surprises 0,kom er eens Peek&Cloppenburg Vrijere loonvorming werkt gemakkelijk inflatoir american white '"&U/ SP 13.90 V Met komst bonte kraaien doet barre jaargetij zijn intrede Wekelijkse Esperaoto^cersms Maareerste lenteboden zijn er al Korter werken luxe, die Nederland zich niet kan permitteren Zevende les 17 Polder bereidt zich op winter voor Kerkelijk Nieuws Argentijnse minister bezocht ons land Tulpen uit Amsterdam VOORZITTER VAN HET NIVE: Nederlander veroordeeld in Dakjarta VRIJDAG 27 NOVEMBER 1959 Schaakspel Hamer |f25 Banketstaaf, origineel gebak Maskers 1,25 Advertentie maken de strooiavond verrassend leuk! Al déze surprises met exclusieve zakdoek Ned. Herv. Kerk Bedankt voor Oudeschoot A. E. D. A. Ravesloot te Steenwijkerwold. Beroepen te Zijpe (N.H.) (toez.) H. D. Homan te Maasbommel. Aangenomen naar Uitwierda A. L. Lapré te Groningen naar Utrecht (vac. A. J. Brinkman) S. Gersen te Huizen (N.H.) Beroepen te Sloten (Fr.) (toez.) D. J. Baars, voorheen zendingspredikant, woon achtig te Velp. Aangenomen beroep van de Generale Synode als predikant voor buitengewone werkzaamheden voor de Hollands-spre kende gemeente te Manokwari (Nieuw- Guinea) A. D. H. Roscam Abbing te Bigge- kerke. Beroepen te Wilhelminadorp H. Lint- boom, kand. te Delft; te Poortvliet (toez.) C. J. van den Broek te Ridderkerk. Baptisten Gemeenten Bedankt voor Leeuwarden Ph. Linde man te Stavoren. Geref. Gemeenten Beroepen te Passaic (U.S.A.) A. Ver- gunst te Rotterdam-Centrum. Beroepen te Veenendaal A. F. Honkoop te Goes; te Ridderkerk M. Blok te Rijssen. Geref. Kerken Beroepen te Den Bommel J. C. van Eg- mond, kand. te Rijnsburg; te Eernewoude en te Rutten (N.O.P.) H. Kremer, kand. te Eén (Dr.). Advertentie EEN SUCCESVOL GESCHENK VAN BLIJVENDE WAARDE VOOR 5 DEC. MAAKT L. VEERSTRAAT 13 TEL. 11178 BESPREEK REEDS NU! Kansen voor Nederlandse emigranten Prins Bernhard heeft gisteren een be zoek gebracht aan de Argentijnse minister van Binnenlandse Zaken, dr. Vitolo, die een bezoek aan ons land heeft gebracht. Dr. Vitolo heeft Prins Bernhard uitgeno digd met een Nederlandse regeringsdele gatie de viering van 150 jaar onafhanke lijk Argentinië in 1960 bij te wonen. Dr. Vitolo heeft met de minister van So ciale Zaken, mr. dr. Ch. van Rooy en met de minister-president en de minister van Binnenlandse Zaken, alsmede met de ge volmachtigde minister van Suriname en de Antillen besprekingen gevoerd. Twee leden van zijn delegatie blijven nog enige dagen in Nederland om verdere bespre kingen met emigratieautoriteiten te voe ren. Dr. Vitolo vertelde, dat de 3000 Neder landers, die naar Argentinië emigreerden, welvarend zijn en waardevolle bijdragen voor de economie van het land leverden. In Argentinië zijn bij de daar zich thans beter ontwikkelende economie grotere im migratiekansen, dan voorheen. Het land heeft technici en vooral Nederlandse land bouwdeskundigen nodig. De stad Birmingham heeft besloten de vierhonderdste verjaardag van het over brengen van de tulpenbol uit Azië naar West-Europa te vieren met de aanleg van een tulpenpark in de stad. De eerste 2.000 bollen een gift van de K.L.M. is woensdag uit Amsterdam aangekomen. In totaal zullen 160.000 bollen geplant worden. Voorts zullen feestelijkheden ge organiseerd worden. Zo zullen Nederland se meisjes in folkloristische klederdracht dansen uitvoeren en duizenden corsages uitdelen. Wij