Bonn wil „de blunder van Strauss" snel vergeten Londen Duitse is vierkant tegen bases in Spanje OP EN OM HET BINNENHOF Kroesjtsjevs vijanden krijgen gratis vakantie op Corsica De Gaulle naar Algerije KAMERMUZIEKAVOND IN FRANS HALSMUSEUM Duidelijke taal van minister Selwyn Lloyd in een opgewonden Lagerhuis Frankrijk rust divisie- met-kernwapens uit Die Haerlemsche Musyckcamer gaf belangwekkend concert in Tuinzaal VRIJDAG 26 FEBRUARI 1960 9 Ferhat Abbas' verklaring tot maandag uitgesteld Moordenaars van Kassim weldra vrij Russische missie in Baden- Baden geconsigneerd (Van onze correspondent in Bonn) Terwijl in de Amerikaanse en Britse pers, departementen en parlementen de verontwaardiging over de Westduitse stappen in Spanje voor het verkrijgen van ruimte voor de vestiging van West duitse bases nog lang niet schijnt verdwe nen, deed men gisteren te Bonn veel moei te het gehele geval zo snel mogelijk te vergeten. Men wil „de blunder van Struass" vlug naar de achtergrond schui ven. Daarvoor heeft de Westduitse regering wel zekere redenen, onder meer de vol gende: 1. De Brits-Westduitse verhouding, die al geruime tijd na Macmillans bezoek aan de Sovjet-Unie en Adenauers her haalde aanvallen op Londen bijzonder slecht was, kan niet nog slechter worden. Bezorgd heeft men hier vastgesteld dat het Westduits-Spaansé onofficiële mili taire overleg de Britse pers heeft verleid tot uitspraken als „de dromen van Strauss over een militaire grote macht", om nog maar te zwijgen over de niet zachtzinni ge woorden van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Selwyn Lloyd. 2. De topconferentie in mei te Parijs staat niet toe dat de Bondsrepubliek voor de communistische propaganda nog kwetsbaarder zal worden dan zij de laat ste maanden reeds was. De kwestie-Ober- lander en de antisemitische wandaden vormen reeds doelwitten genoeg. In een officieel Russisch communiqué werd gis teravond in een nieuwe aanval op Bonn gesproken van „een militair Westduits- Spaans komplot". 3. West-Duitslands plaats in het geheel van de westelijke defensie mag niet wor den verzwakt. De Westduitse herbewape ning werd door de grote mogendheden in dertijd slechts toegestaan in het geheel van de NAVO, bilateraal overleg met het niet tot de NAVO behorende land Spanje gaat buiten dit geheel om. Daardoor zou Bonn zich ook onttrekken aan de bewapenings controle van de Westeuropese Unie. 4. De handelwijze van Strauss wordt in sommige NAVO-landen een teken ge noemd van een gebrek aan vertrouwen in de NAVO. Reeds eerder heeft Bonn critiek geleverd op bepaalde NAVO-plannen, waaronder de defensie van Noord-Europa. Voet bij stuk Strauss heeft zich gisteren in de Bonds dagcommissie voor defensieaangelegenhe den te Bonn verdedigd. Hij verklaarde nog eens dat er geen akkoord met Madrid is gesloten en dat zonder de NAVO geen enkele officiële Westduitse militaire stap zal worden gedaan. De westelijke defen sie, speciaal in de Bondsrepubliek, is vol gens hem aan haar grenzen uitermate kwetsbaar. Die kwetsbaarheid kan men verkleinen door het verleggen van grote voorraden aan benzine, materiaal, de pots in het algemeen, naar gebieden ver van het ijzeren gordijn. Strauss hield dus in feite voet bij stuk. Deze redenering is te Bonn op zich wel goedgekeurd, maar waarom vraagt men hier moest Strauss daarvoor contact met Franco laten opnemen? Waarom ook moest hij een Spaanse débacle riskeren? Waarom moest hij de indruk vestigen dat Bonn Franco-Spanje voor de NAVO „sa- lonfahig" wilde maken? Waarom wilde hij depots op „slechte" grond zoals een der Westduitse bladen schreef vestigen? Waarom sprong hij uit de NATO-band? Waarom ten slotte moest Strauss die in de Bondsrepubliek door velen van zijn politieke tegenstanders wordt uitgemaakt voor een autoritaire „Streber" naar het (Van onze correspondent in Parijs) Binnen een dag of tien zal president De Gaulle een bezoek