Gouverneur Platteel in Nederland
Enkele tientallen onderwijzers
krijgen uitstel van dienstplicht
Mensen
en dieren
r
Van dag tot dag
Papoea-opperhoofd wilde drie van
zijn vrouwen ruilen voor
mevrouw Platteel.
Maar ongeveer tweehonderd
worden definitief vrijgesteld
<^raatótc&l
DONDERDAG 30 JULI 1959
Wet is wet
Bezorgdheid in de
grenscorrectie-gebieden
Vrijere loonvorming
Regering overlegt met
Stichting van de Arbeid
Voortdurende stijging
van de export
Soldaat nam legertruck
voor bezoek aan zijn meisje
Gaat u met vakantie?
PRISMA
Kerkelijk Nieuws
Jubileum bij P.E.N.
Een wel zeer formele gang van zaken
valt te constateren ten aanzien van de
procedure der huurblokkering, die op
wettelijke gronden voortgaat zolang deze
gronden niet vervallen zijn door liquidatie
van daarvoor geldende wettelijke beschik
kingen.
Ofschoon die liquidatie geacht kan wor
den slechts een kwestie van tijd te zijn,
stelt de directeur van het Grootboek
Woningverbetering zich terecht op het
standpunt, dat hij moet doorgaan tot het
bittere einde met de voorschriften toe te
passen en daarom heeft hij de ingeschreve
nen van zijn Grootboek een „zachte wenk"
per circulaire doen toekomen, waarin hij
herinnert aan de verplichting tot storting
van de gelden, verschuldigd van 1 augus
tus 1958 tot 31 juli 1959. Deze, in opdracht
van de minister uitgezonden, herinnering
zal door de betrokkenen met gemengde ge
voelens zijn ontvangen. Zij realiseren zich
immers, dat zij ter formele voldoening aan
de regels van een op verdwijnen staand
instituut thans geld moeten storten dat
nergens meer toe dienen kan en boven
dien, dat degenen die van het begin af in
gebreke zijn gebleven en wier anteceden
ten niet zijn vastgelegd, de rompslomp van
deze verplichting bespaard blijft.
Het mag de minister daarom niet ver
wonderen, wanneer van de ingeschrevenen
een zeer groot contingent verstek zal laten
gaan, ook al overtreden zij daarmee for
meel een geldende wet.
Misschien verwacht de minister dit ook
wel. Want bij alle formele overwegingen
kan het gezonde verstand immers niet be
let worden, te rekenen op een zo normaal-
menselijke reactie. Wellicht vindt de mi
nister en ook de directeur van het
Grootboek het niet eens zo verschrikke
lijk, wanneer een groot deel der aange
schrevenen niets van zich laat horen (en
innen). Want dat zal de afwikkelingsproce
dure, die in het verschiet ligt, minder ge
compliceerd maken. Wie zich afvraagt
waarom de minister dan niet ronduit heeft
laten weten dat men maar niet meer moet
storten, moet begrijpen dat de Wet haar
formele tol eist en dat zelfs een minister
aan haar ondergeschikt is.
De gouverneur van Nederlands Nieuw-
Guinea, dr. P. J. Platteel, is per K.L.M.-
vliegtuig via de poolroute woensdagavond
laat op Schiphol aangekomen, waar hij
werd verwelkomd door de minister van
Zaken Overzee ad interim, drs. H. A. Kort
hals. Op vragen van journalisten over de
censuurkwestie in Nieuw Guinea wenste
dr. Platteel geen antwoord te geven. Hij
meende, dat tijdens zijn bezoek aan Ne
derland nog andere belangrijke aangele
genheden aan de orde zullen worden ge
steld, zoals de expeditie naar het Sterren
gebergte. Juist voor zijn vertrek naar Ne
derland had dr. Platteel in gezelschap van
zijn vrouw een bezoek aan het basiskamp
gebracht. Hij had er anderhalve dag voor
uitgetrokken, maar door de slechte weers
omstandigheden zijn het er vier gewor
den. De resultaten van de expeditie zijn
sterk afhankelijk van het weer. De orga
nisatie van het transport en de verbindin
gen is thans zeer goed en men heeft het
vertrouwen de expeditie te doen slagen.
