LAATSTE AUTO-EXPOSITIE IN HET OUDE RAI-GEBOUW
ft#£LAG£ GARAGE
RAI .STAND MS 13
De opening
MINIATUUR-AUTO IS
VRIJWEL GEHEEL VAN
TONEEL VERDWENEN
INS. 60 - 6 N
DONDERDAG 18 FEBRUARI 1960
.y,+ ~,.L. -
Daar minister Korthals door de verga
dering van de Tweede Kamer verhinderd
was, is de 42ste RAI-tentoonstelling he
denmorgen geopend door de secretaris
generaal van het ministerie van Verkeer
en Waterstaat, mr. A. H. C. Gieben.
Mr. Gieben constateerde, dat voor het
RAI-bestuur het ruimteprobleem over een
jaar, wanneer het nieuwe RAI-gebouw aan
het Europaplein gereed is, verleden tijd
zal zijn. „Maar voor de overheid bestaat
dat vooruitzicht allerminst. Zelfs kan ge
zegd worden, dat, naarmate het streven
van de RAI de produktie en de verkoop
van verkeersmiddelen te stimuleren tot
gunstiger resultaten leidt, het ruimtepro
bleem in de verkeersverbindingen zich te
nijpender doet gevoelen," aldus mr. Gie
ben. „Dat het motorvoertuigenpark van
Nederland als symptoom van de gestegen
welvaart gestadig groeit mag reden tot
grote voldoening geven, maar roept aan
de andere kant problemen op, waarvan de
ernst niet mag worden onderschat." Mr.
Gieben stipte als een van deze problemen
aan de zorg voor de stedelijke overheden
om het. verkeer in de steden te verwer
ken. Het. meest radicale middel noemde
hij het sluiten van de binnenstad.
De voorzitter van de RAI, de heer A.
J. ten Hoeve, had tevoren een overzicht
gegeven van het ontstaan en de geschie
denis van het RAI-gebouw aan de Ferdi
nand Bolstraat. Bij de opening in 1922
(de bouwkosten bedroegen 300.000), be
droeg de oppervlakte van de grote zaal
6.000 m2. In de loop der jaren werden
steeds meer zalen bijgebouwd tot het ma
ximum van 25.000 m2 van thans.
De heer Ten Hoeve gaf enkele cijfers
ter vergelijking. De import van personen
auto's in 1922 bedroeg 3323 stuks, de ex
port 211. Voor 1959 zijn deze cijfers 76.847
en 8.200. De totale opbrengst van de be
lasting op het automobielgebruik bedroeg
in 1922 1.100.000. Thans zijn de fiscale
heffingen op het wegverkeer opgelopen tot
f 650.000.000 per jaar.
f TteNTOON3T!Ct.LING
j van Pb «som auto's
AjfPto SNEL,SMELL£RTT^(
IN i960 ca 350km. ZONDER STEDEN
GgË
Haarlemo\ QAmsterdam
Den Haagö#»'1Amber/"-
.Verkeerswegen
zonder bebouwde kommen
Tien dagen lang zal het oude RAI-gebouw in de hoofstad weer liet
dorado zijn voor allen die iets met auto's te maken hebben. Tien dagen
lang zullen weer tienduizenden zich vergapen aan de „glamour" van hon
derden produkten van de nationale en internationale autofabrieken, die
er in een glinstering van lak en chroom te pronken staan. Het zal de laatste
keer zijn dat deze expositie in het oude „noodgebouw" aan de Ferdinand
Bolstraat wordt gehoudenvolgend jaar zal zij verhuizen naar het nieuwe,
imposante RAI-gebouw, dat thans op het Europaplein in Amsterdam ver
rijst. Dan zal men niet meer te kampen hebben met ruimtegebrek, zoals
thans. Want ook nu weer moesten tal van gegadigden voor expositieruimte
worden afgewezen, omdanks het feit dat de caravan-tentoonstelling dit
jaar in de Apollohal is ondergebracht.
Geen revolutionaire nieuwigheden
Al zal men ongetwijfeld weer onder de
indruk komen van hetgeen in het Amster
damse autopaleis wordt getoond, revolu
tionaire nieuwigheden zal men er vergeefs
zoeken. Dat is ook begrijpelijk, want wan
neer wij de tegenwoordige stand van za
ken in de ontwikkeling van de personen
auto bezien, dan moeten we wel in de eer
ste plaats bedenken dat deze ontwikkeling
al een kleine honderd jaar duurt. Men
moet zich er daarom niet over verwonde
ren, dat er een zekere evenwichtstoestand
bereikt is.