zullen proberen de bevolking in dit gebied met iets van Nederland ken nis te laten maken, aldus een van de or ganisatoren. In Utrecht zijn de Najaarsefficiencydagen gehouden georganiseerd door het Neder lands Instituut voor Efficiency. De voorzitter van dit Instituut, ir. J. M. Matthysen, zei in zijn openingsrede, dat er sinds voorjaar 1956 veel veranderd is toen in een oproep van het N.I.V.E. aan al zijn leden werd gezegd dat begrippen als verhoging van de produktiviteit en verbetering van de efficiency bij de discussies rondom de loonhoogte niet of nauwelijks meer een rol spelen. Nu, drie jaar later, zo zei de heer Matthysen, is de vergrote produktiviteit hét uitgangspunt van de loonsverhoging. De heer Matthysen legde er de nadruk op, dat uit de ingewikkelde mathematische loonberekeningen blijkt, hoe moeilijk het is de resultaten van het efficiencystreven werkelijk objectief vast te stellen, zo mogelijk nog moeilijker dan het efficiency streven zelf. Evenzeer is het volgens hem onvermij delijk dat het hemd nader is dan de rok en dat dus onder de vigueur van een in middels gunstig wordende conjunctuur het doel: de loonsverhoging, belangrijker wordt dan de objectieve norm: de produk- tiviteitsverhoging. Ofschoon, aldus ir. Matthijsen, het uitgangspunt van al dit po gen nobel mag worden genoemd, moet men de realiteit onder ogen blijven zien. Doet men dat, dan valt veel onwaarach tigheid op. De sterke krachten van wat men „de wet van vraag en aanbod" noemt poogt men te rationaliseren in een sys teem van fraaie berekeningen, waarach ter langzamerhand de werkelijke efficien cy schuil gaat. Sinds het tweede kwartaal van dit jaar is, aldus de heer Matthijsen, de conjunc tuur wederom in' opgaande lijn. Hij wees voorts op, de ongunstige invloed, die uit gaat van een soort overbezetting van het produktie-apparaat en van de leidingge vende krachten die in vele bedrijven valt waar te nemen. Wanneer een bedrijf op topcapaciteit werkt, ziet men allerlei ver- Kio kusas en la cambro en la korbo? Kio dormas en la korbo? Estas Mopso, la hundeto. En la dormo gi aüdas la bruoN kaj gi levas la kapoN super la rando de la korbo. „KioN mi aüdas?" gi diras. „De kiu estas tiu voco? Jes, tio estas la voco de Karlo kaj tio estas la voco de Niko. Jes. mi bone aüdas tioN. Cu mi aüskultas bone? Jes, tio estas Niko! Li kuras. Sed kioN li faras? Ha, jes, mi komprenas! Li kuras antaü la caro de Karlo. Sed kie estas Karlo mem? Mi aüdas liaN vocoN. Gi estas laüta kaj forta. Jes! Karlo krias, sed mi ne aydas liN kuri! Li do sidas en la caro. Jes, li devas sidi en la caro. KioN li faras? Ho, ili estas tre gajaj! Cu mi iros al la gardeno por vidi, kioN ili faras? Cu mi iros? Sed la korbo estas tre varma kaj tre komforta, sed.... mi ankaü satas ludi kun ill kaj kuri kaj boji kaj brui!" Taalregels. 34. Kio estas la voco de Karlo?Wat is de stem van Karei? Tio estas la voco de Karlo. Dat is de stem van Karei. Bij -kio- als vraagwoord hoort dus -tio- als antwoord. Zo hoort bij -kiu?- als vraagwoord -tiu- als antwoord en bij -kie- dus -tie-. Dus: Kiu? Wie? Antwoord: Tiu Die. Kio? Wat? Antwoord: Tio Dat. Kie? Waar? Antwoord: Tie Daar. 35. In taalregel 27 hebben we kennis ge maakt met -povas- en gezien, dat het al tijd gevolgd wordt door een onbepaalde wijs: Li povas aüdi. Dat komt, doordat -povas- geen echt werkwoord is, doch slechts een hulpwerk woord. In bovenstaande les staat er nog één. Dat is -devas-. Een derde is nog -volas- (wil) en precies hetzelfde geldt voor -satas- houden van). Dus: Li povas kuri. Li devas kuri. Li volas kuri. Li satas kuri rent graag). Pas op: Schrijf niet: -satas de kuri-, want dat -de- zit al in satas verwerkt. 