Hij sprak de hoop uit, dat de benodigde
fondsen alsnog zouden kunnen worden ge
vonden van het aanbod van de heer
Verolme was de heer Platteel nog niet op
de hoogte om de voorgenomen opzet ge
heel te kunnen verwerkelijken. Men is
met de begroting voor de expeditie aan de
krappe kant geweest. Door tegenslagen,
door het slechte weer en door de weinige
ervaring, welke men met de helikopters
in dit gebied had, waren de middelen snel
uitgeput. Men heeft nu een oplossing voor
het transport gevonden door het mate
riaal en voedselvoorraden per hefschroef-
vliegtuig aan te voeren. Het verdere ver
voer geschiedt door dragers. De verschil
lende wetenschappelijke groepen kunnen
zich nu ook gemakkelijker bewegen en
men kan door deze organisatie met vrij
weinig dragers toe. Dr. Platteel achtte de
expeditie van groot wetenschappelijk nut.
Een dergelijke groep deskundigen zou
men niet zo gauw weer bij elkaar kunnen
krijgen, meende hij.
Dr. Platteel noemde zich zelf de laat
ste gouverneur van het „stenen tijdperk"
omdat de ontwikkeling met grote snelheid
voortgang heeft. In de streek van het Ster
rengebergte had men nog nooit een Euro
pese vrouw gezien. Het opperhoofd van
de Papoeastam had dan ook grote belang
stelling voor de echtgenote van de gou
verneur. Hij bood aan de vrouw van dr.
Platteel te ruilen voor drie van zijn vrou
wen. „Ik heb mijn beslissing over dit
voorstel opgeschort" zei dr. Platteel la
chend.
De gouverneur hoopt woensdag 5 augus
tus weer naar Biak te vertrekken.
In zijn antwoord op vragen van het
Tweede-Kamerlid, de heer J. M. Peters,
(K.V.P.), heeft de minister van Buitenland
se Zaken, mr. Luns, bevestigd, dat in de
grenscorrectiegebieden in verband met de
Duits-Nederlandse onderhandelingen on
der bepaalde groepen bezorgdheid bestaat
en dat over de toekomstige status van de
gebieden door middel van een volksstem
ming zal worden beslist.
De minister deelt voorts mee, dat bij het
totstandkomen van de grenscorrecties in
de correctiegebieden 1280 Nederlanders
woonden. Dit aantal is in de loop der jaren
gegroeid tot ongeveer 2300.
De scheepsbouwer Verolme (midden)
heeft een bespreking gehad met prof.
F. H. van Baren (links), vice-voorzitter,
en met de heer H. Muller, penning
meester van de stichting „Expeditie
Nieuw-Guinea"Na afloop zei de heer
Verolme: „De expeditie kan niet meer
mislukken"waaruit men kan opma
ken dat hij bepaalde financiële toezeg
gingen heeft gedaan. Door verschillen
de tegenslagen slecht weer en hel
verongelukken van een der twee heli
kopters - heeft de expeditie momenteel
een tekort van 200.000. Als dit bedrag
beschikbaar komt, kan de expeditie
De regering heeft het overleg voortgezet
met het bestuur van de Stichting van de
Arbeid over de aanwijzing van de rege
ring aan het College van Rijksbemidde
laars inzake de toepassing van de gediffe
rentieerde loonvorming. Tevoren was aan
de Stichting van de Arbeid een concept
van te verstrekken algemene aanwijzingen
toegezonden. Het bestuur van de stichting
heeft naar aanleiding van dit concept zijn
opmerkingen schriftelijk aan de regering
kenbaar gemaakt. Onder leiding van de
minister-president, prof. De Quay, namen
van regeringszijde aan het overleg deel
de ministers Van Rooy, De Pous en Ma-
rijnen en de staatssecretarissen Roolvink
en Schmelzer. Ook de voorzitter van het
college van rijksbemiddelaars, mr. J. A.
