Sunil wast dralend wit
SUNIL
Vergoeding van droogteschade
wordt te laag geacht
dohyfral
Londens Symfonie Orkest
concerteerde in Haarlem
oooooooo
Overtrad kapitein dienstbevel?
Sober en fraai feestconcert
van Overveens Dameskoor
»compleet«
WITTE KRUIS
WITTER DAN DE WITSTE GEIT
WOENSDAG 24 FEBRUARI 1960
Voorkom griep en
bestrijd griep met
DE 4ChJte PIJNSTILLER
Kunstmaandorkest met
Weense muziek
Voorzorgen op de
Antillen
Beslag op melkgelden
van Veluwse boeren
Soldaat gewond bij schietoefening
Werk van da Vinei
ontdekt?
Ontevredenheid over
vergoeding droogteschade
Kerkelijk Nieuws
Kort
nieuws
Stralend wit wordt uw wasgoed met Sunil.
Bleken en blauwen mag u overslaan. U wast
minder, u spoelt minder, u wringt minder.
Uw wasgoed slijt dus minder! U - en hon
derdduizenden andere huisvrouwen - merken
direct dat het hemelsblauwe Sunil tegelijk
het modernste en het degelijkste wasmiddel
is. De mooiste witte geit verliest het van uw
stralend witte was
en spaart uw linnenkast
Neem meteen
het voordelige
reuzenpak
LANDBOUW IN DE EERSTE KAMER
io vitaminen 12 mineralen.
N.V. PHILIPS-DUPHAR
In het kader van een tournee van zes concerten, trad gisteravond het London
Symphony Orchestra in Haarlemop voor een vrijwel uitverkocht huis. Het is een
zeer uitgebreid orkest. Negentig man sterk, het heeft onder tal van beroemde diri
genten gemusiceerd, een groot aantal grammofoonopnamen gemaakt en treedt ge
regeld op voor de B.B.C. In Engeland wordt het beschouwd als derde in rang van de
vijf Londense orkesten (na de Royal Philharmonic en de Londen Philharmonic). Het
samenspel is uiterst gedisciplineerd, de solo-blazers zijn van zeer goed gehalte, het
geheel klinkt evenwichtig, maar enigszins neutraal. Het is, lijkt me, niet een orkest
met een uitgesproken eigen timbre, wèl een handzaam, geschoold instrument, géén
muzikaal lichaam van grote allure. Wat men vooral mist is een echt warme strijkers
klank die aan het geheel fond en bezieling zou kunnen gevende toon van het strijk
orkest alleen al zestig musici! is groot, draagt ver, maar heeft weinig glans.
Van het orkestspel kreeg men de beste
indrukken na de pauze, in de beminnelijke,
op Handei's concerti grossi voortborduren
de. Symfonie van William Boyce (1710
1779) en in de „Symfonie in drie bewe
gingen" van Strawinsky uit 1945. Beide
werken hebben in ieder geval dit gemeen
dat ze gediend zijn met een speelwijze die
meer op de beweeglijkheid en zuiverheid
van het lijnenspel dan op klank- en kleur-
raffinement is ingesteld. De Symfonie van
Strawinsky was het laatste nummer van
het programma en hier ontplooide het or
kest. onder leiding van de jonge dirigent
Colin Davis, een verbluffende virtuositeit
in de grillige ritmiek en de acrobatische
polyfonie. Deze compositie bevat in haar
felle, droge klank en schuivende, stotende,
abrupte ritme, ook iets van de explosieve
kracht en de hijgende impulsen van de
„Sacre". Het is een studie in ritmisch ge
organiseerde tijd en melodisch gestructu
reerde ruimte die men met een leeg woord
„abstract" kan noemen, maar die, indien
men de concentratie er voor opbrengt, ver
mag te boeien.
Het concert was, nadat de volksliederen
geklonken hadden, geopend met de „Sin-
fonia da Requiem: een jeugdwerk van Ben
jamin Britten, geschreven in 1940 ter na
gedachtenis aan zijn ouders. Een stuk dat
al duidt op de onconventionele, persoon
lijke wijze waarop Britten van zijn mate
riaal gebruik maakt. Zo'n passage als in
het laatste deel, drie fluiten in combinatie
met basklarinet en harp, tot een eigen
aardig „bleek" timbre verenigd, is een
vondst. Ook de dramatiek van het snelle
tweede deel, met het hoofdthema ge
varieerd door de saxofoon, getuigt van een
inventieve kracht die hem als opera-com
ponist zozeer te stade is gekomen.
