In memoriam Cees Laseur „De Bruiloft van Figaro" onder Johannes den Hertog Betti's „DE VLUCHTELINGE" helse opgave voor acteurs Margaret Sullavan overleden Europese schilderprijs Anna van Gogh Kaulbach gehuldigd Ensemblegaf te Haarlem première Eisenhower in juni naar Rusland Niet het droogste, niet het warmste,wèl het zonnigste jaar Meisje beroofd in Amsterdam-West De negen Muzen Nieuwjaarsvoorstellingen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Groningen 9 Nederlandsche Opera in Utrecht Subsidieregeling voor beroepstoneel in Limburg Het rijk koopt aquarel van Poppe Damave Nieuwe muziekuitgaven ZATERDAG 2 JANUARI 1960 ALS GASTDIRIGENT heeft Johannes den Hertog, de vroegere intendant van de Nederlandsche Opera, na jaren als chef-dirigent van de Koninklijke Vlaamse Opéra te Antwerpen gewerkt te hebben, vrijdag zijn rentree gedaan bij het Amster damse gezelschap. Het gebeurde op nieuwjaarsdag in de Utrechtse Schouwburg, met „De bruiloft van Figaro" van Mozart. Uiteraard markeerde de interpretatie van Den Hertog enige opvallende verschillen met die van Krips en vooral die van Krannhals, die ons nog heugen. Hiermee is niets afkeurends bedoeld; wie zijn op vatting weet waar te maken, heeft alle recht af te wijken van iedere andere inter pretatie. En globaal genomen werd het intens muzikale spel op de planken waar gemaakt en groeide dit tot een frappant succes. Daar stond dan tegenover, dat het orkest blijkbaar nog niet volkomen vertrouwd is met Den Hertog; uiterlijk wat zware gebaar, wat maakte dat de bassen wat lui reageerden op zijn directie, terwijl nochtans de discant van het orkest soms bijzonder petillant voor de dag kwam, wat dan geheel in overeenstemming was met de levendige actie en de uiterst muzikale vocaliteiL op het toneel.- Den Hertog aan de lessenaar betekende niet de enige vernieuwing in de herneming van „Le Noce", hoewel ze nog steunt op de regie van Wolff-Dieter Ludwig, met ge bruikmaking van de „aankleding" van Kurt Hallegger, die beiden nog onder Krannhals dienden. Nieuw was in het be stek, dat twee mannelijke krachten van het gezelschap, de baritons Paolo Gorin en Jos Burcksen in de spirituele Mozart-opera naar het eerste plan geschoven werden, Gorin in de rol van de Graaf en Burck sen in die van Figaro. En dat betekende voor beiden en ook voor de hermontering als geheel (want deze twee toch domineer den, tezamen met het petillante spel van Marilyn Tyler als Suzanna, het werk) een doorslaand succes. Groot van allure en bijzonder fijn psy chologisch uitgewerkt was daarnaast ook de figuur van de Gravin, uitgebeeld en uiterst geraffineerd vocaal gerealiseerd door Angela Vercelli. Haar grote aria was een voorbeeld van Mozartiaanse lyrisch- dramatische kunst. En dan was er (met alle lof te vermelden), de bekende Cherubin- creatie van Cora Canne Meyer. De Mar- Margaret Sullavan, een van de grootste actrices'van Amerika, is op 40-jarige leef tijd overleden. De actrice was gehuwd met Kenneth Arthur Wagg, een Britse zakenman die te Greenwich in Connecticut domicilie heeft; eerder was zij gehuwd met de acteur Hen ry Fonda, de regisseur William Wyler en de producer Leiand Hayward. Haar laat ste rol was in het toneelstuk „Sweet love remember'd" van Ruth Goetz. Te Valdagno nabij Venetië zullen in sep tember van dit jaar de Italiaanse Mar- zotto-prijzen voor schilderkunst in de Europese Gemeenschap ten bedrage van in totaal 13 miljoen lire (ongeveer 85.000 gulden) worden uitgereikt. De eerste prijs bedraagt vijf miljoen lire. Voorts zijn er twee prijzen van twee miljoen lire, twee van één miljoen en vier prijzen van een half miljoen lire. In totaal zullen twintig schilders uit West-Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en België-Luxemburg, elk met drie schilderijen, aan de