IJmond-agenda Volgende vijf jaar beslissend of Nederland genoeg heeft gedaan Statuut vertolkt streven tegen despotisme en voor integratie Oud en Nieuw Amerikanen en Russen zijn het vrijwel eens Hongaarse kwestie in UNO-Assemblee Melkbezorgers klimmen teveel trappen Nederlandse delegatie naar NAVO-overleg <~Praatótoel Knoop dit in uw oorl UNO-ruimtecommissie Nederland steunt de 24- land en-re solutie Vijf jaar Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden Onderzoek wijst uit: Gevolmachtigde minister van Suriname: Vertegenwoordiger van de Antillen: Op de VAN NELLE's „Afternoon" theebuiltjes 98 ct Interview met mr. Luns in Japans blad DONDERDAG 10 DECEMBER 1959 NEW YORK (AFP) Oost en West zijn het vrijwel eens over de vorm van sa menwerking binnen de TJNO voor een vreedzaam gebruik van de ruimte, zo is dinsdag van welingelichte zijde te New York vernomen. Over de samenstelling van de commissie, die zich met deze kwes tie moet bezighouden, zou in een reeks be sprekingen tussen de Amerikaan Cabot Lodge en de Rus Koeznetsov overeen stemming zijn bereikt. De UNO-commis- sie zou bestaan uit twaalf westelijke lan den of staten die met het Westen verbon den zijn, zeven communistische landen en drie neutrale mogendheden. Het voorstel van deze strekking was afkomstig van de Russen, die achtereenvolgens Cabot Lod ge en de westelijke groep voor hun stand punt wisten te winnen. De lijst van neu trale landen is nog niet definitief opge steld, maar de Sovjet-Unie zou India, de V.A.R., Zweden, Indonesië en Irak hebben voorgesteld. De bestaande commissie voor een vreed zaam gebruik van de ruimte telt achttien leden, te weten twaalf westelijke mogend heden, drie landen van het communisti sche blok en drie neutralen. De Sovjet- Unie had aanvankelijk gepleit voor een commissie van vier westelijke landen, vier communistische en drie neutrale staten, maar de V.S. verzetten zich tegen de eis van gelijke vertegenwoordiging van Oost en West. Er moeten nog enige meningsverschillen van geringere aard uit de weg worden ge ruimd, voordat een ontwerp-resolutie kan worden ingediend bij de politieke commis sie van de Algemene Vergadering, die de ruimtekwestie als laatste punt op haar agenda. NEW YORK (Reuter-AFP) De Nieuwzeelander Sir Leslie Munro heeft in de UNO-Assemblee te New York het drie daagse debat geopend over de ontwerpre solutie over Hongarije, ingediend door 24 landen, waarin woidt verklaard dat Rus land en het huidige Hongaarse bewind de UNO-resoluties over Hongarije „voortdu rend negeren". Schokkend De Nederlandse UNO-afgevaardigde mr. C. W. A. Schürmann zei dat de verkla ring in het rapport van Sir Leslie, dat de Hongaarse volksrechtbanken doorgaan met het uitspreken van doodvonnissen over Hongaarse patriotten „schokkend" is. Natuurlijk ontkennen de Russische en Hongaarse autoriteiten dat dit waar is. Maar kan men geloof hechten aan deze ontkenning, die gepaard gaat met de wei gering om inlichtingen te verstrekken en om een bevoegd persoon in Hongarije toe te laten die de waarheid kan vaststellen? Zolang de Hongaarse kwestie een „geslo ten zaak" blijft, zullen de UNO-leden tot hun leedwezen gedwongen zijn om de con clusie te aanvaarden dat de rechten van de mens nu net als voorheen in Hongarije geschonden worden, aldus mr. Schür mann. De Nederlandse afgevaardigde voegde hieraan toe dat de Hongaarse volksrecht banken een procedure toepassen, die zelfs niet het minimum aan waarborgen voor rechtvaardigheid geeft. Hij verklaarde dat de Assemblee de plicht heeft de on derdrukking in Hongarije