In memoriam Cees Laseur
„De Bruiloft van Figaro"
onder Johannes den Hertog
Betti's „DE VLUCHTELINGE"
helse opgave voor acteurs
Margaret Sullavan
overleden
Europese schilderprijs
Anna van Gogh Kaulbach gehuldigd
Ensemblegaf te Haarlem première
Eisenhower in juni
naar Rusland
Niet het droogste, niet
het warmste,wèl
het zonnigste jaar
Meisje beroofd in
Amsterdam-West
De negen Muzen
Nieuwjaarsvoorstellingen in Amsterdam,
Den Haag, Rotterdam en Groningen
9
Nederlandsche Opera in Utrecht
Subsidieregeling voor
beroepstoneel in Limburg
Het rijk koopt aquarel
van Poppe Damave
Nieuwe muziekuitgaven
ZATERDAG 2 JANUARI 1960
ALS GASTDIRIGENT heeft Johannes den Hertog, de vroegere intendant van
de Nederlandsche Opera, na jaren als chef-dirigent van de Koninklijke Vlaamse
Opéra te Antwerpen gewerkt te hebben, vrijdag zijn rentree gedaan bij het Amster
damse gezelschap. Het gebeurde op nieuwjaarsdag in de Utrechtse Schouwburg,
met „De bruiloft van Figaro" van Mozart. Uiteraard markeerde de interpretatie van
Den Hertog enige opvallende verschillen met die van Krips en vooral die van
Krannhals, die ons nog heugen. Hiermee is niets afkeurends bedoeld; wie zijn op
vatting weet waar te maken, heeft alle recht af te wijken van iedere andere inter
pretatie. En globaal genomen werd het intens muzikale spel op de planken waar
gemaakt en groeide dit tot een frappant succes. Daar stond dan tegenover, dat het
orkest blijkbaar nog niet volkomen vertrouwd is met Den Hertog; uiterlijk wat
zware gebaar, wat maakte dat de bassen wat lui reageerden op zijn directie, terwijl
nochtans de discant van het orkest soms bijzonder petillant voor de dag kwam,
wat dan geheel in overeenstemming was met de levendige actie en de uiterst
muzikale vocaliteiL op het toneel.-
Den Hertog aan de lessenaar betekende
niet de enige vernieuwing in de herneming
van „Le Noce", hoewel ze nog steunt op
de regie van Wolff-Dieter Ludwig, met ge
bruikmaking van de „aankleding" van
Kurt Hallegger, die beiden nog onder
Krannhals dienden. Nieuw was in het be
stek, dat twee mannelijke krachten van het
gezelschap, de baritons Paolo Gorin en
Jos Burcksen in de spirituele Mozart-opera
naar het eerste plan geschoven werden,
Gorin in de rol van de Graaf en Burck
sen in die van Figaro. En dat betekende
voor beiden en ook voor de hermontering
als geheel (want deze twee toch domineer
den, tezamen met het petillante spel van
Marilyn Tyler als Suzanna, het werk) een
doorslaand succes.
Groot van allure en bijzonder fijn psy
chologisch uitgewerkt was daarnaast ook
de figuur van de Gravin, uitgebeeld en
uiterst geraffineerd vocaal gerealiseerd
door Angela Vercelli. Haar grote aria was
een voorbeeld van Mozartiaanse lyrisch-
dramatische kunst. En dan was er (met alle
lof te vermelden), de bekende Cherubin-
creatie van Cora Canne Meyer. De Mar-
Margaret Sullavan, een van de grootste
actrices'van Amerika, is op 40-jarige leef
tijd overleden.
De actrice was gehuwd met Kenneth
Arthur Wagg, een Britse zakenman die te
Greenwich in Connecticut domicilie heeft;
eerder was zij gehuwd met de acteur Hen
ry Fonda, de regisseur William Wyler en
de producer Leiand Hayward. Haar laat
ste rol was in het toneelstuk „Sweet love
remember'd" van Ruth Goetz.