aan Algerije brengen. Lang zal het niet kunnen zijn, want voor de 15e maart zal het staatshoofd te Parijs terug moeten zijn om premier Kroesjtsjev te ontvangen, wanneer deze zijn staats bezoek aan Frankrijk brengt. De Gaulle zal veel te doen hebben in Al gerije. Hij zal met de commandanten van het leger moeten spreken, hij zal het zijne willen doen bij het voorbereiden van de kantonnale verkiezingen en hij zal kennis maken met een groot aantal nieuwe bur ger ambtenaren, die na de opstand van ja nuari op posten in Algerije zijn geplaatst. Inmiddels is bekend gemaakt, dat de verklaring, welke Ferhat Abbas, de pre mier van de Algerijnse nationalistische regering in ballingschap vandaag voor de radio van Tunis zou afleggen, en van wel ke men weer een stap van toenadering tot de zogeheten vrede der dapperen verwacht te, is uitgesteld tot maandagochtend. (AFP/Reuter/UPI) De Gaulle is gis teren, de eerste dag van zijn reis van vier dagen door Languedoc in Zuidoost-Frank rijk, in alle plaatsen die hij aandeed door de bevolking stormachtig begroet. Duizen den mensen juichten hem toe in de plaat sen die de president passeerde. Kennelijk zinspelend op de Franse kernbom verklaarde hij voorts, onder don derend applaus, dat Frankrijk zich met zijn bondgenoten kan verdedigen, doch dat het geen beschermers meer nodig heeft. De Gaulle herhaalde zijn belofte van zelfbestemming voor Algerije. „Wanneer het schieten opgehouden is", zei hij, „zal Frankrijk ervoor zorgen, dat alle groe peringen in Algerije worden opgeroepen voor het organiseren van een grootscheep se raadpleging van het volk, waarbij de Algerijnen vrij kunnen zeggen wat zij willen". Deze uitspraak, dat alle groepe ringen betrokken zullen worden bij het organiseren van de volksstemming, was klaarblijkelijk bedoeld als een antwoord op het standpunt van de rebellenregering, dat de volksstemming nooit een eerlijke zaak kan zijn als zij georganiseerd wordt door het Franse leger. Als alle groeperin gen erbij betrokken worden, zal ook het Algerijnse bevrijdingsfront moeten wor den uitgenodigd. Doodvonnissen. De Iraakse volksrecht- bank heeft zestien personen tot de dood straf door ophanging veroordeeld we gens deelneming aan het komplot tegen het leven van premier Abdel Karim Kassem op 7 oktober. Twaalf andere bondskanselierschap ook nog in het buitenland de naam krijgen van een zelf zuchtige, uit het NAVO-gelid springende bewindsman? En dat nog wel voor een Westduitser, is de bittere verzuchting er achteraanomdit alles geldt thans voor Bonn het devies: vergeten, de onrust snel laten wegebben en trouw aan de NAVO betuigen. Het is inderdaad wel de verstandigste politiek. De Westduitse militaire autoriteiten hebben te kampen met een, huns inziens, ontstellend ruimtegebrek. De Bondsrepu bliek is zeer smal, getuige het overvliegen door straaljagers van de grens met Tsje- choslowakije in de afgelopen herfst, waar over zoveel te doen is geweest. Voorts heb ben de Westduitse militaire leiders bezwa ren tegen het feit dat zovele NAVO-leger- voorraden geconcentreerd zijn in de ha vens van NAVO-leden aan de Atlantische Oceaan en de Noordzee. Van Westduitse zijde wenst men een spreiding van tenmin ste de eigen opslagplaatsen, hospitalen, munitievoorraden, benzinevoorraden en dergelijke. En daar de NAVO op dit punt van de „logistiek" (de verzorging der troe pen) geen geïntegreerd beleid heeft, ligt het op de weg van ieder van de NAVO-leden om ten deze, na goedkeuring van de NAVO topleiding, onderhandelingen te voeren. Van regeringszijde te Bonn is gezegd, dat het West-Duitsland koud laat waar de ver zorgingsgebieden liggen, als ze maar vol doende zijn om de huidige concentratie te ontlasten. Naar het Algemeen Handelsblad weet te berichten, zullen binnenkort alle acht offi cieren en manschappen, die veroordeeld waren op de aanklacht, dat zij in 1956 in het Israelisch-Arabische