Solist was de Russisch-Franse pianist
Nikita Magaloff in het vierde pianoconcert
Advertentie
HET KUNSTMAANDORKEST vertolkte
dinsdagavond voor een talrijk publiek in
het Concertgebouw te Amsterdam een
Weens programma, dat evolueerde van
Haydn en Mozart tot Johann Strauss en
Franz van Suppé. Dit leek op het eerste
zicht, zuiver esthetisch gezien een tamelijk
vreemde combinatie. Maar kijk, ook Schu
bert is erbij, als verbindingsschakel tussen
Mozart en Johann Strauss; en dat ver
andert de situatie. Door deze middelaar
kan men de verwantschap van al deze
Weense muzenkinderen ervaren, al blijft
het duidelijk dat hun doelgerichtheid vrij
verschillend is. En achteraf zal blijken, dat
een publiek dat argeloos luisterend ge
nieten kan, zowel het ene als het andere
gretig in zich opneemt en verteert.
Zo gebeurde het deze avond, dat Schu
bert de brug mocht slaan tussen de con
trasten en wel door middel van zijn lied
met obligaat-klarinet „Der Hirt auf dem
Felsen", een vriendelijk onderhoudende
muziek die de toehoorder meevoert tot
dicht in de buurt waar Johann Strauss
woont. Het gaat er in dat straatje wat ru
moeriger toe; de koning van de amuse
mentsmuziek die de tweede helft van de
vorige eeuw, oppervlakkig geregeerd
heeft, is niet bang om „Donner en Blitz"
in zijn idioom te verwerken en zijn „Wie
ner Blut" koketterend en uitdagend, maar
dan ook meeslepend, te laten bruisen.
En toch als melodieënvinder blijkt hij
een volle-neef van de bescheiden maar
grote Franz Schubert. En wanneer men
aan het slot van de avond een geraffi
neerde uitvoering hoort van de zo vaak
mishandelde ouverture „Dichter und
Bauer" van Franz von Suppé, dan waar
deert men allicht ook daarin de verwant
schap met de Weense meesters van de
vloeiende melodie.
DE HOOFDSCHOTEL van het door An
ton Kersjes vlot gedirigeerde concert be
stond intussen uit de Symphonie in D
(no. 104) van Haydn, een van de meest
bekende van de reeks werken die de mees
ter voor zijn Londense concerten schreef',
en verder uit de dramatische scène „Ah,
lo previdi" die Mozart als 21-jarige com
poneerde voor de Praagse zangeres me
vrouw Duschek, die hem later eens zal
opsluiten, om andermaal een dergelijks
aria voor haar te schrijven, wat dan zijn
meesterwerk in dit genre geworden is. De
sopraan Erna Spoorenberg spendeerde gul
haar dramatisch talent aan de klachten
van de wanhopige Andromede en excel
leerde in de slotcavatine (met obligaat
hobo), waarin Mozart zich de niet te
evenaren vinder van melodieën toonde.
In „Der Hirt auf dem Felsen" werd de
zangeres prachtig gesecondeerd door de
klarinetist Jolie Huckriede en de uitvoe-
ring van de Symphonie van Haydn bood
ruim gelegenheid om de goede kwaliteit
van het strijkersensemble naar waarde te
schatten.
Jos. de Klerk.
van Beethoven. Magaloff's optreden in het
Tsjaikofsky-pianoconcert met het N.Ph.O.
(in het seizoen '58'59) heeft aanmerkelijk
méér indruk gemaakt dan zijn uitvoering
van gisteravond. Natuurlijk beheerst hij
zijn instrument met het gemak van de
ware „speler" en is vooral zijn passage-
werk van een bijzondere gaafheid en
finesse. Maar tot de kern van het stuk
leek hij toch niet door te dringen. Hij is
vermoedelijk een man die de muziek lief
heeft om de schittering van haar opper
vlakte, hetgeen bij een zo formele kunst
niet te vereenzelvigen is met oppervlak
kigheid. Maar tot de lagen van waaruit
men dit soloconcert van Beethoven kan
herscheppen, peilde hij niet. Daar de or
kestbegeleiding hier het reeds gesignaleer
de gebrek aan intensiteit vertoonde, kon
deze uitvoering niet ten volle bevredigen.
