Bobby
Thor Heyerdahl's nieuwe film en Egners'
„De rovers van Kardemomma" in Oslo
f v
ffllciQscafieitdaktec
'ut de ttopeu
Eikeblad en briljant
Erbij
DE LONDENSE
IS EEN HEER
Edelweiss
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1960
PAGINA VIJF
Een Bobby uit Sherlock Holmes' tijd.
DE ENGELSE POLITIE-
MAN, en vooral de Londen-
se, de Bobby, is lang als een
soort gemoedelijk huisdier
beschouwd. Hij was sterk en
betrouwbaar, hij was vrien
delijk en voorkomend, hij
voerde zijn dienstrooster
nauwkeurig uit, maar als er
een beroep op zijn intelligen
tie werd gedaan, als hij bij
voorbeeld een moordzaak
moest oplossen, dan - althans
zo werd het voorgesteld,
vooral ook in detective-litte
ratuur - moest er een scherp
zinnige detective van Scot
land Yard aan te pas komen.
De Bobby kon dan in zijn on
schuld wel eens iets zeggen
wat door de superieure gees
ten werd omgetoverd tot dè
oplossing - de Bobby kreeg
dan de eer, want daar ging het
de grote échte speurders niet
om natuurlijk - maar ook zo
was hij dan toch weer de
dupe van zijn vriendelijke
hondentrouw. Het ideaal van
vele Engelse studenten was
dan ook zo'n goede lobbes de
helm van het hoofd te rukken
en dat hoofddeksel op de stu-
dentenkast te plaatsen.
Ook de vrouwelijke politie
agenten waren geen toonbeel
den van superieur breinwerk,
zoals de hierbij gereprodu
ceerde foto uit 1917 mede kan
doen blijken. Zij waren er
vooral om zich te bekomme
ren om vrouwen en meisjes
die in moeilijkheden waren
lgeraakt.
Tegenwoordig is dat alle
maal anders. Het enige dat
niet veranderd is, is de bewa
pening: de Engelse politie
draagt nog steeds geen vuur
wapens.
Maar zijn uitrusting is sterk
verbeterd. Het korps is gron
dig gemotoriseerd. Noch ban-
De huidige agente heeft ook tot taak voor de kinderen zorg te dragen, iets
waar oudsher niet aan gedacht werd.
IN DE STRIJD tegen de ziekten is de microscoop
waarschijnlijk één van de meest waardevolle wapens in
het arsenaal van de medische en biologische wetenschap.
Het is daarom een zeer ernstige zaak, wanneer micro
scopen zelf door „ziekte" aangetast worden, vooral in
landen waar instrumenten ter vervanging uit het buiten
land moeten komen tegen stevige prijzen. Het herstellen
van microscopen is de algemene bezigheid van de heer
R. T. Peters, een 46-jarige Engelse optiek-ingenieur,
die sinds 1946 heeft gewerkt in het Nationaal Physisch
Laboratorium in Teddington en het afgelopen jaar in
Birma heeft doorgebracht op een zending in opdracht
van de Unesco. Daar heeft hij met drie andere Unesco-
ingenieurs gewerkt op een wetenschappelijk instru
mentencentrum, gevestigd in een research-instituut te
In een kortgeleden ge
houden vraaggesprek in
Parijs, verklaarde de heer
Peters dat de microscopen
in Birma tegenwoordig lij
den aan een „tropische
ziekte" een gezwelach
tige paddestoel, die gedijt
in hitte en grote vochtig
heid en de lenzen en pris
ma's in microscopen, theo
dolieten en andere optische
instrumenten kan verduis
teren. „Het ziet er uit als
een soort spinneweb op de
lens", voegde hij er aan
toe. Een microscoop, aan
getast door deze ziekte
wordt binnen twee jaar
volkomen nutteloos. Indien
hij tijdens zijn eerste ont
wikkeling wordt ontdekt,
kan men de zwam door
schoonmaken venvijderen.
Maar helaas komt het dik
wijls zover, dat de enige
mogelijkheid het her-
slijpen her-polijstenvan
de lens is. In het verleden
(Van onze correspondent in Oslo)
MET ENORME rode letters staat aan de Oslose hemel de
melding: 3 graden. Eveneens tegen het donkere uitspansel
staan de gele cijfers en wijzers van een klok, zodat men reeds
van het vallen van de schemer af, die hier nog steeds veel
vroeger dan in het vaderland begint, op allerlei wijzen weet
„hoe laat" het is. De plu9 drie graden betekenen weggedooide
sneeuw, die nog geen etmaal het stadsbeeld heeft verfraaid,
en een onaangename mist die in het dal, waarin de stad Oslo
is gelegen, blijft hangen en de vliegtuigen aan de grond houdt.
