Hannibal e rt 11 tal li aans VOOR JULLIE Proentje bouwt een toren ZATERDAG 24 OKTOBER 1959 Erbij PAGINA Schaken cccccccoccoox>cooccoy:cccocc- j>ooo">_oococ»~ooqo ÜS5F :jjR ;.w Wm. s s Hf HH fsjSl iwi ÉsH HÜ Hü FEUILLETON VOOR JONCE MENSEN DOOR LIZZY SARA MAY ALBERTO BELLIHI 4 fl fl fl fl NIEUWE BOEKEN EN BOEKJES VOOR DE JEUGD Ditmaal dan de beloofde partij Bouw meesterTan. onlangs gespeeld in de zes kamp van de schaakclub „Het Oosten" hier ter stede. Een bijzonder opwindend duel, vol ver rassende pointes aan beide zijden. Bouw meester, een van de weinige Nederlandse spelers die vrijwel nooit een partij verliest (hij maakte zelfs enige tijd geleden remise met Botwinnik), moest alle zeilen bijzet ten. De jonge Indonesische student Tan verloor tenslotte, nadat hij in de tijdnood fase verzuimde een misgreep van zijn tegenstander af te straffen. Maar niette min strekt deze partij hem tot eer, want zijn frisse en scherpe spel is opvallend. Telkenmale komt hij met tegenacties, welke typerend zijn voor de ware schaker. In het komende Nederlandse kandidaten toernooi zal hij worden toegelaten, hoewel hij de Hollandse nationaliteit niet bezit. Het lijkt ons waarschijnlijk dat hij via een der hoogste vijf plaatsen zal doordringen tot de twaalf, die om het landskampioen schap mogen strijden. Wit: Bouwmeester Zwart: Tan Spaanse opening 1) e2e4 e7—e5, 2) Pgl—f3 Pb8—c6, 3) Rflb5 a7a6, 4) Rb5—a4 b7—b5, 5) Ra4 f3 Rc8b7, 6) oo Pg8f6. Wit kan nu proberen een pion te winnen met 7) Pg5 d5, 8) ed5: Maar na 8)Pd4! heeft zwart voldoende compensatie. 7) Tflel Rf8c5, 8) c2c3 Rc5b6, 9) d2—d4 d7—d6, 10) Rb3c2 Pc6e7. Een originele zet, welke geen pionoffer inhoudt. Immers na 11) de5: de5: 12) Dd8 schaak Td8: 13) Pg5 kan zwart op e4 slaan, daar wit de onderste lijn gedekt moet houden. 11) a2a4 Pe7 g6 12) Pbld2 o—o 13) Pd2—fl d6—d5!? Veiliger is Te8. Maar de tekstzet is type rend voor Tan's stijl. Tegenacties en com plicaties is zijn motto. 14) Pf3xe5 Pg6xe5, 15) d4xe5 Pf6xe4, 16) Rel—e3Wit heeft nu enig voordeel, daar hij gemakke lijk tot een koningsaanval komt. 16) Rb6xe3, 17) Pflxe3 f7f5! Wederom zeer onbevangen gespeeld. Wanneer zwart pas sief blijft, wordt hij onder de voet gelopen. De pointe van zwart's voortzetting blijkt aanstonds. 18) f2f3 f5f4! Dat was het. 19) Pe3g4 Misschien had wit zich toch op 19) fe4: fe3: moeten inlaten. 19) Pe4c5, 20) a4xb5 20) b4 bene vens 21) Dd3 haalt niets uit wegens 21) Dh4! 20) a6xb5 21) Talxa8 Rb7x a8. Niet Da8: omdat dan de mogelijkheid Dh4 er uit is. 22) Ddle2! Aanval op b5 en „Ueberdeckung" van e6, zodat lang zamerhand e5e6 gevaarlijk wordt. 22) d5d4! Alweer die frappante voor keur van de tegenaanval boven de verde diging. 23) Tel—dl! Na 23) Db5: krijgt zwart met d4d3 gevaarlijke tegenkansen. 23) d4—d3! Beter dan 23) Pe6 24) cd4: Pd4: 25) Dd3! enz. 24) Rc2xd3 Pc5xd3 25) Tdlxd3Wit heeft nu een pion gewonnen, maar zijn taak is nog zeer moeilijk. 25) Dd8—e7 26) Td3—d4 Ra8c6 Dekt b5. 27) Pg4—f2 g7—g5; 28) Td4dl Na 28) Pd3 is g5—g4 gevaar lijk. 28) De7e6 29 h2—h3 h7—h5, 30) Tdl—el Tf8—f5, 31) Kgl—h2 Hier was 31) Pd3 benevens Pc5 of Pb4 beter. 31) Kg8—f8, 32) Pf2d3 De6—c4, 33) e5—e6! g5g4! 34) e6e7 schaak Kf8e8. Zwart: Tan )c©a>accccco?oooococccc<raxcco:.:ccccco»crccc« mm. V///M 'WM pion aan beide spelers scherpe kansen geven. 