IPSO EN DE TOVERRING Misdaad om een erfenis Panda en de meester-diplomaat Magnifiek musiceren van het Radio Filharmonisch Orkest onder Haitink Proef van medicijnmannen kost 255 Kongolezen het leven U Daniel Wayenberg solist N.S.O. weer in Bergen Sovjet-Unie gaat beter voor toeristen zorgen ('"Hoe is het ontstaan?^ WOENSDAG 6 JANUARI 1960 Moeilijk taaltje Radio bridgedrive De radio geeft donderdag Televisieprogramma ROMAN VAN JANE ENGLAND Dit woord: BETWETER i j ._.i- -4 J i .-4 29. Het Zeek Panda, dat Smurk weinig kans had, om de locomotief ter leen te krijgen. De machinist herhaalde nog eens met nadruk, dat hij er niet over pieker de, zijn machine af te staan. Bovendien kwam de stationschef boos toesnellen. „Probeer nu niet nog eens achter mijn rug om die locomotief te lenen!", riep hij al van verre, „ik heb NEE gezegd en daar blijft het bij!" Met een glimlach wend de Smurk zich tot de machinist. „Ik be grijp het, goede man", zei hij. ,,U durft natuurlijk niet JA te zeggen, als de sta tionschef reeds NEE heeft gezegd". Deze opmerking beviel de machinist niet erg. „Geklets!", riep hij. „Ik durf best JA te zeggen, als een stationschef NEE heeft ge zegd!" Deze opmerking was weer niet naar de smaak van de stationschef. „Wat zeg je daar?!" riep hij, op de machinist af komend„als ik NEE zeg, blijft het NEE!" „O ja?" vroeg de machinist scham per. „Ja!" riep de stationschef, rood aan lopend. „NEE!" riep de machinist. En toen kregen zij hevige ruzie EEN AVOND van werkelijk magnifiek orkestspel hebben de bezoekers van het vijfde dinsdagavondconcert bijgewoond. Onder leiding van zijn vaste dirigent Ber nard Haitink trad het Radio Filharmonisch Orkest op voor een vrijwel uitverkochte zaal in een programma dat drie kapitale werken van laat-romantische herkomst vermeldde: Bruckner's negende onvol tooid gebleven symfonie, de Rhapsodie op een thema van Paganini voor piano en- orkest van Rachmaninoff (solist: Daniel Wayenbergen „Till Eulenspiegels lustige Streiche" van Richard Strauss. Het pro gramma was goed gekozen, in de eerste plaats omdat de kans dat men in Haarlem twee van de drie genoemde werken te horen krijgt zeer gering is wegens de grote orkestbezetting die ze vergen, in de tweede plaats omdat opzet en klankkleur der drie partituren bij uitstek gelegenheid gaven met de grote kwaliteiten van het gast- orkest kennis te maken. Wie het nog niet wist zal, na dit concert, tot de overtuiging gekomen zijn dat hij een orkest gehoord heeft dat tot de drie beste ensembles in ons land gerekend kan worden. Dit radio-orkest dat zich sinds enkele jaren steeds meer ook in het openbaar laat horen en over enkele maanden een tournee van veertien concerten door Italië zal „DE WERELD WAARIN WIJ WONEN EN WERKEN" Uitgeversmaatschappij W. de Haan n.v. en n.v. Standaard Boek handel lijkt een zesdelig standaardwerk te worden op sociaal-geografisch en sociaal- economisch gebied. Het staat onder redac tie van prof. dr. W. E. Boerman, prof. dr. Joh. J. Hanrath en prof. dr. H. J. Keuning. Het eerste deel, over „Het oude Europa" is thans verschenen en het maakt een ver zorgde indruk. De redactie heeft bij de samenstelling van het gehele werk een methode gebruikt die verschilt van de tot dusver voor dit soort werken door. vele auteurs gevolgde. Noch de oude natuurwetenschappelijke, noch de wat modernere Franse functione le methode worden bij de indeling van de wereld in zes delen gebruikt. De wereld wordt gezien als een groepering van men selijke bestaanswijzen (van „levensstij