VOOR JULLIE Hannibal leert Italiaans KONING PLUMPUM'S VERJAARDAG ZATERDAG 7 NOVEMBER 1959 Erbij PAGINA V u U Schaken Dammen FEUILLETON VOOR MET MEER IS f 6 GEEN MEER MEER JONGE MENSEN DOOR LIZZY SARA MAY Knopendoosje Tal heeft het kandidaten-toernooi te Bied 'Beograd gewonnen. En hoe! Zijn stijl heeft als een frisse wind alle heilige schaakhuisjes omvergeblazen. Wie praat er nog over positiespel, over zwakke en sterke velden, over een pionnetje, sinds de nog geen 23-jarige vlotte en vrolijke stu dent bewees dat zelfs schaakrots Smyslov verbrijzeld kan worden met stukoffers in de trant van koffiehuisschaak? U gelooft ons niet? Welnu dan. hier volgt een partij fragment ten bewijze: Zwart: Smyslov. «ooooooocccc .ocoooccoi: :cc. wcccccecccccoccoe f2f4 b5b4Dit spelen op pionwinst is buitengewoon riskant, want wit krijgt een grote voorsprong in ontwikkeling èn open lijnen. 9) Pc3—a4 Pf6xe4 10) O—O g7g(i. Misschien was b.v. Re7 veiliger. Maar blijkbaar waakt er een speciale be schermengel over Tal. 11) f4f5! Te recht poogt wit de stelling nog meer te openen. 11) g6xf5 12) Pd4xf5! zo meester, zo discipel. Offeren is het parool. 12) Th8g8. Na 12) ef5: 13) Rf7: schaak Kh7: 14) Dd5 schaak valt Ta8 ter wijl de witte aanval voortgaat. West A 7 9 B 6 5 O 10 7 6 3 2 •f» 10 9 4 B 8 6 5 9? A V 3 O V 8 4 A 7 2 Oost 4 3 9 H 9 7 4 2 <0> B 5 B863 Wit: Tal. Stelling na 10) Dd8—a5. 11) Rfl— c4! Een gewoon mens zou hier 11) Kbl hebben gespeeld, want de tekstzet heeft vergaande consequenties. Vermoede lijk heeft Tal reeds hier de komende offerserie voorzien. 11) b7b5 Wat nu? Gaat de loDer terug, dan volgt Da2: en na 12) Rb3 c5 benevens c4 valt de loper. 12) Rgqd2! Om veld gó vrij te ma ken en om nog iets 12) Da5a6. 13) Pd6f5! Begin der offerandes, want na 13) Rc5 valt Rc 4. 13) Re7— H8. 14) Dd4lvtü Deze zet zou ook na Bc5 gevn'"d zijn. De consequenties vallen buiten on*; bestek. 14) b5xc4. 15) Dh4 g5 Pffih5. Na 15)g6 kan wit de aan val door bii voorbeeld 16) Rc3 versterken. 15) Pe8 'eidt tot de volgende fraaie variant. 16) Dd8: (nu ziet men waarom Da5 moest worden verjaagd) Da2 17) Rc3 Pef6. 18. Td7! Rd7: (Pd7: 19) Dg5). 19) Ph6+ Kh8. 20) Df6! en wint. Vandaar: 15) Pf6—h5. 16) Pf5—h6t Kg8h8. 17) Dg5xh5 Da6xa2. Beter was 17) Rf6 en zwart houdt nog stand. Hier ziet men een voorbeeld van het te Bied frequent geconstateerde verschijnsel, dat. zelfs de allersterksten onder Tal's mokerslagen de draad kwijt raken. Er viel ook zoveel te berekenen. B'i voorhield dat 17) Eh6: faalt on 18) Rc3t Rf6. 19) Rf6:f Pf6: 20) Dh6 Pd7. 21) Td7:! enz., resp. 18) f6 op 19) Dh6: met de dreigingen Td7: en Pg5. In de Dartii volg de: 18) Rd2c3 Pd7—f6. 19) Dh5xf7 Ook nog een zij het simnel dame- offer, dat natuurlijk niet mocht worden aanvaard. 19) D»2al+. 20) Keid2 Tf8xf7. 21) Ph6xf7t Kh8—g8 22) Tdlxal Kg8xf7 en wit. die een kwaliteit voor is. won in enkele zetten. Dat was Tal in de aanval. Maar ook in de verdediging toonde hij zich een feno meen. Haast ongelooflijk ziin de risico's die hij daarbii durft te neme" Zo in de op één na laatste ronde tegen Fischer. Hij had toen nrakti«ch genoeg aan remise. Niettemin kiest hij een zo riskante variant, dat een gewone schaker die in een onbe langrijke clubnartii nauwelijks zou wagen toe te passen. En het aardige is. dat z.