Berger, was bij het overleg aanwezig.
„In een openhartige gedachtenwisseling
werden de vele aspecten van het systeem
van meer differentiatie in de arbeids
voorwaarden in beschouwing genomen.
Gegeven de aanvaarding van de gediffe
rentieerde loonvorming als neergelegd in
de nota van de regering en voorts gegeven
het complex van maatregelen met betrek
king tot de subsidies voor de melk en
met betrekking tot de huren, kon in be
ginsel overeenstemming worden bereikt,
over de inhoud van de aan het College van
Rijksbemiddelaars te verstrekken alge
mene aanwijzing", aldus een communiqué,
dat werd verstrekt door de voorlichtings
dienst van het ministerie van Sociale Za
ken en Volksgezondheid.
gered worden, verklaarde prof. Van
Baren. Ook eventuele risico's zijn in
dit bedrag gecalculeerd.
Op vragen van het Tweede Kamerlid de
heer Kleijwegt (P. v.d. A.) over het uitstel
van eerste oefening voor onderwijzers
heeft de minister van Defensie meege
deeld, dat slechts aan enkele tientallen on
derwijzers uitstel van eerste oefening zal
worden verleend voor het cursusjaar 1958-
1959, maar dat bijna 200 onderwijzers, die
reeds eerder uitstel hebben gehad, thans
vrijgesteld zullen worden. De heer Kleij
wegt had geconstateerd, dat voor het cur
susjaar 1958-'59 uitstel was verleend aan
ongeveer 200 onderwijzers, maar dat voor
het cursusjaar 1959-1960 uitstel zal worden
verleend aan slechts enkele tientallen on
derwijzers. In het antwoord hierop zegt
minister Van den Bergh, mede namens
minister Cals:
„Voor het schooljaar 1958-'59 is aan
ruim 200 onderwijzers uitstel van eerste
oefening verleend. Aangezien dit uitstel
in augustus afloopt, hadden deze onder
wijzers in werkelijke dienst moeten wor
den geroepen bij de augustus-, oktober- of
decemberploeg.
De verwachting bestond echter, dat aan
vele van deze onderwijskrachten, gezien de
nog bestaande behoefte aan leerkrachten,
verlenging van uitstel zou moeten worden
verleend.
Na een zorgvuldig onderzoek is vastge
steld, dat, indien met het verlenen van fa
ciliteiten volgens dezelfde normen als in
de voorafgaande jaren zijn toegepast, zou
worden doorgegaan, in geen geval deze
ruim 200 onderwijzers allen voor vrijstel
ling in aanmerking zouden kunnen komen.
Er is toen een keus gemaakt uit twee mo
gelijkheden, namelijk: óf het grootste ge
deelte van deze onderwijzers in militaire
dienst laten komen en de overigen verlen
ging van uitstel dan wel vrijstelling verle
nen en voorts aan een belangrijk aantal
nieuwe onderwijzers uitstel verlenen, óf
alle onderwijzers, die voor het schooljaar
1958-1959 uitstel hebben gekregen, behalve
een enkele uitzondering, vrijstelling ver
lenen en het verlenen van uitstel aan nieu
we onderwijzers te beperken.
Mede uit praktische overwegingen is
de tweede mogelijkheid gekozen.
De mededeling, dat ten hoogste aan
slechts enkele tientallen onderwijzers uit
stel zal worden verleend, moet dus wor
den gezien tegen de achtergrond van de
maatregel, dat ongeveer 200 onderwijzers
zullen worden vrijgesteld en dus voor het
schooljaar 1959-1960 en uiteraard ook daar
na voor het onderwijs beschikbaar blijven.
