Gouverneur Platteel in Nederland Enkele tientallen onderwijzers krijgen uitstel van dienstplicht Mensen en dieren r Van dag tot dag Papoea-opperhoofd wilde drie van zijn vrouwen ruilen voor mevrouw Platteel. Maar ongeveer tweehonderd worden definitief vrijgesteld <^raatótc&l DONDERDAG 30 JULI 1959 Wet is wet Bezorgdheid in de grenscorrectie-gebieden Vrijere loonvorming Regering overlegt met Stichting van de Arbeid Voortdurende stijging van de export Soldaat nam legertruck voor bezoek aan zijn meisje Gaat u met vakantie? PRISMA Kerkelijk Nieuws Jubileum bij P.E.N. Een wel zeer formele gang van zaken valt te constateren ten aanzien van de procedure der huurblokkering, die op wettelijke gronden voortgaat zolang deze gronden niet vervallen zijn door liquidatie van daarvoor geldende wettelijke beschik kingen. Ofschoon die liquidatie geacht kan wor den slechts een kwestie van tijd te zijn, stelt de directeur van het Grootboek Woningverbetering zich terecht op het standpunt, dat hij moet doorgaan tot het bittere einde met de voorschriften toe te passen en daarom heeft hij de ingeschreve nen van zijn Grootboek een „zachte wenk" per circulaire doen toekomen, waarin hij herinnert aan de verplichting tot storting van de gelden, verschuldigd van 1 augus tus 1958 tot 31 juli 1959. Deze, in opdracht van de minister uitgezonden, herinnering zal door de betrokkenen met gemengde ge voelens zijn ontvangen. Zij realiseren zich immers, dat zij ter formele voldoening aan de regels van een op verdwijnen staand instituut thans geld moeten storten dat nergens meer toe dienen kan en boven dien, dat degenen die van het begin af in gebreke zijn gebleven en wier anteceden ten niet zijn vastgelegd, de rompslomp van deze verplichting bespaard blijft. Het mag de minister daarom niet ver wonderen, wanneer van de ingeschrevenen een zeer groot contingent verstek zal laten gaan, ook al overtreden zij daarmee for meel een geldende wet. Misschien verwacht de minister dit ook wel. Want bij alle formele overwegingen kan het gezonde verstand immers niet be let worden, te rekenen op een zo normaal- menselijke reactie. Wellicht vindt de mi nister en ook de directeur van het Grootboek het niet eens zo verschrikke lijk, wanneer een groot deel der aange schrevenen niets van zich laat horen (en innen). Want dat zal de afwikkelingsproce dure, die in het verschiet ligt, minder ge compliceerd maken. Wie zich afvraagt waarom de minister dan niet ronduit heeft laten weten dat men maar niet meer moet storten, moet begrijpen dat de Wet haar formele tol eist en dat zelfs een minister aan haar ondergeschikt is. De gouverneur van Nederlands Nieuw- Guinea, dr. P. J. Platteel, is per K.L.M.- vliegtuig via de poolroute woensdagavond laat op Schiphol aangekomen, waar hij werd verwelkomd door de minister van Zaken Overzee ad interim, drs. H. A. Kort hals. Op vragen van journalisten over de censuurkwestie in Nieuw Guinea wenste dr. Platteel geen antwoord te geven. Hij meende, dat tijdens zijn bezoek aan Ne derland nog andere belangrijke aangele genheden aan de orde zullen worden ge steld, zoals de expeditie naar het Sterren gebergte. Juist voor zijn vertrek naar Ne derland had dr. Platteel in gezelschap van zijn vrouw een bezoek aan het basiskamp gebracht. Hij had er anderhalve dag voor uitgetrokken, maar door de slechte weers omstandigheden zijn het er vier gewor den. De resultaten van de expeditie zijn sterk afhankelijk van het weer. De orga nisatie van het transport en de verbindin gen is thans zeer goed en men heeft het vertrouwen de expeditie te doen slagen. Hij sprak de hoop uit, dat de benodigde fondsen alsnog zouden kunnen worden ge vonden van het aanbod van de