DEFMkM Mogelijkheden beperkt door tekort aan dienstplichtigen en beroepspersoneel MENSEN Betere bezoldiging voorwaarde voor vrijwilligerswerving De verkorting van de militaire diensttijd Commissie adviseert tot inkrimping van vrijstellingen „Efficiency beste propagandamiddel voor het militaire apparaat MONTY-COATS ZEEDUFFEL HEREN-PARKA'S RIB-CORD 3 „Nee... Peter merkt nooit iets" Vrijwilligers Geen gelijktrekking Hogere gevechtswaarde Geen contractanten bij de marine Rapport aan justitie Gevangene werd niet mishandeld Grunwald naar Engeland Op de <~Praatótoel 35.- ƒ59.75 natuurlijk PAARLAARSTEEG 1 Herman Anthony Romijn t Subandrio naar Peking, Tokio en Manilla DINSDAG 6 OKTOBER 19 5 9 Wanneer de regering de suggesties van de „Commissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen", neergelegd in het rap port dat heden voor publikatie is vrijge geven, zou volgen en in een ontwerp van wet zou verwerken, zou het parlement bin nenkort worden geconfronteerd met een moeilijke keuze. Namelijk, met de vraag of men een verkorting van de thans voor dienstplichtigen geldende diensttijd wenst en daarbij een verhoging van de defensie uitgaven met tenminste 86 miljoen wil accepteren, of dat men de diensttijd wil handhaven zonder daarop betrekking heb bende verhoging van de militaire begro ting. Dit laatste moet uitdrukkelijk wor den gestipuleerd, aangezien een verho ging van de militaire uitgaven uit ande ren hoofde uiteraard mogelijk blijft. De keuze is dus tussen twee kwaden: lange diensttijd of hogere uitgaven. Dat men bij het kiezen de voor- en nadelen zeer conciëntieus zal moeten afwegen, maakt het rapport van de commissie-Van Voorst tot Voorst wel zeer navrant duide lijk. Want dit rapport heeft zich niet be paald tot een tegenover elkander stellen van de twee mogelijkheden doch zich daarnaast uitvoerig verdiept in de ach tergronden, invloeden en consequenties ervan. Merkwaardig is, dat het rapport vooral uit het oogpunt van militaire pa- raatheidseisen tot de conclusie is geko men, dat verkorting van de diensttijd aan t.e bevelen is. Dit doet paradoxaal aan, doch is het geenszins. Want die paraatheid hangt ten nauwste samen met de, in ge val van diensttijdverkorting noodzakelijk wordende, werving van vrijwilligers, contractanten en nadieners. Deze drie ca tegorieën, samengevat in de formule van beroeps- en semi-beroepspersoneel, wor den onmisbaar geacht om de paraatheid van onze krijgsmacht op te voeren tot het noodzakelijke niveau. Men mag daaruit concluderen dat de commissie net als de meeste militaire deskundigen ver uit de voorkeur geeft aan vast kaderper soneel boven dienstplichtige „aanvoer ders". Zij onderschrijft daarmee de oer oude stelling, dat de dienstplicht welis waar de kwantiteit der legers heeft be vorderd doch de kwaliteit ervan heeft ver laagd. De huurlegers van vroeger hadden relatief grotere militaire waarde dan de dienstplichtige legers van thans. Niet voor niets heeft men in Engeland de weg terug ingeslagen tot afschaffing van de dienstplicht en tot opbouw van een be roepsleger in vredestijd, dat in noodsitua ties door een hernieuwde instelling van de dienstplicht kan worden aangevuld. De commissie-Van Voorst tot Voorst be veelt een verkorting van de dienstplicht met twee maanden aan, te realiseren in het midden van 1962 en voorafgegaan door werving van contractanten en nadienen den. Zij is dus van oordeel, dat de hogere defensiekosten van 86 miljoen daarbij gerechtvaardigd zouden zijn. Niet alleen uit het oogpunt van een bevordering der efficiency bij het leger, doch ook ten aan zien van de verbetering van atmosfeer die het gevolg zal zijn, doordat de neerdruk kende invloed van