Kadar poogt tevergeefs de Hongaren weer bij de politiek te betrekken Thn bafro Partijskelet regeert bij de gratie van 40.000 man Russische troepen Tweede V-concert van N.Ph.O. met Jan Odé als solist Gestaag doorzettende organisatie bevorderde welstand van het vak SLOT DEFECT? 11 Onderzoek onder 40.000 Chinezen in India Onverschillig HONGARIJE V (SLOT) Muur van passiviteit Doodsbenauwd Berustend Wederom inleiding van Wouter Paap In één nacht Uw handen gaaf en zacht Zandkuil stortte in, spelend kind gestikt Mej. M. Scheltema wint de Koepelprijs 1958 Boekdrukkersorganisatie in 't goud Geschiedenis van vijftig jaar geboekstaafd Voorbeeld Delfzijls positie als ertshaven in gevaar? Ongerustheid over Duitse pub lik at ie Haagse reactie Delfzijl's toekomst niet in gevaar Crisis Bekroning Elektronisch brein voor K.L.M.-administratie ZATERDAG 7 NOVEMBER 1959 (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) BOEDAPEST, november. Het dunne zonlicht filterde door de gekleurde ramen van de oude, door de S.S. stukgeschoten M athias-kathed raai op de burcht heuvel van Boeda. De gelovigen die de kerk vulden, hadden gebeden en ge knield, de laatste akkoorden van Haydn's Nelson-mis stierven weg. Toen stonden de kerkgangers op en er klonk een ander lied, plechtig en een beetje treurig, dat mij een rilling van herkenning over de rug joeg. Vele van de mannen en vrouwen die het meezongen, hadden tranen in de ogen; want dit was het Hongaarse volkslied. Het deed mij ineens denken aan een ander nationalistisch en gelovig land in het socialistische kamp, aan Polen. Aan het Polen van partij leider Gomoelka en kardinaal Wyszinsky, een land dat óók de gevangene is van een aantal geografische en politieke werkelijkheden, maar dat binnen die grenzen een eigen weg heeft gevonden, een lot dat Hongarije niet beschoren is geweest. De man die Hongarije's Wyszinsky had moeten zijn, kardinaal Mindszenty, las op datzelfde ogenblik als balling in eigen land voor een handje vol diplomaten de mis in een kamer van de Amerikaanse ambassade. Voor zijn ongelukkige inzichten in wereldlijke zaken leggen zelfs de Amerikaanse diplo maten niet meer dan een geveinsde belangstelling aan de dag. De man die Hongarije's Gomoelka had kunnen zijn. Imre Nagy, ligt ergens in een geheim graf! slachtoffer van een juridische moord. De man, die een imitatie van Go moelka had kunnen, misschien zelfs willen worden, Janos Kadar, heeft, toen hij op de donkere avond van 2 november 1956 naar de Russen sloop, iets gedaan waarvoor sinds het Kaatste Avondmaal een duidelijke naam bestaat. NEW DELHI (UPI) De regering van India heeft de politieautoriteiten gevraagd de antecedenten na te gaan van de onge veer 40.000 Chinezen, die in India werk zaam zijn als zakenlieden en in allerlei andere beroepen. Dit is donderdag uit betrouwbare bron gemeld. Het stigma d"'( op Kadar drukt, rust ook op de Hongaarse socialistische arbei derspartij, waarvan hij de secretaris-ge neraal is en op de regering, waarvan zijn vriend Ferenc Mönnich de premier is. Die partij is een levend lijk. een spook achtig geraamte van wat hij eens was. Vroeger had zij negenhonderdduizend le den, nu nog geen vierhonderdduizend. Ont daan van dogmatici (stalinisten), contra revolutionairen (communistische vrij heidsstrijders) en revisionisten (aanhan gers van Gomoelka's weg) is er nu een harde kern overgebleven van echte com munisten, zeggen zijn leiders. Het lijkt meer op een kern van cynici, gebrand- merkten en opportunisten. Hij steunt op vijf percent van de bevolking. Zelfs in