Hannibal leert Italiaans I lis je ZATERDAG 27 FEBRUARI 1960 Erbij PAGINA ZES Schakee FEUILLETON VOOR OP ZOEK NAAR EEN VELDSLAG JONGE MENSEN DOOR w if ff ff SS 1 f iü SS IJl Hf pi J§§ 1 lilt H lüf |H SS gp iHf f 1 dit 11 H n B B HF P 8 nsió S8VÓ 1916A f :peq (paoou) aauiaed aa 'isiuiag s(ajBiptuispaA\ apiaq ubb poq -uaddoqos-fc qfqaqqeuiag uaa paaA\ suiEai aqaais aaA\i uassni priaispaA\uaneiaaiA uaa ui :SBBJAaSp]jq asjfftjajjaM do paooMjuy LIZZY SARA MAY VORIGE WEEK overleed plotseling, op 54-jarige leeftijd, prof. mr. A. W. Ham ming, hoogleraar in de economie en zeer sterk schaker. Hamming was één van de merkwaardigste figuren in het Nederland se schaakleven. In zijn jonge jaren be hoorde hij tot de meestbelovende krachten, maar zijn resultaten, in wedstrijdpunten uitgedrukt, bleven beneden de verwach tingen. Dit kwam voornamelijk, omdat Hamming minder gericht was op een kost bare score, dan wel op bevrediging van zijn onbedwingbare experimenteerbehoef te. Toch heeft hij respectabele successen geboekt, In zijn Indische tijd, de twintiger jaren, was hij kampioen van het voor malig Ned. O.-Indië. De titel districtskam pioen van Nederland heeft hij op zijn naam gehad. Menigmaal heeft hij ons land internationaal vertegenwoordigd, b.v. in de Olympiade München 1936. In de strijd om het landskampioenschap gooide hij her haaldelijk hoge ogen en moest zelfs dr. Euwe tegen hem met remise genoegen nemen. De laatste Jaren verslapte zijn strijdlust. Maar zijn liefde voor ons spel verminderde niet, hetgeen b.v. bleek uit het feit dat hij als non playing captain fungeerde van de Nederlandse ploeg in de Olympiade te Moskou. Hamming's originele kijk op het spel, zijn hang naar avontuur en risico's, zijn voorkeur voor experiment boven zeker heid, worden in onderstaande partij uit 1934 treffend geïllustreerd. Wit: prof. Hamming. Zwart: Epstein. Aljechin-verdediging. 1. e2-e4 Pg8-f6, 2. Rfl-c4 Al direct Hamming ten voeten uit. Gebruikelijk is 2. e5 of Pc3. De tekstzet heeft bepaalde bezwaren, maar wie vindt die voor het bord? Zwart wordt aanstonds tot zelfstan dig denken wat tijd kost! gedwon gen. 2Pf6xe4, 3. Rc4xf7f Ke8xf7, 4. Ddlh5f g7-g6 Beter 4Kg8 b.v. 5. Dd5t e6, 6. De4: d5, 7. De2 c5 en zwart staat beter, ondanks de insluiting van Th8. Zwak was natuurlijk 4. Kf6? om het stuk te redden. Zie b.v. 5. Df3f Ke5, 6. d4f enz. 5. Dh5-d5f e7-e6, 6. Dd5xe4 Rf8-g7, 7. d2- d4 Th8-f8, 8. Pbl-c3 Kf7-g8, 9. Rcl-e3 Pb8- c6, 10. 0-0-0 Dd8-f6, 11. h2-h4! Niet 11. Pb5 a6! 12. Pc7: Ta7! en het paard is gevangen. 11.Df6-f5, 12. De4xf5 Tf8x f5, 13. g2-g4 Tf5-f7, 14. h4-h5 e6-e5, 15. d4-d5 Pc6-d4. Zwart: EPSTEIN Rh6xg7 Tf2xc2f Een dubieus avontuur. Voorlopig staat zwart echter twee pion nen vóór en moet wit maar zien, hoe hij die terugwint, 20. Kcl-bl Kg8xg7, 21. Pc3-e4 21. Td4: cd4: 22. Kc2: dc3: levert natuurlijk niets op. 21b7-b6! 22. Pe4-g5! En niet 22. Td4: cd4: 23. Kc2: Rb7, 24. Kd3 Ra6, 25. Kd2 Rb7 met remise. 22Tc2-g2, 23. Thl-h7f Kg7-g8, 24. Th7-e7 Tg2xg4. Nu is wit, bij gereduceerd materiaal, zelfs drie pionnen achter. Zo als gewoonlijk gaat Hamming langs af gronden 25. Pg5-h7 Tg4-f4, 26. Pgl-h3. Eindelijk wordt dit paard ontwikkeld. 26. Tf4-f5. Niet 26. Tf7, 27. P3 g5! Te7: 28. de7: Rb7 Pf6f enz. 27. Tdl-gl.... Langzamerhand wordt het duidelijk dat wit de beste troeven heeft, Maar zwart is nog niet kansloos, omdat de witte koning niet veilig staat. 27Rc8-a6, 28. Tglx g6t Kg8-h8. 29. Kbl-cl De koning be geeft zich in het strijdgewoel. 