Sas Bunge
De minister van Justitie van de Neder
landse Antillen, de heer R. J. Isa, heeft
een commissie ingesteld, die tot taak
heeft, „aan de regering maatregelen voor
te stellen, welke de overheid zou kun
nen treffen om de mogelijkheid zo gering
mogelijk te maken, dat personen hande
lingen, gericht tegen een bevriende mo
gendheid, kunnen verrichten en schepen en
vliegtuigen worden gebruikt bij voren
bedoelde handelingen".
Een deurwaarder heeft bij de coöpera
tieve zuivelfabriek te Kamperveen, ge
meente Oldebroek, beslag gelegd op de
melkgelden van 15 boeren, bij de zuivel
fabriek te Oldebroek op die van 16 en bij
de fabriek te Nunspeet op die van 12 boe
ren. Deze veehouders, die hadden gewei
gerd de heffingen van het Landbouwschap
te voldoen, wonen tussen Wezep en Nun
speet. Het beslag zal worden opgeheven
als de boeren de heffingen en de deur
waarderskosten betalen.
Op 11 mei van het vorig jaar is in Zan
derij, Suriname, een ongeval gebeurd,
waarbij een soldaat vrij ernstig werd ge
wond tijdens de schietoefeningen, waarbij
gebruik werd gemaakt van losse houten
patronen, die enige tijd tevoren waren ver
boden. Thans stond voor het hoog militair
gerechtshof in Den Haag de commandant
van het betrokken onderdeel, de 35-jarige
kapitein A. E. de B. uit Assen terecht, op
beschuldiging, in strijd met de orders op
dracht gegeven te hebben, met de houten
patronen te schieten. De krijgsraad in Pa
ramaribo had hem daarvoor veroordeeld
tot drie weken voorwaardelijke militaire
WANNEER men aan Overveens Dames
koor een vererende bijnaam zou willen
geven, moet men het ensemble „het koor
van Cor Igesz" noemen. Van de oprich
ting af, nu dertig jaar geleden heeft Cor
Igesz Let koor geleid en vertrouwd ge
maakt met haar muzikale idealen. Zij
heeft het koor in overeenstemming daar
mede steeds weer gevormd en wanneer
een toevallige stemmensamenstelling daar
toe een gunstige voorwaarde was ge
worden, kon de geestdriftige dirigente met
geslaagde concerten de overtuigende be
wijzen voor de juistheid van haar artistier
ke beginselen leveren.
Ter gelegenheid van zijn dertigjarig be
staan heeft Overveens Dameskoor dins
dagavond in de tuinzaal van het gemeen
telijk concertgebouw in alle eenvoud een
concert gegeven. Slechts een aanduiding
op het programma en een hartelijk ge
stemde toespraak, vergezeld met bloemen
voor Cor Igesz aan het eind van de avond,
lieten beseffen, dat er sprake was van een
feestconcert. Het programma hiervoor
was, zoals men het van Cor Igesz kan ver
wachten: muzikaal van uitstekend gehalte
en afwisselend van stijl, sfeer en geest.
Het vermeldde als eerste werk een
compositie van de Duitse componist Jo
hann Philipp Krieger (1649-1725) „Wo wilt
du hin", muziek, welke ontleend zou kun
nen zijn aan een Emmaus-cantate van
zijn hand. De uitvoering van dit werkje
begon wat onzeker en verliep enigszins ge
jaagd, met uitzondering van het slot, dat
met groter vastheid werd gezonden. Ove
rigens gaf deze vertolking een goede in
druk omtrent het tegenwoordige stem-
mengehalte van het koor. Zonder twijfel
wordt dit gehalte mede bepaald door
stemmen, die enige scholing hebben door
gemaakt en andere die nog geen techni
sche vorming hebben verkregen. En ver
der heeft de zang duidelijk gemaakt, dat
er te veel stemmen zijn, die zich nog niet
hebben kunnen assimileren tot een klank
vorming van noodzakelijke homogeniteit.
Vooral bij nadrukkelijke dynamische ex
pansies werd dit bezwaar gevoeld. Volle
dige onderwerping aan persoonlijke dienst
baarheid zal het kunnen opheffen en ook
bij de uitspraak een groter articulatie
eenheid tot stand kunnen brengen.
