surprises
0,kom er eens
Peek&Cloppenburg
Vrijere loonvorming werkt
gemakkelijk inflatoir
american
white '"&U/
SP
13.90
V
Met komst bonte kraaien doet
barre jaargetij zijn intrede
Wekelijkse Esperaoto^cersms
Maareerste lenteboden zijn er al
Korter werken luxe, die Nederland
zich niet kan permitteren
Zevende les
17
Polder bereidt zich op winter voor
Kerkelijk Nieuws
Argentijnse minister
bezocht ons land
Tulpen uit Amsterdam
VOORZITTER VAN HET NIVE:
Nederlander veroordeeld
in Dakjarta
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1959
Schaakspel
Hamer |f25
Banketstaaf,
origineel gebak
Maskers 1,25
Advertentie
maken de
strooiavond
verrassend leuk!
Al déze surprises
met exclusieve zakdoek
Ned. Herv. Kerk
Bedankt voor Oudeschoot A. E. D. A.
Ravesloot te Steenwijkerwold.
Beroepen te Zijpe (N.H.) (toez.) H. D.
Homan te Maasbommel.
Aangenomen naar Uitwierda A. L. Lapré
te Groningen naar Utrecht (vac. A. J.
Brinkman) S. Gersen te Huizen (N.H.)
Beroepen te Sloten (Fr.) (toez.) D. J.
Baars, voorheen zendingspredikant, woon
achtig te Velp.
Aangenomen beroep van de Generale
Synode als predikant voor buitengewone
werkzaamheden voor de Hollands-spre
kende gemeente te Manokwari (Nieuw-
Guinea) A. D. H. Roscam Abbing te Bigge-
kerke.
Beroepen te Wilhelminadorp H. Lint-
boom, kand. te Delft; te Poortvliet (toez.)
C. J. van den Broek te Ridderkerk.
Baptisten Gemeenten
Bedankt voor Leeuwarden Ph. Linde
man te Stavoren.
Geref. Gemeenten
Beroepen te Passaic (U.S.A.) A. Ver-
gunst te Rotterdam-Centrum.
Beroepen te Veenendaal A. F. Honkoop
te Goes; te Ridderkerk M. Blok te Rijssen.
Geref. Kerken
Beroepen te Den Bommel J. C. van Eg-
mond, kand. te Rijnsburg; te Eernewoude
en te Rutten (N.O.P.) H. Kremer, kand. te
Eén (Dr.).
Advertentie
EEN SUCCESVOL GESCHENK
VAN BLIJVENDE WAARDE
VOOR 5 DEC.
MAAKT
L. VEERSTRAAT 13
TEL. 11178
BESPREEK REEDS NU!
Kansen voor Nederlandse
emigranten
Prins Bernhard heeft gisteren een be
zoek gebracht aan de Argentijnse minister
van Binnenlandse Zaken, dr. Vitolo, die
een bezoek aan ons land heeft gebracht.
Dr. Vitolo heeft Prins Bernhard uitgeno
digd met een Nederlandse regeringsdele
gatie de viering van 150 jaar onafhanke
lijk Argentinië in 1960 bij te wonen.
Dr. Vitolo heeft met de minister van So
ciale Zaken, mr. dr. Ch. van Rooy en met
de minister-president en de minister van
Binnenlandse Zaken, alsmede met de ge
volmachtigde minister van Suriname en
de Antillen besprekingen gevoerd. Twee
leden van zijn delegatie blijven nog enige
dagen in Nederland om verdere bespre
kingen met emigratieautoriteiten te voe
ren.
Dr. Vitolo vertelde, dat de 3000 Neder
landers, die naar Argentinië emigreerden,
welvarend zijn en waardevolle bijdragen
voor de economie van het land leverden.
In Argentinië zijn bij de daar zich thans
beter ontwikkelende economie grotere im
migratiekansen, dan voorheen. Het land
heeft technici en vooral Nederlandse land
bouwdeskundigen nodig.
De stad Birmingham heeft besloten de
vierhonderdste verjaardag van het over
brengen van de tulpenbol uit Azië naar
West-Europa te vieren met de aanleg van
een tulpenpark in de stad. De eerste 2.000
bollen een gift van de K.L.M. is
woensdag uit Amsterdam aangekomen.