De auto, zoals die zich nu presenteert,
verschilt in opzet en uitvoering niet zo heel
veel van die, welke vijfentwintig jaar ge
leden werd vervaardigd. We zijn allengs
in het stadium van detailverbeteringen ge
komen.
De R.A.I. staat in het teken van de her
innering aan de eerste tentoonstelling in
het huidige RAI-gebouw. Welnu, van 1922
tot 1960 zien wij de auto van pleziervoer-
tuig tot gebruiksmiddel evolueren, niet in
het minst omdat het doel, een betrouw
baar en bedrijfszeker vervoermiddel voor
iedereen te verkrijgen, zo goed is bena
derd. In het bijzonder geldt dit voor de
lichte modellen. Zelfs in de eerste jaren na
de oorlog werd het nauwelijks voor moge
lijk gehouden, dat een lichte wagen ge
maakt zou kunnen worden, die 100.000 km.
heel blijft, bestand is tegen een zekere ma
te van mishandeling en verwaarlozing en
kruissnelheden tot boven 100 km. per uur
volhoudt op lange trajecten. Wij vinden
dit van de auto van 1960 al doodgewoon.
Deze verandering heeft zich in hoofdzaak
voltrokken in de materialen, in betere op
lossingen voor vering, schokbrekers en
remmen en in motoren met hogere ver
mogens.
Men moet bij deze ontwikkeling niet uit
het oog verliezen, dat de auto gebonden
is aan de weg (veelal aan de wegen van
een vorige periode) en aan het verkeer.
Dit houdt de technische evolutie binnen be
paalde grenzen en dit heeft tot nu toe bij
voorbeeld de toepassing van de turbine
motor voor dagelijks gebruik de weg ver
sperd.
Kleine wagens
Dat in Europa kleine modellen zijn ge
bouwd en nog volop in produktie zijn, is
van oorsprong een kwestie van zuinigheid
en fiscale druk. De Europese constructuur
heeft evenwel op zodanig knappe wijze
van de nood een deugd gemaakt, dat de
kleine wagen zijn weg zelfs naar Ameri
ka weet te vinden en daar in toenemende
mate geapprecieerd wordt. Met de „com
pact cars" tracht men daar een dam op
te werpen tegen deze binnenkomende
stroom en gelijktijdig aan de gewijzigde
smaak te voldoen, doch het blijft niette
min een opmerkelijk verschijnsel, dat de
ze concurrentie van de lichte wagen mo
gelijk is in een gebied waar de grote auto
zich zonder belemmeringen heeft kunnen
ontwikkelen. Ook dit is slechts mogelijk
omdat er in de kwaliteit en eigenschap
pen van de Europese auto een duidelijke
en overtuigende vooruitgang werd gezien.
Indien wij nog eenmaal mogen terug
grijpen op de tijd van de eerste RAI-ten
toonstelling van 1922, dan kan worden ge
wezen op het feit, dat men in het begin
van de twintiger jaren algemeen verwacht
te, dat de auto als vervoermiddel voor
middelgrote afstanden sterk zou worden
„overvleugeld" door het vliegtuig. De la
tere jaren hebben geleerd dat de lucht
vaart dit vervoer niet heeft overgenomen,
dat integendeel de gemiddelde afstanden
voor de gebruiksauto steeds langer zijn ge
worden en de plaats van de auto in het
economische leven voortdurend belangrij
ker wordt.
Vergissing
Men meent wel eens, dat de levensduur
van de moderne auto ongunstig afsteekt
tegen die van zijn voorgangers van vóór
1940. Een gangbaar motief voor deze op
vatting is dat men zich uit familie- en ken
nissenkring herinnert hoe een wagen tien
tot twaalf jaar in gebruik bleef en al die
tijd uitstekend zijn werk deed en er bo
vendien uitwendig voortreffelijk verzorgd
bij liep. De vergissing, die men daarbij
maakt, is evenwel dat men in jaren telt
en niet in kilometers. De gebruiksintensi-
teit was in de regel veel geringer. Een
tocht van Amsterdam naar Arnhem, die
wij thans gemakkelijk in twee uur maken,
kostte een halve dag en men regelde daar
zijn reisprogramma naar. Vooral in de
sector der kleinere modellen staat het
vast, dat de kilometer-levensduur aanzien
lijk langer is geworden en dat terwijl ge
lijktijdig de gemiddelde snelheden zeer
veel hoger werden door de moderne snel
wegen en de zorg voor het onderhoud van
de gemiddelde autobezitter zeker niet be
ter is dan vroeger.
