Sunil wast dralend wit SUNIL Vergoeding van droogteschade wordt te laag geacht dohyfral Londens Symfonie Orkest concerteerde in Haarlem oooooooo Overtrad kapitein dienstbevel? Sober en fraai feestconcert van Overveens Dameskoor »compleet« WITTE KRUIS WITTER DAN DE WITSTE GEIT WOENSDAG 24 FEBRUARI 1960 Voorkom griep en bestrijd griep met DE 4ChJte PIJNSTILLER Kunstmaandorkest met Weense muziek Voorzorgen op de Antillen Beslag op melkgelden van Veluwse boeren Soldaat gewond bij schietoefening Werk van da Vinei ontdekt? Ontevredenheid over vergoeding droogteschade Kerkelijk Nieuws Kort nieuws Stralend wit wordt uw wasgoed met Sunil. Bleken en blauwen mag u overslaan. U wast minder, u spoelt minder, u wringt minder. Uw wasgoed slijt dus minder! U - en hon derdduizenden andere huisvrouwen - merken direct dat het hemelsblauwe Sunil tegelijk het modernste en het degelijkste wasmiddel is. De mooiste witte geit verliest het van uw stralend witte was en spaart uw linnenkast Neem meteen het voordelige reuzenpak LANDBOUW IN DE EERSTE KAMER io vitaminen 12 mineralen. N.V. PHILIPS-DUPHAR In het kader van een tournee van zes concerten, trad gisteravond het London Symphony Orchestra in Haarlemop voor een vrijwel uitverkocht huis. Het is een zeer uitgebreid orkest. Negentig man sterk, het heeft onder tal van beroemde diri genten gemusiceerd, een groot aantal grammofoonopnamen gemaakt en treedt ge regeld op voor de B.B.C. In Engeland wordt het beschouwd als derde in rang van de vijf Londense orkesten (na de Royal Philharmonic en de Londen Philharmonic). Het samenspel is uiterst gedisciplineerd, de solo-blazers zijn van zeer goed gehalte, het geheel klinkt evenwichtig, maar enigszins neutraal. Het is, lijkt me, niet een orkest met een uitgesproken eigen timbre, wèl een handzaam, geschoold instrument, géén muzikaal lichaam van grote allure. Wat men vooral mist is een echt warme strijkers klank die aan het geheel fond en bezieling zou kunnen gevende toon van het strijk orkest alleen al zestig musici! is groot, draagt ver, maar heeft weinig glans. Van het orkestspel kreeg men de beste indrukken na de pauze, in de beminnelijke, op Handei's concerti grossi voortborduren de. Symfonie van William Boyce (1710 1779) en in de „Symfonie in drie bewe gingen" van Strawinsky uit 1945. Beide werken hebben in ieder geval dit gemeen dat ze gediend zijn met een speelwijze die meer op de beweeglijkheid en zuiverheid van het lijnenspel dan op klank- en kleur- raffinement is ingesteld. De Symfonie van Strawinsky was het laatste nummer van het programma en hier ontplooide het or kest. onder leiding van de jonge dirigent Colin Davis, een verbluffende virtuositeit in de grillige ritmiek en de acrobatische polyfonie. Deze compositie bevat in haar felle, droge klank en schuivende, stotende, abrupte ritme, ook iets van de explosieve kracht en de hijgende impulsen van de „Sacre". Het is een studie in ritmisch ge organiseerde tijd en melodisch gestructu reerde ruimte die men met een leeg woord „abstract" kan noemen, maar die, indien men de concentratie er voor opbrengt, ver mag te boeien. Het concert was, nadat de volksliederen geklonken hadden, geopend met de „Sin- fonia da Requiem: een jeugdwerk van Ben jamin Britten, geschreven in 1940 ter na gedachtenis aan zijn ouders. Een stuk dat al duidt op de onconventionele, persoon lijke wijze waarop Britten van zijn mate riaal gebruik maakt. Zo'n passage als in het laatste deel, drie fluiten in combinatie met basklarinet en harp, tot een eigen aardig „bleek" timbre verenigd, is een vondst. Ook de dramatiek van het snelle tweede deel, met het hoofdthema ge varieerd door de