In totaal zullen 160.000 bollen geplant
worden. Voorts zullen feestelijkheden ge
organiseerd worden. Zo zullen Nederland
se meisjes in folkloristische klederdracht
dansen uitvoeren en duizenden corsages
uitdelen. Wij zullen proberen de bevolking
in dit gebied met iets van Nederland ken
nis te laten maken, aldus een van de or
ganisatoren.
In Utrecht zijn de Najaarsefficiencydagen gehouden georganiseerd door het Neder
lands Instituut voor Efficiency. De voorzitter van dit Instituut, ir. J. M. Matthysen,
zei in zijn openingsrede, dat er sinds voorjaar 1956 veel veranderd is toen in een
oproep van het N.I.V.E. aan al zijn leden werd gezegd dat begrippen als verhoging
van de produktiviteit en verbetering van de efficiency bij de discussies rondom de
loonhoogte niet of nauwelijks meer een rol spelen. Nu, drie jaar later, zo zei de heer
Matthysen, is de vergrote produktiviteit hét uitgangspunt van de loonsverhoging.
De heer Matthysen legde er de nadruk op, dat uit de ingewikkelde mathematische
loonberekeningen blijkt, hoe moeilijk het is de resultaten van het efficiencystreven
werkelijk objectief vast te stellen, zo mogelijk nog moeilijker dan het efficiency
streven zelf.
Evenzeer is het volgens hem onvermij
delijk dat het hemd nader is dan de rok
en dat dus onder de vigueur van een in
middels gunstig wordende conjunctuur
het doel: de loonsverhoging, belangrijker
wordt dan de objectieve norm: de produk-
tiviteitsverhoging. Ofschoon, aldus ir.
Matthijsen, het uitgangspunt van al dit po
gen nobel mag worden genoemd, moet
men de realiteit onder ogen blijven zien.
Doet men dat, dan valt veel onwaarach
tigheid op. De sterke krachten van wat
men „de wet van vraag en aanbod" noemt
poogt men te rationaliseren in een sys
teem van fraaie berekeningen, waarach
ter langzamerhand de werkelijke efficien
cy schuil gaat.
Sinds het tweede kwartaal van dit jaar
is, aldus de heer Matthijsen, de conjunc
tuur wederom in' opgaande lijn. Hij wees
voorts op, de ongunstige invloed, die uit
gaat van een soort overbezetting van het
produktie-apparaat en van de leidingge
vende krachten die in vele bedrijven valt
waar te nemen. Wanneer een bedrijf op
topcapaciteit werkt, ziet men allerlei ver-
Kio kusas en la cambro en la korbo?
Kio dormas en la korbo? Estas Mopso, la
hundeto. En la dormo gi aüdas la bruoN
kaj gi levas la kapoN super la rando de
la korbo. „KioN mi aüdas?" gi diras. „De
kiu estas tiu voco? Jes, tio estas la voco
de Karlo kaj tio estas la voco de Niko.
Jes. mi bone aüdas tioN. Cu mi aüskultas
bone? Jes, tio estas Niko! Li kuras. Sed
kioN li faras? Ha, jes, mi komprenas!
Li kuras antaü la caro de Karlo. Sed kie
estas Karlo mem? Mi aüdas liaN vocoN.
Gi estas laüta kaj forta. Jes! Karlo krias,
sed mi ne aydas liN kuri! Li do sidas en
la caro. Jes, li devas sidi en la caro. KioN
li faras? Ho, ili estas tre gajaj! Cu mi iros
al la gardeno por vidi, kioN ili faras? Cu
mi iros? Sed la korbo estas tre varma kaj
tre komforta, sed.... mi ankaü satas ludi
kun ill kaj kuri kaj boji kaj brui!"
Taalregels.
34. Kio estas la voco de Karlo?Wat
is de stem van Karei?
Tio estas la voco de Karlo. Dat is
de stem van Karei.
Bij -kio- als vraagwoord hoort dus -tio-
als antwoord.
Zo hoort bij -kiu?- als vraagwoord -tiu-
als antwoord en bij -kie- dus -tie-.
Dus:
Kiu? Wie? Antwoord: Tiu Die.
Kio? Wat? Antwoord: Tio Dat.