het rode bolwerk dat het indus triële eiland Csèpel eens was, comman deert hij nauwelijks tien percent. Toen Kroesjtsjev Csépel bezocht, liepen duizen den arbeiders onbewogen en doof langs de luidsprekers die zijn rede deden weerklin ken. De partijkrant Nepszabadsag klaagt bij herhaling over het gebrek aan contact tussen partij en arbeiders: de activiteit van de nieuwe garde der jonge partijse cretarissen in de bedrijven ten spijt. De arbeiders hebben niet vergeten dat hun eigen arbeidei-sraden vervangen zijn door fabrieksraden, waarin twee derde van de leden door de vakbonden worden benoemd en geloven geenszins in de officiële stel ling, dat die arbeidersraden voornamelijk uit dronkaards en luiaards bestonden. Zij hebben ook niet vergeten dat zij het meest en het langst in de revolutie gevochten hebben en na de revolutie hun verzet in stakingen hebben getoond. Het verhaal van de contrarevolutie, die een samen zwering van de Hongaarse aristocratie en het westelijke imperialisme zou zijn, be groeten zij met hoon: „De graven en ba ronnen van Csépels fabriekswijk zeker?" Op 30 november moet Kadar het par tijcongres toespreken. Hij zal zeggen dat de consolidatie van regime en partij vol tooid zijn en dat „de lijn" juist is geble ken. De man die aan zijn gevangenschap tijdens het stalinistische Rakosi-regime een ongelukkig been heeft overgehouden, zal een aanval doen op het revisionisme (van zijn gewezen politieke vriend Imre Nagy) en stiekum proberen de laatste aanhangers van Rakosi (die levenslang uit Hongarije naar de Sovjet-Unie is ver bannen) te wippen. Maar wat hij niet zal zeggen, is dat het regime zijn steunpilaren heeft verloren: de verbitterde massa dei- arbeiders en de nu grotendeels zwijgen de intellectuelen. De oude schrijversvereniging had vier honderd leden, de nieuwe heeft er slechts 130 kunnen vinden. Hongaarse auteurs vragen tegenwoordig aan elkaar: „Ben je schrijver of ben je lid?" Dery en Hay zit ten in de gevangenis, de filosoof Lukacs en de dichter Illyesh bewaren een bijna volledig stilwijgen. Het regime heeft met dreigementen en beloften geprobeerd de pennen weer op papier te krijgen, er is slechts wat derderangsvverk gekomen. Waar het gaat of staat ontmoet het re gime onverschilligheid en lijdelijk verzet. De boeren laten zich slechts onder dwang collectiviseren, de arbeiders vervullen hun normen, maar niet meer, de rooms-katho- lieke kerk (67 percent der bevolking) en de protestanten (27 percent), moeten voortdurend geïntimideerd worden om tot enige samenwerking met het regime ge bracht te worden. Kadar c.s. proberen via het Vaderlandse Volksfront de Honga ren weer bij het politieke leven van het land te betrekken. Dat Volksfront heeft een fijnvertakt net van comité's over het gehele land, bestaat voor een derde uit partijleden, bespreekt lokale, culturele, economische en politieke problemen en moet een soort gesprekscentrum en buf fer tussen i-egering en partij enerzijds en het volk anderzijds zijn. Het stelt ook de enkelvoudige kandidatenlijsten voor par lement en plaatselijke raden op en zegt daarbij zelfs rekening met de wensen der bevolking te houden (bij de laatste parle mentsverkiezingen kwam 98.4 percent naar de stembus en daarvan stemde 99,6 percent voor de kandidaten van dat Volks front, het soort meerderheid dat niet he lemaal spontaan aandoet). Men kan zich niet onttrekken aan de ge dachte, dat Kadar en zijn politiek verle den wijst in die richting er wel naar ver langt een socialisme op Hongaarse basis te proberen. Maar hij gaat nooit ver ge