Te Valdagno nabij Venetië zullen in sep
tember van dit jaar de Italiaanse Mar-
zotto-prijzen voor schilderkunst in de
Europese Gemeenschap ten bedrage van
in totaal 13 miljoen lire (ongeveer 85.000
gulden) worden uitgereikt. De eerste prijs
bedraagt vijf miljoen lire. Voorts zijn er
twee prijzen van twee miljoen lire, twee
van één miljoen en vier prijzen van een
half miljoen lire. In totaal zullen twintig
schilders uit West-Duitsland, Frankrijk,
Italië, Nederland en België-Luxemburg,
elk met drie schilderijen, aan de eindstrijd
deelnemen. Zij zullen worden aangewezen
door nationale jury's. De voorzitters hier
van zullen de eindbeslissing in Valdagno
nemen. De Nederlandse jury bestaat uit
jhr. W. J. H. Sandburg, directeur van het
Stedelijk Museum te Amsterdam, voorzit
ter, en de heer Jos W. de Gruyter, direc
teur van het Groninger Museum en mr.
E. L. L. de Wilde, directeur van het Stede
lijk Van Abbe-museum te Eindhoven als
leden.
Tijdens het afdelingsonderzoek van Pro
vinciale Staten over de voorstellen tot in
stelling van een nieuwe subsidieregeling
aan beroepsgezelschappen bij voorstellin
gen in Limburg heeft de commissie van
voorzitters en rapporteurs aan het provin
ciaal bestuur geadviseerd het voorstel van
Gedeputeerde Staten terzake te aanvaar
den, namelijk een subsidie van 200 per
in Limburg door een beroepsgezelschap te
geven voorstelling. Daarbij wordt ook in
stemming betuigd met de eis, welke Ge
deputeerde Staten willen verbinden aan
het verlenen van de subsidie, namelijk dat
het gezelschap ten minste vijf voorstellin
gen per seizoen in Limburg geven zal.
In afwijking van het voorstel van Gede
puteerde Staten beveelt de commissie ech
ter aan, dit subsidie niet toe te kennen
aan het beroepstoneelgezelschap maar
aan de organisatoren van de voorstellin
gen, in casu aan de directies van de
schouwburgen in Limburg. De thans voor
gestelde regeling wenst de commissie
voorshands slechts te zien als een aan
loopsubsidie. Tot de beroepsgezelschappen
welke van rijkswege subsidie ontvangen,
behoren in de Limburgse subsidierege
ling: H.Z.T., Ensemble, Haagse Komedie,
Nederlandse Komedie, Theater, Puck en
de Stichting nieuw jeugdtoneel ten behoe
ve van haar speelgroep Arena.
cellina van Lidy van Veen en de Bartolo
van Gerard Groot, konden ons de zeer ka
rakteristieke vertolkingen van Jo van de
Meent en Guus Heokman niet doen ver
geten. Gee Smith was weer, als vroeger,
een onbetaalbare Antonio. Met een goede
Barbarina van Nelly Burlach en Chris
Reumer als Basilio en Chris Taverne als
Don Curzio, zijn hiermee de voornaamste
vertolkers genoemd.
Het koor handhaafde zijn goede reputa
tie. De voortreffelijke akoestiek van de
Utrechtse Schouwbrug droeg er het zijne
toe bi.i om de delicate klank van Mozarts
muziek recht te doen.
Ter begroeting van het nieuwe jaar was
de avond begonnen met het „Wilhelmus"
en het ,.Io Vivat". Utrecht reageerde geest
driftig op de voorstelling; open doekjes
waren niet van de lucht; en het lijkt mij
dat ook Amsterdam deze hermontering van
Mozart's meesterlijke opera naar waarde
zal weten te schatten.
Jos. de Klerk
De schrijfster Anna van Gogh-Kaul-
bach neemt het glas om met Emmy
van Lokhorst, Michel van der Plas,
Godfried Bomans en A. den Doolaard
te klinken op het haar aangeboden
erelidmaatschap van de Vereniging
van Letterkundigen Deze letterkun
dige delegatie was woensdag niet de
enige die mevrouw Van Gogh op haar
negentigste verjaardag kwam huldigen.