saxofoon, getuigt van een inventieve kracht die hem als opera-com ponist zozeer te stade is gekomen. Solist was de Russisch-Franse pianist Nikita Magaloff in het vierde pianoconcert Advertentie HET KUNSTMAANDORKEST vertolkte dinsdagavond voor een talrijk publiek in het Concertgebouw te Amsterdam een Weens programma, dat evolueerde van Haydn en Mozart tot Johann Strauss en Franz van Suppé. Dit leek op het eerste zicht, zuiver esthetisch gezien een tamelijk vreemde combinatie. Maar kijk, ook Schu bert is erbij, als verbindingsschakel tussen Mozart en Johann Strauss; en dat ver andert de situatie. Door deze middelaar kan men de verwantschap van al deze Weense muzenkinderen ervaren, al blijft het duidelijk dat hun doelgerichtheid vrij verschillend is. En achteraf zal blijken, dat een publiek dat argeloos luisterend ge nieten kan, zowel het ene als het andere gretig in zich opneemt en verteert. Zo gebeurde het deze avond, dat Schu bert de brug mocht slaan tussen de con trasten en wel door middel van zijn lied met obligaat-klarinet „Der Hirt auf dem Felsen", een vriendelijk onderhoudende muziek die de toehoorder meevoert tot dicht in de buurt waar Johann Strauss woont. Het gaat er in dat straatje wat ru moeriger toe; de koning van de amuse mentsmuziek die de tweede helft van de vorige eeuw, oppervlakkig geregeerd heeft, is niet bang om „Donner en Blitz" in zijn idioom te verwerken en zijn „Wie ner Blut" koketterend en uitdagend, maar dan ook meeslepend, te laten bruisen. En toch als melodieënvinder blijkt hij een volle-neef van de bescheiden maar grote Franz Schubert. En wanneer men aan het slot van de avond een geraffi neerde uitvoering hoort van de zo vaak mishandelde ouverture „Dichter und Bauer" van Franz von Suppé, dan waar deert men allicht ook daarin de verwant schap met de Weense meesters van de vloeiende melodie. DE HOOFDSCHOTEL van het door An ton Kersjes vlot gedirigeerde concert be stond intussen uit de Symphonie in D (no. 104) van Haydn, een van de meest bekende van de reeks werken die de mees ter voor zijn Londense concerten schreef', en verder uit de dramatische scène „Ah, lo previdi" die Mozart als 21-jarige com poneerde voor de Praagse zangeres me vrouw Duschek, die hem later eens zal opsluiten, om andermaal een dergelijks aria voor haar te schrijven, wat dan zijn meesterwerk in dit genre geworden is. De sopraan Erna Spoorenberg spendeerde gul haar dramatisch talent aan de klachten van de wanhopige Andromede en excel leerde in de slotcavatine (met obligaat hobo), waarin Mozart zich de niet te evenaren vinder van melodieën toonde. In „Der Hirt auf dem Felsen" werd de zangeres prachtig gesecondeerd door de klarinetist Jolie Huckriede en de uitvoe- ring van de Symphonie van Haydn bood ruim gelegenheid om de goede kwaliteit van het strijkersensemble naar waarde te schatten. Jos. de Klerk. van Beethoven. Magaloff's optreden in het Tsjaikofsky-pianoconcert met het N.Ph.O. (in het seizoen '58'59) heeft aanmerkelijk méér indruk gemaakt dan zijn uitvoering van gisteravond. Natuurlijk beheerst hij zijn instrument met het gemak van de ware „speler" en is vooral zijn passage- werk van een bijzondere gaafheid en finesse. Maar tot de kern van het stuk leek hij toch niet door te dringen. Hij is vermoedelijk een man die de muziek lief heeft om de schittering van haar opper vlakte, hetgeen bij een zo formele kunst niet te vereenzelvigen is met oppervlak kigheid. Maar tot de lagen van waaruit men dit soloconcert van Beethoven kan herscheppen, peilde hij niet. Daar de or kestbegeleiding hier het reeds gesignaleer de gebrek aan intensiteit vertoonde, kon deze uitvoering niet ten volle