te veroordelen. Dit is geen zaak die binnen de jurisdictie van Hongarije alleen valt, zo zei hij. Voorbehoud De Nederlandse afgevaardigde J. F. Einaar zei dat de Nederlandse delegatie de resolutie in haar geheel zal steunen, hoewel zij enig voorbehoud heeft inzake het voorstel om de verzoeningscommissie nieuw leven in te blazen. Wij zullen niet tegen dit voorstel stemmen, maar ons van stemming op dit punt onthouden, zei hij. BEVERWIJK DONDERDAG 10 DECEMBER Kennemer Theater, 19 en 21.15 uur: „Op mars naar de galg". Luxor Theater, 19 en 21.15 uur: „Porte- Fino, paradijs der liefde". Het Centrum, 20 uur: Cabaret-avond „Plan West". Stadhuis Scheybeeck, 19.30 uur: Verga dering Gemeenteraad. „De Opgang", 20 uur: Lezing over „De zelfstandige kerk in Nieuw-Guinea". VRIJDAG 11 DECEMBER Kennemer Theater, 19 en 21.15 uur: „De levensroman van Jozef Schmidt". Luxor Theater, 19 en 21.15 uur: „De lachende vagebond". W.B. Theater, 20 uur: „Het teken van Zorro". „De Opgang", 20 uur: Hervormde Jeugd raad, Voordrachtavond door Willem Berk hem er. Hotel „Parkzicht", 20 uur: Vergadering Kennemer Pluimvee Vereniging. VELSEN-IJMUWEN DONDERDAG 10 DECEMBER Rex, 20 uur: „De dood loert overal". Thalia, 20 uur: „Terugtocht der helden". Voormalige leeszaal, Heidestraat: ten toonstelling Nederlands Fabrikaat. Patronaatsgebouw, 20 uur: Concert IJmuider Volksstem. Raadhuis, 9.30—12 uur: Spreekuur wet houder van openbare werken. Pieter Vermeulenmuseum, Cultureel Centrum, 1416.30 uur. Zaal Abelenstraat, van 20 uur af spreek uur Alcoholics Anonymous. VRIJDAG 11 DECEMBER Thalia, 20 uur: „Rio Bravo". Rex, 20 uur: „Van het Westelijk front geen nieuws". Voormalige leeszaal: als donderdag. Cultureel Centrum, 20 uur: Jongeren groep P. v. d. A. Patronaatsgebouw, 20 uur: Buurtver eniging D.S.S. Cultureel Centrum, 20 uur: Jaarver gadering fotokring. Pieter Vermeulenmuseum, Cultureel Centrum, 14—16.30 uur. Op 15 december is het vijf jaar ge leden, dat het StatuiLt voor het Konink rijk der Nederlanden plechtig werd af gekondigd. Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen verklaarden uit vrije wil een nieuwe rechtsorde te aan vaarden, waarin zij de eigen belangen zelfstandig behartigen, op voet van ge lijkwaardigheid de gemeenschappelijke belangen verzorgen en wederkerig bij stand verlenen. Sindsdien wordt zowel in Surinam,e als op de Nederlandse Antillen „Sta tuutdag" of „Koninkrijksdag" als een nationale feestdag gevierd en dit jaar nog wat uitbundiger dan anders we gens het voltooide eerste lustrum. In Nederland leeft de Statuut-gedachte blijkbaar minder. De herdenkingen van de 15de december beperken zich dan ook tot een paar bijeenkomsten van de vereniging „Oost en west". Wij meen den er goed aan te doen, nu het Statuut een voldoende aantal jaren heeft ge werkt om een eerste indruk van de doeltreffendheid van de nieuwe rechts orde te verkrijgen, de mening te vragen van de beide Gevolmachtigde ministers van Suriname en de Antillen in Neder land. Mr. dr. R. H. Roos, die de Suri naamse belangen behartigt, verklaarde zich daartoe gaarne bereid; de ver tegenwoordiger van de Nederlandse Antillen, de heer W. F. M. Lampe, bleek wegens drukke werkzaamheden verhinderd. In zijn plaats stond de di recteur van zijn kabinet, tevens zijn plaatsvervanger, mr. N. Debrot, onze Haagse redacteur te woord. Melkbezorgers klimmen per dag gemid deld 920 tot 2008 treden op. Dit laatste aantal betekent een klim van 340 meter, hoger dan de Eifeltoren. Een melkbezor ger die in Portiekwoningen met vier woon lagen maar weinig klanten