de langdurige dienst tijd op maatschappij en gezin zal worden verminderd. Er is een onberekenbare factor in het geheel, die echter ook nog wel even mag worden genoemd: de kortere afwezigheid van jongelieden uit het produktieproces zal niet in bedragen kunnen worden uit gedrukt, doch betekent niettemin een be langrijk nationaal voordeel. Daartegen over zal de onttrekking van vast militair personeel aan de burgermaatschappij niet of nauwelijks merkbaar zijn. Al met al zijn de voordelen van een diensttijdverkorting waarbij toch ook nog moet worden gedacht aan de besparing in kazerneringskosten zo duidelijk, dat een beslissing in die zin ok al zal het een geldelijk kostbare beslissing zijn met voldoening zal mogen worden be groet. Advertentie Zélfs niet dat ik het laatste woord heb als we een cos-, tuum voor hem kopen. EVERFORMallicht! Ik. moet er tenslotte voor zorgen! dat z'n pakken netjes blijven!' Van EVERFORM herencos- tuums heeft „de Faam" de al leen verkoop. Wij hebben zen in 100% kamgaren, Terlenka wol en Trevira wolJ Onberispelijke costuums, die onberispelijk blijven 1 prijzen v.a. I 109,® costuums in solide uitvoering ook reeds v.a. f 89,-' VERTROUWENSNAAM ANEQANQ HOEK W VEERSTRAAT Aquarellisten. Op 10 oktober wordt in de kunstzaal Van Efferen in Den Haag een expositie geopend van „De Haagse aquarellisten". De tentoonstelling duurt tot 29 oktober. (Van onze Haagse redacteur) De Commissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen is er by de samenstelling van haar rapport over de verkorting van de militaire diensttyd waarvan men een beknopte weergeving der conclusies op pagina 1 aantreft van uitgegaan, dat zy de omvang en organisatie der Nederlandse NAVO-bydrage als axioma had te aanvaarden. Zij achtte zich, als bestaande uit leken op dat gebied, daartoe niet bevoegd. Ook de voorzitter, luitenant-generaal b.d. H. F. M. baron van Voorst tot Voorst, rekende zich wegens de geruime tijd dat hij niet meer actief dient tot de niet-deskundigen, naar hij maandagmiddag op een persconferentie verklaarde. De Commissie bestond uit bestuursleden van de Stichting van de Arbeid, de directeur- generaal van de Arbeidsvoorziening en adviserende leden voor leger-, vloot- en luchtmachtzaken. Een en ander betekent, dat zy is uitgegaan van een behoefte van 72.642 parate dienstplichtigen in vredestijd. Evenmin is de Commissie by de uit werking van haar conclusies in beleidsvragen nopens de financiële en economische consequenties der diensttijdverkorting getreden. De Commissie is bij haar arbeid al da delijk op de moeilijkheid gestoten, dat het huidige aantal jaarlijks voor de dienst plicht ingeschi-evenen onvoldoende is om in de behoefte te voorzien. Van het aantal ingeschrevenen komt namelijk slechts 62 pet. voor inlijving beschikbaar. Daar om wordt er thans een bei'oep gedaan op een lichting die een jaar jonger is dan de normaal aan de beurt zijnde, de zoge naamde vooruitgreep. Deze vooruitgreep bedroeg in 1958 reeds 33.100 man. Bij de huidige lichtingssterkte zal deze vooruit greep toenemen tot en met 1962. Daarna komen de zogenaamde na-oorlogse lich tingen aan de beurt en zal de vooruit greep afnemen. In 1967 is het evenwicht hersteld. Dit betekent dat een verminde ring van de lasten van de dienstplicht door een verruiming van het aantal vrijstellin gen voorlopig uitgesloten is. De Commissie heeft ook nagegaan of verkorting van de diensttijd mogelijk zou zijn door de eerste opleidingsduur te be perken, zodat de dienstplichtigen eerder naar de pax-ate troepen zouden kunnen overgaan. Zij kwam tot de overtuiging, dat het niet mogelijk is de duur van de eerste opleiding vóór de overgang naai de parate