Hannibal leert Italiaans
I
lis
je
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1960
Erbij
PAGINA ZES
Schakee
FEUILLETON VOOR
OP ZOEK NAAR
EEN VELDSLAG
JONGE MENSEN DOOR
w
if
ff
ff
SS
1
f
iü
SS
IJl
Hf
pi
J§§
1
lilt
H
lüf
|H
SS
gp
iHf
f
1
dit
11
H
n
B
B
HF
P
8 nsió S8VÓ 1916A f
:peq (paoou) aauiaed
aa 'isiuiag s(ajBiptuispaA\ apiaq ubb poq
-uaddoqos-fc qfqaqqeuiag uaa paaA\ suiEai
aqaais aaA\i uassni priaispaA\uaneiaaiA uaa
ui :SBBJAaSp]jq asjfftjajjaM do paooMjuy
LIZZY SARA MAY
VORIGE WEEK overleed plotseling, op
54-jarige leeftijd, prof. mr. A. W. Ham
ming, hoogleraar in de economie en zeer
sterk schaker. Hamming was één van de
merkwaardigste figuren in het Nederland
se schaakleven. In zijn jonge jaren be
hoorde hij tot de meestbelovende krachten,
maar zijn resultaten, in wedstrijdpunten
uitgedrukt, bleven beneden de verwach
tingen. Dit kwam voornamelijk, omdat
Hamming minder gericht was op een kost
bare score, dan wel op bevrediging van
zijn onbedwingbare experimenteerbehoef
te.
Toch heeft hij respectabele successen
geboekt, In zijn Indische tijd, de twintiger
jaren, was hij kampioen van het voor
malig Ned. O.-Indië. De titel districtskam
pioen van Nederland heeft hij op zijn
naam gehad. Menigmaal heeft hij ons land
internationaal vertegenwoordigd, b.v. in de
Olympiade München 1936. In de strijd om
het landskampioenschap gooide hij her
haaldelijk hoge ogen en moest zelfs dr.
Euwe tegen hem met remise genoegen
nemen. De laatste Jaren verslapte zijn
strijdlust. Maar zijn liefde voor ons spel
verminderde niet, hetgeen b.v. bleek uit
het feit dat hij als non playing captain
fungeerde van de Nederlandse ploeg in de
Olympiade te Moskou.
Hamming's originele kijk op het spel,
zijn hang naar avontuur en risico's, zijn
voorkeur voor experiment boven zeker
heid, worden in onderstaande partij uit
1934 treffend geïllustreerd.
Wit: prof. Hamming. Zwart: Epstein.
Aljechin-verdediging.
1. e2-e4 Pg8-f6, 2. Rfl-c4 Al direct
Hamming ten voeten uit. Gebruikelijk is
2. e5 of Pc3. De tekstzet heeft bepaalde
bezwaren, maar wie vindt die voor het
bord? Zwart wordt aanstonds tot zelfstan
dig denken wat tijd kost! gedwon
gen.
2Pf6xe4, 3. Rc4xf7f Ke8xf7, 4.
Ddlh5f g7-g6 Beter 4Kg8 b.v. 5. Dd5t
e6, 6. De4: d5, 7. De2 c5 en zwart staat
beter, ondanks de insluiting van Th8. Zwak
was natuurlijk 4. Kf6? om het stuk te
redden. Zie b.v. 5. Df3f Ke5, 6. d4f enz.
5. Dh5-d5f e7-e6, 6. Dd5xe4 Rf8-g7, 7. d2-
d4 Th8-f8, 8. Pbl-c3 Kf7-g8, 9. Rcl-e3 Pb8-
c6, 10. 0-0-0 Dd8-f6, 11. h2-h4! Niet
11. Pb5 a6! 12. Pc7: Ta7! en het paard is
gevangen. 11.Df6-f5, 12. De4xf5 Tf8x
f5, 13. g2-g4 Tf5-f7, 14. h4-h5 e6-e5, 15.
d4-d5 Pc6-d4.
Zwart: EPSTEIN
Rh6xg7 Tf2xc2f Een dubieus avontuur.