bedient, moet een prestatie leveren, die volgens de in West-Europa gangbare norm te zwaar is. Aldus de conclusie van een oriënterend onderzoek, dat het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden op verzoek van het Bedrijfschap Détail- handel in melk en zuivelprodukten heeft ingesteld. Bij zeven melkbezorgers van uiteenlo pende leeftijden werd een analyse ge maakt van hun verrichtingen over een vol ledige werkdag. De tijdens de proeven meegedragen last bedroeg 19,8 kg. Het totaal door een bezor ger per dag bediende aantal klanten va rieerde in de onderzochte gevallen van 125 tot 194. Per portiek werden 2 tot 7 gezin nen, verdeeld over vier woonlagen, be diend. De opzet dwong tot sterke beperking van het onderzoek'. De resultaten zijn dus niet maatgevend te achten voor alle va riaties van melkbezorging in de hoge bouw. Het Bedrijfschap beraadt zich over de vraag of een nader onderzoek naar even tuele mogelijkheden tot verlichting van het werk van de melkbezorging zal wor den ingesteld. De Nederlandse delegatie naar de confe rentie van NAVO-ministers, die op 15 en 16 december wordt gehouden, zal onder leiding staan van dr. H. R. van Houten, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. Voorts maken deel uit van de delegatie de ministers van Defensie en van Financiën, ir. S. H. Visser en prof. dr. J. Zijlstra, en de staatssecretarissen van Oorlog en Ma rine, de heren M. R. H. Calmeijer en P. J. S. de Jong. Aan de Nederlandse delegatie is verder een aantal adviseurs toegevoegd. (Van onze Haagse redacteur) „Wat denkt u van het Statuut? Een merkwaardige vraag eigenlijk. Stel je voor, dat men aan een Nederlander eens vroeg wat hij van de Grondwet denkt!" De milde ironie waarmee mr. dr. R. H. Pos op onze vraag reageert is kenmer kend voor de critische afstand welke deze gevolmachtigde minister van Suriname neemt tot de vraagstukken welke hem aangaan. Niettemin bleek hij gaarne be reid tot een gesprek, ook al is zijn tijd be perkt: het Surinaamse ministerie aan de Alexander Gogelweg gonst inderdaad van bedrijvigheid. Minister Pos corrigeert al dadelijk een vaak voorkomend misverstand. Het Sta tuut omvat meer dan de bevestiging van de interne autonomie van Suriname en de Nederlandse Antillen. De preambule van het Statuut gewaagt ook van de voet van gelijkwaardigheid waarop de gemeen schappelijke belangen verzorgd zullen worden en van de wederkerigheid waar mee de drie rijksdelen elkaar bijstand zul len verlenen. „Dergelijke omschrijvingen worden niet van de ene dag op de andere levende werkelijkheid voor de gehele bevolking, ginds niet en hier ook niet. Zo'n formule als „op voet van gelijkheid" dringt pas langzaam in zijn volle betekenis dobr. Zij wil onder meer zeggen, dat de regering van Nederland niet identiek is met de re gering van het Koninkrijk der Nederlan den". zegt minister Pos. De beide Gevolmachtigde ministers hebben in dat rijkskabinet een belangrij ke stem. Zij kunnen bijvoorbeeld verkla ren, dat een voorgenomen maatregel hun land zo ernstig zal benadelen, dat het daaraan niet gebonden wil zijn. „Tenzij de verbondenheid van het land in het konink rijk zich daartegen verzet", volgt er on middellijk op en het is duidelijk dat die be perking aanleiding geeft tot verschillen van inzicht en interpretatie. Daarin wordt voorzien door het „intern appel", een overleg tussen mi.rister-president, twee ministers, de Gevolmachtigde minister, die nog versterking krijgt in de vorm van een door zijn regering aan te wijzen minis ter of bijzonder gemachtigde. Zulk een „intern appel" is in de afgelo pen vijf jaren inderdaad een keer voorge komen. Misschien moet men de klemtoon anders leggen en zeggen: het is één keer voorgekomen. Daarmee zijn de waarborgen voor de rijksdelen in de West, dat hun stem ge hoord kan worden, niet uitgeput. De Ge volmachtigde minister kan ontwerpen van rijkswet in de Eerste en Tweede Kamer toelichten en indien hij tegen zo'n voorstel is, kan hij de Kamer verzoeken de stemming tot de volgende vergadering aan te houden. Bovendien moet zo'n voor stel ten minste drie vijfden der uitge brachte stemmen behalen om te worden aangenomen. Dan is er de „wederkerigheid" in de bij stand. Uiteraard is die reciprociteit in economisch opzicht thans voor Suriname nog niet bereikbaar, maar men mag in Nederland nooit vergeten, dat Suriname evenals de Antillen in de oorlogsjaren de zaak van het Koninkrijk in de mate van het mogelijke hebben gediend. Thans helpt Nederland Suriname zijn achterstand in ontwikkeling in te lopen. Het doet dat onder meer door de financië le steun aan de uitvoering van het Tienja ren-plan, dat 250 miljoen (Nederlandse) guldens kost, waarin Nederland voor een derde deel bijdraagt in de vorm van een lening, terwijl het ook een derde deel heeft geschonken. Met de verwezenlijking van dat plan is men nu op de helft. „Het is nog te vroeg om te kunnen be oordelen of Nederland in de vijf afgelopen jaren inderdaad genoeg heeft gedaan, voor de beantwoording van die vraag zul len de volgende vijf jaren beslissend zijn", zo zegt minister Pos. En hij verduidelijkt: „Het gaat daarbij niet alleen om de om vang van de financiële hulp welke door de Nederlandse regering wordt verleend. Sa men met het door Suriname te dragen aandeel maakt het Tienjarenplan vooral de verbetering van de infra-structuur van het land mogelijk: het wegennet, de wa terbeheersing, en al die andere zaken wel ke tot de outillage van een land behoren. Maar op al die inspanningen behoort een reactie te volgen, waardoor de outillage inderdaad zin krijgt. Zij moet gebruikt worden en het is aan het Nederlandse be drijfsleven om het werkelijke antwoord op de resultaten van het Tienjaren-plan te geven door zich zakelijk voor Suriname te interesseren". De Gevolmachtigde minister van Suri name is daarom verheugd over de geest drift van de industriële missie welke kort geleden van een bezoek aan zijn land te rugkeerde. De Amerikanen zijn trouwens de Nederlandei's reeds lang voorgegaan «Hl WÊÊÊÊÊÊÈ& Mr. dr. R. H. Pos door hoopvolle verwachtingen omtrent de levenskracht van Suriname in daden om te zetten. Brachten zij voor de oorlog de bauxietwinning tot ontplooiing, thans maakt hun ruime manier van zaken doen de verwezenlijking van het Brokopondo- plan mogelijk. Resumerend verklaart minister Pos: „Wij hebben reden om met voldoening op de eerste vijf jaren van het Statuut terug te zien. Dat men in Paramaribo, evenals in de Antillen, een samenspraak met Ne derland over een verduidelijking en de uit voering van sommige artikelen gewenst acht, doet aan die algemene constatering niet af". En dat is voor de man die een be langrijk aandeel in de totstandkoming van het Statuut had op zichzelf reeds reden tot vreugde. Mr. N. Debrot (Van onze Haagse redacteur) „Voor mij vormt het Statuut vooral de uitdrukking en weerspiegeling van het streven in de hedendaagse wereld om door middel van federatieve banden despotis me en desintegratie te voorkomen. Men kan een parallel trekken tussen de grond gedachte van het Statuut en die van de Verenigde Naties, welke eveneens, naar ik