Kie? Waar? Antwoord: Tie Daar.
35. In taalregel 27 hebben we kennis ge
maakt met -povas- en gezien, dat het al
tijd gevolgd wordt door een onbepaalde
wijs: Li povas aüdi.
Dat komt, doordat -povas- geen echt
werkwoord is, doch slechts een hulpwerk
woord. In bovenstaande les staat er nog
één. Dat is -devas-. Een derde is nog
-volas- (wil) en precies hetzelfde geldt
voor -satas- houden van).
Dus: Li povas kuri.
Li devas kuri.
Li volas kuri.
Li satas kuri rent graag).
Pas op: Schrijf niet: -satas de kuri-,
want dat -de- zit al in satas verwerkt.
36. Van -dormas- (stam -dorm^, uitgang
-as-) maken we heel gemakkelijk -dormo-
(stam -dorm- en uitgang -o- van het
zelfst. naamw.). Zulke veranderingen zijn
in Esperanto heel gewoon.
37. Ik hoor hem roepen Mi aüdas liN
krii (niet: krias). Dus nooit: Mi volas kuras.
Ik zag hem vallen Mi vidis lin fali (niet:
falis).
Pas op! Nooit twee vormen met -as-,
-is-, enz. in één zin!
Aüdas geeft de tijd al aan en -krii- ver
telt alleen in welke toestand hij zich be
vindt.
38. Als we vragen: -Kiu?- dan weten we
vooruit, dat het antwoord zal zijn: Kees,
Greetje, een jongen, vader, moeder, kort
om: een persoon, maarals we al we
ten, dat bet epr> jonger is, dan kunnen we
vragen: Welke jongen? of in Esp. -Kiu
knabo?-. Nu zit de jongen niet meer ver
borgen in dat -Kiu?- maar hij staat er
naast, waardoor dat -kiu?- een groot deel
van zijn betekenis heeft verloren. We kun
nen het nu ook niet meer vertalen met
-Wie?-, maar het wordt -welke?- En om
dat nu toch de persoon er uit is, kunnen
we ook vragen: -Kiu hundo?- en -Kiu ob-
jekto?- en -Kiu knabino?-
Dus: -Kiu-, alleenstaande is: -Wie?-:
Kiu estas en la cambro?
-Kiu-, gevolgd door een zelfstandig
naamw. is: -Welke?-: Kiu hundo kusas en
la korbo?
Vertaling.
Wat ligt (er) in de kamer in de mand?
Wat slaapt in de mand? Het is Mops, het
hondje. In de slaap hoort hij het lawaai
en hij tilt de kop boven de rand van de
korf. „Wat hoor ik?" zegt hij. „Van wie is
die stem? Ja, dat is de stem van Karei
en dat is de stem van Niko. Ja, ik hoor
dat goed! Hoor ik (wel) goed? Ja, dat
is Niko. Hij rent. Maar wat doet hij?
Ha, ja, ik begrijp (het). Hij rent voor de
kar van Karei. Maar waar is Karei zelf?
Ik hoor zijn stem. Hij is luid en sterk. Ja!
Karei schreeuwt, maar ik hoor hem niet
rennen. Hij zit dus in de kar. Ja. hij moet
in de kar zitten. Wat doet hij? O, ze zijn
erg vrolijk. Zal ik naar de tuin gaan om
te zien, wat ze doen? Maar de mand is erg
warm en erg geriefelijk, maarik speel
ook graag met hen en (ik houd er ook van)
te rennen en te blaffen en lawaai te ma
ken.
Oefeningen.
22. Vertalen. (Een uitroepteken wil zeg
gen: Kijk uit!)
Wat ligt (er) in de mand in de kamer?
Slaapt de hond? De jongens in de tuin zijn
erg vrolijk (!).Waar slaapt het hondje? We
zullen naar de tuin gaan om te spelen. Wie
rent voor de kar? De kar stond bij de
achterdeur van het huis. Waar is Karei?
Staat Niko nog achter de dikke boom? Is
de bank geriefelijk? x Wat doen de jon
gens in de straat? x Moeder(!) hoort de
stemmen van de jongens, x De hond hoort
ze ook. x Ik hoor graag de stem van mijn
moeder, x Jongens houden er van (vertalen
met één woord) lawaai te maken.