ün voorbeeld aanstekeliik werkte. Want de partij is maar amner 10 zetten oud. of zijn partner gaat er lustig op los offeren. Wit: Fischer Zwart: Tal 1) e2e4 c7—c5 2) Pgl— f3 d7—d6 3) d2— d4 c5xd4 4) Pf3xd4 Pg8—f6 5) Pfl—c3 a7— a6 6) Rfl—c7 e7—e6 7) Rc4—b3 b7—b5 8) Wit: Fischer Stelling na 12) Tg8 13) Rb3—d5! Wat een stand na slechts 13 zetten! 13) Ta8a7 Niet 13) ed5: 14) Dd5:Ta7 15) De4: schaak enz. 14) Rd5xe4 e6xf5 15) Re4xf5 Ta7e7 16) Rf5xc8 Dd8xc8 17) Relf4!? Opnieuw merk Bled-Beo- grad 1959. De tekstzet komt n.l. neer op een dubieus stukoffer 17) Dc8c6 18) Ddl—f3 Dc6xa4 19) Rf4xd6 Da4—c6! 20) Rd6xb3 Dc6b6 schaak, 21. Kglhl Db6x b8. Wit heeft slechts een pion voor een stuk, maar hij beschikt over gevaarlijke dreigingen, de zwarte koning heeft geen veilige have en de zwarte stukken wer ken niet goed samen. De algemene mening in de toernooizaal was dan ook, dat Tal zou gaan verliezen, mits Bobby de sleutel- zet 22) Tael zou vinden. De witte aanval is dan inderdaad bijzonder sterk. Zie: a) 22) Tel:? 23) Df7: schaak Kd8 24) Tel: en zwart staat machteloos tegen de dub bele dreiging Te8 mat en Dg8: b) 22) Tg7? f-') Dc6 schaak Kd8 24) Tdl schaak enz. c) 22) Kd7 23) Tdl schaak Kc7 24) Df4 schaak Kb7 25) Db4 schaak: met voort zetting van de aanval d) 22) Kd8 23) Tdl schaak Td7? 24) Df7:! en wint. Echter zien we weer hetzelfde verschijn sel als in de vorige partij. Tal's tegen stander verliest de draad. Fischer speelde 22) Df3c6 schaak(?) Te7—d7 23) Tal- el schaak Rf8—e7 24) Tflxf7 Ke8xf7 25) Dc6e6 schaak Kf7f8 26) De6xd7 Db8 d6! 27) Dd7—b7 Tg8—g6! 28) c2—c3 a6—a5 29) Db7c8 schaak Kf8g7 30) Dc8c4 Re7—d8 31) c3xb4 a5xb4 32) g2—g3 Dd6— c6 schaak met dameruil en vrij gemakke lijke winst voor zwart in het eindspel. Ook in de verdediging houdt Tal het hoofd koel om toe te slaan als zijn tegen stander maar even verslapt. Geen wonder dat velen hem de beste kans geven in de komende titelmatch tegen Botwinnik. Mr. Ed. Spanjaard Soms is het in bridge mogelijk een list te bedenken, die de tegenpartij uiterst moeilijk misschien zelfs helemaal niet doorzien kan. Zowel in het bieden als in het spelen zijn dergelijke toppertjes mogelijk en een werkelijk goede speler houdt steeds de oren en ogen goed open om de moge lijkheid tot een fopper niet te laten ont glippen.- Neemt u eens het volgende spel kers vers uit de bridgewinkel: A H V 10 9 2 C 10 8 O A H 9 H V 5 Allen kwetsbaar. Zuid als gever opende met 1 schoppen, west en oost pasten voor lopig, noord bood 3 schoppen (forcing), waarna zuid met 4 Sans naar azen ging vragen. Noord moest 5 harten antwoorden (2 Azen), welk bod door oost gretig werd gedoubleerd. Zuid, niet bang uitgevallen, bood toch maar 6 schoppen en allen pasten. Oost kwam gehoorzaam met de harten boer uit. Zuid bekeek de dummy (noord) en zag de