vertrouw, de overbrugging vormen tus sen de oude, conservatieve en de nieuwe, revolutionaire wereld". Aldus formuleert de directeur van het kabinet van de gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen, tevens diens plaatsvervanger, mr. N. Debrot, zijn prin cipiële waardering van het Statuut. De omstandigheid dat men in de West een gesprek met Nederland over de interpre tatie van sommige artikelen verandert, doet daaraan, zo min als voor de gevol machtigd minister van Suriname, niets af. „Het is volkomen normaal, dat een aantal aan de conferentietafel met de beste be doelingen opgestelde artikelen in de prak tijk verduidelijking behoeven. Dat geldt bij voorbeeld voor het artikel dat gaat over toelating en uitzetting van Neder landers en voor de samenhang van een enkel punt uit het Statuut met het regle ment voor de gouverneur", zo zegt mr. Debrot, die op een opmerking onzerzijds over de werking van de interne autonomie der Antillen antwoordt: „Men kan wel zeg gen, dat we er politiek nog niet rijp voor zijn, maar de gehele wereld moet haar rijp heid nog vinden!" En over de in het Sta tuut verankerde gelijkwaardigheid der rijksdelen zegt deze levendige en geesti ge jurist en diplomaat, die ook nog medi cus is hij oefende geruime tijd in Am sterdam een dokterspraktijk uit en in zijn vrije tijd een algemeen gewaardeerd litterator is: „Die gelijkwaardigheid is er inderdaad, maar daarom is er nog geen gelijkheid: daarvoor is het potentieel van de drie gebieden te verschillend". Intussen blijkt men op de Antillen wel voldaan over de wijze waarop Nederland zijn hoger potentieel ten behoeve van de wederkerige bijstand wil gebruiken. De beide Antillaanse ministers Yrousquin en Krom, die dezer dagen na een gesprek met de Nederlandse regering naar hun land te rugkeerden, kunnen daarvan getuigen. Zij hebben een waardevolle toezegging gekre gen omtrent Nederlandse bereidheid om op dezelfde manier zoals ook bij het Suri naamse Tien-jarenplan geschiedt ontwik kelingsplannen te stimuleren ter verbre ding van de welvaartsbasis van de in eco nomisch opzicht zo kwetsbare Antillen met name voor de toeristische ontplooiing van Bonaire en de Bovenwindse eilanden. Daarnaast zullen grotere, meer omvatten de ontwikkelingsplannen worden uitge werkt, waarbij de medewerking van Ne derland vooral in vakkennis en in vesti ging van bedrijven nontbeerlijk zal zijn. Mr. Debrot gewaagt in dit opzicht van de mogelijkheden van de aloëplant, die de basis zou kunnen worden van een genees middel tegen de gevolgen van radio-acti viteit. En voorts zijn er ruime kansen voor de petrochemische industrie. Op onze opmerking, dat het toch eigen lijk een wonder is, dat een gemeenschap van slechts tweehonderdduizend zielen te midden van twee machtige cultuurgebie den het Latijnse en het Angelsaksische waarvan het bovendien economisch af hankelijk is nog zoveel prijs stelt op ban den met het ver verwijderde en relatief onbelangrijke Nederland, reageert mr. Debrot: „Voor ons vertegenwoordigt Ne derland ook het democratische stelsel, waardoor bij ons vrijheid en verdraag zaamheid kunnen heersen temidden van een vaak dictatoriale omgeving. En de Ne derlandse levensstijl heeft zijn merkteken ook op de Antillen achtergelaten. Dat be speurt men bij voorbeeld in het werk van de niet in het Nederlands publicerende An tillaanse auteur John de Pool, dat toch de zelfde intieme sfeer uitdrukt welke karak teristiek is voor de Nederlandse littera tuur". Wij spreken ook over de invloed van de Nederlandse bouwstijl op de ar chitectuur