Het uitstel voor het schooljaar 1959-1960
heeft ook betrekking op onderwijzers bij
het voortgezet- en uitgebreid lager onder
wijs. De desbetreffende aanvragen zullen
worden aangehouden tot september. Het
uitstel zal worden verleend in die geval
len, welke na onderlinge vergelijking het
meest dringend zijn.
Het beperkt aantal te verlenen uitstellen
moet worden gezien in het verband van de
op ruime schaal te verlenen vrijstellingen.
De term „enkele tientallen" is opzettelijk
gekozen om, indien dit noodzakelijk mocht
blijken, nog enige armslag te hebben, het
geen niet het geval geweest zou zijn als een
aantal was vastgesteld.
Metaalverwerkende industrie
De export van de metaalverwerkende
industrie (inclusief de elektrotechnische)
heeft in het afgelopen halfjaar nog een iets
sterkere stijging vertoond dan in het daar
aan voorafgaande halfjaar. Volgens een
door de Vereniging van Metaalindustrieën
opgestelde samenvatting van door het
C.B.S. gepubliceerde cijfers betreffende
verschillende groepen metaalprodukten
steeg de uitvoer van 1.142 miljoen gulden
in het eerste halfjaar 1958 tot 1.232 in het
tweede en tot 1.336 miljoen in het afgelopen
halfjaar.
Dit betekent een vooruitgang van bijna
8 percent respectievelijk 81 '2 percent en
over een jaar gerekend van 17 percent.
Voor-elektrische machines en toestellen
l!rpercent) en vervoermateriaal 26
percent) was de stijging groter dan voor
het groepstotaal, voor niet-éïektrische ma
chines minder 11 percent). De totale
Nederlandse uitvoer kwam op 6.413 mil
joen gulden. 10 percent hoger dan in het
eerste halfjaar 1958. Het aandeel van
metaalprodukten steeg daardoor tot
21 percent. In 1957 was dit deel nog
17 percent.
Max Tailleur, de moppenverteller bij
uitnemendheid, is naar Tokio gevlogen
om daar de lachers in de Nederlandse
kolonie op zijn hand te krijgen. Onder
weg stapte hij even uit omtrent de
Poolcirkel. Zelfs de Eskimo's hadden
daar plezier in.
Omdat zijn meisje in moeilijkheden vex--
keerde, nam de soldaat eerste klasse
A.J.H. uit Huizen de drie tons legertruck,
waarin hij de gehele dag had gereden, om
daarmee naar zijn woonplaats te rijden.
Onderweg van zijn legerplaats Soester-
berg kwam hij echter zijn kapitein tegen,
die hem de vooi-tzetting van deze rit ver
bood. Desondanks drukte hij het gaspedaal
weer in en zette de reis naar zijn meisje
voort. Gisteren moest hij voor de krijgs-
raad in Den Haag verschijnen.
De verdediger vertelde, dat de vader het
meisje uit huis had gezet, omdat hij tegen
de verkering met de soldaat was. De va
der is een geslaagd zakenman, terwijl de
soldaat nog niet veel bereikt heeft in het
leven. Toen zijn dochter de verkering niet
wilde opgeven, zette hij haar niet alleen
het huis uit, maar hield hij ook de finan
ciële bijdrage in, die hij haar maandelijks
uitbetaalde. De dochter was leerling-ver
pleegster.
De leden van de krijgsraad' waren van
mening dat er toch wel een andere moge
lijkheid geweest was om bij het meisje te
komen dan met de zware legertruck. „De
90 kilometer hebben de belastingbetalers
ongeveer f 45,— gekost", rekende de pre
sident de soldaat nauwkeurig voor. Daax--
om werd de straf voor deze rit ook tame
lijk zwaar: vier weken gevangenisstraf en
verlaging tot de laagste rang.
en wilt u dat wij uw krant naar uw
vakantie-adres opzenden?