vooruitzichten zeer triest in. Gelukkig vond hij een foppertjehij nam direct de hartenaas in noord en speelde harten 3 van tafel na. Wat moest arme oost doen? Indien west de harten 10 zou hebben (zéér wel moge lijk) en zuid géén hartens meer. dan was hot verkeerd om de hartenboer te soelen. Oost ging zitten schuiven od zijn stoel en speelde tenslotte een kleine harten bij. Toen maakte zuid 12 slagen. Bridge-oorlog tussen oost en west. want west vond dat oost het snel cadeau had gegeven door hartenheer nipt te nemen. De geroutineerde bridgpsneler die dit verhaal gelezen heeft, zal misschien de schouders ophalen en denken ..dat was mij niet gebeurd ik had zéker hartenheer genomen". Prima daar wilde ik juist met u over praten. Het zuidsoel bestond in werkelijk heid namelijk niet uit de in het diagram gegeven kaarten, doch uit een zpsicaart schonpen van de Heer-Vrouw. de haften 8 sec, ruitenaas-heer-9 alsmede klaveren heer met twee kleine. Uit de natuur had zin'd dus te ver liezen troefaas en een rotsvaste verkeer in klaveren. Het fopnertie was echter, dat zuid erop speculeerde dat oost in slag 2 de hartenheer zou bijspelen. Gelukkig voor zuid had de westsneler hartenhoer-tien-5. zodat oost voor een probleem stond. Oost legde de hartenheer ..omdat 't hem niet gebeuren zou dat zuid de harten 19 zou makenen hierna stoomdp zuid zonder verdere moeite de haven binnen. Zijn verliezende klavertje ging namelijk weg op de hartenvrouw. In welk van de twee toppertjes was u niet gelopen? Genéér u niet het is moeilijk genoeg en een waterdichte oplossing voor het tegenspel is er niet. Bridgevraag van deze week: zuid gever, allen kwetsbaar, viertallen wed strijd- robberbridge). Zuid heeft: H 7 9 B 5 3 O AB H V 9 6 4 3 Het bieden gaat: zuid 1 klaveren de tegenpartij past noord 1 schonpen zuid 2 klaveren noord 2 harten. Wat moet zuid nu bieden? Antwoord onder. ff. W. Filarski De tweede partij tussen ir. G. van Dijk en ir. J. Koeperman werd gespeeld te Den Haag, tijdens het internationaal Haagse toernooi in 1958. Deze partij eindigde in het voordeel van onze landgenoot na 52 zetten. Deze Haagse partij van mei 1958 had het volgende verloop. Wit Van Dijk. Zwart Koeperman. 1) 32-28 19-23. 2) 28x19 14x23. 3) 33-28 23x32. 4) 37x28 10-15. 5) 41-37 16-21. 6) 39-33 21-26. 7) 38-32. Heel goed! Het „terugruilen" met 37-32 32x41 doet terrein verliezen met 17-22 en 14-19-23. 7) 14-19. 8) 44-39 18-23. 9) 31-27 5-10. 10) 43-38 10-14. 11) 34-30 20-24. 12) 30-25 12-18. 13) 40-34 7-12. 14) 34-30 11-16. 15) 39-34 17-22. 16) 28x17 12x21. 17) 34-29 23x34. 18) 30x39 8-12. 19) 33-28 12-17. 20) 38-33 2-8. 21) 50-44 17-22. 22) 28x17 21x12. 23) 42-38 6-11. 24) 33-28 11-17. 25) 39-33 17-22. 26) 28x17 12x21. 27) 47-42 8-12. Beide spelers opereren met de korte vleugel zonder veel resultaat. Dit dammen op afstand in de klassieke partij is weinig aantrekkelijk. 28) 44-39 12-17. 29) 49-44 1-6. 30) 44-40 17-22. 31) 46-41 22x31. 32) 36x27 18-22. 