heer Verolme was de heer Platteel nog niet op de hoogte om de voorgenomen opzet ge heel te kunnen verwerkelijken. Men is met de begroting voor de expeditie aan de krappe kant geweest. Door tegenslagen, door het slechte weer en door de weinige ervaring, welke men met de helikopters in dit gebied had, waren de middelen snel uitgeput. Men heeft nu een oplossing voor het transport gevonden door het mate riaal en voedselvoorraden per hefschroef- vliegtuig aan te voeren. Het verdere ver voer geschiedt door dragers. De verschil lende wetenschappelijke groepen kunnen zich nu ook gemakkelijker bewegen en men kan door deze organisatie met vrij weinig dragers toe. Dr. Platteel achtte de expeditie van groot wetenschappelijk nut. Een dergelijke groep deskundigen zou men niet zo gauw weer bij elkaar kunnen krijgen, meende hij. Dr. Platteel noemde zich zelf de laat ste gouverneur van het „stenen tijdperk" omdat de ontwikkeling met grote snelheid voortgang heeft. In de streek van het Ster rengebergte had men nog nooit een Euro pese vrouw gezien. Het opperhoofd van de Papoeastam had dan ook grote belang stelling voor de echtgenote van de gou verneur. Hij bood aan de vrouw van dr. Platteel te ruilen voor drie van zijn vrou wen. „Ik heb mijn beslissing over dit voorstel opgeschort" zei dr. Platteel la chend. De gouverneur hoopt woensdag 5 augus tus weer naar Biak te vertrekken. In zijn antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid, de heer J. M. Peters, (K.V.P.), heeft de minister van Buitenland se Zaken, mr. Luns, bevestigd, dat in de grenscorrectiegebieden in verband met de Duits-Nederlandse onderhandelingen on der bepaalde groepen bezorgdheid bestaat en dat over de toekomstige status van de gebieden door middel van een volksstem ming zal worden beslist. De minister deelt voorts mee, dat bij het totstandkomen van de grenscorrecties in de correctiegebieden 1280 Nederlanders woonden. Dit aantal is in de loop der jaren gegroeid tot ongeveer 2300. De scheepsbouwer Verolme (midden) heeft een bespreking gehad met prof. F. H. van Baren (links), vice-voorzitter, en met de heer H. Muller, penning meester van de stichting „Expeditie Nieuw-Guinea"Na afloop zei de heer Verolme: „De expeditie kan niet meer mislukken"waaruit men kan opma ken dat hij bepaalde financiële toezeg gingen heeft gedaan. Door verschillen de tegenslagen slecht weer en hel verongelukken van een der twee heli kopters - heeft de expeditie momenteel een tekort van 200.000. Als dit bedrag beschikbaar komt, kan de expeditie De regering heeft het overleg voortgezet met het bestuur van de Stichting van de Arbeid over de aanwijzing van de rege ring aan het College van Rijksbemidde laars inzake de toepassing van de gediffe rentieerde loonvorming. Tevoren was aan de Stichting van de Arbeid een concept van te verstrekken algemene aanwijzingen toegezonden. Het bestuur van de stichting heeft naar aanleiding van dit concept zijn opmerkingen schriftelijk aan de regering kenbaar gemaakt. Onder leiding van de minister-president, prof. De Quay, namen van regeringszijde aan het overleg deel de ministers Van Rooy, De Pous en Ma- rijnen en de staatssecretarissen Roolvink en Schmelzer. Ook de voorzitter van het college van rijksbemiddelaars, mr. J. A. Berger, was bij het overleg aanwezig. „In een openhartige gedachtenwisseling werden de vele aspecten van het systeem van meer differentiatie in de arbeids voorwaarden in beschouwing genomen. Gegeven de aanvaarding van de gediffe rentieerde loonvorming als neergelegd in de nota van de regering en voorts gegeven het complex van maatregelen met betrek king tot de subsidies voor de melk en met betrekking tot de huren, kon in be