grensdorp Kafr Kassim 49 weerloze burgers hadden neer geschoten, weer op vrije voeten zijn. Ook de man die het bevel tot vuren gaf, majoor Malinki, die 17 jaar kreeg, zal met het oog op zijn gezondheid uit de gevangenis wor den ontslagen. De neergeschoten burgers waren onwetend van een kort tevoren in gestelde avondklok en werden volkomen verrast door het vuur van de grens- patrouiile. Vijf man van de veroordeelden waren reeds op vrije voeten en de drie overige zullen volgens het bericht van het Han delsblad binnenkort vrijkomen. BONN (UPI) De Russische militaire missie bij het Franse hoofdkwartier te Ba den-Baden in West-Duitsland is geconsig neerd sinds begin deze maand, toen het Russische opperbevel in Oost-Duitsland nieuwe paspoorten uitgaf voor de leden van de westelijke militaire missies daar, welke voor het Westen niet aanvaardbaar zijn omdat erin gesproken wordt over de Duitse Demokratische Republiek, een staat die het Westen niet erkent. De Russische missies bij de Britse en Amerikaanse hoofdkwartieren in West- Duitsland zijn nog geen beperkingen opge legd. In diplomatieke kringen acht men het zeer wel mogelijk dat dit gebeurt, als het Russische antwoord op het westelijke protest tegen de nieuwe passen uitblijft. (Van onze correspondent in Parijs) Meer dan duizend emigranten, die in Frankrijk een toe vlucht hebben ge vonden, zullen in de tweede helft van maart een heel ple zierige, maar ge dwongen vakantie van twee weken doorbrengen. Ter ge legenheid van het be zoek van Kroesjtsjev worden zij namelijk op kosten van het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken naar het eiland Corsica over gebracht. Alle hotels in Ajaccio zijn door de regering voor hen gevorderd. Daar zul len zij, volkomen vrij in hun bewegingen worden onderge bracht en op 's lands kosten logeren. Het zijn bijna allen de zelfde figuren die ook tijdens het be* zoek van maarschalk Tito enige jaren ge leden een paar dagen in Corsica zijn ge weest. Thans zullen zij ervan profiteren dat het bezoek van Kroesjtsjev zolang duurt en kunnen zij de eerste mediter rane lentedagen mee maken. De meesten van deze notoire anti-communisten zijn ook deze keer met het vakantie uitstapje voor reke ning van Frankrijk best tevreden, te meer daar nagenoeg niemand van hen plannen heeft om het land waar zij vrijheid, onderdak werk hebben gevonden in moeilijkheden te brengen. (UPI)'— De Franse communistische partij heeft, naar aanleiding van het bezoek van Kroesjtsjev, die op 15 maart voor een bezoek van twee weken aan Frankrijk in Parijs aankomt, in een verklaring gezegd dat „Frans-Russisch begrip een geogra fische en historische noodzakelijkheid is. Het is de beste garantie voor de veiligheid van Frankrijk". (Van onze correspondent in Londen) De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Selwyn Lloyd, heeft zich gister avond, in een gespannen Lagerhuis uitge sproken tegen voornemens van de Bonds republiek om militaire faciliteiten op Spaanse bodem te vestigen op een manier welke voor geen misverstand vatbaar is. Zijn korte en krachtige verklaring bestond slechts uit enkele zinnen, waaraan elke di plomatieke aarzeling of geheimzinnigheid vreemd was. Selwyn Lloyd zei dat hij vo rige maand van de voorstellen had ge hoord. Hij had ronduit tegen de Westduit se regering gezegd dat het verstandiger zou zijn indien dergelijke faciliteiten zou den worden gezocht in NAVO-landen in plaats van in Spanje. Dit blyft het standpunt van de Britse regering. Deze opmerking werd met algemene instemming bégroet. Selwyn Lloyd beloofde maandag in het Lagerhuis nader op de kwestie in te gaan aan de hand van een aantal vragen welke dan aan de orde komen. Hij zal in die tus sentijd meer inlichtingen trachten in te winnen. Selwyn Lloyd zei dat er nog geen duidelijk beeld is van hetgeen zich aan het afspelen is. Hij verklaarde echter te be twijfelen of er