33) 27x18 13x22. Hier breekt Koeperman met de klassieke partij om te trachten met flankspel nog iets te bereiken. Correct spel van de Nederlander dwingt de Rus tot teruggaan en hij komt zelfs in het vergevorderd middenspelgrens eind spel in het voordeel. 34) 41-36 21-27. 35) 32x21 26x17. 36) 37-32 19-23. Stand na de 36ste zet van zwart: ïoccccccccccc<xco:cor^cc&x»y:ox>yxccocccccccccccc'xryx. Met de schep, zei Ivo. Yes, Yes, lachte Mrs. Sippy en legde al haar vooruitstekende boventanden bloot. Het moet hier ten zuid-oosten van het meer zijn. Mogen we eens kijken? vroeg Jaap. Maar natuurlijk, zei Mrs. Sippy. Mis schien kunnen jullie me wel een handje helpen. Maar vanmorgen wilden we gaan zwemmen, protesteerde Ondine. Oh, ik blijf nog een paar maanden, zei Mrs. Sippy. Jullie hebben dus alle tijd. Daar staat jullie tenminste nog wat te wachten, zei Joost toen Mrs. Sippy met de spade onder haar arm vertrokken was. Ik benijd haar overigens niet, in die hit te. Ze is wel typisch Engels, hè, zei On dine peinzend. Waarop de twee jongens in lachen uit barstten. We kunnen door dit parkje naar het meer, zei Jaap. Kijk maar, door de bo men kun je het water zien. TENGEVOLGE van een technische fout heeft een klein aantal abonnees vorige week zaterdag een onvolledig „ERBIJ" ontvangen. In dat deel der oplage ontbrak namclyk de laatste pa gina met de spelrubrieken, de kinder rubriek en het vervolgverhaal „Hanni bal leert Italiaans". Lezers die deze pa gina gemist hebben en haar alsnog wen sen te ontvangen kunnen zich daartoe tot ons bureau, Grote Houtstraat 93 te Haarlem, telefoon 15295, wenden. Ze liepen, hun zwempakken en handdoe ken onder de arm, drie stenen treedjes af en stonden in een klein, gezellig met palmen en bloemen versierd soort thee tuintje. Om een kiosk waar je ijs, dranken en koek kon kopen stonden tafeltjes en stoeltjes. Moeders met popperige kinder tjes zaten op banken of in het gras. Een kleine man met een spitse snor, waar schijnlijk de baas van de kiosk, liep met een blad met glazen naar een tafeltje waar een groepje jongelui luid pratend omheen zat. In de kiosk stond een klein vrouwtje kopjes te spoelen. Wat gezellig, zuchtte Onding verrukt. Wat een schattige kindertjes, liet ze er meteen op volgen. Hé, zei Jaap, daar heb je Alberto! Alberto had hen ook gezien. Lachend kwam hij op hen toe. Moet je niet naar Perugia? roeg Ivo nadat ze elkaar begroet hadden. Ik kan niet vandaag, zei Alberto. Ik moet boodschappen voor mijn vader doen. Laat ik jullie meteen aan mijn familie voorstellen. Hij gaf Ivo een arm en trok hem mee naar de kiosk. Mia madre, zei hij trots. Mijn moeder. De moeder glimlachte vriendelijk en knikje de jongelui toe. En mio padre, vervolgde Alberto ter wijl hij naar zijn vader knikte, de man met de spitse snor. En, hij keerde zich naar een tafeltje waar een heel mooi meisje van een jaar of zestien kennelijk haar huiswerk zat te maken, mia piccola sorella, mijn kleine zusje. Mooi is ze, hè? zei hij vertederd. Ze heet Franca. De jongens lachten een beetje verlegen, en Ondine gaf Ivo een ribbestoot. Kan je een voorbeeld aan nemen, fluisterde ze. Hou je ellebogen