eenheden te verminderen zon der dat de morele verantwoordelijkheid zou worden aanvaard een aantal dienstplich tigen in voorkomend geval onvoldoende opgeleid in de strijd te brengen. Het kardinale punt in het 83 bladzijden vol cijferreeksen en 23 bijlagen omvatten de rapport betreft dan ook de verkorting van de diensttijd door het aanwerven van vrijwilligers, door de commissie contrac tanten genoemd. In België kent men de ovei-eenkomstige NAVO-teehnici, in Duits land de „Auf Zeit"-vi-ijwilligers. Ter bepaling van het aantal jaarlijks te werven contractanten werden uitvoerige en ingewikkelde bei-ekeningen gemaakt, uitgaande, van de. huidige -lichtingssterk-te voor de landmacht van 46.000 man. De aantallen jaarlijks te werven contractan ten waren echter zo groot, dat de Com missie een vei-groting van de lichtings sterkte eveneens nodig vond. Gezien de reeds genoemde vooruitgreep op de jon gere lichtingen was dit alleen mogelijk door het aantal vrijstellingen te vermin deren. De Commissie adviseert dan ook geen vrijstelling meer te verlenen wegens kost winnerschap omdat de financiële bezwa ren door een kostwinnersvergoeding kun nen worden ondervangen. Het aantal vrij stellingen wegens kostwinnerschap be loopt 1,1 pet. per jaar. Afschaffing zou een bedrag van 2,5 miljoen gulden vergen. Verder wil de commissie onder de hui dige omstandigheden geen vrystelling meer verlenen aan mijnwerkers bate: 1,3 pet. per jaar en adviseert zy verder te overwegen om de huidige koopvaardijre- geling tot de „bijzondere gevallen" te be perken. De Commissie heeft voorts de mogelijk heid onder ogen gezien om de diensttijd voor officieren en onderofficieren enex-- zijds en de overige dienstplichtigen ander zijds gelijk te trekken. De situatie is thans zo, dat de officiële diensttijd voor gewo ne dienstplichtigen bij de Landmacht weliswaar 22 maanden bedraagt, maar dat bij de Landmacht een „Klein-verlofrege- ling" geldt, waardoor de dienstplichtigen na achttien maanden afzwaaien. De overi ge vier maanden blijven zij v/el binnen vier entwintig uur mobilisabel. Officieren, on derofficieren en specialisten dienen bij de Landmacht echter 21 maanden en bij de Luchtmacht zelfs twee jaar. Uit een oogpunt van efficiency en pa raatheid bleek de gelijktrekbing van de diensttijd der officieren en onderofficie ren met die der manschappen echter niet mogelijk. Er zal immers tenminste acht maanden dienst moeten worden gedaan bij de parate onderdelen, zodat voor hen wier eerste opleiding twaalf maanden duurt, van een diensttijdverkorting tot minder dan twintig maanden geen sprake kan zijn. Bovendien zal door deze verkor ting van de diensttijd de jaarbehoefte aan hoogwaardig personeel aanmerkelijk stij gen. Het betreft hier de bezetting van één- mansfuncties, die essentieel voor het on derdeel zijn. Bij alle diensttijdverkortingen zal het daarom bepaald nodig zijn de aan te wer ven contractanten te bestemmen voor de Deze week heeft Koningin Juliana de ervaringen gehoord van de Letse do minee Urdze. Dominee Urdze, zelf vluchteling, is een van de geestelijke leiders van de Letten in het vluchte lingenkamp Ohmstede (Duitsland). Ohmstede is een van de projecten, die in het kader van het Wereldvluchte- lingenjaar zijn toegewezen aan Neder land. Dominee Urdze vertelde in een vergadering r>an het bestuur van het Nederlands Comité Vluchteling en jaar (19591960) die door de Koningin werd bijgewoond, over de materiële maar vooral ook de geestelijke nood, waarin zijn kolonie van bijna vierhonderd vluchtelingen verkeert. Hij sprak de hoop uit, dat de vluchtelingen van OhmsÈede, en van alle kampen in Europa die nog moeten worden op geruimd, deze keer niet wéér