eindstrijd deelnemen. Zij zullen worden aangewezen door nationale jury's. De voorzitters hier van zullen de eindbeslissing in Valdagno nemen. De Nederlandse jury bestaat uit jhr. W. J. H. Sandburg, directeur van het Stedelijk Museum te Amsterdam, voorzit ter, en de heer Jos W. de Gruyter, direc teur van het Groninger Museum en mr. E. L. L. de Wilde, directeur van het Stede lijk Van Abbe-museum te Eindhoven als leden. Tijdens het afdelingsonderzoek van Pro vinciale Staten over de voorstellen tot in stelling van een nieuwe subsidieregeling aan beroepsgezelschappen bij voorstellin gen in Limburg heeft de commissie van voorzitters en rapporteurs aan het provin ciaal bestuur geadviseerd het voorstel van Gedeputeerde Staten terzake te aanvaar den, namelijk een subsidie van 200 per in Limburg door een beroepsgezelschap te geven voorstelling. Daarbij wordt ook in stemming betuigd met de eis, welke Ge deputeerde Staten willen verbinden aan het verlenen van de subsidie, namelijk dat het gezelschap ten minste vijf voorstellin gen per seizoen in Limburg geven zal. In afwijking van het voorstel van Gede puteerde Staten beveelt de commissie ech ter aan, dit subsidie niet toe te kennen aan het beroepstoneelgezelschap maar aan de organisatoren van de voorstellin gen, in casu aan de directies van de schouwburgen in Limburg. De thans voor gestelde regeling wenst de commissie voorshands slechts te zien als een aan loopsubsidie. Tot de beroepsgezelschappen welke van rijkswege subsidie ontvangen, behoren in de Limburgse subsidierege ling: H.Z.T., Ensemble, Haagse Komedie, Nederlandse Komedie, Theater, Puck en de Stichting nieuw jeugdtoneel ten behoe ve van haar speelgroep Arena. cellina van Lidy van Veen en de Bartolo van Gerard Groot, konden ons de zeer ka rakteristieke vertolkingen van Jo van de Meent en Guus Heokman niet doen ver geten. Gee Smith was weer, als vroeger, een onbetaalbare Antonio. Met een goede Barbarina van Nelly Burlach en Chris Reumer als Basilio en Chris Taverne als Don Curzio, zijn hiermee de voornaamste vertolkers genoemd. Het koor handhaafde zijn goede reputa tie. De voortreffelijke akoestiek van de Utrechtse Schouwbrug droeg er het zijne toe bi.i om de delicate klank van Mozarts muziek recht te doen. Ter begroeting van het nieuwe jaar was de avond begonnen met het „Wilhelmus" en het ,.Io Vivat". Utrecht reageerde geest driftig op de voorstelling; open doekjes waren niet van de lucht; en het lijkt mij dat ook Amsterdam deze hermontering van Mozart's meesterlijke opera naar waarde zal weten te schatten. Jos. de Klerk De schrijfster Anna van Gogh-Kaul- bach neemt het glas om met Emmy van Lokhorst, Michel van der Plas, Godfried Bomans en A. den Doolaard te klinken op het haar aangeboden erelidmaatschap van de Vereniging van Letterkundigen Deze letterkun dige delegatie was woensdag niet de enige die mevrouw Van Gogh op haar negentigste verjaardag kwam huldigen. Ook het erelidmaatschap van de PEN- club (Poets, Essayists and Novelists Club) gewerd haar, en wel bij aan bieding door Henriëtte de Beaufort. Tallozen hebben de jarige woensdag geluk geloenst, onder wie ook een dele gatie van het bestuur van de sociëteit Teisterbant te Haarlem, waarvan me vrouw Van Gogh-Kaulbach erelid is. In het artikel van woensdag over MET DE PREMIÈRE van „De vluchte linge", een toneelspel van Ugo Betti, heeft de toneelgroep Ensemble de eerste avond van 't nieuwe jaar in de Haarlemse stads schouwburg gezorgd voor een merkwaar dig soort modern gedramatiseerde proble matiek. Het heeft weinig zin te proberen de intrige na te vertellen. Betti's spel is twee bedrijven lang een soort schaakspel met vele openingszetten. De posities wor den bepaald. Er zijn allerlei associatieve bindingen, emotionele effecten, maar tus sen oorzaak