23. De persoonlijke voornaamwoorden
(mi - vi - li - ni enz.) invullen.
Niko. venis el la lernejo.
Niko kaj Karlo. ludas en la |ar-
deno.
La hundeto. estas en la korbo.
La kunikloj. La patrino zorgos por
La knabo. vojagas al fremdaj
landoj.
La patrino. riparas la surtutoN.
La benko. La patrino sidas sur
Niko kaj mi. iras al la lernejo.
La kofro. estas verda.
La knabo en la veturilo. estas
vera sinjoro.
24. Vertalen.
Wie is in de tuin?
Wat is in de tuin?
Waar is de tuin?
Wie gaat naar het huis?
Waar is het huis?
Wat zit (er) op het huis?
Wie ligt op de grond?
Waar is de wandelstok?
Wat ligt op de grond?
Waar is de steen?
Wat komt uit de stad?
Wie komt uit de stad?
Wie staat bij de deur?
Waar is het schip'
Wat staat bij de deur?
Wat zit op het trottoir?
Waar is de kar?
Wie zit op het trottoir?
25. Voorbeeld:
Mi povas aüdi.
Mi devas aüdi.
Mi volas aüdi.
Mi satas aüdi.
Evenzo met: bruas - kuras - sidas -
kreskas - rigardas.
26. Invullen. Het gaat om de -N-. Kent
u het recept uit les vijf al uit uw hoofd?
Mopso levas la malgrand- kapo- super
la rand- de la brun- korb-. La voc- (meer
voud!) de la du knab- aüdas la patrin-
sur la benk-. Kune kun la patrin- la mal
grand- knab- rigardas al la bel- flor-. Sub
la ar'b- en la garden- ni vidas la bela-
flor-.
En nu wil ik u nog graag even iets in het
oor fluisteren, waarvan u veel gemak
kunt hebben:
In zinnen waarin -estas- staat, hoeven
we maar heel zelden die -N- in te vullen.
27. En nu de bijwoorden en de bijvoeg
lijke naamwoorden. Nu moet u het zelf
maar eens uitzoeken.
La fort- knabo fort- batis la hundoN.
La knaboj en la gardeno laüt- kriis.
La malgrand- Karlo iris tra la gardeno
kun la griz- surtuto cirkaü la korpo. Kiu
kuras tre rapid- antaü la caro?
28. Voor u zelf maar weer het verhaaltje
vertellen. Hebt u al opgemerkt, hoeveel
gemakkelijker het gaat dan de eerste keren
en dat u zelf *1 zinnen maakt? Het enige,
wat u bij uw verhaal nog tekort komt, zijn
woorden, maar uw voorraad wordt elke
week groter. Weet u, dat er al bijna 200 in
uw woordenlijstje staan?
De 10 boekjes zijn gewonnen door de
heer K. Bos, Roerdompstraat 17, Haarlem;
mevrouw A. G. W. ZitterDe Winter,
Marsmanplein 30 1; mejuffrouw K. H.
Westra, Wagenweg 96; mejuffrouw G. v.
Hofwegen. Houtvaartkade 10, Aerdenhout;
mevrouw M. ElzingaDamm. Westerhout-
park 28; de heer F. M. Jaeger, Levendaal 8.
Leiden; de heer W. N. Tijman. Gen. Spoor-
laan 21, Aerdenhout; de heer J. v. d. Linde*
Huis in de Duinen, Zandvoort; mejuffrouw
F. Jantzen, Kenaupark 6; mevrouw E. M.
WempeAugustinus, Palamedesstraat 25.
We zonden hun 't Adamson Studieboekje.
schijnselen van overspanning. Voorts
loopt de mate, waarin de kwaliteitsnor
men worden aangehouden, door deze span
ningen en door inschakeling van nieuwe
en onervaren arbeidskrachten achteruit.