voor een teleurstelling zullen worden geplaatst. „Dat", zo zei dominee Urdze, „is in de afgelopen veertien, vijftien jaar reeds zo vaak gebeurd, dat zij het waar schijnlijk deze keer niet meer te boven zouden komen". In de laatste helft van deze maand begint in het grootste deel van ons land de eerste grote actie ten bate van de vluchtelingen in het kader van het Wereldvluchtelingen- jaar. Een extra-inspanning dus, die ten doel heeft in één grote golf van offervaardigheid en sa menwerking het „Europese schandaal" van de kampen uit de weg te ruimen. Men zal er ongetwijfeld nog meer van horen, maar voor wie reeds nu de lijfelijke en de geestelijke nood wil lenigen van hen, die soms al meer dan veertien jaar in een kamp verblijven: het gironummer van het Comité Vluch- telingenjaar is 1959 60. De Commissie verwacht niet alleen, dat de vervanging van dienstplichtigen door contractanten tot fundamentele wijzigingen in de opbouw van land- en luchtmacht zal leiden, maar dat daar door ook de gevechtswaarde der parate troepen op den duur belangrijk ver hoogd zal worden. Dit komt ni.et. alleen omdat aan de contractant geen klein verlof wordt toegekend, maar ook om dat hij na verloop van tijd meer er varing zal hebben opgedaan dan de dienstplichtinge in zijn eerste oefentijd. vervulling van deze hoogwaardige, min of meer technische functies, vooral ook om dat Nederland in een ongustige positie ver keert wat de sterkte van het beroepsper soneel bij het leger betreft. Bij SHAPE, het NA Vip-hoofdkwartier in Europa, is men dan ook algemeen van oordeel, dat uitbreiding van beroepspersoneel het eer ste is waarnaar Nederland dient te stre ven. Bij de Landmacht vallen er 5100 en bij de Luchtmacht 1100 beroepsfuncties te ver vullen, zijnde 23 x-esp. 11 pet. van de aan wezige sterkte. Door inschakeling van dienstplichtigen heeft men de open posten tot 2050 bij het leger en 850 bij de lucht macht gereduceerd. Bij diensttijdverkor ting dient het inlopen van dit tekort in de berekening van het aantal nodige contrac tanten te worden verdisconteerd. De Commissie heeft niet alleen nage- (Van onze Haagse redacteur) De Commissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen heeft geen verkorting van de diensttijd voorgesteld voor de Ko ninklijke Marine omdat zij de daar gelden de diensttijd van 21 maanden x-eeds mini maal acht. Deze diensttijd bedraagt voor alle cate gorieën 21 maanden en hangt samen met het specifieke karakter van de zeemacht, waarbij de dienstplichtige niet alleen tot militair, maar ook tot zeeman wordt opge leid. Zeemiliciëns kunnen dan ook als spe cialisten worden beschouwd. In verband met het besloten karakter van de dienst aan boord van de schepen is een discrimi natie van de verschillende gi-oepen dienst plichtigen niet wenselijk. Dat de huidige diensttijd voor de marine over de gehele linie op 21 maanden is gesteld is een gevolg van de doox-lopende paraatheid welke aan dit wapen, evenals aan de luchtmacht, wordt gesteld. Bovendien zou de werving van contrac tanten tot gevolg hebben dat naast de dienstplichtigen en het beroepspersoneel nog een derde groep werd geschapen, waardoor de werving van beroepsmilitai ren die bij de marine bevredigend ver loopt in het gedrang zou komen. gaan hoeveel contractanten er nodig zijn, maar ook wanneer een verkorting zou kun nen ingaan. Daar bij een contractduur van zes jaar dit pas op 1 januari 1966 moge lijk zou zijn heeft de commissie voor een kortere overgangstijd tevens gedacht aan de mogelijkheid, dat dienstplichtigen nog twee of zelfs drie jaar langer in dienst zouden blijven. In haar rapport worden dat de nadienenden genoemd. Een en ander betekent, dat bij