en gevolg ligt geen ontwikke ling. Naar de vorm simultaan-toneel is het stuk ook nauw verwant aan de vormgeving van de film. Telkens stopt de schrijver zijn scène links af om zijn scène rechts voort te laten gaan om daarna weer die van links te laten vervolgen. Er is natuuiv lijk steeds een samenhang tussen die scènes: ze verklaren elkaar en versterken eikaars dramatische functie. Pas in het derde bedrijf ontwikkelen zich de dingen zonder een opzettelijk afstoppen van de ene handeling ten behoeve van de ander. Dan worden de mensen zichtbaar achter het teken aan de wand, dat zij voortdurend waren. Dan krijgen zij diepte, omdat men zich in hen herkent, zelfs al vertegen woordigen zij een groep, die ook ons tel kens insluit. In dat bedrijf krijgt het lijden van de mensheid tragisch gestalte. Maar na alles wat eraan voorafging faalt de auteur in zijn poging de loutering aan nemelijk te maken. Men verwacht van hem geen concrete oplossing meer. Dat is mede een gevolg van het feil, dat het ver- Ton. Kuyl en Sigiid Koetse in „De vluchtelinge" stand de rol heeft moeten vervullen van het gevoel, waar men die eerste twee be drijven mooi mee zit Het gevoel komt wel aan bod bij de dramatis personae, maar het resoneert niet. Het is er bij vlagen en het moet met in hoofdzaak technische middelen door de acteurs worden gesugge reerd. Zij moeten wel van grote allure zijn om het in het derde bedrijf, wanneer het werkelijk doorbreekt, nog op te roepen en over te dragen. Dat was dan ook beslist gisteravond niét het geval. Doe ik nu „Ensemble" onrecht door dit vast te stellen? Ik geloof dat het al een hele verdienste van deze hard werkende groep is om ons zo te boeien en te intri geren als het dat bij de première heeft ge daan. Wat dat betre't was het een zuiver medium van de intenties van de auteur. Dat het derde bedrijf de doorbraak niet oplevende valt dan te betreuren, men mag er de goede hoedanigheden van het voor afgaande niet voor over het hoofd zien. Er wordt heel wat vereist om telkens zo veel niveauverschil in de dramatische situatie met één sprong te nemen, telkens na het stopzetten van een scène het juiste evenwicht van toon en kleur te hervinden, wanneer de schijnwerper weer op u wordt gericht. VEEL WAARDERING daarom voor Ton Kuyl, die opnieuw een gekweld man het aanschijn gaf en hem lang met heel zijn vermogen staande hield tót hij het na zoveel strijd tot inleving niet meer kon houden. Sigrid Koetse was niet de ideale vertolk ster voor de Nina-figuur, waarin de wan hoop te veel aan de uiterlijke kant bleef. Geheel in stijl leverde Bob Goedhart zijn Guilio af, op de rand van de maqué, maar toch steeds neg karakter. De ver schijning van John Soer detoneerde niet. Zijn persoonlijke interpretatie week niet af van het model, dat de schrijver van de diabolische Dottore Terzi had gevormd. In de bijrollen kwamen Harry Bronk en Chris Baay tot gave typeringen, speelde Péronne Hosang de moeder-figuur met redelijke aanzet haar filosofische oratie kon de zwakheid van het derde bedrijf ook van de kant van de schrijver niet ver heimelijken en hield Lucas Wensing zijn commissaris van politie fraai in de hand er school een personificatie achter, die tenminste mysterie had. De regie van Cruys Voorbergh was zeer goed bespeur baar in het trefzeker opvolgen van zijn indicaties. Ik weet niet of hij er bij de repetities niet in is geslaagd uit zijn spelers meer te halen- dan zij deze eerste voorstelling in III konden opbrengen. Het lijkt mij een helse opgave: het spelen van zo'n stuk. Men heef', zichzelf al half ver morzeld voor men aan de grote expressie toe is. Maar dat wonder is misschien voor volgende avonden voorbehouden. P. W. Franse de jarige werd vermeld dat de heer W. van Gogh een verre neqf van Vin cent van Gogh