De mist betekent ook verkouden wordende mensen, influenza,
keelontstekingen en wat niet al. Eén van de slachtoffers is ook
Thor Heyerdahl die, door zijn voormalige expeditie-arts
dr. Gjessing in ijltempo wat opgekalefaterd van 39 graden
koorts, roodneuzig en in miserabele conditie zijn hoge gasten,
koning Olav, kroonprins Harald en prinses Astrid ontving, die
zich voor de wereldpremière van Heyerdahls documentaire over
Paaseiland naar het Klingenberg Theater hadden begeven, waar
ook vele leden van het corps diplomatique en mensen uit weten
schappelijke- en kunstenaarskringen acte de présence hadden
gegeven, terwijl bovendien Heyerdahls wetenschappelijke
medewerkers uit Amerika en uit Noorwegen vrijwel allen
aanwezig waren, alsook de bemanning van zijn expeditieschip.
Onze befaamde zeventiende
eeuwse landgenoot Anthony
van Leeuwenhoek geldt als een
der uitvinders van de micro
scoop. Aanvankelijk werkte hij
met een z.g. „vlooienglas" (zie
afbeelding), twee op elkaar ge
klonken metaalplaatjes waar
tussen een klein bol lensje was
geklemd. Met dit primitieve in
strument (vergroting 270 x li
neair!) ontdekte hij in 1673 de
bloedlichaampjes in het bloed,
en in 1683 zelfs bacteriën in
tandaanslag. Van Leeuwenhoek
een amateur! sleep al zijn
lenzen zelf met de hand. Na zijn
dood in 1723 omvatte zijn boe
del 172 losse lenzen en 47 eigen
gemaakte microscopen, waaron
der drie gouden en één zilveren.
HEYERDAHLS fotograaf Erling Schjer-
ven nam gedurende de een jaar durende
expeditie naar Paaseiland en de westelijker
gelegen eilanden van Polynesië, onder dik
wijls zeer moeilijke omstandigheden, niet
minder dan 42.000 meter smalfilm op, die
in Stockholm tot een normaalfilm is ver
groot en tot een lengte van 2350 meter is
teruggebracht. Het resultaat werd een on
gemeen boeiende kleuren-geluidsfilm, die
niet alleen Heyerdahls wetenschappelijke,
archeologische resultaten duidelijk in beeld
brengt, maar ook het leven van de Paas-
eilanders zelf in hun relatie tot de expedi
tie tekent. Heyerdahl toog, zoals menigeen
zich wellicht zal herinneren, door het lezen
van zijn thans in 23 talen vertaalde best
seller „Aku-Aku, de geheimen van Paas
eiland", naar Paaseiland en andere eilan-
De maquette van het draaitoneel voor
Thorbjörn Egners comedie voor kinderen
„Burgers en rovers van Kardemomma".
den in de Pacific om er nu op archeo
logisch terrein aanwijzingen en be
wijzen te halen voor de juistheid van zijn
theorie over de wijze waarop de eilanden
in de grote oceaan bevolkt zijn geworden
en om te zien of hij misschien iets zou
kunnen ontsluieren van de geheimen en
raadselen van Paaseiland, dat op Pasen
van het jaar 1722 door de Zeeuwse notaris
en jurist Jakob Roggeveen werd ontdekt.
HEYERDAHL heeft ter gelegenheid van
de première ontsluierd dat hij tezamen
met zijn wetenschappelijke medewerkers
thans bezig is de laatste hand te leggen
aan een wetenschappelijk werk over de
resultaten van de expeditie, welke samen
gevat zullen worden in twee boekdelen,
uit te geven door een Amerikaanse univer
siteit. De resultaten, die zo langzamerhand
bekend worden, zijn van die aard dat
encyclopedieën met een wereldnaam cor
recties wensen aan te brengen in hun uit
gaven. Heyerdahl heeft zijn film zelf van
Thorbjörn Egner met twee figuren uit zijn
poppenspel „Klaasje Klautermuis en de
andere dieren van het Hakkebakkebos".
betekende dit een vertra
ging van zes maanden, om
dat de lens daarvoor naar
het buitenland moest wor
den gezonden.