noeg: doodsbenauwd voor een herhaling van 1956 durft hij niet te liberaliseren, pro beert hij slechts te paaien met betere le vensomstandigheden en niet te prikkelen door een overmaat van partijpropaganda. Maar het blijft een doods beleid. De man nen om hem heen zijn kleurloos, er is een merkwaardig grote groep oud-Span jestrij- ders onder hen, eens de idealisten van de partij, later door desillusies, Duitse con centratiekampen en stalinistische arg waan tot volledig cynisme vervallen. Zo houdt dit bloedeloze fantoom-regime zich slechts door één ding in het zadel: de aanwezigheid van veertig- tot vijftigdui zend man Russische troepen, die in een ring om Boedapest gelegerd liggen, zich zo weinig mogelijk laten zien, maar er nochthans zijn. Het heeft er alle schijn van, dat Kroesjtsjev zelf met deze situatie allerminst ingenomen is. Zijn kwade uit val in Boedapest: „Als er nog eens zo iets gebeurt, denk dan niet dat wij jullie weer te hulp komen", is daar tekenend genoeg voor. Vroeger of later zal het Kremlin moeten streven naar een Hongaars regime dat op breder kringen van het volk steunt dan nu. Het lijkt mij derhalve passend deze repor tage, die sommige verschijnselen in het oostelijke blok niet heeft gespaard, te ein digen met de waarschuwing aan het Wes ten, die een Hongaarse intellectueel mij meegaf. Hij zei: „Diegenen die in het Westen over „bevrijding" van de Oosteuropese landen spreken, zijn huichelaars voorzo- verre zij de Suez-actie hebben goedge keurd en illusionisten als zij geloven in de vestiging van een westelijke liberale de mocratie in Hongarije. Ons land zal om een eindeloos aantal redenen voor de af zienbare toekomst een socialistisch land binnen de Russische invloedssfeer blijven. Een fabriekskantine in Boedapest: hier staan goedkope maaltijden ter beschikking van de arbeiders, die ondanks alle voordelen die het regime hun probeert, te bieden, het met zwijgzame onverschilligheid bejegenen. Als jullie wérkelijk belangstelling voor ons lot hebben en ons niet louter gebruiken als propagandamateriaal ter voeding van jullie angstig immobilisme, dan kunnen jullie maar één ding doen: voortgaan op de weg die Eisenhower heeft ingeslagen, je vooroordelen laten varen, naar geleide lijke ontwapening en terugtrekking van vreemde troepen, die liberalisatie van de Oosteuropese regimes tengevolge moet De Mathias-kathed'raai in Boeda, waar nog iedere zondagochtend, na de hoogmis het Hongaarse volkslied wordt gezongen. hebben. Durven jullie dat niet aan, zeg het ons dan in 's hemelsnaam eerlijk, dan we ten wij tenminste waar wij wél moeten aankloppen." MET EEN KRACHTIGE, evenwichtige uitvoering van Beethoven's achtste Sym fonie openden Henri Arends en het Noord- hollands Phïlharmonisch'Orkest het twee de concert van de vrijdagserie. Het alle gretto, dat Beethoven van een ongewoon beminnelijke kant doet kennen, ontbrak het niet aan charme, het rustieke menuet dat al vooruitloopt op de „Landler" van Schubert sloot qua sfeer weer goed aan bij het eerste deel, het voor de hoorn penibele trio slaagde redelijk wel, in de finale hadden de contrasten misschien iets sterker aangezet kunnen worden, met name door nog meer terug te nemen in de pianissimi. MINDER GELUKKIG was de voortzet ting van dit programma met Jan Odé als solist in het Pianoconcert in D, K.V. 451, van Mozart. Odé leek mij bepaald niet in ieder opzicht de geschikte man voor een dergelijk werk; zijn techniek heeft niet de nodige geacheveerdheid en dikwijls miste Advertentie Vrijdagmiddag is de veertienjarige M. Pijpers