Ook het erelidmaatschap van de PEN-
club (Poets, Essayists and Novelists
Club) gewerd haar, en wel bij aan
bieding door Henriëtte de Beaufort.
Tallozen hebben de jarige woensdag
geluk geloenst, onder wie ook een dele
gatie van het bestuur van de sociëteit
Teisterbant te Haarlem, waarvan me
vrouw Van Gogh-Kaulbach erelid
is. In het artikel van woensdag over
MET DE PREMIÈRE van „De vluchte
linge", een toneelspel van Ugo Betti, heeft
de toneelgroep Ensemble de eerste avond
van 't nieuwe jaar in de Haarlemse stads
schouwburg gezorgd voor een merkwaar
dig soort modern gedramatiseerde proble
matiek. Het heeft weinig zin te proberen
de intrige na te vertellen. Betti's spel is
twee bedrijven lang een soort schaakspel
met vele openingszetten. De posities wor
den bepaald. Er zijn allerlei associatieve
bindingen, emotionele effecten, maar tus
sen oorzaak en gevolg ligt geen ontwikke
ling. Naar de vorm simultaan-toneel is het
stuk ook nauw verwant aan de vormgeving
van de film. Telkens stopt de schrijver
zijn scène links af om zijn scène rechts
voort te laten gaan om daarna weer die
van links te laten vervolgen. Er is natuuiv
lijk steeds een samenhang tussen die
scènes: ze verklaren elkaar en versterken
eikaars dramatische functie. Pas in het
derde bedrijf ontwikkelen zich de dingen
zonder een opzettelijk afstoppen van de
ene handeling ten behoeve van de ander.
Dan worden de mensen zichtbaar achter
het teken aan de wand, dat zij voortdurend
waren. Dan krijgen zij diepte, omdat men
zich in hen herkent, zelfs al vertegen
woordigen zij een groep, die ook ons tel
kens insluit. In dat bedrijf krijgt het lijden
van de mensheid tragisch gestalte. Maar
na alles wat eraan voorafging faalt de
auteur in zijn poging de loutering aan
nemelijk te maken. Men verwacht van
hem geen concrete oplossing meer. Dat is
mede een gevolg van het feil, dat het ver-
Ton. Kuyl en Sigiid Koetse in „De
vluchtelinge"
stand de rol heeft moeten vervullen van
het gevoel, waar men die eerste twee be
drijven mooi mee zit Het gevoel komt wel
aan bod bij de dramatis personae, maar
het resoneert niet. Het is er bij vlagen en
het moet met in hoofdzaak technische
middelen door de acteurs worden gesugge
reerd. Zij moeten wel van grote allure zijn
om het in het derde bedrijf, wanneer het
werkelijk doorbreekt, nog op te roepen en
over te dragen. Dat was dan ook beslist
gisteravond niét het geval.
Doe ik nu „Ensemble" onrecht door dit
vast te stellen? Ik geloof dat het al een
hele verdienste van deze hard werkende
groep is om ons zo te boeien en te intri
geren als het dat bij de première heeft ge
daan. Wat dat betre't was het een zuiver
medium van de intenties van de auteur.
Dat het derde bedrijf de doorbraak niet
oplevende valt dan te betreuren, men mag
er de goede hoedanigheden van het voor
afgaande niet voor over het hoofd zien.
Er wordt heel wat vereist om telkens zo
veel niveauverschil in de dramatische
situatie met één sprong te nemen, telkens
na het stopzetten van een scène het juiste
evenwicht van toon en kleur te hervinden,
wanneer de schijnwerper weer op u wordt
gericht.
VEEL WAARDERING daarom voor Ton
Kuyl, die opnieuw een gekweld man het
aanschijn gaf en hem lang met heel zijn
vermogen staande hield tót hij het na zoveel
strijd tot inleving niet meer kon houden.