36. Van -dormas- (stam -dorm^, uitgang -as-) maken we heel gemakkelijk -dormo- (stam -dorm- en uitgang -o- van het zelfst. naamw.). Zulke veranderingen zijn in Esperanto heel gewoon. 37. Ik hoor hem roepen Mi aüdas liN krii (niet: krias). Dus nooit: Mi volas kuras. Ik zag hem vallen Mi vidis lin fali (niet: falis). Pas op! Nooit twee vormen met -as-, -is-, enz. in één zin! Aüdas geeft de tijd al aan en -krii- ver telt alleen in welke toestand hij zich be vindt. 38. Als we vragen: -Kiu?- dan weten we vooruit, dat het antwoord zal zijn: Kees, Greetje, een jongen, vader, moeder, kort om: een persoon, maarals we al we ten, dat bet epr> jonger is, dan kunnen we vragen: Welke jongen? of in Esp. -Kiu knabo?-. Nu zit de jongen niet meer ver borgen in dat -Kiu?- maar hij staat er naast, waardoor dat -kiu?- een groot deel van zijn betekenis heeft verloren. We kun nen het nu ook niet meer vertalen met -Wie?-, maar het wordt -welke?- En om dat nu toch de persoon er uit is, kunnen we ook vragen: -Kiu hundo?- en -Kiu ob- jekto?- en -Kiu knabino?- Dus: -Kiu-, alleenstaande is: -Wie?-: Kiu estas en la cambro? -Kiu-, gevolgd door een zelfstandig naamw. is: -Welke?-: Kiu hundo kusas en la korbo? Vertaling. Wat ligt (er) in de kamer in de mand? Wat slaapt in de mand? Het is Mops, het hondje. In de slaap hoort hij het lawaai en hij tilt de kop boven de rand van de korf. „Wat hoor ik?" zegt hij. „Van wie is die stem? Ja, dat is de stem van Karei en dat is de stem van Niko. Ja, ik hoor dat goed! Hoor ik (wel) goed? Ja, dat is Niko. Hij rent. Maar wat doet hij? Ha, ja, ik begrijp (het). Hij rent voor de kar van Karei. Maar waar is Karei zelf? Ik hoor zijn stem. Hij is luid en sterk. Ja! Karei schreeuwt, maar ik hoor hem niet rennen. Hij zit dus in de kar. Ja. hij moet in de kar zitten. Wat doet hij? O, ze zijn erg vrolijk. Zal ik naar de tuin gaan om te zien, wat ze doen? Maar de mand is erg warm en erg geriefelijk, maarik speel ook graag met hen en (ik houd er ook van) te rennen en te blaffen en lawaai te ma ken. Oefeningen. 22. Vertalen. (Een uitroepteken wil zeg gen: Kijk uit!) Wat ligt (er) in de mand in de kamer? Slaapt de hond? De jongens in de tuin zijn erg vrolijk (!).Waar slaapt het hondje? We zullen naar de tuin gaan om te spelen. Wie rent voor de kar? De kar stond bij de achterdeur van het huis. Waar is Karei? Staat Niko nog achter de dikke boom? Is de bank geriefelijk? x Wat doen de jon gens in de straat? x Moeder(!) hoort de stemmen van de jongens, x De hond hoort ze ook. x Ik hoor graag de stem van mijn moeder, x Jongens houden er van (vertalen met één woord) lawaai te maken. 23. De persoonlijke voornaamwoorden (mi - vi - li - ni enz.) invullen. Niko. venis el la lernejo. Niko kaj Karlo. ludas en la |ar- deno. La hundeto. estas en la korbo. La kunikloj. La patrino zorgos por La knabo. vojagas al fremdaj landoj. La patrino. riparas la surtutoN. La benko. La patrino sidas sur Niko kaj mi. iras al la lernejo. La kofro. estas verda. La knabo en la veturilo. estas vera sinjoro. 