ginsel overeenstemming worden bereikt, over de inhoud van de aan het College van Rijksbemiddelaars te verstrekken alge mene aanwijzing", aldus een communiqué, dat werd verstrekt door de voorlichtings dienst van het ministerie van Sociale Za ken en Volksgezondheid. gered worden, verklaarde prof. Van Baren. Ook eventuele risico's zijn in dit bedrag gecalculeerd. Op vragen van het Tweede Kamerlid de heer Kleijwegt (P. v.d. A.) over het uitstel van eerste oefening voor onderwijzers heeft de minister van Defensie meege deeld, dat slechts aan enkele tientallen on derwijzers uitstel van eerste oefening zal worden verleend voor het cursusjaar 1958- 1959, maar dat bijna 200 onderwijzers, die reeds eerder uitstel hebben gehad, thans vrijgesteld zullen worden. De heer Kleij wegt had geconstateerd, dat voor het cur susjaar 1958-'59 uitstel was verleend aan ongeveer 200 onderwijzers, maar dat voor het cursusjaar 1959-1960 uitstel zal worden verleend aan slechts enkele tientallen on derwijzers. In het antwoord hierop zegt minister Van den Bergh, mede namens minister Cals: „Voor het schooljaar 1958-'59 is aan ruim 200 onderwijzers uitstel van eerste oefening verleend. Aangezien dit uitstel in augustus afloopt, hadden deze onder wijzers in werkelijke dienst moeten wor den geroepen bij de augustus-, oktober- of decemberploeg. De verwachting bestond echter, dat aan vele van deze onderwijskrachten, gezien de nog bestaande behoefte aan leerkrachten, verlenging van uitstel zou moeten worden verleend. Na een zorgvuldig onderzoek is vastge steld, dat, indien met het verlenen van fa ciliteiten volgens dezelfde normen als in de voorafgaande jaren zijn toegepast, zou worden doorgegaan, in geen geval deze ruim 200 onderwijzers allen voor vrijstel ling in aanmerking zouden kunnen komen. Er is toen een keus gemaakt uit twee mo gelijkheden, namelijk: óf het grootste ge deelte van deze onderwijzers in militaire dienst laten komen en de overigen verlen ging van uitstel dan wel vrijstelling verle nen en voorts aan een belangrijk aantal nieuwe onderwijzers uitstel verlenen, óf alle onderwijzers, die voor het schooljaar 1958-1959 uitstel hebben gekregen, behalve een enkele uitzondering, vrijstelling ver lenen en het verlenen van uitstel aan nieu we onderwijzers te beperken. Mede uit praktische overwegingen is de tweede mogelijkheid gekozen. De mededeling, dat ten hoogste aan slechts enkele tientallen onderwijzers uit stel zal worden verleend, moet dus wor den gezien tegen de achtergrond van de maatregel, dat ongeveer 200 onderwijzers zullen worden vrijgesteld en dus voor het schooljaar 1959-1960 en uiteraard ook daar na voor het onderwijs beschikbaar blijven. Het uitstel voor het schooljaar 1959-1960 heeft ook betrekking op onderwijzers bij het voortgezet- en uitgebreid lager onder wijs. De desbetreffende aanvragen zullen worden aangehouden tot september. Het uitstel zal worden verleend in die geval len, welke na onderlinge vergelijking het meest dringend zijn. Het beperkt aantal te verlenen uitstellen moet worden gezien in het verband van de op ruime schaal te verlenen vrijstellingen. De term „enkele tientallen" is opzettelijk gekozen om, indien dit noodzakelijk mocht blijken, nog enige armslag te hebben, het geen niet het geval geweest zou zijn als een aantal was vastgesteld. Metaalverwerkende industrie De export van de metaalverwerkende industrie (inclusief de elektrotechnische) heeft in het afgelopen halfjaar nog een iets sterkere stijging vertoond dan in het daar aan voorafgaande halfjaar. Volgens een door de Vereniging van Metaalindustrieën opgestelde samenvatting van door het C.B.S. gepubliceerde cijfers betreffende verschillende groepen metaalprodukten steeg de uitvoer van 1.142 miljoen gulden in het eerste halfjaar 1958 tot 1.232 in het tweede en tot 1.336 miljoen in het afgelopen halfjaar. Dit betekent een vooruitgang van bijna 8 percent respectievelijk 81 '2 percent en over een jaar gerekend van 17 percent. Voor-elektrische machines en toestellen l!rpercent) en vervoermateriaal 26 percent) was de stijging groter dan voor het groepstotaal, voor niet-éïektrische ma chines minder 11 percent). De totale Nederlandse uitvoer kwam op 6.413 mil joen gulden. 