Er waren goede kwaliteiten in de uit
voering van het sonnet „Yeux, qui guidez
mon ame" van J. P. Sweelinck, maar zij
werden vaak overschaduwd door vibre-
rend-drukke klanken van al te individueel
optredende stemmen. Zij werden voor de
voordracht van „Le repos en Egypte" van
Gabriël Pierné bedwongen door de mys
terieus-mystieke expressie, die Cor Igesz
kon bewerken en waardoor de dichterlij
ke beschrijving van het religieus-romanti
sche tafereel indruk kon maken.
Stemvibrato bracht ook vertolkingson
rust voor „A la rivière" van H. Büsser
en voor „Sur la mer" van Vincent d'Indy,
hoewel bij de uitvoering hiervan ook klan
ken te beluisteren vielen, die gewaardeerd
konden worden en die men als kenmer
kend voor de voordracht in zijn geheel
had willen ervaren.
Geestig waren de uitvoeringen van de
werkjes, die het koor na de pauze zong.
De leuke fughette „Hans und Grethe" van
Joh. Wagenaar sloeg bijzonder in. Aar
dig van voordracht waren ook het Zuid-
slavisch vogel-liedje en het Oud-Neder
landse hazenliedje. Goed van klank werd
Röntgens Rondedans en een lenige ritmiek
maakte een oud-Vlaams liedje aantrekke
lijk. Het koor kon bij al zijn vertolkingen
rekenen op de toegewijdë pianobegeleidin
gen van Ibel van Gelderen.
Een Italiaanse kunstexpert, de 40-jari-
ge dr. Alberto Martini uit Milaan, meent
in de Koninklijke Academie van Londen
een vroeg werk van Leonardo da Vinei
ontdekt te hebben. Het schilderij, een
voorstelling van de Maagd Maria met het
Kind Jezus, dat door het museum van
Sheffield voor de wintertentoonstelling in
Londen werd afgestaan, schreef men
eerst toe aan de leermeester van Da Vinei
de vijftiende eeuwse Andrea del Verroc-
chio.
Martini die speciaal voor deze tentoon
stelling naar Londen was gekomen stelde
na het zien van het schilderij zijn vertrek
een week uit en meent nu, dat het een oor
spronkelijke tekening van del Verrocchio
is die werd uitgewerkt in kleuren door de
jonge Da Vinei. De architecturale achter
grond en het landschap waarin de Maagd
en 't Kind geplaatst werden, zijn typerend
voor het werk van Da Vinei, aldus Martini.
Als het vroegste werk van Da Vinei werd
tot dusver beschouwd de „Blijde Bood
schap", daterend uit de tijd van 1470 tot
1475. Als het een authentiek werk van Da
Vinci is, zou het nu ontdekte werk een
waarde hebben van naar schatting twee
miljoen gulden.
De sopraan Tineke van Raalte werkte als
vocale soliste aan het concert mede.
Tezamen met de klarinettist Piet Ho-
ningh en de pianiste Berthe Davelaar gaf
zij een zeer evenwichtige vertolking van
Schuberts „Der Hirt auf dem Felsen",
waarbij haar aandacht voor de zangtech-
nische eisen beslissend werd voor de
graad van expressie van de zang. Het
kwam mij voor dat Tineke van Raalte op
deze avond niet gemakkelijk, niet „vrij"
zong en dat de toonvorming haar belette
om tot uitdrukking te brengen, wat in
haar ten aanzien van de gezongen tekst
omging. Het kan zijn, dat zij op een an
dere akoestische werking had gerekend dan
de volle zaal nu kon bieden en dit kon dan
ook gelden voor de soli die haar in enkele
koorwerkjes waren toevertrouwd.
Piet Honingh maakte met zijn obligate-
vertolking in „Der Hirt auf dem Felsen"
een goede indruk in het bijzonder door
expressief spel. De drie Fantasie-stukken
opus 73 van Robert Schumann bevatten
niet veel interessante muziek om de span
ning bij de voortdurende instrumentale
timbre-uniformiteit gaande te houden. Piet
Honingh besteedde er niettemin alle zorg
aan; maar zijn hoogste troef kon hij toch
pas uitspelen met „Introduction et Rondo"
van Charles Marie Widor, dat een over
tuigende voordracht verkreeg, uitmun
tend door klank en virtuoze beheersing.