len") die meer of minder aan een bepaald gebied zijn gebonden en in hun aspect ten dele nog bepaald worden door de natuur lijke eigenschappen van het gebied waar in de betrokken bevolkingsgroep is geves tigd, daarnaast ten dele door de agrari sche, de bouwkundige, de sociale en de ruimte-organisatorische technieken, waar over deze bevolkingsgroepen elk voor zich beschikken. De mens is dus als onderwerp voor een wereldbeschrijving gekozen en tevens tot uitgangspunt gemaakt voor de onderverdeling van de aarde in een aan tal ruimtelijke eenheden. In de inleiding van het eerste deel wordt nagegaan in welke gedeelten van de we reld bevolkingsverdichtingen zijn opge treden en uit welke oorzaken deze te ver klaren zouden zijn. Deze bevolkingsopeen hopingen zijn in de regel kernen van be schavingen, die zich over grote delen van de wereld hebben verspreid. Het is dit dif fusie-verschijnsel,, dat ook door de redac tie zelf als een bezwaar tegen de door haar toegepaste indeling wordt gevoeld. Desondanks bleven er nog genoeg positie ve punten over om haar tóch te gebrui ken. Zij zijn van politieke en economische aard. Dat het eerste deel West-Europa be handelt is niet toevallig, immers de opzet is typisch westers-cultuurcentristisch d.w.z. naar de mate waarin andere delen van de wereld de invloed van het Westen in meerdere of in mindere mate hebben ondergaan. Hiertegen kan men wellicht vanuit politiek gezichtspunt bezwaren heb ben, wetenschappelijk gezien is een zeer handzame indeling verkregen, waarbij in de volgende delen respectievelijk de Isla mitische wereld en neger-Afrika; de Sla vische wereld; de landen met een uit Euro pa stammende bevolking; de Spaans-Por- tugese wereld en de Zuid- en Oostaziati- sche wereld aan de orde zullen komen. Dit eerste deel behandelt de vrije Euro pese landen. Het is met tal van fraaie fo to's, waarvan vele in kleuren en uitsteken de overzichtelijke kaarten verlucht. Het boek bevat een schat aan gegevens over de bevolking en de economie der verschil lende landen, terwijl ook de staatsinrich ting wordt bezien. Jammer is, dat men geen litteratuuropgave heeft opgenomen; maar bepaald een omissie is het, dat men noch een naams- noch een zaakregister aantreft. Dit maakt de hantering van een boek, dat toch in de eerste plaats als na slagwerk is bedoeld, wel bijzonder moei lijk, ook al omdat de hoofdstukken niet al le op dezelfde wijze zijn opgebouwd. Toch een boek, dat we kunnen aanbevelen. maken, is van een opvallende homogeni teit, het onderscheidt zich door een naar het monumentale neigende, verzadigde sonoriteit waarvan het voetstuk als het ware gevormd wordt door de prachtig samengesmolten, doorwerkte klank van het ook kwantitatief zeer uitgebreide strijkerskorps. De blazersgroepen, hout en koper, vormen hierop harmonieus afge stemde eenheden die ook waar contrast werking in de orkestklank geboden is, steeds gericht blijven op de eisen van het totaalbeeld. De eer om van een gezelschap van honderd musici een orkest met een eigen geluid en een eigen stijl gemaakt te hebben komt mede toe aan de beide eerste dirigenten, Albert van Raalte en Paul van Kempen. De autoriteit waarmee de dertig jarige Haitink de uitvoering van de voor orkest en publiek veeleisende „negende" van Bruckner leidde, was van de eerste noot tot de laatste opmerkelijk. Bruckner is in zeker opzicht een typisch „land schappelijk" componist geweest wiens mu ziek niet ontspruit aan een sterke psy chische dynamiek, maar de stoerheid van een bergketen, de