29Ta8- g8, 30. Ph7-f6! De prachtige pointe van de witte aanval; er dreigt Th7 mat. 30Tf5-flt, 31. Kcl-d2 Tflxf6, 32. Tg6xf6 Tg8-g2f, 33. Tf6-f2 Tg2xf2, 34. Ph3 xf2 Zwart heeft twee pionnen voor de kwaliteit, maar dat is onvoldoende, om dat d7 onhoudbaar is. 34Ra6-b5, 35. Pf2-e4 Kh8-g8. Er dreigde Pf6 Th7 mat, 36. Pe4-f6t Kg8-f8, 37. Pf6xd7i Rb5xd7, 38. Te7xd7 Pd4-f5, 39. Td7-d8f Kf8-f7, 40, d6-d7! en zwart gaf het op, daar na 40. Ke7, 41. Tf8! enz. volgt. Een echte ,.Hamming"-partij, zoals wij helaas niet meer te zien zullen krijgen. Mr. Ed. Spanjaard Of deze spellen: WEST H B 10 7 3 9 8 5 3 - H V 10 7 2 OOST A 6 5 9? H V 7 O A H 9 2 AB3 In eenvan de vroegere boeken van wylcn Ely Culbertson stond een lijstje af gedrukt met adviezen betreffende het uit komen. Ik herinner my, dat het uitkomen met een Aas tegen een klein-slam contract in Sans-Atout daarin te boek stond als „bijzonder slecht". De praktijk heeft Ely Culbertson niet in alle opzichten gelijk gegeven er zijn be paalde gevallen, waarin het uitkomen met een Aas tegen 6 Sansatout serieus over wogen moet worden. De zuidspeler heeft: 98 9 A 6 4 O 10 8643 *986 Het biedverloop is geweest: oost 2 SA (NZ passen) west 3 schoppen oost 3 SA west 4 klaveren oost 4 ruiten west 6 SA allen passen. Alle biedingen van OW waren zónder bepaalde, conven ties. Leest u het biedverloop eens goed en zoek het logische argument waaróm het uitkomen met hartenaas het. beste is. De oplossing volgt onder, doch eerst geef ik u het gehele spel: Of zuid al dan niet uitkomt met 9? Aas, het slagen van het OW-contract hangt wéér af van het vinden der schoppen vrouw. Hoewel oost dus in dit spel 2 sla gen in harten vrij krijgt door de uitkomst met 't Aas, schiet hij daar weinig mee op, daar hij toch de volle buit in schoppen (en klaveren) moet binnen kunnen halen om zijn spel te winnen. Het doorslaggevende argument om al dan niet tegen 6 SA met een Aas uit te komen is, of men dat Aas in een vitale (lange) kleur der tegenpartij bezit dan wel of men dat Aas heeft in een korte bij kleur der tegenstanders. In het laatste ge val doet men er goed aan, wèl met dat Aas te beginnen. Had de zuidspeler goed naar het bieden geluisterd, dan had hij geweten dat OW in schoppen en klavéren vermoedelijk al 10 slagen te maken hadden. Zou er in één van die twee zwarte kleuren moeten wor den gesneden, dan zou dat óók nog wel moeten gebeuren nadat zuid 9? Aas had gemaakt. Nu zuid de gevaarlijke uitkomst van 9 koos, kwam hy dus niet meer aan het maken van zyn Aas (en van partners Heer!) toe. „Zuid ging met hartenaas naar bed" heet zo'n gebeurtenis in het bridge- taaltje! H. W. Filarski Bridgevraag van deze week: Noord gever. NZ staan kwetsbaar viertallen- wedstrijd. Noord past, oost opent met 1 harten wat moet zuid doen met het volgende spel: H 10 8 9 5 4 <>A A V 10 8 5 4? An woord elders op deze bladzijde. De mooiste winst van deze maand be haalde Piet van den Berg tegen Theo Tiel- rooy, kampioen van Kennemerland 1958 en 1959, in zijn partij voor de onderlinge DCIJ-competitie. De winst is daarom origineel, omdat Van den Berg eerst het offer plaatste en daarna pas de positie- zetten speelde. In normale gevallen volgen eerst de sterkste dwangzetten en daarna komt het offer om het beoogde plan uit te voeren. Het was in de volgende stand: THEO TIELROOY xxooMC<»conccccoo~'xx5bÖo6Q^'^"co3'xxyvyyx*X!Coocoxvxo r> Y//////Z. WEST H V B 7 3 O 8 5 3 O - H V 10 7 2 OOST A 10 5 0 V 10 7 O A H V 9 A B 3 WW. CGOD^DCCCCCOX»CCOCC«»DOXOOOOCCCC030CCICCCCO Wit: prof. HAMMING Een „gewoon" mens zou hier vermoede lijk 16. hg6: hg6: 17. Pe4 gespeeld hebben, teneinde de aanval met zetten als Pg5, be nevens c3 of ook d6 voort te zetten. Maar Hamming zag nooit op en pionnetje en verkoos een strategisch pionoffer. 