thuis, bromde Ivo. Zeg, Alberto, zei hij op een heel andere toon, we wilden gaan zwemmen, kun je niet met ons meegaan? Zwemmen? vroeg Alberto verbaasd. Waar? Waar? zei Ivo zo mogelijk nog ver baasder. In het meer natuurlijk. Maar je kunt hier niet zwemmen, zei Alberto, althans niet aan dit strand. De teleurgestelde gezichten ziende trok hij hen mee de richting van het water uit. Weer kwamen ze aan een stenen trapje en nu hadden ze opeens gezicht op het meer. Het was overgroeid met waterplan ten en kroos, zover het oog reikte. Wel waren er enkele lichtgroenige vaargeulen zichtbaar, maar verder was er een enorm, door verre bruinachtige heuvels omringd groen moeras. Over het met gras begroei de strand liepen ze naar de kant van het water. Er was een vlondertje waar enke le oude roeiboten een kano's een droevig bestaan leidden. Zie je, zei Alberto, modder. Hij woel de met zijn voet aan de rand van het water de grond om. Een vies, bruin drab borrel de op. Bah! zei Ondine. Mij niet gezien. Wat vies om in te zwemmen. Maar ze waren nu wel diep teleurgesteld. Maar waarom moesten we dan hier naar toe komen, zei Ivo een beetje boos tegen Alberto. Eh, zei Alberto. Maar het is hier toch zonder zwemmen ook wel mooi. Kijk, al is dit dan geen blauw meer, het heeft toch zijn charme. En dan heb je daar die twee eilandjes. Het grootste heet Isola Maggiore; je kunt daar naar toe roeien. Er ligt een oud klooster waar St. Fran- ciscus van Assisi gewoond heeft. En als je perse wilt zwemmen, kun je met een boot naar het midden van het meer gaan.. Zeg, zei Jaap, is dit altijd zo ge weest? Ik dacht eigenlijk dat er hier vroe ger wel gezwommen werd. Ik heb toch eens gehoord.. wie vertelde me dat toch? Dat kan best, zei Alberto. Maar dat moet dan toch een tijd geleden zijn. Sinds twintig jaar al loopt het water terug. Zonder veel risico en erg handig tracht de Rus terreinwinst te veroveren. Van Dijk speelt keurig en scherp'tegen. 37) 32-27 22x31. 38) 36x27 14-20. Wit dreigt bijvoorbeeld met 9-13 met 33-38 23x34 en 40x18. 39) 25x14 9x20. 40) 42-37 17-21. 41) 37-32 24-30. Zwart capituleert en aanvaardt het eind spel nadeel, om remise af te dwingen. 42) 35x24 20x29. 43) 33x24 23-28. 44) 32x23 21x34. 45) 40x29 4-9. Stand wit: 23. 24, 29, 45, 48; zwart: 3, 6, 9, 15, 16. Dit eindspel is zeker voor liefhebbers nog een grondig onderzoek waard. Moet wit 23-18 spelen? In de partij werd het spel na 24-19 remise door: 46) 24-19 6-11. 47) 19-13 9x18. 48) 23x12 11-17. 49) 12x21 16x27. 50) 29-23 27-32. 51) 48-42 15-20. 52) 23-19 3-8. Remise gegeven. Wij hebben (vorige week en nu) dus twee overzichtelijke partijen weergegeven waarin de spelers om het kleinste stra tegische voordeeltje strijd leverden. Correspondentie te zenden aan het adres van de damredacteur B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJ muiden. B. Dukel •ufiz pao§ lez ';sed pjoou sjs jyoo "poqputa ajsinC iaq uooa uaggay siseq ap uaddoqos z UBP 'qaajs Cua paoou si 'uassed uauun>y uaaaA -ein z do spaaa fiq peq uep 'hbmz fiq si ua iaiu aip ftq pen 