Voorlopig staat zwart echter twee pion
nen vóór en moet wit maar zien, hoe hij
die terugwint,
20. Kcl-bl Kg8xg7, 21. Pc3-e4 21.
Td4: cd4: 22. Kc2: dc3: levert natuurlijk
niets op. 21b7-b6! 22. Pe4-g5!
En niet 22. Td4: cd4: 23. Kc2: Rb7, 24. Kd3
Ra6, 25. Kd2 Rb7 met remise.
22Tc2-g2, 23. Thl-h7f Kg7-g8, 24.
Th7-e7 Tg2xg4. Nu is wit, bij gereduceerd
materiaal, zelfs drie pionnen achter. Zo
als gewoonlijk gaat Hamming langs af
gronden 25. Pg5-h7 Tg4-f4, 26. Pgl-h3.
Eindelijk wordt dit paard ontwikkeld. 26.
Tf4-f5. Niet 26. Tf7, 27. P3 g5! Te7:
28. de7: Rb7 Pf6f enz. 27. Tdl-gl....
Langzamerhand wordt het duidelijk dat
wit de beste troeven heeft, Maar zwart is
nog niet kansloos, omdat de witte koning
niet veilig staat. 27Rc8-a6, 28. Tglx
g6t Kg8-h8. 29. Kbl-cl De koning be
geeft zich in het strijdgewoel. 29Ta8-
g8, 30. Ph7-f6! De prachtige pointe
van de witte aanval; er dreigt Th7 mat.
30Tf5-flt, 31. Kcl-d2 Tflxf6, 32.
Tg6xf6 Tg8-g2f, 33. Tf6-f2 Tg2xf2, 34. Ph3
xf2 Zwart heeft twee pionnen voor
de kwaliteit, maar dat is onvoldoende, om
dat d7 onhoudbaar is.
34Ra6-b5, 35. Pf2-e4 Kh8-g8. Er
dreigde Pf6 Th7 mat, 36. Pe4-f6t Kg8-f8,
37. Pf6xd7i Rb5xd7, 38. Te7xd7 Pd4-f5, 39.
Td7-d8f Kf8-f7, 40, d6-d7! en zwart gaf
het op, daar na 40. Ke7, 41. Tf8! enz.
volgt.
Een echte ,.Hamming"-partij, zoals wij
helaas niet meer te zien zullen krijgen.
Mr. Ed. Spanjaard
Of deze spellen:
WEST
H B 10 7 3
9 8 5 3
-
H V 10 7 2
OOST
A 6 5
9? H V 7
O A H 9 2
AB3
In eenvan de vroegere boeken van
wylcn Ely Culbertson stond een lijstje af
gedrukt met adviezen betreffende het uit
komen. Ik herinner my, dat het uitkomen
met een Aas tegen een klein-slam contract
in Sans-Atout daarin te boek stond als
„bijzonder slecht".
De praktijk heeft Ely Culbertson niet in
alle opzichten gelijk gegeven er zijn be
paalde gevallen, waarin het uitkomen met
een Aas tegen 6 Sansatout serieus over
wogen moet worden. De zuidspeler heeft:
98 9 A 6 4 O 10 8643 *986
Het biedverloop is geweest: oost 2 SA
(NZ passen) west 3 schoppen oost
3 SA west 4 klaveren oost 4 ruiten
west 6 SA allen passen. Alle biedingen
van OW waren zónder bepaalde, conven
ties. Leest u het biedverloop eens goed en
zoek het logische argument waaróm het
uitkomen met hartenaas het. beste is. De
oplossing volgt onder, doch eerst geef ik
u het gehele spel:
Of zuid al dan niet uitkomt met 9? Aas,
het slagen van het OW-contract hangt
wéér af van het vinden der schoppen
vrouw. Hoewel oost dus in dit spel 2 sla
gen in harten vrij krijgt door de uitkomst
met 't Aas, schiet hij daar weinig mee op,
daar hij toch de volle buit in schoppen
(en klaveren) moet binnen kunnen halen
om zijn spel te winnen.