10 percent hoger dan in het eerste halfjaar 1958. Het aandeel van metaalprodukten steeg daardoor tot 21 percent. In 1957 was dit deel nog 17 percent. Max Tailleur, de moppenverteller bij uitnemendheid, is naar Tokio gevlogen om daar de lachers in de Nederlandse kolonie op zijn hand te krijgen. Onder weg stapte hij even uit omtrent de Poolcirkel. Zelfs de Eskimo's hadden daar plezier in. Omdat zijn meisje in moeilijkheden vex-- keerde, nam de soldaat eerste klasse A.J.H. uit Huizen de drie tons legertruck, waarin hij de gehele dag had gereden, om daarmee naar zijn woonplaats te rijden. Onderweg van zijn legerplaats Soester- berg kwam hij echter zijn kapitein tegen, die hem de vooi-tzetting van deze rit ver bood. Desondanks drukte hij het gaspedaal weer in en zette de reis naar zijn meisje voort. Gisteren moest hij voor de krijgs- raad in Den Haag verschijnen. De verdediger vertelde, dat de vader het meisje uit huis had gezet, omdat hij tegen de verkering met de soldaat was. De va der is een geslaagd zakenman, terwijl de soldaat nog niet veel bereikt heeft in het leven. Toen zijn dochter de verkering niet wilde opgeven, zette hij haar niet alleen het huis uit, maar hield hij ook de finan ciële bijdrage in, die hij haar maandelijks uitbetaalde. De dochter was leerling-ver pleegster. De leden van de krijgsraad' waren van mening dat er toch wel een andere moge lijkheid geweest was om bij het meisje te komen dan met de zware legertruck. „De 90 kilometer hebben de belastingbetalers ongeveer f 45,— gekost", rekende de pre sident de soldaat nauwkeurig voor. Daax-- om werd de straf voor deze rit ook tame lijk zwaar: vier weken gevangenisstraf en verlaging tot de laagste rang. en wilt u dat wij uw krant naar uw vakantie-adres opzenden? Stuurt u ons dan minstens twee dagen voor uw vertrek een briefkaart met vermelding van uw naam, uw vaste adres, uw vakantie-adres, de datum waarop de eerste krant naar uw vakantie-adres gezonden moet worden en de datum waarop de krant voor het laatst moet worden toegezonden. Als u de krant per week betaalt, wilt u dan het abonnementsgeld voor de vakantieweken vooruit aan de bezor ger betalen DE ADMINISTRATIE Tot onze kennissenkring be hoort, door een wonderlijke speling van de bovennatuur, een pater van gevorderde doch niettemin aanvallige leeftijd, die op blote voeten opgewekt door het leven schrijdt en geen andere zorgen schijnt te hebben dan het op orde houden van zijn weelderige baard. Zijn blauwe blik is, wellicht uit protest tegen zijn sobere levenswijze, kinderlijk en hel der gebleven en ziin bril dient ongetwijfeld nergens toe be halve om tijdens haperingen in zijn preek te worden afge nomen en schoongepoetst, om de pater aldus gelegenheid tot freewheelen te geven. De pater is ontspi'oten aan het platteland en dat is een van de weinige dingen, waar op hij trots is. Hij vertelt gaarne van zijn jongensavon- turen met de nolsstok en de visroe waarbij hij steevast memoreert dat reeds toen zijn neiging tot het volgen van St. Franciscus duidelijk werd, aangezien hij de gevangen visjes vriendelijk terug in het slootwater wierp. Het lijkt alsof deze onge compliceerde en