'uaddoqos lUBBqjfiA uaa iaA\ doopiaApaiq qp ut paoou jjaaq >lf!lop -aouuaA qoop 'anaqjooA asjBA uaa jbba\si -I3a\ uapaiq a; uaddoqos aaAvj si aysaq SuiijaauiuBB ui uiuiuaAa }uioq uayeq -aaq ibbui apaap uaa uaaaAepy MflPM -jyoyuee giuiaM jyoo si apaap-uaoq do uau -na;s 'ua}.iBq 'anapy apaaA\; spaooN 'ufiz a; IBAag }aq ;aiu leeuiaiaq aiuaspaiq azap ut Ijaoq iep ua 'si jfja^s paoou iep im uba [aaAaj aa }eeg ;aq agpiaq paog aapuoz -fiq uaag iep sj qooj, '„suaijna jyoo qaq >1!" jaijoiu jaq aapuo uapaiq ay VS g'pgiau -ag ufiz saayads apA 'ailsaAVjy aqfiyiaoui uaa si na :SeejAaSpiaq do paooMiuy Maar hoe komt dat dan? vroeg Ivo. Door de bevloeiingen van de tabaks- tuinen, zei Alberto. Plus de verdamping. Komen er dan geen rivieren in dit meer uit? vroeg Jaap. Alberto schudde het hoofd. Vroeger, vertelde hij, was het water hier minstens vier meter hoog. En als het stormde wel acht meter. Zie je daar die pier met dat gebouwtje er op? Daar ach ter was een groot zwembad. Het was hier toen altijd druk; vakantiegangers, toeris ten... Het geld stroomde binnen. En nu? zei Jaap. Armoede, zei Alberto, voor iedereen. Wat ellendig, zei Ondine. O we zul len ons best amuseren, hoor Alberto. Wat zegt ze? vroeg Alberto aan Ivo. Ivo vertaalde het voor hem in het Engels. Alberto lachte. I hope so, zei hij. O. er is hier nog gènoeg aardigs hoor. Je kunt prachtige wandelingen om 't meer maken. Je kunt de bergen in. Je kunt, zoals ik al zei, naar de eilanden roeien. Komen er dus toch wel toeristen? yroeg Jaap. Eh, zei Alberto weer en hij strekte zijn handen met de handpalmen naar bo ven voor zich uit. Nu begrijp ik dat het zo stil is in ons hotel, zei Ondine. Ik vond het vanmorgen al zo vreemd dat er alleen maar die En gelse juffrouw zat. Er waren hier vroeger zeker ook veel meer hotels? zei Ivo. O jé, plenty, zei Alberto. Ze zijn alle maal over de kop gegaan. Net als dat zwembad, het Lido. Wat is een zwembad zonder water... Wat zullen we nu gaan doen? vroeg Jaap. Zomaar wat zonnebaden? Dat is natuurlijk wel fijn, zei Ondine. maar in het parkje vind ik het ook wel leuk. Zullen we ijs gaan eten bij de ouders van Alberto. (Wordt vervolgd) MIDDEN IN DE DUINEN onder een heel oude, kromme denneboom was de ingang van het paleis van de koning van de duinkabouters. Het paleis van koning Plumpum de negenhonderd achtste. Van buiten leek het paleis pre cies een konijnenhol. Maar van binnen schitterden duizenden glimwormpjes aan de hoge muren. En er liepen wel honderd kabouters door de zalen en gangen. De grootste zaal, de koningszaal, werd prachtig versierd. Want de vol gende dag was koning Plumpum jarig. Honderdeenentwintig jaar werd hij. Op de vloer van de koningszaal werd het prachtig mostapijt neergelegd, dat nog van koning Plumpum de negen honderdvijfde was geweest. Op de hoe ken van het tapijt werden heel mooie, rode paddestoeltjes gezet. En vlak naast de troon van Plumpum werden zes elfenbankjes geplaatst. Want ook de elfenprinses Aleida zou komen met haar vijf hofdames. Er werden grote slingers van denne- groen