35) f3xg4 f4f3! Nogmaals een voorbeeld van Tan's agressiviteit 36) g2x f3? Een fout, die beslissend had kun nen zijn. Juist was 36) De6! met o.m. de verschrikkelijke dreiging Dc8 schaak. Ge dwongen is dan dus 36)De6: 37) Te6: f2, 38) Pf2:Tf2: 39) Tc6: met een toren eindspel, dat wit bij goed spel kan win nen. 36) Rc6xf3? Hier mist Tan zijn grote kans, nl. 36) Tf3:!, die echter niet bepaald voor de hand lag. Zie nu de volgende varianten: a) 37) De5 Th3: schaak en wint (Kh3: Dg4: schaak), b) 37) De6 De6: 38) Te6: Rd5! 39) Pel (Pe5? 40) Te3!) Th3: schaak! 40) Kh3: Re6: en wint. c) 37) Pe5 Df4 schaak en wint. Na de tekstzet trekt wit aan het langste eind door schaakdreigingen op de onder ste lijn. 37) De2e3! h5xg4 38) De3h6! Dreigt Dh8 schaak 38) g4g3 schaak 39) Kh2—gl (Kg3:? Dg8 schaak) Dc4g8 40) Dh6a6! De verrassende en elegante pointe. Zwart staat machte loos Dc8 schaak en gaf het mitsdien op. Het schaakspel op zijn best! Mr. Ed. Spanjaard dan kan noord het contract altijd nog her stellen tot 4 schoppen. Dat bij het goed zitten van schoppen vrouw de Nederlanders geen enkele moeite hadden bij hel halen van 9 slagen, is duidelijk: nogmaals 400 voor Nederland. Zo ziet men, dat hinderlijk tegenbieden niet steeds een afdoende bescherming geeft en dat het (soms) wel beter is, de tegenpartij eenvoudig maar een „vrije loop" te geven. Gehinderd kwam Neder land in het ideale eindcont.ract onge hinderd boden de Duitsers het verkeerde. Bridgevraag dezer week: NZ staan kwetsbaar, als zuid opent ge in een vier tallen wedstrijd robberbridge) met 1 harten op: 4»A 9 H V 7 5 4 2 OH3 V 10 8 6 De westspeler past, noord (uw partner) biedt 2 ruiten, waarna oost met het ver rassende bod van 4 schoppen komt. Wat moet zuid doen? (Voor het antwoord, zie onderaan de spelrubriek). H. W. Filarski m Wm. wm. xcocoaxccococccocococcor^xoïcooDa^Dccoïcox Wit: Bouwmeester (aan zet) Een adembenemende stelling, in welke de zwarte koningsaanval en de witte vrij- e Eén van de landen waarmede onze brid gers als regel zeer weinig moeite hebben, is Duitsland. De Duitse methode van bie den is over het algemeen primitief" en goed te merken valt, dat het bridgespel in Duitsland eerst na dt oorlog van enige betekenis geworden is. Ook in Palermo, tijdens het Europese toernooi, won Nederland overtuigend en door veel beter spel van onze oosterburen. Het volgende gebeuren droeg daartoe kostbare matchpunten bij: 10 6 4 Q V 4 O A 8 6 5 V 8 7 3 West 82 9B 9 8 5 2 OHB9 B94 A H B 9 5 9 A H 3 O V 7 4 10 6 West gever, niemand kwetsbaar. Na drie maal passen, opende de Duitse zuidspeler met 1 schoppen, OW boden niets, noord zei 1 Sansatout, zuid 3 schop pen en noord 4 schoppen. Zuids 3 schoppenbod is dubieus niet temin zou het door vele spelers óók ge daan zijn. Beter is, 2 SA te bieden het zuidspel is evenwichtig en het ziet er niet naar uit dat, bij het ontbreken van schop- pensteun, 4 schoppen een veiliger contract is dan 3 SA. Tegen het 4 schoppencontract kwam de westspeler uit met harten 9 de zuidspeler verloor 2 slagen in klaveren en 2 slagen in ruiten, hij ging dus één down en Nederland scoorde 50 punten. Aan de tweede tafel speelden de Neder landers NiemanDe Leeuw als noord zuid. Door Duitse actie in