ongerepte man een kind is gebleven en de eenvoudige bermweg langs het leven heeft gevolgd, aldus de chaos vermijdend en de kans missend tot volgroeien in beroeringen en leed. Doch op een of andere wijze is hij toch een volgroeid mens geworden wellicht door zich te ver diepen in en te vei'eenzelvigen met de beroeringen van anderen. \^anc Dat hij een volwassen mens is, ziet men aan de goedmoe dige humor in zijn blik, die nooit wijkt doch als een spot tend lichtje in het hart van zelfs de zwartste ernst blijft blinken. Toen zijn bezoek samenviel met dat van een damesachtige weduwe en de onvermijdelijke „pi'oblemen van deze tijd" ter sprake kwamen, werd duide lijk hoezeer twee mensen tot verschillende soorten levens- ethica kunnen komen, ook al dienen zij hetzelfde doel. De dame deed aan wat zij „kerkewerk" noemde en hield zich voor het overige onledig met het hei-denken van haar bereidwillig afgestoi-ven man, van wie men de indruk zou kunnen krijgen dat hij enkel en alleen was heengegaan om haar een hak te zetten. Haar zelfbeklag, na dertien jaar weduweschap nog steeds levendig en fris, baseerde zich op het feit dat zij zich „als vrouw alleen" zwoegend door het leven had moeten slaan. Dat zij daarbij over de hulp van een niet gering aantal ge zonde effecten beschikte ver zweeg zij tactvol, doch men zou eruit moeten concluderen dat het zwoegen voornamelijk door employés van beurs en bank geschiedde. Dat had de pater spoedig door. Het woord „kerkewerk" had reeds een heldei-e flik kering van het spotlichtje achter zijn brilleglazen tevoor schijn geroepen, doch toen hij vernam dat zij ook nog harts tochtelijk diex-enbeschermster was. werd hij weer ernstig. Dieren en paters hebben een gemeenschappelijke vonk. Als men over dieren praat, zwelt de geest van Franciscus op in de bruine pij dan knettert er iets op de achtergrond van de gezuiverde menselijke geest, die geleera heeft het „schepsel Gods" te zien in zijn volmaakte eenheid met natuur en heelal: dan ontwaakt de visie van het Weten, waarin mens en dier en de ganse schepping van het zichtbare en onzichtbare hun pasvorm hebben en hun deelgenoot schap vinden. Dan wordt de pater een ont worsteld mens, die leeft in zijn eigen, aparte aardse hemel van onwankelbare levenseen- voud en dan worden woorden als „kerkewerk" en „dieren- bescherming" armzalige hulpe loosheden uit de warwinkel van maatschappelijk onbe grip voor univex-sele waarden. De pater zegt, dat hij niet werkelijk gelooft aan het ver haal van de prediking voor de vogels. St. Franciscus moet, zegt hij. nog beter geweten hebben dan ik dat men vogels en in het algemeen dieren niets kan vertellen wat voor hen de moeite van het weten waard is. Dieren weten alles wat zij weten moeten en weten kunnen. Zij zijn ons ge geven als de levende voor beelden van volmaakt passend bestaan in de legpuzzel van de schepping. Dieren worstelen niet. zij leven alleen maar. Zij zien niet vooruit, zij herdenken niets. Zij hebben geen berouw, omdat zij niet zondigen. Zij hebben geen plannen, zij kie zen nooit, zij weten niet dat er geboorte en dood bestaan, zij hebben voor zichzelf het eeuwige leven van de ene, on eindige seconde. Hun lijden is zwakker dan het zwakste lijden van de mens, omdat zij geen doodsangst kennen. Hoe zouden zij de dood kunnen vrezen, als zij niet beseffen dat hij mogelijk is? Hun lijden is het gezonde, lichamelijke lijden van de materiële pijn, die hun slechts duidelijk maakt dat zij leven. Zij snakken niet naar ge- boox-telanden. zij verex-en geen helden, zij hebben geen fana tieke hobbies, zij vexdangen niet naar gewin of goed. Zij staan stil in de tijd en zij weten niet wat klokken zijn. Zij zijn de schepselen