opgehangen met oranje en rode balletjes ertussen. De deftige hofspin zorgde dat er mooie zilveren draden doorheen liepen. IN DE PALEISKEUKEN was het ook al een drukte van belang. Er werd daar een heel hoge taart gebakken. Een taart met honderdeenentwintig lijsterbesjes erop. Want de koning was zo dol op lijsterbesjes. En natuurlijk werd er ook eekhoorntjesbrood gebak ken voor de eekhoorntjes. Die zouden vast en zeker ook komen om de ko ning te feliciteren. In de stallen van de koning werd ook hard gewerkt, de zes leliewitte konijn tjes werden mooi gekamd. De koning zou met de elfenprinses een rijtoer gaan maken door heel het duinrijk. De sprinkhanen oefenden in het vèr- springen, de muizen in het takdoor- knagen, de mieren in het eierentellen, want er zouden wedstrijden worden ge houden. Ja, iedereen was druk bezig. 't Was die dag heel laat, toen einde lijk het laatste glimwormpje uitging. Maar alles was nu ook prima in orde. DIEP, HEEL DIEP in de duinen zat echter nog lang iemand wakker. Dat was Pork, de dikke pad. Want Pork was door de koning niet uitgenodigd om op het feest te komen. Dat was Pork z'n eigen schuld; bij de vorige verjaardag van de koning had Pork de mooiste verspring-sprinkhaan van de koning opgegeten. Nou en dat mocht natuurlijk niet. Nu zat Pork een plan te bedenken om het feest van koning Plumpum in de war te sturen. Wacht, hij zou eens naar Graver gaan, de mol. Die was ook al geen vriend van de kabouters. Misschien konden ze samen iets vinden om de kabouters te plagen. Eindelijk was Pork bij de woning van Graver Mol „Ik heb je nodig", zei Pork, „om een plannetje te bedenken om het kabou terfeest in de war te sturen". „Prachtig", zei Graver, „daar wil ik je best mee helpen. Ga zitten. Heb je trek in een lekkere tor? Nee? Nou dan niet". Samen gingen nu de twee lelijkerds een plannetje maken DE VOLGENDE MORGEN al heel vroeg stonden alle kabouters en duin- dieren om de troon van koning Plum pum heen. Ze zongen het feestlied dat Oehoe, de wijze uil, zelf gemaakt had: Onze lieve, goede koning is jarig vandaag, hoera, hoera, hoera. Daarom hebben alle kabouters en dieren feest vandaag, hoera, hoera, hoera, Lang zal hij leven, die goede Plumpum dan zijn we allen in onze hum, hum, hoera, hoera, hoera. Ja, dat klonk me eventjes mooi. Die diren en kabouters hadden het dan ook wekenlang iedere dag een uur geleerd. Toen de koning het lied hoorde, rolde er zelfs een dikke traan in z'n zilveren baard, zo blij was hij. Knagelijntje, 't jongste konijntje, wreef ook al met haar pootje door haar ogen. Het klonk ook zo mooi. Na het feestlied gingen ze eten. Heerlijke winterwortelen, lijs terbesjes, eekhoorntjesbrood, van alles. Ja, en toen begonnen de wedstrijden. Maar wat was dat, de springhaan van de sprinkhanen was helemaal bedekt met een natte, glibberige laag modder. De eerste sprinkhanen gleden meteen uit en zakten weg in die glibberige rommel. Als Knabbeltje, het eekhoorn tje, z'n staart niet naar Groentje, de sprinkhaan, had uitgestoken, was het dier zeker helemaal