24. Vertalen. Wie is in de tuin? Wat is in de tuin? Waar is de tuin? Wie gaat naar het huis? Waar is het huis? Wat zit (er) op het huis? Wie ligt op de grond? Waar is de wandelstok? Wat ligt op de grond? Waar is de steen? Wat komt uit de stad? Wie komt uit de stad? Wie staat bij de deur? Waar is het schip' Wat staat bij de deur? Wat zit op het trottoir? Waar is de kar? Wie zit op het trottoir? 25. Voorbeeld: Mi povas aüdi. Mi devas aüdi. Mi volas aüdi. Mi satas aüdi. Evenzo met: bruas - kuras - sidas - kreskas - rigardas. 26. Invullen. Het gaat om de -N-. Kent u het recept uit les vijf al uit uw hoofd? Mopso levas la malgrand- kapo- super la rand- de la brun- korb-. La voc- (meer voud!) de la du knab- aüdas la patrin- sur la benk-. Kune kun la patrin- la mal grand- knab- rigardas al la bel- flor-. Sub la ar'b- en la garden- ni vidas la bela- flor-. En nu wil ik u nog graag even iets in het oor fluisteren, waarvan u veel gemak kunt hebben: In zinnen waarin -estas- staat, hoeven we maar heel zelden die -N- in te vullen. 27. En nu de bijwoorden en de bijvoeg lijke naamwoorden. Nu moet u het zelf maar eens uitzoeken. La fort- knabo fort- batis la hundoN. La knaboj en la gardeno laüt- kriis. La malgrand- Karlo iris tra la gardeno kun la griz- surtuto cirkaü la korpo. Kiu kuras tre rapid- antaü la caro? 28. Voor u zelf maar weer het verhaaltje vertellen. Hebt u al opgemerkt, hoeveel gemakkelijker het gaat dan de eerste keren en dat u zelf *1 zinnen maakt? Het enige, wat u bij uw verhaal nog tekort komt, zijn woorden, maar uw voorraad wordt elke week groter. Weet u, dat er al bijna 200 in uw woordenlijstje staan? De 10 boekjes zijn gewonnen door de heer K. Bos, Roerdompstraat 17, Haarlem; mevrouw A. G. W. ZitterDe Winter, Marsmanplein 30 1; mejuffrouw K. H. Westra, Wagenweg 96; mejuffrouw G. v. Hofwegen. Houtvaartkade 10, Aerdenhout; mevrouw M. ElzingaDamm. Westerhout- park 28; de heer F. M. Jaeger, Levendaal 8. Leiden; de heer W. N. Tijman. Gen. Spoor- laan 21, Aerdenhout; de heer J. v. d. Linde* Huis in de Duinen, Zandvoort; mejuffrouw F. Jantzen, Kenaupark 6; mevrouw E. M. WempeAugustinus, Palamedesstraat 25. We zonden hun 't Adamson Studieboekje. schijnselen van overspanning. Voorts loopt de mate, waarin de kwaliteitsnor men worden aangehouden, door deze span ningen en door inschakeling van nieuwe en onervaren arbeidskrachten achteruit. We leven in een tijd, zo zei de heer Mat thijsen, waarin het economische mecha nisme erin slaagt een volledige werkgele genheid te creëren. Deze wordt, sinds de crisis der jaren dertig door een ieder ge- eist. Onder de vigueur van volledige werk gelegenheid heeft het wijzigen van de loonverhoudingen enorme consequenties, zo zei de heer Matthijsen. Wanneer het bouwwerk aan de onderzijde wordt opge vijzeld, gaan alle verdiepingen mee naar boven. Niet alleen de beloning van de ho gere rangen zal door de loonsverhogingen beneden worden beïnvloed, maar even zeer de beloning van hen, wier arbeid niet is te vangen onder de produktiestijging. In onze maatschappij, aldus de heer Mat thijsen, neemt de dienstverlenende sector toe. In een situatie van volledige werkge legenheid gaat ook hier het loonniveau naar boven, indien in de industrie „ruim te" wordt geconstateerd. Wanneer met de ze onvermijdelijke consequentie van een volledige werkgelegenheid tijdens het vaststellen van de ruimte geen rekening wordt gehouden dan haalt men naar zijn