Sigrid Koetse was niet de ideale vertolk
ster voor de Nina-figuur, waarin de wan
hoop te veel aan de uiterlijke kant bleef.
Geheel in stijl leverde Bob Goedhart zijn
Guilio af, op de rand van de maqué,
maar toch steeds neg karakter. De ver
schijning van John Soer detoneerde niet.
Zijn persoonlijke interpretatie week niet
af van het model, dat de schrijver van de
diabolische Dottore Terzi had gevormd.
In de bijrollen kwamen Harry Bronk en
Chris Baay tot gave typeringen, speelde
Péronne Hosang de moeder-figuur met
redelijke aanzet haar filosofische oratie
kon de zwakheid van het derde bedrijf ook
van de kant van de schrijver niet ver
heimelijken en hield Lucas Wensing
zijn commissaris van politie fraai in de
hand er school een personificatie achter,
die tenminste mysterie had. De regie van
Cruys Voorbergh was zeer goed bespeur
baar in het trefzeker opvolgen van zijn
indicaties. Ik weet niet of hij er bij de
repetities niet in is geslaagd uit zijn
spelers meer te halen- dan zij deze eerste
voorstelling in III konden opbrengen. Het
lijkt mij een helse opgave: het spelen van
zo'n stuk. Men heef', zichzelf al half ver
morzeld voor men aan de grote expressie
toe is. Maar dat wonder is misschien voor
volgende avonden voorbehouden.
P. W. Franse
de jarige werd vermeld dat de heer
W. van Gogh een verre neqf van Vin
cent van Gogh was. Dat was onjuist;
zij waren rechtstreekse neven.
WASHINGTON (Reuter) President
Eisenhower is van plan in juni een be
zoek aan de Sovjet-Unie te brengen, al
dus heeft de Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken Herter meegedeeld.
De president overweegt reizen naar andere
landen te maken, indien zijn program dat
mogelijk maakt. Volgens Herter zal Eisen
hower zijn vier kleinkinderen mee naai
de Sovjet-Unie nemen op uitnodiging van
de Russische minister-president, Kroesjt-
sjev.
RIO DE JANEIRO (Reuter) President
Eisenhower zal in februari een bezoek
brengen aan Brazilië, zo heeft de Brazi
liaanse minister van Justitie namens presi
dent Kubitschek in een radiotoespraak be
kendgemaakt.
In Washington verwacht men dat Eisen
hower ook Argentinië, Uruguay en Chili
zal aandoen, vermoedelijk eind februari of
begin maart.
De gemiddelde temperatuur in 1959 was
te De Bilt 10.1 graden Celsius tegen 9.2
graden normaal. Daarmede is 1959 het op
één na warmste jaar tot dusver in deze
eeuw. Alleen 1934 was nog iets warmer.
Het aantal uren zonneschijn bedroeg te
De Bilt 1986 tegen 1592 normaal. Nog
nooit was in deze eeuw een jaar zo zonnig
geweest. Het record in dit opzicht had tot
nu toe. 1947 gehouden, toen de zon in De
Bilt 1881 uren scheen. De droogte van 1959
blijkt in deze eeuw alleen door 1921 te zijn
getroffen. In het afgelopen jaar is in ons
land gemiddeld ongeveer 540 mm. neer
slag gevallen, maar in 1921 was het slechts
434 mm. Onder normale omstandigheden
valt er in ons land gemiddeld 719 mm
neerslag per jaar.
Het 17-jarige meisje E. W. Boom is in
het Gulden Winckelplantsoen in Amster
dam-West beroofd van een tas met 2500.
Mejuffrouw B., bediende in een kruide
nierszaak aan de Wiltzanghlaan, moest
het geld weg brengen naar het postkan
toor aan het Bos- en Lommerplein. Toen
zij in het Gulden Winckelplantsoen liep,
kreeg zij een harde duw van een onbeken
de man waardoor zij viel. Nadat voorbij
gangers haar overeind hadden geholpen,
merkte zij dat de tas met geld verdwe
nen was. Omstanders hebben de man zien
weghollen in de richting van de Admiraal
de Ruyterweg. Elk spoor van de dader
ontbreekt tot nu toe.