was. Dat was onjuist; zij waren rechtstreekse neven. WASHINGTON (Reuter) President Eisenhower is van plan in juni een be zoek aan de Sovjet-Unie te brengen, al dus heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Herter meegedeeld. De president overweegt reizen naar andere landen te maken, indien zijn program dat mogelijk maakt. Volgens Herter zal Eisen hower zijn vier kleinkinderen mee naai de Sovjet-Unie nemen op uitnodiging van de Russische minister-president, Kroesjt- sjev. RIO DE JANEIRO (Reuter) President Eisenhower zal in februari een bezoek brengen aan Brazilië, zo heeft de Brazi liaanse minister van Justitie namens presi dent Kubitschek in een radiotoespraak be kendgemaakt. In Washington verwacht men dat Eisen hower ook Argentinië, Uruguay en Chili zal aandoen, vermoedelijk eind februari of begin maart. De gemiddelde temperatuur in 1959 was te De Bilt 10.1 graden Celsius tegen 9.2 graden normaal. Daarmede is 1959 het op één na warmste jaar tot dusver in deze eeuw. Alleen 1934 was nog iets warmer. Het aantal uren zonneschijn bedroeg te De Bilt 1986 tegen 1592 normaal. Nog nooit was in deze eeuw een jaar zo zonnig geweest. Het record in dit opzicht had tot nu toe. 1947 gehouden, toen de zon in De Bilt 1881 uren scheen. De droogte van 1959 blijkt in deze eeuw alleen door 1921 te zijn getroffen. In het afgelopen jaar is in ons land gemiddeld ongeveer 540 mm. neer slag gevallen, maar in 1921 was het slechts 434 mm. Onder normale omstandigheden valt er in ons land gemiddeld 719 mm neerslag per jaar. Het 17-jarige meisje E. W. Boom is in het Gulden Winckelplantsoen in Amster dam-West beroofd van een tas met 2500. Mejuffrouw B., bediende in een kruide nierszaak aan de Wiltzanghlaan, moest het geld weg brengen naar het postkan toor aan het Bos- en Lommerplein. Toen zij in het Gulden Winckelplantsoen liep, kreeg zij een harde duw van een onbeken de man waardoor zij viel. Nadat voorbij gangers haar overeind hadden geholpen, merkte zij dat de tas met geld verdwe nen was. Omstanders hebben de man zien weghollen in de richting van de Admiraal de Ruyterweg. Elk spoor van de dader ontbreekt tot nu toe. Het rijk heeft op de tentoonstelling van werk van leden van de Hollandse Aquarel- listenkring in het Museum Het Huis Van Looy te Haarlem de aquarel „Sleepboten Maassluis" van de Haarlemse schilder Poppe Damave aangekocht. Nieuw alfabet. De beheerders van de nalatenschap van de in 1950 overleden schrijver George Bernard Shaw hebben donderdag op grond van Shaws testament vier personen drie Britten en een Cana- deze vrouw gezamenlijk een prijs toe gekend van 500 pond sterling voor een nieuw alfabet voor het Engels. De prijs winnaars zullen samenwerken met prof. MacCarthy van de universiteit van Leeds bij het uitwerken van een definitief alfabet van waarschijnlijk veertig letters. Oude meesters. In een boerderij in het Poolse plaatsje Tarnowski Gory, nabij Katowice, zijn schilderijen van Hollandse en Vlaamse meesters, waaronder een Ru bens, Chinese en Japanse vazen en gobe lins uit de negentiende eeuw aangetrof fen. Verscheidene oude meesters lagen in een hoek van de varkensstal. Daar werd ook dik onder de schimmel, een middel eeuwse vaas gevonden. De kunstwerken moeten jaren geleden het eigendom zijn geweest van de Duitse familie Von Don- nersmarek. De kunstwerken zijn gereinigd en naar het museum van Krakau overge bracht. Ingevolge een traditie, die reeds meer dan drie eeuwen oud is, is in de Amster damse Stadsschouwburg op nieuwjaars dag Vondels Gijsbreght van Aemstel op gevoerd. Het is eveneens traditie, dat de schouwburg te klein is om op de gala-pre mière een plaats te bieden aan iedereen, die er eigenlijk zou moeten zijn. Gister avond waren niet minder dan acht leden van de regering in de loge te