van Curagao, waarover prof. dr. M. Ozinga dank zij de Sticusa juist zo'n voortreffelijk boek heeft gepubli ceerd. Maar dan breekt de telefoon het onderhoud af. De viering van Statuutdag en de onthulling van de eigen vlag der An tillen, door Antillanen ontworpen, bren gen nogal wat beslommeringen met zich. Al was het slechts omdat mr. Debrot een nauwkeurige geometrische beschrijving opstelt van het dundoek, dat op voortref felijke wijze zowel de band met Nederland als van de zes eilanden onderling symbo liseert. Van de week kon ik op een morgen de deur niet uit van wege een opgezette wang. Ik meldde dat plichtsgetrouw aan de administratieve instantie van ons blad, die onmiddellijk reageerde met: „Probeer het dan door het raam". Waaruit bleek dat een eenvoudige, on opgesmukte mededeling zelfs tot misverstanden kan leiden, al is zij een en al letterlijk heid zonder dubbele wanden. De letterlijkheid van een voudige mededelingen is dus, evenzeer als de bloemrijkste taal, vaak zo dubbelzinnig als Max Tailleur en daarom vraag ik mij af wat ons eigenlijk weerhoudt, in onze spreektaal de prachtige symbolen en beel den te gebruiken, die in onze van inspiratie knetterende geest opkomen. Geen enkel woord is letter lijk. Het heeft altijd weer bij betekenissen en diverse asso- riatiemogelijkheden, afhanke lijk van de melodie der stem, de gezichtsuitdrukking van de spreker, de gebaren, de accen ten, de pauzes tussen de woor den en de wijze van intonatie. Vandaar, dat woordenboeken zulke povere pogingen zijn om het onderste te halen uit een kan, waar geen bodem inzit. Met andere woorden: er zijn altijd weer andere woorden te maken uit dezelfde woorden. Betekenissen en bedoelingen komen in een ontelbare va riëteit tevoorschijn uit een simpel rijtje letters, die tot een woord aaneengevoegd zijn. Wanneer men dit beseft, kan men bevroeden dat ieder van ons zijn taak tot taalverrijking schromelijk verwaarloost, wanneer hij niet op geregelde tijden zelf nieuwe woorden maakt. Hij, die zich strikt houdt aan de voorraad welke hij in woordenboeken aan treft, doet niet anders dan als een sultan met veertig vrou wen, die steeds met een en dezelfde uit wandelen gaat. Negenendertig schoonheden blijven op .die wijze voor de wereld verborgen en sterven langzaam een dood van ver getelheid, met het idee dat zij voor niets op de wereld zijn geweest. Laat ons dat met onze schat der moedertaal nooit over komen. Laat ons spreken en schrijven met. de inspiratie onzer taaitoverkunst, die ons allen gegeven is. En het is tamelijk eenvoudig. Er zijn voorbeelden te over en daaruit doen we dan vandaag een bescheiden keuze. Wanneer ge vertelt dat ge op een avond te laat zijt thuis gekomen, waardoor ge ge noodzaakt waart op uw sok ken de trap op te gaan ten einde de huisgenoten niet te storen, kunt ge zeggen: „Ik sloop muisstil de trap op." Maar hoe sterker geboeid zal jw gehoor luisteren, wanneer ge zegt „Ik trapte als op eieren naar boven." Voelt ge net verschil? „Trappen" inplaats van „de trap op" dat is beeldrijker en navranter. „Als op eieren" schildert de oneindige voor zichtigheid zo direct, zo visueel bijna, dat het tafereel als het ware gaat leven voor het geestesoog. „Zij keek zo schichtig, dat het leek alsof ze bang was te worden aangerand," hoorde ik eens iemand zeggen over een pril en vroom meisje, dat voor het eerst in een danszaal kwam. Dat was een nare om schrijving een spottende bovendien, die geen rekening hield met het feit dat het voor een onbedorven kind een héél ding is, plotseling temidden van het wufte