Het rijk heeft op de tentoonstelling van
werk van leden van de Hollandse Aquarel-
listenkring in het Museum Het Huis Van
Looy te Haarlem de aquarel „Sleepboten
Maassluis" van de Haarlemse schilder
Poppe Damave aangekocht.
Nieuw alfabet. De beheerders van de
nalatenschap van de in 1950 overleden
schrijver George Bernard Shaw hebben
donderdag op grond van Shaws testament
vier personen drie Britten en een Cana-
deze vrouw gezamenlijk een prijs toe
gekend van 500 pond sterling voor een
nieuw alfabet voor het Engels. De prijs
winnaars zullen samenwerken met prof.
MacCarthy van de universiteit van Leeds
bij het uitwerken van een definitief alfabet
van waarschijnlijk veertig letters.
Oude meesters. In een boerderij in
het Poolse plaatsje Tarnowski Gory, nabij
Katowice, zijn schilderijen van Hollandse
en Vlaamse meesters, waaronder een Ru
bens, Chinese en Japanse vazen en gobe
lins uit de negentiende eeuw aangetrof
fen. Verscheidene oude meesters lagen in
een hoek van de varkensstal. Daar werd
ook dik onder de schimmel, een middel
eeuwse vaas gevonden. De kunstwerken
moeten jaren geleden het eigendom zijn
geweest van de Duitse familie Von Don-
nersmarek. De kunstwerken zijn gereinigd
en naar het museum van Krakau overge
bracht.
Ingevolge een traditie, die reeds meer
dan drie eeuwen oud is, is in de Amster
damse Stadsschouwburg op nieuwjaars
dag Vondels Gijsbreght van Aemstel op
gevoerd. Het is eveneens traditie, dat de
schouwburg te klein is om op de gala-pre
mière een plaats te bieden aan iedereen,
die er eigenlijk zou moeten zijn. Gister
avond waren niet minder dan acht leden
van de regering in de loge te vinden: mi
nister-president, prof. dr. J. E. de Quay,
vice-minister-president H. A. Kortshals en
de ministers mr. A. C. W. Beerman, mr.
E. H. Toxopeus, ir. S. H. de Visser, mr.
J. van Aartsen, J. W. de Pous en mr. V.
G. M. Marijnen. Voorts waren aanwezig
de voorzitter van de eerste kamer, mr.
J. A. Jonkman, de staats-secretaris, mr.
Y. Scholten, de commissaris der Koningin
in de provincie Noordholland, dr. M. J.
Prinsen, leden van de Eerste en Tweede
Kamer, burgemeester en wethouders van
Amsterdam, tal van gemeenteraadsleden
en enige militaire autoriteiten.
Zoals de laatste jaren gebruikelijk, ge
schiedde de uitvoering van Vondels treur
spel door de Nederlandse Comedie, onder
regie van Johan de Meester, met Johan
Schmitz als Gijsbreght en Ellen Vogel als
Badeloch. Op puntige teksten van de Am
sterdamse Journalist Evert Werkman ga
ven Thomasvaer en Pieternel na afloop
een berijmde terugblik in het oudejaar. In
de bruiloft zelf waren Joop Admiraal en
Petra Laseur Kloris en Roosje.
Den Haag
Het nieuwe jaar begon in de uitverkoch
te Koninklijke Schouwburg in Den Haag
aanwezig waren onder andere de burge
meester mr. H. A. M. T. Kolfschoten, de
wethouder van Onderwijs, met de premiè
re van „Winteravondsprookje" van Shake
speare door de Haagse Comedie onder
regie van Peter Wood.
De hoofdrollen in „Winteravondsprook
je" werden vervuld door Paul Steenber
gen, Frans van der Linden, Do van Stek
en Elisabeth Andersen. Na een grootse
hulde kwam de nieuwjaarswens voor
1960, geschreven door Pierre Dubois en
gezegd door drie jonge acteurs.