oost-west kreeg het bieden hier een levendiger karakter: west pas noord pas oost 1 klaveren zuid doublet west 1 harten noord pas oost pas zuid doublet west pas noord 2 klaveren (OW pasten verder) zuid 2 schoppen noord 3 schoppen zuid 3 SA. Noord was natuurlijk al zéér dicht bij een vrijwillig bod nadat zuid voor de eerste maal doubleerde en west 1 harten tussenbood. Toch is zijn passen niet on juist en als zuid een doublet herhalen kan en dus een werkelijk zeer goed spel aan geeft, geeft noord een bod in de kleur der tegenpartij om positieve kracht aan te geven. Zuids 2 schoppenbod is vanzelfsprekend, noords 3 schoppenbod logisch en zuids 3 SA het bewijs, dat. zuid een zéér goede speler is. Gezien het bieden betekent noords 2 klaverenbod vermoedelijk niet uitsluitend dat noord nog wel zin in een manche heeft, doch óók dat hij iets in klaveren bezit. Zou dat niet het geval zijn, Dammee Het is verheugend dat twee Haarlemse damvrienden in het toernooi om het kam pioenschap van Noordholland, na de tien de ronde, leiden. Het ziet er naar uit, dat na de laatste ronde (op zaterdag 31 oktober) de provin ciale damtitel in Kennemerland terecht zal komen. De twee leiders: J. Bus (Haarlemse Damclub) en Wim de Jong ('t Oosten), hebben uitstekend spel te zien gegeven, doch ook de Kennemerlandkampioen 1958 —1959,'Theo Tielrooy (DCY) en J. Belien (St. Bavo), hebben goede (en minder goede) partijen gespeeld. De vijfde deelnemer uit Kennemerland ir. M. krijgsman (DCY) heeft vèr bene den zijn kunnen gespeeld. Op dit toernooi en de spelprestaties van de dammers uit ons district komen wij later terug. Wij laten hieronder alvast een pittig partijtje zien tussen J. Belien (wit) en Th. Tielrooy (zwart): 1) 32-28 16-21. 2) 37-32 11-16. 3) 41-37 7-11. Zwart biedt aan om de „Roozenburg op stelling" te spelen, waarop wit weigerend met 4 (31-27) antwoordt. Maar zwart be gint daarna met 4 19-23 een actie op wit's lange vleugel. Deze botsingen in spelinlei- dingen leveren een hoogst interessant openingsspel op. 4) 31-27 19-23. 5) 28x19 14x23. 6) 33-28 9-14. 7) 28x19 14x23. 8) 35-29 23x34. 9) 40x29 13-19. Gespeeld om de ruil 29-23 en 27-22 te voorkomen. 10) 37-31 1-7. Op 21-26 volgt verlies met 29-24. 11} 31-26 4-9. 12) 36-31 8-13. 13) 44-40 2-8. 14) 40-34 10-14. 15) 39-33 20-25. 16) 46-41 14-20. 17) 41-36 19-24. Stand na de 17de zet van zwart: 1 m Wm. Wm. Wm. Wm. üëi m, wm 1 wm. Mm. WWv, IP jjn Wm. mm. ÉS m 1 1 !P^ 11 mm. Si IS H 'Mm fm. S wê. 1 1 H HÉÜ s BI 8 lil UK HP SU H f m§ j§§ Bi mm, %777%. i i E Zo was het tenminste gegaan, vertelde Joost later. Vijftigduizend lire komt neer op ongeveer ƒ300,-. Maar, zei Joost. Hij kon er echter geen speld tussen krijgen. De kleine signore pakte het Fran se dametje bij haar arm en trok haar mee de zaal in. Voor elk beeld bleef hij staan, wees omzichtig en noemde de prijs. Ziet U dit kleine reliëf, honderddui zend lire. U denkt: Dat is klein, dus goed koop. Mis mevrouwtje, helemaal mis. Wat een werk, wat een werk!! Joost beende achter het tweetal aan met ietwat schuldig gebogen hoofd. Hij had het allang best gevonden. Maar na een half uurtje glimlachte de signore tevreden. Met een elegant gebaar geleidde hij het oude dametje naar het beeldje terug. Hij verdween in een zijver trek en