bevredigen. Sas Bunge De minister van Justitie van de Neder landse Antillen, de heer R. J. Isa, heeft een commissie ingesteld, die tot taak heeft, „aan de regering maatregelen voor te stellen, welke de overheid zou kun nen treffen om de mogelijkheid zo gering mogelijk te maken, dat personen hande lingen, gericht tegen een bevriende mo gendheid, kunnen verrichten en schepen en vliegtuigen worden gebruikt bij voren bedoelde handelingen". Een deurwaarder heeft bij de coöpera tieve zuivelfabriek te Kamperveen, ge meente Oldebroek, beslag gelegd op de melkgelden van 15 boeren, bij de zuivel fabriek te Oldebroek op die van 16 en bij de fabriek te Nunspeet op die van 12 boe ren. Deze veehouders, die hadden gewei gerd de heffingen van het Landbouwschap te voldoen, wonen tussen Wezep en Nun speet. Het beslag zal worden opgeheven als de boeren de heffingen en de deur waarderskosten betalen. Op 11 mei van het vorig jaar is in Zan derij, Suriname, een ongeval gebeurd, waarbij een soldaat vrij ernstig werd ge wond tijdens de schietoefeningen, waarbij gebruik werd gemaakt van losse houten patronen, die enige tijd tevoren waren ver boden. Thans stond voor het hoog militair gerechtshof in Den Haag de commandant van het betrokken onderdeel, de 35-jarige kapitein A. E. de B. uit Assen terecht, op beschuldiging, in strijd met de orders op dracht gegeven te hebben, met de houten patronen te schieten. De krijgsraad in Pa ramaribo had hem daarvoor veroordeeld tot drie weken voorwaardelijke militaire WANNEER men aan Overveens Dames koor een vererende bijnaam zou willen geven, moet men het ensemble „het koor van Cor Igesz" noemen. Van de oprich ting af, nu dertig jaar geleden heeft Cor Igesz Let koor geleid en vertrouwd ge maakt met haar muzikale idealen. Zij heeft het koor in overeenstemming daar mede steeds weer gevormd en wanneer een toevallige stemmensamenstelling daar toe een gunstige voorwaarde was ge worden, kon de geestdriftige dirigente met geslaagde concerten de overtuigende be wijzen voor de juistheid van haar artistier ke beginselen leveren. Ter gelegenheid van zijn dertigjarig be staan heeft Overveens Dameskoor dins dagavond in de tuinzaal van het gemeen telijk concertgebouw in alle eenvoud een concert gegeven. Slechts een aanduiding op het programma en een hartelijk ge stemde toespraak, vergezeld met bloemen voor Cor Igesz aan het eind van de avond, lieten beseffen, dat er sprake was van een feestconcert. Het programma hiervoor was, zoals men het van Cor Igesz kan ver wachten: muzikaal van uitstekend gehalte en afwisselend van stijl, sfeer en geest. Het vermeldde als eerste werk een compositie van de Duitse componist Jo hann Philipp Krieger (1649-1725) „Wo wilt du hin", muziek, welke ontleend zou kun nen zijn aan een Emmaus-cantate van zijn hand. De uitvoering van dit werkje begon wat onzeker en verliep enigszins ge jaagd, met uitzondering van het slot, dat met groter vastheid werd gezonden. Ove rigens gaf deze vertolking een goede in druk omtrent het tegenwoordige stem- mengehalte van het koor. Zonder twijfel wordt dit gehalte mede bepaald door stemmen, die enige scholing hebben door gemaakt en andere die nog geen techni sche vorming hebben verkregen. En ver der heeft de zang duidelijk gemaakt, dat er te veel stemmen zijn, die zich nog niet hebben kunnen assimileren tot een klank vorming van noodzakelijke homogeniteit. Vooral bij nadrukkelijke dynamische ex pansies werd dit bezwaar gevoeld. Volle dige onderwerping aan persoonlijke dienst baarheid zal het kunnen opheffen en ook bij de uitspraak een groter articulatie eenheid tot stand kunnen brengen. Er waren goede kwaliteiten in de