Stuurt u ons dan minstens twee dagen
voor uw vertrek een briefkaart met
vermelding van uw naam, uw vaste
adres, uw vakantie-adres, de datum
waarop de eerste krant naar uw
vakantie-adres gezonden moet worden
en de datum waarop de krant voor het
laatst moet worden toegezonden.
Als u de krant per week betaalt, wilt
u dan het abonnementsgeld voor de
vakantieweken vooruit aan de bezor
ger betalen
DE ADMINISTRATIE
Tot onze kennissenkring be
hoort, door een wonderlijke
speling van de bovennatuur,
een pater van gevorderde doch
niettemin aanvallige leeftijd,
die op blote voeten opgewekt
door het leven schrijdt en
geen andere zorgen schijnt te
hebben dan het op orde
houden van zijn weelderige
baard.
Zijn blauwe blik is, wellicht
uit protest tegen zijn sobere
levenswijze, kinderlijk en hel
der gebleven en ziin bril dient
ongetwijfeld nergens toe be
halve om tijdens haperingen
in zijn preek te worden afge
nomen en schoongepoetst, om
de pater aldus gelegenheid tot
freewheelen te geven.
De pater is ontspi'oten aan
het platteland en dat is een
van de weinige dingen, waar
op hij trots is. Hij vertelt
gaarne van zijn jongensavon-
turen met de nolsstok en de
visroe waarbij hij steevast
memoreert dat reeds toen zijn
neiging tot het volgen van St.
Franciscus duidelijk werd,
aangezien hij de gevangen
visjes vriendelijk terug in het
slootwater wierp.
Het lijkt alsof deze onge
compliceerde en ongerepte
man een kind is gebleven en
de eenvoudige bermweg langs
het leven heeft gevolgd, aldus
de chaos vermijdend en de
kans missend tot volgroeien in
beroeringen en leed. Doch op
een of andere wijze is hij toch
een volgroeid mens geworden
wellicht door zich te ver
diepen in en te vei'eenzelvigen
met de beroeringen van
anderen.
\^anc
Dat hij een volwassen mens
is, ziet men aan de goedmoe
dige humor in zijn blik, die
nooit wijkt doch als een spot
tend lichtje in het hart van
zelfs de zwartste ernst blijft
blinken.
Toen zijn bezoek samenviel
met dat van een damesachtige
weduwe en de onvermijdelijke
„pi'oblemen van deze tijd" ter
sprake kwamen, werd duide
lijk hoezeer twee mensen tot
verschillende soorten levens-
ethica kunnen komen, ook al
dienen zij hetzelfde doel.
De dame deed aan wat zij
„kerkewerk" noemde en hield
zich voor het overige onledig
met het hei-denken van haar
bereidwillig afgestoi-ven man,
van wie men de indruk zou
kunnen krijgen dat hij enkel
en alleen was heengegaan om
haar een hak te zetten. Haar
zelfbeklag, na dertien jaar
weduweschap nog steeds
levendig en fris, baseerde zich
op het feit dat zij zich „als
vrouw alleen" zwoegend door
het leven had moeten slaan.
Dat zij daarbij over de hulp
van een niet gering aantal ge
zonde effecten beschikte ver
zweeg zij tactvol, doch men
zou eruit moeten concluderen
dat het zwoegen voornamelijk
door employés van beurs en
bank geschiedde.
Dat had de pater spoedig
door. Het woord „kerkewerk"
had reeds een heldei-e flik
kering van het spotlichtje
achter zijn brilleglazen tevoor
schijn geroepen, doch toen hij
vernam dat zij ook nog harts
tochtelijk diex-enbeschermster
was. werd hij weer ernstig.