Rotterdam
Met Shakespeareaanse speelsheid en
een musical met inlas als nieuwjaars
wens, plus de verkoop van een grammo
foonplaat voor „Redt een kind" heeft Rot
terdams Toneel het nieuwe jaar ingeluid.
Als hoofdschotel werd „Het spel der ver
gissingen" opgediend in de vertaling van
J. W. .F Werumeus Buning, onder regie
van Ton Lutz.
In een tempo, dat aan het Franse thea
ter deed denken, en met talrijke dartele
en soms ondeugende scenische vondsten,
rolde de klucht zich in uitbundigheid en
kleurenrijkdom voor de ogen van de toe
schouwers af, onder wie zich burgemees
ter van Walsum en mevrouw van Walsum
bevonden. De nieuwjaarswens was dit
maal in de vorm gegoten van een korte
musical, onder de titel „Hotel Europia",
met teksten van Marinus van Henegouwen
en Steye van Brandenberg. Het gehele ge
zelschap deed er aan mee. Vier liedjes uit
deze musical waren op een grammofoon
plaat vastgelegd. Zij werden grif verkocht
ten bate van de actie „Redt een kind
Groningen
Het nieuwe jaar zette in de Stadsschouw
burg te Groningen in met een nieuwjaars
voorstelling, bijgewoond door de autoritei
ten uit stad en gewest. Het ensemble
Ruth Hofman, dat der traditiegetrouw deze
avond verzorgde, bracht een eerste voor
stelling van „Seinen op rood" (II était
une gare) van Jacques Deval. Daarna
volgde de traditionele nieuwjaarswens van
Thomasvaer (Jan van Bruggen) en Pie
ternel (mej. A. C. Bleeker) geschreven door
de heer W. A. Hofman. Beslotten werd met
de heilwensen aan de Commissaris dei-
Koningen, mr. W. A. Offerhaus, de bur
gemeester de heer J. Tuin, de wethouders
en de schouwburgdirectie.
Mimi Boesnach en Paul Huf als Pieter
nel en Thomasvaer, die dit jaar in de
Amsterdamse schouwburg hun entree
maakten op een zeer vet lichtgeel
zwijn, dat rustte op vier korte zuilen.
Het had een rood krulstaartje, „want
ook bij dit zwijn, zit in de staart het
politieke venijn".
Aime Clariond overleden
De Franse acteur Aime Clariond, lid
van de Comédie Frangaise, is op Oude
jaarsdag in het Amerikaanse ziekenhuis
te Parijs overleden. Hij werd 65 jaar.
Aime Clariond heeft ook in zestig films
gespeeld.
Aan een rusteloos
leven is een, zij het niet
geheel onverwacht, toch
schokkend einde ge
komen. Nadat de nieuw
jaarswens, volgend op
de première van Win
teravondsprookje op 1
januari in de Konin
klijke Schouwburg te
's-Gravenha;ge was uit
gesproken, verenigde het
gezelschap de Haagsche
Comedie, waarvan La
seur met Paul Steenber
gen directeur was, zich
in restaurant Saur, waar
Laseur de Engelse re
gisseur Peter Wood op
zijn bekende charmante
wijze toesprak. Daarna
trok hij zich even terug
en overleed ter plaatse.
Dit plotselinge heengaan
is wel een bijzonder
pijnlijk verlies voor het
Nederlandse toneel, voor
het gezelschap waaraan
hij meer dan twaalf
jaar leiding gaf en voor
het publiek dat hem
sterk zal missen.
Een rusteloos leven leiden onze Neder
landse toneelspelers allen, wellicht nog
meer door hun karakter dan door de Ne
derlandse toneelconstellatie die veelvuldig
reizen en trekken noodzakelijk maakt.
Maar Laseur's rusteloosheid werd niet
door de grenzen van ons vaderland be
perkt. In 1937 speelde hij twee rollen in
Engeland; in 1939 en wederom in 1946/47
bezocht hij Amerika en bestudeerde het
toneel in-de Verenigde Staten.