uit voering van het sonnet „Yeux, qui guidez mon ame" van J. P. Sweelinck, maar zij werden vaak overschaduwd door vibre- rend-drukke klanken van al te individueel optredende stemmen. Zij werden voor de voordracht van „Le repos en Egypte" van Gabriël Pierné bedwongen door de mys terieus-mystieke expressie, die Cor Igesz kon bewerken en waardoor de dichterlij ke beschrijving van het religieus-romanti sche tafereel indruk kon maken. Stemvibrato bracht ook vertolkingson rust voor „A la rivière" van H. Büsser en voor „Sur la mer" van Vincent d'Indy, hoewel bij de uitvoering hiervan ook klan ken te beluisteren vielen, die gewaardeerd konden worden en die men als kenmer kend voor de voordracht in zijn geheel had willen ervaren. Geestig waren de uitvoeringen van de werkjes, die het koor na de pauze zong. De leuke fughette „Hans und Grethe" van Joh. Wagenaar sloeg bijzonder in. Aar dig van voordracht waren ook het Zuid- slavisch vogel-liedje en het Oud-Neder landse hazenliedje. Goed van klank werd Röntgens Rondedans en een lenige ritmiek maakte een oud-Vlaams liedje aantrekke lijk. Het koor kon bij al zijn vertolkingen rekenen op de toegewijdë pianobegeleidin gen van Ibel van Gelderen. Een Italiaanse kunstexpert, de 40-jari- ge dr. Alberto Martini uit Milaan, meent in de Koninklijke Academie van Londen een vroeg werk van Leonardo da Vinei ontdekt te hebben. Het schilderij, een voorstelling van de Maagd Maria met het Kind Jezus, dat door het museum van Sheffield voor de wintertentoonstelling in Londen werd afgestaan, schreef men eerst toe aan de leermeester van Da Vinei de vijftiende eeuwse Andrea del Verroc- chio. Martini die speciaal voor deze tentoon stelling naar Londen was gekomen stelde na het zien van het schilderij zijn vertrek een week uit en meent nu, dat het een oor spronkelijke tekening van del Verrocchio is die werd uitgewerkt in kleuren door de jonge Da Vinei. De architecturale achter grond en het landschap waarin de Maagd en 't Kind geplaatst werden, zijn typerend voor het werk van Da Vinei, aldus Martini. Als het vroegste werk van Da Vinei werd tot dusver beschouwd de „Blijde Bood schap", daterend uit de tijd van 1470 tot 1475. Als het een authentiek werk van Da Vinci is, zou het nu ontdekte werk een waarde hebben van naar schatting twee miljoen gulden. De sopraan Tineke van Raalte werkte als vocale soliste aan het concert mede. Tezamen met de klarinettist Piet Ho- ningh en de pianiste Berthe Davelaar gaf zij een zeer evenwichtige vertolking van Schuberts „Der Hirt auf dem Felsen", waarbij haar aandacht voor de zangtech- nische eisen beslissend werd voor de graad van expressie van de zang. Het kwam mij voor dat Tineke van Raalte op deze avond niet gemakkelijk, niet „vrij" zong en dat de toonvorming haar belette om tot uitdrukking te brengen, wat in haar ten aanzien van de gezongen tekst omging. Het kan zijn, dat zij op een an dere akoestische werking had gerekend dan de volle zaal nu kon bieden en dit kon dan ook gelden voor de soli die haar in enkele koorwerkjes waren toevertrouwd. Piet Honingh maakte met zijn obligate- vertolking in „Der Hirt auf dem Felsen" een goede indruk in het bijzonder door expressief spel. De drie Fantasie-stukken opus 73 van Robert Schumann bevatten niet veel interessante muziek om de span ning bij de voortdurende instrumentale timbre-uniformiteit gaande te houden. Piet Honingh besteedde er niettemin alle zorg aan; maar zijn hoogste troef kon hij toch pas uitspelen met „Introduction et Rondo" van Charles Marie Widor, dat een over tuigende voordracht verkreeg, uitmun tend door klank en virtuoze beheersing. In het welverdiende succes, dat hem