Het doorslaggevende argument om al
dan niet tegen 6 SA met een Aas uit te
komen is, of men dat Aas in een vitale
(lange) kleur der tegenpartij bezit dan
wel of men dat Aas heeft in een korte bij
kleur der tegenstanders. In het laatste ge
val doet men er goed aan, wèl met dat
Aas te beginnen.
Had de zuidspeler goed naar het bieden
geluisterd, dan had hij geweten dat OW
in schoppen en klavéren vermoedelijk al
10 slagen te maken hadden. Zou er in één
van die twee zwarte kleuren moeten wor
den gesneden, dan zou dat óók nog wel
moeten gebeuren nadat zuid 9? Aas had
gemaakt.
Nu zuid de gevaarlijke uitkomst van 9
koos, kwam hy dus niet meer aan het
maken van zyn Aas (en van partners
Heer!) toe. „Zuid ging met hartenaas naar
bed" heet zo'n gebeurtenis in het bridge-
taaltje!
H. W. Filarski
Bridgevraag van deze week: Noord
gever. NZ staan kwetsbaar viertallen-
wedstrijd. Noord past, oost opent met 1
harten wat moet zuid doen met het
volgende spel:
H 10 8 9 5 4 <>A A V 10 8 5 4?
An woord elders op deze bladzijde.
De mooiste winst van deze maand be
haalde Piet van den Berg tegen Theo Tiel-
rooy, kampioen van Kennemerland 1958
en 1959, in zijn partij voor de onderlinge
DCIJ-competitie. De winst is daarom
origineel, omdat Van den Berg eerst het
offer plaatste en daarna pas de positie-
zetten speelde. In normale gevallen volgen
eerst de sterkste dwangzetten en daarna
komt het offer om het beoogde plan uit te
voeren. Het was in de volgende stand:
THEO TIELROOY
xxooMC<»conccccoo~'xx5bÖo6Q^'^"co3'xxyvyyx*X!Coocoxvxo
r> Y//////Z.
WEST
H V B 7 3
O 8 5 3
O -
H V 10 7 2
OOST
A 10 5
0 V 10 7
O A H V 9
A B 3
WW.
CGOD^DCCCCCOX»CCOCC«»DOXOOOOCCCC030CCICCCCO
Wit: prof. HAMMING
Een „gewoon" mens zou hier vermoede
lijk 16. hg6: hg6: 17. Pe4 gespeeld hebben,
teneinde de aanval met zetten als Pg5, be
nevens c3 of ook d6 voort te zetten. Maar
Hamming zag nooit op en pionnetje en
verkoos een strategisch pionoffer. 16. d5-
d6! c7-c5. Na 16cd6: was 17. hg6:
hg6: 18. Th2, benevens Rd4: en Pe2 de be
doeling. Wit wint dan de pion wel terug
en komt daarmede positioneel in het voor
deel.
17. h5xg6 h7xg6, 18. Re3-h6 Een
voudiger wil 18. Pd5 met de sterke drei
ging Pe7f. Maar eenvoudig denken stond
niet in Hamming's woordenboek. Zijn
motto was: warum einfach wenn es auch
kompliziert kann? 18Tf7xf2, 19.
Uit de spellen die OW hadden kunt u
zien, dat het uitkomen met hartenaas een
onverwacht succes voor zuid had meege
bracht noord had namelijk hartenheer,
en een signaal in harten zou zuid zeker
de kleur hebben doen naspelen voor één
down.
In werkelijkheid koos zuid de uitkomst
met schoppen 9 waarna OW geen
enkele moeite hadden om 13 slagen te
maken.
Laten we nu eens twee OW-spellen
geven, die volgens het gegeven biedver
loop óók mogelijk waren geweest:
WEST
H B 10 7 3
9 8 5 3
O -
H V 10 7 2
OOST
A 6 5
H 10 7
A H V
A B 3
Als zuid tegen 6 SA uitkomt met. 9? Aas
maakt oost weliswaar de 99 Heer later
doch de uitkomst kost niet de beslissen
de (12e) slag; oost zal toch nog de schop
penvrouw moeten „vinden" om zijn con
tract te winnen.