mening alleen al om deze reden de infla tie in huis. Sprekende over de werktijdverkorting, die men voornemens is in Nederland in te voeren, zei de heer Matthijsen, dat men deze plannen voor korter werken zo spoedig mogelijk onder de drang der conjunctuur wil verwezenlijken. Want het heet, zo zei hij, dat men in Neder land niet kan achterblijven bij de stro mingen in andere Europese landen. De heer Matthijsen zei dit argument niet te begrijpen. Nederland dient zijn eigen bonen te doppen. Als land staat het voor enorme opgaven, die moeten worden vervuld. In dit verband noemde hij de Deltaplannen, de inpoldering van de Lauwerszee en de IJ- en Coentunnel die moeten worden gebouwd. Wegen moe ten worden verbeterd en opnieuw aan gelegd. Huizen moeten worden gebouwd met alles wat daarbij hoort. Het vraag stuk van de afvalwaterzuivering dient zich aan. Het onderwijs moet worden uitgebreid en verbeterd. Dit alles zijn naar zijn mening opgaven waar ieder lid van de Nederlandse staatshuishou ding mee heeft te maken en waar geen ander land Nederland mee kan helpen. Dit heeft Nederland zelf te doen. Het zijn geen dingen, zo zei hij, waarvan wij als het ware individueel kunnen genie ten, maar dit is een gemeenschappelijk bezit, waarvoor wij zullen moeten wer ken. Naar de mening van ir. Matthijsen staat Nederland voor een moeilijke toekomst, met een ontwikkeling voor ogen die on getwijfeld gelijkenis zal vertonen met dat wat nog zo dicht achter ons ligt. Wanneer men de invloed van de investeringen vreest, zo zei hij, dan dient nadrukkelijk gesteld te worden dat men het van diep te-investeringen op een moment als dit per se zal moeten hebben. Vernieuwing en modernisering van het produktieappa- raat dienen voorop te staan, aldus de heer Matthijsen. DJAKARTA (Reuter) Een rechtbank in Djakarta heeft donderdag de Neder lander J. de Bruyn, gezagvoerder van het Nederlandse schip „Tjiwangi" veroordeeld tot een boete van een miljoen roepia of vijf maanden gevangenisstraf, zo meldt Antara. De Bruyn werd veroordeeld voor een „economisch delict". Hij zou de Indone sische autoriteiten geen lijst verstrekt heb ben van goederen ter waarde van 4. mil joen roepia die hij in Indonesië had in gevoerd. De rechtbank citeerde een decreet van de president, waarin zware straffen ge steld worden op overtredingen van econo mische aard. die betrekking hebben op vi tale goederen zoals voedsel en kleding Kapitein De Bruyn zou onder andere vita minen. geweven stoffen, dekens, hemden, horloges, speelgoed, brillen en leren kof fers hebben ingevoerd. De bewoners van het platteland, wier leven nauw is verweven met en afhanke lijk is van het gebeuren in de natuur, hebben hun eigen indeling van de jaar getijden. De terugkeer van de eerste zwaluw uit zijn overwinteringsgebied en de eerste baltsvlucht van de kieviten boven de groene weiden vertellen hun, dat de winter definitief heeft afgedaan en dat het voorjaar is begonnen. En ten teken van het besluit van groei en bloei gelden weer andere maatstaven voor de aankondiging van het najaar: de komst van de bonte kraaien die hier de winter doorbrengen, is het bewijs dat het barre jaargetijde zijn intrede heeft gedaan hoe mooi en zacht het weer ook nog moge zijn. Wat hun komst in Nederland betreft, hebben de kieviten de natuurkalender van 1959 onbruik baar gemaakt. In de zachte winter van 1958 op 1959 zijn ze hier