ten deel viel. betrok de solist terecht de pianis te Berthe Davelaar, die in een lofwaardig samenspel de klank van de vleugel fraai combineerde met die van de klarinet. P. Zwaanswijk Telegram aan minister De Overijsselse Christelijke Boeren- en Tuindersbond heeft in zijn dinsdag in Zwol le gehouden vergadering besloten, aan de minister van Landbouw en Visserij een te legram te zenden over de overheidshulp aan door de droogte getroffen boeren. In dit telegram wordt de minister verzocht het bedrag der financiële overheidshulp aanzienlijk te verhogen tot een bedrag, dat in een redelijke verhouding staat tot de omvang der droogteschade en de aan de regeling verbonden weistandsgrens op te heffen. De door de overheid geboden financiële hulp lenigt volgens de brief geen nood, maar is slechts een kleine tegemoetko ming. Door de weistandsgrens zullen ve le bedrijven van financiële hulp worden verstoken, die zeker niet in staat zijn dit abnormale risico te dragen. Honderden ernstig getroffen bedrijven worden vol gens het telegram met de financiële on dergang bedreigd. Door gebrek aan liqui de middelen lopen de schulden, o.a. bij de veevoederleveranciers, onrustbarend op. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Wapserveen: J. Ponne, kand. te Bussum. Benoemd tot leervicaris te Scheveningen: J. Mostert, kand. te Loos duinen. Beroepbaarstelling: De heer J. Ponne. Floralaan 2 a, Bussum, is beroep baar. Ned. Prot. Bond Benoemd tot voorganger te Noordwijk: H. J. Mulder, kand. te Leiden. Geref. Kerken Beroepen te Leeuwarden (2 vacatures): A. Broek te Groningen-Noord en E. J. Oomkes te Schiedam; te Wassenaar: H. Tien te Nijkerk. Aangenomen naar Hallum: A. Schippers te Colijnsplaat. Bedankt voor Medidine Hat (Alberta, Canada) (Chr. Ref. Church): J. H. Binnema te Lemmer. Chr. Geref. Kerken Tweetal te Huizen (N.H.): G. Blom te Meerkerk en D. Slagboom te 's Graven- zande. detentie. De kapitein was, evenals de auditeur-militair, in beroep gegaan. Bij de aan de oefening voorafgaande kaderbespreking, zo vertelde de kapitein, was gebleken dat de pelotons- en groeps commandanten ernstige bezwaren maak ten tegen het laten vervallen van schiet oefeningen met losse houten patronen. „Dan hebben we niets meer aan zo'n oefening," had men gezegd en volgens een van de getuigen, een eerste-luitenant, zou de kapitein toen hebben toegestaan, met de patronen te schieten. Een andere ge tuige echter, een sergeant, verklaarde po sitief dat hij bij die bespreking niet de in druk had gekregen dat de kapitein het schieten goedkeurde. Naar de beklaagde trouwens zelf verklaarde, had hij voor de ze oefening een „vuurvoorstellingsploeg" in het leven geroepen, die speciaal onder zijn commando stond. In deze ploeg werd wel met de patronen gevuurd en daarbij ontstond door een onvoorzichtigheid het ongeval, waarvan de betrokken soldaat in middels echter geheel en al is genezen. De advocaat-fiscaal hield een fel requi sitoir. „Als er ooit opzettelijk tegen een bevel gehandeld is, dan is dat hier wel ge beurd," zo zei hij. Hij vond dat het bulle tin, waarin was gesproken over het ver bod van de losse houten patronen, een be vel en stelde dat daartegen moedwillig was ingegaan. „Ik heb met. grote belang stelling aangehoord dat zoiets daarginds usance is, omdat ook andere onderdelen met de patronen hadden geschoten," merkte hij sarcastisch op. De advocaat fiscaal eiste een onvoorwaardelijke mili taire detentie van veertien dagen. Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman en mr. J. Pruim voerden de verdediging. Mr. Pruim trachtte aan te tonen, dat de beklaagde niet in strijd met het bulletin had gehandeld. Hij kwam tot de conclu sie dat er niet met de patronen mocht worden geschoten, maar dat ze wel moch ten worden uitgereikt. Pas na het onge val werd een order van blijvende aard uit gevaardigd, waarbij werd bepaald dat de losse houten patronen niet meer uitge reikt zouden worden. De beklaagde had trouwens tevoren zijn schema voor de betreffende oefening in gediend en daarop was geen enkele aan merking gekomen. Integendeel, voor een vorige oefening, die een soortgelijk ver loop had gehad en waarbij ook met de pa tronen was geschoten, was hij zelfs ge complimenteerd. Mr. A. F. de Savornin Lohman bepleit te ontslag va.1^strafrechtelijke vervolging op jüridfscne 'gronden. Uitspraak op 15 maart. Lugubere vondst. In het Beatrix- kanaal in Noord-Brabant hebben arbeiders het stoffelijk overschot gevonden van een 53-jarige gescheiden vrouw, mevrouw Brand. Sectie op het lijk heeft uitgewezen dat haar door niet het gevolg is van mis daad. Advertentie iUN 56.2k 30Oe De Eerste Kamer, die gisteren de be roting van Landbouw en Visserij be andelde, is minister Ma rijn en in het algemeen welwillend tegemoet getreden. Er was eigenlijk maar één onderwerp, waarover de bewindsman werkelijk ern stige critiek te horen kreeg. Dat was het voornemen van de regering om ten be hoeve van de slachtoffers van de droogte maximaal 27.5 miljoen beschikbaar te stellen. Zonder uitzondering heeft mr. Marijnen te horen gekregen, dat dit bedrag te laag is. De heer Mertens (K.V.P.) vond de voor gestelde regeling meer een vorm van soci ale steun dan een tegemoetkoming in de geleden schade. Hetzelfde Kamerlid maakte bezwaar tegen de criteria, die zul len worden aangelegd om voor een scha devergoeding in aanmerking te komen. Hij achtte het onjuist, dat boeren, die in de vermogensbelasting zijn aangeslagen, van een schade-uitkering worden uitgesloten. Evenmin kon de heer Mertens ermee ak koord gaan, dat boeren, die drie achter eenvolgende jaren voor duizend gulden of meer in de inkomstenbelasting zijn aange slagen, ook zullen worden uitgesloten van een uitkering. Min of meer in dezelfde geest spraken de heren Hoogland (P.v.d.A.), ir. Geuze (C.H.), Louwes (V.V.D.) en Elfferich (A.R.). Advertentie De ideale gezondheidsdragee voor U en Uw gezin! Flacon met 100 dragees f 4.20 Een tweede onderwerp, waarover uit alle fracties opmerkingen zijn gemaakt, betrof de bekende landbouwvoorstellen voor de E.E.G., waarvan oud-minister dr. Mansholt de geestelijke vader is. De heer Hoogland (P.v.d.A.) meende de minister ervoor te moeten waarschuwen, dat in de E.E.G. de landbouw niet losgekoppeld wordt van het overige bedrijfsleven. Voor al voor ons land moet dat van groot belang worden geacht, zei hij, want de land- en tuinbouw is voor de Nederlandse econo mie van zeer groot belang. Van ir. Geuze (C.H.) mocht de in Brus sel opgediende soep best koud worden, het geen men blijkbaar moest uitleggen als een waarschuwing, geen al te grote haast te maken met de tenuitvoerlegging van de landbouwvoorstellen. De heer Mertens (K.V.P.) betwijfelde of de overgangstermiin in de E.E.G. wel tot zes jaar kan worden verkort. In het ver drag is een overgangstermijn van twaalf jaar voorzien, maar die termijn schijnt nog te kort om de structurele aanpassing te voltooien, meende hij. Ook hij waar schuwde er voor, dat de landbouw in de E.E.G. niet mag achterblijven bij de rest van het bedrijfsleven. Van V.V.D.