vinden: mi nister-president, prof. dr. J. E. de Quay, vice-minister-president H. A. Kortshals en de ministers mr. A. C. W. Beerman, mr. E. H. Toxopeus, ir. S. H. de Visser, mr. J. van Aartsen, J. W. de Pous en mr. V. G. M. Marijnen. Voorts waren aanwezig de voorzitter van de eerste kamer, mr. J. A. Jonkman, de staats-secretaris, mr. Y. Scholten, de commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen, leden van de Eerste en Tweede Kamer, burgemeester en wethouders van Amsterdam, tal van gemeenteraadsleden en enige militaire autoriteiten. Zoals de laatste jaren gebruikelijk, ge schiedde de uitvoering van Vondels treur spel door de Nederlandse Comedie, onder regie van Johan de Meester, met Johan Schmitz als Gijsbreght en Ellen Vogel als Badeloch. Op puntige teksten van de Am sterdamse Journalist Evert Werkman ga ven Thomasvaer en Pieternel na afloop een berijmde terugblik in het oudejaar. In de bruiloft zelf waren Joop Admiraal en Petra Laseur Kloris en Roosje. Den Haag Het nieuwe jaar begon in de uitverkoch te Koninklijke Schouwburg in Den Haag aanwezig waren onder andere de burge meester mr. H. A. M. T. Kolfschoten, de wethouder van Onderwijs, met de premiè re van „Winteravondsprookje" van Shake speare door de Haagse Comedie onder regie van Peter Wood. De hoofdrollen in „Winteravondsprook je" werden vervuld door Paul Steenber gen, Frans van der Linden, Do van Stek en Elisabeth Andersen. Na een grootse hulde kwam de nieuwjaarswens voor 1960, geschreven door Pierre Dubois en gezegd door drie jonge acteurs. Rotterdam Met Shakespeareaanse speelsheid en een musical met inlas als nieuwjaars wens, plus de verkoop van een grammo foonplaat voor „Redt een kind" heeft Rot terdams Toneel het nieuwe jaar ingeluid. Als hoofdschotel werd „Het spel der ver gissingen" opgediend in de vertaling van J. W. .F Werumeus Buning, onder regie van Ton Lutz. In een tempo, dat aan het Franse thea ter deed denken, en met talrijke dartele en soms ondeugende scenische vondsten, rolde de klucht zich in uitbundigheid en kleurenrijkdom voor de ogen van de toe schouwers af, onder wie zich burgemees ter van Walsum en mevrouw van Walsum bevonden. De nieuwjaarswens was dit maal in de vorm gegoten van een korte musical, onder de titel „Hotel Europia", met teksten van Marinus van Henegouwen en Steye van Brandenberg. Het gehele ge zelschap deed er aan mee. Vier liedjes uit deze musical waren op een grammofoon plaat vastgelegd. Zij werden grif verkocht ten bate van de actie „Redt een kind Groningen Het nieuwe jaar zette in de Stadsschouw burg te Groningen in met een nieuwjaars voorstelling, bijgewoond door de autoritei ten uit stad en gewest. Het ensemble Ruth Hofman, dat der traditiegetrouw deze avond verzorgde, bracht een eerste voor stelling van „Seinen op rood" (II était une gare) van Jacques Deval. Daarna volgde de traditionele nieuwjaarswens van Thomasvaer (Jan van Bruggen) en Pie ternel (mej. A. C. Bleeker) geschreven door de heer W. A. Hofman. Beslotten werd met de heilwensen aan de Commissaris dei- Koningen, mr. W. A. Offerhaus, de bur gemeester de heer J. Tuin, de wethouders en de schouwburgdirectie. Mimi Boesnach en Paul Huf als Pieter nel en Thomasvaer, die dit jaar in de Amsterdamse schouwburg hun entree maakten op een zeer vet lichtgeel zwijn, dat rustte op vier korte zuilen. Het had een rood krulstaartje, „want ook bij dit zwijn, zit in de staart het politieke venijn". Aime Clariond overleden De Franse acteur Aime Clariond, lid van de Comédie Frangaise, is op Oude jaarsdag in het Amerikaanse ziekenhuis te Parijs overleden. Hij werd 65 jaar. Aime Clariond heeft ook in zestig films gespeeld. Aan een rusteloos leven is een, zij het niet geheel onverwacht, toch schokkend einde ge komen. Nadat de nieuw jaarswens, volgend op