uit Venlo op een terrein nabij de Veldenseweg aldaar bedolven geraakt on der een grote hoeveelheid zand. Het duur de een half uur voordag de jongen kon worden bevrijd. Hij was toen reeds over leden, samen met een vriendje had de jon gen een diepe kuil gegraven die boven hen instortte. Overeenkomstig het advies van de jury voor De Koepelprijs-1958 der gemeente Amsterdam, bestaande uit Mies Bouhuys, Cas Baas en Erik Vos, hebben B. en W. be sloten deze prijs, groot vijfhonderd gul den, toe te kennen aan mej. M. Scheltema voor haar in opdracht geschreven toneel stuk voor jonge kinderen: „Variaties op een ezel". De Koepelprijs werd ingesteld als ge volg van een schenking aan de gemeente door de vereniging sociëteit „De Koepel" na haar liquidatie. De prijs is bestemd voor auteurs op het gebied van het toneel voor jonge kinderen. men in zijn aanslag de veerkracht en sou plesse, de lichte zangerigheid die de ware Mozart-speler kenmerken. Deze uitvoering kon daardoor geen volledige voldoening schenken, maar de pianist revancheerde zich na de pauze in de solo-partij van het pianoconcert van Willem Pijper uit 1927. Dit nog steeds merkwaardige onorthodoxe opus werd voor de luisteraai-s ingeleid door de musicoloog Wouter Paap die er op wees hoe Pijper als componist steeds zocht naar de eigen mogelijkheden van ontwikkeling en ontplooiing die in zijn motievis.che kiemen besloten lagen. Deze zelfstandigheid van het muzikale denken zag hij in verband met de jeugd- ontwikkeling van Willem Pijper zelf, die door fysieke omstandigheden in een be trekkelijk isolement opgroeite en eigen handig de beginselen der muziektheorie aan het ouderlijk harmonium her-ontdekte. DE BIJZONDERE „feeling" die de com ponist. bezat voor de interne spankracht van ritmen en samenklanken kwam bij zonder goed tot. uiting in de dynamische uitvoering die Odé, Arends en het orkest vervolgens van het werk gaven. Odé's spel was hierbij markant en trefzeker en de elastische wisselwerking met het orkest die door Pijpers metrische combinaties vereist wordt, was voortdurend aanwezig. De waarde van dit pianoconcert ligt voor al in het spanningsverloop tussen de vloed van agressieve climaxen en de eb van een (betrekkelijke) mildheid. Als een bezwaar kan men voelen dat de orkestbehandeling van een veel grotere rijkdom aan nuances getuigt, veel belangwekkender is dan de solo-partij die met haar veelal syn copisch geritmeerde drieklanken, de kwaliteiten van de piano niet voldoende benut. De gedecideerde uitvoering, vooraf gegaan door de duidelijke toelichting van Paap, verwierf zeer veel instemming van de aanwezigen. Na afloop van de eigen lijke concertavond bestond gelegenheid een tweede auditie bij te wonen, een initia tief van Arends dat (zoals ik reeds eerder opmerkte) op den duur nog aan waarde zal winnen door een lichte verkorting van de totale duur van een programma. NA PIJPERS pianoconcert volgde nog Tsjaikofski met de ouverture-fantasie Ro meo en Julia, een opeenvolging die beide componisten niet zeer ten goede kwam. Na de scherpe uitvallen, de nerveuze melancholie van Pijper, smaakte het genereuze, donkere pathos van de Rus sische meester wat vreemd. Maar goed, de bestaansvormen van muziek zijn vele en al spoedig was men opgenomen in een bruisende verklanking van het liefdes drama die het orkest bijzonder goed afgaat. Sas Bun-ge De Federatie van Werkgeversorganisatiën in het boekdrukkersbedrijf of eigenlijk in feite de Nederlandse Bond van Boekdrukkerijen, viert haar gouden jubileum niet alleen met een herdenkingsbijeenkomst