MET DE HULP van de
Birmaanse onderzoeker U
Tin Saw, legde de heer
Peters zich erop toe om de
microscopen die door de
zwam waren „aangevreten"
te herstellen. Een afge
werkte lens te her-polijsten
is een veel nauwkeuriger
werk, dan het werken aan
een lens tijdens het pro-
diLktieproces. „Je hebt nu
minder speling bij een
eventuele vergissing". Maar
U Tin Saw en de heer Pe
ters zijn buitengewoon vlug
in dit werk.
MEER DAN VIER in
strumenten per dag 7?ii-
croscopen en theodolieten
gebruikt bij particulier
onderzoek werden er ge
bracht ter reparatie, voor
het merendeel gebruikt
voor onderzoek, medische
en landbouwscholen van de
universiteit in Rangoon en
ook van het departement
voor de bestrijding van
malaria. „Dit gezwel", ver
telde de heer Peters, „is
een algemeen probleem in
de tropen, waar optische
instrumenten veelal niet
bewaard worden in kamers
met luchtverversing"Maar
hij voegde er aan toe:
„Zelfs met luchtverversing
zullen de zwammen vroeg
of laat een aanval doen op
de microscoop".
commentaar voorzien, en door de onopge
smukte, nuchtere wijze waarop hij dit doet,
komt de fantastische realiteit in kleur en
beeld, op en onder de bodem van Paas
eiland des te scherper en indringender
naar voren. Koning Olav, de beschermheer
van de expeditie, aan wie Heyerdahl nu
ook zijn film heeft opgedragen, applaudis
seerde dan ook spontaan en hartelijk toen
de film was geëindigd en Heyerdahls
laatste commentaar weerklonk.
IN HET POPPENTHEATER voert de
duizendkunstenaar Thorbjörn Egner zijn
poppenspel „Klaasje Klautermuis en de
andere dieren van het Hakkebakkebos"
ten tonele. Hij heeft zelf eerst het boek
geschreven en daarna het poppenspel. Hij
heeft de talrijke liedjes gecomponeerd, de
decors gemaakt en tenslotte ook nog de
poppen vervaardigd, die allerlei dieren
uit het bos voorstellen, en waarin Klaasje
Klautermuis de hoofdrol speelt. Het is een
juweeltje van een poppenspel geworden,
met decors zo charmant en snoezig, dat de
kinderen en de haast even talrijke ouders
van verrukking telkens weer maatvast in
de handen klappen als Klaasje weer eens
een liedje zingt. Nu en dan richten de
dieren ook het woord tot de jeugdige toe
hoorders om ze antwoorden te ontlokken.
En het is wonderbaarlijk te beluisteren
hoe logisch de antwoorden zijn van de
kinderschaar, die hier de eerste kennis
making met „het toneel" krijgt.
HET VERMAARDE Nasjonalteater, het
grote traditierijke toneelgezelschap van
Oslo, heeft een „volwassen" stuk van Eg
ner op het programma. Het stuk is „De
rovers van Kardemomma", een verhaal
over rovers die als huisdier een leeuw
houden, maar later toch nog nette burgers
van het stadje Kardemom worden. Op een
draaitoneeltje spelen zich hier de meest
kleurrijke en vrolijke scènes af, waarbij
het duizendkoppige, jeugdige maar voor
een groot deel ook volwassen publiek een
paar uur van groot kunstgenot beleeft. Het
stuk is in Noorwegen nu al ongeveer vier
honderd keer vertoond. In Odense in
Denemarken, de stad van H. C. Andersen,
waar nog maar kort geleden de première
plaats had, is het stuk nu al 55 maal op
gevoerd, meestentijds voor een uitverkocht
huis. Ook de televisie heeft zich natuurlijk
van „de rovers" meester gemaakt, terwijl
alle zenders van geheel Noord-Europa het
radiospel bij herhaling in de Scandina
vische talen en dialecten en in het IJslands
hebben uitgezonden! „De rovers" is nu ook
in het Duits verschenen en heeft een
buitengewoon succes. Opvoeringen zijn in
Engeland en Duitsland in voorbereiding.
De Westduitse automobielclub A.V.D.
(Automobilklub Von Deutschland) heeft
dezer dagen voor leden, die veel voor de
vereniging hebben gedaan, „Das goldene
Sportabreichen mit goldenen Eichenblat-
tern und Brillanten" ingesteld.
In de Westduitse pers heeft men zich hier
over zowel boos als vrolijk gemaakt. In
1- t algemeen is de gemiddelde Westduit
ser niet meer zo gek op orden en me
dailles. Een zondagsblad schreef: „Zullen
nu de konijnenfokkers en de vlindervrien
den beweren, dat ook onder hen vooraan
staande leden zijn, die recht hebben op
zulk fraais? Reeds ziet men een geheel le
ger van biljantendragers glans en licht
brengen in het alledaagse grijs van onze
massamaatschappijDe Westduitse
automobielclub staat blijkbaar met het
ene been nog diep in het verleden.