16. d5- d6! c7-c5. Na 16cd6: was 17. hg6: hg6: 18. Th2, benevens Rd4: en Pe2 de be doeling. Wit wint dan de pion wel terug en komt daarmede positioneel in het voor deel. 17. h5xg6 h7xg6, 18. Re3-h6 Een voudiger wil 18. Pd5 met de sterke drei ging Pe7f. Maar eenvoudig denken stond niet in Hamming's woordenboek. Zijn motto was: warum einfach wenn es auch kompliziert kann? 18Tf7xf2, 19. Uit de spellen die OW hadden kunt u zien, dat het uitkomen met hartenaas een onverwacht succes voor zuid had meege bracht noord had namelijk hartenheer, en een signaal in harten zou zuid zeker de kleur hebben doen naspelen voor één down. In werkelijkheid koos zuid de uitkomst met schoppen 9 waarna OW geen enkele moeite hadden om 13 slagen te maken. Laten we nu eens twee OW-spellen geven, die volgens het gegeven biedver loop óók mogelijk waren geweest: WEST H B 10 7 3 9 8 5 3 O - H V 10 7 2 OOST A 6 5 H 10 7 A H V A B 3 Als zuid tegen 6 SA uitkomt met. 9? Aas maakt oost weliswaar de 99 Heer later doch de uitkomst kost niet de beslissen de (12e) slag; oost zal toch nog de schop penvrouw moeten „vinden" om zijn con tract te winnen. V ^777%/. x^yyxccccocoxc>xcccccccccoxccccaccccccex>xx>ayyyayxac PIET v. d. BERG Zwart: 2, 6, 8, 9, li, 12, 13, 16, 18, 19, 23, 24, 25 en 26. WiL 27. 28. 31. 32. 33. 35, 36. 37. 38. 39, i' Wit aan zet speelde 1) 27-22 18x27. 2) 31x22 17-17? 3) 22-18 13x22 of? Op 23x12 28-22 17x28 32x3. 4) 39-34 en er is geen zet meer voor zwart. Ondanks zetten als 9-13, 9-14, 8-13, 2-7, 17-21 volgt steeds de zet 34-30 met stukwinst. Er moet dus het tegenoffer 25-30 34x25 volgen, waarna Heb je gezien hoe de mensen dansen als ze gewoon lopen? Heb je ze horen ruzie maken als ze gewoon praten? Heb je de bergen gezien waar je naamge noot, die lelijke vechtersbaas, vandaan gekomen is? En zou je, net als ik, hier wel altijd willen blijven? Zelfs al kun je niet echt vrienden worden met iemand. Met Alberto b.v. die wel aardig tegen je is als je hem ziet, maar je het volgende ogen blik alweer vergeten is. Misschien ver dampt vriendschap hier net zo gauw als de regen. Ook al heeft het gestort. Maar wat hindert dat, hè Hannibal We hebben toch ons best voor ze gedaan, ook al komt er niets van terecht Opeens moest Ondine onbedaarlijk lachen. Ze dacht aan de tocht met het ge raamte dat onderweg alle kanten uitrolde. Af en toe hing het heerlijk met zijn hoofd tegen Joosts schouder. Zelf hadden ze be slist de meeste pret gehad, want in het dorp aangekomen, waren er alleen maar wat teddyboys om de auto komen staan. Luid gebarend hadden ze allerlei onver staanbare opmerkingen gemaakt, en an dere voorbijgangers hadden alleen maar grote angstogen opgezet, de vrouwen had den hun kinderen snel meegetrokken en een kruis geslagen. Joost had hun uitge legd dat de mensen hier maar in het zuiden veel meer erg bijgelovig waren en dat ze zulke grappen beschouwden als het tarten van het noodlot, het boze oog. Alleen signore Nero was enthousiast ge weest, niet zozeer over het fraai uitgedos- te geraamte, alswel over de vondsten die voorlopig bij hem een onderkomen zouden vinden. Vergenoegd had hij zich in de handen gewreven bij het vooruitzicht van de