verscheen even later met een kaartje dat hij met een plechtig gebaar te gen het beeldje zette. VENDUTO, stond er op. Verkocht. Het is verkocht, het is verkocht, juich te Ondine en ze kneep Jaap in zijn arm. Ze liep naar Joost die bezig was ontelbare handen te drukken. Joost, riep Ondine, gefeliciteerd! Joost knikte, boog daarna zijn hoofd naar iemand die iets tegen hem zei en drukte tegelijkertijd de hand van de Amerikaan se juffrouw met de zonnebril. Een beetje verdwaasd keek hij Ondine aan. Ondine grinnikte. Tjongens, wat heeft die het te kwaad, dacht ze. Niks voor Joost zoiets. Die houdt van rustigjes aan. Pijp in de mond, glaasje binnen het bereik. Misschien is het beter dat we nu maar weggaan, of kun je dat niet zomaar? Zullen we zeggen dat we wegmoeten? vroeg ze Jaap. Jaap trok zijn schouders op: Is dat niet onbeleefd? Laten we in elk geval Ivo even op snorren, die heb ik in tijden al niet meer gezien, zei Ondine. Ze baande zich een weg tussen de pralende mensen door. Even la ter vond ze Ivo die in een moeizaam doch hartelijk gesprek gewikkeld was met een donkere, knappe Italiaanse jongen. Dit is Alberto Bellini, zei Jaap niet zonder trots tegen Ondine. En tegen de Italiaan: Ma soeur, eh,. Sorella, lachte de jongen en hij schud de Ondines hand. Alberto studeert in Perugia en hij zou graag eens een beetje met ons willen pra ten, zei Ivo. ZE ZATEN NU weer met z'n allen op het mooie plein met de fontein op een terrasje achter een kopje espresso, zwar te Italiaanse koffie. Met z'n allen, d.w.z. er was nog iemand bijgekomen: Alberto Bellini. Hij was een lange donkere jongen van een jaar of zeventien met een mooie bruinverbrande huid, donkere guitige ogen en zwart krullend haar. Zo dacht Ondine tenminste dat z'n portret goed ge- gespeeld. hetgeen ook in het verdere ver loop blijft gehandhaafd. 18) 50-44 5-10. 19) 43-39 10-14. 20) 42-37 18-22. Zwart moet breken wegens tempo-ge brek. Leuk is in plaats van 18-22 nu eens 13-19 te spelen, doch zwart moet toch het eerst breken in de voortzetting 13-19, 9-13 en 3-9 enz. enz. 21) 27x18 13x22. 22) 32-28 9-13. 23) 48-43 3-9. 24) 44-40 21-27. Met de volgende stand: Er is door beiden consequent gespeeld. Zwart heeft de hekstelling en wit heeft de kortevleugel-opsluiting. Er wordt met durf en ondernemingslust coKxx^^^oooo:^^ppooocc^^pooooo^^^,ooooc^^p':^ m s s HÉ s Jj§ ut MK ÜP ÊJÉ 0 m 'M Ml H IS s W- Wm. o ns§ s H gf! Sf ÜP Iwl tn§ i^l m§ Hü 8 p 8 lil O H jgp :Ü1 m§ lip iü nn iwi Jl 0 0 0 Wit moet er rekening mee houden, dat zwart dreigt met 27-32 38x18 en 12x41. Nu kan wit daarvoor 29-23 of 37-32 of 38-32 spelen. Op 1ste 29-23, 13-19, 35-30, 24x44, 49x40, 19x28, 29-24, 20x29, 34x21, 16x27 en 37-32 waarna 11-16 is verhinderd door 39-33 en 31x4. Op 2de 37-32 16-21 en wit moet wegens tempo-gebrek wel tot vereenvoudiging met 34-30 overgaan, waarna wit de hekstelling heeft verbroken en de „Partie-Bonnard" is overgebleven. Op 3de 38-32 (27x38 43-32 16-21 47-42 11-16 31-27 met beter spel voor wit. In de partij speelde wit 47-41, doch wij geven de voorkeur aan 38-32, hoewel de beslis sing voor het bord zeer moeilijk is. 25) 47-41 13-19. 26) 29-23? 25-30. Een keurig offer van Tielrooy. Wit's spel wordt overrompeld. 27) 34x25 9-13. Op 37-32 volgt dam met 17-21. Er rest één zet. 28) 49-44 16-21. 