gedoe te ver keren. Beter ware het geweest te zeggen: „Zij trok een gezichtje als een nonnetje aan het zomerstrand." Nietwaar? Daar hoeft verder niet over uitge weid te worden. Daarin zit de fragiliteit der deugd vriende lijk omschreven, en wordt de ongereptheid eerbiedig gecon stateerd. Wie een varken ziet lopen, kan zeggen dat het sjokt of dribbelt of ploetert in de mod der. Doch een schrijver heeft eens de binnenkomst van een varken in zijn hok als volgt omschreven en dat was een schilderijtje van woorden: „Het varken kwam als op de toppen van vier vingers bin- nengedrenteld." Wanneer men een vrouw bedrijvig bezig ziet in keuken en kamer, met de schort voor en de haren in de hoogte van de haast, kan men zeggen dat ze het druk heeft. Doch hoe plat en koud klinkt dat, in vergelijking met: „Zij hebbelt en drebbelt door het huis met alles los en vast." Een auto repareren noemt men in vakkringen „sleute len". Dat is een prachtig beeld, waarin alles zit opgesloten wat een liefhebber van de techniek aan zijn vehikel kan doen en laten. Sterk verwant daarmee is de omschrijving van iemand, die met veel gedoe en vertier de indruk maakt dat hij werkt, doch in werkelijkheid niets presteert. Zo iemand „dreutelt". Men moet eens opletten hoeveel woorden men zelf maken kan van deze stam vorm. Woorden die onmiddel lijk duidelijk maken wat men bedoelt, ofschoon zij niet be staan volgens de woorden boeken. Wat dunkt u van deze zin: „Het oude moedertje sneu- telde door haar armelijke kamertje, bleef een poos bij haar naaimandje staan keu telen en preutelde toen haar keukentje binnen, waar iets op het gasstel stond te zeute- len. Vervolgens haalde zij met veel gebreutel haar zakdoek te voorschijn, sneuferde erin en liet zich langzaam en treu- telend in haar armstoel kneu teren." Ziet u al dat gebreutel niet glashelder voor uw sneukei gebeuren? Een andere, ook zeer dank bare stamvorm is „oesem". Hij zal ongetwijfeld na vandaag zeer in zwang komen. De be tekenis van de zin wint sterk aan navrantie door een be heerst en doelmatig gebruik ervan. „Met een appelbloesem op haar boezem begaf de dame zich in het gedroesem van het feest. Een goesem van een jaar of twintig keek haar met loeseme blik aan, doch zij wierp het hoofd in de nek en zei verachtelijk: „Noezem." Later zat zij met een vriende lijke heer op een canapé te moesemen. Tenslotte werd ze er tamelijk poesem van, zodat ze bij zichzelf dacht: „Nu wordt het tijd om naar huis te gaan. Ik ken mezelf, dus: geen geproesem. Ik droes 'm." Binnenkort wordt het Oude jaar. En aangezien daarop een nieuw jaar pleegt te volgen, zouden wij Nederlanders 1960 kunnen ingaan met het stel lige voornemen, onze droge, houterige wijze van spreken te herzien en voor de dag te komen met onze eigen taai- bloesems. In het begin zal er hier en daar misschien iets van mislukken doch ik ge loof vast dat op den duur een welige groei van onze woor denschat het gevolg zal zijn. Misschien kunt u allen al vast beginnen met op Oude jaarsavond uw dierbaren eens flink en hartelijk te knelle- fikken onder het van sterren pikkerende uitzwerk- sel. Geschenkbon Het is boeiend de ontwikkeling van al les, op elk terrein des dagelijksen levens, te volgen. Oók die van de kleinigheden, de op zich zelf onbetekenende dingen, want die bepalen de gewoonten en gebruiken der mensen en drukken dus hun merkte ken op het dagelijkse beeld van onze sa menleving. Zo zult u hebben opgemerkt, dat de ge schenkbon steeds meer in zwang komt. Vroeger hadden particuliere zaken, indivi duele winkels, die