sprake is van enig formeel Westduits voorstel, laat staan een over eenkomst. De zaak is niet voor NAVO ge weest, aldus Lloyd. Definitieve voorstellen van Westduitse kant moeten eerst aan NAVO worden voorgelegd, maar, zo zei Lloyd, er waren blijkbaar nog geen afge ronde plannen. Selwyn Lloyd onderstreepte met nadruk dat militaire installaties van de NAVO toe gankelijk moeten zijn voor het NAVO- orgaan dat belast is met wapeninspecties. Was dit duidelijk gemaakt aan Spanje en heeft de Spaanse regering voor deze con trole toestemming gegeven?. Zo luiden de vragen die tot Lloyd werden gericht. Een Conservatief lid vroeg waarom men eigen lijk zoveel drukte maakt over de Westduit se bases in Spanje, terwijl men niet gepro testeerd heeft toen de Verenigde Staten eenzijdig bases in dat land aanlegden. Sel wyn Lloyd beet zijn partijgenoot vinnig toe dat, wat er ook beweerd moge worden, de Britse regering er bij blijft dat West- Duitsland faciliteiten behoort te zoeken binnen de NAVO-kring. Ook werd de vrees uitgesproken, dat de Bondsregering, die door het verdrag van Parijs uitdrukkelijk gebonden geen kernwapens op Duitse bo dem te vervaardigen, dit buiten haar grondgebied zou doen. Selwyn Lloyd ant woordde dat zulks volkomen in strijd zou zijn met de geest van het verdrag. Hugh Gaitskell, de oppositieleider, drong er op aan dat de Britse regering alle krachten zou inspannen om een overeenkomst tus sen Bonn en Madrid te voorkomen. Opschudding veroorzaakt, het Labourlid Robert Edwards, die beweerde dat onder handelingen tussen West-Duitsland en Spanje inzake de aanleg van een Westduit se raketbasis in Bilbao in een vergevor derd stadium verkeerden. Hij hekelde het verder dat het gehele Middellandse Zeegebied via het grondgebied van een fascistisch land zou worden verdedigd, hoewel de verdediging veronderstelt de westelijke democratie te beschermen. Sel wyn Lloyd antwoordde dat hem niets be kend was over de Westduitse basis in Bil bao, maar dat hij een onderzoek zal laten instellen. Edwards vocht gedurende de Spaanse burgeroorlog in het Spaanse republikeinse leger en werd in december vorig jaar toen hij het proces tegen zeventien Spanjaarden die wegens politieke actie waren veroor deeld wilde bijwonen, door de Spaanse po litie in hechtenis genomen. Eens was hij ter dood veroordeeld wegens zijn strijd te gen Franco. Opschudding veroorzaakte het Labourlid lid Robert Edwards, die beweerde dat er Westduitse plannen waren voor de bouw van een fabriek ter vervaardiging van ge leide projectielen in Bilbao. De voorbe reidingen daartoe zouden zich reeds in een vergevorderd stadium bevinden. Deze fei ten waren volgens Edwards ten volle be kend in Bilbao. Edwards heeft dit later, buiten de zitting, nog toegelicht met de mededeling, dat al verscheidene maanden onderhandelingen voor de bouw van een fabriek voor de produktie van geleide pro jectielen aan de gang zijn en dat het ter rein hiervoor reeds zou zijn aangekocht. Het Spaanse departement van Buiten landse Zaken in Madrid heeft zijn ver bazing hierover uitgesproken en verklaard dat het niets afweet van een dergelijk plan. PARIJS (AFP) Het voorlichtingsbul letin van het Franse ministerie van De fensie meldt dat een divisie met kernbe wapening wordt gevormd, die is aange past aan de eisen van de kernoorlogvoe ring. Deze divisie wordt geheel gemotori seerd en zal bestaan uit twee infanterie brigades en één pantserbrigade. Verder maken er logistieke eenheden, verken ningsgroepen en afdelingen lichte vlieg tuigen en helikopters deel van uit. De divisie zal zowel met kernwapens als met conventionele zware artillerie worden uitgerust. De brigades beschikken over semi-on- afhankelijke logistieke eenheden waar door zij een tijdlang geheel alleen strijd kunnen leveren. De kernwapens echter blijven onder rechtstreeks bevel van de divisie. Het komt niet dikwijls voor, dat jonge