V ^777%/.
x^yyxccccocoxc>xcccccccccoxccccaccccccex>xx>ayyyayxac
PIET v. d. BERG
Zwart: 2, 6, 8, 9, li, 12, 13, 16, 18, 19, 23,
24, 25 en 26.
WiL 27. 28. 31. 32. 33. 35, 36. 37. 38. 39,
i'
Wit aan zet speelde 1) 27-22 18x27. 2)
31x22 17-17? 3) 22-18 13x22 of? Op 23x12
28-22 17x28 32x3. 4) 39-34 en er is geen
zet meer voor zwart. Ondanks zetten als
9-13, 9-14, 8-13, 2-7, 17-21 volgt steeds de
zet 34-30 met stukwinst. Er moet dus het
tegenoffer 25-30 34x25 volgen, waarna
Heb je gezien hoe de mensen dansen als
ze gewoon lopen? Heb je ze horen ruzie
maken als ze gewoon praten?
Heb je de bergen gezien waar je naamge
noot, die lelijke vechtersbaas, vandaan
gekomen is? En zou je, net als ik, hier wel
altijd willen blijven? Zelfs al kun je niet
echt vrienden worden met iemand. Met
Alberto b.v. die wel aardig tegen je is als
je hem ziet, maar je het volgende ogen
blik alweer vergeten is. Misschien ver
dampt vriendschap hier net zo gauw als
de regen. Ook al heeft het gestort.
Maar wat hindert dat, hè Hannibal
We hebben toch ons best voor ze gedaan,
ook al komt er niets van terecht
Opeens moest Ondine onbedaarlijk
lachen. Ze dacht aan de tocht met het ge
raamte dat onderweg alle kanten uitrolde.
Af en toe hing het heerlijk met zijn hoofd
tegen Joosts schouder. Zelf hadden ze be
slist de meeste pret gehad, want in het
dorp aangekomen, waren er alleen maar
wat teddyboys om de auto komen staan.
Luid gebarend hadden ze allerlei onver
staanbare opmerkingen gemaakt, en an
dere voorbijgangers hadden alleen maar
grote angstogen opgezet, de vrouwen had
den hun kinderen snel meegetrokken en
een kruis geslagen. Joost had hun uitge
legd dat de mensen hier maar in het
zuiden veel meer erg bijgelovig waren
en dat ze zulke grappen beschouwden als
het tarten van het noodlot, het boze oog.
Alleen signore Nero was enthousiast ge
weest, niet zozeer over het fraai uitgedos-
te geraamte, alswel over de vondsten die
voorlopig bij hem een onderkomen zouden
vinden.
Vergenoegd had hij zich in de handen
gewreven bij het vooruitzicht van de klan
dizie die hem dit bezorgen zou. Daarna
had hij vlug afspraken gemaakt met de
meest vooraanstaande ingezetenen van
het dorp: dottore Pascale, de dokter, sig
nore Brindisi, de burgemeester, signorina
P"mpini, de juffrouw van het postkantoor
die klaarblijkelijk Onderwijs en Kunst
vertegenwoordigde en last but not least,
signore Alfredo, die voor tolk moest spe
len.
Nog diezelfde avond hadden ze met z'n
allen om de grote middentafel plaatsgeno
men. Joost, Ondine, Ivo en Jaap, de bur
gemeester, breed en klein maar met het
nieuwste streepjespak aan, de dokter, een
beetje zuur, steeds op zijn horloge kijkend
en de juffrouw van het postkantoor, een
mooie, wat oudere dame, met een strenge
mond. Meneer Bijkema had evenals mrs,
Sippy verstek laten gaan. Beiden interes
seerden ze zich wel voor de opgravingen,
maar niet voor het gevolg daarvan.
Het gesprek was begonnen met een in
leiding van Joost, die het dorp namens de
jongelui de vondsten aanbood en tevens
voorstelde om de vondsten ten toon te stel
len in het museum op het Isola Maggiore,
zodat dit aan het dorp ten goede zou ko
men.