klan dizie die hem dit bezorgen zou. Daarna had hij vlug afspraken gemaakt met de meest vooraanstaande ingezetenen van het dorp: dottore Pascale, de dokter, sig nore Brindisi, de burgemeester, signorina P"mpini, de juffrouw van het postkantoor die klaarblijkelijk Onderwijs en Kunst vertegenwoordigde en last but not least, signore Alfredo, die voor tolk moest spe len. Nog diezelfde avond hadden ze met z'n allen om de grote middentafel plaatsgeno men. Joost, Ondine, Ivo en Jaap, de bur gemeester, breed en klein maar met het nieuwste streepjespak aan, de dokter, een beetje zuur, steeds op zijn horloge kijkend en de juffrouw van het postkantoor, een mooie, wat oudere dame, met een strenge mond. Meneer Bijkema had evenals mrs, Sippy verstek laten gaan. Beiden interes seerden ze zich wel voor de opgravingen, maar niet voor het gevolg daarvan. Het gesprek was begonnen met een in leiding van Joost, die het dorp namens de jongelui de vondsten aanbood en tevens voorstelde om de vondsten ten toon te stel len in het museum op het Isola Maggiore, zodat dit aan het dorp ten goede zou ko men. Na een dankwoord van de burgemeester bracht signorina Pampini te berde dat ze het toch beter vond om ze aan de school te geven in verband met de opvoeding van de jeugd. Maar dit werd nadrukkelijk be streden door burgemeester Brindisi, die heraadhuis dé plaats vond. Nietwaar dot tore? steeds winst volgt door 33-29. Wil zwart dit met 17-21 28x17 11x22? of 21x12 voor komen, dan kan zowel 33-29 als een dam- zet volgen met 37-31 26x39, 25-20 en 30-34 met 35x4. De volgende verrassende dam kon Jan Poppen ('t Oosten) in zijn partij tegen Piet van den Berg uitvoeren in de vijfde ronde van het Kennemerland hoofdklassetoer- nooi. Stand na de 30ste zet van zwart: J. Poppen 3, 8, 9, 13, 19, 20, 16, 21, 23, 24 en 26. Wit P. van den Berg 27, 28, 30, 32, 35, 37, 38, 40, 42, 43 en 45. Wit aan zet speelde 27-22. waarna zwart met 23-29 vervolgde. Origineel was de winst, toen wit met 30-25 voordeel dacht te behalen. 29-33 25x23. 21-27 38x20 27x47. 20-15, waarna Poppen (na 13-19) won. Eveneens verrassend mooi was de winst die de DCIJ-speler J. van Straten met wit op de Jozeph Blankenaar-speler Frans behaalde. Het was in de volgende stand: FRANS (Jozeph Blankenaar) OOOOC-; lm m mm 'm. W/: oo^^Écöcoc^^^32C5oe<^^^rocoo:^^^>30(X)d^^^ooooooc Wit: J. VAN STRATEN (DCIJ) Wit aan zet won fraai door 48-43, 37-31, 28-23 A. 36-31 10-5, met de slotslag naar ruit 15. Wit wint. Op A 36-31 wint wel 26x46, doch eerst na 26x23 41-37 en dan 10-5 met winst naar ruit 4. In het toernooi om het kampioenschaD van Nederland 1960, dat op weekends te Utrecht wordt gespeeld, heeft de vol gende, zeer fraaie problematische winst zich voorgedaan. Zwart. Meyer: 6, 8, 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18. 19, 20, 23 en 24. Wit: 25, 26, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 36, 37, 38. 43 en 48. Indien zwart aan zet 17-21 26x17 12x21 had vervolgd, dan had wit met 27-22 18x27, 33-29 24x31 30-24 27x49. 24x4. 23x32 36x38 49x32 of 27 kunnen bereiken, maar wit wint. Een winst, die wij nog niet eerder in het partij spel hebben gezien. Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur B. Dukel, Wijk a. Zeeërweg 125, IJmuiden. B. Dukel ijjaaq uaddoqos u^a stqoajs ua ua;aeq z 'uaqna 'uaaaAepj g piaaqjooA Ctq pinz ;ep si aa^oaS (aaA sueq ap }ep 'uauaqaa apauiaa laiqnop }aq uea uaAag 1 a i u iaq joop jaoui paoou }uba\ uaajq ^n ■jSbbja 'uaaaABiq z -i^ao uap -aiq uaddoqos z uaa§ paoou ;aoui jbbiai •uapaq -qCqaSoui aqfqapaj Sou pCifiB uaaaAiqq g jo uaddoqos z "SAtqq s^eefd apaaM; ap ut ua jqoBjq a Si u a ;aui uaAag uagouz uaaqe poq ;ep paoou jez siBEjd ajsaaa ap ui qoop 'ipiooAilue ua;tn.i z pjoou iep 'giz3A\ -ubb JBBAag jaq st q[q.innieN 'poq apaog ;aq laiqnop }aq iqeeui unajsuaddoqos aqaa;s spinz jsinp -uaAag a-j „}aiqnop" uaa atieuijojut aai "^a s}eiqdui 'uapaiq ai uaa -aAB(q z l^oj ap aiqeeui aajadspmz ap ua De dottore haalde onverschillig zijn schouders op, zei: „Eh" en waarschuwde de burgemeester zich niet zo druk te ma ken omdat dat niet goed zou zijn voor z'n lever Maar \/ij hebben die opgravingen ge daan, zei Ivo, en wij geven het aan het dorp en wij willen het in het museum heb ben En anders nemen we de boel wel mee naar huis, zei Ondine boos, Nee, zei Joost, dat mag niet. Het is op Italiaans grondgebied gevonden en be hoort dus aan Italië. Maar ik wil het op de school, kefte signorina Pampini. En ik in het raadhuis, blafte burge meester Brindisi. Pas op je lever, zei dottore Pascale. En op dat moment werd de deur open geworpen en kwam commendatone Fra- gola binnen. Hij deed zijn naam enorm eer aan fragola betekent aardbei, fluister de signore Alfredo. De commendatore greep een stoel, be stelde een glas chianti, presenteerde siga retten, ging schrijlings op de stoel zitten en keek van de een naar de ander. Onmiddellijk nam de burgemeester zijn kans waar, vertelde de commendatore waar men over praatte en legde hem om- s' ndig uit waarom hij wel al dat moois in het raadhuis wilde hebben. Toen hij zijn verhaal bijna uit had, scherpte signorina Pampini haar tong en ging tot een rechtstreekse aanval over. De school, en waarom de school, daar om de school, de jeugd van tegenwoordig, de opvoedingOnderbroken door de dottore met de lever van de burgemeester. Maar luister nu toch eens allemaal, zei Ivo. Wij hadden al weken geleden een plan gemaakt voor het dorp. We wilden U allemaal helpen om het dorp als toeris tencentrum te herstellen, en het dorp is toch het beste gediend met de gevonden voorwerpen in het museum te plaatsen. En nu gaat U ruzie maken Commandatore Fragola stak zijn hand op: Jullie hoeven er verder helemaal niet over te praten zei hij, want het Rijk is de enige die hier iets in de melk te brokken heeft. Passignano krijgt helemaal niks! Even heerste er een dodelijke stilte. Maar die werd al gauw verbroken en dit maal door signore Alfredo die tot nu toe alleen maar zijn stem had laten horen om over de taalgrenzen heen en weer te springen. Luister eens Fragola, zei hij. Deze jongelui geven hun vondsten cadeau aan Passignano. Volgens mij heeft het Rijk daar niets meer te maken. Ik vind dat zij zelf maar moeten beslissen waar ze hun gaven willen hebben Commendatore Fragola nam een grote slok chianti, veegde zijn lippen af en ver klaarde rustig: Daar hebben we niets mee te maken. Het Rijk is het Rijk en het Rijk beslist Nee, riep burgemeester Brindisi, het raadhuis Nee, de school, riep signorina Pampi ni, Je lever, waarschuwde de dokter. Laat ik nu eerst eens telefoneren met de afgevaardigde van Perugia, stelde commendatore Fragola voor en hij nam weer een grote slok. Moeizaam stond hij van zijn zetel op en begaf zich naar de hal waar de telefoon was. Hij bleef een half uur weg en in die tijd bracht signore Nero zes kopjes espresso, namens het hotel, zoals hij fluisterde. En in die tijd kwam er voor Joost een telegram. Nadat hij het gelezen had