We leven in een tijd, zo zei de heer Mat
thijsen, waarin het economische mecha
nisme erin slaagt een volledige werkgele
genheid te creëren. Deze wordt, sinds de
crisis der jaren dertig door een ieder ge-
eist. Onder de vigueur van volledige werk
gelegenheid heeft het wijzigen van de
loonverhoudingen enorme consequenties,
zo zei de heer Matthijsen. Wanneer het
bouwwerk aan de onderzijde wordt opge
vijzeld, gaan alle verdiepingen mee naar
boven. Niet alleen de beloning van de ho
gere rangen zal door de loonsverhogingen
beneden worden beïnvloed, maar even
zeer de beloning van hen, wier arbeid niet
is te vangen onder de produktiestijging.
In onze maatschappij, aldus de heer Mat
thijsen, neemt de dienstverlenende sector
toe. In een situatie van volledige werkge
legenheid gaat ook hier het loonniveau
naar boven, indien in de industrie „ruim
te" wordt geconstateerd. Wanneer met de
ze onvermijdelijke consequentie van een
volledige werkgelegenheid tijdens het
vaststellen van de ruimte geen rekening
wordt gehouden dan haalt men naar zijn
mening alleen al om deze reden de infla
tie in huis.
Sprekende over de werktijdverkorting,
die men voornemens is in Nederland
in te voeren, zei de heer Matthijsen, dat
men deze plannen voor korter werken
zo spoedig mogelijk onder de drang der
conjunctuur wil verwezenlijken. Want
het heet, zo zei hij, dat men in Neder
land niet kan achterblijven bij de stro
mingen in andere Europese landen. De
heer Matthijsen zei dit argument niet
te begrijpen. Nederland dient zijn eigen
bonen te doppen. Als land staat het voor
enorme opgaven, die moeten worden
vervuld. In dit verband noemde hij de
Deltaplannen, de inpoldering van de
Lauwerszee en de IJ- en Coentunnel die
moeten worden gebouwd. Wegen moe
ten worden verbeterd en opnieuw aan
gelegd. Huizen moeten worden gebouwd
met alles wat daarbij hoort. Het vraag
stuk van de afvalwaterzuivering dient
zich aan. Het onderwijs moet worden
uitgebreid en verbeterd. Dit alles zijn
naar zijn mening opgaven waar ieder
lid van de Nederlandse staatshuishou
ding mee heeft te maken en waar geen
ander land Nederland mee kan helpen.
Dit heeft Nederland zelf te doen. Het
zijn geen dingen, zo zei hij, waarvan wij
als het ware individueel kunnen genie
ten, maar dit is een gemeenschappelijk
bezit, waarvoor wij zullen moeten wer
ken.
Naar de mening van ir. Matthijsen staat
Nederland voor een moeilijke toekomst,
met een ontwikkeling voor ogen die on
getwijfeld gelijkenis zal vertonen met dat
wat nog zo dicht achter ons ligt. Wanneer
men de invloed van de investeringen
vreest, zo zei hij, dan dient nadrukkelijk
gesteld te worden dat men het van diep
te-investeringen op een moment als dit
per se zal moeten hebben. Vernieuwing
en modernisering van het produktieappa-
raat dienen voorop te staan, aldus de
heer Matthijsen.
DJAKARTA (Reuter) Een rechtbank
in Djakarta heeft donderdag de Neder
lander J. de Bruyn, gezagvoerder van het
Nederlandse schip „Tjiwangi" veroordeeld
tot een boete van een miljoen roepia of
vijf maanden gevangenisstraf, zo meldt
Antara.
De Bruyn werd veroordeeld voor een
„economisch delict". Hij zou de Indone
sische autoriteiten geen lijst verstrekt heb
ben van goederen ter waarde van 4. mil
joen roepia die hij in Indonesië had in
gevoerd.
De rechtbank citeerde een decreet van
de president, waarin zware straffen ge
steld worden op overtredingen van econo
mische aard. die betrekking hebben op vi
tale goederen zoals voedsel en kleding
Kapitein De Bruyn zou onder andere vita
minen. geweven stoffen, dekens, hemden,
horloges, speelgoed, brillen en leren kof
fers hebben ingevoerd.
De bewoners van het platteland, wier leven nauw is verweven met en afhanke
lijk is van het gebeuren in de natuur, hebben hun eigen indeling van de jaar
getijden. De terugkeer van de eerste zwaluw uit zijn overwinteringsgebied en
de eerste baltsvlucht van de kieviten boven de groene weiden vertellen hun,
dat de winter definitief heeft afgedaan en dat het voorjaar is begonnen. En ten
teken van het besluit van groei en bloei gelden weer andere maatstaven voor
de aankondiging van het najaar: de komst van de bonte kraaien die hier de
winter doorbrengen, is het bewijs dat het barre jaargetijde zijn intrede heeft
gedaan hoe mooi en zacht het weer ook nog moge zijn.