Na een dankwoord van de burgemeester
bracht signorina Pampini te berde dat ze
het toch beter vond om ze aan de school te
geven in verband met de opvoeding van
de jeugd. Maar dit werd nadrukkelijk be
streden door burgemeester Brindisi, die
heraadhuis dé plaats vond. Nietwaar dot
tore?
steeds winst volgt door 33-29. Wil zwart
dit met 17-21 28x17 11x22? of 21x12 voor
komen, dan kan zowel 33-29 als een dam-
zet volgen met 37-31 26x39, 25-20 en 30-34
met 35x4.
De volgende verrassende dam kon Jan
Poppen ('t Oosten) in zijn partij tegen Piet
van den Berg uitvoeren in de vijfde ronde
van het Kennemerland hoofdklassetoer-
nooi. Stand na de 30ste zet van zwart:
J. Poppen 3, 8, 9, 13, 19, 20, 16, 21, 23, 24
en 26. Wit P. van den Berg 27, 28, 30, 32,
35, 37, 38, 40, 42, 43 en 45.
Wit aan zet speelde 27-22. waarna zwart
met 23-29 vervolgde. Origineel was de
winst, toen wit met 30-25 voordeel dacht
te behalen. 29-33 25x23. 21-27 38x20 27x47.
20-15, waarna Poppen (na 13-19) won.
Eveneens verrassend mooi was de winst
die de DCIJ-speler J. van Straten met
wit op de Jozeph Blankenaar-speler Frans
behaalde. Het was in de volgende stand:
FRANS (Jozeph Blankenaar)
OOOOC-;
lm
m
mm
'm.
W/:
oo^^Écöcoc^^^32C5oe<^^^rocoo:^^^>30(X)d^^^ooooooc
Wit: J. VAN STRATEN (DCIJ)
Wit aan zet won fraai door 48-43, 37-31,
28-23 A. 36-31 10-5, met de slotslag naar
ruit 15. Wit wint. Op A 36-31 wint wel
26x46, doch eerst na 26x23 41-37 en dan
10-5 met winst naar ruit 4.
In het toernooi om het kampioenschaD
van Nederland 1960, dat op weekends
te Utrecht wordt gespeeld, heeft de vol
gende, zeer fraaie problematische winst
zich voorgedaan.
Zwart. Meyer: 6, 8, 10, 12, 13, 14, 16, 17,
18. 19, 20, 23 en 24.
Wit: 25, 26, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 36, 37,
38. 43 en 48.
Indien zwart aan zet 17-21 26x17 12x21
had vervolgd, dan had wit met 27-22 18x27,
33-29 24x31 30-24 27x49. 24x4. 23x32 36x38
49x32 of 27 kunnen bereiken, maar wit
wint.
Een winst, die wij nog niet eerder in het
partij spel hebben gezien.
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur
B. Dukel, Wijk a. Zeeërweg 125, IJmuiden.
B. Dukel
ijjaaq uaddoqos u^a
stqoajs ua ua;aeq z 'uaqna 'uaaaAepj g
piaaqjooA Ctq pinz ;ep si aa^oaS (aaA sueq
ap }ep 'uauaqaa apauiaa laiqnop }aq uea
uaAag 1 a i u iaq joop jaoui paoou }uba\
uaajq ^n ■jSbbja 'uaaaABiq z -i^ao uap
-aiq uaddoqos z uaa§ paoou ;aoui jbbiai
•uapaq
-qCqaSoui aqfqapaj Sou pCifiB uaaaAiqq g
jo uaddoqos z "SAtqq s^eefd apaaM; ap ut
ua jqoBjq a Si u a ;aui uaAag uagouz uaaqe
poq ;ep paoou jez siBEjd ajsaaa ap ui
qoop 'ipiooAilue ua;tn.i z pjoou iep 'giz3A\
-ubb JBBAag jaq st q[q.innieN 'poq apaog
;aq laiqnop }aq iqeeui unajsuaddoqos
aqaa;s spinz jsinp -uaAag a-j „}aiqnop" uaa
atieuijojut aai "^a s}eiqdui 'uapaiq ai uaa
-aAB(q z l^oj ap aiqeeui aajadspmz ap ua
De dottore haalde onverschillig zijn
schouders op, zei: „Eh" en waarschuwde
de burgemeester zich niet zo druk te ma
ken omdat dat niet goed zou zijn voor z'n
lever
Maar \/ij hebben die opgravingen ge
daan, zei Ivo, en wij geven het aan het
dorp en wij willen het in het museum heb
ben
En anders nemen we de boel wel mee
naar huis, zei Ondine boos,
Nee, zei Joost, dat mag niet. Het is op
Italiaans grondgebied gevonden en be
hoort dus aan Italië.