De kinderen, die het vorige jaar of in
januari van 1960 in de Bondsrepubliek zijn
geboren, hadden de meeste kans Michael
of Gabriële te worden genoemd. Dat blij
ken de favoriete namen voor jonggeboren
Westduitsertjes te zijn. Op de tweede
plaats komen Thomas en Sabine. Op de
derde plaats van de meisjesnamen komen
na Gabriële en Sabine Petra, Sylvia, Clau
dia en Christine. Men gelooft, dat hier de
invloed van de namen van filmsterren
groot is. Bij de jongens bleek een duide
lijke voorkeur voor Karsten, Uwe, An
dreas, Martin, Frank en Peter. Er was een
vader in Wiesbaden, die zijn zoon Nikita
noemde naar Kroesjtsjev. In Fulda heet
een jongetje Ilja (naar Ehrenburg?). Dat
onder dergelijke omstandigheden ambte
naren van de burgerlijke stand een soms
doelloos gevecht tegen dwaze namen voe
ren, is duidelijk. Wel lukte het in een klei
ne stad een ambtenaar om een moeder er
van te overtuigen, dat zij haar dochtertje
toch echt geen Edelweiss kon noemen..
Over het kiezen van een bepaalde studie
richting wordt af en toe in de bondsrepu
bliek heftig gedebatteerd. Tot voor kort
stond het artsenberoep hoog aangeschre
ven. Maar de uitslag van een moderne
analyse viel nogal mee: er zijn in de
Bondsrepubliek ruim 72.000 artsen, van
wie er 41.000 eigen praktijk hebben. In to
taal komt dat neer op één arts op 695 in
woners, waarmee de Bondsrepubliek op
de derde plaats in de wereld staat, na Is
rael en Oostenrijk. In de Verenigde Staten
is op elke 800 inwoners één arts. Men re
kent in de Bondsrepubliek voorlopig niet
met een tekort of een overschot van art
sen. Jaarlijks heeft men hier ongeveer
1500 nieuwe artsen nodig: in het studie
jaar 1958-1959 kwamen er 4200 nieuwe stu
denten in de medicijnen bij
tendbladen leest: Juwelen-
dieven gevangen na opwin
dende jacht met een snelheid
van 120 km per uur, ofValse
munters na hevig gevecht ge
arresteerd, vraagt men zich
af of dat „grote werk" door
diezelfde heren verricht kan
zijn, die men nooit anders
dan in koele beheersing door
Londens straten ziet rijden.
Er zijn thans in Londen
vijfhonderd vrouwelijke poli
tieagenten. Zij regelen het
verkeer en beheersen de
kunst der zelfverdediging.
Meer dan eens is het al voor
gekomen dat zij echte „zware
jongens" na een handgemeen
arresteerden. Dat moet een
opwindend schouwspel zijn!
Vele gehuwde Bobbies wo
nen in Noord-Londen, in de
Cannonbury Estate, waar
voor het korps prettige, lan
delijke huisjes en ook flats
zijn gebouwd Het oude lied
je: „Het lot van een politie
man is geen gelukkig lot" kan
men ook tegenwoordig nog
wel in Londen horen, maar
het wordt nooit meer door
de Bobbies zelf gezongen zo
als vroeger het geval was. Zij
weten wel beter en het is aan
hen te zien.
In de vriendelijke wijk Cannonbury Estate zijn
voor het Londen.se politiekorps huizen en flats
gebouwd. Er gebeurt nóóit wat.
diet Raffles, noch speurder
Sherlock Holmes zou nu
zijn faam kunnen behalen. De
Bobby is nog steeds hulpzaam
en beleefd, maar die huisdier-
Een Bobby anno 1960.
achtige vriendelijkheid is er
niet meer. De Bobby is een
heer, die zijn perfect gesne
den keurige uniform met
zwier draagt. Hij is een toon
beeld van beheersing. Men
ziet hem nooit lanterfanten
of slungelig lopen. Een raad
sel is hoe hij het klaar speelt
zijn grootste activiteiten
steeds 's nachts te ontwikke
len; want als men in de och-
Agente Moira Prendergast heeft een
verloren gelopen jongetje naar het
bureau gebracht. Hij krijgt thee, want
daar houden Engelse jongetjes erg van.