op het gebied van de menselijke ziel. „Het valse bewijs" door Herbex-t Brean, vertaald door C. Buddingh, is de spannen de geschiedenis van twee politiemannen, die een misdadiger hebben geari-esteerd en bewijsmaterieel tegen hem construeren. Tenslotte blijkt de man onschuldig te zijn. Een boeiende, wat van het gebi-uikelijke pati-oon afwijkende „detectieve". „Met de dood voor ogen" door R. J. Min- ney, vei-taald door C. G. J. van den Bi-and, is de ware geschiedenis van de Engelse Violette Bushell, de door haar huwelijk met een Frans fficier als Violette Szabo bekend geworden Britse spionne, die her haaldelijk voor de meest gevaarlijke kar weitjes in Frankrijk wordt „gedropt" en tenslotte in de handen van de Duitsers valt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 13