Wanneer men de collectie van deze RAI-
tentoonstelling beziet tegenover die dei-
voorgaande jaren, dan is één der opmer
kelijkste verschijnselen, dat de miniatuur
auto's vrijwel weer van het toneel verdwe
nen zijn. Degenen, die tot voor kort meen
den, dat deze categorie een grote toekomst
tegemoet ging, hebben ongelijk gekregen.
Het accent ligt geheel op de lichte doch
volwaardige automobiel, die aan redelijke
eisen voldoet ten aanzien van comfort,
snelheid en ruimte. Men kan zelfs zeggen,
dat deze eisen vrij hoog gesteld worden.
Ook de fabrikanten, die hun produktie en
kele jaren geleden nog op de minimum
auto hadden geconcentreerd en daar enig
succes mee hadden, verzetten de bakens
en brengen grotere modellen. Deze ten
dens is vooral in West-Duitsland met tal
van voorbeelden aan te tonen.
Overigens heeft deze gang van zaken er
toe geleid, dat'de keuze in de klasse nor
male kleine wagens enorm is toegenomen
en de noodzaak om hierin uit te blinken,
heeft verschillende interessante oplossin
gen geleverd.
Voor het eerst op een Nederlandse ten
toonstelling verschijnen de Amerikaanse
„compact cars", het antwoord van Ame
rikaanse industrie op de vraag naar klei
nere handzamere modellen en op de im
port van Europese merken, welke nog
steeds stijgende is.
De tendens naar hoog opgevoerde moto
ren blijft duidelijk overheersen. Vooral in
de Engelse produktie is deze gang van za
ken opvallend. In de plaats van de lange-
slag-motoren, ontstaan in een tijd van een
belastingwetgeving die tot deze construc
tie drong, komen nieuwe „vierkante" en
„overvierkante" typen met zeer hoge
compressieverhoudingen.
Benzine-inspuiting, in Duitsland voor het
eerst in serie-produktie toegepast, gaat
langzaam maar zeker verder. De succes
sen van Mercedes in de laatste Rallye van
Monte Carlo hebben de betrouwbaarheid
van dit systeem duidelijk bewezen. In
middels wordt ook in Engeland en Frank
rijk op dit gebied ijverig geëxperimen
teerd.
Diesel-Peugeot
De dieselmotor neemt in de personen
auto-sector nog maar een zeer bescheiden
plaats is. Hij wordt tegengehouden door
fiscale belemmeringen en hoge prijs. Ook
betekent de typische diesel-knock voor de
gemiddelde automobilist nog altijd een
schoonheidsfout, die hem gereserveerd
stemt tegenover dit type. De kleine Engel
se inbouw-diesels hebben nog geen vaste
voet aan wal gekregen naast de courante
Duitse modellen. Vanuit Frankrijk pro
beert Peugeot het nu evenwel met een
eigen ontwerp motor in het bestaande
koetswerk van de 403.
De luchtgekoelde motor is in aantal toe
genomen. Voorshands hebben lucht- en
(Vervolg op pagina 14)
7 merken personenwagens
meer dan 60 modellen
Onbetwistbaar de meest volledige keuze, die
ooit werd geboden, van de economische 4-cilin-
der tot de meest luxueuze automobiel met
8-in-V motor.
Een unieke serie modellen met het stempel
van perfectie dat te danken is aan de ongeëve
naarde ervaring van General Motors, de groot
ste automobielconstructeur ter wereld.
Kom naar uw nieuwe wagen kijken op de
General Motors stand nr. 4 in het R. A. I.»
gebouw te Amsterdam van 18 t/m 28 februari
1960.
1 IPs SÉs
GENERAL MOTORS CONTINENTAL-ROTTERDAM
LEID5E.VAART 10 TLL. HUN.