keek Joost dromerig en tevreden voor zich uit. Wat staat er in? vroeg Ondine. Hier lees zelf maar. „Regeringsopdracht stop overkomst dringend gewenst stop haast stop Maxje". Wie is Maxje? vroeg Ondine. BARTJE WAS een leuk joch. Hij woonde met zijn vader en moeder en twee zusjes op de grote boerderij, die je vanaf de straatweg ver weg in de weide kon zien liggen. Het was altijd heerlijk op de boerderij en Bartje ren de dan ook altijd vanuit school direct naar huis. Soms nam hij een vriendje mee en dan mochten ze heerlijk in de warme stal spelen, of ze gingen mee als Joris de knecht, de koeien ging mel ken. Als Joris een goede bui had zei hij wel eens: „vooruit Bartje, probeer het ook maar eens!" En dan ging Bartje precies als Joris op het melk- krukje zitten en was erg trots als hij een mooi straaltje melk precies in de emmer kon laten spuiten. Maar nu was er één ding dat niet zo leuk van Bartje was. Hij wilde 's avonds nooit naar bed toe. Als hij na het eten met vader en moeder en de zusjes in de gezellige woonkeuken zat, met z'n voeten opgetrokken op de sporten van de stoel en een boek met mooie pla ten of spannende Indianenverhalen Ga toch opzij, zeg zie je niets? Daar komt Matthijsje op zijn fiets. Ga toch opzij, zeg hoor je wel Matthijsje heeft een echte bel. Daar rijdt hij, tjingelingeling Zo'n fiets is toch een prachtig ding. Hij neemt de bochten vliegens vlug En komt luid bellend weer terug. Hij zit in 't zadel als een man. Kijk, zie je hoe hij fietsen kan? De melkboer en de bakker, zeg, Die gaan hem allen uit de weg En wuiven als ze hem zien gaan. Kijk uit, daar komt Matthijsje aan! Marjan van Beek voor zich op tafel, vergat Bartje de wereld om zich heen. Hij keeken lasen de tijd vloog voorbij. „Bar tje zou de letters wel willen opeten!" zei moeder soms plagend en dan streel de ze hem eens over z'n bolletje. Maar om acht uur precies zei moeder altijd: „Kom Bartje m'n zoon, naar bed". Maar elke avond wéér zei Bartje dan: „Ik wil niet naar bed moeder, nog een heel klein stukje, even deze bladzijde uitmaar bij dat stukje kwam dan nóg een stukje, en nóg een stukje en dan moest hij nodig Bobbie de hond, die in z'n warme mand bij de kachel lag, gedag zeggen, en Minet de poes aaien, en nog honderd andere dingen doen, en hij liet moeder wachten.... En pas als vader opstond en zei: „Vooruit Bartje, nu een twee drie naar bed!", dan pas ging Bartje met tegenzin naar boven.. Van alles hadden vader en moeder al geprobeerd om Bartje dat getreuzel af te leren, maar niets hielp. Maar op een goede dag had vader een planne tje bedacht. Hij vertelde het aan moe der en die zei: „Ja, dat zullen we probe ren. 't Is wel naar. maar misschien zal het helpen. Ik hóóp 't." Die avond, om acht uur zei Bartje, zoals altijd: „Ik wil niet naar bed", en weet je wat er toen gebeurde? Vader stond op en zei: „Wil Bartje niet naar bed?" „Nee." zei Bartje, ,',ik wil le zen„Nou, da's best", zei vader. „Afgesproken hoor Bartje, van nu af aan hoef jij helemaal niet naar bed. Je mag de hele avond blijven lezen, en de hele nacht óók. Ik zal je bedje dan maar op zolder brengen, want dat heb je dan ook niet meer nodig hè?" En va der stond op, ging naar boven en bracht Bartjes bed naar de zolder toe, en zet te het tussen de oude dekenkist en het rek met appelen. Daar keek Bartje na tuurlijk van op, dat begrijp je, maar hij dacht „dat is heerlijk, ik ga wel tien boeken lezen!! En Bartje lasen lasen las Om tien uur stonden vader en moe der