wijdheid van een pano rama, de landelijkheid van een alpenweide oproept. Zij berust op statische elementen die geen conflictstof bieden maar door de componist in al hun facetten beschouwd worden, waarop hij voortspint en waar over hij langdurig mediteert. Wie hiervoor gevoelig is en Bruckner telt in ons land nog steeds zowel onder de muziekliefheb bers als onder de musici een trouwe „ge meente" zal zich niet hebben kunnen onttrekken aan de gloed die uitging van de overtuigende, ernstige interpretatie van Haitink en het orkest. Een wel geheel anders geaarde, extra verte romantiek kreeg men na de pauze te horen, allereerst met de Rhapsodie voor piano en orkest van Rachmaninoff, een stuk, even briljant voor de piano en sonoor voor het orkest als zijn geliefde pianocon certen en met een triomf antelij k-harts- tochtelijke fraze zoals men ze in de beste Russische tradities pleegt aan te treffen. Het speelse element neemt bovendien nog een iets grotere plaats in, hetgeen voort vloeit uit de talloze spitse en soms origi nele guirlandes waarmee Rachmaninoff het algemeen-bekende (en ook door Liszt en Brahms reeds gevarieerde) thema van Paganini omrankt. Het „Dies-irae"-motief zou wat kitsch-achtig aan kunnen doen als de componist het niet met zulk een éclat tegen de buitelingen van Paganini's thema had uitgespeeld. De jonge pianist Daniel Wayenberg betoonde zich een meester in de vanzelfsprekende virtuositeit en de aandachtige muzikaliteit waarmee hij het werk kleur en leven inblies. De uitvoering verliep in prachtige harmonie met het orkest dat door Haitink waar nodig zeer goed op de achtergrond gehouden werd. Een overrompelend besluit vond de avond met het luimige orkest-rondo over Tijls schelmenstreken van Strauss. Het is moeilijk niet in superlatieven te vervallen, maar ik vermoed dat velen met mij het dankbare, afwisselingsrijke orkeststuk nog nooit zo vuurspuwend, humoristisch en feestelijk hebben gehoord als ditmaal. De verschillende taferelen, alle ups en downs van de volkse nar kwamen uit de verf en de dirigent bespeelde het orkest en de fantasie van zijn toehoorders zodanig dat men als aan de stoelen genageld bleef. Dit was echter niet werkelijk het. geval, in tegendeel men sprong op en de spanning ontlaadde zich in een ovatie voor dit pak kende slot van een muziekavond die in zijn geheel op hoog peil gestaan had. Sas Bun ge Traditiegetrouw heeft het Nederlandse Studentenorkest zijn repetitieperiode te Bergen ingeluid met een stunt. Evenals vorige jaren werd hierbij dankbaar aan gehaakt aan een van de vele Bergense kwesties. Er is onlangs in de gemeente raad een en ander te doen geweest over de naam van het plein dat komt op de plaats waar het voormalige tramstation stond. Toen de namen Belloplein en Dorps plein geen meerderheid konden vinden werd besloten het voorlopig maar plein te laten heten, en later daar eventueel iets aan toe te voegen. Maar de studenten hadden een betere oplossing. Zij nodig den de waarnemend burgemeester van Bergen, mr. H. J. Wytema (burgemeester van Alkmaar) uit het naambord te onthul len. Toen mr. Wytema het naambord ont huld had, zulks onder klaroengeschal, bleek het de naam N.S.O.-plein te zien te geven. Burgemeester Wytema gaf op het verzoek een diplomatiek antwoord: zolang het N.S.O. in Bergen werkt en speelt, zal het plein inderdaad N.S..O-plein heten, mocht het N.S.O. een permanent, te Ber gen gevestigde organisatie worden, dan zal hij de raad voorstellen de naam N.S.O.