29) 37-32 11-16. 30) 41-37 7-11. Stand na de 30ste zet van zwart: OOCCCOCOOOOOOOCCCOCOOOOCCCOCCCOOOODCOCCOOCOCCOC^OCCC tekend was. Hij was ook veel minder be weeglijk dan andere Italianen, vond ze, maar misschien als hij ging praten Zou hij een beetje Engels of Frans ken nen, of alleen maar Italiaans? Ze wilde dolgraag eens met een echte Italiaan pra ten Maar niemand praatte op het ogenblik. Stilzwijgend keken ze naar de grote me nigte voetgangers die het plein en de aan grenzende straten bevolkte. Pantoffelparade, verbrak Joost de rust. Hij zat lui achterover in zijn stoel te bekomen van de opwindende middag. Om deze tijd vier uur zet de politie het rijdend verkeer in de hoofd straten stop, zodat de mensen zich onge stoord kunnen vertonen en onbedreigd hun boodschappen kunnen doen. Het lijkt de Kalverstraat wel, merk te Ivo op. Poe! zei Ondine, de Kalverstraat Niet te vergelijken! Noubegon Ivo. Nee, viel Jaap Ondine bij, dat vind ik ook. Moet je al die mooie mei ehmensen zien. En bovendien, de sfeer is heel anders. Net.... hoe moet ik het zeggennet schuim „Zeepbellen", zei Ondine. Mousserend, knikte Joos. Ja, dit is het juiste woord. Een mousserende stad. En je bedoelde eigenlijk, de mooie meis jes, niet Jaap? Joost glimlachte. Ja, zei Jaap, en hij kleurde een beetje, ik heb nog nooit zoveel mooie meisjes bij elkaar gezien. Ivo trok zijn onverschilligste gezicht en liet zijn blikken over de mensen gaan. Goed berekend van zwart, dat wit het gewonnen stuk moet terugofferen. Offers geven toch altijd wel een interessant ka rakter aan het spel. 31) 35-30 24x35. 32) 39-34 20-24. Het is een onderzoek waard om met de 32ste zet voor wit 40-34 te spelen. Leuk is afwikkeling 32) 39-34 20-24. 33) 23-18 12x23. 34) 25-20 14x25. 35) 34-30 25x34. 36) 40x9 8-13. 37) 9x18 22x13. 38) 31x22 19-23. 39) 28x8 17x48. 40) 26x17 48x3. Een problema tische winst. In de partij werd het spel als volgt be slist: 33) 25-20 14x25. 34) 23x14 13-19. 35) 14x23 24-29. 36) 33x24 22x42. 37) 37x48 27x49. 38) 34-30 25x34. 39) 40x29 49x40. 40) 45x34 21-27. 41) 31x22 17x39. En wit gaf zich gewonnen. Een levendig spel, waarin nog wel het een en ander valt te onderzoeken. Dat Belien de kans van de dag kreeg, laten wij hier in de steling na de 32ste zet zien. Zwart: 6. 8. 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 21, 22, 24, 27, 35. Wit: 23, 25, 26, 28, 31, 32, 33, 34, 36, 37, 38, 40, 43, 44, 45.- Wit aan zet. 33) 34-29 15-20? wint 34) 44-39 vrij eenvoudig. 33) 34-29 14-20 of? 34) 23x14 20x9. 35) 29x20 15x24. 36) 40-34 met positionele winst voor wit. B. Dukel Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur: B. Dukel, Wijk a. Zeeërweg 125, IJmuiden. •qjiquago i p do pmz uep aoj uee jajipajs jaiu aaqaz .ia Ciq si uep 'jaiu jep fiq si -uauiau a; Suissqsaq apaog uaa uio aijisod jagijsung iaaA uaa ui paoou si uaiipssiui !uajei jsao pjoou uee guissqsaq ap ua uassed snp jaoui pmz quioq uapaiq ueA janaq ap uee gou ^99 atp .laujaed uaa gou jfCipuieu ijaaq pinz jgueqje sueqj guissqsaq ap paooM ajsjeei suai/A uba si juapisaadsqfu ap jaiu fiq jep 'uaaauui -.iaq qoiz jaoui pmz 'uagaj jbm 5199 qoop '.199A jba\ jjaaq saqv "uapatq ua.iaAei>{ S gou sjjaz jo uajin.i g 'uaj.ieq g 'sues f iaM uep 'uajajqnop 'uauioq