namelijk steeds aanwezig geweest. De eerste baltsvlucht werd in de omgeving van Haarlem zo om streeks de achtste maart gezien. Waar mee deze vogels be wezen geen vlug gerds te zijn, want toen zij nog pas aan sen huwelijk gingen denken, werd bij Lunteren het eerste kievi.tsei al gevonden. De eerste zwaluwen arriveerden op 24 april. De vertrekdatum van de zwaluwen was 26 september. Precies een maand later op 26 okto ber liepen de eer ste bonte kraaien over de weiden langs de Schipholweg. Hiermee was de plat telandskalender dus „rond". Wie echter buiten de stad rondkijkt, ervaart ook zelf dat het seizoen van groei en bloei definitief voltooid verleden tijd is geworden. Op de weiden, die na de zomer- droogte door de najaarsregen weer een groene tint hebben gekregen, graast alleen nog wat jongvee. De melkkoeien staan in de warme stal. In de akkerbouwgebieden is het land schap overwegend kaal en vaal. De bieten zijn vrijwel overal gerooid en de velden liggen geploegd te wachten op het zaad voor de volgende oogst. Hier en daar knort nog een tractor, die de zilverblanke ploeg ijzers door de bodem scheurt. Grote wol ken blanke meeuwen omstuwen de ploeg. Krakelend krijsen ze om de lekkere hap jes, die de ploegschaar blootlegt. Aan de late zomerpracht, die afrikanen, oostindische kers, herfstasters en dahlia's nog lang in vele tinten in de tuinen om de boerenhofsteden ten toon spreidden, kwam een plotseling einde door de nachtvorsten, waarmee oktober ons verraste. Maar tussen al dat grauw en grijs sche mert hier en daar toch al weer een groene tint. Dit zijn de velden, ingezaaid met wintertarwe. De tere, groene sprieten priemen zich omhoog boven de kleibodem om in het komende voorjaar tot volle was dom te komen. Het zijn eigenlijk de eerste lenteboden in het herfstlandschap. Als de meeuwen deze winter niet ge noeg eten kunnen vinden, komen zij bij de mensen om eten vragen. Wie zou het krijsende geroep van de vliegende bedelaars kunnen weerstaan? bruggetjes door, maakte de valk zich in een flitsende vlucht „uit de voeten". Bij de volkstuintjes in de omgeving van de Schipholweg vond de ontknoping plaats. Hier gunde de valk zich even rust onder een wilg in de slootkant. Dit werd hem noodlottig. Nauwelijks hadden de rondspeurende kraaien zijn schuilplaats ontdekt of zij daalden in en om de boom, luid krijsend en krassend. Een koppel spreeuwen kwam hun gelederen nog ver sterken. Al deze dreiging en herrie waren de valk tenslotte te veel. Met een sierlijke zwaai vloog hij op, schoot tussen zijn belagers door en verdween' met achterlating van zijn prooi als een geluidloze straaljager in de dr ei gendg rauwe najaarslucht. Toen keerden de spreeuwen weer terug naar de volkstuintjes. En de kraaien ver spreidden zich over de weiden. De rust in de polder keerde weer. De enige herinne ring aan hetgeen hier juist had plaats gehad was een dode zanglijster in het gras naast de poldersloot. Op winter sterkte Advertentie Ook de dierenwereld is weer op winter- sterkte. Blauwe reigers staan roerloos aan de oever van sloot en ringvaart en turen met hun felle ogen in het water. Lang zaam en statig gaan ze op de wieken als een passerende fietser ze opschrikt om met plechtige vleugelslag in de mist te ver dwijnen. Grote aantallen kieviten af komstig uit meer oostelijk gelegen landen waar winter en kou eerder invallen profiteren van het zachte