- plein te handhaven. De tournee begint op 17 januari te Ber gen met een matinee om 2 uur. Op het pro gramma staan de volgende werken: een concerto grosso van Handel, het cellocon cert van Saint Saens met Anner Bijlsma als solist, de Symphonia 5 van Lex van Delden en de symfonie met de paukenslag van Haydn. CONSTANCE SPRY OVERLEDEN In haar woning te Windsor in Zuid-En- geland, is maandag in de ouderdom van 69 jaar mevrouw Constance Spry overle den. Mevrouw Sprv genoot bekendheid als deskundige in het schikken van bloemen. Haar bloemenwinkels zijn in Londen, New York en andere steden gevestigd. Mevrouw Spry was ook auteur. Rijexamens in 1959. Het Centraal Bu reau tot Afgifte van Rijvaardigheidsbewij zen in Den Haag heeft in 1959 426.109 rij examens te verwerken gekregen. Dit is het hoogste aantal, dat men ooit heeft doen afnemen. In 1958 bedroeg het aantal ruim 380.000, in 1957 408.200. Het filmprogramma van de N.T.S. ver liep dinsdagavond op een kleine storing na door het breken van de film vol gens plan. Aan de hoofdfilm vooraf ging een Italiaanse bijdrage in de serie films over de geheimen der natuur, die door de bij de Eurovisie aangesloten landen worden geleverd. De taal der vogels bleek het onderwerp te zijn, maar veel wijzer zijn we er niet van geworden. Het was een soort bezoek aan Artis, waarin het beeld het geluid moest verklaren en om gekeerd. De materie bleek evenwel te in gewikkeld voor de makers om er lering uit te puren. Zodoende was het allemaal nogal kinderlijk en dillettantisch. Óver „Louise-Lotte" behoeven we niets meer te zeggen. De kijkers hadden om een reprise gevraagd. Ze kregen dus het frisse verhaaltje van Kastner in filmvorm op gediend en ze zullen er door vertederd zijn geworden. Dat was tenminste de bedoeling en de winst van de avond. Beeldschermer Annie Delorie als de moeder en een jonge acteur als Amahl in de opera „Amahl en de nachtelijke bezoekers" van Menotti, welke televisie-opera hedenavond in het KRO-televisiepro- gramma zal worden opgevoerd in de vertaling van Max van Doorn en Jan Castelijns. Aangemoedigd door de vele deelnemers en het grote succes van de vorige jaren heeft de Nederlandse Bridgebond voor zon dag 24 januari wederom een radio-bridge drive op zijn programma staan. Met eigen partner en twee zelf te kiezen tegenstan ders kan men thuis aan deze drive mee doen. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Kookpraatie. 11.15 Gram. 12.00 Milit. muziek. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Hammondorgelspel. 12.50 Uit het bedriifsleven. lezing. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. ogram. 13.20 Metropole-ork. 13.5a Beursberichten. 14.00 Viool en piano. 14.30 Voor de vrouw. 14.50 Gram. 15.05 Anna Karenina. hoor spel. 15.45 Gram. 16.00 Van vier tot vijf. 17.00 Gram. 17.15 Voor de jeugd. 17.45 Pianorecital. 18.00 Nieuws. 18.15 Dansmuz. 18.30 Voor de jeugd. 18.45 Sportpraatje. 18.55 Gesproken brief. 19.00 Voor de kleuters. 19.05 Gevar. progr. 20.00 Nieuws. 20.05 Radio-filharm.-ork. (In de pauze: plm. 20.40 21.00 Onbekende woorden van Jezus gevonden, le zing). 22.10 Gram. 22.30 Nieuws en beursber. van New York. 22.40 Journaal. 22.55 Sportact. 23.05 Nieuwe gram. 23.55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II: 298 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00-24.00 NCRV. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd 7.40 Gi-am. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. NCRV: 10.00 Gram. 10.03 Gram. 10.30 Morgendienst. KRO. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gewijde muziek. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.03 Gram. 12.25 Voor de boeren. 12.35 Land- en tuinb.meded. 12.38 Gram. 12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Zonnewijzer. 13.20 Lichte muziek. 13.40 Gram. NCRV: 14.00 Koor en koperkwartet. 14.35 Avondrust, hoorsp. 15.05 Ork.- conc. 15.40 Gram. 16.00 Verkenningen in de Bijbel, lezing. 16.20 Klass. muz. 16.50 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Me- tropole-orkest en radiokoor. 18.15 Sportrubr. 18.30 Accordeonmuziek. 18.50 Sociaal perspectief. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Polit. praatje. 20.00 Gevar. progr. 22.00 Periodiekenparade. 22.10 Vocaal ens. 22.30 Nieuws. 22.40 Zaalsportuitslagen. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Orgelconcert. 23.30 Gram. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Amus.muz. 12.30 Weerbericht. 12.35 Gevar. muziek. 12.52 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muz. 14.00 Schoolradio. 16.00 Koersen. 16.06 Fran se les. 16.21 Kamermuz. 17.00 Nieuws. 17.10 Zigeu- nermuziek. 17.15 Voor de kinderen. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Sportkroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 19.50 Polit. praatje. 20.00 Ork.concert. 21.00 Ork.conc. en sol. 22.00 Nieuws. 22.15 Radio-Uni versiteit. 22.55—23.00 Nieuws. VOOR DONDERDAG NTS: 20.00 Journaal en weeroverz. AVRO: 20.20 Televizier. 20.30 Film. 21.00—22.20 De vader, treur spel. BRUSESL (ANP) Een vergiftiging op grote schaal onder de Boesjongobevol- king in het Mweka-gebied in Belgisch Kon go blijk L 255 doden te hebben veroorzaakt. In totaal waren ongeveer 500 leden van de Boesjongostam, verdeeld over 120 dorpen, aan een „proef" van de „medicijnman nen" van de stam onderworpen, doch de helft heeft het, dankzij medische hulp, overleefd. Het Belgische bestuur heeft thans een einde gemaakt aan de „proef" die de le den van de stam volgens de medicijnman nen kon „verlossen van de kwade geest". Sinds 1933 werd deze „proef" niet meer toegepast, maar het schijnt, dat de aan kondiging van de komende onafhankelijk heid van Kongo de tovenaars nieuw aan zien had gegeven, waardoor zij de „proef" opnieuw konden instellen. Het Belgische bestuur heeft een aantal „Medicijnmannen" in verzekerde bewa ring gesteld. Het ritueel, dat vroeger veel werd toegepast onder de Boesjongobevol- king, heeft nog nooit in de geschiedenis zo veel slachtoffers veroorzaakt. 8081. Ipso was blij, dat zijn plan gelukt was. Zo ga ik nu overal de mensen vragen, de vissen met rust te laten! zei hij. Toen boog hij zich over de rand van de boot en wenkte de paling, die daar nog rond zwom. Het dier dook op en stak z'n kop boven water. Ik ga nu naar huis, zei Ipso. Wel bedankt voor je hulp daar beneden; we zien elkaar nog wel eens terug, als ik weer eens naar het vissenrijk kom. Tot ziens, hoorl Tot ziens, Meester! zei de paling. Hij wuifde vrolijk met z'n borstvin en dook toen onder; het water spatte in kringen rond, toen het reusachtige dier verdween. 