de première van Win teravondsprookje op 1 januari in de Konin klijke Schouwburg te 's-Gravenha;ge was uit gesproken, verenigde het gezelschap de Haagsche Comedie, waarvan La seur met Paul Steenber gen directeur was, zich in restaurant Saur, waar Laseur de Engelse re gisseur Peter Wood op zijn bekende charmante wijze toesprak. Daarna trok hij zich even terug en overleed ter plaatse. Dit plotselinge heengaan is wel een bijzonder pijnlijk verlies voor het Nederlandse toneel, voor het gezelschap waaraan hij meer dan twaalf jaar leiding gaf en voor het publiek dat hem sterk zal missen. Een rusteloos leven leiden onze Neder landse toneelspelers allen, wellicht nog meer door hun karakter dan door de Ne derlandse toneelconstellatie die veelvuldig reizen en trekken noodzakelijk maakt. Maar Laseur's rusteloosheid werd niet door de grenzen van ons vaderland be perkt. In 1937 speelde hij twee rollen in Engeland; in 1939 en wederom in 1946/47 bezocht hij Amerika en bestudeerde het toneel in-de Verenigde Staten. TOEN HEM in 1957 de door eniging van Schouwburgdirecties ingestel de Legpenning werd uitgereikt voor de rol van Iwan Koezjmitsj Podkoljossin in Go gol I's Het Huwelijk, hield Cees Laseur een tafelrede, waarin hij met klem de zo dik wijls geuite mening bestreed dat de groot ste acteur 'nij is die zich met de grootste lenigheid kan vernlaatsen in het karakter van de rol die hij moet vertolken. „Wij zijn geen huidenkruipers", riep Laseur mei stemverheffing uit. „het is niet ons werk en niet onze bedoeling een leegte te vullen De rol die wij spelen moet, terwijl wij hel stuk lezen en instuderen, naar ons toe komen en niet wij naar de rol. Daardoor zijn verschillende onvattingen van een en dezelfde rol mogelijk, wat immers niet het geval zou zijn, wanneer wij slechts in die lege huid zouden behoeven te kruipen. De rol spelen is: haar creëren, haar telkens opnieuw, ja, haar iedere avond scheppen". Van de vele rollen die Laseur in zijn te korte en te vroeg afgesneden leven aan het Nederlandse publiek heeft geschon ken. kunnen hier slechts enkele worden genoemd. De duidelijkste en scherpste her innering zullen velen hebben aan zijn ver tolkingen van wereldwijze bejaarde heren die met een glimlach en een guitige op merking kijken naar hetgeen zich aan ko mische en ernstige situaties om hen heen afspeelt. Zo'n rol was de vader in „Brullen als een duif", maar ook die in „Zuidzee- zeepbel" en die in „Toontje heeft een paard getekend". Hij had in zulke stukken het bekorende van de ware heer, de gentle man van allure e.. geest, de man die zich met groot gemak bewoog in elk gezelschap Maar ook in zijn karakterrolen toonde La seur zich een kunstenaar van buitenge woon formaat. Zijn Dr. Bank in Ibsens Nora, zijn Pontius Pilatus in Het proces om Jezus, zijn Persilès in Brocéliande van Henry de Montherland zullen blijven be horen tot onze mooiste toneelher inneringen. In de laatste iare-i trad Laseur minder op. Na zijn ziekte in het vorige seizoen zag men hem nog gedurende enige voor stellingen als de pastoor in Anouilh's De Dolleman, maar weldra moest deze rol door Henk van Buuren worden overge nomen. In veler herinnering zal Laseur voorts voortleven door zijn creatie van vader Doorsnee van Annie M. G. Schmidt. Men beschouwe het als een niet gering compli ment dat hij door het medium der radio tallozen heeft doen genieten van de wijze Op de voorgrond Cees Laseur als de keizer in Shaws „Androcles en de Leeuw". waarop hij een goedhartige brompot alleen door de klank van zijn stem tot een levend wezen, ja tot een vriend in tienduizenden gezinnen wist te maken. Dr. P. H. Schröclcr MUZIEKGESCHIEDENIS door J. H. W. Kool, deel 2, van 1800 tot heden. Arfi Beeld-Encyclopedie. LISZT door Walter Becket (vertaling F. van Dort), uitgegeven