Dieren en paters hebben een
gemeenschappelijke vonk. Als
men over dieren praat, zwelt
de geest van Franciscus op in
de bruine pij dan knettert
er iets op de achtergrond van
de gezuiverde menselijke
geest, die geleera heeft het
„schepsel Gods" te zien in zijn
volmaakte eenheid met natuur
en heelal: dan ontwaakt de
visie van het Weten, waarin
mens en dier en de ganse
schepping van het zichtbare
en onzichtbare hun pasvorm
hebben en hun deelgenoot
schap vinden.
Dan wordt de pater een ont
worsteld mens, die leeft in zijn
eigen, aparte aardse hemel
van onwankelbare levenseen-
voud en dan worden woorden
als „kerkewerk" en „dieren-
bescherming" armzalige hulpe
loosheden uit de warwinkel
van maatschappelijk onbe
grip voor univex-sele waarden.
De pater zegt, dat hij niet
werkelijk gelooft aan het ver
haal van de prediking voor de
vogels. St. Franciscus moet,
zegt hij. nog beter geweten
hebben dan ik dat men vogels
en in het algemeen dieren
niets kan vertellen wat voor
hen de moeite van het weten
waard is. Dieren weten alles
wat zij weten moeten en
weten kunnen. Zij zijn ons ge
geven als de levende voor
beelden van volmaakt passend
bestaan in de legpuzzel van de
schepping. Dieren worstelen
niet. zij leven alleen maar. Zij
zien niet vooruit, zij herdenken
niets. Zij hebben geen berouw,
omdat zij niet zondigen. Zij
hebben geen plannen, zij kie
zen nooit, zij weten niet dat er
geboorte en dood bestaan, zij
hebben voor zichzelf het
eeuwige leven van de ene, on
eindige seconde. Hun lijden is
zwakker dan het zwakste
lijden van de mens, omdat zij
geen doodsangst kennen. Hoe
zouden zij de dood kunnen
vrezen, als zij niet beseffen
dat hij mogelijk is? Hun lijden
is het gezonde, lichamelijke
lijden van de materiële pijn,
die hun slechts duidelijk
maakt dat zij leven.
Zij snakken niet naar ge-
boox-telanden. zij verex-en geen
helden, zij hebben geen fana
tieke hobbies, zij vexdangen
niet naar gewin of goed. Zij
staan stil in de tijd en zij
weten niet wat klokken zijn.
Zij zijn de schepselen die geen
prediking nodig hebben, om
dat prediking altijd vermaan
is, of bedreiging, of de op
wekking van hoop en heim
wee.
Ik weet. zegt de pater, wat
Franciscus tegen de vogels
heeft gezegd. Namelijk: niets.
Zij hebben zich om hem heen
vex-zameld omdat zij wisten
dat hij niéts zeggen zou. Het
maakt dieren gelukkig, als zij
mensen ontmoeten die hun
niets te zeggen hebben. Ik ge
loof dat het vele mensen ge
lukkig maken kan, als men
hun niéts zegt. omdat men hen
begrijpt en liefheeft.
Dat is, zegt de pater, ook
de zuivere verhouding tussen
de doden en de levenden. Uw
echtgenoot, mevrouw, is heen
gegaan en zijn eeuwigdurende
zonde is, dat hij u in de steek
gelaten heeft door rustig op
zijn rug te gaan liggen en u
het ingewikkelde werk van
het innen der dividenden te
laten. Menselijkerwijs ge
sproken was 'dat niet aardig
van hem. Doch wij moeten
leren zien, dat ook de doden
blijven behox-en tot de levende
schepping. De doden zijn als
de dieren.