in het Scheveningse Kurhau9 op vrijdag 13 november, maar zij heeft de herinnering aan dat heugelijke feit tevens een duur zame vorm verleend door de uitgave van een door prof. dr. W. J. Wieringa samen gesteld gedenkboek, waarin de sociaal-economische geschiedenis van deze bedrijfs organisaties, door Joh. Enschedé en Zonen gedrukt, in een feestelijke opmaak werd vastgelegd. In vijftig jaren tijd werd technisch, esthetisch en bedrijfsorganisatorisch een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. Het economische en sociale dieptepunt in het boekdrukkersbedrijf, dat in 1909 de oprichting van de Nederlandse Bond van boekdrukkerijen tot gevolg had, heeft plaats gemaakt voor een goed georganiseerde bedrijfsgemeenschap welke op het punt staat als publiekrechtelijke bedrijfsorgani satie datgene te realiseren wat de oprichters vijftig jaar geleden reeds voor ogen heeft gestaan. Het eerste dat de Nederlandse Bond van Boekdrukkerijen aanpakte was de verbetering van het prijspeil, dat door de scherpe concurrentie en de overcapaciteit van het drukkersbedrijf tot ver beneden kostprijs was gedrukt. Men heeft daarbij de weg van het Duitse, bindende systeem gevolgd, hoewel er toen al stemmen opgin gen om op vrijwillige basis en vooral door „inwendige zending" in de vorm van op voeding tot een verantwoord calculeren tot gezonder tarieven te komen. Uit het ge denkboek blijkt, dat men in de loop der tij den tot een synthese van beide opvattin gen is geraakt. In de eerste jaren bouwde men reeds een tamelijk hecht systeem op van tarie ven, periodiekenbinding, kredietverstrek king, dat werd aangevuld met de afslui ting van een collectieve arbeidsovereen komst met de werknemers. Zowel inhoud als uitvoering van deze c.a.o. zijn meer malen een voorbeeld geweest voor andere bedrijfstakken. Het belangrijkste was evenwel, dat de typografische bedrijfsge- Advertentie „DE S L E U T E L S P E C I A L I S T" Lange Veerstraat 10 - Tel. 11493 - Haarlem Naar aanleiding van recente berichten in de „Rhein-Ems Zeitung" te Emden over de Nederlands-Duitse onderhandelin gen, heeft de heer H. W. Hogenkamp C.H.U.-gemeenteraadslid in Delfzijl, uit voerige inlichtingen aan B. en W. ge vraagd omtrent de rol, die Delfzijl bij de onderhandelingen speelt. Hij vraagt of het college bereid is er bij de Nederlandse re gering op aan te dringen, in de overeen komst met West-Duitsland geen voor de haven van Delfzijl beperkende bepalin gen op te nemen. Volgens de Rhein-Ems Zeitung zou het Nederlands-Duitse overleg binnenkort af gesloten worden met een regeling waarbij aan Delfzijl beperkende bepalingen wor den opgelegd met betrekking tot de over slag van massagoederen zoals ertsen en dergelijke. In de overeenkomst zal volgens het Em- dense blad bepaald worden dat Delfzijl om de vaarweg aan de Nederlandse kant van de Paap de zogenaamde bocht van Watum geschikt mag maken voor scheepvaartverkeer, mits hierdoor geen schade zal worden berokkend aan de vaar weg langs de Duitse kust. Omdat de prak tijk heeft uitgewezen dat de ene vaarweg verzandt wanneer aan de andere zijde van de Paap wordt gebaggerd, zal door deze bepaling de vaarweg door de bocht van Watum voor Delfzijl van geen betekenis meer worden. Als de enige mogelijkheid voor Delfzijl ziet men daarom de kanali satie van een stuk van de Eems. Deze zou kunnen worden verkregen door over de Paap een dijk te leggen en in de nabijheid van Rodeschool grote zeesluizen te bou wen. Een dergelijk plan zou echter te kostbaar zijn. Onze correspondent te Bonn tekent hier bij aan