In het welverdiende succes, dat hem ten
deel viel. betrok de solist terecht de pianis
te Berthe Davelaar, die in een lofwaardig
samenspel de klank van de vleugel fraai
combineerde met die van de klarinet.
P. Zwaanswijk
Telegram aan minister
De Overijsselse Christelijke Boeren- en
Tuindersbond heeft in zijn dinsdag in Zwol
le gehouden vergadering besloten, aan de
minister van Landbouw en Visserij een te
legram te zenden over de overheidshulp
aan door de droogte getroffen boeren. In
dit telegram wordt de minister verzocht
het bedrag der financiële overheidshulp
aanzienlijk te verhogen tot een bedrag, dat
in een redelijke verhouding staat tot de
omvang der droogteschade en de aan de
regeling verbonden weistandsgrens op te
heffen.
De door de overheid geboden financiële
hulp lenigt volgens de brief geen nood,
maar is slechts een kleine tegemoetko
ming. Door de weistandsgrens zullen ve
le bedrijven van financiële hulp worden
verstoken, die zeker niet in staat zijn dit
abnormale risico te dragen. Honderden
ernstig getroffen bedrijven worden vol
gens het telegram met de financiële on
dergang bedreigd. Door gebrek aan liqui
de middelen lopen de schulden, o.a. bij de
veevoederleveranciers, onrustbarend op.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Wapserveen: J. Ponne, kand.
te Bussum. Benoemd tot leervicaris te
Scheveningen: J. Mostert, kand. te Loos
duinen. Beroepbaarstelling: De heer J.
Ponne. Floralaan 2 a, Bussum, is beroep
baar.
Ned. Prot. Bond
Benoemd tot voorganger te Noordwijk:
H. J. Mulder, kand. te Leiden.
Geref. Kerken
Beroepen te Leeuwarden (2 vacatures):
A. Broek te Groningen-Noord en E. J.
Oomkes te Schiedam; te Wassenaar: H.
Tien te Nijkerk. Aangenomen naar Hallum:
A. Schippers te Colijnsplaat. Bedankt voor
Medidine Hat (Alberta, Canada) (Chr. Ref.
Church): J. H. Binnema te Lemmer.
Chr. Geref. Kerken
Tweetal te Huizen (N.H.): G. Blom te
Meerkerk en D. Slagboom te 's Graven-
zande.
detentie. De kapitein was, evenals de
auditeur-militair, in beroep gegaan.
Bij de aan de oefening voorafgaande
kaderbespreking, zo vertelde de kapitein,
was gebleken dat de pelotons- en groeps
commandanten ernstige bezwaren maak
ten tegen het laten vervallen van schiet
oefeningen met losse houten patronen.
„Dan hebben we niets meer aan zo'n
oefening," had men gezegd en volgens een
van de getuigen, een eerste-luitenant, zou
de kapitein toen hebben toegestaan, met
de patronen te schieten. Een andere ge
tuige echter, een sergeant, verklaarde po
sitief dat hij bij die bespreking niet de in
druk had gekregen dat de kapitein het
schieten goedkeurde. Naar de beklaagde
trouwens zelf verklaarde, had hij voor de
ze oefening een „vuurvoorstellingsploeg"
in het leven geroepen, die speciaal onder
zijn commando stond. In deze ploeg werd
wel met de patronen gevuurd en daarbij
ontstond door een onvoorzichtigheid het
ongeval, waarvan de betrokken soldaat in
middels echter geheel en al is genezen.
De advocaat-fiscaal hield een fel requi
sitoir. „Als er ooit opzettelijk tegen een
bevel gehandeld is, dan is dat hier wel ge
beurd," zo zei hij. Hij vond dat het bulle
tin, waarin was gesproken over het ver
bod van de losse houten patronen, een be
vel en stelde dat daartegen moedwillig
was ingegaan. „Ik heb met. grote belang
stelling aangehoord dat zoiets daarginds
usance is, omdat ook andere onderdelen
met de patronen hadden geschoten,"
merkte hij sarcastisch op. De advocaat
fiscaal eiste een onvoorwaardelijke mili
taire detentie van veertien dagen.
Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman en
mr. J. Pruim voerden de verdediging.