De weduwe trok gegeneerd
de mondhoeken op "bij de ge
dachte, dat haar status quo
naar het dierenrijk werd ver
wezen. Doch de pater werd
steeds duidelijker exi het
lichtje in zijn ogen werd fijner
dan een speldepunt:
De doden zijn levende men
sen. die men niets meer be
hoeft te vertellen. Zij weten
alles wat zij weten moeten, zij
staan stil in de tijd en kijken
niet meer op de klok. Zij zien
niet vooruit, zij herdenken
niets ook geen huwelijken,
mevrouw zij hebben geen
berouw, omdat zij niet zon
digen. Zij hebben geen plan
nen. zij hebben geen keuze, zij
weten dat er geen werkelijke
dood bestaat, zij hebben voor
zichzelf het eeuwige leven van
de ene. oneindige seconde. Zij
vereren geen helden, zij ver
langen geen gewin of goed. Zij
hebben geen prediking noch
beklag nodig zij vinden
slechts vreugde in het zich
verzamelen om de mensen, die
hun niéts zeggen, doch enkel
liefhebben. En zij vluchten op
snelle vleugels van hen. die
hen vergeten door aan zichzelf
te denken.
Net als de vogels, mevrouw.
De pater nam zijn bx-il af en
poetste hem uitvoerig schoon.
En daaraan za<* ik. dat hij
bezig was te preken. Terwijl
hij zweeg, was het alsof vogels
suizelend neerdaalden om zijn
blote voeten op het vloekende
smyrna-tapijt, dat gras had
moeten zijn. Vogels en lachen
de, gelukkige mensen onze
doden, die wij niet vergeten
doch blijven liefhebben met
een zwijgende aanhankelijk
heid.
Dit is kerkewerk en dieren
bescherming tegelijk, dacht ik.
Doch het lsek me, dat de
weduwe het niet begrepen
had.
de
J. L.
Reisverslag
„Bent u ook op reis geweest?", vroeg
een buitengewoon zwaar gebouwde dame
uit mijn buurt me. „Nee? Nou, ik ben naar
de olijven en de citroenen geweest. Me
man zei: „Ik zie al zee genoeg, 'k wil nóu
wel es naar de palmpies". „Het eten was
niet zo best, jammer, me man kén zo fijn
zitten bunkeren! Ik kon het óók niet door
mijn keel krijgen en de bedden ivaren ook
niet lekker. En dan: de organisatie was
laid. Ik zat pas in de bus, toen ik de ze
nuwen kreeg. Ik zeg tegen me man: „Kees,
zeg ik, nou mot je es luisteren, is de
keukendeur op slot!"
„Weet ik veel", zegt ie. Enfin, verleden
jaar hebben we een reis gemaakt, die was
tot in de punaises verzorgd. Nouja, fines
ses dan. Maar dit was niet je dat. Er werd
je nogal es wat door de neus geboord: de
aardappelen, de boterhammen en soms het
litsjumeaux ook. „Man, zeg ik, is het
raampie van de voordeiir wel dicht? Daar
heb ik niet meer op gelet!"
„Daar heb ik maling an!", zegt ie. „Voor
uit, genieten zal je, diep ademhalen! Kijk
es naar die waterval!!" Wat ken mij nou
een waterval schelen, als iedereen zomaar
me huis in loopt!! Nou, de organisatie was
een rommel, zoals ik al zei. Zal ik u es wat
vertellen? We moesten op de heenweg
overnachten in een hotel in Duitsland. Eén
dame konden ze niet meer bergen en die
hebben ze in een kazerne gestopt. Stel je
dat es voor! Er ivas nergens plaats meer!