-zijde kwamen er over de E.E.G. zelfs twee sprekers in het debat. De heer Louwes meende, dat, als men de E.E.G. wenst, verschillende principiële problemen zullen moeten worden opgelost. Eén voorwaarde is harmonisatie van de fiscale stelsels in de zes landen. Mr. Del- prat (V.V.D.) wees er op, dat bij het ge meenschappelijk marktbeleid niet alleen de landbouw is betrokken, maar ook een reeks andere belangen. De voornemens ten aanzien van een gemeenschappelijke markt voor tarwe, voedergranen, suiker en zuivel doen mr. Delprat sterk dirigis tisch aan. Velen is de schrik om het hart geslagen. Vrees voor stijging van kosten van levensonderhoud in ons land is niet on gegrond, meende mr. Delprat, die wilde waarschuwen voor autarkische afsluiting van „De Zes" van de rest van de wereld markt. De heer Elfferich (C.H.) was van oor deel, dat ons land wel bereidheid tot daad werkelijke medewerking aan de E.E.G. moet tonen. Maar de liefde kan niet van één kant komen, zei hij. Van verschillende kanten werd er bij minister Marijnen op aangedrongen, dat hij zijn invloed zal aanwenden bij de be slissing, die de regering moet nemen met betrekking tot de indijking van de Lau- werszee. Nieuwe gezichtspunten werden hierbij uiteraard niet naar voren ge bracht. Daarvoor was het debat in de Tweede Kamer nog te vers. Visserij Al is de verbetering van de Schevening- se buitenhaven dan een zaak, welke in de eerste plaats de minister van Verkeer en Waterstaat aangaat, toch meende jhr. Schorer (P.v.d.A.) dat het op de weg van de minister van Landbouw en Visserij ligt, als eerste verantwoordelijke minister voor de Visserij, om deze verbetering te bepleiten. Ook de heer Elfferich (A.R.) kwam voor de belangen van de Scheveningse visserij op. Hij merkte op, dat de laatste tijd de Scheveningse haven eveneens voor de kustvaart wordt gebruikt. Zou de bui tenhaven worden verbeterd, dan zijn er stellig nog meer mogelijkheden. Een warm pleidooi voor het goed gelei de gezinsbedrijf hield de heer Louwes (V.V.D.), die voorts opnieuw het wereld voedselprobleem ter sprake bracht. Hij vroeg ook nog eens de aandacht van de be windsman voor de belastingdruk. Afschaf fing van de gemeente-classificatie zou voor een goede ontwikkeling van het plat teland aanbeveling verdienen. De heer Louwes vroeg voorts van de minister be grip voor de betekenis van kapitaalbezit van de boer. Als de boerenstand geheel van geleend kapitaal moet leven, wordt hij uiterst kwetsbaar, meende de heer Louwes. Van enkele kanten werd er teleurstelling over uitgesproken, dat de minister nog geen beslissing heeft genomen ten aan zien van het meerjarenplan voor ruilver kaveling en andere cultuur-technische werken. De heren Mertens (K.V.P.) en Elfferich (A.R.) oefenden enige critiek op het handhaven door de minister van de minimumgrens voor gesubsidieerde boer- derijbouw op 15 h.a. Deze grens werd vrij willekeurig genoemd. Over de kost- en garantieprijzen is be trekkelijk weinig gezegd, voornamelijk omdat hierover het overleg met het land bouwschap nog gaande is. Intussen merk te de heer Hoogland (P.v.d.A.) hierover o.m. op: ,,'s Ministers pogen is schoon, maar de ongerustheid is nog niet wegge nomen." Ir. Geuze (C.H.) waarschuwde de mi nister ervoor geen al te grote sprongen te maken voor wat betreft een eventueel ves- tigingsbesluit voor de tuinbouw. Mr. Ma rijnen interrumpeerde hier met de op merking, dat hij hierover nog niet aan stonds een uitspraak kan doen. De heer Mertens (K.V.P.) drong aan op afschaffing van de omzetbelasting op boter. De heer Elfferich (A.R.) tenslotte uitte z'n grote bezorgdheid over de ont wikkeling in de pluimveehouderij en de varkenshouderij. Er zijn verder nog tal van andere onderwerpen aan de orde ge weest. zoals de lonen in land- en tuinbouw, maar daarover zal de minister stellig in zijn antwoord nog het zijne zeggen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4