op. Ze sloten alle deuren, verzorg den de kachel, en zeiden: „Dag Bartje, lees maar prettig hoor, wij gaan naar bed". Bartje had al wel een béétje slaap, maar dat liet hij natuurlijk niet merken. Maar om elf uur had Bartje een vre selijke slaap, en de letters begonnen voor z'n ogen te dansenNee, nu vond Bartje opblijven helemaal niet meer leuk hoor. Alleen was het hele maal niet gezellig. In de keuken sliep Bobbie, en Minetje sliep, en iedereen in huis sliep, behalve Bartje „Oh", dacht Bartje, kon ik nu maar naar m'n bed, maar vader heeft 't op zolder gezet en daar durf ik in het don ker niet naar toe...." Hij nam een slokje water en nam een koekje uit de trommel. Het werd later en later, en Bartje werd verdrietiger en verdrieti geren opeens kon Bartje het niet meer uithouden en begon zachtjes te huilen. Bobbie werd er wakker van en toen hij zag dat zijn baasje groot ver driet had klom hij uit zijn mand en ging vlak naast Bartje's stoel liggen. En Bartje huilde hoe langer hoe harder.. En toen was moeder ineens bij hem in de keuken. Ze trok Bartje op haar schoot en zei: Zie je nu, domme jongen dat je slapen moét? Lezen is fijn, maar alles op z'n tijd. Kom Bartje, droog je tranen., kijk Bobbie eens naar je kijken?" „Oh Moeder," snikte Bartje, „ik zal nooit meer zeuren om op te mogen blijven, maar mag ik dan nu alstublieft naar bed?" „Zo mag ik het horen." zei Moeder lachend, „kom maar vlug mee naar boven kereltje. Vader heeft je bedje al weer klaar ge zet. En nog nooit was Bartje met zoveel plezier naar bed gegaan. Hij lag er nog niet in of hij sliep al. Hij voelde Moe- der's nachtzoen niet eens meer. En jullie kunnen het geloven of niet, maar na die avond heeft Bartje nooit meer gezegd „ik wil niet naar bed!" De les had goed geholpen. Matty van der Buroh-Alleda Da's een kunstbroeder, grijnsde Joost, een, die het goed met me meent. Wat je maar goed menen noemt, zei Ondine spijtig. Je zit hier net zo lekker.. Nou lekker, zei Joost, jullie hebben me er weer eens lekker in laten pruimen, dat wèl.... Wat een gezanik over die paar duizend ribbekassenLaat mij maar werken, jongens. Wat heb ik een zin om weer eens een beitel ter hand te ne men Joost rekte zich uit met een gezicht alsof hij ergens ver weg een engel zag. En onderwijl was het bekvechten van de drie anderen niet van de lucht. En. riepen ze ademloos, toen ein delijk de commendatore terug kwam van zijn telefonade. Fragola haalde zijn schouders op: Er moet eerst met Rome over wor den gebeld. Lieve help, riep Ondine uit, en daar na met de UNO zeker. Hoe lang duurt dat allemaal? vrppcr Jaap. Eh, zei commendatore Fragola en hij wreef zich over zijn aardbeienneus. Eh...., zeiden de anderen. Laat het maar lang duren, knipoog de signore Nero. Zolang ik die boel in huis heb komen er tenminste toeristen.... Alsjeblieft, zei Joost. Dan hebben jullie toch nog het beoogde resultaat. Re geringsmolens malen langzaam, weet dat. Hé zit jij hier, zei Joost, die met koffers beladen voor de auto opdook. Heb je al ontbeten? Nee? En je moet meneer Bijkema nog goeiendag zeggen. Hij blijft toch nog maar een week hier. En Mrs. Sippy ook. Ja, ja.... Niks zeggen, hoor! Opschieten! De jongens zitten al aan ta fel. En vergeet het keukenmeisje niet goeiendag te zeggen, en Wat denk je, Joost? vroeg Ondine. Zou Hannibal Italiaans geleerd hebben? Net zoveel als jij, bevestigde Joost en hij greep Ondine bij haar rattekop. EINDE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 18