Ze nam het, zoals het viel, de sul, maar
dat doen wij niet, as we uit zijn! Wablief,
o ja, ik leg bijna onder een auto, daar had
ik geen erg in! Nou vraag ik u: over
nachten in een kazerne! Die reis kost toch
verdorie geen grijpstuiver, je hebt er ge
noeg geld tegenaan gegooid! Bij het ont
bijt dacht mijn man: de luns zal ons wel
d.oor de neus worden geboord, maar niks
hoor, we kregen een boerzakkie mee, want
we hadden nog 700 km voor de boeg. Rót
zooi, mevrouw, dat lunspakket! Twee
zulke kleine peertjes, zes dubbele, zure
boterhammen, waarvan drie onbesmeerd
en met balkenbrij ertussen! Me man zei:
„Hallo, lekker fris, geef mijn portie maar
an fikkie en toen we gelucht werden, gaf
hij zijn pakkie aan een Beierse hond. Op
de Brenner zei ik: „Man, ik steek mijn
kop in jouw veren, ik ben doodsbenauwd,
dat we eraf rollen!" Daar heb ik dus ook
niks tmn gezien. Waar ik rvél steeds op ge
let heb, dat was op een juffrouw in de bus.
Een idioot mens, ze leek. wel een theemuts
op pootjes en me man keek zijn ogen uit.
Hij héb al geen zitvlees, weet u wel, dan
loopt ie nogal es weg, om een praatje te
maken en dat deed ie nou ook geregeld met
haar! De keukendeur liet hem ijskoud. En
ik maar piekeren, of ik het raampie had
dichtgedaan. Ik kon dat mens niet meer
zien! Ze heb op de afscheidsavond nog ge
zongen óók, bah, ze had een stem as een
fles azijn. Toen ik dat tegen me man zei,
was ie wóest!
Ja, we hebben véél wijn gedronken, die
kost bijna niks, dan vergat ik de keuken
deur even. En gewinkeld, dat we hebben!
Ik heb drie vessies gekocht en moord-
schoenen! Me man maar gebbetjes maken
met die theemuts, hij meende het mis
schien niet écht, maar as vrouw zijnde mot
je toch op je man passen. Je kén perslot
nooit weten! Ik ben nogal jaloers van aard
en dan zie je geen olijven meer. Ik heb 'm
al 25 jaar gedresseerd, maar ik iveet nog
steeds niet, wat ik an 'm heb! Op de terug
reis werd het me te bar, ik had al die tijd
die keukendeur, het raampje en die thee
muts opgekropt. „Nou mot je es góed naar
me luisteren", zeg ik. „Nou blijf je naast
me zitten, óf ik stap uit. Daar helpt geen
moedertje lief an en dat mot je nou maar
es góed in dat kalkkoppie van je ont
houden", zeg ik.
Je ken het geloven, of niet, maar ik heb
me eige steeds verstaanbaar kenne maken.
In het DuitsZwei Bier en in het Italiaans:
Du a bier a. Niks an!
Hoe ik de bomen vond? Nou, die palm
pies maken een ziekelijke indruk. Ze benne
zo kaal an hun stam.. Allenig maar zo'n
pruikie van boven. Dat ken nóóit gezond
wezen! Maar laat de keukendeur en het
raampie van de voordeur nou op slot
zitten, toen rve thuiskwamen!
Marianne van Raait
Advertentie
het goede anker-horloge
(lel op hel rode ^driehoekje)
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen naar Brummen: A. van der
Veen te Joure; naar Hengelo (wijkgem.
Centrum): R. A. Bitter te Zijpe. Aangeno
men naar Willige-Langerak: W. Kalkman,
kand. te Capelle a. d IJssel, die bedankte
voor Herkingen (toez.)
Chr. Geref. Kerken
Beroepen te Haamstede-Kerkwerve: H.
P. Brandsma, kand. te Sneek.
Oud-Geref. Gemeenten in Nederland
Bedankt voor Rijssen: J. van der Poel
te Ede.
Op zaterdag 1 augustus zal het vijfen
twintig jaar geleden zijn, dat de heer
G. J. Vijzelaar wonende Duinwijcklaan
33 in Beverwijk in dienst trad van het
P.E.N.
De heer Vijzelaar, thans werkzaam als
technisch ambtenaar-C bij de afdeling
transformatox-en van het P.E.N. te Vel-
sen zal op die dag door de directie in het
hoofdkantoor in Bloemendaal worden ge
huldigd.