toonkunstenaars bij hun debuut zichzelf kunnen zijn en dat zij zich los kunnen ma ken van illustere interpretatie-voorbeel den. De jonge sopraan Jeanne Companjen heeft dit bij haar eerste optreden te Haarlem op de Kamermuziekavond, die maandag door het Haarlems Comité voor Kamer muziek in de Renaissance-zaal van het Frans Halsmuseum was belegd, wel ge kund en met opmerkelijke onbevangen heid en eerlijkheid een vrij omvangrijk programma van opera-arias van Mozart en liederen van Schubert, Wolf, Granados en Bartók ten gehore gebracht. Zij heeft daarbij geen poging gedaan om haar eigen relatie tot tekst en muziek te verbergen door imitaties van vertolkingen te geven en deze omstandigheid heeft haar optre den bijzonder sympathiek doen worden. Welke verdieping haar voordrachten door de ontplooiing van haar persoonlijk heid zullen krijgen valt moeilijk te voor spellen. Vooralsnog lijkt haar wezen in het bijzonder afgestemd te zijn op het drama tische element, op uitbeelding door ge baren en mimiek en op een acteurs-achtige zegging van het woord. Zij passen echter niet zo goed bij een liederenavond en vooral niet, wanneer eenzelfde gebaar en eenzelfde mimiek bij uiteenlopende expres siemomenten en bij liederen van verschil lend karakter worden aangewend. Jeanne Companjen heeft deze inconsequentie in haar voordracht niet kunnen vermijden. Misschien is zij er zich in het geheel niet van bewust geweest, dat hier een storende werkelijkheid waarneembaar werd, die niet zelden afdwaalde naar de vertolkingssfeer der diseuse. De romantische gerichtheid van de zan geres is nog van primaire aard. Zij zocht daar nu eens uitdrukking aan te geven door theatrale accenten bij het zeggen van de tekst, bij voorbeeld in Schuberts „Gany- med" en het „acterend" gezongen lied „Der Schafer" van Hugo Wolf, dan weer door een karakter-vervormende weekheid van uitdrukking, zoals voor de Spaanse liederen van Granados, waar alle felheid uit geban nen werd. Vreemd stond Jeanne Compan jen nog, in het bijzonder ten aanzien van de vereiste toonvorming, tegenover de „Dorpstaferelen" van Béla Bartók. Zouden deze prachtige liederen wel ooit tot hun recht kunnen komen bij een vertolking in de Duitse taal? De taal is toch een weer spiegeling van een volkskarakter in al zijn facetten. Tot de voordrachten, die de talrijke toe hoorders als een bijzondere ervaring in hun herinnering zullen bewaren, behoren ongetwijfeld die van Schuberts „Der Musensohn", dat onopgesmukt en met blij heid vertolkt werd en vooral ook „Zitronenfalter in April" van Hugo Wolf, waarmee de zangeres het juiste liederen- niveau bereikte. In deze vertolking kwamen diepte en een voortreffelijke eenheid tus sen stemklank en tekstgedachte en geen overbodig gebaar vertroebelde de aangrij pende indruk van dit schone lied. En verder werden de aria's van Susanna uit „le Nozze di Figaro" en van Despina uit „Cosi fan tutte" van A. W. Mozart een charmante inleiding van de avond, waarbij de uitstekende hoedanigheden van Jeanne Companjens stem verheugend aan de dag traden. Jeanne Companjen heeft inderdaad een mooie stem. Bij haar zang kwam over de stemklank vaak een gouden glans te liggen, die gedachten aan een mezzo-sopraan timbre opriep. Ik ben er van overtuigd, dat de rijke mogelijkheden van deze stem nog lang niet alle tot ontwikkeling ge komen zijn. Mogen zij spoedig tot ont- plooiïg gebracht worden. Een bijzonder goed indruk heeft de be geleider van de zangeres, Johan Jansonius gemaakt met zijn muzikaal en volgzaam spel. Deze kamermuziek-avond werd van lan ger duur dan gewoonlijk. Na de pauze kwam de pianiste Lies Dorst-van Dijk nog enkele voordrachten geven met werken van Brahms, Liszt en Chopin. De soliste gaf bij haar vertolkingen overtuigende be wijzen van een belangrijk ontwikkelde degelijke techniek, een gezonde muzikali teit en voorzover de vleugel dit toeliet, van zin voor klank, die