TOEN HEM in 1957 de door
eniging van Schouwburgdirecties ingestel
de Legpenning werd uitgereikt voor de rol
van Iwan Koezjmitsj Podkoljossin in Go
gol I's Het Huwelijk, hield Cees Laseur een
tafelrede, waarin hij met klem de zo dik
wijls geuite mening bestreed dat de groot
ste acteur 'nij is die zich met de grootste
lenigheid kan vernlaatsen in het karakter
van de rol die hij moet vertolken. „Wij zijn
geen huidenkruipers", riep Laseur mei
stemverheffing uit. „het is niet ons werk
en niet onze bedoeling een leegte te vullen
De rol die wij spelen moet, terwijl wij hel
stuk lezen en instuderen, naar ons toe
komen en niet wij naar de rol. Daardoor
zijn verschillende onvattingen van een en
dezelfde rol mogelijk, wat immers niet het
geval zou zijn, wanneer wij slechts in die
lege huid zouden behoeven te kruipen. De
rol spelen is: haar creëren, haar telkens
opnieuw, ja, haar iedere avond scheppen".
Van de vele rollen die Laseur in zijn te
korte en te vroeg afgesneden leven aan
het Nederlandse publiek heeft geschon
ken. kunnen hier slechts enkele worden
genoemd. De duidelijkste en scherpste her
innering zullen velen hebben aan zijn ver
tolkingen van wereldwijze bejaarde heren
die met een glimlach en een guitige op
merking kijken naar hetgeen zich aan ko
mische en ernstige situaties om hen heen
afspeelt. Zo'n rol was de vader in „Brullen
als een duif", maar ook die in „Zuidzee-
zeepbel" en die in „Toontje heeft een
paard getekend". Hij had in zulke stukken
het bekorende van de ware heer, de gentle
man van allure e.. geest, de man die zich
met groot gemak bewoog in elk gezelschap
Maar ook in zijn karakterrolen toonde La
seur zich een kunstenaar van buitenge
woon formaat. Zijn Dr. Bank in Ibsens
Nora, zijn Pontius Pilatus in Het proces
om Jezus, zijn Persilès in Brocéliande van
Henry de Montherland zullen blijven be
horen tot onze mooiste toneelher
inneringen.
In de laatste iare-i trad Laseur minder
op. Na zijn ziekte in het vorige seizoen
zag men hem nog gedurende enige voor
stellingen als de pastoor in Anouilh's De
Dolleman, maar weldra moest deze rol
door Henk van Buuren worden overge
nomen.
In veler herinnering zal Laseur voorts
voortleven door zijn creatie van vader
Doorsnee van Annie M. G. Schmidt. Men
beschouwe het als een niet gering compli
ment dat hij door het medium der radio
tallozen heeft doen genieten van de wijze
Op de voorgrond Cees Laseur als de
keizer in Shaws „Androcles en de
Leeuw".
waarop hij een goedhartige brompot alleen
door de klank van zijn stem tot een levend
wezen, ja tot een vriend in tienduizenden
gezinnen wist te maken.
Dr. P. H. Schröclcr
MUZIEKGESCHIEDENIS door J. H. W.
Kool, deel 2, van 1800 tot heden. Arfi
Beeld-Encyclopedie.
LISZT door Walter Becket (vertaling
F. van Dort), uitgegeven bij Ad. Donker.
Rotterdam.
HUMOR IN DE MUZIEK door Casper
Höweler, uitgegeven bij W. de Haan n.v.,
Zeist.
GIDS VOOR ORKESTMUZIEK door
Arn. Martens. Prismaboek, Het Spectrum.
Utrecht/ Antwerpen.
UREN DER ZANGKUNST door Leo
Riemens, Meulenhoff-pocket.
VIVALDI door Norbert Loeser, muziek-
pocket van uitgeverij Gottmer te Haarlem
MOZART door Norbert Loeser, muziek-
pocket van uitgeverij Gottmer te Haarlem.