Wat hun komst in
Nederland betreft,
hebben de kieviten
de natuurkalender
van 1959 onbruik
baar gemaakt. In de
zachte winter van
1958 op 1959 zijn ze
hier namelijk steeds
aanwezig geweest.
De eerste baltsvlucht
werd in de omgeving
van Haarlem zo om
streeks de achtste
maart gezien. Waar
mee deze vogels be
wezen geen vlug
gerds te zijn, want
toen zij nog pas aan
sen huwelijk gingen
denken, werd bij
Lunteren het eerste
kievi.tsei al gevonden.
De eerste zwaluwen
arriveerden op 24
april.
De vertrekdatum
van de zwaluwen
was 26 september.
Precies een maand
later op 26 okto
ber liepen de eer
ste bonte kraaien
over de weiden langs
de Schipholweg.
Hiermee was de plat
telandskalender dus
„rond".
Wie echter buiten
de stad rondkijkt,
ervaart ook zelf dat
het seizoen van groei
en bloei definitief voltooid verleden tijd is
geworden. Op de weiden, die na de zomer-
droogte door de najaarsregen weer een
groene tint hebben gekregen, graast alleen
nog wat jongvee. De melkkoeien staan in
de warme stal.
In de akkerbouwgebieden is het land
schap overwegend kaal en vaal. De bieten
zijn vrijwel overal gerooid en de velden
liggen geploegd te wachten op het zaad
voor de volgende oogst. Hier en daar knort
nog een tractor, die de zilverblanke ploeg
ijzers door de bodem scheurt. Grote wol
ken blanke meeuwen omstuwen de ploeg.
Krakelend krijsen ze om de lekkere hap
jes, die de ploegschaar blootlegt.
Aan de late zomerpracht, die afrikanen,
oostindische kers, herfstasters en dahlia's
nog lang in vele tinten in de tuinen om de
boerenhofsteden ten toon spreidden, kwam
een plotseling einde door de nachtvorsten,
waarmee oktober ons verraste.
Maar tussen al dat grauw en grijs sche
mert hier en daar toch al weer een groene
tint. Dit zijn de velden, ingezaaid met
wintertarwe. De tere, groene sprieten
priemen zich omhoog boven de kleibodem
om in het komende voorjaar tot volle was
dom te komen. Het zijn eigenlijk de eerste
lenteboden in het herfstlandschap.
Als de meeuwen deze winter niet ge
noeg eten kunnen vinden, komen zij
bij de mensen om eten vragen. Wie zou
het krijsende geroep van de vliegende
bedelaars kunnen weerstaan?
bruggetjes door, maakte de valk zich in
een flitsende vlucht „uit de voeten".
Bij de volkstuintjes in de omgeving van
de Schipholweg vond de ontknoping
plaats. Hier gunde de valk zich even rust
onder een wilg in de slootkant. Dit werd
hem noodlottig. Nauwelijks hadden de
rondspeurende kraaien zijn schuilplaats
ontdekt of zij daalden in en om de boom,
luid krijsend en krassend. Een koppel
spreeuwen kwam hun gelederen nog ver
sterken.
Al deze dreiging en herrie waren de valk
tenslotte te veel. Met een sierlijke zwaai
vloog hij op, schoot tussen zijn belagers
door en verdween' met achterlating van
zijn prooi als een geluidloze straaljager in
de dr ei gendg rauwe najaarslucht.
Toen keerden de spreeuwen weer terug
naar de volkstuintjes. En de kraaien ver
spreidden zich over de weiden. De rust in
de polder keerde weer. De enige herinne
ring aan hetgeen hier juist had plaats
gehad was een dode zanglijster in het gras
naast de poldersloot.