zij, zoals voor de Etude in Des van Liszt en voor de Sonate op. 58 van Frédéric Chopin bijzonder fraai wist te differentiëren. Het langzame deel van de sonate werd een aangrijpend hoog tepunt, een kleine storing kon de goede indruk, die de pianiste met het eerste deel maakte, niet wegnemen. Was het ver moeidheid, die haar belette het laatste deel op eenzelfde niveau te houden? V. Zwaanswijk Een concertavond van „Die Haerlemsche Musyckcamer", onder leiding van André Kaart, waarborgt steeds een confrontatie met een degelijk programma van muziek uit de baroktijd. Vaak zijn het ook interes sante kennismakingen. Dit laatste was op de uitvoering die de „Camer" donderdag avond gaf in de Tuinzaal van het Haar lems Concertgebouw, bijzonder het geval betreffende een Concert voor cembalo en strijkers van Wilhelm Friedemann Bach en tevens hoogst verrassend met een Suite voor viola di gamba en strijkorkest van Telemann. Eerstgenoemd werk ging met mevrouw Gertrude Maclaine als vaardige vertolkster van de solopartij en Piet Lentz was de geraffineerde solist in de gamba suite. De markante thematiek in het werk van de oudste zoon van de Leipziger Can tor, zijn kundige, doch nooit stroeve ont- Meer tact gewenst De behandeling in de Tweede Kamer van de begroting van Verkeer en Water staat is dinsdag ten slotte nog op vreed zame wijze afgesloten. In die zin althans, dat nadat minister Korthals' begroting zonder hoofdelijke stemming, met alleen aantekening van het „tegen" der commu nisten, was aangenomen, ook de afge vaardigden, die de bewindsman duchtig belaagd hadden, zoals onder meer ir. Posthumus en nog andere leden van de fractie van de Partij van de Arbeid, hem gelukwensend de hand kwamen schud den. Dat getuigde in elk geval van spor tiviteit, die zowel tijdens als na een hefti ge strijd in de parlementaire arena op haar plaats is. Jammer genoeg echter had het gedurende de debatten zo nu en dan wel eens ontbroken aan een, laat ik nu maar zeggen, faire toepassing van de par lementaire spelregels. Deze laten onge twijfeld toe op de daarvoor juiste ogen blikken interrupties te plaatsen. En even eens om een minister, met wiens stand punt men het niet eens is, onder vuur te nemen. Doch wanneer een en ander uit loopt op het dusdanig loslaten van inter rupties, dat degene, die zich wil verdedi gen, geen drie woorden meer achter el kaar kan zeggen, gaat men toch werke lijk over de schreef. Daarom had Kamer voorzitter Kortenhorst gelijk en deed hij zijn plicht als onpartijdig scheidsrechter in dit tournooi toen hij de heren van de P.v.d.A. vermaande zich een beetje in te houden. In de gelederen van die fractie gaf men in te sterke mate aan verontwaar digde gevoelens uiting. Daardoor gingen bedoelde afgevaardigden zo nu en dan spijkers op laag water zoeken, en kon een enkele keer zelfs de vraag opkomen, of men nog wel besefte, dat het, zeker in 's lands vergaderzaal, nodig is zich „heer in het parlementaire verkeer" te tonen. Kortom, de P.v.d.A.-fractie heeft een tactische fout begaan. Juist meer tact zou haar positie nog versterkt hebben. Nu veroorzaakte zij zo nu en dan nodeloos een geprikkelde stemming. Minder ver toon van bokkigheid ware beter geweest. Regeringsbokken. Waar twee kijven hebben twee ongelijk. Dat ging in dit geval ook op. Want de P.v.d.A. had op zichzelf alleszins grond tot verontwaardiging. Dit naar aanleiding van enige door de met het kabinet be vriende fracties aanvaarde regeringsbok ken. Van de zijde van het kabinet was het allereerst een bok, dat na de in september van het vorige jaar gedane toezegging, dat wanneer de begroting van Verkeer en Wa terstaat aan de orde zou komen, de Kamer kennis zou kunnen nemen van het stand punt van het kabinet-De Quay inzake de kwestie van eventuele afsluiting van de Lauwerszee, deze toezegging niet gestand werd gedaan. Op 30 september had mr. Burger (P.v.d.A.) zich