Mr. Pruim trachtte aan te tonen, dat de
beklaagde niet in strijd met het bulletin
had gehandeld. Hij kwam tot de conclu
sie dat er niet met de patronen mocht
worden geschoten, maar dat ze wel moch
ten worden uitgereikt. Pas na het onge
val werd een order van blijvende aard uit
gevaardigd, waarbij werd bepaald dat de
losse houten patronen niet meer uitge
reikt zouden worden.
De beklaagde had trouwens tevoren zijn
schema voor de betreffende oefening in
gediend en daarop was geen enkele aan
merking gekomen. Integendeel, voor een
vorige oefening, die een soortgelijk ver
loop had gehad en waarbij ook met de pa
tronen was geschoten, was hij zelfs ge
complimenteerd.
Mr. A. F. de Savornin Lohman bepleit
te ontslag va.1^strafrechtelijke vervolging
op jüridfscne 'gronden.
Uitspraak op 15 maart.
Lugubere vondst. In het Beatrix-
kanaal in Noord-Brabant hebben arbeiders
het stoffelijk overschot gevonden van een
53-jarige gescheiden vrouw, mevrouw
Brand. Sectie op het lijk heeft uitgewezen
dat haar door niet het gevolg is van mis
daad.
Advertentie
iUN 56.2k 30Oe
De Eerste Kamer, die gisteren de be
roting van Landbouw en Visserij be
andelde, is minister Ma rijn en in het
algemeen welwillend tegemoet getreden.
Er was eigenlijk maar één onderwerp,
waarover de bewindsman werkelijk ern
stige critiek te horen kreeg. Dat was het
voornemen van de regering om ten be
hoeve van de slachtoffers van de droogte
maximaal 27.5 miljoen beschikbaar te
stellen. Zonder uitzondering heeft mr.
Marijnen te horen gekregen, dat dit
bedrag te laag is.
De heer Mertens (K.V.P.) vond de voor
gestelde regeling meer een vorm van soci
ale steun dan een tegemoetkoming in de
geleden schade. Hetzelfde Kamerlid
maakte bezwaar tegen de criteria, die zul
len worden aangelegd om voor een scha
devergoeding in aanmerking te komen.
Hij achtte het onjuist, dat boeren, die in de
vermogensbelasting zijn aangeslagen, van
een schade-uitkering worden uitgesloten.
Evenmin kon de heer Mertens ermee ak
koord gaan, dat boeren, die drie achter
eenvolgende jaren voor duizend gulden of
meer in de inkomstenbelasting zijn aange
slagen, ook zullen worden uitgesloten van
een uitkering.
Min of meer in dezelfde geest spraken
de heren Hoogland (P.v.d.A.), ir. Geuze
(C.H.), Louwes (V.V.D.) en Elfferich
(A.R.).
Advertentie
De ideale gezondheidsdragee voor U
en Uw gezin! Flacon met 100 dragees f 4.20
Een tweede onderwerp, waarover uit
alle fracties opmerkingen zijn gemaakt,
betrof de bekende landbouwvoorstellen
voor de E.E.G., waarvan oud-minister dr.
Mansholt de geestelijke vader is. De heer
Hoogland (P.v.d.A.) meende de minister
ervoor te moeten waarschuwen, dat in de
E.E.G. de landbouw niet losgekoppeld
wordt van het overige bedrijfsleven. Voor
al voor ons land moet dat van groot belang
worden geacht, zei hij, want de land- en
tuinbouw is voor de Nederlandse econo
mie van zeer groot belang.
Van ir. Geuze (C.H.) mocht de in Brus
sel opgediende soep best koud worden, het
geen men blijkbaar moest uitleggen als
een waarschuwing, geen al te grote haast
te maken met de tenuitvoerlegging van de
landbouwvoorstellen.
De heer Mertens (K.V.P.) betwijfelde of
de overgangstermiin in de E.E.G. wel tot
zes jaar kan worden verkort. In het ver
drag is een overgangstermijn van twaalf
jaar voorzien, maar die termijn schijnt
nog te kort om de structurele aanpassing
te voltooien, meende hij. Ook hij waar
schuwde er voor, dat de landbouw in de
E.E.G. niet mag achterblijven bij de rest
van het bedrijfsleven.
Van V.V.D.-zijde kwamen er over de
E.E.G. zelfs twee sprekers in het debat.
De heer Louwes meende, dat, als men de
E.E.G. wenst, verschillende principiële
problemen zullen moeten worden opgelost.