aj gutq.iaiuuee ui W?!! saqe uea :SeejAa3puq Sutssojdo Nou, bromde hij, ik vind ze niet an ders dan ergens anders. Kom, kom, zei Joost. Speel nu geen comedie, Ivo. Waarom zou je daar niet voor uitkomen? Je doet net alsof je je zou moeten schamen als je een meisje mooi vindt. Je moet dat net zo zien als een kunstwerk, of een landschap. Maar wat is er overigens mooier, dan een schoon, le vend mens A thing of beauty is a joy for ever, citeerde Jaap. Van wie is dat ook weer? wilde On dine weten. Vanehnou, dat weet ik niet meer, zei Jaap. (Wordt vervolgd) M ISp m lös'S LV PROENTJE ZAT op de grond te spe len. Tegenover hem zaten zijn twee poppen. De ene pop heette Nijn. Het was .een wollig konijn en had een mooi pak je aan. De andere pop heette Berebot- je en was een beertje zonder kleertjes aan. Ze keken allebei naar Proentje. En nou zegt Nijn tegen Berebotje, zei Proentje. „Moet je Proentje eens zien. Wat doet hij toch." En dan zegt Berebotje: „Hij bouwt een toren." Want Proentje bouwde een hele hoge toren van blauwe, gele, groene en ro de blokken. Een verschrikkelijk hoge toren. Nijn en Berebotje keken een beetje verbaasd omdat Proentje hen liet praten. En ze zeiden heel, heel zacht tegen elkaar: Hoe weet Proen tje nou wat wij tegen elkaar zeggen. Proentje kon dat natuurlijk niet horen; hij was veel te druk bezig met bouwen. En toen zei Nijn, ging Proentje verder, terwijl hij een groot blauw blok op de toren legde, toen zei Nijn: „Zou die toren om kunnen vallen?" En toen zei Berebotje: „Welnee, sufferd, Proen tje is toch zeker veel te knap.." Net had Proentje dat gezegd, of, bommeldebom, bom, bom! viel de to ren om. Stoute Nijn, zei Proentje, dat is jouw schuld. Jij hebt gezegd dat die to ren wél om kan vallen. Voor straf zet ik je met je neus in de hoek. En Proentje nam Nijn op en zette hem met zijn neus in de hoek. Vind je dat nu aardig, mopperde Nijn heel, heel zacht tegen Berebotje. Ik heb niet eens wag gezegd! Stil maar, fluisterde Berebotje heel, heel zacht terug. Ik vind je best lief, hoor. Maar Proentje hoorde niets, die was alweer bezig een nieuwe toren te bou wen. Hij deed het nu veel beter en ook voorzichtiger. Eerst de grote blauwe blokken, dan de kleinere gele, daarna de nog kleinere groene en op het laatst, o zo voorzichtig, de piepkleine rode blokjes. Zo, zei Proentje tegen Berebotje, nu is de toren klaar. Vind je hem niet prachtig? En nu zegt Berebotje, zei Proentje; „Ja, ik vind hem nog mooier dan prach tig." Ik ga hem beklimmen, Berebotje, zei Proentje. Let op! Met zijn twee vin gers, de wijsvinger en de middelvin ger van zijn ene hand, begon Proentje heel voorzichtig de toren te beklim men. Eerst nam hij grote sprongen, want de blokken waren veel te hoog voor zijn vingers, maar daarna kon hij gewoon met. stappen verder gaan. Toen hij helemaal boven was riep hij: Hé, Berebotje, wat ben je nu klein, zeg! Ik zie alles klein. En de zee kan ik zien. En het strand. En de vliegmachines vliegen vlak langs me. En ik kan een heleboel andere torens zien. Tjé, wat waait het, hier hard. Gelukkig dat ik geen hoed op heb. Toen Proentje een hele tijd boven op de toren gestaan had, begon hij zich te vervelen en hup! daar sprong hij zo maar van de toren naar beneden. Berebotje schrok ervan. Zou