15. Dat heb je zeker, zei Iisabelle op eigenaardige toon. Julie wist niet goed, wat ze nog verder zeggen moest. Dit eigenaardige kind met haar schijnbare onvriende lijkheid en haar gereserveerde manier van optreden, bracht haar in de war. Op dat ogenblik hoorde zij, dat Rob haar riep. Julie, riep hij, hallohallo! Je kunt beter naar hem toegaan, zei Isabel Ie be daard. Ik zal hier wel mee doorgaan. Julie deed haar mond open om wat te zeggen, maar sloot die toen weer. Zij had op het punt gestaan te zeg gen, dat zij niet van plan was om te komen aanren nen iedere keer, dat Rob haar riep, maar de gespan nen uitdrukking van Isabelles gezicht hield haar tegen. Ik begin me te voelen als Alice in het Sprookjes land, dacht ze met een zekere wrange humor, alles wordt met het uur eigenaardiger. Rob verscheen in de deuropening. Hallo, Julie, riep hij, ga mee! Isabelle kan dat werk wel doen. Ik wou, dat je even meeging om onze twee paarden te bekijken en eens te zien, welke voor jou geschikt is. Isabelle heeft vanmorgen Miranda vol komen onder het schuim gereden, voegde hij er op zure toon aan toe. Ze is helemaal in orde, mompelde Isabelle. Zo, nou ga er in ieder geval niet weer mee uit, zei Rob. Ga mee, Julie. Zijn toon schoof Isabelle achteloos en ruw terzijde en Julie had een ogenblik de neiging om hem dit te zeg gen. Zij had er een hekel aan haar 't idee te geven, dat zij het met zijn onhebbelijke manier van doen eens was. Maar zij meende ook, dat haar tussenkomst de zaak misschien nog erger zou maken. En dus wendde zij zich tot Isabelle en zei: Als je het werkelijk niet erg vindt? Ik vind het niet erg, zei Isabelle met gesmoorde stem. Zij stond over het half opgemaakte bed gebogen en keek niet op. Julie nam haar strohoed en liep de hut uit. Ze gingen naar de stal, waar een lange kaffer met een pokdalig gezicht en een diep litteken op zijn ene wang, de paarden vasthield. Een ervan was Julie maar al te goed bekend. Het was Peanut, de grijze ruin, waar op Rob zo vaak naar de Ferndales was komen rijden. Maar Miranda, een kleine zenuwachtige zwarte merrie had zij nooit eerder gezien. Zij bedacht, dat zij pas had leren rijden, sedert zij in Rhodesia was en zij vroeg zich af, of zij in staat zou zijn Miranda in de hand te houden. Bij de Ferndales had zij gereden op wat ze daar spottend en toch ook weer met een zekere vertede ring het „circuspaard" noemden en het was David Baxter geweest, die het haar geleerd had. Rob liet zijn hand langs de flanken van de merrie gaan en, bromde binnensmonds enkele afkeurende opmer kingen. Die zotte Isabelle, gromde hij. Hij keek Julie aan. Hoor eens kindje, zei hij, jij kunt vandaag beter Peanut nemen. We zullen naar de koeien gaan en wat eten meenemen. Het zal ons een uur of vier kosten om alles daar klaar te krijgen. Moeder heeft gelijk. Ik heb ze in weken niet gewassen en als Peters erachter komt, kun je ervan op aan, dat hij ons beboet. Die man maakt altijd zo'n nodeloze drukte. Julie fronste de wenkbrauwen. Bij de Ferndales was het officieel voorgeschreven wassen van het vee een bijna heilige en onwrikbare gebeurtenis geweest. Wat er ook gebeurde of niet gebeurde.'s woensdags werd er gewassen. Van het eerste ogenblik van haar komst daar af, was de dringende noodzaak van regel matig wassen er bij haar ingehamerd. Rob, zei ze een beetje onzeker, als ik de vrouw van een farmer moet worden, dan wil ik ook alles van die dingen af weten. Maar één ding weet ik al en dat is, dat het absoluut verkeerd is om niet geregeld te wasse. Ik bedoel, dat het zo gemakkelijk is om een epidemie te laten uitbreken. Laten we daar in het ver volg heel strak aan vasthouden. Lieveling, zei Rob, vermoei daar je knappe hoofd maar niet mee. Dat is mijn zorg. Jij zult genoeg met het huishouden te stellen hebben. Dat zal wel, zei ze Toen zweeg zij en bleef staan luisteren, omdat zij weer het geluid van hoefslagen hoorde. Zij dacht. Hij komt toch werkelijk nog terug, en realiseerde zich met een schok, hoe blij ze daar eigenlijk