bij Ad. Donker. Rotterdam. HUMOR IN DE MUZIEK door Casper Höweler, uitgegeven bij W. de Haan n.v., Zeist. GIDS VOOR ORKESTMUZIEK door Arn. Martens. Prismaboek, Het Spectrum. Utrecht/ Antwerpen. UREN DER ZANGKUNST door Leo Riemens, Meulenhoff-pocket. VIVALDI door Norbert Loeser, muziek- pocket van uitgeverij Gottmer te Haarlem MOZART door Norbert Loeser, muziek- pocket van uitgeverij Gottmer te Haarlem. RAVEL door Vladimir Jankélévitch (Nederlands van W. Petersen) Pictura- I ler" (Paul Morand). Wij wensen er velen boek van uitgeverij Het Spectrum, enige genoeglijke ogenblikken mee. LUITENANT IN ALGERIJE van Jean- Jacques Servan-Schreiber, vertaald door J. S. Q. Hille Ris Lambers-Hattink, uit gegeven door De Tijdstroom te Lochem is volgens de auteur geschreven om te laten zien dat er in het Franse leger in Algerije mannen zijn die in verzet komen tegen de gewelddaden jegens de Algerijnse bur gers en tegen de verleidingen van hun machtpositie. Men kan in dit boek een protest lezen tegen bepaalde aspecten van de Algerijnse oorlog, maar evenzeer een rechtvaardiging van die oorlog als ge heel, omdat Frankrijk ermee gediend wordt. Deze tweeslachtigheid kenmerkt ook de huidige Franse politiek jegens Al gerije. die De Gaulle lijkt voor te staan. Er bestaat enerzijds een huivering voor deze bloedige strijd wegens de verliezen en de morele ontaarding die er mee gepaard gaan, maar anderzijds ook een zekere verbetenheid om deze oorlog te winnen om dat hij gevoerd wordt om het Franse Al gerije te behouden. Servan-Schreiber, hoofdredacteur van he onafhankelijk weekblad L'Express, dat een liberale Franse politiek in Algerije voorstaat en herhaaldelijk wandaden van het Franse leger en de Franse kolonisten in Algerije signaleert, heeft in 1957 zes maanden als reserve-officier dienst ge daan in Algerije. Hij heeft niet de uiterste consequenties getrokken van zijn afwij zende houding tegen de Algerijnse oorlog en is gegaan. Van meet af aan was hij even wel verdacht bij zijn superieuren en on dergeschikten en aan het eind van zijn dienstverband moet een poging zijn ge daan hem van het schrijven van dit boek te weerhouden. Niettemin heeft hij zich onderscheiden in de campagne en daar voor een ereteken ontvangen. Aan het slot van zijn inleiding op de bui tenlandse vertaling van zijn boek zegt hij, dat juist de aard van het conflict het onmogelijk maakt zich enige andere uit weg te denken dan vertrouwen te stellen in Frankrijk. Wie dit vertrouwen niet deelt zal in dit boek weinig bemoedigends vin den, omdat de schrijver bij alle critiek, noch het Franse leger, noch de Franse politiek afvalt. Hij zegt in te staan voor de eer van Frankrijk en het Franse le ger, maar dat is een patriottische frase Het boek heeft een merkwaardig aan hangsel van een aantal brieven van mi litairen, die onder de schuilnamen, die zij in het boek dragen, hun mening over het verhaal van de schrijver geven. In deze brieven komt men alle argumenten voor en tegen de Algerijnse oorlog nog eens tegen, waaruit blijkt dat een gesprek in Frank rijk over deze zaak moet lopen. POUR ET CONTRE L'AMOUR, trois cent soixante-six pensées illustrées par Frédéric Reitman, een uitgave van L. J. C. Boucher in Den Haag is een heerlijk boekje voor minnaars en minnaressen van de liefde, en voor hen die er op luchtige wijze over wensen na te denken. De afo rismen die het pikant en vlot geïllustreer de boekje vullen zijn met zorg gekozen en iedere maand kan men er een boeketje van plukken. Er zijn hele bekende bij, zoals „L'amour est profondément animal, c'est sa Beauté (Remy de Gourmont), of tamelijk ondeugende zoals „Dans Paris, tant de femmes de déshabillent sans aimer et tant d'hommes aiment sans se déshabil-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 9