Op winter sterkte
Advertentie
Ook de dierenwereld is weer op winter-
sterkte. Blauwe reigers staan roerloos aan
de oever van sloot en ringvaart en turen
met hun felle ogen in het water. Lang
zaam en statig gaan ze op de wieken als
een passerende fietser ze opschrikt om met
plechtige vleugelslag in de mist te ver
dwijnen. Grote aantallen kieviten af
komstig uit meer oostelijk gelegen landen
waar winter en kou eerder invallen
profiteren van het zachte weer om hier
aan de kost te komen. Tot. Koning Winter's
kille adem de bodem voor de vogelsnavel
ontoegankelijk maakt en zij „om den
brode" verder zuidwaarts moeten trekken.
Meerkoeten en waterhoentjes zwemmen
van de ene vaartkant naar de andere, nu
goed zichtbaar voor iedereen omdat het
riet is gesneden.
Strijd tussen stad en platteland
Nu de gezinszorg in de vogelwereld
niet meer meetelt, draait het dage
lijkse programma daar vrijwel alleen
om het voedsel. En zoals het vaak
ook elders pleegt te geschieden er is
(nog) voldoende voor ieder, maar de
een gunt het de ander niet. Meeuwen
proberen elkaar de lekkerste stukken
afhandig te maken. Ook de kraaien
betwisten hun soortgenoten het bezit
van iets eetbaars.
Dit alles gaat op een betrekkelijk lompe
manier in zijn werk. Anders, en véél meel
de moeite waard om te zien, wordt het
schouwspel wanneer de vliegkunstenaars
bij uitnemendheid de torenvalken uit
de Haarlemmerhout erbij te pas komen.
Dan is het een spel van behendigheid en
manoeuvreertechniek, dat de tegenstanders
alleen kunnen winnen door een grote over
macht en brutaal geschreeuw.
Een belangrijk deel van het jachtterrein
van de valken, die in de Hout bivakkeren,
wordt gevormd door de polders tussen de
stadsrand en de ringvaart om de Haar
lemmermeerpolder bij Vijfhuizen, dus het
gebied waar in de toekomst het nieuwe
stadsdeel Schalkwijk zal verrijzen.
Dezer dagen vloog daar een torenvalk
met zijn prooi, een zanglijster, in de poten
geklemd. Zodra de daar altijd rondzwer
vende kraaien de valk hadden opgemerkt,
gingen zij er op af. Eerst waren het enkele,
later steeds meer. Dit was het begin van
een opwindende achtervolging, die beur
telings aanval en verdediging te zien gaf
van de Haarlemse valk en de kraaien van
het platteland. De valk gaf een stukje
luchtacrobatiek weg, waarop de meest
kundige kunstvlieger met recht trots zou
kunnen zijn. Het werd een spel van wen
telingen en vrilles, wenden en keren, stij
gen en dalen.
De betrekkelijk lompe kraaien hadden
de grootste moeite om op hun vinger-
vleugels de valk in zijn pijlsnelle bewegin
gen te volgen. Tot er zoveel aan de jacht
gingen deelnemen, dat de torenvalk een
andere taktiek toepaste. De vogel nam de
lijster uit de poten in de snavel en dook
neer tot vlak boven de wegsloot. Rakelings
over het watery onder de lage houten
GIDS VOOR SCHOOL EN BEROEP,—
De beroepskeuzeadviseur drs. W. E. H.
Beyers heeft een informatieboek samen
gesteld als aanvulling op het reeds bij de
uitgeverij De Toorts in Haarlem versche
nen „Jeugd, school en beroep". Beide
boeken vormen een prachtige wegwijzer
voor het steeds gecompliceerder wordend
terrein van de beroepskeuze en de beroe-
penvoorlichting. De gids vormt een afge
rond informatief werk over de opleidings
mogelijkheden, de schooltypen en de vele
beroepen. In duidelijke, beknopte over
zichten worden de eisen en de opleidingen
voor de diverse beroepen omschreven. Zo
kan men in deze gids nuttige informaties
vinden over de opleidingen voor beroepen
bij het onderwijs, in de handel, het sociale
werk, de industrie enz. Ook over het hoger
onderwijs, de muziekscholen en de kunst
academies worden vele gegevens ver
strekt. Het overzichtelijke werk vormt een
onmisbare informatiebron voor allen die
met de beroepen voorlichting aan de jeugd
en de beroepskeuze te maken hebben.