wel over was. Rob hoorde het cok. Hij hield op met het betasten van de merrie en bleef met gefronst voorhoofd en met zijn hoofd een beetje vooruit gestoken staan wachten. Wiemompelde hij. Hij wees met een geïrriteerd gebaar met zijn hoofd in de richting van de stal en zei tegen de kaffer: Neem de paarden mee naar binnen. De hoefslagen klonken luider en dreunden op de har de grond, maar Julie realiseerde zich plotseling, dat zij niet kwamen uit de richting van de farm van de Fern dales, maar van de andere kant en wel uit de richting van de zilveren rivier en de blauwe bergketen. Zij hield bijna de adem in en bleef staan wachten, zich afvragend waarom alles wat hier gebeurde zo'n intensieve betekenis scheen te hebben. Bij de Ferndales had een aankomend ruiter nooit aanleiding gegeven tot zo'n spanning. Het is Menzies, zei Rob op een toon van grote af keer. Wat moet hij nu weer? Julie zag een groot zwaar gebouwd bruin paard naar hen toe galopperen, met een stevige, roodharige politie man in het zadel. Hij bracht het paard tot staan en sa lueerde, Julie aanstarende met een vrijmoedige nieuwsgierigheid, die haar een beetje in de war bracht. Hij scheen buitengewoon verbaasd 1e zijn haar hier te zien. Rob liet de onaangename uitdrukking van zijn gezicht verdwijnen en glimlachte vriendelijk tegen hem. Hallo, Menzies, zei hij. O, jaje kent juf frouw Simpson, mijn verloofde? Hoe gaat het? zei Menzies met een sterk Schots accent. Hij steeg af en klopte zijn paard op de hals. Kan ik je even spreken? zei hij tegen Rob, en kan ik een beetje water voor mijn paard krijgen? Beide, zei Rob luchtig. Hela, M'Dala breng wa ter voor het paard van de Inkoos. De kaffer met het pokdalige gezicht kwam uit de stal en nam de bruin bij de teugel. Het dier wierp ineens de kop omhoog en liet het wit van de ogen zien. Menzies wendde zich daarop tot de jongen. Wat hij zei, klonk nogal nadrukkelijk in Julies oren en M'Dala zette een benauwd gezicht. Waarom, zei Menzies tegen Rob, kun je toch geen paardejongen hebben, die niet als een dolleman naar hen grijpt? (Wordt vervolgd) MOSKOU (UPI) De regering van de Sovjet-Unie verwacht dit jaar ongeveer 42.000 toeristen en zij bouwt hotels en mo tels, pensions en kampeerplaatsen om die gasten van 'n goede accommodatie te voor zien, aldus meldt het Russische persagent schap Tass. De gewone en luxe accommoda ties zullen in Leningrad, Tasjkent, Stalin grad, Alma Ata, Vladimir, Novgorod, Ir- koetsk en Tiflis worden gebouwd. Tass zegt ook dat buitenlandse groepen met speciale vliegtuigen tegen gereduceerde prijs naar de vakantieoorden aan de Zwar te Zee zullen reizen. De trappen van vergelijking van het bijvoeglijk naamwoord goed waren vroeger: goeder en goedst, maar die zijn al heel vroeg vervangen door be ter en best. Naast beter kwam als bij woord bet voor, dat aanvankelijk be tekende: op een betere wijze, maar dat weldra een bijwoord van graad werd. In zijn Leven van De Ruyter schrijft Brandt: „Toen de zeemachten elkaar bet naderden" enz. De vorm bet is nog over in twee Nederlandse woorden: betweter en betovergrootvader. In het eerste heeft bet nog geheel de beteke nis: beter; in het tweede dient het al leen om een verdere graad van ver wantschap aan te geven dan door over grootvader wordt uitgedrukt. Eigen aardig is dat betachterkleinkind niet bestaat. Men zegt achter-achterklein kind. Maar bij Bilderdijk vindt men zo wel bet-oud-overgrootvader als bet-na- achterkleindochter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 6