laten bewegen in te stemmen met uitstel van behandeling van zijn motie ten gunste van de uitvoe ring van dat grote werk. Het heette im mers, dat tegen het in vooruitzicht ge stelde tijdstip het kabinet, na kennis te hebben genomen van het desbetreffende advies van de Raad voor de Waterstaat, in een nota zijn standpunt zou mededelen. Maar ofschoon belofte schuld maakt, bleef minister Korthals naar duidelijk bleek als gevolg van het kabinetsbeleid in gebreke de schuld in te lossen. Wel was het advies in kwestie tijdig door de rege ring ontvangen, wel mocht dit vóór de af sluiting van de Lauwerszee zijn, dit nam niet weg. dat er wederom uitstel van be handeling van de motie-Burger en van het nemen ener beslissing door de Kamer werd gevraagd. Thans kreeg men te ho ren, dat het kabinet eerst nog moest be slissen omtrent de vraag, welke grote werken, die heel wat van de schatkist zul len vergen, financieel bezien, de voor rang genieten. Daarvan zou dan afhanke lijk zijn of de regering wel tot afsltuing van de Lauwerszee wil overgaan. Een ka binetsbesluit omtrent die voorrang hangt ten nauwste samen met de wens om tot belastingverlaging te kunnen overgaan. Met andere woorden, minister Zijlstra had bereikt, dat het kabinet nu de Lau werszee nog wilde laten voor wat zij is. In het licht van alle feiten was dit, naai de heer Tilanus (C.H.) duidelijk had ge zegd, toch wel een ernstige psychologische fout van het kabinet. Trouwens, in feite dacht de heer Bruins Slot (a.-r.) er niet an ders over. Intussen bleken de regeringsge zinde fracties bereid met uitzondering van een drietal Christelijk-Historischen, onder wie jkvr. mr. Wttewaall van Stoet wegen tot aanhouding van de motie- Burger te besluiten. Van kwaad tot erger. Het is verklaarbaar, dat mr. Burger en diens politieke vrienden hierover veront waardigd waren. De meerderheid zou er juister aan gedaan hebben, de motie- Burger thans wel onderwerp van het de bat te laten uitmaken. Zo in haar ogen de minister op deugdelijke gronden aanne ming der motie zou hebben bestreden, na in openbare beraadslaging alle argumen ten te hebben gehoord welke de overgrote meerderheid vóór afsluting van de Lau werszee doet zijn (vaststaat, dat dit met alle groepen het geval is, behalve die van de K.V.P., welke zich nog zeilende heeft gehouden), had zij nog altijd tot verwer ping van de motie kunnen overgaan. Toen nu ir. Posthumus een amendement op de begroting voorstelde, dat beoogde drie miljoen gulden uit te trekken tenein de nog dit jaar met de werkzaamheden ter afsluiting van de Lauwerszee te be ginnen, zijn er opnieuw bokken begaan. Vandaar, dat er reden bestaat in dat op zicht te constateren, dat men van kwaad tot erger verviel. Wat betekent een begrotingspost? Over en weer nam de ontstemming toe. Men ging er, ten onrechte, de politiek bij halen en men verweet aan de fractie van de P.v.d.A., dat zij zich vroeger nooit zo warm had gemaakt voor de beveiliging van Friesland, doch dit thans deed, om dat zij als oppositie meende aldus een goe de beurt te kunnen maken. Ir. Posthumus toonde echter duidelijk aan, dat pas sinds de laatste tijd deugdelijk reden is ont staan voor de vrees dat de regering niet tot afsluiting van de Lauwerszee zal wil len overgaan. Zolang er geen vuilje aan de lucht scheen bestond er geen noodzaak, nu echter wel, om de stormbal te hijsen. Minister Korthals zou er mijns inziens verstandig aan gedaan hebben, juist om dat het zonneklaar was, dat een flinke meerderheid alles voor de afsluiting voelt, heel nuchter de opmerking te maken, dat een bij amendement tot stand gebrachte begrotingspost slechts deze betekenis heeft, dat de regering de daarop voor komende gelden voor het omschreven doel mag gebruiken, doch dat zij daartoe nog geenszins verplicht is. Hij zou dan nog al tijd de deur hebben kunnen openhouden voor een over enkele maanden door het kabinet te