weer om hier aan de kost te komen. Tot. Koning Winter's kille adem de bodem voor de vogelsnavel ontoegankelijk maakt en zij „om den brode" verder zuidwaarts moeten trekken. Meerkoeten en waterhoentjes zwemmen van de ene vaartkant naar de andere, nu goed zichtbaar voor iedereen omdat het riet is gesneden. Strijd tussen stad en platteland Nu de gezinszorg in de vogelwereld niet meer meetelt, draait het dage lijkse programma daar vrijwel alleen om het voedsel. En zoals het vaak ook elders pleegt te geschieden er is (nog) voldoende voor ieder, maar de een gunt het de ander niet. Meeuwen proberen elkaar de lekkerste stukken afhandig te maken. Ook de kraaien betwisten hun soortgenoten het bezit van iets eetbaars. Dit alles gaat op een betrekkelijk lompe manier in zijn werk. Anders, en véél meel de moeite waard om te zien, wordt het schouwspel wanneer de vliegkunstenaars bij uitnemendheid de torenvalken uit de Haarlemmerhout erbij te pas komen. Dan is het een spel van behendigheid en manoeuvreertechniek, dat de tegenstanders alleen kunnen winnen door een grote over macht en brutaal geschreeuw. Een belangrijk deel van het jachtterrein van de valken, die in de Hout bivakkeren, wordt gevormd door de polders tussen de stadsrand en de ringvaart om de Haar lemmermeerpolder bij Vijfhuizen, dus het gebied waar in de toekomst het nieuwe stadsdeel Schalkwijk zal verrijzen. Dezer dagen vloog daar een torenvalk met zijn prooi, een zanglijster, in de poten geklemd. Zodra de daar altijd rondzwer vende kraaien de valk hadden opgemerkt, gingen zij er op af. Eerst waren het enkele, later steeds meer. Dit was het begin van een opwindende achtervolging, die beur telings aanval en verdediging te zien gaf van de Haarlemse valk en de kraaien van het platteland. De valk gaf een stukje luchtacrobatiek weg, waarop de meest kundige kunstvlieger met recht trots zou kunnen zijn. Het werd een spel van wen telingen en vrilles, wenden en keren, stij gen en dalen. De betrekkelijk lompe kraaien hadden de grootste moeite om op hun vinger- vleugels de valk in zijn pijlsnelle bewegin gen te volgen. Tot er zoveel aan de jacht gingen deelnemen, dat de torenvalk een andere taktiek toepaste. De vogel nam de lijster uit de poten in de snavel en dook neer tot vlak boven de wegsloot. Rakelings over het watery onder de lage houten GIDS VOOR SCHOOL EN BEROEP,— De beroepskeuzeadviseur drs. W. E. H. Beyers heeft een informatieboek samen gesteld als aanvulling op het reeds bij de uitgeverij De Toorts in Haarlem versche nen „Jeugd, school en beroep". Beide boeken vormen een prachtige wegwijzer voor het steeds gecompliceerder wordend terrein van de beroepskeuze en de beroe- penvoorlichting. De gids vormt een afge rond informatief werk over de opleidings mogelijkheden, de schooltypen en de vele beroepen. In duidelijke, beknopte over zichten worden de eisen en de opleidingen voor de diverse beroepen omschreven. Zo kan men in deze gids nuttige informaties vinden over de opleidingen voor beroepen bij het onderwijs, in de handel, het sociale werk, de industrie enz. Ook over het hoger onderwijs, de muziekscholen en de kunst academies worden vele gegevens ver strekt. Het overzichtelijke werk vormt een onmisbare informatiebron voor allen die met de beroepen voorlichting aan de jeugd en de beroepskeuze te maken hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 17