dat het bericht in de Rhein-Ems Zeitung over Delfzijl als reeds bij voor baat uitgeschakelde ertshaven volgens zijn inlichtingen pertinent juist is. Hier zou sprake zijn van een Nederlandse con cessie in ruil voor de Duitse toestemming in een grenscorrectie in de Dollard, waar door van Nederlandse zijde een deel van de Dollard zou mogen worden inge dijkt, hetgeen de verzanding van de haven van Delfzijl zou kunnen voorkomen. In welingelichte kringen in Den Haag is vrijdag met betrekking tot de berichten over verontrusting in Delfzijl over een publikatie in de Rhein-Ems Zeitung ver nomen, dat de staatkundige grens in de Eems niet is geregeld. Thans is een re geling in ontwerp, waarbij de beslissing over de staatkundige grens terzijde wordt gelaten, maar waarbij wel een gemeen schappelijk regime voor de gehele Eems- monding wordt vastgesteld, met inbegrip van het onbetwist Duitse gedeelte. Van Nederlandse zijde is in de Neder lands-Duitse onderhandelingen begrip ge toond voor de angst van Emden, dat Delf zijl in het geval van een betere toegang tot de zee, dank zij deze toegang, het erts- vervoer naar de Roer van Emden zou kunnen overnemen. Bij de onderhandelin gen is van Nederlandse zijde gestreefd naar geruststelling van Emden op dit punt. Dit betekent geenszins, dat de indus trialisatie van Noordoost-Groningen in het gedrang zou komen, noch dat Delfzijl zich niet zou kunnen ontwikkelen tot een gro te haven. Integendeel, bij deze regeling is het recht van Delfzijl om een betere uit gang naar zee te maken, verzekerd, aldus onze zegslieden. Uiteraard zal bij het maken van een dergelijke uitgang ervoor gezorgd dienen te worden, dat de belangen van Emden waterstaatkundig niet worden geschaad. Maar de Duitsers zullen ook de verplich ting op zich nemen, geen werken uit te voeren, die de belangen van Delfzijl wa terstaatkundig zouden kunnen schaden. Wat de eventuele gedeeltelijke inpolde ring van de Dollar! betreft, zijn bepalin gen voorzien, die rekening houden met de invloed van de inpoldering op de toegan gen, zowel tot Delfzijl als tot Emden. meenschap erin is geslaagd zich tevens tot een rechtsgemeenschap te ontwikke len. Na de eerste wereldoorlog braken er echter moeilijke jaren aan voor de druk kersorganisatie, welke bovendien door de oprichting van een Rooms-katholieke ver eniging van Nederlandse drukkerspa troons en een Bond van Christelijke druk kerspatroons was verzuild. Buitenstaan ders gingen de interne rechtspleging te lijf, maar werden door mr. dr. A. A. van Rhijn, de latere minister, in een voortref felijke publikatie afgeslagen. Ook in de Federatie zelf ging het rommelen, mede onder invloed van de slepende malaise in het begin van de twintiger jaren. Er kwa men tal van nieuwe ondernemingen, die zich niet bij de Federatie aansloten, waar door het tarief steeds moeilijker viel te handhaven. Een en ander leidde er tevens toe, dat de Federatie in een organisato risch isolement geraakte, maar haar in nerlijke kracht bleek sterk genoeg om toch de eigen structuur te kunnen verste vigen, hetgeen wel het best tot uitdruk king kwam in de oprichting van een be drijfspensioenfonds voor de arbeiders in 1929. Het was het eerste pensioenfonds voor de arbeiders in 1929. Het was het eerste pensioenfonds van deze aard in Ne derland. De crisis der dertiger jaren gaf in ze kere zin een herhaling te zien van de prijs- afbraak en zijn gevolgen uit de nauwe lijks overwonnen noodsituatie van tien jaar vroeger. Door de instelling van een Grafische Bedrijfscommissie, die de op richting van