verdronken. Ja, nu konden de springwedstrijden natuur lijk niet doorgaan. VERDRIETIG GINGEN de kabouters en dieren terug naar het paleis. Maar wat was dat? De ingang was helemaal ingestort. Ze konden het paleis niet in. O, o wat een narigheid allemaal. De elfenprinses begon ervan te huilen. Maar een eindje verder, op een duin topje, zaten Pork en Graver te grin niken omdat ze de kabouters zo'n mooie poets gebakken hadden. De hele nacht hadden ze gewerkt om de spring haan glibberig te maken. Toen de kabouters naar buiten ge gaan waren, had Graver de ingang van het paleis laten instorten. „Dat hebben we mooi gedaan, hè!" zei Pork. Wat hadden de deugnieten nu een lol! Maar Vluggertje, het duinkonijntje, zat vlak onder de duintop en hoorde al les wat Graver en Pork zeiden. Vlug liep hij naar de kabouterko ning en vertelde alles. Oei, oei, nu werd die goede koning toch echt kwaad. Hij riep de soldaten- kabouters om de booswichten te van gen. TOEN PORK EN GRAVER de sol daten zagen aankomen, schrokken ze geweldig. Graver dook meteen onder de grond en maakte dat hij wegkwam. Maar Pork kon niet zo gauw wegko men. Éij werd heel snel gevangen ge nomen. Dikke tranen rolden over z'n neus. Maar 't hielp allemaal niets. De koning liet hem in de gevangenis wer pen. Vluggertje was ondertussen met een kabouter op z'n rug achter Graver aangegaan. Dat was me een spannen de'jacht daar onder de grond, kriskras door allerlei gangen en holen. Graver werd doodmoe, hij kon haast niet meer vooruit komen. Eindelijk nam de ka bouter hem gevangen. En niet lang daarna zaten Pork en Graver bij elkaar in de gevangenis. EERST WERD NU het paleis weer opgeknapt. Omdat alle dieren hielpen was dat gauw gebeurd. Er werd nu een nieuwe springhaan gemaakt en het feest kon weer doorgaan. 's Avonds na het eten kregen de die ren die een wedstrijd hadden gewonnen een prijs: Piet Mier had gewonnen met eierentellen, wel drie eieren had die sterke Piet tegelijk gedragen. Hij kreeg een heel suikerkorreltje. Wat was die Piet blij. Springsnel was de sprinkhaan die het verste gesprongen had, wel honderd centimeter! Hij kreeg vijf dauwdruppeltjes. En Knage lijntje had het eerste een dikke tak doorgeknaagd. Daarvoor kreeg hij een hele winterwortel. Na de prijsuitreiking ging koning Plumpum met de prinses een rijtoer maken in de hofkoets met zes mooie konijnen ervoor. Er hingen wel hon derd glimwormpjes aan de koets, zodat alle dieren het heel goed konden zien. Het was prachtig. En alle kabouters en dieren zongen nog één keer het feestlied ter ere van hun jarige koning. Ja. en wat gebeurde er nu met Pork en Graver? De volgende dag werden ze uit de ge vangenis gehaald. Ze werden door de kabouters ver buiten het duinrijk ge bracht en nooit meer mochten ze terug komen. J. Nelissen Dit maak je van drie lucifersdoosjes, drie kralen en wat raffia. Bind met het raffia de doosjes op el kaar met een mooie strik erop. Je kunt de doosjes ook beplakken met gekleurd papier. Moeder zal er blij mee zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 17