een ver korting van twee maanden per medio 1962 ongeveer 5800 man per jaar geworven moet worden, die dan nog in beginsel ge schikt zouden moeten zijn voor hoogwaar dige functies. Bovendien zal dit aantal con tractanten in de eerstvolgende drie jaren vermeerderd moeten worden met gemid deld tweeduizend nadienenden per jaar. De Commissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen heeft zich ervan rekenschap gegeven, dat de werving van vrijwillige contractanten, die noodzakelijk zijn om deze verkorting in te voeren, alleen kan slagen wanneer de dienstneming ook werkelyk aantrekkelyk wordt gemaakt. Een verbetering van de bezoldiging van het beroepspersoneel wordt dan ook noodzakelijk geacht. De Commissie is daarbij uitgegaan van de bezoldiging van een sergeant van ongeveer 25 jaar en zij heeft gezocht naar een functie in de burgermaatschappij die als grondslag voor ver- gelyking zou kunnen dienen en tevens representatief is voor het reservoir waaruit de onderofficieren-representanten moeten voortkomen. De Commissie heeft voor die vergelijking de geschoolde metaalarbeider genomen. Diens loon is dermate hoger dan het tegenwoordige salaris van een onderofficier, dat zonder optrekking van dit salaris tot dat niveau onvoldoende animo moet worden gevreesd, waarmee het plan tot verkorting van de diensttyd tot mislukking gedoemd is. Bovendien wenst de Commissie een compensatie te geven voor de minder gunstige arbeidsvoorwaarden van de militair, waarby aan een toeslag van vijftien percent wordt gedacht. Op die manier komt men voor de sergeant in de leeftijd van 23 tot 25 jaar tot een maand salaris van 420 gulden. De commissie die dus uitdrukkelijk stelt dat het salaris van contracten en be- roepspei-soneel gelijk dient te zijn, ver wacht hiervan in het bijzonder een kwali teitsverbetering van het kader. Ook besparingen Met het optrekken van de bezoldiging van het beroepspersoneel is alleen al 38 miljoen gemoeid: dat is de basis waarop de werving van contractanten moet begin nen. Voor de contractanten zelf zal uitein delijk in 1962 nog eens 48 miljoen nodig zijn, in totaal dus 86 miljoen. Men verwacht echter ook een positieve financiële kant aan de inschakeling van contractanten, namelijk een besparing van onderhoudskosten voor het materieel door hun hogere vakbekwaamheid. Deze besparingen worden bij de landmacht op De recherche van het bureau Leidse- plein te Amsterdam heeft op verzoek van de officier van Justitie, mr. W. P. Bak hoven, een uitvoerig rapport samenge steld over de grieven, die de gedetineer de E.C. heeft geuit over zijn bewakers in het Huis van Bewaring aan de Wetering schans. Deze 25-jarige kantoorbediende, die we gens diefstal was veroordeeld, had zich be klaagd over mishandeling, nadat hij een poging had gedaan om uit de gevangenis te breken. Hij zou door negen bewakers zijn afgex-anseld en daarna een week lang met leren riemen op een brits in een isolatiecel zijn gebonden. „Stei'k ovex-dx-even", zo luidt de conclu sie van het rapport. Uit het onderzoek is komen vast te staan, dat C. inderdaad enige klappen heeft gekregen, doch dit ge- beux'de tijdens het hevige verzet, dat hij bood, toen hij na de mislukte ontsnappings poging naar de isolatiecel werd gebracht. Toen bleek dat hij zelfmoord wilde ple gen, werd hij gebonden, niet met leren rie men, maar met linnen banden. Aanvankelijk werd tot deze behandeling besloten door de bewakers. Later adviseer de de psychiater hiex-mee door te gaan. Na een week kreeg C. weer de normale behandeling als gevangene, daar toen geen zelfmooi'dpogingen meer waren te duch ten. Het rapport, dat aan mr. Bakhoven is toegezonden, zal de minister van Justitie