reeds te koop; juist de laatste weken zijn de gezamenlijke gram mofoonplatenzaken en de bioscopen erbij gekomen. Zodra een paar schapen over de dam zijn volgt de gehele kudde en u zult er nu wél zeker van kunnen zijn dat andere bran ches zullen volgen. Waarom geen banket bakkersbon, waarop u in het gehele land bij iedere bakker, uw halfpondje janha gel kunt krijgen? Wanneer volgen de si- garenwinkels? En zo gaat u maar door. Op een restaurantbon uw biefstuk van Iiarlin- gen tot Heerlen. Op een kruideniersbon uw leeftocht van Zwolle tot Zijpe. Let u maar eens op. Zo zal het gaan. En mis schien zal het nóg verder gaan: op uw tandartsbon kunt u zich van Maastricht tot Medemblik in 't ivoor doen boren. En waarom geen operatieknipkaart, geldig bij alle vaderlandse chirurgen? Eigenlijk zijn al deze cadeaubonnen niet anders dan een vriendelijk-verkapte gift in-geld. Iemand een tientje sturen met de mededeling: „koop hier maar een boek voor", of een briefje van duizend, „laat je blindedarm er maar eens op mijn kos ten uithalen", dat staat misschien een beetje grof. Maar in feite komt het er toch wel op neer. Of u tegen iemand zegt: „als je naar de bioscoop gaat, dan krijg je van mij de centen", of dat u hem zo'n bios- bon geeft daar zit weinig verschil in. In ieder geval zijn al die bonnen geen attente cadeaus. Zij zijn een bewijs van de gemakzuchtigheid van de schen ker: „ik vond het te veel moeite om per soonlijk iets te gaan uitzoeken, dat past bij je persoonlijkheid en je voorkeur hier is een bon in je pet en zoek het nu zelf maar uit". De zaak bevindt zich nog pas in een be ginstadium. Zij zal zich langzaam maar zeker ontioikkelen tot een situatie, waarin alleen nog maar bonnen heen en weer gaan. Zodra het zover is, komt het Centrale Verzendhuis van Alles; een enorm pak huis, dat de xvinkels overbodig maakt. Een kerstboom behangen met bonnen van allerlei vorm en kleur. Dat kan trouwens schattig zijn om te zien. Elias Advertentie Met 1 Van Nelle's „Afternoon" theebuiltje (groot formaat) zet u minstens 5 koppen krachtige, geu rige thee. 'n Hele pot vol voor nog geen 5 centDat is dus minder dan 1 cent per kop! Thee zetten met „Afternoon" thee builtjes is ideaalSnel, gemak kelijk ènproper! Doe 't ook! Bestel ze direct: {groot formaat) doos van 20 stuks De minister van Buitenlandse Zaken, mr. Luns, heeft in Den Haag een interview toegestaan aan een verslaggever van het in de Engelse taal verschijnende Japanse blad „Asahi Evening News", welk inter view gisteren is gepubliceerd. De minister heeft hierin onder meer gezegd dat Neder land onder geen enkele omstandigheid de kwestie Nieuw-Guinea met Indonesië zal bespreken. Hij zei dat hij dit standpunt zou handhaven wat de Indonesiërs ten aanzien van dit gebied ook voor stappen zouden willen ondernemen. Hij herhaalde het Ne derlandse standpunt dat als de tijd daar voor rijp is de bevolking van Nieuw-Gui nea het recht zou worden gegeven om voor onafhankelijkheid te kiezen, voor associa tie met Nederland of associatie met Indo nesië. Maar hiervoor is geen bepaalde tijd vastgesteld. Minister Luns zei dat de Nederlanders het als hun morele plicht beschouwden Ne derlands Nieuw-Guinea niet af te staan voordat zijn ontwikkeling veel verder is dan nu het geval is. Minister Luns verklaarde ook, dat de betrekkingen van Nederland met commu nistische China „uitermate onbevredi gend" waren. Hij zei dat de erkenning van de regering van Peking niet de resultaten had opgeleverd die men ervan had ver wacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 3