Maar ik wil het op de school, kefte
signorina Pampini.
En ik in het raadhuis, blafte burge
meester Brindisi.
Pas op je lever, zei dottore Pascale.
En op dat moment werd de deur open
geworpen en kwam commendatone Fra-
gola binnen. Hij deed zijn naam enorm eer
aan fragola betekent aardbei, fluister
de signore Alfredo.
De commendatore greep een stoel, be
stelde een glas chianti, presenteerde siga
retten, ging schrijlings op de stoel zitten
en keek van de een naar de ander.
Onmiddellijk nam de burgemeester zijn
kans waar, vertelde de commendatore
waar men over praatte en legde hem om-
s' ndig uit waarom hij wel al dat moois in
het raadhuis wilde hebben.
Toen hij zijn verhaal bijna uit had,
scherpte signorina Pampini haar tong en
ging tot een rechtstreekse aanval over.
De school, en waarom de school, daar
om de school, de jeugd van tegenwoordig,
de opvoedingOnderbroken door de
dottore met de lever van de burgemeester.
Maar luister nu toch eens allemaal,
zei Ivo. Wij hadden al weken geleden een
plan gemaakt voor het dorp. We wilden U
allemaal helpen om het dorp als toeris
tencentrum te herstellen, en het dorp is
toch het beste gediend met de gevonden
voorwerpen in het museum te plaatsen.
En nu gaat U ruzie maken
Commandatore Fragola stak zijn hand op:
Jullie hoeven er verder helemaal niet
over te praten zei hij, want het Rijk is de
enige die hier iets in de melk te brokken
heeft. Passignano krijgt helemaal niks!
Even heerste er een dodelijke stilte.
Maar die werd al gauw verbroken en dit
maal door signore Alfredo die tot nu toe
alleen maar zijn stem had laten horen om
over de taalgrenzen heen en weer te
springen.
Luister eens Fragola, zei hij. Deze
jongelui geven hun vondsten cadeau aan
Passignano. Volgens mij heeft het Rijk
daar niets meer te maken. Ik vind dat zij
zelf maar moeten beslissen waar ze hun
gaven willen hebben
Commendatore Fragola nam een grote
slok chianti, veegde zijn lippen af en ver
klaarde rustig:
Daar hebben we niets mee te maken.
Het Rijk is het Rijk en het Rijk beslist
Nee, riep burgemeester Brindisi,
het raadhuis
Nee, de school, riep signorina Pampi
ni,
Je lever, waarschuwde de dokter.
Laat ik nu eerst eens telefoneren met
de afgevaardigde van Perugia, stelde
commendatore Fragola voor en hij nam
weer een grote slok. Moeizaam stond hij
van zijn zetel op en begaf zich naar de hal
waar de telefoon was. Hij bleef een half
uur weg en in die tijd bracht signore Nero
zes kopjes espresso, namens het hotel,
zoals hij fluisterde.
En in die tijd kwam er voor Joost een
telegram.
Nadat hij het gelezen had keek Joost
dromerig en tevreden voor zich uit.
Wat staat er in? vroeg Ondine.
Hier lees zelf maar.
„Regeringsopdracht stop overkomst
dringend gewenst stop haast stop Maxje".
Wie is Maxje? vroeg Ondine.