als leidraad dienen bij de beantwoording van de door het Tweede-Kamerlid, mr. M. Vi-olijk (P.v.d.A.) gestelde vragen De officier van Justitie is van mening, dat er in het Huis van Bewaring geen mis handeling heeft plaatsgehad. In hoeverx-e er sprake is van overtreding van de re glementen van de gevangenis ligt buiten de competentie van de officier. De direc- teux'-generaal van het Gevangeniswezen zal de minister hierover nog nader inlich ten. twee tot vijf miljoen per jaar geraamd en bi.j de luchtmacht op drie tot zes miljoen gulden. Verder wenst de Commissie de contrac tanten bij het verlaten van de dienst de volgende faciliteiten te verlenen: Een premie van 25 pet. van het laatst genoten maandsalaris voor elke maand welke zij langer dan de dienstplichttijd in dienst zijn gebleven. Dit komt in het al gemeen bij een zesjarig contract op een premie van 5880 neer. Bijzondere aandacht bij arbeidsbemid deling en bij scholing, dit laatste zo moge lijk in diensttijd; Een militaire overbruggingsuitkering bij werkloosheid; Verlening van andere faciliteiten, zoals studietoelagen, bij het volgen van een voortgezet en hoger onderwijs. Voor de nadienenden zouden overeen komstige regels moeten worden gesteld. Aandacht voor de sfeer De Commissie heeft er evenwel op ge wezen en haar voorzitter, luitenant-ge neraal b.d. H. F. M. baron van Voox-st tot Voorst, heeft dat op de persconferentie nog eens nadrukkelijk onderstreept, dat het niet alleen de bezoldiging, maar ook klimaat en sfeer bij de strijdkrachten voor het succes van de werving van belang zijn. Het komt immers vooral aan op de geest, waarin het werk wordt verricht. De Com missie meent te weten, dat de omstandig heden waaronder velen hun dienst moeten vervullen een neerdrukkende invloed uit oefenen. Dit is met name het geval bij hen, die langdurig gescheiden moeten leven van hun gezin. Indien een weg zou kunnen wox-- den gevonden dit euvel zoveel mogelijk te beperken, zou daarmee een factor worden uitgeschakeld, die het klimaat bij de krijgsmacht en de sfeer, die bij de onder delen heerst, ongunstig beïnvloedt. Een goede en opgewekte bevelvoering door leidex-s, die het vak volkomen beheer sen, zal leiden tot verbetering van de geest, tot uiting komend in de wijze van oefenen, ook bij de parate eenheden. Door het aannemen van contractanten met een zesjarig dienstverband kan dit worden bereikt. Een van de huidige te kortkomingen is immers, dat de lagere aanvoerders onvoldoende praktijk hebben om hun onderdeel te leiden en onvoldoende fantasie bezitten om variatie en spontaneï teit in de militaire oefeningen te brengen. Het tekort aan beroepskader leidt er bo vendien dikwijls toe, dat het dienstplich tig kader een hogere functie moet vervul len dan met rang en opleiding overeen komt. De Commissie heeft gemeend hierop te moeten wijzen omdat de efficiency van het militaire appax-aat het beste propagan damiddel moet zijn. TEL AVIV (Reuter) De Britse finan cier Friedrich Grunwald is uit Israel naar Londen vertrokken. Grunwald is, zoals bekend, directeur van vex-scheidene onder nemingen van de Jaspergroep, die be trokken is bij een groot financieel schan daal in Londen. Ik wacht geduldig Ik heb een stuk of twaalf V.V.V.