RAVEL door Vladimir Jankélévitch
(Nederlands van W. Petersen) Pictura- I ler" (Paul Morand). Wij wensen er velen
boek van uitgeverij Het Spectrum, enige genoeglijke ogenblikken mee.
LUITENANT IN ALGERIJE van Jean-
Jacques Servan-Schreiber, vertaald door
J. S. Q. Hille Ris Lambers-Hattink, uit
gegeven door De Tijdstroom te Lochem is
volgens de auteur geschreven om te laten
zien dat er in het Franse leger in Algerije
mannen zijn die in verzet komen tegen
de gewelddaden jegens de Algerijnse bur
gers en tegen de verleidingen van hun
machtpositie. Men kan in dit boek een
protest lezen tegen bepaalde aspecten van
de Algerijnse oorlog, maar evenzeer een
rechtvaardiging van die oorlog als ge
heel, omdat Frankrijk ermee gediend
wordt. Deze tweeslachtigheid kenmerkt
ook de huidige Franse politiek jegens Al
gerije. die De Gaulle lijkt voor te staan.
Er bestaat enerzijds een huivering voor
deze bloedige strijd wegens de verliezen en
de morele ontaarding die er mee gepaard
gaan, maar anderzijds ook een zekere
verbetenheid om deze oorlog te winnen om
dat hij gevoerd wordt om het Franse Al
gerije te behouden.
Servan-Schreiber, hoofdredacteur van he
onafhankelijk weekblad L'Express, dat
een liberale Franse politiek in Algerije
voorstaat en herhaaldelijk wandaden van
het Franse leger en de Franse kolonisten
in Algerije signaleert, heeft in 1957 zes
maanden als reserve-officier dienst ge
daan in Algerije. Hij heeft niet de uiterste
consequenties getrokken van zijn afwij
zende houding tegen de Algerijnse oorlog
en is gegaan. Van meet af aan was hij even
wel verdacht bij zijn superieuren en on
dergeschikten en aan het eind van zijn
dienstverband moet een poging zijn ge
daan hem van het schrijven van dit boek
te weerhouden. Niettemin heeft hij zich
onderscheiden in de campagne en daar
voor een ereteken ontvangen.
Aan het slot van zijn inleiding op de bui
tenlandse vertaling van zijn boek zegt hij,
dat juist de aard van het conflict het
onmogelijk maakt zich enige andere uit
weg te denken dan vertrouwen te stellen
in Frankrijk. Wie dit vertrouwen niet deelt
zal in dit boek weinig bemoedigends vin
den, omdat de schrijver bij alle critiek,
noch het Franse leger, noch de Franse
politiek afvalt. Hij zegt in te staan voor
de eer van Frankrijk en het Franse le
ger, maar dat is een patriottische frase
Het boek heeft een merkwaardig aan
hangsel van een aantal brieven van mi
litairen, die onder de schuilnamen, die zij
in het boek dragen, hun mening over het
verhaal van de schrijver geven. In deze
brieven komt men alle argumenten voor en
tegen de Algerijnse oorlog nog eens tegen,
waaruit blijkt dat een gesprek in Frank
rijk over deze zaak moet lopen.
POUR ET CONTRE L'AMOUR, trois
cent soixante-six pensées illustrées par
Frédéric Reitman, een uitgave van L. J. C.
Boucher in Den Haag is een heerlijk
boekje voor minnaars en minnaressen van
de liefde, en voor hen die er op luchtige
wijze over wensen na te denken. De afo
rismen die het pikant en vlot geïllustreer
de boekje vullen zijn met zorg gekozen en
iedere maand kan men er een boeketje
van plukken. Er zijn hele bekende bij,
zoals „L'amour est profondément animal,
c'est sa Beauté (Remy de Gourmont), of
tamelijk ondeugende zoals „Dans Paris,
tant de femmes de déshabillent sans aimer
et tant d'hommes aiment sans se déshabil-