BARTJE WAS een leuk joch. Hij
woonde met zijn vader en moeder en
twee zusjes op de grote boerderij, die
je vanaf de straatweg ver weg in de
weide kon zien liggen. Het was altijd
heerlijk op de boerderij en Bartje ren
de dan ook altijd vanuit school direct
naar huis. Soms nam hij een vriendje
mee en dan mochten ze heerlijk in de
warme stal spelen, of ze gingen mee
als Joris de knecht, de koeien ging mel
ken. Als Joris een goede bui had zei
hij wel eens: „vooruit Bartje, probeer
het ook maar eens!" En dan ging
Bartje precies als Joris op het melk-
krukje zitten en was erg trots als hij
een mooi straaltje melk precies in de
emmer kon laten spuiten.
Maar nu was er één ding dat niet zo
leuk van Bartje was. Hij wilde 's avonds
nooit naar bed toe. Als hij na het eten
met vader en moeder en de zusjes in
de gezellige woonkeuken zat, met z'n
voeten opgetrokken op de sporten van
de stoel en een boek met mooie pla
ten of spannende Indianenverhalen
Ga toch opzij, zeg zie je niets?
Daar komt Matthijsje op zijn fiets.
Ga toch opzij, zeg hoor je wel
Matthijsje heeft een echte bel.
Daar rijdt hij, tjingelingeling
Zo'n fiets is toch een prachtig ding.
Hij neemt de bochten vliegens vlug
En komt luid bellend weer terug.
Hij zit in 't zadel als een man.
Kijk, zie je hoe hij fietsen kan?
De melkboer en de bakker, zeg,
Die gaan hem allen uit de weg
En wuiven als ze hem zien gaan.
Kijk uit, daar komt Matthijsje aan!
Marjan van Beek
voor zich op tafel, vergat Bartje de
wereld om zich heen. Hij keeken
lasen de tijd vloog voorbij. „Bar
tje zou de letters wel willen opeten!"
zei moeder soms plagend en dan streel
de ze hem eens over z'n bolletje. Maar
om acht uur precies zei moeder altijd:
„Kom Bartje m'n zoon, naar bed".
Maar elke avond wéér zei Bartje dan:
„Ik wil niet naar bed moeder, nog een
heel klein stukje, even deze bladzijde
uitmaar bij dat stukje kwam dan
nóg een stukje, en nóg een stukje en
dan moest hij nodig Bobbie de hond, die
in z'n warme mand bij de kachel lag,
gedag zeggen, en Minet de poes aaien,
en nog honderd andere dingen doen, en
hij liet moeder wachten.... En pas als
vader opstond en zei: „Vooruit Bartje,
nu een twee drie naar bed!", dan pas
ging Bartje met tegenzin naar boven..
Van alles hadden vader en moeder
al geprobeerd om Bartje dat getreuzel
af te leren, maar niets hielp. Maar op
een goede dag had vader een planne
tje bedacht. Hij vertelde het aan moe
der en die zei: „Ja, dat zullen we probe
ren. 't Is wel naar. maar misschien zal
het helpen. Ik hóóp 't."
Die avond, om acht uur zei Bartje,
zoals altijd: „Ik wil niet naar bed", en
weet je wat er toen gebeurde? Vader
stond op en zei: „Wil Bartje niet naar
bed?" „Nee." zei Bartje, ,',ik wil le
zen„Nou, da's best", zei vader.
„Afgesproken hoor Bartje, van nu af
aan hoef jij helemaal niet naar bed. Je
mag de hele avond blijven lezen, en de
hele nacht óók. Ik zal je bedje dan maar
op zolder brengen, want dat heb je
dan ook niet meer nodig hè?" En va
der stond op, ging naar boven en bracht
Bartjes bed naar de zolder toe, en zet
te het tussen de oude dekenkist en het
rek met appelen. Daar keek Bartje na
tuurlijk van op, dat begrijp je, maar
hij dacht „dat is heerlijk, ik ga wel
tien boeken lezen!! En Bartje lasen
lasen las
Om tien uur stonden vader en moe
der op. Ze sloten alle deuren, verzorg
den de kachel, en zeiden: „Dag Bartje,
lees maar prettig hoor, wij gaan naar
bed". Bartje had al wel een béétje
slaap, maar dat liet hij natuurlijk niet
merken.