Eén voorwaarde is harmonisatie van de
fiscale stelsels in de zes landen. Mr. Del-
prat (V.V.D.) wees er op, dat bij het ge
meenschappelijk marktbeleid niet alleen
de landbouw is betrokken, maar ook een
reeks andere belangen. De voornemens
ten aanzien van een gemeenschappelijke
markt voor tarwe, voedergranen, suiker
en zuivel doen mr. Delprat sterk dirigis
tisch aan. Velen is de schrik om het hart
geslagen. Vrees voor stijging van kosten
van levensonderhoud in ons land is niet on
gegrond, meende mr. Delprat, die wilde
waarschuwen voor autarkische afsluiting
van „De Zes" van de rest van de wereld
markt.
De heer Elfferich (C.H.) was van oor
deel, dat ons land wel bereidheid tot daad
werkelijke medewerking aan de E.E.G.
moet tonen. Maar de liefde kan niet van
één kant komen, zei hij.
Van verschillende kanten werd er bij
minister Marijnen op aangedrongen, dat
hij zijn invloed zal aanwenden bij de be
slissing, die de regering moet nemen met
betrekking tot de indijking van de Lau-
werszee. Nieuwe gezichtspunten werden
hierbij uiteraard niet naar voren ge
bracht. Daarvoor was het debat in de
Tweede Kamer nog te vers.
Visserij
Al is de verbetering van de Schevening-
se buitenhaven dan een zaak, welke in de
eerste plaats de minister van Verkeer en
Waterstaat aangaat, toch meende jhr.
Schorer (P.v.d.A.) dat het op de weg van
de minister van Landbouw en Visserij ligt,
als eerste verantwoordelijke minister
voor de Visserij, om deze verbetering te
bepleiten.
Ook de heer Elfferich (A.R.) kwam
voor de belangen van de Scheveningse
visserij op. Hij merkte op, dat de laatste
tijd de Scheveningse haven eveneens voor
de kustvaart wordt gebruikt. Zou de bui
tenhaven worden verbeterd, dan zijn er
stellig nog meer mogelijkheden.
Een warm pleidooi voor het goed gelei
de gezinsbedrijf hield de heer Louwes
(V.V.D.), die voorts opnieuw het wereld
voedselprobleem ter sprake bracht. Hij
vroeg ook nog eens de aandacht van de be
windsman voor de belastingdruk. Afschaf
fing van de gemeente-classificatie zou
voor een goede ontwikkeling van het plat
teland aanbeveling verdienen. De heer
Louwes vroeg voorts van de minister be
grip voor de betekenis van kapitaalbezit
van de boer. Als de boerenstand geheel
van geleend kapitaal moet leven, wordt
hij uiterst kwetsbaar, meende de heer
Louwes.
Van enkele kanten werd er teleurstelling
over uitgesproken, dat de minister nog
geen beslissing heeft genomen ten aan
zien van het meerjarenplan voor ruilver
kaveling en andere cultuur-technische
werken. De heren Mertens (K.V.P.) en
Elfferich (A.R.) oefenden enige critiek op
het handhaven door de minister van de
minimumgrens voor gesubsidieerde boer-
derijbouw op 15 h.a. Deze grens werd vrij
willekeurig genoemd.
Over de kost- en garantieprijzen is be
trekkelijk weinig gezegd, voornamelijk
omdat hierover het overleg met het land
bouwschap nog gaande is. Intussen merk
te de heer Hoogland (P.v.d.A.) hierover
o.m. op: ,,'s Ministers pogen is schoon,
maar de ongerustheid is nog niet wegge
nomen."
Ir. Geuze (C.H.) waarschuwde de mi
nister ervoor geen al te grote sprongen te
maken voor wat betreft een eventueel ves-
tigingsbesluit voor de tuinbouw. Mr. Ma
rijnen interrumpeerde hier met de op
merking, dat hij hierover nog niet aan
stonds een uitspraak kan doen.
De heer Mertens (K.V.P.) drong aan
op afschaffing van de omzetbelasting op
boter. De heer Elfferich (A.R.) tenslotte
uitte z'n grote bezorgdheid over de ont
wikkeling in de pluimveehouderij en de
varkenshouderij. Er zijn verder nog tal
van andere onderwerpen aan de orde ge
weest. zoals de lonen in land- en tuinbouw,
maar daarover zal de minister stellig in
zijn antwoord nog het zijne zeggen.