-advie zen ontvangen om n naar een aantal fraaie plaatsen in Nederland te komen: „want nu is het heerlijk rustig bij ons"; „want juist nu de grote zomerdrukte voor bij is, kunt u hier ongestoord genieten"; „weet u dat in september de bossen rond om ons stadje op hun mooist zijn?"; „in de herfst kunt u volop en ongestoord ge nieten van ons natuurschoon". Als iemand een vreemdelingenver- keer-man is dan ben i k het en als iemand de ijver der vaderlandse toe risteninstanties een welbestede ijver vindt, dan ben ik dat nóg eens. Maar er zit toch iets wonderlijks in deze aansporingen om in de herfst, juist in de herfst naar al die mooie plaatsen te komen „omdat het speciaal in september bij ons zo mooi is" en „omdat u juist nu ongestoord kunt genieten van ons natuur schoon". Dit wonderlijke zit 'm in het feit, dat die V.V.V.'s dit in hun zomer circulair es niet verteld hebben. Ik kan u met de hand op het hart ver zekeren, dat ik in mei geen enkel vouw blad van niet één V.V.V. ontvangen heb, waarin stond: „wees zo verstandig en kom niet in de zomer bij ons, want dan is het veel te druk", of „u zoudt gek zijn om in juli en augustus ons plaatsje te bezoeken; want u kunt dan door alle gasten het bos niet zien"; of „u haalt het toch zeker niet in uw boerenhoofd om midden in de zo mer bij ons te komen? Man dan hebt u rust noch duur; er is dan in wijde omtrek geen rustig plekje te vinden; u wordt dan van de been gelopen door al die mannen met blote dijen uit korte broekjes; u weet wel." In het feit dat ze mij pas in september komen vertellen, dat het dan het plezie rigst toeven bij hen is, terwijl ze mij dat in de voorzomer niet hebben meegedeeld, zit iets, dat ik niet helemaal verwerken kan. Want misschien krijg ik nu in november circulaires, waarin ze zeggen: „er zijn nog veel te veel mensen, die in de herfst bij ons komen; die zoeken dan de stilte; maar als er tienduizenden stiltezoekers komen, dan begrijpt u wel, dat daar niets van terecht komt; dat kunt met uw boeren hoofd zelfs wel begrijpen; nee, in de cember, dan is het pas heerlijk bij ons; juist in december, als de sneeuw op het land ligt; dan is het pas heerlijk wan delen in de bossen rondom ons stadje, dan hebt u geen hinder van al die zogenaamde stiltezoekers. Als het stormt, en hagel en regen in uw goede gezicht slaan, dan is het in één woord verrukkelijk in onze streek." Ik heb die twaalf herfstcirculaires dus ter zijde gelegd en ik wacht geduldig op de winterprospectussen. Flori-s Flaneur Advertentie 100 wol waterafstotend winddicht kleurecht voor longens en Meisjes Dames en Heren Leeftijd 7 jaar waterafstotend teddy voering Voor Sportkleding In Oosterbeek is overleden de kunst schilder Herman Anthony Romijn. Her man Romijn werd 13 november 1892 in Barneveld geboren. Hij werkte eerst in Utrecht, waar zijn werk, op de exposities van de Utrechtse Kunstkring, veel waar dering vond. Ongeveer twintig jaar gele den vestigde zx'omijn zich in Barneveld. Hij schilderde bij voorkeur landschappen, die zich onderscheidden door een fijne toon en detaillering, die zijn werk bij ve len gezocht maakte. De begrafenis zal plaats hebben woensdag om half drie te Oosterbeek. DJAKARTA (UPI) De Indonesische minister van buitenlandse zaken is zon dag vertrokken voor een reis van twee weken- naar communistisch China, Japan en de Philippijnen. Hij x-eist via Bang kok en Hongkong. Minister Subandrio x-eist maandag van Hongkong naar Kanton, waar hij een dag blijft, om daarna door te reizen naar Pe king. I-Iij zal daar van 8 tot 10 oktober zijn, en dan via Kanton weer terugkeren naar Hongkong. Op 12 oktober vertrekt hij naar Tokio, waar hij van 13 tot 17 oktober zal zijn. Van 18 tot 20 oktober is hij in Manilla. In Peking zal de Indonesische minister onder andere 't besluit bespreken waarbij de zaken van Chinese kleinhandelaax-s in de dorpen op het platteland door coöpera ties zijn overgenomen. Duizenden Chine zen worden getroffen door deze maatre gel, die aan het eind van dit jaar in wer king treedt. De Chinese communistische regering heeft er fel tegen gepri>-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 3