nieuwe ondernemingen be oordeelde, en andere privaatrechtelijke regelingen werden wel enige resultaten ge boekt, maar toch niet afdoende. Uitbrei ding van het ongeorganiseerde bedrijf noch tariefontduikingen konden met de louter privaatrechtelijke middelen ge noegzaam bestreden worden en de Fede ratie ging dan ook uitzien naar wettelijke middelen. De tijd was rijp geworden voor een actieve bemoeienis van de overheid met het maatschappelijk leven. Zo kon niet alleen een grafische bedrijfsraad worden opgericht, doch ook de collectieve arbeidsovereenkomst bindend worden ver klaard, waardoor de concurrentieverhou dingen verbeterden en de ongeorganiseer den tot de Federatie toetraden. Toen de bezetting welke de liquidatie van de Federatie betekende voorbij was, kon de Federatie zich dank zij de gunstige conjunctuur geheel wijden aan de economische verheffing van het drukkers- bedrijf. Behalve het in 1937 opgerichte in stituut voor de grafische techniek droe gen het Produktiviteitscentrum, de Tijd- normendienst, het Machinefonds en een verbetering van de vakopleiding bij tot de verwezenlijking van dat doel. Daarbij ont braken de zwarigheden niet, vooral niet wanneer het erom ging de overheid van de redelijkheid van een bepaalde prijscal- culatie te overtuigen. De behartiging van de sociale belangen daarbij werd niet ver geten, getuige de totstandkoming van het Sociaal patroonsfonds in 1953. De aansluiting bij de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie heeft aanvankelijk veel verzet ontmoet, maar nu de Neder landse Bond van Boekdrukkerijen zich ook heeft uitgesproken voor de invoering van de P.B.O. staat de bekroning op het vele werk dat in het verleden werd volbracht voor de deur. In het hoofdkantoor van de K.L.M. aan de Plesmanweg in Den Haag wordt maan dag een elektronische rekenmachine in gebruik genomen van een omvang en een type, zoals er buiten deze nog slechts één in het Beneluxgebied en niet meer dan vier in geheel Europa werken. De K.L.M. is, na Pan American, de tweede lucht vaartmaatschappij ter wereld die thans over een dergelijke apparatuur beschikt. De elektronische rekenmachine verte genwoordigt een waarde van ongeveer vijf miljoen gulden. De K.L.M. heeft hem echter niet gekocht, doch gehuurd. De huursom bedraagt 1.200.000 gulden per jaar, waarbij dan nog 400.000 gulden aan jaarlijkse vaste kosten komen. De admini stratieve dienst van de K.L.M. heeft be rekend dat deze exploitatielast alleen al wordt gedekt door de kosten van de ver- voersadministratie van de K.L.M. Het aantal conventionele ponskaartenmachi nes breidde zich zo sterk uit, dat daar voor allerlei problemen ontstonden. De in schakeling van de elektronische machine betekent een steeds verdergaande bespa ring aan personeel. Nadat het komende halfjaar de om vangrijke vervoersadministratie aan de nieuwe machine zal zijn toevertrouwd, denkt men per 1 april van het vol gend jaar ook loonadministratie aan het werkprogramma van de machines toe te voegen en vervolgens allerlei andere administratieve taken. Hierdoor zal de baten voor de K.L.M. gaan afwerpen, kostbare investering dus steeds groter Voor de capaciteit van de machine, die er dan nog overblijft, hebben reeds vele in stanties onder andere overheid, be langstelling getoond. De machine werkt volgens een op pons kaarten en op magnetische banden vast gelegd programma. Deze programmering heeft 24 manjaren gevergd. Totaal moes ten circa 100.000 instructies voor de ma chine worden vastgelegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 11