Proentje zich bezeerd hebben? Nee hoor, Proentje moest juist erg lachen. Ik ben van de toren gedoken, zei hij. Wat jammer dat de toren niet in het water staat. Wat had ik dan fijn kunnen zwemmen. Maaroh, wat is dat? Op het onderste blauwe blok liep een lang beest met wel duizend pootjes. Een echte duizendpoot. Oooohhhh, zei Proentje nog eens. Hij denkt natuurlijk dat ik de toren voor hém heb gebouwd. Wat zal hij moe in al die pootjes worden. Of wordt hij juist niet moe doordat hij zoveel pootjes heeft? Misschien word je met maar twee benen veel gauwer moe. Proentje ging op zijn buik liggen en keek naar de duizendpoot die al maar hoger klom. Nu was hij bij de groene blokken en daar wachtte hij even. Zal ik je helpen? vroeg Proentje. Maar de duizendpoot ging al vanzelf weer verder en was even later boven op de toren. Hoe vind je dat nou? vroeg Proen tje aan Berebotje. Zullen we Nijn nu ook maar laten kijken? Proentje keerde Nijn weerom en toen keken ze alle drie met grote ogen naai de duizendpoot die heen en weer liep op het topje van de toren. En toen deed Proentje iets heel doms. Hij dacht: Als ik nu het onderste blok op het bovenste leg, dan wordt de to ren nog hoger. Maar kan dat? Nee natuurlijk. Proentje trok heel voorzichtig het on derste blauwe blok onder de toren uit en., bommeldebom, bom, bom, daar viel de toren weer om. Ach!! riep Proentje. O, riepen Nijn en Berebotje heel zacht. Waar was de duizendpoot gebleven? Nergens. Weg was hij. En omdat Proentje wel wist dat hij heel dom ge weest was. En omdat hij zich erg schaamde voor Nijn en Berebotje, zet te hij de twee poppen allebei met hun neuzen in de hoek. Daarna stopte hij zijn handen in zijn zakken en schopte hij raar fluitend de blokken door de kamer! Wat een flauwe Proentje, hè? Ltjda Elkan Het leuke hondje Woezel woont in de Beukenlaan, en elke morgen om half tien zie je hem bij 't tuinhek staan. Hij kijkt naar links, hij kijkt naar rechts en jawie komt daar aan? Het is, kijk maar eens even goed, postbode Klepperspaan. Heel blij springt Woezel heen en weer. „Blaft vrolijk waf woef waf" De postbode weet het al goed, Loopt haastig; op een draf. „Dag Woezel, dag m'n brave hond", zegt Klepperspaan, en lacht. „Geef mij eens vlug een pootje, zeg. 'k Heb iets voor je meegebracht." En als hij 't pootj heeft gehad krijgt Woezeltje een brief. Vlug brengt hij die naar 't baasje toe die zegt: „Je bent héél lief". Matly van der Burgli-AUeda Van de uitgeverij Kramers in Den Haag ontvingen wij „BAB Y CUPIDO" van Francine Haak-Ochsendorf met tekeningen van Wilhelmina Frowein en „D.JAIDIN" van L. van Suchtelen- Leembruggen met tekeningen van P. van Velthuysen. Van de uitgeverij Ploegsma. in Am sterdam „DE BRIK „DE DRIE LELIES" van Olie Mattson, uit het Zweeds vertaald door A. Rutgers van der Loeff-Basenau met illustraties van J. Hartogh en „TROUW WORDT BE LOOND", van F. Hutterer, dat geschikt is voor kinderen van 9 en 10 jaar. Van uitgeverij Van Holkema Wa- rendorf uit Amsterdam ontvingen wij een serie boekjes van Jaap ter Haar, „ERNSTJAN EN SNABBELTJE EEN DESTREKEN", „ERNSTJAN EN SNABBELTJE AAN DE WANDEL" en „ERNSTJAN en SNABBELTJE UIT EN THUIS", alle drie geïllustreerd door Rein van Looy.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 18