Maar om elf uur had Bartje een vre
selijke slaap, en de letters begonnen
voor z'n ogen te dansenNee, nu
vond Bartje opblijven helemaal niet
meer leuk hoor. Alleen was het hele
maal niet gezellig. In de keuken sliep
Bobbie, en Minetje sliep, en iedereen
in huis sliep, behalve Bartje
„Oh", dacht Bartje, kon ik nu maar
naar m'n bed, maar vader heeft 't op
zolder gezet en daar durf ik in het don
ker niet naar toe...." Hij nam een
slokje water en nam een koekje uit de
trommel. Het werd later en later, en
Bartje werd verdrietiger en verdrieti
geren opeens kon Bartje het niet
meer uithouden en begon zachtjes te
huilen. Bobbie werd er wakker van en
toen hij zag dat zijn baasje groot ver
driet had klom hij uit zijn mand en
ging vlak naast Bartje's stoel liggen. En
Bartje huilde hoe langer hoe harder..
En toen was moeder ineens bij hem
in de keuken. Ze trok Bartje op haar
schoot en zei: Zie je nu, domme jongen
dat je slapen moét? Lezen is fijn, maar
alles op z'n tijd. Kom Bartje, droog
je tranen., kijk Bobbie eens naar je
kijken?" „Oh Moeder," snikte Bartje,
„ik zal nooit meer zeuren om op te
mogen blijven, maar mag ik dan nu
alstublieft naar bed?" „Zo mag ik het
horen." zei Moeder lachend, „kom
maar vlug mee naar boven kereltje.
Vader heeft je bedje al weer klaar ge
zet.
En nog nooit was Bartje met zoveel
plezier naar bed gegaan. Hij lag er nog
niet in of hij sliep al. Hij voelde Moe-
der's nachtzoen niet eens meer.
En jullie kunnen het geloven of niet,
maar na die avond heeft Bartje nooit
meer gezegd „ik wil niet naar bed!"
De les had goed geholpen.
Matty van der Buroh-Alleda
Da's een kunstbroeder, grijnsde Joost,
een, die het goed met me meent.
Wat je maar goed menen noemt, zei
Ondine spijtig. Je zit hier net zo lekker..
Nou lekker, zei Joost, jullie hebben
me er weer eens lekker in laten pruimen,
dat wèl.... Wat een gezanik over die
paar duizend ribbekassenLaat mij
maar werken, jongens. Wat heb ik een zin
om weer eens een beitel ter hand te ne
men
Joost rekte zich uit met een gezicht alsof
hij ergens ver weg een engel zag.
En onderwijl was het bekvechten van
de drie anderen niet van de lucht.
En. riepen ze ademloos, toen ein
delijk de commendatore terug kwam van
zijn telefonade.
Fragola haalde zijn schouders op:
Er moet eerst met Rome over wor
den gebeld.
Lieve help, riep Ondine uit, en daar
na met de UNO zeker.
Hoe lang duurt dat allemaal? vrppcr
Jaap.
Eh, zei commendatore Fragola en hij
wreef zich over zijn aardbeienneus.
Eh...., zeiden de anderen.
Laat het maar lang duren, knipoog
de signore Nero. Zolang ik die boel in huis
heb komen er tenminste toeristen....
Alsjeblieft, zei Joost. Dan hebben
jullie toch nog het beoogde resultaat. Re
geringsmolens malen langzaam, weet
dat.
Hé zit jij hier, zei Joost, die met
koffers beladen voor de auto opdook. Heb
je al ontbeten? Nee? En je moet meneer
Bijkema nog goeiendag zeggen. Hij blijft
toch nog maar een week hier. En Mrs.
Sippy ook. Ja, ja.... Niks zeggen, hoor!
Opschieten! De jongens zitten al aan ta
fel. En vergeet het keukenmeisje niet
goeiendag te zeggen, en
Wat denk je, Joost? vroeg Ondine.
Zou Hannibal Italiaans geleerd hebben?
Net zoveel als jij, bevestigde Joost
en hij greep Ondine bij haar rattekop.
EINDE