nemen beslissing om toch niet gebruik te maken van de door de Kamer voor de aangelegenheid in kwestie toege stane gelden, waarna de Kamer het recht zou hebben om, als zij zich met zulk een beleid niet zou kunnen verenigen, daar over (bijvoorbeeld als sluitstuk op een in terpellatie over het desbetreffende onder werp) de staf te breken. Had de minister die houding aangenomen, dan ware daar mee nog helemaal geen kind overboord en zou de afloop van de behandeling van zijn begroting ook voor de Kamer in haar geheel bevredigender geweest zijn. Dit in het bijzonder, aangezien een meerderheid in feite, zakelijk bezien, hetzelfde voor stond als de fractie van de P.v.d.A., ook al stemde zij omderwille van het kabinet het amendement af. Mijn slotsom is dan ook dat er van de kant der regering met betrekking tot deze zaak wel wat erg veel bokken zijn geschoten en dat aan alle kan ten meer tact gewenst geweest ware. Dr. E. van Raalts wikkelingen die steeds een evenwichtige vorm aannemen, alsmede de milde expres sie van zijn cantilenen, maken dit cem balo-concert tot een prachtwerk uit de overgangstijd naar de „empfindsame"- stijl. 't Is niet onmogelijk dat het bij zijn ontstaan niet modern genoeg gevonden werd, te zeer afhankelijk nog van de vaderlijke tradities. Maar dat hindert ons niet het minst; wij observeren alleen de effectieve schoonheid die hier in zuiver evenwicht tot stand kwam als een zeer te schatten patrimonium; maar tevens ont gaat ons niet de ongeforceerde evolutie die het maakt naar een nieuwe tijdsstijl die anderen zijn broers in de eerste plaats met meer revolutionaire mid delen trachtten te bereiken, maar die bij Friedemann niet het luk-raak effect van het experiment maakt. Bij het oeuvre van Telemann raakt men de tel kwijt. De negentiende eeuw heeft deze tijdgenoot van vader Bach zo goed als links laten liggen; maar sinds de her waardering van de barokmuziek in onze eeuw blijkt zijn artistieke nalatenschap een onuitputtelijke bron waar velen zich gretig aan laven. Er komt onder het stof der bibliotheken van hem wel eens wat te voorschijn dat niet zo erg belangrijk is hoe zou dat anders kunnen van zo'n veelschrijver! maar meermalen wekken de nieuw ontdekte werken van zijn hand verbazing om de vlotte geest en het dege lijk kunnen dat er uit spreekt. Diepgaande problemen schijnen Telemann geen zorgen te hebben gegeven, maar hij was een ras muzikant die zich onbezorgd uitleefde. Dit blijkt overduidelijk in de Suite voor Gamba en orkest, die wij deze avond door Piet Lentz verrukkelijk hoorden ver klanken, voortreffelijk gesecondeerd bovendien door het strijkersensemble. Elk van de zeven delen zou mij kunnen ver leiden om er een beschouwing aan te wijden. Laat ik mij beperken met alleen te wijzen op het prachtige alternatief van de Sarabande, waar het solo-instrument een melodie uitspint, die, slechts door het continuo begeleid, alleen het werk kan zijn van een groot meester. Daar manifes teert zich de adel van de kunst op de '"preenvoudigste wijze. Een ander werk van Telemann dat deze avond wel niet zo'n treffende, maar dan toch zeer aangename indrukken wekte was een beknopt Concert voor hobo en strijkers, dat in de hoboïst Kees Kuiper een voortreffelijk interpreet van de solo partij vond. Bijzondere waardering ver dienden zijn fraaie nunancering en zijn articulatie. De avond was begonnen met een fris en helder klinkend Concerto grosso van Han del, waarin de hoboïsten Kees Kuiper en Eugène Kruit het concertino verzorgden. Verder bleek dat André Kaart het en semble goed voorbereid had op deze ver tolking. Tot slot ging met medewerking van de fluitisten Versprille en Ferwerda een Sin- fonia van Alessandro Scarlatti. Als geheel was het een zeer geslaagde muziekavond, die niet zonder flair de kwaliteit van het ensemble gunstig be lichtte. Jos. de Klerk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 9