die geen prediking nodig hebben, om dat prediking altijd vermaan is, of bedreiging, of de op wekking van hoop en heim wee. Ik weet. zegt de pater, wat Franciscus tegen de vogels heeft gezegd. Namelijk: niets. Zij hebben zich om hem heen vex-zameld omdat zij wisten dat hij niéts zeggen zou. Het maakt dieren gelukkig, als zij mensen ontmoeten die hun niets te zeggen hebben. Ik ge loof dat het vele mensen ge lukkig maken kan, als men hun niéts zegt. omdat men hen begrijpt en liefheeft. Dat is, zegt de pater, ook de zuivere verhouding tussen de doden en de levenden. Uw echtgenoot, mevrouw, is heen gegaan en zijn eeuwigdurende zonde is, dat hij u in de steek gelaten heeft door rustig op zijn rug te gaan liggen en u het ingewikkelde werk van het innen der dividenden te laten. Menselijkerwijs ge sproken was 'dat niet aardig van hem. Doch wij moeten leren zien, dat ook de doden blijven behox-en tot de levende schepping. De doden zijn als de dieren. De weduwe trok gegeneerd de mondhoeken op "bij de ge dachte, dat haar status quo naar het dierenrijk werd ver wezen. Doch de pater werd steeds duidelijker exi het lichtje in zijn ogen werd fijner dan een speldepunt: De doden zijn levende men sen. die men niets meer be hoeft te vertellen. Zij weten alles wat zij weten moeten, zij staan stil in de tijd en kijken niet meer op de klok. Zij zien niet vooruit, zij herdenken niets ook geen huwelijken, mevrouw zij hebben geen berouw, omdat zij niet zon digen. Zij hebben geen plan nen. zij hebben geen keuze, zij weten dat er geen werkelijke dood bestaat, zij hebben voor zichzelf het eeuwige leven van de ene. oneindige seconde. Zij vereren geen helden, zij ver langen geen gewin of goed. Zij hebben geen prediking noch beklag nodig zij vinden slechts vreugde in het zich verzamelen om de mensen, die hun niéts zeggen, doch enkel liefhebben. En zij vluchten op snelle vleugels van hen. die hen vergeten door aan zichzelf te denken. Net als de vogels, mevrouw. De pater nam zijn bx-il af en poetste hem uitvoerig schoon. En daaraan za<* ik. dat hij bezig was te preken. Terwijl hij zweeg, was het alsof vogels suizelend neerdaalden om zijn blote voeten op het vloekende smyrna-tapijt, dat gras had moeten zijn. Vogels en lachen de, gelukkige mensen onze doden, die wij niet vergeten doch blijven liefhebben met een zwijgende aanhankelijk heid. Dit is kerkewerk en dieren bescherming tegelijk, dacht ik. Doch het lsek me, dat de weduwe het niet begrepen had. de J. L. Reisverslag „Bent u ook op reis geweest?", vroeg een buitengewoon zwaar gebouwde dame uit mijn buurt me. „Nee? Nou, ik ben naar de olijven en de citroenen geweest. Me man zei: „Ik zie al zee genoeg, 'k wil nóu wel es naar de palmpies". „Het eten was niet zo best, jammer, me man kén zo fijn zitten bunkeren! Ik kon het óók niet door mijn keel krijgen en de bedden ivaren ook niet lekker. En dan: de organisatie was laid. Ik zat pas in de bus, toen ik de ze nuwen kreeg. Ik zeg tegen me man: „Kees, zeg ik, nou mot je es luisteren, is de keukendeur op slot!" „Weet ik veel", zegt ie. Enfin, verleden jaar hebben we een reis gemaakt, die was tot in de punaises verzorgd. Nouja, fines ses dan. Maar dit was niet je dat. Er werd je nogal es wat door de neus geboord: de aardappelen, de boterhammen en soms het litsjumeaux ook. „Man, zeg ik, is het raampie van de voordeiir wel dicht? Daar heb ik niet meer op gelet!" „Daar heb ik maling an!", zegt ie. „Voor uit, genieten zal je, diep ademhalen! Kijk es naar die waterval!!" Wat ken mij nou een waterval schelen, als iedereen zomaar me huis in loopt!! Nou, de organisatie was een rommel, zoals ik al zei. Zal ik u es wat vertellen? We moesten op de heenweg overnachten in een hotel in Duitsland. Eén dame konden ze niet meer bergen en die hebben ze in een kazerne gestopt. Stel je dat es voor! Er ivas nergens plaats meer! Ze nam het, zoals het viel, de sul, maar dat doen wij niet, as we uit zijn! Wablief, o ja, ik leg bijna onder een auto, daar had ik geen erg in! Nou vraag ik u: over nachten in een kazerne! Die reis kost toch verdorie geen grijpstuiver, je hebt er ge noeg geld tegenaan gegooid! Bij het ont bijt dacht mijn man: de luns zal ons wel d.oor de neus worden geboord, maar niks hoor, we kregen een boerzakkie mee, want we hadden nog 700 km voor de boeg. Rót zooi, mevrouw, dat lunspakket! Twee zulke kleine peertjes, zes dubbele, zure boterhammen, waarvan drie onbesmeerd en met balkenbrij ertussen! Me man zei: „Hallo, lekker fris, geef mijn portie maar an fikkie en toen we gelucht werden, gaf hij zijn pakkie aan een Beierse hond. Op de Brenner zei ik: „Man, ik steek mijn kop in jouw veren, ik ben doodsbenauwd, dat we eraf rollen!" Daar heb ik dus ook niks tmn gezien. Waar ik rvél steeds op ge let heb, dat was op een juffrouw in de bus. Een idioot mens, ze leek. wel een theemuts op pootjes en me man keek zijn ogen uit. Hij héb al geen zitvlees, weet u wel, dan loopt ie nogal es weg, om een praatje te maken en dat deed ie nou ook geregeld met haar! De keukendeur liet hem ijskoud. En ik maar piekeren, of ik het raampie had dichtgedaan. Ik kon dat mens niet meer zien! Ze heb op de afscheidsavond nog ge zongen óók, bah, ze had een stem as een fles azijn. Toen ik dat tegen me man zei, was ie wóest! Ja, we hebben véél wijn gedronken, die kost bijna niks, dan vergat ik de keuken deur even. En gewinkeld, dat we hebben! Ik heb drie vessies gekocht en moord- schoenen! Me man maar gebbetjes maken met die theemuts, hij meende het mis schien niet écht, maar as vrouw zijnde mot je toch op je man passen. Je kén perslot nooit weten! Ik ben nogal jaloers van aard en dan zie je geen olijven meer. Ik heb 'm al 25 jaar gedresseerd, maar ik iveet nog steeds niet, wat ik an 'm heb! Op de terug reis werd het me te bar, ik had al die tijd die keukendeur, het raampje en die thee muts opgekropt. „Nou mot je es góed naar me luisteren", zeg ik. „Nou blijf je naast me zitten, óf ik stap uit. Daar helpt geen moedertje lief an en dat mot je nou maar es góed in dat kalkkoppie van je ont houden", zeg ik. Je ken het geloven, of niet, maar ik heb me eige steeds verstaanbaar kenne maken. In het DuitsZwei Bier en in het Italiaans: Du a bier a. Niks an! Hoe ik de bomen vond? Nou, die palm pies maken een ziekelijke indruk. Ze benne zo kaal an hun stam.. Allenig maar zo'n pruikie van boven. Dat ken nóóit gezond wezen! Maar laat de keukendeur en het raampie van de voordeur nou op slot zitten, toen rve thuiskwamen! Marianne van Raait Advertentie het goede anker-horloge (lel op hel rode ^driehoekje) Ned. Herv. Kerk Aangenomen naar Brummen: A. van der Veen te Joure; naar Hengelo (wijkgem. Centrum): R. A. Bitter te Zijpe. Aangeno men naar Willige-Langerak: W. Kalkman, kand. te Capelle a. d IJssel, die bedankte voor Herkingen (toez.) Chr. Geref. Kerken Beroepen te Haamstede-Kerkwerve: H. P. Brandsma, kand. te Sneek. Oud-Geref. Gemeenten in Nederland Bedankt voor Rijssen: J. van der Poel te Ede. Op zaterdag 1 augustus zal het vijfen twintig jaar geleden zijn, dat de heer G. J. Vijzelaar wonende Duinwijcklaan 33 in Beverwijk in dienst trad van het P.E.N. De heer Vijzelaar, thans werkzaam als technisch ambtenaar-C bij de afdeling transformatox-en van het P.E.N. te Vel- sen zal op die dag door de directie in het hoofdkantoor in Bloemendaal worden ge huldigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 5